This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52007PC0428
Amended proposal for a Council Regulation on the conclusion of the Fisheries Partnership Agreement between the European Community and the Republic of Madagascar
Gewijzigd voorstel voor een verordening van de Raad betreffende de sluiting van een partnerschapsovereenkomst in de visserijsector tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Madagaskar
Gewijzigd voorstel voor een verordening van de Raad betreffende de sluiting van een partnerschapsovereenkomst in de visserijsector tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Madagaskar
/* COM/2007/0428 def. - CNS 2007/0006 */
Gewijzigd voorstel voor een verordening van de Raad betreffende de sluiting van een partnerschapsovereenkomst in de visserijsector tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Madagaskar /* COM/2007/0428 def. - CNS 2007/0006 */
NL Brussel, 19.7.2007 COM(2007) 428 definitief 2007/0006 (CNS) Gewijzigd voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD betreffende de sluiting van een partnerschapsovereenkomst in de visserijsector tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Madagaskar (door de Commissie ingediend) TOELICHTING De Gemeenschap en de Republiek Madagaskar hebben onderhandeld over een partnerschapsovereenkomst in de visserijsector waarbij aan vissers uit de Gemeenschap vangstmogelijkheden worden toegekend in de visserijzone van Madagaskar, en hebben deze overeenkomst op 21 juni 2006 geparafeerd. De partnerschapsovereenkomst, vergezeld van een protocol en een bijlage, heeft vanaf de inwerkingtreding een looptijd van zes jaar en kan worden verlengd. De op 28 januari 1986 in werking getreden Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Madagaskar inzake de visserij voor de kust van Madagaskar wordt vanaf de dag van inwerkingtreding van de onderhavige overeenkomst ingetrokken en door haar vervangen. Op 25 januari 2007 heeft de Commissie haar goedkeuring gehecht aan een voorstel voor een verordening van de Raad betreffende de sluiting van een partnerschapsovereenkomst in de visserijsector tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Madagaskar. Het was evenwel nodig opnieuw te onderhandelen over het protocol en de bijlage met de technische en financiële voorwaarden voor de visserijactiviteiten van de vaartuigen van de Europese Gemeenschap, en dit protocol en deze bijlage te wijzigen en op 16 maart 2007 opnieuw te paraferen teneinde rekening te houden met de aanvragen voor extra vangstmogelijkheden voor beugschepen; de referentietonnage en de financiële tegenprestatie werden dienovereenkomstig aangepast. Deze aanvragen om extra vangstmogelijkheden vloeien voort uit gezamenlijke verklaring nr. 10529/06 van de Raad en de Commissie tot wijziging van Verordening (EG) nr. 639/2004 van de Raad, waarbij op grond van artikel 299 van het Verdrag aan de ultraperifere gebieden wordt toegestaan het stelsel van overheidssteun voor de vernieuwing van hun vloot te verlengen. Deze aanvragen voor extra vangstmogelijkheden stroken ook met de aanbevelingen van de Commissie voor de tonijnvisserij in de Indische Oceaan (IOTC), waarbij de eilandstaten en de ontwikkelingslanden worden gemachtigd een ontwikkelingsplan voor hun vloot in te dienen. Een gewijzigd voorstel voor een verordening van de Raad betreffende de sluiting van een partnerschapsovereenkomst in de visserijsector tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Madagaskar is dus noodzakelijk om rekening te houden met de wijzigingen die zijn aangebracht in het op 16 maart 2007 geparafeerde protocol. Dit protocol en de bijbehorende bijlage zijn gesloten voor een periode van zes jaar vanaf 1 januari 2007. In afwachting van de inwerkingtreding van de nieuwe overeenkomst treden het onderhavige protocol en de bijlage erbij in werking op de datum waarop de partijen elkaar de voltooiing van de in dit verband te volgen procedures melden. Zij zijn van toepassing met ingang van 1 januari 2007. Het hoofddoel van de nieuwe partnerschapsovereenkomst is het versterken van de samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Madagaskar met het oog op het instellen van een partnerschapskader voor de ontwikkeling van een duurzaam visserijbeleid en de redelijke exploitatie van de visbestanden in de visserijzone van Madagaskar, in het belang van beide partijen. Bij het bepalen van haar onderhandelingspositie heeft de Commissie zich onder meer gebaseerd op de resultaten van een evaluatie vooraf en een evaluatie achteraf door onafhankelijke deskundigen. De twee partijen verbinden zich tot het aangaan van een politieke dialoog over visserijaangelegenheden van wederzijds belang. Binnen de partnerschapsovereenkomst kunnen beide partijen via de bestaande prioriteiten van het nationale visserijbeleid in Madagaskar gemeenschappelijk overeenstemming bereiken over de te halen doelstellingen en de daarmee samenhangende jaarlijkse en meerjarige programmering, met het doel te zorgen voor een duurzaam en verantwoord beheer van de sector. In de partnerschapsovereenkomst is ook bepaald dat de economische, wetenschappelijke en technische samenwerking in de visserijsector en de aanverwante sectoren wordt bevorderd. De financiële tegenprestatie als gewijzigd in het op 16 maart 2007 geparafeerde protocol is vastgesteld op 1 197 000 euro per jaar voor een referentiehoeveelheid van 13 300 ton. Van deze financiële tegenprestatie moet 80 % worden gebruikt voor jaarlijkse financiële steun voor de ontwikkeling en de tenuitvoerlegging van het sectorale visserijbeleid in Madagaskar met het oog op een duurzame en verantwoorde visserij. Die financiële ondersteuning is gebaseerd op de vorengenoemde jaarlijkse en meerjarige programmering. In het op 16 maart 2007 gewijzigde protocol zijn de volgende vangstmogelijkheden vastgesteld: 1) voor de categorie visserij door “vriesschepen voor de tonijnvisserij met de zegen”: 43 vaartuigen; 2) voor de categorie visserij door “vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug van meer dan 100 BT”: 50 vaartuigen; 3) voor de categorie visserij door “vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug van 100 BT of minder”: 26 vaartuigen. In de overeenkomst zijn de volgende vangstmogelijkheden vastgesteld: 1) voor de tonijnvisserij met de zegen: 44 vaartuigen; 2) voor de tonijnvisserij met de drijvende beug: 44 vaartuigen. Daarnaast mogen 5 vaartuigen gedurende twee perioden van 6 maanden de experimentele visserij met de beug of de grondbeug voor demersale soorten beoefenen. De rechten van de reders zijn vastgesteld voor elke categorie en zouden Madagaskar in totaal een jaarlijks extra inkomen kunnen opleveren van ongeveer 465 000 euro per jaar (voor een referentiehoeveelheid van 13 300 ton). Op basis hiervan stelt de Commissie de Raad voor de sluiting van deze partnerschapsovereenkomst in de visserijsector tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Madagaskar bij verordening goed te keuren. 2007/0006 (CNS) Gewijzigd voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD betreffende de sluiting van een partnerschapsovereenkomst in de visserijsector tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Madagaskar DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 37, juncto artikel 300, lid 2 en lid 3, eerste alinea, Gezien het voorstel van de Commissie, Gezien het advies van het Europees Parlement, Overwegende hetgeen volgt: (1) De Gemeenschap en de Republiek Madagaskar hebben onderhandeld over een partnerschapsovereenkomst in de visserijsector waarbij aan communautaire vissers vangstmogelijkheden worden toegekend in de wateren die onder de soevereiniteit van de Republiek Madagaskar vallen, en hebben deze overeenkomst geparafeerd. (2) Het is in het belang van de Gemeenschap deze overeenkomst goed te keuren. (3) Bepaald moet worden hoe de vangstmogelijkheden over de lidstaten moeten worden verdeeld, HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD: Artikel 1 De Partnerschapsovereenkomst in de visserijsector tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Madagaskar wordt namens de Gemeenschap goedgekeurd. De tekst van de overeenkomst is aan deze verordening gehecht. Artikel 2 De in het protocol bij de overeenkomst vastgestelde vangstmogelijkheden worden als volgt over de lidstaten verdeeld: Type visserij | Vaartuigtype | Lidstaat | Vergunningen of quota | Tonijnvisserij | Vriesschepen voor de tonijnvisserij met de zegen | Spanje | 23 | | | Frankrijk | 19 | | | Italië | 1 | Tonijnvisserij | Vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug van meer dan 100 BT | Spanje | 25 | | | Frankrijk | 13 | | | Portugal | 7 | | | Verenigd Koninkrijk | 5 | Tonijnvisserij | Vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug van 100 BT of minder | Frankrijk | 26 | Demersale visserij | Experimentele visserij met de beug of de grondbeug | Frankrijk | 5 | Indien met de door deze lidstaten ingediende vergunningaanvragen niet alle in het protocol vastgestelde vangstmogelijkheden worden benut, kan de Commissie vergunningaanvragen van andere lidstaten in aanmerking nemen. Artikel 3 De lidstaten waarvan de vaartuigen in het kader van deze overeenkomst vissen, melden de in de visserijzone van Madagaskar gevangen hoeveelheden van elk bestand aan de Commissie overeenkomstig het bepaalde in Verordening (EG) nr. 500/2001 van de Commissie van 14 maart 2001 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EEG) nr. 2847/93 van de Raad wat betreft de controle op de vangsten van de communautaire vissersvaartuigen in de wateren van derde landen en in volle zee [1]. Artikel 4 Deze verordening treedt in werking op de zevende dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie. Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat. Gedaan te Brussel, Voor de Raad De voorzitter Partnerschapsovereenkomst in de visserijsector tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Madagaskar DE REPUBLIEK Madagaskar, hierna “Madagaskar” genoemd, en DE EUROPESE GEMEENSCHAP, hierna “de Gemeenschap” genoemd, hierna als “de partijen” aangeduid, GELET OP de nauwe samenwerking tussen de Gemeenschap en Madagaskar, met name in het kader van de overeenkomst van Cotonou, en op de wens van beide partijen deze betrekkingen te intensiveren; GELET OP de wens van beide partijen om de verantwoorde exploitatie van de visbestanden via samenwerking te bevorderen; REKENING HOUDEND MET de bepalingen van het Zeerechtverdrag van de Verenigde Naties; VASTBESLOTEN om de beslissingen en aanbevelingen uit te voeren van de Internationale Commissie voor de tonijnvisserij in de Indische Oceaan, hierna de "IOTC" genoemd; ZICH BEWUST van het belang van de beginselen die zijn vastgelegd in de in 1995 tijdens de conferentie van de FAO goedgekeurde Gedragscode voor een verantwoorde visserij; VASTBERADEN om in hun beider belang samen te werken aan de invoering van een verantwoorde visserij ter waarborging van de instandhouding op lange termijn en de duurzame exploitatie van de mariene biologische rijkdommen; ERVAN OVERTUIGD DAT deze samenwerking de vorm moet aannemen van al dan niet gezamenlijke initiatieven en maatregelen die elkaar aanvullen, met het beleid in overeenstemming zijn en op een synergetische manier worden uitgevoerd; VASTBESLOTEN daartoe een dialoog op gang te brengen over het door de regering van Madagaskar vastgestelde sectorale visserijbeleid, passende middelen te kiezen om een doeltreffende tenuitvoerlegging van dit beleid en de noodzakelijke decentralisering van de dialoog tussen de technische diensten enerzijds en het maatschappelijk middenveld en de economische marktdeelnemers anderzijds te garanderen; VERLANGENDE voorwaarden en voorschriften vast te stellen met betrekking tot de visserijactiviteiten van communautaire vaartuigen die actief zijn in de wateren van Madagaskar en met betrekking tot de steun die de Gemeenschap verleent voor de invoering van een verantwoorde visserij in die wateren; VASTBERADEN te streven naar een nog nauwere economische samenwerking op visserijgebied en in de daarvan afhankelijke sectoren door de totstandbrenging en ontwikkeling van joint ventures met ondernemingen van beide partijen, ZIJN HET VOLGENDE OVEREENGEKOMEN: Artikel 1 - Voorwerp Bij deze overeenkomst worden de beginselen, regels en procedures vastgesteld inzake: – de economische, financiële, technische en wetenschappelijke samenwerking op het gebied van de visserij, die tot doel heeft om, ter bevordering van de instandhouding en de duurzame exploitatie van de visbestanden, een verantwoorde visserij in de visserijzones van Madagaskar in te voeren en de visserijsector van Madagaskar te ontwikkelen; – de voorwaarden voor de toegang van de communautaire vissersvaartuigen tot de visserijzones van Madagaskar; – de samenwerking betreffende de regelingen voor het toezicht op de visserij in de visserijzones van Madagaskar die tot doel hebben de bovengenoemde voorschriften te handhaven, de doeltreffendheid van de maatregelen op het gebied van instandhouding en beheer van de visbestanden te verzekeren en illegale, niet-aangegeven en niet-gereglementeerde visvangst te bestrijden; – de partnerschappen tussen bedrijven met het oog op de wederzijds bevorderlijke ontwikkeling van de economische activiteiten in de visserijsector en van daarmee verband houdende activiteiten. Artikel 2 - Definities Voor de toepassing van deze overeenkomst wordt verstaan onder: a) "autoriteiten van Madagaskar", de regering van Madagaskar, vertegenwoordigd door haar ministerie van Visserij; b) “autoriteiten van de Gemeenschap”, de Europese Commissie; c) "visserijzone van Madagaskar", de wateren waarover Madagaskar op visserijgebied de soevereiniteit of de jurisdictie heeft; d) “vissersvaartuig”: elk vaartuig dat is uitgerust voor de commerciële exploitatie van levende aquatische hulpbronnen; e) "ondersteuningsvaartuig", vaartuigen ter ondersteuning van vissersvaartuigen bij de installatie en de controle van visaantrekkende constructies; f) “communautair vaartuig”: een vissersvaartuig dat de vlag van een lidstaat van de Gemeenschap voert en in de Gemeenschap is geregistreerd; g) “gemengde commissie”: een commissie van vertegenwoordigers van de Gemeenschap en Madagaskar als omschreven in artikel 9 van deze overeenkomst; h) “overlading”: het overbrengen, op zee of op de rede, van alle vis aan boord van een vissersvaartuig of een gedeelte daarvan, naar een ander vissersvaartuig; i) “abnormale omstandigheden”, andere omstandigheden dan natuurverschijnselen, die aan de redelijke controle van een van de partijen ontsnappen en de uitoefening van de visserijactiviteiten in de wateren van Madagaskar verhinderen. j) "ACS-zeelieden", elke zeeman uit een niet-Europees land dat de Overeenkomst van Cotonou heeft ondertekend. In die zin is een Malagassische zeeman een ACS-zeeman. Artikel 3 - Beginselen en doelstellingen van deze overeenkomst 1 De partijen verbinden zich tot het bevorderen van een verantwoorde visserij in de visserijzones van Madagaskar, zonder onderscheid te maken tussen de verschillende vloten die in die wateren actief zijn en zonder afbreuk te doen aan de overeenkomsten tussen ontwikkelingslanden van één bepaald geografisch gebied, met inbegrip van wederzijdse visserijovereenkomsten. 