EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52007PC0585

Voorstel voor een verordening van de Raad houdende de totstandbrenging van een communautaire procedure voor het beheer van de kwantitatieve contingenten (gecodificeerde versie)

/* COM/2007/0585 def. - CNS 2007/0203 */

52007PC0585

Voorstel voor een verordening van de Raad houdende de totstandbrenging van een communautaire procedure voor het beheer van de kwantitatieve contingenten (gecodificeerde versie) /* COM/2007/0585 def. - CNS 2007/0203 */


[pic] | COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN |

Brussel, 10.10.2007

COM(2007) 585 definitief

2007/0203 (CNS)

Voorstel voor een

VERORDENING VAN DE RAAD

houdende de totstandbrenging van een communautaire procedure voor het beheer van de kwantitatieve contingenten

(gecodificeerde versie)

(door de Commissie ingediend)

TOELICHTING

1. In de context van een Europa van de burgers hecht de Commissie groot belang aan het vereenvoudigen en verduidelijken van het Gemeenschapsrecht om het duidelijker en toegankelijker te maken voor de gewone burger, zodat deze nieuwe mogelijkheden krijgt en in staat wordt gesteld gebruik te maken van de specifieke rechten die hij aan het Gemeenschapsrecht kan ontlenen.

Dit doel kan niet worden verwezenlijkt zolang talloze bepalingen die meermaals en vaak ingrijpend zijn gewijzigd, gedeeltelijk in het oorspronkelijke besluit en gedeeltelijk in de latere wijzigingsbesluiten te vinden zijn. Om dan na te gaan wat de geldende regels zijn, is veel zoekwerk vereist, waarbij een groot aantal besluiten moet worden vergeleken.

Codificatie van meermaals gewijzigde regels is dan ook van essentieel belang om het Gemeenschapsrecht duidelijk en doorzichtig te maken.

2. Bij haar besluit van 1 april 1987[1] heeft de Commissie daarom haar diensten opgedragen alle wetgevingbesluiten na maximaal tien wijzigingen te codificeren , waarbij zij erop wijst dat dit een minimumregel is en dat haar diensten ter wille van de duidelijkheid en het juiste begrip van de communautaire wetgeving ernaar zouden moeten streven de teksten waarvoor zij verantwoordelijkheid dragen, met nog kortere tussenpozen te codificeren.

3. De conclusies van het voorzitterschap van de Europese Raad van Edinburgh (december 1992) hebben dit bevestigd[2] en het belang van codificatie onderstreept, omdat daarmee rechtszekerheid wordt verschaft omtrent de vraag welke wet op een gegeven moment op een bepaald onderwerp van toepassing is.

Bij codificatie moet het normale wetgevingsproces van de Gemeenschap volledig in acht worden genomen.

Aangezien bij codificatie geen inhoudelijke wijzigingen in de betrokken wetteksten mogen worden aangebracht, zijn het Europees Parlement, de Raad en de Commissie bij Interinstitutioneel Akkoord van 20 december 1994 een versnelde werkmethode voor de codificatie van wetteksten overeengekomen.

4. Dit voorstel beoogt de codificatie van Verordening (EG) nr. 520/94 van de Raad van 7 maart 1994 houdende de totstandbrenging van een communautaire procedure voor het beheer van de kwantitatieve contingenten[3]. De nieuwe verordening vervangt de verschillende besluiten die erin zijn verwerkt[4]; dit voorstel laat de inhoud van de besluiten die worden gecodificeerd onverlet en beperkt zich er derhalve toe deze samen te voegen en daarin slechts de formele wijzigingen aan te brengen die voor de codificatie zelf vereist zijn.

5. Dit voorstel voor een codificatie is opgesteld op basis van een voorafgaande consolidatie , in alle officiële talen, van Verordening (EG) nr. 520/94 en de besluiten tot wijziging daarvan, met behulp van een gegevensverwerkingssysteem van het Bureau voor officiële publicaties der Europese Gemeenschappen. Voorzover de artikelen zijn vernummerd, is het verband tussen de oude en de nieuwe nummering weergegeven in een concordantietabel die is opgenomen in bijlage II bij de gecodificeerde verordening.

