Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52006PC0866

Voorstel voor een Verordening van het Europees Parlement EN van de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 515/97 van de Raad van 13 maart 1997 betreffende de wederzijdse bijstand tussen de administratieve autoriteiten van de lidstaten en de samenwerking tussen deze autoriteiten en de Commissie met het oog op de juiste toepassing van de douane- en landbouwvoorschriften

/* COM/2006/0866 def. - COD 2006/0290 */

52006PC0866

Voorstel voor een Verordening van het Europees Parlement EN van de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 515/97 van de Raad van 13 maart 1997 betreffende de wederzijdse bijstand tussen de administratieve autoriteiten van de lidstaten en de samenwerking tussen deze autoriteiten en de Commissie met het oog op de juiste toepassing van de douane- en landbouwvoorschriften /* COM/2006/0866 def. - COD 2006/0290 */


[pic] | COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN |

Brussel, 22.12.2006

COM(2006) 866 definitief

2006/0290 (COD)

Voorstel voor een

VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN VAN DE RAAD

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 515/97 van de Raad van 13 maart 1997 betreffende de wederzijdse bijstand tussen de administratieve autoriteiten van de lidstaten en de samenwerking tussen deze autoriteiten en de Commissie met het oog op de juiste toepassing van de douane- en landbouwvoorschriften

(door de Commissie ingediend)

TOELICHTING

1. DOELSTELLING

Het gemakkelijker worden van het handelsverkeer – één van de hoekstenen van het handelsbeleid van de uitgebreide Europese Unie om nieuwe markten te ontsluiten – heeft als keerzijde de opkomst van grensoverschrijdende illegale economische en financiële praktijken die schade berokkenen aan de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen en afbreuk doen aan de beleidsmaatregelen (handhaving, beperkingen, controles) van de Gemeenschap.

Vanwege de bedragen die erin omgaan, zijn met de douane- en landbouwwetgeving strijdige transacties onder de frauduleuze en andere illegale praktijken ten nadele van de financiële belangen van de Gemeenschap uitgegroeid tot één van de favoriete terreinen van georganiseerde fraudeurs. De bij invoer geheven douanerechten, de landbouwheffingen en de BTW bij invoer, die door de lidstaten wordt geïnd bij het vervullen van de douaneformaliteiten, zorgen voor bijna een kwart van de begrotingsontvangsten van de Gemeenschap. De verleiding is dan ook groot voor georganiseerde fraudeurs zich aan controles te onttrekken, de betaling van de bovenbedoelde rechten te ontduiken of op een onrechtmatige manier korting of vrijstelling van de verschuldigde rechten te verkrijgen.

Aan de uitgavenzijde zijn de communautaire begrotingsmiddelen voor uitvoerrestituties op landbouwproducten en verwerkte producten, waarop de douanediensten controles uitvoeren wanneer de exportdouaneformaliteiten worden vervuld en de goederen het douanegrondgebied van de Gemeenschap verlaten, eveneens een zeer begeerd doelwit van georganiseerde fraudeurs.

Het streven naar maximaal profijt brengt de betrokken organisaties er voorts ook toe de uitgevaardigde antidumpingmaatregelen, verboden en restricties te omzeilen. En ook al heeft dat niet onmiddellijk consequenties voor de begroting van de Gemeenschap, het kan schadelijke gevolgen meebrengen voor de economie, de werkgelegenheid of de volksgezondheid en dus indirect wel de Gemeenschapsbegroting benadelen (zoals b.v. bij de BSE-crisis het geval was).

Om meer vat te krijgen op de onregelmatigheden op de bovenbedoelde terreinen, het preventieapparaat te vervolledigen en de douanecontroles beter te organiseren, heeft de Europese Gemeenschap Verordening (EG) nr. 515/97 van de Raad van 13 maart 1997 betreffende de wederzijdse bijstand tussen de administratieve autoriteiten van de lidstaten en de samenwerking tussen deze autoriteiten en de Commissie met het oog op de juiste toepassing van de douane- en landbouwvoorschriften aangenomen.

Deze verordening is de rechtsgrondslag voor wederzijdse verzoeken om bijstand van voornoemde autoriteiten in de strijd tegen onregelmatigheden en fraude ten aanzien van de bovengenoemde communautaire voorschriften met financiële gevolgen voor de begroting van de Gemeenschappen of gevolgen voor het handelsbeleid van de Gemeenschap.

Zij vormt eveneens het kader waarbinnen een specifieke gegevensbank, DIS - Douane-informatiesysteem genoemd, kon worden ontwikkeld. Dankzij dit op 24 maart 2003 operationeel geworden systeem kunnen administratieve instanties hun Europese partners waarschuwen voor het risico op onregelmatigheden en inlichtingen meedelen ten behoeve van observatie, verslaggeving, discrete bewaking of specifieke controles.

2. BELANGRIJKSTE BEPALINGEN

Niettegenstaande er op het gebied van de strijd tegen de fraude ten aanzien van de communautaire douane- en landbouwwetgeving goede resultaten geboekt zijn, pleiten vandaag heel wat redenen voor een wijziging van Verordening (EG) nr. 515/97.