2 De partijen werken samen aan de tenuitvoerlegging van een door de regering van Madagaskar vastgesteld sectoraal visserijbeleid en gaan daartoe een politieke dialoog aan over de hervormingen die in dat verband vereist zijn. Zij plegen vooraf onderling overleg met het oog op de vaststelling van eventuele maatregelen op dit gebied. 3 De partijen werken ook samen aan gezamenlijke en individuele evaluaties voor, tijdens en na maatregelen, programma’s en acties die worden uitgevoerd op grond van deze overeenkomst. 4 De partijen verbinden zich ertoe deze overeenkomst uit te voeren volgens de beginselen van goed economisch en sociaal bestuur en daarbij rekening te houden met de toestand van de visbestanden. 5 Voor het werk dat ACS-zeelieden op communautaire vaartuigen verrichten, geldt de verklaring van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) over de fundamentele beginselen en rechten op het werk, die van rechtswege van toepassing is op de overeenkomstige contracten en algemene arbeidsvoorwaarden. Het gaat daarbij met name om de vrijheid van vereniging, de effectieve erkenning van het recht op collectieve onderhandeling van werknemers en de bestrijding van discriminatie op het gebied van werk en beroep. Artikel 4 - Wetenschappelijke samenwerking 1 Zolang de overeenkomst van kracht is, doen de Gemeenschap en Madagaskar het nodige om de toestand van de mariene rijkdommen in de visserijzone van Madagaskar te volgen. 2 De twee partijen plegen, op basis van de aanbevelingen en de resoluties van de Internationale Commissie voor de tonijnvisserij in de Indische Oceaan (IOTC) en het beste beschikbare wetenschappelijke advies, overleg in de in artikel 9 van deze overeenkomst bedoelde gemengde commissie om, eventueel na een wetenschappelijke vergadering en in onderlinge overeenstemming, maatregelen vast te stellen voor een duurzaam beheer van de door de communautaire vaartuigen beviste bestanden. 3 De partijen verbinden zich ertoe om, hetzij rechtstreeks, inclusief op subregionaal niveau, hetzij in het kader van bevoegde internationale organisaties, het beheer en de instandhouding van de biologische rijkdommen in de Indische Oceaan te coördineren en het desbetreffende wetenschappelijke onderzoek te vergemakkelijken. Artikel 5 - Toegang van communautaire vaartuigen tot de visgronden in de wateren van Madagaskar 1 Madagaskar verbindt zich ertoe communautaire vaartuigen in zijn visserijzone te laten vissen overeenkomstig de bepalingen van deze overeenkomst en van het aan de overeenkomst gehechte protocol en de daarbij horende bijlage. 2 De visserijactiviteiten waarop deze overeenkomst betrekking heeft, moeten worden uitgevoerd overeenkomstig de in Madagaskar geldende wetten en voorschriften. De autoriteiten van Madagaskar stellen de Gemeenschap in kennis van elke wijziging in voornoemde wetgeving. 3 Madagaskar verbindt zich ertoe al het nodige te doen voor de doeltreffende toepassing van de in het protocol opgenomen bepalingen inzake visserijtoezicht. De communautaire vaartuigen werken samen met de voor de uitvoering van dit toezicht bevoegde autoriteiten van Madagaskar. 4 De Gemeenschap verbindt zich ertoe al het nodige te doen om ervoor te zorgen dat haar vaartuigen de bepalingen van deze overeenkomst en de wetgeving inzake de uitoefening van de visserij in de wateren onder de jurisdictie van Madagaskar in acht nemen. Artikel 6 - Vergunningen 1 De communautaire vaartuigen mogen slechts visserijactiviteiten in de visserijzone van Madagaskar uitoefenen indien zij in het bezit zijn van een door Madagaskar in het kader van deze overeenkomst en het protocol daarbij afgegeven geldige visvergunning. 2 De procedure voor het verkrijgen van een visvergunning voor een vaartuig, de geldende bedragen en de wijze van betaling door de reder zijn vermeld in de bijlage bij het protocol. Artikel 7 - Financiële tegenprestatie 1 De Gemeenschap betaalt Madagaskar een financiële tegenprestatie overeenkomstig de in het protocol en de bijlagen vastgestelde voorwaarden en regelingen. Deze financiële tegenprestatie wordt berekend op basis van twee gegevens, namelijk: a) de toegang van communautaire vaartuigen tot de wateren en de visbestanden van Madagaskar, en b) de financiële steun van Gemeenschap ter bevordering van een verantwoorde visserij en een duurzame exploitatie van de visbestanden in de wateren van Madagaskar. 2 Het in lid 1, onder b), hierboven bedoelde gedeelte van de financiële tegenprestatie wordt berekend op basis van doelstellingen die de twee partijen in onderlinge overeenstemming en overeenkomstig het protocol vaststellen voor het door de regering van Madagaskar omschreven sectorale visserijbeleid en op basis van de desbetreffende jaarlijkse en meerjarige programmering van de uitvoering. 3 De financiële tegenprestatie van de Gemeenschap wordt ieder jaar betaald overeenkomstig de bepalingen van het protocol en onverminderd de bepalingen van deze overeenkomst en van het protocol inzake eventuele wijzigingen van het bedrag van de tegenprestatie op grond van: a) abnormale omstandigheden; b) een verlaging van de vangstmogelijkheden voor communautaire vaartuigen die in onderlinge overeenstemming wordt vastgesteld met het oog op de toepassing van maatregelen voor het beheer van de betrokken bestanden die op basis van het beste beschikbare wetenschappelijke advies nodig worden geacht voor de instandhouding en de duurzame exploitatie van de mariene rijkdommen; c) een verhoging van de vangstmogelijkheden voor communautaire vaartuigen die in onderlinge overeenstemming door de partijen wordt vastgesteld voor zover dit gezien de toestand van de betrokken bestanden volgens het beste beschikbare wetenschappelijke advies mogelijk is; d) een herziening van de voorwaarden voor de financiële steun voor de tenuitvoerlegging van het sectorale visserijbeleid van Madagaskar, voor zover dit gerechtvaardigd is op grond van de door de partijen geconstateerde resultaten van de jaarlijkse en meerjarige programmering; e) de opzegging van deze overeenkomst overeenkomstig het bepaalde in artikel 13; f) de schorsing van de toepassing van deze overeenkomst overeenkomstig het bepaalde in artikel 12. Artikel 8 - Bevordering van de samenwerking tussen de economische actoren en in het maatschappelijk middenveld 1 De partijen bevorderen economische, wetenschappelijke en technische samenwerking in de visserijsector en verwante sectoren. Zij plegen onderling overleg om de verschillende maatregelen die hiertoe kunnen worden genomen, te coördineren. 2 De partijen verbinden zich ertoe de uitwisseling van informatie over vistechnieken, vistuig, instandhoudingsmethoden en procédés voor de industriële verwerking van visserijproducten te bevorderen. 3 De partijen spannen zich in voor het creëren van de voorwaarden om de betrekkingen tussen de bedrijven van de partijen op technisch, economisch en commercieel gebied te bevorderen via de totstandbrenging van een voor ondernemingen en investeerders gunstig klimaat. 4 De partijen stimuleren met name de oprichting van joint ventures die gericht zijn op het wederzijdse belang, met voortdurende inachtneming van de vigerende Malagassische en communautaire wetgeving. Artikel 9 - Gemengde commissie 1 Er wordt een gemengde commissie opgericht die wordt belast met het toezicht op de toepassing van deze overeenkomst. De gemengde commissie moet: a) toezicht uitoefenen op de uitvoering, interpretatie en toepassing van de overeenkomst en met name op de vaststelling en beoordeling van de uitvoering van de in artikel 7, lid 2, bedoelde jaarlijkse en meerjarige programmering; b) optreden als contactorgaan voor vraagstukken van gemeenschappelijk belang op visserijgebied; c) fungeren als forum voor de minnelijke schikking van geschillen over de interpretatie of toepassing van de overeenkomst; d) indien nodig de vangstmogelijkheden herzien, en naar aanleiding daarvan de financiële tegenprestatie; e) elke andere taak vervullen die beide partijen haar in onderlinge overeenstemming opleggen. 2 De gemengde commissie komt minstens éénmaal per jaar bijeen, afwisselend in Madagaskar en in de Gemeenschap, en wordt voorgezeten door de partij die de vergadering organiseert. Op verzoek van één van beide partijen wordt een buitengewone vergadering belegd. Artikel 10 - Geografisch toepassingsgebied Deze overeenkomst is van toepassing, enerzijds, op de gebieden waar het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap van toepassing is en onder de in dat Verdrag gestelde voorwaarden, en, anderzijds, op het grondgebied van Madagaskar. Artikel 11 - Looptijd Deze overeenkomst is geldig voor een periode van zes jaar vanaf de datum van inwerkingtreding; zij wordt stilzwijgend verlengd voor telkens een periode van zes jaar, tenzij zij overeenkomstig artikel 13 wordt opgezegd. Artikel 12 – Schorsing 1 De toepassing van deze overeenkomst kan op initiatief van een partij worden geschorst wanneer tussen de partijen een ernstige onenigheid bestaat over de toepassing van de bepalingen van de overeenkomst. De toepassing kan pas worden geschorst indien de betrokken partij haar voornemen hiertoe schriftelijk en ten minste drie maanden vóór de datum van inwerkingtreding van de schorsing meldt. Na ontvangst van deze kennisgeving plegen de partijen overleg met het oog op de minnelijke schikking van hun geschil. 2 De in artikel 7 bedoelde financiële bijdrage wordt voor de duur van de schorsing evenredig verlaagd pro rata temporis. Artikel 13 - Opzegging 1 Deze overeenkomst kan door elke partij wegens abnormale gebeurtenissen worden opgezegd, bijvoorbeeld wanneer de toestand van de betrokken visbestanden verslechtert, wanneer wordt geconstateerd dat de aan communautaire vaartuigen toegestane vangstmogelijkheden slechts in beperkte mate worden benut of wanneer de door de partijen aangegane verbintenissen tot het bestrijden van illegale, niet-aangegeven en niet-gereglementeerde visvangst niet worden nagekomen. 2 De betrokken partij stelt de andere partij ten minste zes maanden voor het einde van de eerste periode of van iedere volgende periode schriftelijk in kennis van haar voornemen om de overeenkomst op te zeggen. 3 Na de in het vorige lid bedoelde kennisgeving treden beide partijen in onderhandeling. 4 De in artikel 7 bedoelde financiële tegenprestatie wordt evenredig verlaagd pro rata temporis voor het jaar waarin de opzegging in werking treedt. Artikel 14 - Protocol en bijlage Het protocol en de bijlage vormen een integrerend deel van deze overeenkomst. Artikel 15 Geldend nationaal recht De activiteiten van de communautaire vissersvaartuigen die in de wateren van Madagaskar actief zijn, ressorteren onder Malagassisch recht, behalve indien dat anders is bepaald in de overeenkomst of in dit protocol en de daarbij horende bijlage en aanhangsels. Artikel 16 - Intrekking De op 28 januari 1986 in werking getreden Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Democratische Republiek Madagaskar inzake de visserij voor de kust van Madagaskar wordt vanaf de dag van inwerkingtreding van de onderhavige overeenkomst ingetrokken en door haar vervangen. Artikel 17 - Inwerkingtreding Deze overeenkomst, opgesteld in twee exemplaren in de Deense, de Duitse, de Engelse, de Estse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Hongaarse, de Italiaanse, de Letse, de Litouwse, de Maltese, de Nederlandse, de Poolse, de Portugese, de Sloveense, de Slowaakse, de Spaanse, de Tsjechische en de Zweedse taal, zijnde alle teksten gelijkelijk authentiek, treedt in werking op de dag waarop de partijen elkaar schriftelijk ervan in kennis stellen dat hun daartoe vereiste respectieve interne procedures zijn afgewikkeld. Protocol tot vaststelling, voor de periode van 1 januari 2007 tot en met 31 december 2012, van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie, als bedoeld in de partnerschapsovereenkomst in de visserijsector tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Madagaskar inzake de visserij voor de kust van Madagaskar Artikel 1 Geldigheidsduur en vangstmogelijkheden 1. De krachtens artikel 5 van de Overeenkomst verleende vangstmogelijkheden worden voor een op 1 januari 2007 ingaande periode van zes jaar als volgt vastgesteld: – sterk migrerende soorten (in bijlage 1 bij het Zeerechtverdrag van de Verenigde Naties van 1982 vermelde soorten) · vriesschepen voor de tonijnvisserij met de zegen: 43 vaartuigen, · vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug van meer dan 100 BT: 50 vaartuigen [2], · vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug van 100 BT of minder: 26 vaartuigen, – demersale soorten: 5 vaartuigen voor de experimentele visserij met de beug of de grondbeug 2. Bovengenoemd lid 1 is van toepassing onder voorbehoud van het bepaalde in de artikelen 4 en 5 van dit protocol. 