ê 520/94

2007/0203 (CNS)

Voorstel voor een

VERORDENING VAN DE RAAD

houdende de totstandbrenging van een communautaire procedure voor het beheer van de kwantitatieve contingenten

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 133,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europees Parlement[5],

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité[6],

ê

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Verordening (EG) nr. 520/94 van de Raad van 7 maart 1994 houdende de totstandbrenging van een communautaire procedure voor het beheer van de kwantitatieve contingenten[7] is herhaaldelijk en ingrijpend gewijzigd[8]. Ter wille van de duidelijkheid en een rationele ordening van de tekst dient tot codificatie van deze verordening te worden overgegaan.

ê 520/94 overweging 2

(2) Ingevolge artikel 14 van het Verdrag omvat de interne markt sedert 1 januari 1993 een ruimte zonder binnengrenzen waarin het vrije verkeer van goederen, personen, diensten en kapitaal is gewaarborgd.

ê 520/94 overweging 3 (aangepast)

(3) Het is dus dienstig een methode voor het beheer van kwantitatieve contingenten in te stellen die aan deze doelstelling beantwoordt en is gebaseerd op het beginsel van uniforme gemeenschappelijke handelspolitiek, overeenkomstig de door het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen vastgestelde richtsnoeren.

ê 520/94 overweging 4

(4) Er dient te worden voorzien in de mogelijkheid van keuze tussen onderscheiden verdelingsmethoden, welke keuze kan worden gemaakt aan de hand van met name de situatie van de communautaire markt, de aard van de producten, bijzondere omstandigheden in de leverancierslanden en internationale verplichtingen van de Gemeenschap, met name die welke inhouden dat in beginsel rekening dient te worden gehouden met traditionele handelsstromen.

ê 138/96 overweging 3 (aangepast)

(5) Het lijkt dienstig, de bepalingen betreffende de herverdeling van de niet verdeelde, niet toegewezen of niet benutte hoeveelheden te versoepelen. Om te vermijden dat de invoer te sterk in een bepaalde periode wordt geconcentreerd, is het niettemin dienstig per geval te onderzoeken of een dergelijke herverdeling na het verstrijken van de contingentperiode wenselijk is en eventueel noodzakelijke uitvoeringsbepalingen, met name wat de geldigheidsduur van de vergunningen betreft, vast te stellen, rekening houdende met de aard van de betrokken producten en het doel dat met de contingenten in kwestie wordt nagestreefd.

ê 520/94 overweging 5

(6) Het beheer van de invoer- of uitvoercontingenten moet berusten op een stelsel van vergunningen die door de lidstaten overeenkomstig de op communautair niveau vastgestelde kwantitatieve criteria zijn afgegeven.

ê 520/94 overweging 6

(7) De vast te stellen procedure van beheer moet al degenen die een aanvraag om een vergunning indienen gelijke voorwaarden voor de toegang tot contingenten garanderen en de verstrekte documenten moeten in de gehele Gemeenschap kunnen worden gebruikt.

ê 138/96 overweging 4 (aangepast)

(8) Om een optimale herverdeling van de niet gebruikte hoeveelheden te verkrijgen, Ö is Õ betrouwbare en volledige informatie over de daadwerkelijke benutting van de verstrekte invoervergunningen Ö nodig. Daartoe moeten alle invoervergunningen – gebruikt of ongebruikt – Õ uiterlijk tien werkdagen na het verstrijken van hun geldigheidsduur weer bij de bevoegde nationale Ö instanties Õ worden ingeleverd.

ê

(9) De voor de uitvoering van deze richtlijn vereiste maatregelen moeten worden vastgesteld overeenkomstig Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden[9].

ê 520/94 overweging 8

(10) De bepalingen van deze verordening en die met betrekking tot de tenuitvoerlegging daarvan moeten geen inbreuk maken op communautaire en nationale voorschriften inzake het beroepsgeheim.

