EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52007PC0422(01)

Voorstel voor een besluit van de Raad betreffende de ondertekening van de overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Servië inzake de versoepeling van de afgifte van visa voor kort verblijf

/* COM/2007/0422 def. */

52007PC0422(01)

Voorstel voor een besluit van de Raad betreffende de ondertekening van de overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Servië inzake de versoepeling van de afgifte van visa voor kort verblijf /* COM/2007/0422 def. */


[pic] | COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN |

Brussel, 18.7.2007

COM(2007) 422 definitief

2007/0144 (CNS)

Voorstel voor een

BESLUIT VAN DE RAAD

betreffende de ondertekening van de overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Servië inzake de versoepeling van de afgifte van visa voor kort verblijf

Voorstel voor een

BESLUIT VAN DE RAAD

betreffende de sluiting van de overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Servië inzake de versoepeling van de afgifte van visa voor kort verblijf

(door de Commissie ingediend)

TOELICHTING

POLITIEKE EN JURIDISCHE ACHTERGROND

Het belang van een dialoog over visumkwesties, zowel voor de Republiek Servië als voor alle andere landen van de westelijke Balkan, werd opnieuw bevestigd in de conclusies van de topontmoeting tussen de EU en de westelijke Balkan van 21 juni 2003 in Thessaloniki, waarin ook het Europese perspectief van de landen van de westelijke Balkan werd bevestigd. In de “Agenda van Thessaloniki” werd het vooruitzicht van visumversoepeling voor de westelijke Balkanlanden als langetermijndoel gekoppeld aan de vorderingen van de betrokken landen op het gebied van de versterking van de rechtsstaat, de bestrijding van georganiseerde criminaliteit, corruptie en illegale migratie, en de uitbouw van de administratieve capaciteit voor grenscontrole en documentbeveiliging.

Met dit Europese perspectief hebben de autoriteiten van de Republiek Servië zich gericht op het verkrijgen van een versoepeling van de procedures voor de afgifte van visa voor kort verblijf voor hun onderdanen, als overgang naar de opheffing van de visumplicht op de middellange termijn.

Voor de Europese Gemeenschap zijn visumversoepelingsovereenkomsten een nieuw instrument in het kader van het beleid inzake visa voor kort verblijf: in het Haags Programma wordt de Raad en de Commissie verzocht om met het oog op een gemeenschappelijke aanpak te bezien "of het in het kader van het EG-overnamebeleid wenselijk is de afgifte van visa voor kort verblijf aan onderdanen van derde landen per geval te vergemakkelijken, indien mogelijk en op basis van wederkerigheid, als onderdeel van een reëel partnerschap in het kader van de externe betrekkingen, waarvan migratievraagstukken een onderdeel vormen". De EU heeft dit instrument ontwikkeld en voor het eerst gebruikt in haar betrekkingen met de Russische Federatie en Oekraïne.

In december 2005 hebben de lidstaten, op het niveau van het Coreper, overeenstemming bereikt over een gemeenschappelijke aanpak voor de ontwikkeling van het EU-beleid inzake de versoepeling van de visumplicht en vastgesteld op basis van welke criteria moet worden besloten onderhandelingen met derde landen te beginnen over de versoepeling van de visumafgifte.

Nadat de Raad de Commissie daartoe op 13 november 2006 had gemachtigd, begonnen op 1 december 2006 in Brussel de onderhandelingen met de Republiek Servië over de versoepeling van de afgifte van visa voor kort verblijf, terwijl de onderhandelingen over een overnameovereenkomst werden voortgezet. Op 18 januari 2007 en op 11 april 2007 werden respectievelijk in Belgrado en Brussel nog twee onderhandelingsronden gehouden, tegelijk met de onderhandelingen over een overnameovereenkomst. Bovendien werden van tijd tot tijd informele deskundigenvergaderingen belegd om de formele onderhandelingen voor te bereiden.

Bij de laatste formele onderhandelingsronde op 16 mei 2007 werden de definitieve teksten van de visumversoepelings- en de overnameovereenkomst geparafeerd op technisch niveau.

De Europese Commissie heeft al een visumversoepelingsovereenkomst gesloten met twee andere derde landen (de Russische Federatie en Oekraïne). De ervaring die bij deze eerdere onderhandelingen is opgedaan, is nuttig gebleken voor de onderhandelingen met de Republiek Servië.

De lidstaten zijn gedurende alle fasen van de onderhandelingen regelmatig op de hoogte gehouden en geraadpleegd in werkgroepen en comités van de Raad.

Voor de Gemeenschap is artikel 62, punt 2, onder b), juncto artikel 300 van het EG-Verdrag de rechtsgrond voor de overeenkomst.

De bijgevoegde voorstellen vormen de rechtsinstrumenten voor de ondertekening en de sluiting van de overeenkomst. De Raad besluit met gekwalificeerde meerderheid van stemmen. Overeenkomstig artikel 300, lid 3, van het EG-Verdrag moet het Europees Parlement formeel worden geraadpleegd over de sluiting van de overeenkomst.

Het voorgestelde besluit betreffende de sluiting bevat de interne regelingen die nodig zijn voor de praktische toepassing van de overeenkomst. Er wordt met name in bepaald dat de Europese Commissie, bijgestaan door deskundigen van de lidstaten, de Gemeenschap vertegenwoordigt in het gemengd comité dat bij artikel 12 van de overeenkomst wordt opgericht.

Overeenkomstig artikel 12, lid 4, stelt het gemengd comité zijn reglement van orde vast. Daarbij zal het standpunt van de Gemeenschap worden vertolkt door de Commissie, na raadpleging van een door de Raad aangewezen bijzonder comité.

Europese burgers[1] zijn momenteel door de Republiek Servië vrijgesteld van de visumplicht. In de ontwerpovereenkomst inzake versoepeling van de visumafgifte bepaalt artikel 1, lid 2, dat indien de Republiek Servië de visumplicht voor EU-burgers weer invoert, op basis van wederkerigheid voor EU-burgers automatisch dezelfde versoepelingen gelden als die welke krachtens de overeenkomst gelden voor de burgers van de Republiek Servië.

ONDERHANDELINGSRESULTAAT

De Commissie is van mening dat de doelstellingen die de Raad in de onderhandelingsrichtsnoeren had geformuleerd, zijn bereikt en dat de ontwerpovereenkomst over de versoepeling van de visumafgifte aanvaardbaar is voor de Gemeenschap.