3. Vaartuigen die de vlag van een lidstaat van de Europese Gemeenschap voeren, mogen slechts visserijactiviteiten beoefenen in de visserijzone van Madagaskar indien zij in het bezit zijn van een door Madagaskar in het kader van dit protocol en overeenkomstig de bepalingen in de bijlage bij dit protocol afgegeven geldige visvergunning. Artikel 2 Financiële tegenprestatie - Betalingswijze 1. De in artikel 7 van de overeenkomst bedoelde financiële tegenprestatie bestaat voor de in artikel 1 bedoelde periode uit een bedrag van 864 500 euro per jaar enerzijds, dat overeenkomt met een referentiehoeveelheid van 13 300 ton per jaar, en een specifiek bedrag van 332 500 euro per jaar anderzijds, dat wordt uitgetrokken voor de ondersteuning en de uitvoering van het sectorale visserijbeleid van Madagaskar. Dit specifieke bedrag maakt integrerend deel uit van de in artikel 7 van de overeenkomst vastgestelde financiële tegenprestatie. 2. Bovengenoemd lid 1 is van toepassing onder voorbehoud van het bepaalde in de artikelen 4, 5, 6 en 7 van het onderhavige protocol. 3. Het in lid 1 genoemde bedrag (1 197 000 euro) wordt, zolang dit protocol van toepassing is, elk jaar door de Gemeenschap betaald. 4. Indien de totale vangst van de communautaire vaartuigen in de visserijzones van Madagaskar meer bedraagt dan de referentiehoeveelheid, wordt het bedrag van de jaarlijkse financiële tegenprestatie met 65 euro per extra gevangen ton verhoogd. De Gemeenschap mag jaarlijks evenwel niet meer betalen dan het dubbele van het in lid 3 vermelde bedrag (2 394 000 euro). Indien communautaire vaartuigen meer vangen dan de met het dubbele van het jaarlijkse totaalbedrag overeenstemmende hoeveelheid, wordt het voor de extra hoeveelheid verschuldigde bedrag het volgende jaar betaald. 5. De in lid 1 bedoelde financiële tegenprestatie wordt betaald op uiterlijk 31 december 2007 voor het eerste jaar en uiterlijk 28 februari 2008, 2009, 2010, 2011 en 2012 voor de volgende jaren. 6. Onder voorbehoud van het bepaalde in artikel 7 valt de beslissing over de bestemming van de tegenprestatie onder de exclusieve bevoegdheid van de autoriteiten van Madagaskar. 7. De financiële tegenprestatie wordt overgemaakt op een rekening van het ministerie van Financiën bij de Centrale Bank van Madagaskar. De gegevens van de rekening zijn: Agence Comptable Centrale du Trésor public bij de Banque Centrale de Madagascar Antaninarenina- Antananarivo- Madagascar - rekeningnummer: 213 101 000 125 TP EUR. Artikel 3 Samenwerking met het oog op een verantwoorde visserij - Wetenschappelijke samenwerking 1. Beide partijen verbinden zich hierbij tot het bevorderen van een verantwoorde visserij in de wateren van Madagaskar zonder onderscheid te maken tussen de verschillende vloten die in die wateren aanwezig zijn. 2. Tijdens de duur van dit protocol doen de Gemeenschap en de autoriteiten van Madagaskar het nodige om de ontwikkeling van de toestand van de visbestanden in de visserijzone van Madagaskar te volgen. 3. Beide partijen verbinden zich ertoe de samenwerking op subregionaal niveau op het gebied van de verantwoorde visserij, en met name in het kader van de Commissie voor de tonijnvisserij in de Indische Oceaan (IOTC) en de Commissie voor de Indische Oceaan (IOC), te bevorderen. 4. Overeenkomstig artikel 4 van de overeenkomst plegen de partijen, op basis van de aanbevelingen en de resoluties van de Commissie voor de tonijnvisserij in de Indische Oceaan (IOTC) en het beste beschikbare wetenschappelijke advies, overleg in de in artikel 9 van de overeenkomst bedoelde gemengde commissie om, in voorkomend geval na een wetenschappelijke vergadering op subregionaal niveau, in onderlinge overeenstemming maatregelen vast te stellen voor een duurzaam beheer van de door de communautaire vaartuigen beviste bestanden. Artikel 4 Herziening van de vangstmogelijkheden in onderlinge overeenstemming 1. De in artikel 1 bedoelde vangstmogelijkheden kunnen in onderlinge overeenstemming worden verhoogd voor zover uit de conclusies van de in artikel 3, lid 4, bedoelde wetenschappelijke vergadering blijkt dat een dergelijke verhoging het duurzame beheer van de visbestanden van Madagaskar niet schaadt. De in artikel 2, lid 1, bedoelde financiële tegenprestatie wordt dan evenredig verhoogd pro rata temporis. Het totaalbedrag van de door de Europese Gemeenschap betaalde financiële tegenprestatie die betrekking heeft op de referentiehoeveelheid, mag evenwel niet meer bedragen dan het dubbele van het bedrag van de in artikel 2, lid 1, vastgestelde financiële tegenprestatie. Indien de communautaire vaartuigen jaarlijks meer vangen dan het dubbele van 13 300 ton (d.i. 26 600 ton), wordt het voor de extra hoeveelheid verschuldigde bedrag het volgende jaar betaald. 2. Wanneer de partijen daarentegen overeenstemming bereiken over de vaststelling van een verlaging van de in artikel 1 bedoelde vangstmogelijkheden, wordt de financiële tegenprestatie evenredig verlaagd pro rata temporis. 3. De verdeling van de vangstmogelijkheden tussen verschillende categorieën vaartuigen kan eveneens worden aangepast, mits de partijen hiertoe samen na overleg besluiten, en mits eventuele aanbevelingen van de in artikel 3, lid 4, bedoelde wetenschappelijke vergadering inzake het beheer van de bestanden die de gevolgen van die herverdeling zouden ondervinden, in acht worden genomen. De partijen spreken een overeenkomstige aanpassing van de financiële tegenprestatie af, indien de herverdeling van de vangstmogelijkheden dit rechtvaardigt. Artikel 5 Nieuwe vangstmogelijkheden en experimentele visserij 1. Indien communautaire vissersvaartuigen belangstelling hebben voor visserijactiviteiten die niet in artikel 1 zijn vermeld, raadpleegt de Gemeenschap Madagaskar met het oog op een eventuele vergunning voor die nieuwe activiteiten. In voorkomend geval spreken de partijen de voorwaarden voor deze nieuwe vangstmogelijkheden af en passen zij zo nodig het onderhavige protocol en de daarbij horende bijlage aan. 2. De partijen mogen experimentele visreizen uitvoeren in de visserijzones van Madagaskar, na advies van de in artikel 3, lid 4, bedoelde wetenschappelijke vergadering. Daartoe plegen zij overleg op verzoek van een van de partijen en bepalen per geval nieuwe bestanden, voorwaarden en andere relevante parameters. 3. Beide partijen beoefenen de experimentele visserijactiviteiten in overeenstemming met de in onderling overleg vastgestelde wetenschappelijke en administratieve parameters. Vergunningen voor experimentele visserij worden afgegeven voor maximaal twee proefperiodes van zes maanden te rekenen vanaf een door beide partijen in onderling overleg vastgestelde datum. 4. Wanneer de partijen vaststellen dat de experimentele visreizen positieve resultaten hebben opgeleverd en de ecosystemen zijn beschermd en de mariene biologische rijkdommen in stand zijn gehouden, kunnen volgens de in artikel 4 van het onderhavige protocol bedoelde overlegprocedure nieuwe vangstmogelijkheden worden toegekend aan communautaire vaartuigen, zulks tot het verstrijken van het protocol en naargelang van de toegestane visserijinspanning. Daarbij wordt de financiële tegenprestatie dienovereenkomstig verhoogd. Artikel 6 Schorsing en herziening van de betaling van de financiële tegenprestatie in abnormale omstandigheden 1. Indien abnormale omstandigheden, met uitzondering van natuurverschijnselen, de visserij in de exclusieve economische zone (EEZ) van Madagaskar onmogelijk maken, kan de betaling van de in artikel 2, lid 1, vastgestelde financiële tegenprestatie door de Europese Gemeenschap worden geschorst. Het besluit tot schorsing wordt, na overleg tussen beide partijen, genomen binnen twee maanden volgend op het verzoek van een van beide partijen, en op voorwaarde dat de Europese Gemeenschap op het moment van de schorsing alle verschuldigde bedragen heeft betaald. 2. De betaling van de financiële tegenprestatie wordt hervat zodra de partijen na overleg in onderlinge overeenstemming constateren dat de omstandigheden die aan de basis van de stopzetting van de visserijactiviteiten lagen, verdwenen zijn en/of dat de situatie zodanig is, dat er weer gevist kan worden. 3. De samen met de betaling van de financiële tegenprestatie geschorste geldigheid van de aan communautaire vaartuigen verleende vergunningen wordt verlengd voor een periode gelijk aan de duur van de schorsing van de visserijactiviteiten. Artikel 7 Bevordering van een verantwoorde visserij in de wateren van Madagaskar 1. 80% van het in artikel 2 vastgestelde totaalbedrag van de financiële tegenprestatie en van de door de reders betaalde rechten wordt jaarlijks aangewend voor de ondersteuning en de uitvoering van initiatieven in het kader van het sectorale visserijbeleid van de regering van Madagaskar. Madagaskar beheert het overeenkomstige bedrag op basis van de doelstellingen die door de twee partijen in onderlinge overeenstemming en overeenkomstig de huidige, op een duurzaam en verantwoord beheer van de sector gerichte prioriteiten van het visserijbeleid van Madagaskar worden vastgesteld, en van de daarmee samenhangende jaarlijkse en meerjarige programmering overeenkomstig onderstaand lid 2. 2. Op voorstel van Madagaskar en met het oog op de tenuitvoerlegging van het bovenstaande lid, stellen de Gemeenschap en Madagaskar in de in artikel 9 van de overeenkomst bedoelde gemengde commissie uiterlijk drie maanden na de datum van inwerkingtreding van het onderhavige protocol een meerjarig sectoraal programma en de daarbij horende uitvoeringsbepalingen vast, waarin met name het volgende is bepaald: (a) de op meerjarige en jaarbasis vastgestelde richtsnoeren voor het gebruik van het in bovenstaand lid 1 genoemde deel van de financiële tegenprestatie en het gebruik van de specifieke bedragen voor de jaarlijkse initiatieven; (b) de doelstellingen die op meerjarige en jaarbasis moeten worden bereikt om op termijn tot de bevordering van een duurzame en verantwoorde visserij te komen, waarbij rekening wordt gehouden met de prioriteiten die Madagaskar heeft geformuleerd in het kader van het nationale visserijbeleid of van andere beleidslijnen die met de bevordering van een duurzame en verantwoorde visserij in verband staan of deze kunnen beïnvloeden; (c) de criteria en de procedures voor de jaarlijkse beoordeling van de resultaten. 3. Voorstellen tot wijziging van het meerjarige sectorale programma of van het gebruik van de specifieke bedragen voor de elk jaar uit te voeren initiatieven moeten door de twee partijen in de gemengde commissie worden goedgekeurd. 4. Elk jaar wijst Madagaskar het bedrag dat overeenkomt met het in lid 1 bedoelde percentage toe aan de tenuitvoerlegging van het meerjarig programma. Voor het eerste jaar van de geldigheidsduur van het protocol moet deze toewijzing aan de Gemeenschap worden meegedeeld wanneer het meerjarige sectorale programma in de gemengde commissie wordt goedgekeurd. Voor elk daaropvolgend jaar meldt Madagaskar de toewijzing op uiterlijk 1 september van het voorafgaande jaar aan de Gemeenschap. 5. Wanneer de jaarlijkse beoordeling van de resultaten van de uitvoering van het meerjarige sectorale programma dat rechtvaardigt, kan de Europese Gemeenschap een aanpassing vragen van het aan de ondersteuning en uitvoering van het sectorale visserijbeleid van Madagaskar bestede bedrag dat deel uitmaakt van de in artikel 2, lid 1, van dit protocol bedoelde financiële tegenprestatie om het daadwerkelijk voor de uitvoering van het programma toegewezen bedrag aan die resultaten aan te passen. Artikel 8 Geschillen - Schorsing van de toepassing van het protocol 1. De partijen moeten in de in artikel 9 van de overeenkomst bedoelde gemengde commissie, zo nodig in een bijzondere zitting ervan, overleg plegen over eventuele onderlinge geschillen inzake de interpretatie en de toepassing van de in dit protocol vastgestelde bepalingen. 2. Onverminderd artikel 9 kan de toepassing van het protocol op initiatief van een partij worden geschorst, wanneer het geschil tussen de twee partijen als ernstig wordt beschouwd en het overeenkomstig lid 1 in de gemengde commissie gevoerde overleg niet is uitgemond in een minnelijke schikking. 3. De toepassing van het protocol kan pas worden geschorst indien de betrokken partij haar voornemen hiertoe schriftelijk en ten minste drie maanden vóór de datum van inwerkingtreding van de schorsing meldt. 4. Bij schorsing blijven de partijen in onderling overleg streven naar een minnelijke schikking van het geschil. Zodra een minnelijke schikking is getroffen, wordt de toepassing van het protocol hervat en wordt het bedrag van de financiële tegenprestatie evenredig verlaagd pro rata temporis, naar gelang van de duur van de periode waarin de toepassing van het protocol is geschorst. Artikel 9 Schorsing van de toepassing van het protocol bij niet-betaling Onder voorbehoud van het bepaalde in artikel 6 kan, wanneer de Gemeenschap de in artikel 2 bedoelde betalingen niet verricht, de toepassing van dit protocol als volgt worden geschorst: a) De bevoegde autoriteiten van Madagaskar stellen de Europese Commissie in kennis van het feit dat de betaling niet heeft plaatsgevonden. De Commissie verricht de nodige controles en gaat zo nodig binnen 60 werkdagen, te rekenen vanaf de datum van ontvangst van de kennisgeving, over tot betaling; b) Indien binnen de in artikel 2, lid 5, gestelde termijn het verschuldigde bedrag niet is betaald of niet is gemotiveerd waarom dat niet is gebeurd, hebben de bevoegde autoriteiten van Madagaskar het recht om de toepassing van het protocol op te schorten. Zij stellen de Europese Commissie daarvan onverwijld in kennis. c) De toepassing van het protocol wordt hervat zodra het betrokken bedrag is betaald. Artikel 10 Geldend nationaal recht De activiteiten van de communautaire vissersvaartuigen die in de wateren van Madagaskar actief zijn, ressorteren onder Malagassisch recht, behalve indien dat anders is bepaald in de overeenkomst of in dit protocol en de daarbij horende bijlage en aanhangsels. Artikel 11 Intrekking De bijlage bij de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Madagaskar inzake de visserij voor de kust van Madagaskar wordt ingetrokken en vervangen door de bijlage bij dit protocol. Artikel 12 Inwerkingtreding 1. Het onderhavige protocol en de bijlage daarbij treden in werking op de datum waarop de partijen elkaar de voltooiing van de in dit verband te volgen procedures melden. 