ê 520/94 overweging 9

(11) Van het toepassingsterrein van deze verordening dienen te worden uitgesloten de in bijlage I van het EG-Verdrag opgesomde producten en textielproducten of andere producten wanneer deze vallen onder een specifieke gemeenschappelijke invoerregeling waarbij bijzondere bepalingen ten aanzien van het beheer van contingenten zijn vastgesteld

ê 520/94

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

HOOFDSTUK I

ALGEMENE BEHEERSBEGINSELEN

Artikel 1

1. Bij deze verordening worden de regels vastgesteld met betrekking tot het beheer van kwantitatieve invoer- of uitvoercontingenten, hierna contingenten genoemd, die door de Gemeenschap autonoom of op grond van een overeenkomst worden vastgesteld.

2. Deze verordening is niet van toepassing op de in bijlage I van het EG-Verdrag opgenomen producten, noch op andere producten wanneer deze vallen onder een specifieke gemeenschappelijke invoer- of uitvoerregeling waarbij ten aanzien van het beheer van contingenten speciale bepalingen zijn vastgesteld.

ê 520/94 (aangepast)

Artikel 2

1. De contingenten worden, zo spoedig mogelijk nadat zij zijn geopend, verdeeld tussen de indieners van een aanvraag. Volgens de in artikel 22, lid 2, Ö bedoelde Õ procedure kan worden beslist deze in verscheidene tranches te verdelen.

ê 520/94

2. De contingenten kunnen met name worden beheerd door toepassing van een van de volgende methoden of door een combinatie van deze methoden:

a) op basis van de traditionele handelsstromen overeenkomstig de artikelen 6 tot en met 11;

b) in volgorde van binnenkomst van de aanvragen (volgens het beginsel „wie het eerst komt, het eerst maalt”), overeenkomstig het bepaalde in artikel 12;

c) in verhouding tot de hoeveelheden die worden aangevraagd (volgens de zogenoemde procedure van gelijktijdig onderzoek), overeenkomstig het bepaalde in artikel 13.

ê 520/94 (aangepast)

3. De verdelingsmethode wordt volgens de in artikel 22, lid 2, Ö bedoelde Õ procedure vastgesteld.

4. Indien wordt vastgesteld dat geen van de in lid 2 aangegeven methoden aan de bijzondere eisen van een geopend contingent voldoet, Ö wordt Õ volgens de in artikel 22, lid 2, Ö bedoelde Õ procedure Ö een andere methode vastgesteld Õ.

ê 138/96 art. 1, punt 1

5. De niet verdeelde, niet toegewezen of niet benutte hoeveelheden worden overeenkomstig artikel 14 herverdeeld binnen een termijn die hun gebruik voor het einde van de contingentperiode mogelijk maakt.

ê 138/96 art. 1, punt 1 (aangepast)

Wanneer wordt vastgesteld dat het niet mogelijk was deze hoeveelheden binnen de vorengenoemde termijn te herverdelen, kan overeenkomstig de in artikel 22, lid 2, bedoelde procedure per geval Ö worden bepaald Õ dat zij tijdens de volgende contingentperiode worden herverdeeld.

ê 520/94

6. Tenzij bij de vaststelling van een contingent anders wordt bepaald, kunnen producten die onder een contingent vallen uitsluitend in het vrije verkeer worden gebracht of uitgevoerd indien de lidstaten daarvoor overeenkomstig de bepalingen van deze verordening in- of uitvoervergunningen hebben afgegeven.

7. De lidstaten wijzen de administratieve instanties aan die bevoegd zijn voor de toepassing van de uitvoeringsmaatregelen waarmee zij ingevolge deze verordening zijn belast. Zij stellen de Commissie hiervan in kennis.

Artikel 3

De Commissie maakt de opening van contingenten bekend door middel van een bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie . Zij deelt in dit bericht mede op welke wijze het contingent zal worden verdeeld, op welke wijze de aanvragen moeten worden ingediend en binnen welke termijn, alsook de lijst van de bevoegde nationale instanties waaraan de aanvragen moeten worden gericht.