De overeenkomst houdt uiteindelijk het volgende in:

- in beginsel moet voor alle visumaanvragen binnen tien kalenderdagen worden besloten of al dan niet een visum wordt afgegeven. Deze periode kan worden verlengd tot 30 kalenderdagen indien nader onderzoek nodig is. In dringende gevallen kan de periode voor het nemen van een beslissing worden beperkt tot drie werkdagen of minder;

- voor het behandelen van een visumaanvraag van burgers van Servië wordt 35 euro in rekening gebracht. Deze leges moeten worden betaald door alle burgers van Servië die een visum aanvragen, zowel voor enkelvoudige als voor meervoudige visa. Bovendien worden bepaalde categorieën personen vrijgesteld van de visumleges: naaste familieleden, ambtenaren die deelnemen aan regeringsactiviteiten, studenten, gehandicapten, journalisten, chauffeurs die internationaal goederen- en personenvervoer verzorgen, vertegenwoordigers van religieuze gemeenschappen, vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld, beoefenaars van vrije beroepen, treinpersoneel, gepensioneerden, kinderen jonger dan zes jaar, humanitaire gevallen en deelnemers aan culturele en educatieve uitwisselingsprogramma's en sport- of culturele evenementen;

- voor sommige categorieën personen geldt een vereenvoudiging ten aanzien van de over te leggen documenten betreffende het doel van de reis: naaste familieleden, zakenlieden, leden van officiële delegaties, studenten, deelnemers aan wetenschappelijke, culturele en sportieve manifestaties, journalisten, personen die aanwezig zijn bij een militaire of civiele begrafenis, vertegenwoordigers van religieuze gemeenschappen, vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld, beoefenaars van vrije beroepen, chauffeurs die internationaal goederen- en personenvervoer verzorgen, personen die om medische redenen komen en toeristen die deelnemen aan een georganiseerde reis hoeven alleen over de in de overeenkomst genoemde documenten te beschikken om hun reis te motiveren. Andere vormen van motivering, uitnodiging of validering die worden voorgeschreven door de wetgeving van de lidstaten zijn niet nodig;

- ook de criteria voor de afgifte van een meervoudig visum zijn vereenvoudigd voor de volgende categorieën personen:

a) aan leden van nationale en provinciale/regionale regeringen en parlementen, het grondwettelijk hof en de hoogste rechterlijke instantie, permanente leden van officiële delegaties en echtgenoten en kinderen die op bezoek gaan bij burgers van de Republiek Servië die legaal in de lidstaten verblijven, wordt een visum verstrekt dat vijf jaar geldig is (of korter, afhankelijk van de duur van het mandaat of de geldigheidsduur van de verblijfsvergunning);

b) aan deelnemers van officiële wetenschappelijke en culturele uitwisselingsprogramma's en sportevenementen, journalisten, zakenlieden, vertegenwoordigers van religieuze gemeenschappen, vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld, beoefenaars van vrije beroepen, beroepschauffeurs en treinpersoneel, studenten en personen die om medische redenen komen, wordt, mits zij gedurende de twee voorafgaande jaren goed gebruik hebben gemaakt van een meervoudig visum van een jaar en de redenen voor het aanvragen van een meervoudig visum nog steeds gelden, een visum verstrekt met een geldigheidsduur van minimaal 2 jaar en maximaal 5 jaar;

- burgers van de Republiek Servië die houders zijn van een geldig diplomatiek paspoort zijn vrijgesteld van de visumplicht voor een kort verblijf;

- voor burgers van de Republiek Servië die houder zijn van een geldig dienstpaspoort blijven de bilaterale overeenkomsten die voor 1 januari 2007 zijn ondertekend, gedurende vijf jaar gelden. Een aan de overeenkomst gehechte verklaring bepaalt dat uiterlijk vier jaar na de inwerkingtreding van de overeenkomst het systeem van de dienspaspoorten wordt geëvalueerd;

- er is een protocol opgesteld waarin wordt bepaald dat de lidstaten die het Schengenacquis nog niet volledig toepassen, eenzijdig aan burgers van Servië verstrekte Schengenvisa en -verblijfsvergunningen kunnen erkennen met het oog op doorreis over hun grondgebied, overeenkomstig Beschikking nr. 895/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2006[2]. Er is een verwijzing opgenomen naar de toekomstige wijziging van Beschikking 895/2006/EG om deze ook op Bulgarije en Roemenië van toepassing te laten zijn;

- er is een verklaring van de Europese Gemeenschap aan de overeenkomst gehecht over de toegang van visumaanvragers tot informatie en over de harmonisatie van informatieprocedures voor de afgifte van visa voor kort verblijf;

- op uitdrukkelijk verzoek van de Republiek Servië zijn verklaringen van de Europese Gemeenschap aan de overeenkomst gehecht over de versoepeling van de afgifte van visa aan familieleden (die niet onder de juridisch bindende bepalingen van de overeenkomst vallen) en bonafide aanvragers.

Op alle aangelegenheden die niet bij de overeenkomst zijn geregeld, blijven de normale Schengenregels of de nationale wetgeving van toepassing, zoals op het weigeren van een visum, de erkenning van reisdocumenten, bewijs van voldoende middelen van bestaan, de mogelijkheid om bij twijfel aanvragers uit te nodigen voor een persoonlijk onderhoud, en de bestaande versoepelingsregels voor bonafide reizigers.

De specifieke situatie van Denemarken, het Verenigd Koninkrijk en Ierland wordt belicht in de preambule en in twee gemeenschappelijke verklaringen die aan de overeenkomst zijn gehecht. Ook de nauwe betrokkenheid van Noorwegen en IJsland bij de uivoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis komt tot uiting in een aan de overeenkomst gehechte gemeenschappelijke verklaring.

Omdat de overeenkomst inzake de versoepeling van de visumafgifte en de overnameovereenkomst onderling verband houden, moeten beide overeenkomsten tegelijkertijd worden ondertekend en gesloten en in werking treden.

CONCLUSIES

Rekening houdend met de hierboven beschreven resultaten, stelt de Commissie voor dat de Raad:

- besluit dat de overeenkomst namens de Gemeenschap wordt ondertekend en de voorzitter van de Raad machtigt om de persoon (personen) aan te wijzen die is (zijn) gemachtigd om de overeenkomst namens de Gemeenschap te ondertekenen;

- na raadpleging van het Europees Parlement de bijgevoegde overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Servië inzake de versoepeling van de afgifte van visa voor kort verblijf goedkeurt.