2. Zij zijn van toepassing met ingang van 1 januari 2007. BIJLAGE VOORWAARDEN VOOR DE UITOEFENING VAN DE VISSERIJ DOOR COMMUNAUTAIRE VAARTUIGEN IN DE VISSERIJZONE VAN MADAGASKAR Hoofdstuk I - Formaliteiten voor het aanvragen en het afgeven van de vergunningen Afdeling 1 Afgifte van de vergunningen 1. Alleen daarvoor in aanmerking komende vaartuigen kunnen een visvergunning krijgen voor de visserijzone van Madagaskar. 2. Een vaartuig komt slechts voor een vergunning in aanmerking als voor de reder, de kapitein en het vaartuig zelf geen verbod tot uitoefening van visserij in Madagaskar geldt. Tevens mogen zij bij Madagaskar geen verplichtingen hebben uitstaan uit hoofde van eerdere visserijactiviteiten in het kader van de met de Gemeenschap gesloten visserijovereenkomsten. 3. De bevoegde autoriteiten van de Gemeenschap dienen (langs elektronische weg) ten minste 15 werkdagen vóór het begin van de aangevraagde geldigheidsduur bij het voor visserij bevoegde ministerie van Madagaskar een aanvraag in voor elk vaartuig dat op grond van de overeenkomst wil vissen of de visserijactiviteit wil ondersteunen. 4. Voor het indienen van de aanvragen bij het voor visserij bevoegde ministerie wordt gebruik gemaakt van het formulier volgens het model in aanhangsel I. De autoriteiten van Madagaskar nemen alle nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat de in het kader van de vergunningsaanvraag ontvangen gegevens vertrouwelijk worden behandeld. Deze gegevens worden uitsluitend in het kader van de uitvoering van de visserijovereenkomst gebruikt. 5. Elke vergunningsaanvraag gaat vergezeld van de volgende documenten: – het bewijs van betaling van het forfaitaire voorschot voor de geldigheidsduur van de vergunning; – een door de vlaglidstaat voor eensluidend gewaarmerkte kopie van de meetbrief waarop in GT de tonnage van het vaartuig is vermeld; – een recente, gecertificeerde kleurenfoto met een zijaanzicht van het vaartuig. Deze foto moet minstens 15 x 10 cm groot zijn; – een kleurenfotokopie van de registratiemerktekens en roepnaammerktekens [3]. 6. Het bedrag van de visrechten wordt overgemaakt op de door de autoriteiten van Madagaskar opgegeven rekening als vermeld in artikel 2, lid 7, van het protocol. 7. De rechten omvatten alle nationale en lokale belastingen, met uitzondering van havenbelastingen en kosten voor dienstverlening. 8. De vergunningen voor alle vaartuigen worden uiterlijk 15 werkdagen na de datum van ontvangst van alle in punt 5 bedoelde documenten door het voor visserij bevoegde ministerie van Madagaskar afgegeven aan de reders of hun vertegenwoordigers, via de delegatie van de Europese Commissie in Madagaskar. 9. De vergunning wordt afgegeven op naam van een bepaald vaartuig en is niet overdraagbaar. 10. Wanneer wordt geconstateerd dat er sprake is van overmacht, kan de vergunning van een bepaald vaartuig op verzoek van de Europese Gemeenschap worden vervangen door een nieuwe vergunning op naam van een ander vaartuig van dezelfde in artikel 1 van het protocol bedoelde categorie als het te vervangen vaartuig, zonder dat hiervoor nieuwe visrechten moeten worden betaald. In dit geval worden de totale vangsten van beide vaartuigen in aanmerking genomen voor het bepalen van de eventueel door de Gemeenschap te verrichten aanvullende betalingen. 11. De reder van het te vervangen vaartuig of diens vertegenwoordiger zendt de geannuleerde vergunning via de delegatie van de Europese Commissie terug aan het voor visserij bevoegde ministerie van Madagaskar. 12. De nieuwe vergunning gaat in op de datum waarop de reder de geannuleerde vergunning heeft teruggezonden aan het voor visserij bevoegde ministerie van Madagaskar. De delegatie van de Europese Commissie in Madagaskar wordt van de vergunningsoverdracht in kennis gesteld. 13. De vergunning moet permanent aan boord worden bewaard. De Europese Gemeenschap houdt een ontwerp-lijst bij van vaartuigen waarvoor een visvergunning is afgegeven overeenkomstig de in dit protocol vastgestelde bepalingen. Deze ontwerp-lijst wordt meteen na de vaststelling ervan en vervolgens na elke bijwerking ervan aan de autoriteiten van Madagaskar meegedeeld. Vanaf de ontvangst van deze ontwerp-lijst alsmede de kennisgeving van de betaling van het voorschot die door de Europese Commissie aan de autoriteiten van de kuststaat is gezonden, wordt het vaartuig door de bevoegde autoriteit van Madagaskar ingeschreven op een lijst van visgerechtigde vaartuigen, die aan de met de visserijcontrole belaste autoriteiten wordt meegedeeld. In dat geval wordt in afwachting van de afgifte van de visvergunning aan de reder een gewaarmerkte kopie van die lijst gezonden en aan boord bewaard in plaats van de visvergunning. 14. De twee partijen komen overeen de invoering te bevorderen van een vergunningssysteem dat uitsluitend steunt op een elektronische uitwisseling van alle hierboven beschreven informatie en documentatie. De twee partijen komen overeen de snelle vervanging te bevorderen van de papieren vergunning door een elektronisch equivalent zoals de lijst van vaartuigen die in de visserijzone van Madagaskar mogen vissen. 15. De vergunningen voor ondersteuningsvaartuigen zijn niet onderworpen aan visrechten. Ondersteuningsvaartuigen moeten onder communautaire vlag varen of deel uitmaken van een communautaire onderneming. Afdeling 2 Vergunningsvoorwaarden - Visrechten en voorschotten 1. De vergunningen hebben een geldigheidsduur van een jaar. Zij kunnen worden vernieuwd. 2. Voor vaartuigen voor de tonijnvisserij met de zegen en voor vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug worden de visrechten vastgesteld op 35 euro per ton die in de visserijzone van Madagaskar wordt gevangen. 3. De vergunningen worden afgegeven na betaling van de volgende forfaitaire bedragen aan de bevoegde nationale autoriteiten: – 3920 euro per vaartuig voor de tonijnvisserij met de zegen, wat overeenkomt met de visrechten voor een vangst van 112 ton per jaar; – 3500 euro per vaartuig voor de visserij met de drijvende beug van meer dan 100 GT, wat overeenkomt met de visrechten voor een vangst van 100 ton per jaar ; – 1680 euro per vaartuig voor de visserij met de drijvende beug kleiner dan of gelijk aan 100 GT, wat overeenkomt met de visrechten voor een vangst van 48 ton per jaar ; – het bedrag van de vergunningen voor de demersale visserij zal later in het kader van de gemengde commissie worden vastgesteld na de proeffase. Tijdens de proeffase worden de vergunningen gratis afgegeven. 4. De lidstaten delen de Europese Commissie elk jaar uiterlijk op 15 juni de vangstgegevens, uitgedrukt in ton, over het voorgaande jaar mee, welke gegevens door de in onderstaand punt 5 bedoelde wetenschappelijke instellingen zijn bevestigd. 5. De definitieve afrekening van de rechten die voor een jaar n verschuldigd zijn, wordt uiterlijk op 31 juli van het jaar n+1 door de Europese Commissie, via haar delegatie, opgemaakt aan de hand van de door de reders opgestelde vangstaangiften die zijn bevestigd door de voor de verificatie van de vangstgegevens bevoegde wetenschappelijke instellingen van de lidstaten, zoals het Institut de Recherche pour le Développement (IRD), het Instituto Español de Oceanografia (IEO) en het Instituto Português de Investigaçao Maritima (IPIMAR). 6. Deze definitieve afrekening wordt terzelfder tijd aan het voor visserij bevoegde ministerie van Madagaskar en aan de reders toegezonden. 7. Elke eventuele extra betaling voor vangsten boven 112 ton voor vaartuigen voor de tonijnvisserij met de zegen en 100 ton voor vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug van meer dan 100 GT en 48 ton voor vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug kleiner dan of gelijk aan 100 GT gebeurt door de reders aan de bevoegde nationale autoriteiten van Madagaskar uiterlijk op 31 augustus van het jaar n+1 op de in lid 6 van afdeling 1 van dit hoofdstuk bedoelde rekening, op basis van 35 € per ton. 8. Als het bedrag van de afrekening kleiner is dan het in punt 3 van deze afdeling bedoelde voorschot, wordt het verschil echter niet aan de reder terugbetaald. Hoofdstuk II - Visserijzones 1. De vaartuigen voor de tonijnvisserij met de zegen en de vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug van de Gemeenschap mogen hun visserijactiviteiten uitoefenen in de wateren buiten 12 zeemijl, gemeten vanaf de basislijnen. Er moet een beschermingszone in acht worden genomen van 3 zeemijl rond de visaantrekkende constructies die niet aan communautaire vaartuigen toebehoren. Hoofdstuk III - Regeling inzake vangstaangiften voor vaartuigen die in de wateren van Madagaskar mogen vissen 1. Met het oog op de toepassing van deze bijlage wordt onder de duur van een visreis van een vaartuig van de Gemeenschap in de visserijzone van Madagaskar het volgende verstaan: – hetzij de tijd tussen het binnenvaren en het buitenvaren van de visserijzone van Madagaskar; – de tijd tussen het binnenvaren van de visserijzone van Madagaskar en een overslag in de haven of/en een aanlanding in Madagaskar; 2. Alle vaartuigen die op grond van de overeenkomst in de wateren van Madagaskar mogen vissen, moeten hun vangsten aangeven zodat de autoriteiten van Madagaskar controles kunnen verrichten op de gevangen hoeveelheden die door de bevoegde wetenschappelijke instellingen volgens de in hoofdstuk I, afdeling 2, punt 5, van deze bijlage bedoelde procedure zijn gevalideerd. Schepen langer dan 24 meter moeten deze om de 15 kalenderdagen aan het Centrum voor visserijtoezicht van Madagaskar meedelen zolang zij zich in de visserijzone van Madagaskar bevinden. De vangsten worden als volgt aangegeven: 2.1 Tijdens een jaarlijkse geldigheidsperiode van de vergunning in de zin van hoofdstuk I, afdeling 2, van deze bijlage hebben de aangiften betrekking op de tijdens elke visreis door het vaartuig gedane vangsten. De op een fysieke drager aangebrachte originele exemplaren van de aangiften worden binnen 45 dagen na de laatste in die periode gemaakte visreis toegezonden aan het Centrum voor visserijtoezicht. Bovendien moeten deze mededelingen gebeuren per fax (+ 261 20 22 490 14) of per elektronische post (csp-mprh@blueline.mg). 2.2 De vaartuigen geven hun vangsten aan met behulp van het formulier volgens het model in aanhangsel 2 (komt overeen met de desbetreffende bladzijde uit het logboek). Met betrekking tot de perioden waarin het vaartuig zich niet in de visserijzone van Madagaskar bevond, wordt de vermelding “Buiten de visserijzone van Madagaskar” in het logboek aangebracht. 2.3 De formulieren moeten leesbaar worden ingevuld en door de kapitein van het vaartuig of zijn wettelijke vertegenwoordiger worden ondertekend. 3. Wanneer de bepalingen van dit hoofdstuk niet worden nageleefd, behoudt de regering van Madagaskar zich het recht voor om de vergunning van het betrokken vaartuig op te schorten totdat de formaliteit is vervuld, en om ten aanzien van de reder van het vaartuig de sanctie toe te passen waarin door de regelgeving van Madagaskar is voorzien. De Europese Commissie en de betrokken vlaggenlidstaat worden hierover ingelicht. 4. De twee partijen komen overeen een systeem voor vangstaangifte te bevorderen dat uitsluitend steunt op een elektronische uitwisseling van alle hierboven beschreven informatie en documentatie. De twee partijen komen overeen de snelle vervanging te bevorderen van de schriftelijke aangifte (logbook) door een equivalent in de vorm van een elektronisch bestand. Hoofdstuk IV – Overlading en aanlanding De twee partijen werken samen om de overladings- en aanlandingsmogelijkheden in de Malagassische havens te verbeteren. 1. Aanvoer: De communautaire vaartuigen voor de tonijnvisserij die vrijwillig hun vangsten in een haven van Madagaskar aanlanden, hebben op het in hoofdstuk I, afdeling 2, punt 2, van de bijlage vermelde visrecht een korting van 5 euro per ton in de visserijzone van Madagaskar gevangen vis. Een extra korting van 5 euro wordt verleend bij de verkoop van de visserijproducten aan een visverwerkingsfabriek van Madagaskar. Dit mechanisme is voor elk communautair vaartuig van toepassing voor maximaal 50% van de eindafrekening van de vangsten (zoals omschreven in hoofdstuk III van de bijlage) vanaf het eerste jaar van dit protocol. 2. De uitvoeringsbepalingen voor de controle van de aangelande of overgeladen tonnen vis worden tijdens de eerste bijeenkomst van de gemengde commissie vastgesteld. 3. Evaluatie: Het niveau van de financiële prikkels en het maximumpercentage van de definitieve afrekening van de vangsten worden in het kader van de gemengde commissie aangepast, rekening houdend met het sociaal-economische effect van de aanlanding van vis in het betrokken jaar. Hoofdstuk V - Aanmonstering van zeelieden 1. De reders van vaartuigen voor de tonijnvisserij met de zegen en vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug verbinden zich ertoe onderdanen van de ACS-landen in dienst te nemen onder de hierna vastgestelde voorwaarden en binnen de volgende grenzen: – op de vloot van vaartuigen voor de tonijnvisserij met de zegen wordt tijdens het seizoen waarin in de visserijzone van derde landen op tonijn wordt gevist, ten minste 20% van de zeelieden uit de ACS-landen aangemonsterd [4]; – op de vloot van vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug wordt tijdens het seizoen waarin in de visserijzone van derde landen wordt gevist, ten minste 20% van de zeelieden uit de ACS-landen aangemonsterd; 2. De reders spannen zich in om bovenop dit aantal nog meer zeelieden uit de ACS-landen in dienst te nemen. 