Artikel 4

1. Elke importeur of exporteur van de Gemeenschap, ongeacht de plaats van vestiging in de Gemeenschap, kan voor elk contingent of een tranche van dit contingent één enkele aanvraag voor een vergunning indienen bij de bevoegde instanties van een lidstaat van zijn keuze. Deze aanvraag moet in de officiële taal of talen van die lidstaat zijn opgesteld.

ê 520/94 (aangepast)

Ingeval een contingent is beperkt tot één of meerdere regio's in de Gemeenschap, wordt dit verzoek ingediend bij de bevoegde Ö instanties Õ van de lidstaat of van de lidstaten van de betrokken regio of regio's.

2. De aanvragen voor een vergunning moeten worden ingediend als vastgesteld volgens de in artikel 22, lid 2, Ö bedoelde Õ procedure.

ê 520/94

Artikel 5

De Commissie ziet erop toe dat de vergunningen, gelet op de aard van het onder het contingent vallende product, betrekking hebben op een economisch verantwoorde hoeveelheid.

HOOFDSTUK II

SPECIFIEKE REGELS VOOR DE VERSCHILLENDE METHODEN VAN BEHEER

AFDELING A

VERDELING MET INACHTNEMING VAN DE TRADITIONELE HANDELSSTROMEN

ARTIKEL 6

1. Wanneer de contingenten worden verdeeld met inachtneming van de traditionele handelsstromen, wordt een deel van het contingent gereserveerd voor traditionele importeurs of exporteurs, terwijl het resterende deel toekomt aan andere importeurs of exporteurs.

2. Als traditionele importeurs of exporteurs worden aangemerkt degenen die kunnen aantonen dat zij het product of de producten die onder het contingent vallen tijdens een voorafgaande periode, referentieperiode genoemd, respectievelijk in de Gemeenschap hebben ingevoerd of uit de Gemeenschap hebben uitgevoerd.

ê 520/94 (aangepast)

3. Het deel dat bestemd is voor de traditionele importeurs of exporteurs, en de referentieperiode, alsmede het deel dat aan de andere importeurs of exporteurs toekomt, worden vastgesteld volgens de Ö in Õ artikel 22, lid 2, Ö bedoelde procedure Õ.

ê 520/94

4. De verdeling vindt plaats volgens de beginselen die in de artikelen 7 tot en met 11 zijn uiteengezet.

Artikel 7

Om deel te nemen aan de toewijzing van het deel van het contingent dat voor hen is bestemd en als bewijs van de in- of uitvoer in de referentieperiode, voegen de traditionele importeurs of exporteurs bij hun aanvraag om een vergunning:

- een voor eensluidend gewaarmerkt afschrift van het origineel van de aangifte voor het vrije verkeer of ten uitvoer dat voor de importeur of de exporteur is bestemd en dat op hun naam is gesteld of eventueel op naam van het bedrijf dat zij hebben overgenomen;

ê 520/94 (aangepast)

- elk ander gelijkwaardig bewijsstuk zoals vastgesteld volgens Ö de Õ in artikel 22, lid 2, Ö bedoelde Õ procedure.

ê 520/94

Artikel 8

Binnen de termijn die in het bericht van opening van het contingent is aangegeven, delen de lidstaten de Commissie het aantal aanvragen en de totale aangevraagde in- en uitvoerhoeveelheden mede, verdeeld over de traditionele importeurs en exporteurs en over de andere importeurs en exporteurs, alsmede de hoeveelheden die de aanvragers in de referentieperiode hebben in- of uitgevoerd.