Voorstel voor een

BESLUIT VAN DE RAAD

betreffende de ondertekening van de overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Servië inzake de versoepeling van de afgifte van visa voor kort verblijf

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 62, punt 2, onder b), bij i) en ii), juncto artikel 300, lid 2, eerste alinea, eerste zin,

Gezien het voorstel van de Commissie[3],

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Bij besluit van 13 november 2006 heeft de Raad de Commissie gemachtigd te onderhandelen over een overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Servië inzake de versoepeling van de afgifte van visa voor kort verblijf.

(2) De onderhandelingen over de overeenkomst zijn op 1 december 2006 begonnen en op 11 april 2007 afgerond.

(3) Onder voorbehoud van een eventuele sluiting op een later tijdstip, moet de op 16 mei 2007 te Brussel geparafeerde overeenkomst worden ondertekend.

(4) Overeenkomstig het Protocol betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland en het Protocol tot opneming van het Schengenacquis in het kader van de Europese Unie nemen het Verenigd Koninkrijk en Ierland niet deel aan de aanneming van dit besluit; dit besluit is bijgevolg niet bindend voor noch van toepassing in het Verenigd Koninkrijk en Ierland.

(5) Overeenkomstig het Protocol betreffende de positie van Denemarken, dat aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap is gehecht, neemt Denemarken niet deel aan de aanneming van dit besluit; dit besluit is bijgevolg niet bindend voor noch van toepassing in Denemarken,

BESLUIT:

Enig artikel

Onder voorbehoud van de mogelijke sluiting op een later tijdstip wordt de voorzitter van de Raad hierbij gemachtigd de persoon/personen aan te wijzen die is/zijn gemachtigd om namens de Europese Gemeenschap de overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Servië inzake de versoepeling van de afgifte van visa voor kort verblijf, alsmede de bijbehorende documenten, zijnde de tekst van de overeenkomst, een protocol en de verklaringen, te ondertekenen.

Gedaan te Brussel, […] 2007

Voor de Raad

De voorzitter

2007/0144 (CNS)

Voorstel voor een

BESLUIT VAN DE RAAD

betreffende de sluiting van de overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Servië inzake de versoepeling van de afgifte van visa voor kort verblijf

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 62, punt 2, onder b), bij i) en ii), juncto artikel 300, lid 2, eerste alinea, eerste zin, en artikel 300, lid 3, eerste alinea,

Gezien het voorstel van de Commissie[4],

Gezien het advies van het Europees Parlement[5],

Overwegende hetgeen volgt:

(1) De Commissie heeft namens de Europese Gemeenschap met de Republiek Servië onderhandeld over een overeenkomst inzake de versoepeling van de afgifte van visa voor kort verblijf.

(2) Deze overeenkomst is, onder voorbehoud van een eventuele sluiting op een later tijdstip, op […] 2007 namens de Europese Gemeenschap ondertekend overeenkomstig Besluit …/…/EG van de Raad van […].

(3) Deze overeenkomst moet worden goedgekeurd.

(4) Bij de overeenkomst wordt een gemengd comité voor het beheer van de overeenkomst opgericht, dat zijn eigen reglement van orde kan vaststellen. Er dient een vereenvoudigde procedure te worden gevolgd voor de vaststelling van het standpunt van de Gemeenschap op dit punt.

(5) Overeenkomstig het Protocol betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland en het Protocol tot opneming van het Schengenacquis in het kader van de Europese Unie nemen het Verenigd Koninkrijk en Ierland niet deel aan de aanneming van dit besluit; dit besluit is bijgevolg niet bindend voor noch van toepassing in het Verenigd Koninkrijk en Ierland.

(6) Overeenkomstig het Protocol betreffende de positie van Denemarken, dat aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap is gehecht, neemt Denemarken niet deel aan de aanneming van dit besluit; dit besluit is bijgevolg niet bindend voor noch van toepassing in Denemarken,

BESLUIT:

Artikel 1

De overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Servië inzake de versoepeling van de afgifte van visa voor kort verblijf wordt hierbij namens de Gemeenschap goedgekeurd.

De tekst van de overeenkomst is aan dit besluit gehecht.

Artikel 2

De voorzitter van de Raad verricht de in artikel 14, lid 1, van de overeenkomst bedoelde kennisgeving[6].

Artikel 3

De Commissie, bijgestaan door deskundigen van de lidstaten, vertegenwoordigt de Gemeenschap in het bij artikel 12 van de overeenkomst ingestelde Gemengd Comité van deskundigen.

Artikel 4

In het Gemengd Comité van deskundigen wordt het standpunt van de Gemeenschap met betrekking tot de vaststelling van het reglement van orde van het comité, zoals bepaald in artikel 12, lid 4, van de overeenkomst, vertolkt door de Commissie, na raadpleging van een door de Raad aangewezen bijzonder comité.

Artikel 5

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, ../../2007.

Voor de Raad

De voorzitter

BIJLAGE

OVEREENKOMST

tussen

de Europese Gemeenschap en de Republiek Servië

inzake de versoepeling van de afgifte van visa

DE EUROPESE GEMEENSCHAP, hierna " de Gemeenschap " genoemd,

en

DE REPUBLIEK SERVIË,

hierna de "partijen" genoemd;

Gelet op het Europese perspectief van de Republiek Servië, de opening van de onderhandelingen over de stabilisatie- en associatieovereenkomst (SAO) tussen de Europese Gemeenschap/de EU-lidstaten en de Republiek Servië, en het Europese partnerschap dat in januari 2006 door de Raad is goedgekeurd,

Bevestigend dat zij voornemens zijn in het kader van de toekomstige SAO-structuren nauw samen te werken voor de versoepeling van de visumregeling tussen de Republiek Servië en de Europese Unie, overeenkomstig de conclusies van de topontmoeting tussen de EU en de westelijke Balkan van 21 juni 2003 in Thessaloniki,

Geleid door de wens om in het belang van een gestage ontwikkeling van economische, humanitaire, culturele, wetenschappelijke en andere banden de contacten tussen mensen te vergemakkelijken door als eerste concrete stap naar een visumvrije regeling de afgifte van visa aan burgers van de Republiek Servië te versoepelen,

Rekening houdend met het feit dat alle EU-burgers zijn vrijgesteld van de visumplicht wanneer zij voor maximaal 90 dagen naar de Republiek Servië reizen of op doorreis over het grondgebied van de Republiek Servië reizen,

Erkennend dat indien de Republiek Servië de visumplicht voor EU-burgers weer invoert, op basis van wederkerigheid voor EU-burgers automatisch dezelfde versoepelingen gelden als die welke krachtens deze overeenkomst gelden voor de burgers van de Republiek Servië,

Erkennend dat visumversoepeling niet mag leiden tot illegale migratie en bijzondere aandacht bestedend aan veiligheid en overname,

Rekening houdend met het Protocol betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland en met het Protocol tot opneming van het Schengenacquis in het kader van de Europese Unie, beide gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en bevestigend dat de bepalingen van deze overeenkomst niet van toepassing zijn op het Verenigd Koninkrijk en Ierland,

Rekening houdend met het Protocol betreffende de positie van Denemarken, dat is gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en bevestigend dat de bepalingen van deze overeenkomst niet van toepassing zijn op het Koninkrijk Denemarken,

ZIJN HET VOLGENDE OVEREENGEKOMEN:

Artikel 1 – Doel en toepassingsgebied

1. Deze overeenkomst is bedoeld om de afgifte van visa voor een voorgenomen verblijf van ten hoogste 90 dagen per periode van 180 dagen aan burgers van de Republiek Servië te versoepelen.