3. De verklaring van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) over de fundamentele beginselen en rechten op het werk is van rechtswege van toepassing op zeelieden die zijn aangemonsterd op communautaire vaartuigen. Het gaat daarbij met name om de vrijheid van vereniging, de effectieve erkenning van het recht op collectieve onderhandeling van werknemers en de bestrijding van discriminatie op het gebied van werk en beroep. 4. De arbeidsovereenkomsten van de zeelieden uit de ACS-landen, waarvan de ondertekenende partijen een afschrift ontvangen, worden gesloten tussen de vertegenwoordiger(s) van de reders en de zeelieden en/of hun vakverenigingen of vertegenwoordigers. Die overeenkomsten garanderen de zeelieden de aansluiting bij de socialezekerheidsregeling die op hen van toepassing is, met inbegrip van een overlijdens-, ziekte- en ongevallenverzekering. 5. Het loon van de ACS-zeelieden komt ten laste van de reder. Het loon wordt vastgesteld in onderling overleg tussen de reders of hun vertegenwoordigers en de zeelieden en/of hun vakverenigingen of hun vertegenwoordigers. De bezoldigingsvoorwaarden van de ACS-zeelieden mogen evenwel niet ongunstiger zijn dan die welke worden toegepast voor bemanningen uit hun land, en mogen in geen geval ongunstiger zijn dan de IAO-normen. 6. De op de communautaire vaartuigen aangemonsterde zeelieden moeten zich daags vóór de afgesproken datum van aanmonstering melden bij de kapitein van het aangewezen vaartuig. Indien de zeeman zich niet op de voor de aanmonstering vastgestelde datum en tijd meldt, wordt de reder automatisch ontheven van zijn plicht die zeeman aan te monsteren. Hoofdstuk VI - Technische maatregelen De vissersvaartuigen nemen de maatregelen en aanbevelingen van de IOTC voor de regio met betrekking tot het vistuig en de technische specificaties daarvan in acht, alsmede alle andere, voor hun visserijactiviteiten geldende technische maatregelen. Hoofdstuk VII – Waarnemers 1. De vaartuigen die op grond van de overeenkomst een vergunning hebben om in de visserijzones van Madagaskar te vissen, nemen overeenkomstig de onderstaande voorwaarden waarnemers aan boord die door de bevoegde regionale visserijorganisatie (RVO) zijn aangewezen. 1.1 Op verzoek van de bevoegde autoriteit nemen de communautaire vaartuigen een door deze autoriteit aangewezen waarnemer aan boord om de in de wateren van Madagaskar gedane vangsten te controleren . 1.2 De lijst van schepen die zijn aangewezen om een waarnemer aan boord te nemen en de lijst van waarnemers die zijn aangewezen om aan boord te gaan, worden door de bevoegde autoriteit vastgesteld. Deze lijsten worden bijgewerkt. Zij worden meteen na de opstelling ervan en vervolgens om de drie maanden na eventuele wijziging ervan, aan de Europese Commissie meegedeeld. 1.3 Bij de afgifte van de vergunning of uiterlijk 15 dagen vóór de datum waarop de waarnemer aan boord moet gaan, deelt de bevoegde autoriteit aan de betrokken reder of diens vertegenwoordiger de naam van de waarnemer mee die is aangewezen om aan boord te gaan van het desbetreffende vaartuig. 2. De waarnemer blijft gedurende één visreis aan boord. Op expliciet verzoek van de bevoegde autoriteiten van Madagaskar kan de periode aan boord, naar gelang van de verwachte gemiddelde duur van de visreizen voor een bepaald vaartuig, evenwel tot meerdere visreizen worden uitgebreid. Een dergelijk verzoek wordt door de bevoegde autoriteit gedaan bij de opgave van de naam van de waarnemer die is aangewezen om aan boord van het desbetreffende vaartuig te gaan. 3. De voorwaarden voor het aan boord nemen van de waarnemer worden door de reder of diens vertegenwoordiger en de bevoegde autoriteit in onderling overleg vastgesteld. 4. De waarnemer gaat aan boord in een door de reder gekozen haven aan het begin van de eerste visreis die na de mededeling van de lijst van aangewezen vaartuigen plaatsvindt in de Malagassische viswateren. 5. De betrokken reders krijgen twee weken de tijd om de data en de havens in de subregio te melden die voor het aan boord nemen van de waarnemers zijn vastgesteld, met dien verstande dat deze melding ten minste tien dagen vóór de waarnemers aan boord gaan, plaatsvindt. 6. Indien de waarnemer in een land buiten de subregio aan boord gaat, zijn de reiskosten van de waarnemer voor rekening van de reder. Als een vaartuig dat een regionale waarnemer aan boord heeft, de regionale visserijzone verlaat, wordt alles in het werk gesteld om ervoor te zorgen dat de waarnemer zo spoedig mogelijk kan terugkeren; de kosten hiervan zijn voor rekening van de reder. 7. Indien de waarnemer zich binnen twaalf uur na het afgesproken tijdstip nog niet op de afgesproken plaats heeft gemeld, is de reder automatisch ontheven van de verplichting hem aan boord te nemen. 8. De waarnemer wordt aan boord als een officier behandeld. Wanneer het vaartuig zich in de wateren van Madagaskar bevindt, verricht hij de volgende taken: 8.1 hij observeert de visserijactiviteiten van de vaartuigen; 8.2 hij controleert de positie van de vaartuigen die bij visserijactiviteiten betrokken zijn; 8.3 hij verricht bemonsteringsactiviteiten voor biologische doeleinden in het kader van wetenschappelijke programma's; 8.4 hij noteert welk vistuig wordt gebruikt; 8.5 hij controleert de in het logboek opgenomen gegevens over de vangsten die in de viswateren van Madagaskar zijn gedaan; 8.6 hij controleert de percentages van de bijvangsten en schat de hoeveelheden teruggegooide verhandelbare vis; 8.7 hij deelt aan zijn bevoegde autoriteit met alle geschikte middelen de visserijgegevens mee, waaronder de aan boord aanwezige hoeveelheden hoofd- en bijvangst. 9. De kapitein neemt binnen de grenzen van zijn bevoegdheid de nodige maatregelen om de fysieke en morele veiligheid van de waarnemer bij de uitoefening van zijn taken te garanderen. 10. De waarnemer krijgt alle faciliteiten die nodig zijn voor de uitoefening van zijn taken. De kapitein laat de waarnemer de communicatiemiddelen gebruiken die deze voor zijn werk nodig heeft, stelt hem de documenten ter beschikking die rechtstreeks met de visserijactiviteit van het vaartuig verband houden, met inbegrip van het logboek en het navigatieboek, en verleent hem toegang tot de delen van het vaartuig waar hij dient te zijn voor de uitoefening van zijn taak. 11. Tijdens zijn verblijf aan boord gedraagt de waarnemer zich als volgt: 11.1 zorgt de waarnemer ervoor dat zijn inscheping en zijn verblijf aan boord de visserijactiviteiten niet onderbreken of hinderen, 11.2 hij gaat zorgvuldig om met de goederen en de installaties aan boord van het vaartuig, en bewaart geheimhouding over alle documenten van het betrokken vaartuig. 12. Aan het einde van de waarnemingsperiode stelt hij, vóór hij van boord gaat, een verslag van zijn activiteiten op dat wordt overgelegd aan de bevoegde autoriteiten en waarvan een kopie wordt bezorgd aan de Europese Commissie. Hij ondertekent dat verslag in aanwezigheid van de kapitein, die er opmerkingen aan kan toevoegen of laten toevoegen en daarbij zijn handtekening plaatst. De wetenschappelijke waarnemer geeft bij het verlaten van het vaartuig een kopie van het verslag aan de kapitein. 13. De reder moet, op zijn kosten en volgens de mogelijkheden van het vaartuig, zorgen voor kost en logies van de waarnemers, die op dit punt als officier worden behandeld. 14. Het loon en de sociale premies voor de waarnemer zijn voor rekening van de bevoegde autoriteit. 15. De twee partijen gaan zo snel mogelijk met de belanghebbende derde landen aan tafel zitten om een systeem van regionale waarnemers vast te stellen en de bevoegde regionale visserijorganisatie te kiezen. Zolang er nog geen systeem van regionale waarnemers ontwikkeld is, nemen de vaartuigen die op grond van de overeenkomst een vergunning hebben om in de visserijzone van Madagaskar te vissen, in plaats van regionale waarnemers, waarnemers aan boord die door de bevoegde autoriteiten van Madagaskar zijn aangewezen, overeenkomstig de hierboven uiteengezette regels. Hoofdstuk VIII - Controle 1. Overeenkomstig het bepaalde in punt 13 houdt de Europese Gemeenschap een ontwerp-lijst bij van vaartuigen waarvoor een visvergunning is afgegeven overeenkomstig de in dit protocol vastgestelde bepalingen. Deze lijst wordt meteen na de vaststelling ervan en vervolgens na elke bijwerking ervan meegedeeld aan de voor de visserijcontrole bevoegde autoriteiten van Madagaskar. 2. Vanaf de ontvangst van deze ontwerp-lijst en de kennisgeving van de betaling van het voorschot (als bedoeld in hoofdstuk I, sectie 2, punt 3, van de onderhavige bijlage) die door de Europese Commissie aan de autoriteiten van de kuststaat is gezonden, wordt het vaartuig door de bevoegde autoriteit van Madagaskar ingeschreven op een lijst van visgerechtigde vaartuigen, die aan de met de visserijcontrole belaste autoriteiten wordt meegedeeld. In dat geval wordt in afwachting van de afgifte van de visvergunning aan de reder een gewaarmerkte kopie van die lijst gezonden en aan boord bewaard in plaats van de visvergunning. 3. Binnenvaren en verlaten van de zone 3.1 De communautaire vaartuigen delen de voor de visserijcontrole bevoegde autoriteiten van Madagaskar ten minste 3 uur op voorhand mee dat zij van plan zijn de visserijzone van Madagaskar binnen te varen of buiten te varen; voorts delen zij de totale hoeveelheden en de soorten aan boord mee volgens het model in de bijlage. Een meegedeeld voornemen tot binnenvaren dat zonder gevolg blijft, moet per fax of e-mail worden geannuleerd. Het Centrum voor visserijtoezicht is verplicht om voor elk bericht van binnenvaren/buitenvaren een ontvangstbewijs rechtstreeks aan het vissersvaartuig en/of de reder per e-mail toe te zenden. 3.2 Wanneer het vaartuig zijn voornemen om de wateren te verlaten meedeelt, geeft het tegelijkertijd zijn positie door. Deze mededelingen worden bij voorkeur per fax doorgestuurd (+261 20 22 490 14) of per e-mail (csp-mprh@blueline.mg); vaartuigen die daarmee niet zijn uitgerust, mogen hun gegevens meedelen via de radio (oproepcode BLU, uitsluitend tijdens in Madagaskar geldende werkdagen en werkuren, frequentie 8754.00 Mhz. De roepnaam van het Centrum voor visserijtoezicht van Madagaskar is CHARLIE SIERRA PAPA »). 3.3 Vaartuigen die hun aanwezigheid niet bij de bevoegde autoriteit van Madagaskar hebben gemeld en toch op de uitoefening van visserijactiviteiten worden betrapt, worden beschouwd als vaartuigen in overtreding. 3.4 De fax- en telefoonnummers en het e-mailadres worden eveneens medegedeeld bij het afgeven van de visvergunning. 3.5 Bij de ontvangst van de berichten van binnenvaren en/of buitenvaren van de visserijzone behouden de autoriteiten van Madagaskar zich het recht voor te besluiten vangsten van de beugvisserij van meer dan 250 GT te controleren op basis van een steekproef van ongeveer 10% van de betrokken vloot. Deze controles vinden plaats in de dichtstbijzijnde haven of op een controlepunt in zee. 4. Controleprocedures 4.1 De kapiteins van de communautaire vaartuigen die in de visserijwateren van Madagaskar vissen, moeten iedere met de inspectie en controle van de visserijactiviteiten belaste ambtenaar van Madagaskar het aan boord gaan toestaan en vergemakkelijken en hem bijstaan bij het vervullen van zijn taken. 4.2 Deze ambtenaren mogen niet langer aan boord blijven dan voor het uitvoeren van hun taken nodig is. 4.3 Na elke inspectie en controle wordt aan de kapitein van het vaartuig een attest afgegeven. 5. Satellietcontrole Alle op grond van deze overeenkomst visgerechtigde communautaire vaartuigen worden overeenkomstig de bepalingen in aanhangsel 3 gevolgd via satelliet. 6. Aanhouding 6.1 Wanneer een vaartuig van de Gemeenschap in de visserijwateren van Madagaskar wordt aangehouden of een sanctie op een dergelijk vaartuig wordt toegepast, stellen de bevoegde autoriteiten van Madagaskar de vlaggenstaat en de Europese Commissie daarvan binnen 24 uur schriftelijk in kennis. 6.2 Terzelfdertijd ontvangen de vlaggenstaat en de Europese Commissie een beknopt verslag over de omstandigheden van en de redenen voor de aanhouding. 7. Proces-verbaal van de aanhouding 7.1 De kapitein van het vaartuig moet het proces-verbaal waarin de geconstateerde feiten door de bevoegde autoriteit van Madagaskar zijn opgetekend, ondertekenen. 7.2 Deze ondertekening heeft geen consequenties ten aanzien van de rechten en de middelen die de kapitein te zijner verdediging kan doen gelden met betrekking tot de overtreding die hem ten laste wordt gelegd. Weigert hij het document te ondertekenen, dan moet hij dit schriftelijk motiveren en de inspecteur brengt de vermelding "weigert te ondertekenen" aan. 7.3 De kapitein moet zijn vaartuig naar de door de autoriteiten van Madagaskar opgegeven haven brengen. Bij een lichte overtreding kan de bevoegde autoriteit van Madagaskar het aangehouden vaartuig toestaan zijn visserijactiviteiten voort te zetten. 8. Overlegvergadering bij aanhouding 8.1 Voordat ten aanzien van de kapitein, de bemanning van het vaartuig, de lading of de uitrusting van het vaartuig maatregelen in overweging worden genomen - tenzij het maatregelen betreft om bewijsmateriaal over de vermoedelijke overtreding veilig te stellen - wordt één werkdag na ontvangst van de hierboven bedoelde gegevens een overlegvergadering gehouden tussen de Europese Commissie en de bevoegde autoriteiten van Madagaskar, eventueel in aanwezigheid van een vertegenwoordiger van de betrokken lidstaat. 8.2 Tijdens dit overleg verstrekken de partijen elkaar alle documenten of inlichtingen die de omstandigheden van de geconstateerde feiten kunnen helpen ophelderen. De reder of zijn vertegenwoordiger wordt in kennis gesteld van de uitkomst van dit overleg en van alle maatregelen die naar aanleiding van de aanhouding kunnen worden getroffen. 9. Afwikkeling van de aanhouding 9.1 Voor een gerechtelijke procedure wordt ingeleid, wordt ernaar gestreefd de vermoedelijke overtreding via een minnelijke schikking af te handelen. Deze procedure moet uiterlijk binnen drie werkdagen na de aanhouding zijn afgewikkeld. 