Artikel 9

De Commissie gaat over tot een gelijktijdig onderzoek van de inlichtingen die de lidstaten hebben toegezonden en stellen op de volgende wijze de kwantitatieve criteria vast volgens welke de aanvragen van de traditionele importeurs of exporteurs moeten worden behandeld:

ê 520/94 (aangepast)

a) wanneer deze aanvragen tezamen betrekking hebben op een hoeveelheid die gelijk is aan of kleiner dan de Ö hoeveelheid Õ die voor traditionele importeurs of exporteurs is bestemd, worden deze aanvragen volledig ingewilligd;

ê 520/94

b) wanneer deze aanvragen tezamen betrekking hebben op een hoeveelheid die groter is dan de hoeveelheid die voor de traditionele importeurs of exporteurs is bestemd, worden deze aanvragen ingewilligd in verhouding tot het deel van elk van deze importeurs of exporteurs in de totale in- of uitvoer tijdens de referentieperiode;

c) wanneer toepassing van dit kwantitatieve criterium tot een toewijzing van grotere hoeveelheden zou leiden dan de aangevraagde hoeveelheden, wordt het teveel herverdeeld volgens de in artikel 14 omschreven procedure

Artikel 10

Het deel van het contingent dat voor andere importeurs en exporteurs dan de traditionele is bestemd, wordt verdeeld volgens het bepaalde in artikel 12.

Artikel 11

Indien traditionele importeurs of exporteurs geen aanvragen hebben ingediend, hebben alle importeurs of exporteurs die een aanvraag indienen toegang tot het gehele contingent of de betrokken tranche.

In dat geval vindt de verdeling volgens het bepaalde in artikel 12 plaats

AFDELING B

VERDELING VOLGENS DE VOLGORDE VAN BINNENKOMST VAN DE AANVRAGEN

ARTIKEL 12

ê 520/94 (aangepast)

1. Wanneer het contingent of een tranche van het contingent wordt verdeeld naar gelang van de volgorde van binnenkomst van de aanvragen, Ö wordt Õ volgens de Ö in Õ artikel 22, lid 2, Ö bedoelde procedure Õ de hoeveelheid Ö vastgesteld Õ waarvoor elk bedrijf in aanmerking kan komen, tot het contingent is uitgeput.

ê 520/94

Deze hoeveelheid, die voor elk bedrijf gelijk is, wordt vastgesteld rekening houdend met de noodzaak hoeveelheden toe te wijzen die gezien de aard van het betrokken product economisch verantwoord zijn.

2. Na te hebben nagegaan welke hoeveelheden op Gemeenschapsniveau beschikbaar zijn, wijzen de bevoegde instanties aan elke importeur of exporteur de overeenkomstig lid 1 vooraf vastgestelde hoeveelheid toe.

ê 520/94 (aangepast)

3. Zodra de vergunninghouder kan aantonen dat hij de totale hoeveelheid producten of een volgens de Ö in Õ artikel 22, lid 2, Ö bedoelde procedure Õ vast te stellen gedeelte van de producten waarvoor hij vergunning had verkregen, inderdaad heeft in- of uitgevoerd, mag hij opnieuw een aanvraag voor een vergunning indienen. Deze zal op dezelfde wijze als hiervoor omschreven worden toegekend. Dezelfde procedure kan tot uitputting van het contingent worden herhaald.

ê 520/94

4. Om alle aanvragers een gelijke toegang tot het contingent te waarborgen, stelt de Commissie in het bericht van opening van het contingent de dagen en uren vast waarop de hoeveelheid die op Gemeenschapsniveau beschikbaar is, toegankelijk is.

AFDELING C

VERDELING IN VERHOUDING TOT DE AANGEVRAAGDE HOEVEELHEDEN

ARTIKEL 13

ê 520/94 (aangepast)

1. Wanneer de contingenten in verhouding tot de aangevraagde hoeveelheden worden verdeeld, delen de bevoegde instanties van de lidstaten de Commissie de gegevens mede van de aanvragen voor een vergunning die zij hebben ontvangen, binnen de termijnen en onder de voorwaarden die volgens de Ö in Õ artikel 22, lid 2, Ö bedoelde procedure Õ zijn vastgesteld.

ê 520/94

Deze mededelingen omvatten een opgave van het aantal aanvragers en van de hoeveelheden die in totaal zijn aangevraagd.