2. Indien de Republiek Servië de visumplicht voor EU-burgers of voor bepaalde categorieën EU-burgers weer invoert, gelden op basis van wederkerigheid voor de betrokken EU-burgers automatisch dezelfde versoepelingen als die welke krachtens deze overeenkomst gelden voor de burgers van de Republiek Servië.

Artikel 2 - Algemene bepaling

1. De bij deze overeenkomst geregelde soepeler afgifte van visa geldt voor burgers van de Republiek Servië slechts voor zover zij niet zijn vrijgesteld van de visumplicht op grond van de wet- en regelgeving van de Gemeenschap of de lidstaten, deze overeenkomst of andere internationale overeenkomsten.

2. Op kwesties die niet onder de bepalingen van deze overeenkomst vallen, zoals de weigering om een visum af te geven, de erkenning van reisdocumenten, het bewijs van voldoende bestaansmiddelen, inreisverboden en uitzettingsmaatregelen, is de nationale wetgeving van de Republiek Servië, de nationale wetgeving van de lidstaten of het Gemeenschapsrecht van toepassing.

Artikel 3 – Definities

In deze overeenkomst wordt verstaan onder:

a) " lidstaat ": elke lidstaat van de Europese Unie, met uitzondering van het Koninkrijk Denemarken, de Republiek Ierland en het Verenigd Koninkrijk;

b) " burger van de Europese Unie ": een onderdaan van een lidstaat als bedoeld onder a);

c) " burger van de Republiek Servië ": een persoon die de nationaliteit van de Republiek Servië bezit overeenkomstig de nationale Servische wetgeving;

d) " visum ": een machtiging of beslissing van een lidstaat die nodig is voor:

- inreis voor een voorgenomen verblijf in die lidstaat of in verscheidene lidstaten van in totaal maximaal 90 dagen;

- inreis met het oog op doorreis over het grondgebied van die lidstaat of van meerdere lidstaten;

e) " legaal verblijvende persoon ": een burger van de Republiek Servië die op grond van het Gemeenschapsrecht of de nationale wetgeving gemachtigd is of toestemming heeft om meer dan 90 dagen op het grondgebied van een lidstaat te verblijven.

Artikel 4 – Bewijsstukken betreffende het doel van de reis

1. Voor de hieronder genoemde categorieën burgers van de Republiek Servië volstaan de volgende documenten als rechtvaardiging van het doel van de reis naar de andere partij:

a) voor leden van officiële delegaties van de Republiek Servië die op officiële uitnodiging deelnemen aan bijeenkomsten, overlegrondes, onderhandelingen of uitwisselingsprogramma's of aan evenementen die door intergouvernementele organisaties op het grondgebied van de lidstaten worden gehouden:

- een brief van een instantie van de Republiek Servië waarin wordt bevestigd dat de aanvrager lid is van de delegatie die naar de andere partij afreist om deel te nemen aan een hierboven bedoeld evenement, en een kopie van de officiële uitnodiging;

b) voor zakenlieden en vertegenwoordigers van bedrijfsorganisaties:

- een schriftelijke uitnodiging van een in het gastland gevestigde rechtspersoon, onderneming of organisatie, of een bureau of filialen daarvan, van nationale of lokale autoriteiten van de lidstaten of van organisatiecomités van handels- en industrietentoonstellingen, -conferenties en -symposia die worden gehouden op het grondgebied van de lidstaten en de instemming genieten van de Kamer van Koophandel van de Republiek Servië;

c) voor chauffeurs die internationaal goederen- en personenvervoer verzorgen naar de lidstaten met voertuigen die zijn geregistreerd in de Republiek Servië:

- een schriftelijke uitnodiging van een nationale onderneming of de nationale vereniging van vervoerders van de Republiek Servië die internationaal vervoer over de weg verzorgen, waarin het doel, de duur en de frequentie van de reizen staan vermeld;

d) voor het personeel van wagons, koelwagons en locomotieven die naar de lidstaten reizen:

- een schriftelijke uitnodiging van de bevoegde spoorwegmaatschappij van de Republiek Servië waarin het doel, de duur en de frequentie van de reizen staan vermeld;

e) voor journalisten:

- een certificaat of ander document van een beroepsorganisatie waaruit blijkt dat de betrokken persoon een gekwalificeerd journalist is en een document van de werkgever van de betrokkene waarin staat vermeld dat de reis is bedoeld om journalistiek werk te verrichten;

f) voor deelnemers aan wetenschappelijke, culturele en artistieke activiteiten, zoals universitaire en andere uitwisselingsprogramma's:

- een schriftelijke uitnodiging van de gastorganisatie om deel te nemen aan deze activiteiten;

g) voor scholieren, studenten, postdoctoraal studenten en begeleidende docenten die reizen voor studie- of opleidingsdoeleinden, bijvoorbeeld in het kader van uitwisselingsprogramma's, en andere schoolgerelateerde activiteiten:

- een schriftelijke uitnodiging of een inschrijvingsbewijs van de gastuniversiteit, het gastcollege of de gastschool, of een studentenkaart of inschrijvingsbewijs van de te volgen cursussen;

h) voor deelnemers aan internationale sportevenementen en personen die hen beroepshalve begeleiden:

- een schriftelijke uitnodiging van de gastorganisatie: bevoegde instanties, nationale sportfederaties en het Nationaal Olympisch Comité van een van de lidstaten;

i) voor deelnemers aan officiële uitwisselingsprogramma's van zustergemeenten en -steden:

- een schriftelijke uitnodiging van het hoofd van het stadsbestuur/de burgemeester van deze gemeenten en steden;

j) voor naaste familieleden – echtgenoten, kinderen (inclusief adoptiekinderen), ouders (inclusief voogden), grootouders en kleinkinderen – die op bezoek gaan bij burgers van de Republiek Servië die legaal in de lidstaten verblijven:

- een schriftelijke uitnodiging van de gastheer of –vrouw;

k) voor bezoekers van militaire of civiele begraafplaatsen:

- een officieel document waaruit blijkt dat het graf bestaat en blijft voortbestaan en dat er sprake is van een familierelatie of een andere relatie tussen de visumaanvrager en de overledene;

l) voor personen die een begrafenisplechtigheid bijwonen:

- een officieel overlijdenscertificaat en een bevestiging dat er sprake is van een familierelatie of een andere relatie tussen de visumaanvrager en de overledene;

m) voor personen die om medische redenen komen en hun noodzakelijke begeleiders:

- een officieel document van de medische instelling waaruit blijkt dat medische behandeling in deze instelling noodzakelijk is en dat de betrokkene onder begeleiding moet reizen, alsmede een bewijs van voldoende financiële middelen om de behandeling te betalen;

n) voor vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties die reizen in verband met een opleiding, studiebijeenkomsten of conferenties, bijvoorbeeld in het kader van uitwisselingsprogramma's:

- een schriftelijke uitnodiging van de gastorganisatie, een bevestiging dat de betrokkene de maatschappelijke organisatie vertegenwoordigt en het oprichtingsdocument van de organisatie uit het desbetreffende register, afgegeven door een nationale instantie overeenkomstig de nationale wetgeving.

o) voor vertegenwoordigers van de religieuze gemeenschappen van de Republiek Servië:

- een schriftelijke uitnodiging van een in de Republiek Servië geregistreerde religieuze gemeenschap, waarin het doel, de duur en de frequentie van de reizen staan vermeld;

p) voor beoefenaars van vrije beroepen die deelnemen aan internationale tentoonstellingen, conferenties, symposia, studiebijeenkomsten of vergelijkbare evenementen die in de lidstaten worden gehouden:

- een schriftelijke uitnodiging van de gastorganisatie waaruit blijkt dat de betrokkene deelneemt aan het evenement;

q) voor toeristen:

- een certificaat of bewijsstuk van een door de lidstaten in het kader van de plaatselijke consulaire samenwerking erkend reisbureau of erkende touroperator, waaruit blijkt dat een georganiseerde reis is geboekt.

2. De in lid 1 bedoelde schriftelijke uitnodiging moet de volgende gegevens bevatten:

a) voor degene die wordt uitgenodigd: voor- en achternaam, geboortedatum, geslacht, nationaliteit, nummer van het identiteitsbewijs, tijdstip en doel van de reis, aantal inreizen en waar nodig de naam van de echtgenoot en kinderen die met de uitgenodigde persoon meereizen;

b) voor degene die uitnodigt: voor- en achternaam en adres, of

c) voor de rechtspersoon, onderneming of organisatie die uitnodigt: volledige naam en adres en

- indien de uitnodiging afkomstig is van een organisatie: naam en positie van de persoon die de uitnodiging ondertekent;

- indien de uitnodiging afkomstig is van een in een lidstaat gevestigde rechtspersoon of onderneming of een bureau of filiaal daarvan: het in de betrokken lidstaat wettelijk voorgeschreven registratienummer.

3. Voor de in lid 1 genoemde categorieën burgers worden alle soorten visa verstrekt volgens de vereenvoudigde procedure en zijn geen andere door de wetgeving van de lidstaten voorgeschreven vormen van motivering, uitnodiging of validering betreffende het doel van de reis nodig.

Artikel 5 – Afgifte van meervoudige visa

1. De diplomatieke en consulaire posten van de lidstaten verstrekken meervoudige visa met een geldigheidsduur van maximaal vijf jaar aan de volgende categorieën personen:

a) leden van nationale en provinciale/regionale regeringen en parlementen, het grondwettelijk hof en de hoogste rechterlijke instantie in de uitoefening van hun functie, indien zij bij deze overeenkomst niet zijn vrijgesteld van de visumplicht; de geldigheidsduur blijft beperkt tot hun ambtstermijn, indien deze minder dan vijf jaar beloopt;

b) permanente leden van officiële delegaties van de Republiek Servië die op officiële uitnodiging regelmatig deelnemen aan bijeenkomsten, overlegrondes, onderhandelingen of uitwisselingsprogramma's of aan evenementen die door intergouvernementele organisaties op het grondgebied van de lidstaten worden gehouden:

c) echtgenoten, kinderen (inclusief adoptiekinderen) die jonger zijn dan 21 jaar of ten laste komen van de aanvrager, en ouders die op bezoek gaan bij burgers van de Republiek Servië die legaal in de lidstaten verblijven; de geldigheidsduur blijft beperkt tot de looptijd van de verblijfsvergunning.

2. De diplomatieke en consulaire posten van de lidstaten verstrekken meervoudige visa met een geldigheidsduur van maximaal een jaar aan de volgende categorieën personen, mits deze in het voorafgaande jaar ten minste één visum hebben verkregen waarvan zij gebruik hebben gemaakt overeenkomstig de wetgeving inzake inreis en verblijf in de bezochte staat en er redenen zijn om een meervoudig visum aan te vragen:

a) leden van officiële delegaties van de Republiek Servië die op officiële uitnodiging regelmatig deelnemen aan bijeenkomsten, overlegrondes, onderhandelingen of uitwisselingsprogramma's of aan evenementen die door intergouvernementele organisaties op het grondgebied van de lidstaten worden gehouden;

b) zakenlieden en vertegenwoordigers van bedrijfsorganisaties die regelmatig naar de lidstaten reizen;

c) chauffeurs die internationaal goederen- en personenvervoer verzorgen naar de lidstaten met voertuigen die zijn geregistreerd in de Republiek Servië;

d) het personeel van wagons, koelwagons en locomotieven van internationale treinen die naar de lidstaten reizen;

e) journalisten;

f) deelnemers aan wetenschappelijke, culturele en artistieke activiteiten, zoals universitaire en andere uitwisselingsprogramma's, die regelmatig naar de lidstaten reizen;

g) studenten en postdoctoraal studenten die regelmatig reizen voor studie- of opleidingsdoeleinden, bijvoorbeeld in het kader van uitwisselingsprogramma's;

h) deelnemers aan internationale sportevenementen en personen die hen beroepshalve begeleiden;

i) deelnemers aan officiële uitwisselingsprogramma's van zustergemeenten en –steden;

j) personen die om medische redenen regelmatig naar de lidstaten moeten komen en hun noodzakelijke begeleiders;

k) vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties die regelmatig naar de lidstaten reizen in verband met een opleiding, studiebijeenkomsten of conferenties, bijvoorbeeld in het kader van uitwisselingsprogramma's;

l) vertegenwoordigers van in de Republiek Servië geregistreerde religieuze gemeenschappen die regelmatig naar de lidstaten reizen;

m) beoefenaars van vrije beroepen die deelnemen aan internationale tentoonstellingen, conferenties, symposia, studiebijeenkomsten of vergelijkbare evenementen en die regelmatig naar de lidstaten reizen.