9.2 Bij een minnelijke schikking wordt het bedrag van de boete vastgesteld overeenkomstig de regelgeving van Madagaskar. 9.3 Als de zaak niet via een minnelijke schikking kan worden afgehandeld en door een bevoegde rechterlijke instantie in behandeling moet worden genomen, stelt de reder bij een door de bevoegde autoriteiten van Madagaskar opgegeven bank een bankgarantie die wordt vastgesteld met inachtneming van de met de aanhouding gepaard gaande kosten, de boetesom en de vergoedingen die moeten worden betaald door degenen die verantwoordelijk zijn voor de overtreding. 9.4 De bankgarantie wordt niet vrijgegeven voor de gerechtelijke procedure is voltooid. Indien de procedure niet tot een veroordeling heeft geleid, wordt de bankgarantie vrijgegeven. Als bij veroordeling de boete kleiner is dan de gestelde bankgarantie, wordt het saldo na de uitspraak vrijgegeven door de bevoegde autoriteiten van Madagaskar. 9.5 Het vaartuig wordt vrijgegeven en de bemanning wordt gemachtigd de haven te verlaten: – zodra aan de bij de schikkingsprocedure vastgestelde verplichtingen is voldaan, of – zodra, in afwachting van de voltooiing van de gerechtelijke procedure, een bankgarantie als bedoeld in punt 9.3 is gesteld en deze door de bevoegde autoriteiten van Madagaskar is aanvaard. 10. Overlading 10.1 Communautaire vaartuigen die hun vangsten in de wateren van Madagaskar willen overladen, doen dat in de havens of op de rede van de havens van Madagaskar. 10.2 De reders van die vaartuigen stellen de bevoegde autoriteiten van Madagaskar ten minste 24 uur van tevoren in kennis van: – de naam van de vissersvaartuigen waaruit wordt overgeladen; – de naam, het IMO-nummer en de vlag van het vrachtschip; – de overgeladen hoeveelheid (in ton) van elke soort; – dag en plaats van de overlading; 10.3 Overlading wordt beschouwd als het buitenvaren van de visserijzone van Madagaskar. De kapiteins van de vaartuigen moeten de vangstaangiften derhalve bij de bevoegde autoriteiten van Madagaskar indienen en meedelen of zij voornemens zijn door te gaan met vissen dan wel de visserijzone van Madagaskar te verlaten. 10.4 Overladen op andere wijze dan hierboven beschreven is niet toegestaan in de visserijzone van Madagaskar. Overtredingen worden bestraft met de sancties waarin de geldende regelgeving van Madagaskar voorziet. 11. Kapiteins van communautaire vaartuigen die hun vangst in een haven van Madagaskar aanlanden of overladen, moeten de controle op deze verrichtingen door Malagassische inspecteurs toestaan en vergemakkelijken. Na elke inspectie en controle in de haven wordt aan de kapitein van het vaartuig een attest afgegeven. . Aanhangsels 1 – Formulier voor het aanvragen van een vergunning 2 – ICCAT-logboek 3 – Bepalingen voor het satellietvolgsysteem voor vaartuigen (VMS) en coördinaten van de visserijzone van Madagaskar Aanhangsel 1 MINISTERIE VAN VISSERIJ VAN MADAGASKAR NIEUWE Aanvraag voor OF VERLENGING VAN [5] een vergunning voor BUITENLANDSe vaartuigen die de industriële visserij beoefenen 1. Naam van de reder: 2. Adres van de reder: 3. Naam van de vertegenwoordiger of de zaakgelastigde (in voorkomend geval): 4. Adres van de vertegenwoordiger of plaatselijk zaakgelastigde van de reder (in voorkomend geval): ……………………………………………………………………………………….. 5. Naam van de kapitein: 6. Naam van het vaartuig: 7. Registratienummer: 8. Faxnummer: ………………………………………………. 9. E-mail: ……………………………………………………………….. 10. Radiocode: ………………………………………………………………………….. 11. Bouwjaar en plaats van constructie: 12. Nationaliteit van de vlag: 13. Haven van registratie: 14. Uitrustingshaven: 15. Lengte (over alles): 16. Breedte: 17. Brutotonnage (in GT): 18. Inhoud van het scheepsruim: 19. Koel- en vriescapaciteit: 20. Motortype en -vermogen : 21. Vistuig: 22. Aantal zeelieden: 23. Communicatiesysteem: 24. Roepnaam: 25. Herkenningstekens: 26. Uit te voeren visserijactiviteiten: 27. Haven van aanlanding: 28. Visserijzones: 29. Soorten waarop zal worden gevist: 30. Geldigheidsduur: 31. Speciale voorwaarden: Advies van het directoraat-generaal voor de visserij en de aquacultuur: Opmerkingen van het voor visserij bevoegde ministerie: Aanhangsel 2 LOGBOEK VOOR DE VISSERIJ OP TONIJN | | | Levend aasLevend aasSleepnet of trawlAndereAndere | | | | | | | | | | | | | | | | Naam van het vaartuig: ……………………………………………………………………. | Brutotonnage: …………………………………………………............................. | VERTREK vaartuig TERUGKEER vaartuig: | Maand | Dag | Jaar | Haven | | | | Vlaggenstaat:. ……………………………………………………………………........................... | Capaciteit (MT): ……………………………………………........ | | | | | | | | | | | | | | | | | | | Registratienummer: ………………………………………………………………................................... | Kapitein: ……………………………………………………….... | | | | | | | | | Reder: ………………………………………………………….......................... | Aantal bemanningsleden: ….…………………………………………………........................ | | | | | | | | | Adres: ………………………………………………………………………….... | Datum van het verslag: ………………………………………………...... | | | | | | | | | | (Auteur du rapport): ………………………………………………................................. | Aantal dagen op zee | | Aantal visdagen: Aantal uitzetten: | | Nummer visreis: | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | Datum | Sector | T° opper-vlakte-water(ºC) | Visserij-inspanningGebruikt aantal haken | Vangsten | Isco usado na pesca(Gebruikt aas) | Maand | Dag | Breedtegraad N/Z | Lengtegraad O/W | | | Blauwvintonijn Thunnusthynnus ofmaccoyi | Geelvin-tonijn Thunnusalbacares | (Grootoog-tonijn) Thunnusobesus | (Witte tonijn) Thunnusalalunga | (Zwaardvis) Xiphiasgladius | (Gestreepte marlijn)(Witte marlijn) TetraptunusAudax of albidus | (Zwarte marlijn) Makairaindica | (Zeilvis) Istiophorus albicane of platypterus | Gestreepte tonijn Katsuwonuspelamis | (Diverse soorten) | Dagtotaal (alleen gewicht in kg) | Geep | Inktvis | Levend aas | (Andere) | | | | | | | Aan-tal | Gewicht in kg | Aantal | kg | Aantal | kg | Aantal | kg | Aantal | kg | Aantal | kg | Aantal | kg | Aantal | kg | Aantal | kg | Aantal | kg | Aantal | kg | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | AANGELAND GEWICHT (IN KG) | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | Opmerkingen | | | | 1 - Gebruik één blad per maand en 1 regel per dag. | | 3 - Met "dag" wordt bedoeld de dag van het uitzetten van de lijn. | 5 – Onderste regel (aangeland gewicht) pas invullen aan het einde van de reis. Op te geven is het daadwerkelijke gewicht bij het lossen van het vaartuig. | 2 – Na afloop van elke reis een afschrift van het formulier bezorgen aan uw correspondent of aan ICCAT, Calle Corazón de María, 8, 28002 Madrid Spanje. | | 4 - "Visserijzone" betekent de positie van het vaartuig. Minuten afronden en breedte- en lengtegraden opgeven. N/Z en O/W vermelden. | | 6 - Alle gegevens van dit formulier worden strikt vertrouwelijk behandeld. | | Aanhangsel 3 (...PICT...) Aanhangsel 4 Zone de pêche de Madagascar (...PICT...) Protocol (VMS) tot vaststelling van de bepalingen voor het volgen per satelliet van de communautaire vissersvaartuigen die in de EEZ van Madagaskar vissen 1. De bepalingen van dit protocol zijn een aanvulling op het protocol tot vaststelling, voor de periode van 1 januari 2007 tot en met 31 december 2012, van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie als bedoeld in de partnerschapsovereenkomst in de visserijsector tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Madagaskar inzake de visserij voor de kust van Madagaskar, en zijn van toepassing overeenkomstig punt 5 van "hoofdstuk VIII – Controle" van de bijlage daarbij. 2. Alle vissersvaartuigen met een lengte over alles van meer dan 15m die visserijactiviteiten uitvoeren in het kader van de overeenkomst EG/Madagaskar worden per satelliet gevolgd wanneer ze zich in de EEZ van Madagaskar bevinden. Hiertoe delen de autoriteiten van Madagaskar de coördinaten (lengte- en breedtegraad) van de Malagassische EEZ mee aan de Gemeenschap. De autoriteiten van Madagaskar zenden deze informatie in elektronische vorm, uitgedrukt in decimale graden (WGS 84). 3. De partijen wisselen gegevens uit inzake de X.25-adressen en de parameters voor de elektronische communicatie tussen hun controlecentra, volgens de voorwaarden die in de punten 5 en 7 worden vastgesteld. Deze gegevens omvatten, voor zover mogelijk, de namen, telefoon-, telex- en faxnummers en de elektronische adressen (IP of X.400) die kunnen worden gebruikt voor de algemene communicatie tussen de controlecentra. 4. De positie van vaartuigen wordt bepaald met een foutenmarge van minder dan 500 m en een betrouwbaarheidsinterval van 99 %. 5. Wanneer een op grond van de overeenkomst vissend vaartuig dat overeenkomstig de geldende Gemeenschapswetgeving via satelliet wordt gevolgd, de Malagassische EEZ binnenvaart, meldt het controlecentrum van de vlaggenstaat de positie ervan met een interval van maximaal 3 uur aan het Centrum voor visserijtoezicht (CVT) van Madagaskar (identificatie van het vaartuig, breedtegraad, lengtegraad, vaarrichting en -snelheid). De berichten worden geïdentificeerd met de vermelding “Positierapport”. 6. De in punt 5 bedoelde berichten worden langs elektronische weg in X.25-formaat of volgens een ander beveiligd protocol verstuurd. De transmissie gebeurt in real time en in het formaat dat in de hierna volgende tabel wordt gedefinieerd. 7. Indien de aan boord van een vissersvaartuig aanwezige satellietapparatuur voor permanente positiebepaling onklaar is, meldt de kapitein van het vaartuig te gelegener tijd de in punt 5 bedoelde gegevens per fax aan het controlecentrum van de vlaggenstaat en aan het Centrum voor visserijtoezicht van Madagaskar. In dat geval moet om 6 uur, om 12 uur en om 18 uur (Malagassiche tijd) een algemeen positierapport worden verzonden. Dit algemene positierapport omvat de positierapporten die om de 3 uur door de kapitein van het vaartuig zijn geregistreerd en moet voldoen aan de in punt 5 gestelde voorwaarden. Het controlecentrum van de vlaggenstaat verzendt deze berichten naar het Centrum voor visserijtoezicht van Madagaskar. Onklare apparatuur wordt gerepareerd of vervangen binnen maximaal 1 maand. Na die termijn moet het betrokken vaartuig de EEZ van Madagaskar verlaten. 8. Het controlecentrum van de vlaggenstaat controleert de bewegingen van zijn vaartuigen in de wateren van Madagaskar. Indien de vaartuigen niet volgens de vastgestelde voorwaarden worden gevolgd, wordt het Centrum voor visserijtoezicht van Madagaskar hiervan onmiddellijk in kennis gesteld en is de procedure van punt 7 van toepassing. 9. Indien het Centrum voor visserijtoezicht van Madagaskar vaststelt dat de vlaggenstaat de in punt 5 bedoelde informatie niet verstrekt, worden de bevoegde diensten van de Europese Commissie hiervan onmiddellijk in kennis gesteld. 10. De overeenkomstig deze bepalingen aan de andere partij meegedeelde gegevens dienen uitsluitend om de bevoegde instanties van Madagaskar in staat te stellen de communautaire vloot die in het kader van de visserijovereenkomst tussen de EG en Madagaskar vist, te controleren en te bewaken. Deze gegevens mogen onder geen beding aan derden worden meegedeeld. 11. De componenten van de software en van de apparatuur van het satellietvolgsysteem moeten betrouwbaar zijn; het moet onmogelijk zijn de posities te vervalsen en manueel te bewerken. Het systeem moet volledig automatisch en permanent operationeel zijn en mag niet worden beïnvloed door milieu- en klimaatfactoren. Het is verboden het satellietvolgsysteem te vernielen, te beschadigen, buiten werking te stellen of te beïnvloeden. De kapiteins van de vaartuigen zien erop toe dat: – de gegevens niet worden gewijzigd; – de antenne(s) van de satellietvolgapparatuur niet wordt/worden gestoord; – de elektrische voeding van de satellietvolgapparatuur niet wordt onderbroken; – de satellietvolgapparatuur niet wordt gedemonteerd. 12. De partijen komen overeen elkaar op verzoek de gegevens betreffende de gebruikte satellietvolgapparatuur mee te delen, om na te gaan of alle apparatuur compatibel is met de in het kader van deze bepalingen aan de partijen gestelde eisen. 13. Geschillen over de interpretatie of de toepassing van deze bepalingen worden door de partijen in onderling overleg behandeld in de gemengde commissie als bedoeld in artikel 9 van de overeenkomst. 