ê 520/94 (aangepast)

2. Binnen de volgens de Ö in Õ artikel 22, lid 2, Ö bedoelde procedure Õ vastgestelde termijn gaat de Commissie over tot een gelijktijdig onderzoek van de gegevens die de bevoegde instanties van de lidstaten hebben verstrekt en stelt zij de hoeveelheid van het contingent of van de tranches van het contingent vast waarvoor deze instanties in- of uitvoervergunningen moeten afgeven.

ê 520/94

3. Wanneer deze aanvragen tezamen betrekking hebben op een hoeveelheid die gelijk is aan of kleiner dan de contingenten, worden deze aanvragen volledig ingewilligd.

4. Wanneer deze aanvragen tezamen betrekking hebben op een hoeveelheid die groter is dan het contingent, worden deze aanvragen ingewilligd in verhouding tot de gevraagde hoeveelheid.

AFDELING D

HERVERDELING VAN HOEVEELHEDEN

ARTIKEL 14

1. De te herverdelen hoeveelheden worden door de Commissie vastgesteld aan de hand van de gegevens die de lidstaten op grond van artikel 20 hebben verstrekt.

ê 520/94 (aangepast)

2. Wanneer het contingent oorspronkelijk is verdeeld als in artikel Ö 12 Õ omschreven, worden de opnieuw toe te wijzen hoeveelheden door de Commissie onmiddellijk bij de eventueel nog beschikbare hoeveelheden gevoegd, of vormen zij het contingent indien dit reeds is uitgeput.

3. Wanneer het contingent oorspronkelijk op een andere wijze is verdeeld, worden de te herverdelen hoeveelheden volgens de in artikel 22, lid 2, Ö bedoelde Õ procedure toegewezen.

ê 520/94

In dit geval publiceert de Commissie in het Publicatieblad van de Europese Unie een aanvullend bericht van opening van een contingent.

HOOFDSTUK III

VOORSCHRIFTEN MET BETREKKING TOT IN- OF UITVOERVERGUNNINGEN

Artikel 15

1. Bij gebruikmaking van de in artikel 12 omschreven methode geven de lidstaten de vergunningen onmiddellijk af na verificatie van de hoeveelheid die op Gemeenschapsniveau beschikbaar is.

ê 520/94 (aangepast)

2. In de andere gevallen Ö geldt het volgende Õ:

a) de Commissie Ö stelt Õ de bevoegde instanties van de lidstaten binnen een volgens de Ö in Õ artikel 22, lid 2, Ö bedoelde procedure Õ vast te stellen termijn in kennis van de hoeveelheden waarvoor zij vergunningen aan de verschillende aanvragers kunnen toekennen. Zij deelt dit aan de andere lidstaten mede;

b) de bevoegde instanties van de lidstaten Ö geven Õ in- of uitvoervergunningen af binnen tien werkdagen na de kennisgeving van het besluit van de Commissie of binnen de door deze vastgestelde termijnen;

c) de Ö bevoegde Õ instanties Ö stellen Õ de Commissie in kennis van de afgifte van in- of uitvoervergunningen.

Artikel 16

De afgifte van vergunningen kan afhankelijk worden gesteld van het stellen van een zekerheid, volgens de in artikel 22, lid 2, Ö bedoelde Õ procedure.

ê 520/94

Artikel 17

1. De in- of uitvoervergunningen geven recht op de invoer of de uitvoer van de gecontingenteerde producten en zijn geldig in de gehele Gemeenschap, ongeacht de plaatsen van in- of uitvoer die de bedrijven in hun aanvragen hebben opgegeven.

In het geval dat een contingent beperkt is tot een of meerdere regio's in de Gemeenschap, zijn de in- of uitvoervergunningen slechts geldig in de lidstaat of lidstaten van de betrokken regio of regio's.

ê 520/94 (aangepast)

2. De geldigheidsduur van de door de bevoegde instanties van de lidstaten af te geven in- of uitvoervergunningen bedraagt vier maanden. Een andere geldigheidsduur kan echter volgens de in artikel 22, lid 2, Ö bedoelde Õ procedure worden vastgesteld.