3. De diplomatieke en consulaire posten van de lidstaten verstrekken de in lid 2 genoemde personen meervoudige visa met een geldigheidsduur van ten minste twee en ten hoogste vijf jaar, mits deze personen in de voorafgaande twee jaar overeenkomstig de wetgeving inzake inreis en verblijf in de bezochte staat gebruik hebben gemaakt van het meervoudig visum voor één jaar en de redenen om een meervoudig visum aan te vragen nog steeds gelden.

4. De in de leden 1 tot en met 3 bedoelde personen mogen in totaal ten hoogste 90 dagen per periode van 180 dagen op het grondgebied van de lidstaten verblijven.

Artikel 6 – Leges voor de behandeling van een visumaanvraag

1. De leges voor de behandeling van visumaanvragen van de burgers van de Republiek Servië bedragen 35 euro.

Het hierboven genoemde bedrag kan worden aangepast volgens de procedure van artikel 14, lid 4.

Indien de Republiek Servië de visumplicht voor EU-burgers opnieuw invoert, mag zij EU-burgers niet meer dan 35 euro in rekening brengen voor de behandeling van een visumaanvraag, of het bedrag dat is overeengekomen bij een aanpassing volgens de procedure van artikel 14, lid 4.

2. Aan de volgende categorieën personen worden geen kosten in rekening gebracht voor de behandeling van een visumaanvraag:

a) leden van officiële delegaties van de Republiek Servië die op officiële uitnodiging deelnemen aan bijeenkomsten, overlegrondes, onderhandelingen of uitwisselingsprogramma's of aan evenementen die door intergouvernementele organisaties op het grondgebied van de lidstaten worden gehouden;

b) leden van nationale en provinciale/regionale regeringen en parlementen, het grondwettelijk hof en de hoogste rechterlijke instantie, indien zij bij deze overeenkomst niet zijn vrijgesteld van de visumplicht;

c) deelnemers aan wetenschappelijke, culturele en artistieke activiteiten, inclusief universitaire en andere uitwisselingsprogramma's:

d) scholieren, studenten, postdoctoraal studenten en begeleidende docenten die reizen voor studie- of opleidingsdoeleinden, bijvoorbeeld in het kader van uitwisselingsprogramma's, en andere schoolgerelateerde activiteiten:

e) deelnemers aan internationale sportevenementen en personen die hen beroepshalve begeleiden;

f) deelnemers aan officiële uitwisselingsprogramma's van zustergemeenten en –steden;

g) gehandicapten en personen die hen indien nodig begeleiden;

h) vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties die deelnemen aan vergaderingen, studiebijeenkomsten, uitwisselingsprogramma's of cursussen;

i) personen die documenten hebben overgelegd waaruit blijkt dat hun reis om humanitaire redenen noodzakelijk is, bijvoorbeeld om een dringende medische behandeling te ondergaan, in welk geval de vrijstelling ook geldt voor degene die de betrokkene begeleidt, of om een begrafenis van een naast familielid bij te wonen of een ernstig ziek naast familielid te bezoeken;

j) journalisten;

k) chauffeurs die internationaal goederen- en personenvervoer verzorgen naar de lidstaten met voertuigen die zijn geregistreerd in de Republiek Servië;

l) het personeel van wagons, koelwagons en locomotieven die naar de lidstaten reizen;

m) naaste familieleden – echtgenoten, kinderen (inclusief adoptiekinderen), ouders (inclusief voogden), grootouders en kleinkinderen – die op bezoek gaan bij burgers van de Republiek Servië die legaal in de lidstaten verblijven;

n) vertegenwoordigers van in de Republiek Servië geregistreerde religieuze gemeenschappen die regelmatig naar de lidstaten reizen;

o) beoefenaars van vrije beroepen die deelnemen aan internationale tentoonstellingen, conferenties, symposia, studiebijeenkomsten of vergelijkbare evenementen die in de lidstaten worden gehouden;

p) gepensioneerden;

q) kinderen jonger dan zes jaar.

3. In afwijking van lid 1 kunnen Bulgarije en Roemenië, die gebonden zijn door het Schengenacquis maar nog geen Schengenvisa afgeven, tot de bij besluit van de Raad te bepalen datum waarop zij het Schengenacquis op het gebied van het visumbeleid volledig gaan toepassen, burgers van de Republiek Servië vrijstellen van de betaling van leges voor de behandeling van een aanvraag voor een visum voor kort verblijf.

Artikel 7 – Duur van de behandeling van een visumaanvraag

1. De diplomatieke en consulaire posten van de lidstaten nemen binnen tien kalenderdagen na ontvangst van de visumaanvraag en de benodigde bewijsstukken een beslissing over de visumaanvraag.

2. De periode voor het nemen van een beslissing over een visumaanvraag kan in individuele gevallen worden verlengd tot 30 kalenderdagen, met name wanneer nader onderzoek van de aanvraag nodig is.

3. De periode voor het nemen van een beslissing over een visumaanvraag kan in dringende gevallen worden beperkt tot drie werkdagen of minder.

Artikel 8 – Vertrek in geval van verloren of gestolen documenten

Burgers van de Europese Unie en de Republiek Servië die hun identiteitsbewijs hebben verloren of van wie het identiteitsbewijs is gestolen tijdens hun verblijf op het grondgebied van de Republiek Servië respectievelijk de lidstaten, kunnen dat grondgebied zonder visum of een andere machtiging verlaten met een geldig identiteitsbewijs dat als grensoverschrijdingsdocument dient en dat is afgegeven door een diplomatieke of consulaire post van de lidstaten respectievelijk de Republiek Servië.

Artikel 9 – Verlenging van het visum in buitengewone omstandigheden

Van burgers van de Republiek Servië die door overmacht niet in staat zijn het grondgebied van de lidstaten binnen de in hun visum vermelde termijn te verlaten, wordt het visum kosteloos volgens de wetgeving van het gastland verlengd voor de periode die nodig is tot hun terugkeer naar hun eigen land.

Artikel 10 – Diplomatieke paspoorten

1. Burgers van de Republiek Servië die houder zijn van een geldig diplomatiek paspoort hebben geen visum nodig voor een inreis in, een uitreis uit of een doorreis over het grondgebied van de lidstaten.