14. De partijen komen overeen deze conclusies indien nodig te herzien. MEDEDELING VAN VMS-BERICHTEN AAN MADAGASKAR POSITIERAPPORT Data | Code | Verplicht/ facultatief | Opmerkingen | Header | SR | V | Systeeminformatie - geeft het begin van de record aan | Geadresseerde | AD | V | Berichtinformatie - geadresseerde. ISO-alfa-3-landcode | Afzender | NL | V | Berichtinformatie - afzender. ISO-alfa-3-landcode | Vlaggenstaat | FS | F | | Berichttype | TM | V | Berichtinformatie - berichttype “POS” | Radioroepnaam | RC | V | Vaartuiginformatie - internationale radioroepnaam van het vaartuig | Intern referentienummer van de overeenkomst- sluitende partij | IR | F | Vaartuiginformatie - uniek volgnummer van de overeenkomstsluitende partij (ISO-3-code van de vlaggenstaat, gevolgd door een nummer) | Extern registratienummer | XR | V | Vaartuiginformatie - kenteken aangebracht op de romp van het vaartuig | Breedtegraad | LA | V | Positie-informatie - positie in graden en minuten N/Z GGMM (WGS - 84) | Lengtegraad | LO | V | Positie-informatie - positie in graden en minuten O/W GGGMM (WGS - 84) | Vaarrichting | CO | V | Vaarrichting van het vaartuig, op een schaal van 360° | Vaarsnelheid | SP | V | Vaarsnelheid van het vaartuig, in tientallen knopen | Datum | DA | V | Positie-informatie - datum van registratie van de positie in UTC (JJJJMMDD) | Tijd | TI | V | Positie-informatie - tijdstip van registratie van de positie in UTC (UUMM) | Tailer | ER | V | Systeeminformatie – geeft het einde van de record aan | Tekenset: ISO 8859.1 De structuur van de gegevenstransmissie is als volgt: – een dubbele schuine streep (//) en een code geven het begin van de transmissie aan, – een enkele schuine streep (/) fungeert als separator tussen code en data. De facultatieve gegevens moeten worden opgenomen tussen de header en de tailer. GEGEVENS VAN HET CVT VAN MADAGASKAR Naam van het CVT: Centre de Surveillance des Pêches (CSP) Tel. CSP:00 261 20 22 404 10 Fax CSP:00 261 20 22.490 14 E-mail CSP:csp-mprh@blueline.mg Tel. en fax DPRH: Direction de la pêche et des ressources halieutiques (DPRH) 00 261 20 22 409 00 E-mail DPRH:mamy.andriantsoa@wanadoo.mg Adres X25 = 134 164 784 14 vanaf het FMC- Frankrijk 208 034 164 784 14 vanaf het FMC-Spanje, FMC- Portugal, FMC-Italië Model voor het bericht van binnenvaren/buitenvaren: DECLARATION D’ENTREE DANS LA ZONE ECONOMIQUE EXCLUSIVE DE MADAGASCAR ENTRY REPORT IN MADAGASCAR ECONOMIC EXCLUSIVE ZONE INFORME DE ENTRADA Y SALIDA DE LA ZEE DE MADAGASCAR A/TO : Centre de Surveillance des Pêches du Ministère de la Pêche et des Ressources Halieutiques – Madagascar e-mail: csp-mprh@blueline.mg Fax: 00 261 20 22 490 14 DE/FROM : Nom du navire/Name of the vessel/Nombre del buque : Indicatif d’appel par radio/Call sign : Numéro de la licence/Number of the autorisation/Licencia N° : Nationalité/Nationality : Type de bateau/Kind of vessel : Date d’entrée/Date of entry/Fecha de entrada : Heures d’entrée/Time of entry/Hora de entrada : Position d’entrée/ Position of entry/Posicion de entrada : Capture à bord avant l’entrée dans la zone/Fish or catch on board before entering the zone/Pescado a bordo : Capture/Catch/Pescado | Nombre/# | Poids/Weight | Thon rouge/Thunnus maccoyii | | | Albacore/Yellowfin/Thunnus albacares | | | Patudo/Bigeye/Thunnus obesus | | | Germon/Thunnus alalunga | | | Espadon/Xiphias gladius | | | Makaire/Tetrapturus audax | | | Marlin/Makaira indica | | | Voiliers/Istiophorus spp | | | Listao/Skipjack/Katsuwonus pelamis | | | Divers/Others | | | | | | | | | TOTAL | | | DECLARATION DE SORTIE DE LA ZONE ECONOMIQUE EXCLUSIVE DE MADAGASCAR DEPARTURE REPORT OF MADAGASCAR ECONOMIC EXCLUSIVE ZONE INFORME DE SALIDA DE LA ZEE DE MADAGASCAR A/TO : Centre de Surveillance des Pêches du Ministère de la Pêche et des Ressources Halieutiques – Madagascar e-mail: csp-mprh@blueline.mg Fax: 00 261 20 22 490 14 DE/FROM : Nom du navire/Name of the vessel/Nombre del buque : Indicatif d’appel par radio/Call sign : Numéro de la licence/Number of the autorisation/Licencia N° : Nationalité/Nationality : Type de bateau/Kind of vessel : Date de sortie/Date of leaving/Fecha de salida : Heures de sortie/Time of leaving/Hora de salida : Position de sortie/ Position of leaving/Posicion de salida : Capture à bord à la sortie de la zone/Fish or catch on board before leaving the zone/Pescado a bordo : Capture/Catch/Pescado | Nombre/# | Poids/Weight | Thon rouge/Thunnus maccoyii | | | Albacore/Yellowfin/Thunnus albacares | | | Patudo/Bigeye/Thunnus obesus | | | Germon/Thunnus alalunga | | | Espadon/Xiphias gladius | | | Makaire/Tetrapturus audax | | | Marlin/Makaira indica | | | Voiliers/Istiophorus spp | | | Listao/Skipjack/Katsuwonus pelamis | | | Divers/Others | | | | | | | | | TOTAL | | | FINANCIEEL MEMORANDUM 1. BENAMING VAN HET VOORSTEL Voorstel voor een verordening van de Raad betreffende de sluiting van een partnerschapsovereenkomst in de visserijsector tussen de Europese Gemeenschap en de regering van de Republiek Madagaskar, voor een periode van zes jaar vanaf de inwerkingtreding ervan. 2. ABM/ABB-KADER 11. Visserij 1103. Internationale visserijovereenkomsten 3. BEGROTINGSONDERDELEN 3.1. Begrotingsonderdelen: 110301 : “Internationale visserijovereenkomsten” 11010404 : “Internationale visserijovereenkomsten: uitgaven voor administratief beheer.” 3.2 Duur van de actie en van de financiële gevolgen: Het aan de visserijovereenkomst tussen de EG en de Republiek Madagaskar gehechte protocol verstrijkt op 31 december 2006. Het nieuwe protocol heeft een looptijd van zes jaar, te rekenen vanaf 1 januari 2007. Bij het protocol worden de financiële tegenprestatie, de categorieën en de voorwaarden voor de visserijactiviteiten voor de communautaire vaartuigen in de visserijzones van Madagaskar vastgesteld. 3.3 Begrotingskenmerken (voeg zo nodig rijen toe): Begrotings-onderdeel | Soort uitgave | Nieuw | Bijdrage EVA | Bijdragen kandidaat-lidstaten | Rubriek financiële vooruitzichten | 11.0301 | VU | GK [6] | NEEN | NEEN | NEEN | nr. 2 | 11.010404 | VU | NGK [7] | NEEN | NEEN | NEEN | nr. 2 | 4. OVERZICHT VAN DE MIDDELEN 4.1 Financiële middelen 4.1.1 Overzicht van de vastleggingskredieten (VK) en betalingskredieten (BK) in miljoen euro (tot op 4 decimalen) Soort uitgave | Punt nr. | | 2007 | 2008 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | Totaal | Beleidsuitgaven [8] | | | | | | | | Vastleggings-kredieten (VK) | 8.1 [9] | a | 1,1970 | 1,1970 | 1,1970 | 1,1970 | 1,1970 | 1,1970 | 7,1820 | Betalings- kredieten (BK) | | b | 1,1970 | 1,1970 | 1,1970 | 1,1970 | 1,1970 | 1,1970 | 7,1820 | Administratieve uitgaven binnen het referentiebedrag [10] | | Technische & administra-tieve bijstand (NGK) | 8.2.4 | c | | | | | | 0,0400 | 0,0400 | TOTAAL REFERENTIEBEDRAG | | | | | | Vastleg-gingskredieten | | a+c | 1,1970 | 1,1970 | 1,1970 | 1,1970 | 1,1970 | 1,2370 | 7,2220 | Betalings-kredieten | | b+c | 1,1970 | 1,1970 | 1,1970 | 1,1970 | 1,1970 | 1,2370 | 7,2220 | Administratieve uitgaven die niet in het referentiebedrag zijn begrepen [11] | Personeelsuitgaven en aanverwante uitgaven (NGK) | 8.2.5 | d | 0,0644 | 0,0644 | 0,0644 | 0,0644 | 0,0644 | 0,0644 | 0,3864 | Andere niet in het referentiebedrag begrepen administratieve uitgaven (NGK) | 8.2.6 | e | 0,0215 | 0,0215 | 0,0215 | 0,0215 | 0,0215 | 0,0215 | 0,129 | Totale indicatieve kosten van de maatregel TOTAAL VK inclusief personeelsuitgaven | | 1,2829 | 1,2829 | 1,2829 | 1,2829 | 1,2829 | 1,3229 | 7,7374 | TOTAAL BK inclusief personeelsuitgaven | | 1,2829 | 1,2829 | 1,2829 | 1,2829 | 1,2829 | 1,3229 | 7,7374 | Medefinanciering: Geen in miljoen euro (tot op 3 decimalen) Medefinancieringsbron | | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 | Totaal | | f | | | | | | | | TOTAAL VK inclusief medefinanciering | a+c+d+e+f | | | | | | | | 4.1.2 Verenigbaarheid met de financiële programmering X Het voorstel is verenigbaar met de bestaande financiële programmering. Het voorstel vergt herprogrammering van de betrokken rubriek van de financiële vooruitzichten. Het voorstel vergt wellicht toepassing van de bepalingen van het Interinstitutioneel Akkoord [12] (flexibiliteitsinstrument of herziening van de financiële vooruitzichten). 4.1.3 Financiële gevolgen voor de ontvangsten X Het voorstel heeft geen financiële gevolgen voor de ontvangsten. Het voorstel heeft de volgende financiële gevolgen voor de ontvangsten: NB: Alle gegevens en opmerkingen over de wijze van berekening van de gevolgen voor de ontvangsten moeten in een aparte bijlage worden vermeld. in miljoen euro (tot op 1 decimaal) | | Vóór de actie [jaar n - 1] | | Situatie na de actie | Begrotingsonderdeel | Ontvangsten | | | [Jaar n] | [n+1] | [n+2] | [n+3] | | a) Ontvangsten in absolute bedragen | | | | | | | | b) Verschil in ontvangsten | | | | | | | (Vermeld elk betrokken begrotingsonderdeel; voeg extra rijen toe wanneer er gevolgen zijn voor meer dan een begrotingsonderdeel.) 4.2. Personele middelen in voltijdequivalenten – VTE (met inbegrip van ambtenaren, tijdelijk en extern personeel) – zie punt 8.2.1. Jaarlijkse behoeften | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 | Totale personele middelen in VTE | 0,550 | 0,550 | 0,550 | 0,550 | 0,550 | 0,550 | 5. KENMERKEN EN DOELSTELLINGEN 5.1 Behoefte waarin op korte tot lange termijn moet worden voorzien De hoofddoelstelling van de nieuwe partnerschapsovereenkomst in de visserijsector (VPO) is het instellen van een samenwerkingskader tussen de Gemeenschap en Madagaskar voor de ontwikkeling van een duurzaam en verantwoord beleid in de visserijzone van Madagaskar. De voornaamste elementen van het nieuwe protocol zijn: – Vangstmogelijkheden: 43 vriesschepen voor de tonijnvisserij met de zegen, 50 vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug van meer dan 100 BT en 26 vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug van minder dan 100 BT, dat wil zeggen 31 vergunningen voor de beugvisserij, wat het mogelijk maakt een vloot kleine beugschepen van minder dan 100 BT uit de ultraperifere gebieden te integreren, en 5 vergunningen voor de experimentele visserij op demersale soorten, waarin in het vroegere protocol niet was voorzien. – Referentiehoeveelheid per jaar: 13 300 ton tonijnachtigen. – Jaarlijkse financiële tegenprestatie: 1 197 000 euro. – Door de reders te betalen voorschotten en rechten: 35 euro (voordien 25 euro) per ton tonijn. Het bedrag van de vergunningen voor de demersale visserij zal na de proeffase worden vastgesteld. De voorschotten bedragen 3 920 euro per jaar per vaartuig voor de tonijnvisserij met de zegen, 3 500 euro per jaar per vaartuig voor de visserij met de drijvende beug van meer dan 100 GT en 1 680 euro per jaar per vaartuig voor de visserij met de drijvende beug van minder dan 100 GT. 5.2 Meerwaarde van het communautaire optreden, samenhang van het voorstel met andere financiële instrumenten en mogelijke synergie Wanneer de Gemeenschap deze nieuwe VPO niet sluit, zal er ruimte ontstaan voor particuliere overeenkomsten, die niet borg staan voor een duurzame visserij. De Gemeenschap hoopt ook dat met deze VPO Madagaskar efficiënt met haar zal samenwerken in de regionale organisaties zoals de Commissie voor de tonijnvisserij in de Indische Oceaan (IOTC), bij de strijd tegen illegale visserij en bij het duurzaam beheer van de bestanden van sterk migrerende soorten. 5.3. Doelstellingen, verwachte resultaten en bijbehorende indicatoren van het voorstel in de context van het ABM Het onderhandelen over en sluiten van visserijovereenkomsten met derde landen passen bij de algemene doelstelling van instandhouding en bescherming van de traditionele visserijactiviteiten van de communautaire vloot, inclusief de verre vloot, en tot ontwikkeling van de betrekkingen in het kader van een partnerschap om de duurzame exploitatie van de visbestanden buiten de communautaire wateren te stimuleren, rekening houdend met milieutechnische, sociale en economische aspecten. Voor de follow-up van de tenuitvoerlegging van de overeenkomst worden in de context van het ABM de volgende indicatoren gehanteerd: controle van het gebruik van de vangstmogelijkheden; verzameling en analyse van gegevens over de vangsten en de handelswaarde van de overeenkomst; bijdrage aan de werkgelegenheid en toegevoegde waarde in de Gemeenschap; bijdrage aan de stabiliteit van de communautaire markt; bijdrage tot de algemene doelstelling van de armoedebestrijding in Madagaskar, met inbegrip van de bijdrage tot de werkgelegenheid en de ontwikkeling van infrastructuur, alsmede ondersteuning van de staatsbegroting; aantal technische vergaderingen en bijeenkomsten van de gemengde commissie. 5.4 Wijze van uitvoering (indicatief) Voor de uitvoering van de actie gekozen methode(n) [13]. X Gecentraliseerd beheer X direct door de Commissie indirect Gedeeld of gedecentraliseerd beheer Gezamenlijk beheer met internationale organisaties (geef aan welke) 6. TOEZICHT EN EVALUATIE 6.1 Toezicht De Commissie (DG FISH, in samenwerking met de delegatie van de Europese Commissie in Madagaskar) zal regelmatig toezicht houden op de tenuitvoerlegging van deze overeenkomst, met name wat betreft het gebruik ervan door de marktdeelnemers en de gedane vangsten. 6.2 Evaluatie Met medewerking van een consortium van onafhankelijke consultants is in maart 2006 met het oog op de onderhandelingen over een nieuw protocol een diepgaande evaluatie van het lopende protocol uitgevoerd en afgerond. 6.2.1 Evaluatie vooraf Bij de evaluatie is vooral gekeken naar de benutting van de vangstmogelijkheden, die altijd toereikend is geweest voor vaartuigen voor de visserij met de zegen (83 % in 2004, 93 % in 2005 en 98 % in 2006) en voor vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug (78 % in 2004, 85 % in 2005 et 100 % in 2006). Wat de vangsten uitgedrukt in tonnage betreft, lopen de resultaten sterk uiteen. Waar de jaarlijkse vangst tot 2001 steeds circa 8 000 ton bedroeg, is deze in 2003 en 2004 fors afgenomen tot nog slechts enkele honderden ton. Deze situatie is het gevolg van natuurverschijnselen waarvoor tot dusver nog geen verklaring bestaat en die hebben geleid tot een concentratie van de visbestanden voor de kust van Tanzania terwijl deze werd verwacht in de Straat van Mozambique. 2005 markeerde de terugkeer naar een normale situatie met vangsten boven 12 000 ton in de visserijzone van Madagaskar. De conclusie van de evaluatie vooraf luidt dat een nieuwe overeenkomst de beide partijen tot voordeel zal strekken. - Toegevoegde waarde van de communautaire steun: Ofschoon het rendement voor de Gemeenschap in 2004 negatief was (lage vangsten), is het in 2005 met een bedrag van 4,8 miljoen euro aan toegevoegde waarde voor de Gemeenschap - dat wil zeggen dat iedere geïnvesteerde euro ongeveer 5 euro toegevoegde waarde heeft opgeleverd - in overeenstemming met het niveau dat is gemeten voor andere tonijnovereenkomsten. De economische voordelen voor Madagaskar worden geraamd op 2,2 miljoen euro per jaar (tegenprestatie, bedrag van de vergunningen en indirecte economische gevolgen) plus 5,4 miljoen euro per jaar aan toegevoegde waarde die door de conservenindustrie wordt gegenereerd. De overeenkomst ondersteunt circa 1 100 arbeidsplaatsen aan boord en aan de wal van onderdanen van EU-lidstaten uit van de visserij afhankelijke zones. De visserijovereenkomst staat ook borg voor een belangrijk deel van de middelen van het sectorale visserijbeleid van Madagaskar. - Risico's en alternatieve opties: De invoering van een protocol bij de visserijovereenkomst gaat gepaard met een aantal risico's, bijvoorbeeld: het kan gebeuren dat de bedragen voor de financiering van het sectorale visserijbeleid en de door de reders te betalen visrechten niet de afgesproken bestemming krijgen (fraude) en dat buitenlandse vloten zich niet aan de vergunningen en controles houden. Om dergelijke risico’s te vermijden, is voorzien in een voortdurende dialoog over de programmering en de tenuitvoerlegging van het sectorale beleid, met name wat controle en toezicht betreft. 