3. De houders van in- of uitvoervergunningen kunnen, op verzoek, uittreksels van deze vergunningen verkrijgen bij de bevoegde Ö instanties Õ van de lidstaat die de vergunning hebben afgegeven.

ê 520/94

De uittreksels hebben dezelfde rechtsgevolgen als de vergunningen waaraan zij zijn ontleend, binnen de grenzen van de hoeveelheid waarvoor de vergunningen zijn afgegeven.

ê 520/94 (aangepast)

4. De aanvragen om in- of uitvoervergunningen, de vergunningen of de uittreksels daarvan worden gesteld op formulieren waarvan het model volgens de in artikel 22, lid 2, Ö bedoelde Õ procedure wordt vastgesteld.

Artikel 18

Onverminderd de bijzondere bepalingen die volgens de in artikel 22, lid 2, Ö bedoelde Õ procedure worden vastgesteld, kunnen de in- of uitvoervergunningen of de uittreksels daarvan die op naam van de vergunninghouder zijn gesteld, niet worden uitgeleend of overgedragen, noch tegen betaling noch kosteloos.

ê 520/94

Artikel 19

1. De in- of uitvoervergunningen en uittreksels daarvan moeten, behoudens overmacht, binnen tien werkdagen na afloop van de geldigheidstermijn worden ingeleverd bij de bevoegde instantie van de lidstaat die deze heeft afgegeven.

2. Indien de in- of uitvoervergunning tegen het stellen van een zekerheid is afgegeven, wordt deze ingevorderd wanneer de in lid 1 bedoelde termijn niet in acht wordt genomen, behoudens overmacht.

Artikel 20

Zodra zij daarvan kennis hebben genomen en binnen twintig werkdagen na afloop van de geldigheidsduur van de vergunningen, delen de bevoegde instanties van de lidstaten de Commissie mede welke hoeveelheden van de toegewezen contingenten niet zijn gebruikt zodat deze overeenkomstig artikel 2, lid 5, kunnen worden herverdeeld.

Artikel 21

De bevoegde instanties van de lidstaten stellen de Commissie vóór het einde van elke maand in kennis van de hoeveelheden onder een contingent vallende producten die tijdens de voorafgaande maand zijn in- of uitgevoerd.

HOOFDSTUK IV

SLOTBEPALINGEN

ê 806/2003 art. 2 en bijlage II, punt 11

Artikel 22

1. De Commissie wordt bijgestaan door een comité.

ê 806/2003 art. 2 en bijlage II, punt 11 (aangepast)

2. Wanneer naar dit Ö lid Õ wordt verwezen, zijn de artikelen 4 en 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing.

ê 806/2003 art. 2 en bijlage II, punt 11

De in artikel 4, lid 3, van Besluit 1999/468/EG bedoelde termijn wordt vastgesteld op één maand.

3. Het comité stelt zijn reglement van orde vast.

ê 520/94 (aangepast)

Artikel 23

De Ö toepassingsbepalingen Õ van deze verordening worden volgens de in artikel 22, lid 2, Ö bedoelde Õ procedure vastgesteld. Deze bepalingen hebben met name betrekking op de wijze van verdeling van de contingenten, de mededeling van gegevens door de bevoegde instanties van de lidstaten en de maatregelen tot handhaving van de bepalingen van deze verordening.

ê 520/94

Artikel 24

1. De inlichtingen die de Raad, de Commissie of de lidstaten bij de toepassing van deze verordening ontvangen, kunnen alleen worden gebruikt voor het doel waarvoor zij werden gevraagd.

2. De Raad, de Commissie en de lidstaten, alsook hun functionarissen, zorgen ervoor dat inlichtingen die om gegronde redenen als vertrouwelijk zijn verstrekt, niet worden verspreid, behoudens uitdrukkelijke toestemming van de partij die ze heeft verstrekt.