2. De in lid 1 bedoelde personen mogen ten hoogste 90 dagen per periode van 180 dagen op het grondgebied van de lidstaten verblijven.

Artikel 11 – Territoriale geldigheid van visa

Onverminderd nationale veiligheidsregels en -voorschriften van de lidstaten en onverminderd EU-regels inzake visa met een beperkte territoriale geldigheid, hebben de burgers van de Republiek Servië het recht om volgens dezelfde voorwaarden als de EU-burgers op het grondgebied van de lidstaten te reizen.

Artikel 12 – Gemengd Comité voor het beheer van de overeenkomst

1. De partijen richten een Gemengd Comité van deskundigen op (hierna "het comité" genoemd) dat bestaat uit vertegenwoordigers van de Europese Gemeenschap en de Republiek Servië. De Gemeenschap wordt vertegenwoordigd door de Commissie van de Europese Gemeenschappen, die wordt bijgestaan door deskundigen van de lidstaten.

2. Het comité heeft met name de volgende taken:

a) toezien op de toepassing van deze overeenkomst;

b) wijzigingen van of toevoegingen aan deze overeenkomst voorstellen;

c) geschillen beslechten die voortvloeien uit de interpretatie of de toepassing van de bepalingen van deze overeenkomst.

3. Het comité komt zo vaak als nodig is op verzoek van een van de partijen bijeen, maar ten minste eens per jaar.

4. Het comité stelt zijn reglement van orde vast.

Artikel 13 – Verband tussen deze overeenkomst en bilaterale overeenkomsten tussen de lidstaten en de Republiek Servië

1. Zodra deze overeenkomst in werking treedt, heeft zij voorrang op de bepalingen van bilaterale of multilaterale overeenkomsten of regelingen die zijn gesloten tussen afzonderlijke lidstaten en de Republiek Servië, voor zover de bepalingen daarvan betrekking hebben op aangelegenheden die bij deze overeenkomst worden geregeld.

2. De bepalingen van bilaterale, vóór 1 januari 2007 ondertekende overeenkomsten of regelingen tussen afzonderlijke lidstaten en de Republiek Servië op grond waarvan houders van dienstpaspoorten zijn vrijgesteld van de visumplicht, blijven van toepassing gedurende vijf jaar na de inwerkingtreding van deze overeenkomst, onverminderd het recht van de betrokken lidstaten of de Republiek Servië om deze bilaterale overeenkomsten tijdens deze periode op te zeggen of op te schorten.

Artikel 14 - Slotbepalingen

1. Deze overeenkomst wordt door de partijen volgens hun eigen procedures geratificeerd of goedgekeurd en treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand volgend op de datum waarop de partijen elkaar ervan in kennis stellen dat de hierboven bedoelde procedures zijn voltooid.

2. In afwijking van lid 1 treedt deze overeenkomst pas in werking op de datum van de inwerkingtreding van de overnameovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Servië indien dit later is dan de in lid 1 bedoelde datum.

3. De overeenkomst wordt voor onbepaalde tijd gesloten, tenzij zij wordt opgezegd in overeenstemming met lid 6.

4. Deze overeenkomst kan met wederzijdse schriftelijk instemming van de partijen worden gewijzigd. Wijzigingen treden in werking nadat de partijen elkaar in kennis hebben gesteld van de voltooiing van de daartoe vereiste procedures.

5. Elk van beide partijen kan deze overeenkomst geheel of gedeeltelijk opschorten in verband met de openbare orde, de bescherming van de nationale veiligheid of de bescherming van de volksgezondheid. Het besluit tot opschorting wordt uiterlijk 48 uur voor de inwerkingtreding ervan meegedeeld aan de andere partij. De partij die de toepassing van de overeenkomst heeft opgeschort, stelt de andere partij in onverwijld kennis van het feit dat de redenen voor de opschorting zijn vervallen zodra dit het geval is.

6. Elk van beide partijen kan deze overeenkomst opzeggen door middel van een schriftelijke kennisgeving aan de andere partij. Deze overeenkomst wordt 90 dagen na de datum van deze kennisgeving beëindigd.

Gedaan te XXX op XXX, in tweevoud in elk van de officiële talen van de partijen, waarbij alle teksten gelijkelijk authentiek zijn.

Voor de Europese Gemeenschap Voor de Republiek Servië

BIJLAGE

PROTOCOL BETREFFENDE DE LIDSTATEN DIE HET SCHENGENACQUIS NIET VOLLEDIG TOEPASSEN

De lidstaten die gebonden zijn door het Schengenacquis maar nog geen Schengenvisa afgeven omdat zij in afwachting zijn van het daarvoor benodigde besluit van de Raad, verstrekken nationale visa die alleen geldig zijn op hun eigen grondgebied.

Deze lidstaten kunnen eenzijdig Schengenvisa en verblijfsvergunningen erkennen met het oog op doorreis over hun grondgebied, overeenkomstig Beschikking nr. 895/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2006.

Aangezien Beschikking nr. 895/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2006 nog niet van toepassing is op Roemenië en Bulgarije, zal de Europese Commissie soortgelijke bepalingen voorstellen zodat deze landen eenzijdig Schengenvisa en -verblijfsvergunningen en vergelijkbare documenten die door andere nog niet volledig in de Schengenzone geïntegreerde lidstaten zijn afgegeven, kunnen erkennen met het oog op doorreis over hun grondgebied.

GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARING BETREFFENDE DENEMARKEN

De partijen nemen er nota van dat deze overeenkomst niet van toepassing is op de procedures voor de afgifte van visa door de diplomatieke en consulaire posten van het Koninkrijk Denemarken.

Daarom is het wenselijk dat de autoriteiten van het Koninkrijk Denemarken en de Republiek Servië onverwijld een bilaterale overeenkomst sluiten over de versoepeling van de afgifte van visa voor kort verblijf, die vergelijkbaar is met de overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Servië.

GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARING BETREFFENDE HET VERENIGD KONINKRIJK EN IERLAND

De partijen nemen er nota van dat deze overeenkomst niet van toepassing is op het grondgebied van het Verenigd Koninkrijk en Ierland.

Daarom is het wenselijk dat de autoriteiten van het Verenigd Koninkrijk, Ierland en de Republiek Servië bilaterale overeenkomsten sluiten over de versoepeling van de afgifte van visa.

GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARING BETREFFENDE IJSLAND EN NOORWEGEN

De partijen nemen nota van de nauwe betrekkingen tussen de Europese Gemeenschap en Noorwegen en IJsland, die met name voortvloeien uit de overeenkomst van 18 mei 1999 inzake de betrokkenheid van deze twee staten bij de uivoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis.