6.2.2 Raming vooraf van de economische waarde van de overeenkomst en financiële bijdrage van de Gemeenschap De overeenkomst komt tegemoet aan een behoefte van een deel van de communautaire vloot doordat zij voorziet in vangstmogelijkheden voor visbestanden die willekeurig migreren in de internationale wateren en de exclusieve economische zones van de kuststaten. De visserijzone van Madagaskar is in dat verband belangrijk gedurende ten minste een kwartaal per jaar. De overeenkomst wordt ook geacht tegemoet te komen aan een behoefte van Madagaskar om deviezeninkomsten te genereren via natuurlijke rijkdommen die het land zelf niet kan exploiteren. De financiële tegenprestatie van de Gemeenschap in het kader van deze nieuwe partnerschapsovereenkomst is een vast bedrag dat is berekend op basis van een jaarlijkse betaling van 1 197 000 euro voor het protocol 2007/2012. 6.2.3 Naar aanleiding van een tussentijdse evaluatie of evaluatie achteraf genomen maatregelen (ervaring die bij soortgelijke activiteiten in het verleden is opgedaan) De referentiehoeveelheid blijft ongewijzigd en kan eventueel licht worden verhoogd. Het voorschot voor de vergunningen voor grote vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug is opnieuw bekeken. De dialoog met de autoriteiten van Madagaskar, die tijdens het vorige protocol onbestaande was, is hervat. 6.2.4 Vorm en frequentie van toekomstige evaluaties Na de studie van maart 2006 (zie punt 6.2) zullen, tevens om de duurzaamheid van de visserij in de regio te waarborgen, voorafgaand aan eventuele verlengingen van het protocol, de economische en sociale gevolgen en de gevolgen voor het milieu worden geëvalueerd. De in punt 5.3 vermelde indicatoren zullen worden gebruikt om een evaluatie achteraf uit te voeren. 7. Fraudebestrijdingsmaatregelen Voor het gebruik van de door de Gemeenschap in het kader van de overeenkomst geleverde financiële tegenprestatie is uitsluitend het betrokken, soevereine derde land verantwoordelijk. Dit neemt niet weg dat de Commissie zich ertoe heeft verbonden een permanente politieke dialoog en overleg tot stand te brengen ter verbetering van het beheer van het protocol en ter versterking van de bijdrage van de Gemeenschap aan het duurzaam beheer van de bestanden. Onder alle omstandigheden gelden voor alle betalingen die de Commissie in het kader van een visserijovereenkomst verricht, de normale begrotings- en financieringsvoorschriften en -procedures van de Commissie. Op grond hiervan moeten met name de bankrekeningen van het derde land waarop de bedragen van de financiële tegenprestatie worden gestort, volledig kunnen worden geïdentificeerd. 8. MIDDELEN 8.1 Financiële kosten van de doelstellingen van het voorstel Vastleggingskredieten, in miljoen euro (tot op 4 decimalen) (Vermeld de doelstellingen, acties en outputs) | Soort output | Jaar n | Jaar n+1 | Jaar n+2 | Jaar n+3 | Jaar n+4 | Jaar n+5 | Totaal | | | Aantal (output) | To-tale kos-ten | Aantal (output) | To-tale kos-ten | Aantal (output) | To-tale kos-ten | Aantal (output) | To-tale kos-ten | Aantal (output) | To-tale kos-ten | Aantal (output) | Totale kosten | Aantal (output) | Totale kosten | OPERATIONELE DOELSTELLING nr. 1 [14]: Vangstmogelijkhe-den verkrijgen tegen financiële tegenprestatie | | | | | | | | | | | | | | | | | Actie 1………… | - Output 1 | Vaartuigen/ vergun-ningenquota | 119 vergun-ningen13 300 t | 0,8645 | 119 vergun-ningen13 300 t | 0,8645 | 119 vergun-ningen13 300 t | 0,8645 | 119 vergun-ningen13 300 t | 0,8645 | 119 vergun-ningen13 300 t | 0,8645 | 119 vergun-ningen13 300 t | 0,8645 | 714Vergun-ningen79 800 t | 5,1870 | | | | | | | | | | | | | | | | | OPERATIONELE DOELSTELLING nr. 2: ondersteuning bij de tenuitvoerlegging van het sectorale visserijbeleid van Madagaskar | Actie 2……… | - Output 2 | | | 0,3325 | Realisa-ties – matrix van indicatoren met betrek-king tot de resulta-ten van de uitvoe-ring van het sectorale beleid van Mada-gaskar | 0,3325 | Realisa-ties – matrix van indicatoren met betrek-king tot de resulta-ten van de uitvoe-ring van het sectorale beleid van Mada-gaskar | 0,3325 | Realisa-ties – matrix van indicatoren met betrek-king tot de resulta-ten van de uitvoe-ring van het sectorale beleid van Mada-gaskar | 0,3325 | Reali-saties – matrix van indica-toren met betrek-king tot de resulta-ten van de uitvoe-ring van het secto-rale beleid van Mada-gaskar | 0,3325 | Realisaties – matrix van indicato-ren met betrekking tot de resultaten van de uitvoering van het sectorale beleid van Mada-gaskar | 0,3325 | Realisa-ties – matrix van indicatoren met betrek-king tot de resul-taten van de uitvoe-ring van het sectorale beleid van Mada-gaskar | 1,9950 | | TOTALE KOSTEN [15] | | | 1,1970 | | 1,1970 | | 1,1970 | | 1,1970 | | 1,1970 | | 1,1970 | | 7,1820 | | | | | | | | | | | | | | | | | * 8.2 Administratieve uitgaven 8.2.1 Aantal en soort personeelsleden Soort post | | Huidig of extra personeel dat zal worden ingezet voor het beheer van de actie (aantal posten/VTE) | | | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 | Ambtena-ren of tijdelijk personeel [16] (11 01 01) | A*/AD | 0,2500 | 0,2500 | 0,2500 | 0,2500 | 0,2500 | 0,2500 | | B*, C*/AST | 0,3000 | 0,3000 | 0,3000 | 0,3000 | 0,3000 | 0,3000 | Uit art. 11 01 02 gefinancierd personeel [17] | | | | | | | Uit art. 11 01 04 04 gefinancierd ander personeel [18] | | | | | | | TOTAAL | 0,5500 | 0,5500 | 0,5500 | 0,5500 | 0,5500 | 0,5500 | 8.2.2 Omschrijving van de taken die uit de actie voortvloeien · De onderhandelaar helpen bij het voorbereiden en afronden van de onderhandelingen over de visserijovereenkomsten: – aan de onderhandelingen met de derde landen deelnemen teneinde een visserijovereenkomst te sluiten; – ontwerp-evaluatieverslagen en nota's met onderhandelingsstrategieën opstellen voor de Commissaris; – het standpunt van de Commissie toelichten en verdedigen in de werkgroep “Externe visserij” van de Raad; – bijdragen aan een compromis met de betrokken lidstaten over de definitieve tekst van de overeenkomst. · Controle op de uitvoering (monitoring) van de overeenkomsten: – dagelijks toezicht op de visserijovereenkomsten; – voorbereiding en controle van de betalingsverplichtingen en betalingen van de financiële tegenprestatie en de gerichte acties, of van de financiering van de ontwikkeling van verantwoorde visserij; – regelmatige verslaglegging over de uitvoering van de overeenkomsten; – evaluatie van de overeenkomsten: wetenschappelijke en technische aspecten; – voorbereiding van het ontwerpvoorstel voor een verordening en voor een besluit van de Raad en opstelling van de teksten van de overeenkomst; – inleiding en follow-up van de goedkeuringsprocedures. · Technische bijstand: – voorbereiding van het standpunt dat de Commissie in de gemengde commissie zal innemen. · Interinstitutionele betrekkingen: – de Commissie vertegenwoordigen bij de Raad, het Europees Parlement en de lidstaten tijdens het onderhandelingsproces; – de antwoorden op mondelinge en schriftelijke vragen van het Europees Parlement opstellen. · Interdepartementale raadpleging en coördinatie: – contacten onderhouden met de overige directoraten-generaal over vraagstukken in verband met de onderhandelingen over en het toezicht op de overeenkomsten; – het organiseren van en reageren op interdepartementale raadplegingen. · Evaluatie: – bijdragen aan de bijwerking van de effectbeoordeling; – bereikte doelstellingen en evaluatie-indicatoren analyseren. 8.2.3 Herkomst van het (statutaire) personeel (Wanneer meer dan een bron wordt vermeld, geef dan het aantal posten per bron) X Posten die momenteel zijn toegewezen aan het beheer van het te vervangen of te verlengen programma Posten die al zijn toegewezen in het kader van de JBS/VOB-procedure voor 2006 Posten waarom in het kader van de volgende JBS/VOB-procedure zal worden gevraagd Bestaande posten binnen de beherende dienst die worden heringedeeld (interne herindeling) Posten die voor jaar n nodig zijn maar die in het kader van de JBS/VOB-procedure voor dat jaar nog niet zijn toegewezen 8.2.4 Andere administratieve uitgaven binnen het referentiebedrag (11 01 04/05 – Uitgaven voor administratief beheer) in euro Begrotingsonderdeel 11010404(nummer en omschrijving) | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 | TOTAAL | 1. Technische en administratieve bijstand (inclusief bijbehorende personeelsuitgaven) | | | | | | | | Uitvoerende agentschappen [19] | | | | | | | | Andere technische en administratieve bijstand | | | | | | | | - intern | | | | | | | | - extern (1) | | | | | | 40 000 | 40 000 | Totaal Technische en administratieve bijstand | | | | | | 40 000 | 40 000 | (1) een evaluatie achteraf van het geldende protocol en een evaluatie vooraf van het toekomstige protocol 8.2.5 Personeelsuitgaven en aanverwante uitgaven die niet in het referentiebedrag zijn begrepen in euro Soort personeel | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 | TOTAAL | Ambtenaren en tijdelijk personeel (11 01 01) | 59 400 | 59 400 | 59 400 | 59 400 | 59 400 | 59 400 | 356 400 | Uit art. XX 01 02 gefinancierd personeel (hulpfunctionarissen, gedetacheerde nationale deskundigen, personeel op contractbasis, enz.)(vermeld begrotingsonderdeel) | | | | | | | | Totaal personeelsuitgaven en aanverwante uitgaven (die NIET in het referentiebedrag zijn begrepen) | 59 400 | 59 400 | 59 400 | 59 400 | 59 400 | 59 400 | 356 400 | Berekening – Ambtenaren en tijdelijke functionarissen Verwijs zo nodig naar punt 8.2.1 - 1A = € 117 000*0,25 = € 29 250 1B = € 117 000*0,15 = € 17 550 1C = € 117 000*0,15 = € 17 550 Subtotaal: € 64 350 (0,0644 miljoen euro per jaar) Totaal: € 64 350 per jaar (0,0644 miljoen euro per jaar) | Berekening – Uit artikel XX 01 02 gefinancierd personeel Verwijs zo nodig naar punt 8.2.1 8.2.6 Andere administratieve uitgaven die niet in het referentiebedrag zijn begrepen in euro | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 | TOTAAL | 11 01 02 11 01 – Dienstreizen | 20 000 | 20 000 | 20 000 | 20 000 | 20 000 | 20 000 | 120 000 | 11 01 02 11 02 – Conferenties en vergaderingen | 1 500 | 1 500 | 1 500 | 1 500 | 1 500 | 1 500 | 9 000 | XX 01 02 11 03 – Comités [20] | | | | | | | | XX 01 02 11 04 – Studies en adviezen | | | | | | | | XX 01 02 11 05 - Informatiesystemen | | | | | | | | 2. Totaal andere beheersuitgaven (XX 01 02 11) | | | | | | | | 3. Andere uitgaven van administratieve aard (vermeld welke en verwijs naar het begrotings-onderdeel) | | | | | | | | Totaal andere administratieve uitgaven (die NIET in het referentiebedrag zijn begrepen) | 21 500 | 21 500 | 21 500 | 21 500 | 21 500 | 21 500 | 129 000 | De uitgaven voor personeel en beheer zullen in het kader van de jaarlijkse begrotingsprocedure ten laste worden gebracht van de begroting van het beherende DG. [1] PB L 73 van 15.3.2001, blz. 8. [2] De vergunningen die bestemd zijn voor vaartuigen van meer dan 100 BT mogen ook worden gebruikt door vaartuigen van minder dan 100 BT. De forfaitaire bedragen die zijn vastgesteld in hoofdstuk I, afdeling 2, punt 3, van de bijlage zijn evenwel die welke overeenstemmen met de tonnage van het vaartuig. [3] Conform de internationale normen. [4] Op de totale Europese vloot moeten er minstens 70 zeelieden uit de lidstaten van de IOTC afkomstig zijn. [5] Doorhalen wat niet van toepassing is. [6] Gesplitste kredieten. [7] Niet-gesplitste kredieten. [8] Uitgaven die niet onder hoofdstuk 11 01 van de betrokken titel 11 vallen. [9] Overeenkomstig het protocol kunnen de vangstmogelijkheden in onderling overleg worden verhoogd voor zover uit de conclusies van het wetenschappelijke advies blijkt dat een dergelijke verhoging het duurzame beheer van de visbestanden van Madagaskar niet in gevaar brengt. In dit geval wordt de financiële tegenprestatie evenredig en pro rata temporis verhoogd. De Gemeenschap mag jaarlijks evenwel niet meer betalen dan het dubbele van het bedrag dat is vermeld in artikel 2, punt 3, van het protocol (2 394 000 euro). Als de communautaire vaartuigen meer vangen dan de hoeveelheid die overeenstemt met het dubbele van het jaarlijkse totaalbedrag, wordt het voor de extra hoeveelheid verschuldigde bedrag het volgende jaar betaald (voor zover de nodige begrotingsmiddelen beschikbaar zijn). [10] Uitgaven in het kader van artikel 11 01 04 van titel 11. [11] Uitgaven in het kader van hoofdstuk 11 01, met uitzondering van artikel 11 01 04. [12] Zie de punten 19 en 24 van het Interinstitutioneel Akkoord. [13] Verstrek, indien meer dan een methode wordt aangekruist, extra informatie onder Opmerkingen. [14] Zoals beschreven in punt 5.3. [15] Overeenkomstig het protocol kunnen de vangstmogelijkheden in onderling overleg worden verhoogd voor zover uit de conclusies van het wetenschappelijke advies blijkt dat een dergelijke verhoging het duurzame beheer van de visbestanden van Madagaskar niet in gevaar brengt. In dit geval wordt de financiële tegenprestatie evenredig en pro rata temporis verhoogd. De Gemeenschap mag jaarlijks evenwel niet meer betalen dan het dubbele van het bedrag dat is vermeld in artikel 2, punt 3, van het protocol (2 394 000 euro). Als de communautaire vaartuigen meer vangen dan de hoeveelheid die overeenstemt met het dubbele van het jaarlijkse totaalbedrag, wordt het voor de extra hoeveelheid verschuldigde bedrag het volgende jaar betaald (voor zover de nodige begrotingsmiddelen beschikbaar zijn). [16] Waarvan de kosten NIET door het referentiebedrag worden gedekt. [17] Waarvan de kosten NIET door het referentiebedrag worden gedekt. [18] Waarvan de kosten door het referentiebedrag worden gedekt. [19] Verwijs naar het specifieke financieel memorandum voor de betrokken uitvoerende agentschappen. [20] Vermeld het soort comité en de groep waartoe het behoort. --------------------------------------------------