3. Dit artikel vormt geen beletsel voor de verspreiding, door de communautaire instanties, van algemene inlichtingen, met name de motivering van de besluiten die uit hoofde van deze verordening zijn genomen, noch voor de verspreiding van bewijsmateriaal dat zij eventueel in gerechtelijke procedures gebruiken ter ondersteuning van hun argumenten. Bij een dergelijke verspreiding moet rekening worden gehouden met het gewettigde belang van de betrokkenen dat hun zakengeheimen niet bekend worden gemaakt.

ê 520/94 (aangepast)

Artikel 25

De lidstaten en de Commissie verstrekken elkaar de nodige inlichtingen en werken samen bij de toepassing van deze verordening. De wijze waarop zij elkaar inlichten en de medegedeelde gegevens verspreiden worden zo nodig volgens de Ö in Õ artikel 22, lid 2, Ö bedoelde procedure Õ vastgesteld.

ê

Artikel 26

Verordening (EG) nr. 520/94 wordt ingetrokken.

Verwijzingen naar de ingetrokken verordening gelden als verwijzingen naar de onderhavige verordening en worden gelezen volgens de concordantietabel in bijlage II.

ê 520/94 (aangepast)

Artikel 27

Deze verordening treedt in werking op de Ö twintigste Õ dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie .

ê 520/94

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, […]

Voor de Raad

De Voorzitter

[…]

é

BIJLAGE I

Ingetrokken verordening met overzicht van de achtereenvolgende wijzigingen ervan

Verordening (EG) nr. 520/94 van de Raad (PB L 66 van 10.3.1994, blz. 1) |

Verordening (EG) nr. 138/96 van de Raad (PB L 21 van 27.1.1996, blz. 6) |

Verordening (EG) nr. 806/2003 van de Raad (PB L 122 van 16.5.2003, blz. 1) | Uitsluitend bijlage II, punt 11 |

_____________

BIJLAGE II

Concordantietabel

Verordening (EG) nr. 520/94 | De onderhavige verordening |

Artikelen 1 tot en met 5 | Artikelen 1 tot en met 5 |

Artikel 6, leden 1, 2 en 3 | Artikel 6, leden 1, 2 en 3 |

Artikel 6, lid 4 | _ |

Artikel 6, lid 5 | Artikel 6, lid 4 |

Artikelen 7 en 8 | Artikelen 7 en 8 |

Artikel 9, aanhef | Artikel 9, aanhef |

Artikel 9, eerste, tweede en derde streepje | Artikel 9, onder a), b) en c) |

Artikelen 10 tot en met 14 | Artikelen 10 tot en met 14 |

Artikel 15, lid 1 | Artikel 15, lid 1 |

Artikel 15, lid 2, aanhef | Artikel 15, lid 2, aanhef |

Artikel 15, lid 2, eerste, tweede en derde streepje | Artikel 15, lid 2, onder a), b) en c) |

Artikelen 16 tot en met 21 | Artikelen 16 tot en met 21 |

Artikel 22, lid 1 | Artikel 22, lid 1 |

Artikel 22, lid 2 | Artikel 22, lid 3 |

Artikel 23, eerste alinea | Artikel 22, lid 2, eerste alinea |

Artikel 23, tweede alinea | Artikel 22, lid 2, tweede alinea |

Artikel 24 | Artikel 23 |

Artikel 25 | Artikel 24 |

Artikel 26 | Artikel 25 |

Artikel 27 | _ |

_ | Artikel 26 |

.

Artikel 28 | Artikel 27 |

_ | Bijlage I |

_ | Bijlage II |

_____________

[1] COM(87) 868 PV.

[2] Zie bijlage 3 bij deel A van die conclusies.

[3] Uitgevoerd overeenkomstig de mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad: Codificatie van het acquis communautaire, COM(2001) 645 definitief.

[4] Zie bijlage I bij dit voorstel.

[5] PB C […] van […], blz. […].

[6] PB C […] van […], blz. […].

[7] PB L 66 van 10.3.1994, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 806/2003 (PB L 122 van 16.5.2003, blz. 1).

[8] Zie bijlage I.

[9] PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23. Besluit gewijzigd bij Besluit 2006/512/EG (PB L 200 van 22.7.2006, blz. 11).

Top