Daarom is het wenselijk dat de autoriteiten van Noorwegen, IJsland en de Republiek Servië onverwijld bilaterale overeenkomsten sluiten over de versoepeling van de afgifte van visa voor kort verblijf, die vergelijkbaar zijn met de overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Servië.

GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARING BETREFFENDE DE ZWITSERSE BONDSSTAAT EN LIECHTENSTEIN ( indien nodig )

Indien de overeenkomst tussen de EU, de EG en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis, alsmede de aan die overeenkomst gehechte protocollen betreffende Liechtenstein in werking zijn getreden op het ogenblik waarop de onderhandelingen met de Republiek Servië worden afgerond, wordt een soortgelijke verklaring afgelegd met betrekking tot Zwitserland en Liechtenstein.

VERKLARING VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAP BETREFFENDE HERZIENING VAN DE VISUMPLICHT VOOR HOUDERS VAN DIENSTPASPOORTEN

Aangezien de vrijstelling van de visumplicht voor houders van dienstpaspoorten die is geregeld bij vóór 1 januari 2007 ondertekende bilaterale overeenkomsten of regelingen tussen afzonderlijke lidstaten en de Republiek Servië gedurende vijf jaar na de inwerkingtreding van deze overeenkomst van toepassing blijft, onverminderd het recht van de betrokken lidstaten of de Republiek Servië om deze bilaterale overeenkomsten tijdens deze periode op te zeggen of op te schorten, bekijkt de Europese Gemeenschap uiterlijk vier jaar na de inwerkingtreding van deze overeenkomst de situatie van de houders van dienstpaspoorten opnieuw, met het oog op een eventuele wijziging van de overeenkomst in die zin overeenkomstig de procedure van artikel 14, lid 4.

VERKLARING VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAP BETREFFENDE DE TOEGANG VAN VISUMAANVRAGERS EN DE HARMONISATIE VAN INFORMATIE OVER PROCEDURES VOOR DE AFGIFTE VAN VISA VOOR KORT VERBLIJF EN OVER DE DOCUMENTEN DIE MOETEN WORDEN OVERGELEGD BIJ HET AANVRAGEN VAN EEN VISUM VOOR KORT VERBLIJF

De Europese Gemeenschap acht transparantie van groot belang voor visumaanvragers en wijst erop dat op 19 juli 2006 het voorstel voor een herziening van de gemeenschappelijke visuminstructies aan de diplomatieke en consulaire beroepsposten is aangenomen door de Europese Commissie en nu wordt behandeld door het Europees Parlement en de Raad, en dat daarin voorschriften zijn opgenomen voor de toegang van visumaanvragers tot de diplomatieke en consulaire posten van de lidstaten.

Ten aanzien van de informatie die aan visumaanvragers moet worden verstrekt, is de Europese Gemeenschap van mening dat passende maatregelen dienen te worden genomen:

- in algemene zin, om voor visumaanvragers basisinformatie te verzorgen over de procedures en voorwaarden voor het aanvragen van een visum en over de geldigheid van verstrekte visa;

- de Europese Gemeenschap stelt een lijst van minimumvereisten op zodat Servische visumaanvragers samenhangende en gelijkluidende basisinformatie krijgen en in principe dezelfde bewijsstukken moeten overleggen.

De hierboven bedoelde informatie, waaronder de lijst van in het kader van de plaatselijke consulaire samenwerking erkende reisbureaus en touroperators, moet op grote schaal worden verspreid (via informatieborden van consulaten, folders, websites, enz.).

De diplomatieke en consulaire beroepsposten van de lidstaten dienen informatie te verstrekken over de mogelijkheden die het Schengenacquis biedt om de afgifte van visa voor kort verblijf in individuele gevallen te versoepelen.

De Europese Gemeenschap neemt nota van de bereidheid van de Servische autoriteiten om mee te werken aan de verspreiding van de hierboven bedoelde informatie.

VERKLARING VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAP OVER VERSOEPELING VAN DE AFGIFTE VAN VISA AAN FAMILIELEDEN EN BONAFIDE AANVRAGERS

De Europese Gemeenschap neemt nota van het voorstel van de Republiek Servië om de categorie familieleden op wie de visumversoepeling van toepassing is, ruimer te definiëren en van het belang dat de Republiek Servië hecht aan vereenvoudiging van het verkeer van deze categorie personen.

Ter bevordering van de mobiliteit van een grotere groep personen met familiebanden met burgers van Servië die legaal in de lidstaten verblijven (met name zussen en broers en hun kinderen), verzoekt de Europese Gemeenschap de consulaire posten van de lidstaten ten volle gebruik te maken van de in het communautair acquis bestaande mogelijkheden om de afgifte van visa aan deze categorie personen te vereenvoudigen, met name door middel van vereenvoudigingen ten aanzien van de vereiste bewijsstukken, vrijstelling van leges en zo mogelijk de afgifte van meervoudige visa.

Tevens verzoekt de Europese Gemeenschap de consulaire posten van de lidstaten deze mogelijkheden ten volle te benutten voor de versoepeling van de afgifte van visa aan bonafide aanvragers.

POLITIEKE VERKLARING VAN BULGARIJE, HONGARIJE EN ROEMENIË BETREFFENDE KLEIN GRENSVERKEER

Bulgarije, Hongarije en Roemenië verklaren bereid te zijn onderhandelingen te beginnen over bilaterale overeenkomsten met de Republiek Servië met het oog op de toepassing van de regeling voor klein grensverkeer die is ingevoerd bij de Verordening (EG) nr. 1931/2006 van 20 december 2006 tot vaststelling van regels inzake klein grensverkeer aan de landbuitengrenzen van de lidstaten en tot wijziging van de bepalingen van de Schengenuitvoeringsovereenkomst.

***

[1] De Republiek Servië heeft aangekondigd Roemeense burgers bij eenzijdig besluit vrij te stellen van de visumplicht. Aan de overeenkomst is een verklaring van de Gemeenschap gehecht waarin de ratificatie van de visumversoepelingsovereenkomst wordt gekoppeld aan de goedkeuring door Servië van het besluit waarbij Roemeense burgers worden vrijgesteld van de visumplicht.

[2] PB L 167 van 20.6.2006, blz.1.

[3] PB C […], blz. […].

[4] PB C …

[5] PB C …

[6] De datum van inwerkingtreding van de overeenkomst zal [door het secretariaat-generaal van de Raad] in het Publicatieblad van de Europese Unie worden bekendgemaakt.

Top