This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52007PC0368
Proposal for a Regulation of the European Parliament and of the Council amending Regulation (EC) No 1924/2006 on nutrition and health claims made on foods
Voorstel voor een Verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1924/2006 inzake voedings- en gezondheidsclaims voor levensmiddelen
Voorstel voor een Verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1924/2006 inzake voedings- en gezondheidsclaims voor levensmiddelen
/* COM/2007/0368 def. - COD 2007/0128 */
Voorstel voor een Verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1924/2006 inzake voedings- en gezondheidsclaims voor levensmiddelen /* COM/2007/0368 def. - COD 2007/0128 */
[pic] | COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN | Brussel, 28.6.2007 COM(2007) 368 definitief 2007/0128 (COD) Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1924/2006 inzake voedings- en gezondheidsclaims voor levensmiddelen (door de Commissie ingediend) TOELICHTING Het voorstel omvat twee wijzigingen in de artikelen 14 en 28 van Verordening (EG) nr. 1924/2006 van het Europees Parlement en de Raad inzake voedings- en gezondheidsclaims voor levensmiddelen. Doel is in een overgangstermijn te voorzien voor gezondheidsclaims die verband houden met de ontwikkeling en de gezondheid van kinderen. Dergelijke gezondheidsclaims worden, net als andere voedings- en gezondheidsclaims, in de Gemeenschap reeds in de handel gebruikt. Voedingsclaims die vóór 1 januari 2006 in overeenstemming met de toepasselijke nationale bepalingen in een lidstaat zijn gebruikt en die niet in de bijlage bij Verordening (EG) nr. 1924/2006 zijn opgenomen, mogen tot uiterlijk drie jaar na de inwerkingtreding van de verordening verder worden gebruikt. Ook voor andere gezondheidsclaims dan claims die verband houden met de ontwikkeling en de gezondheid van kinderen is in artikel 28, leden 5 en 6 van de verordening in overgangsmaatregelen voorzien. In Verordening (EG) nr. 1924/2006 is echter uiteindelijk niet in soortgelijke overgangsmaatregelen voorzien voor claims die verband houden met de ontwikkeling en de gezondheid van kinderen. Dit is het gevolg van de opeenvolgende wijzigingen die in de loop van de medebeslissingsprocedure in de verordening werden aangebracht. Om kinderen beter te beschermen werd besloten op claims die verband houden met de ontwikkeling en de gezondheid van kinderen dezelfde regeling toe te passen als op claims inzake ziekterisicobeperking (vergunning). Daartoe werden twee wijzigingen aangebracht, namelijk de invoeging van "en claims die verband houden met de ontwikkeling en de gezondheid van kinderen" in de titel en in het eerste lid van artikel 14 van de verordening betreffende claims inzake ziekterisicobeperking. Daardoor worden claims die verband houden met kinderen op dezelfde manier behandeld als claims inzake ziekterisicobeperking; voor deze laatste bevat de verordening geen overgangsmaatregelen omdat zij ook volgens de voorschriften die vóór de vaststelling van de verordening van toepassing waren, niet toegestaan waren. Dat er geen overgangsmaatregelen zijn voor claims die verband houden met de ontwikkeling en de gezondheid van kinderen, houdt in dat dergelijke claims zodra de verordening van toepassing is (1 juli 2007) niet meer zijn toegestaan voor producten die na die datum zijn geproduceerd. De enige overgangsmaatregel voor claims die verband houden met de ontwikkeling en de gezondheid van kinderen is vervat in artikel 28, lid 1. Het betreft producten die vóór 1 juli 2007 in de handel worden gebracht of worden geëtiketteerd. Deze overgangstermijn geldt voor producten die fysiek in de rekken aanwezig zijn of reeds geëtiketteerd zijn, maar niet voor producten die na die datum worden geproduceerd en gedistribueerd. Wanneer de voorraden op zijn, zal er zich dus een onderbreking op de markt voordoen. Daarom wordt voorgesteld in overgangsmaatregelen te voorzien voor gezondheidsclaims die verband houden met de ontwikkeling en de gezondheid van kinderen. Een overgangstermijn en een vergunningsproces voor gezondheidsclaims die verband houden met de ontwikkeling en de gezondheid van kinderen biedt de groep consumenten waarvoor de producten bestemd zijn, de nodige bescherming en geeft bedrijven de nodige tijd om zich vlot te kunnen aanpassen met het oog op de naleving van de verordening. Het voorstel heeft geen gevolgen voor de begroting van de Europese Gemeenschappen. 