EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52007PC0277

Aanbeveling voor een besluit van de Raad betreffende de toetreding van Bulgarije en Roemenië tot de Overeenkomst van 26 juli 1995, opgesteld op grond van artikel K.3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, aangaande de bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen, het Protocol van 27 september 1996, opgesteld op grond van artikel K.3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, bij de Overeenkomst aangaande de bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen, het Protocol van 29 november 1996, opgesteld op grond van artikel K.3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, betreffende de prejudiciële uitlegging, door het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, van de Overeenkomst aangaande de bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen en het Tweede Protocol van 19 juni 1997, opgesteld op grond van artikel K.3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, bij de Overeenkomst aangaande de bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen

/* COM/2007/0277 def. - CNS 2007/0100 */

52007PC0277

Aanbeveling voor een besluit van de Raad betreffende de toetreding van Bulgarije en Roemenië tot de Overeenkomst van 26 juli 1995, opgesteld op grond van artikel K.3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, aangaande de bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen, het Protocol van 27 september 1996, opgesteld op grond van artikel K.3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, bij de Overeenkomst aangaande de bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen, het Protocol van 29 november 1996, opgesteld op grond van artikel K.3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, betreffende de prejudiciële uitlegging, door het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, van de Overeenkomst aangaande de bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen en het Tweede Protocol van 19 juni 1997, opgesteld op grond van artikel K.3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, bij de Overeenkomst aangaande de bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen /* COM/2007/0277 def. - CNS 2007/0100 */


[pic] | COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN |

Brussel, 6.6.2007

COM(2007) 277 definitief

2007/0100 (CNS)

Aanbeveling voor een

BESLUIT VAN DE RAAD

betreffende de toetreding van Bulgarije en Roemenië tot de Overeenkomst van 26 juli 1995, opgesteld op grond van artikel K.3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, aangaande de bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen, het Protocol van 27 september 1996, opgesteld op grond van artikel K.3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, bij de Overeenkomst aangaande de bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen, het Protocol van 29 november 1996, opgesteld op grond van artikel K.3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, betreffende de prejudiciële uitlegging, door het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, van de Overeenkomst aangaande de bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen en het Tweede Protocol van 19 juni 1997, opgesteld op grond van artikel K.3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, bij de Overeenkomst aangaande de bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen

(door de Commissie ingediend)

TOELICHTING

Bij de Akte van Toetreding van Bulgarije en Roemenië[1] van 2005 is een vereenvoudigde regeling ingevoerd voor de toetreding van Bulgarije en Roemenië tot verdragen, overeenkomsten (en protocollen) die door de lidstaten zijn gesloten op grond van artikel 34 VEU (voorheen artikel K.3 VEU) of artikel 293 VEG. Het is voortaan niet meer nodig te onderhandelen over en over te gaan tot de sluiting van specifieke protocollen (die anders door 27 staten zouden moeten worden geratificeerd) betreffende de toetreding tot deze verdragen: in artikel 3, lid 3, van de Toetredingsakte wordt alleen bepaald dat Bulgarije en Roemenië krachtens de Toetredingsakte toetreden tot deze verdragen, overeenkomsten en protocollen.

Overeenkomstig artikel 3, leden 3 en 4, van de Toetredingsakte stelt de Raad daartoe besluiten vast waarin wordt bepaald op welke data deze verdragen en overeenkomsten in werking treden ten aanzien van Bulgarije en Roemenië en waarin de als gevolg van de toetreding van deze twee nieuwe lidstaten vereiste aanpassingen in deze verdragen en overeenkomsten worden aangebracht (dat omvat in elk geval de vaststelling van deze verdragen en overeenkomsten in de Bulgaarse en de Roemeense taal, zodat deze versies "gelijkelijk authentiek" zijn). Deze besluiten van de Raad worden aangenomen op aanbeveling van de Commissie en na raadpleging van het Europees Parlement.

In bijlage I bij de Toetredingsakte zijn op het gebied van justitie en binnenlandse zaken zeven verdragen, overeenkomsten en bijbehorende protocollen opgenomen. De lijst bevat onder andere de Overeenkomst van 26 juli 1995 aangaande de bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen[2], de bijbehorende Protocollen van 27 september 1996[3] en 29 november 1996[4] en het tweede Protocol van 19 juni 1997[5], vastgesteld overeenkomstig titel VI van het Verdrag betreffende de Europese Unie met het oogmerk een gemeenschappelijke grondslag tot stand te brengen voor de strafrechtelijke bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen. De Overeenkomst en de bijbehorende Protocollen van 27 september 1996 en 29 november 1996 traden op 17 oktober 2002 in werking na ratificatie door de toenmalige vijftien lidstaten. Het Tweede Procol is door Italië nog niet geratificeerd.

Het is niet nodig om met deze aanbeveling van de Commissie de vereiste aanpassingen aan te brengen naar aanleiding van de toetreding van Bulgarije en Roemenië tot de bovenvermelde overeenkomst en haar protocollen, overeenkomstig artikel 3, lid 4, van de Toetredingsakte

Gezien het voorgaande beveelt de Commissie de Raad aan een besluit te nemen met betrekking tot de toetreding van Bulgarije en Roemenië tot de Overeenkomst aangaande de bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen en de bijbehorende protocollen.

2007/0100 (CNS)

Aanbeveling voor een

BESLUIT VAN DE RAAD

betreffende de toetreding van Bulgarije en Roemenië tot de Overeenkomst van 26 juli 1995, opgesteld op grond van artikel K.3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, aangaande de bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen, het Protocol van 27 september 1996, opgesteld op grond van artikel K.3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, bij de Overeenkomst aangaande de bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen, het Protocol van 29 november 1996, opgesteld op grond van artikel K.3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, betreffende de prejudiciële uitlegging, door het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, van de Overeenkomst aangaande de bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen en het Tweede Protocol van 19 juni 1997, opgesteld op grond van artikel K.3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, bij de Overeenkomst aangaande de bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de Europese Unie,

Gelet op de Akte van Toetreding van Bulgarije en Roemenië, en met name op artikel 3, lid 4,

Gezien de aanbeveling van de Commissie[6],

Gezien het advies van het Europees Parlement[7],

Overwegende hetgeen volgt:

(1) De Overeenkomst van 26 juli 1995, opgesteld op grond van artikel K.3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, aangaande de bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen[8] (hierna "de Overeenkomst aangaande de bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschap" genoemd) is op 17 oktober 2002 in werking getreden.

(2) De Overeenkomst aangaande de bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschap is aangevuld met het Protocol van 27 september 1996, opgesteld op grond van artikel K.3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, bij de Overeenkomst, aangaande de bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen[9] (hierna "het Protocol van 27 september 1996" genoemd) en het Protocol van 29 november 1996, opgesteld op grond van artikel K.3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, betreffende de prejudiciële uitlegging, door het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, van de Overeenkomst aangaande de bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen[10] (hierna "het Protocol van 29 november 1996" genoemd), die beide op 17 oktober 2002 in werking zijn getreden.

(3) De Overeenkomst aangaande de bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschap is verder aangevuld met het Tweede Protocol van 19 juni 1997, opgesteld op grond van artikel K.3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, bij de Overeenkomst aangaande de bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen[11] (hierna "het Tweede Protocol van 19 juni 1997" genoemd), dat nog niet in werking is getreden.

(4) In artikel 3, lid 3, van de Toetredingsakte is bepaald dat Bulgarije en Roemenië toetreden tot de in bijlage I bij die Toetredingsakte opgesomde verdragen, overeenkomsten en protocollen tussen de lidstaten, waaronder de Overeenkomst aangaande de bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen, het Protocol van 27 september 1996, het Protocol van 29 november 1996 en het Tweede Protocol van 19 juni 1997. Deze verdragen, overeenkomsten en protocollen moeten ten aanzien van Bulgarije en Roemenië in werking treden op de door de Raad bepaalde data,

BESLUIT:

Artikel 1

De aan dit besluit gehechte Bulgaarse en de Roemeense versie van de Overeenkomst aangaande de bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen, het Protocol van 27 september 1996, het Protocol van 29 november 1996 en het Tweede Protocol van 19 juni 1997 zijn authentiek.

Artikel 2

1. De Overeenkomst aangaande de bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen, het Protocol van 27 september 1996 en het Protocol van 29 november 1996 treden ten aanzien van Bulgarije en Roemenië in werking op de eerste dag van de eerste maand volgende op de datum van vaststelling van dit besluit, tenzij zij ten aanzien van Bulgarije of Roemenië reeds vóór deze datum in werking zijn getreden.

2. Het Tweede Protocol van 19 juni 1997 treedt in werking ten aanzien van Bulgarije en Roemenië op dezelfde dag dat dit Protocol in werking treedt ten aanzien van de laatste staat, die een lid van de Europese Unie was op de datum van de goedkeuring door de Raad van het besluit tot vaststelling van dit Protocol[12].

Artikel 3

Dit besluit wordt van kracht op de volgende dag van zijn bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie .

Gedaan te Brussel,

Voor de Raad

De Voorzitter

BIJLAGE 1

De Bulgaarse en Roemeense versie van de Overeenkomst van 26 juli 1995, opgesteld op grond van artikel K.3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, aangaande de bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen.

BIJLAGE 2

De Bulgaarse en Roemeense versie van het protocol van 27 september 1996, opgesteld op grond van artikel K.3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, bij de Overeenkomst aangaande de bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen.

BIJLAGE 3

De Bulgaarse en Roemeense versie van het protocol van 29 november 1996, opgesteld op grond van artikel K.3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, betreffende de prejudiciële uitlegging, door het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, van de Overeenkomst aangaande de bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen.

BIJLAGE 4

De Bulgaarse en Roemeense versie van het tweede protocol van 19 juni 1997, opgesteld op grond van artikel K.3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, bij de Overeenkomst aangaande de bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen[pic][pic][pic][pic][pic][pic][pic][pic][pic]

[1] PB L 157, 21.6.2005, blz. 203.

[2] Overeenkomst aangaande de bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen, PB C 316 van 27.11.1995, blz. 49.

[3] Protocol bij de Overeenkomst aangaande de bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen, PB C 313 van 23.10.1996, blz. 2.

[4] Protocol betreffende de prejudiciële uitlegging, door het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, van de Overeenkomst aangaande de bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen, PB C 151 van 20.5.1997, blz. 2.

[5] Tweede Protocol bij de Overeenkomst aangaande de bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen, PB C 221 van 19.7.1997, blz. 12.

[6] PB C […] van […], blz. […].

[7] PB C […] van […], blz. […].

[8] PB C 316 van 27.11.1995, blz. 49.

[9] PB C 313 van 23.10.1996, blz. 2.

[10] PB C 151 van 20.5.1997, blz. 2.

[11] PB C 221 van 19.7.1997, blz. 12.

[12] Akte van de Raad van 19 juni 1997 tot vaststelling van het tweede protocol bij de Overeenkomst aangaande de bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen, PB C 221 van 19.7.1997, blz. 11.

Top