2007/0128 (COD) Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1924/2006 inzake voedings- en gezondheidsclaims voor levensmiddelen HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 95, Gezien het voorstel van de Commissie[1], Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité[2], Gezien het advies van het Comité van de Regio's[3], Handelend volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag[4], Overwegende hetgeen volgt: 1. Verordening (EG) nr. 1924/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 inzake voedings- en gezondheidsclaims voor levensmiddelen stelt voorschriften vast voor het gebruik van claims in de etikettering en presentatie van levensmiddelen en in reclame voor levensmiddelen. 2. Gezondheidsclaims zijn verboden tenzij zij in overeenstemming zijn met de algemene en specifieke voorwaarden van Verordening (EG) nr. 1924/2006 en zijn opgenomen in de communautaire lijsten van toegestane claims. Deze lijsten van gezondheidsclaims moeten nog worden vastgesteld volgens de in de verordening vermelde procedure. Daardoor zullen deze lijsten op 1 juli 2007, de datum waarop de verordening van toepassing wordt, nog niet gelden. 3. Daarom voorziet Verordening (EG) nr. 1924/2006 in overgangsmaatregelen voor andere claims dan claims inzake ziekterisicobeperking en claims die verband houden met de ontwikkeling en de gezondheid van kinderen. 4. Voor claims inzake ziekterisicobeperking was er geen overgangsmaatregel nodig. Aangezien Richtlijn 2000/13/EG claims inzake het voorkomen, behandelen of genezen van een ziekte verbiedt en aangezien Verordening (EG) nr. 1924/2006 een nieuwe categorie claims inzake ziekterisicobeperking heeft ingevoerd, hadden producten met dergelijke claims niet in de Gemeenschap in de handel mogen zijn. 5. De categorie claims die verband houden met de ontwikkeling en de gezondheid van kinderen werd in een zeer late fase van de procedure voor de vaststelling van Verordening (EG) nr. 1924/2006 ingevoerd, zonder dat er in overgangsmaatregelen werd voorzien. Producten met dergelijke claims zijn echter reeds in de Gemeenschap in de handel. 6. Om de markt niet te verstoren moeten daarom voor claims die verband houden met de ontwikkeling en de gezondheid van kinderen dezelfde overgangsmaatregelen gelden als voor claims inzake ziekterisicobeperking. 7. Verordening (EG) nr. 1924/2006 moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd, HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD: Artikel 1 Verordening (EG) nr. 1924/2006 wordt als volgt gewijzigd: (1) In artikel 14 komt lid 1 als volgt te luiden: "1. Niettegenstaande artikel 2, lid 1, onder b), van Richtlijn 2000/13/EG mogen de volgende claims worden gedaan indien er volgens de procedure van de artikelen 15, 16, 17 en 19 van deze verordening een vergunning is verleend om ze op te nemen in een communautaire lijst van dergelijke toegestane claims, tezamen met alle noodzakelijke voorwaarden voor het gebruik van die claims: a) claims inzake ziekterisicobeperking; b) claims die verband houden met de ontwikkeling en de gezondheid van kinderen." (2) In artikel 28, lid 6, komt de inleidende zin als volgt te luiden: "Ten aanzien van andere dan de in artikel 13, lid 1, onder a), en artikel 14, lid 1, onder a), genoemde gezondheidsclaims die, in overeenstemming met de nationale bepalingen, vóór de datum van inwerkingtreding van deze verordening zijn gebruikt, geldt het volgende:" Artikel 2 Deze verordening treedt in werking op 1 juli 2007. Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat. Gedaan te Brussel, Voor het Europees Parlement Voor de Raad De voorzitter De voorzitter [1] PB C […] van […], blz. […]. [2] PB C […] van […], blz. […]. [3] PB C […] van […], blz. […]. [4] PB C […] van […], blz. […].