( De behoefte aan een effectievere operationele samenwerking:

De verschuiving en vermeerdering van de land- en zeegrenzen als gevolg van de uitbreiding van de Europese Unie, gepaard gaande met zowel een intensivering als een diversifiëring van de fraudepraktijken, noopt tot een aanpassing van het bestaande juridische instrumentarium, zoniet zal de georganiseerde fraude munt slaan uit de situatie. Gelet op het grensoverschrijdende en veelvormige karakter van de economische en financiële criminaliteit, bestaat de enige aanpak om de fraude op de bovenvermelde gebieden maximaal aan banden te leggen erin de samenwerking tussen de lidstaten en tussen de lidstaten en de Commissie te versterken, met meer aandacht voor de operationele aspecten van de samenwerking. In dat verband zijn door degenen die de fraudebestrijding gestalte moeten geven nieuwe behoeften op het gebied van de coördinatie en ondersteuning op Europees niveau aangewezen waarvoor nu een stevige en aangepaste juridische basis moet worden gelegd.

( De gewijzigde juridische context en institutionele verhoudingen:

Toen Verordening (EG) nr. 515/97 werd vastgesteld, bevatte het Verdrag geen artikel dat specifiek aan de communautaire samenwerking op douanegebied was gewijd. De bij artikel 5 VEG aan de lidstaten opgelegde algemene verplichting om samen te werken en de in artikel 209A VEG bedoelde coördinatie van het optreden van de lidstaten om de financiële belangen van de Gemeenschap te beschermen, gaven de Gemeenschap evenmin de bevoegdheid om maatregelen te nemen, ook niet op het gebied van de communautaire douanesamenwerking.

Inmiddels beschikt de Gemeenschap krachtens artikel 135 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, dat de douanesamenwerking regelt, en artikel 280 betreffende de bescherming van de financiële belangen van de Gemeenschap wel over specifieke bevoegdheden. Deze bevoegdheid moet evenwel worden uitgeoefend overeenkomstig artikel 5 van het Verdrag, dat wil zeggen indien en voor zover de doelstellingen van het overwogen optreden niet voldoende door de lidstaten kunnen worden verwezenlijkt en derhalve vanwege de omvang of de gevolgen beter door de Gemeenschap kunnen worden verwezenlijkt. Het voorstel voor een verordening beantwoordt aan deze criteria.

De nieuwe ontwerp-verordening heeft eveneens tot doel een rechtsgrondslag te bezorgen aan, enerzijds, het FIDE-referentiebestand van communautaire onderzoeksdossiers op douanegebied en, anderzijds, de andere projecten die op basis van de door de lidstaten en de Europese Commissie aangewezen behoeften zijn opgezet om de samenwerking tussen de bevoegde administraties te versterken met het oog op de juiste toepassing van de douane- en landbouwvoorschriften.

Daarnaast moeten in het ontwerp ook een aantal institutionele ontwikkelingen worden verwerkt, in het bijzonder de intensievere samenwerking met de organen en agentschappen van de Europese Unie en met de internationale organisaties.

Subsidiariteit

De administraties van de lidstaten zijn elk afzonderlijk niet in staat om een technische infrastructuur met een communautaire dimensie op te zetten en voor een volledige en geïntegreerde coördinatie op Europees niveau van de wederzijdse administratieve bijstand op douane- en landbouwgebied te zorgen. Het is bijgevolg noodzakelijk een dienstenplatform te creëren om de samenwerking tussen de administraties op het terrein te verbeteren. Met uitzondering van communautaire missies in derde landen, is het instellen van administratieve onderzoeken een exclusieve bevoegdheid van de lidstaten.

Evenredigheid

Wat de doelstelling van de verordening betreft, voert dit ontwerp geen wijzigingen door. Net als de gewijzigde Verordening (EG) nr.515/97 beoogt de ontwerp-verordening de juiste toepassing van de douane- en landbouwvoorschriften, waarvoor aan de Commissie zoals aan de bevoegde douane- en andere nationale autoriteiten welomschreven bevoegdheden zijn toegekend.

3. INHOUD VAN HET VOORSTEL

3.1. Afstemming van de definitie van "douanevoorschriften" op die van de "Napels II"-overeenkomst (art. 1, lid 2, eerste streepje)

De definitie van "douanevoorschriften" van Verordening (EG) nr. 515/97 is afgestemd op die van de op artikel K 3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie gebaseerde overeenkomst betreffende de wederzijdse bijstand van en de samenwerking tussen de douane-administraties (de zogeheten "Napels II"-overeenkomst), teneinde de samenhang tussen de communautaire instrumenten en de instrumenten die onder titel VI VEU vallen te vergroten wat het vervolgen van met de communautaire douanevoorschriften strijdige handelingen betreft.

Onverminderd het bepaalde in Verordening (EG) nr. 1798/2003 van de Raad van 7 oktober 2003 betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de BTW[1], blijven de douanevoorschriften van toepassing wanneer goederen het douanegrondgebied van de Gemeenschap binnenkomen en verlaten, ook als zij vrijgesteld zijn van douanerechten of een nulrecht genieten. Met het oog op de toepassing van verboden, beperkingen of controlemaatregelen bij de buitengrenzen van de Gemeenschap, en met name op het opsporen van nagemaakte dranken en sigaretten of van sluikhandel in goederen voor tweeërlei gebruik of precursoren, moeten de douane-autoriteiten inlichtingen kunnen uitwisselen om zich er via het BTW-nummer bij een andere lidstaat snel van te kunnen vergewissen of een in die lidstaat gevestigd bedrijf bestaat of nog actief is. Bovendien moeten de douane-autoriteiten, die eveneens verantwoordelijk zijn voor de BTW-formaliteiten en/of de inning van BTW en/of accijnzen in het kader van de vervulling van de douaneformaliteiten, door middel van een doeltreffende douanesamenwerking de fictieve uitvoer van zwaar belaste producten naar derde landen kunnen voorkomen en opsporen.

Het is een feit dat de centrale verbindingsbureaus en de verbindingsdiensten van de lidstaten die voor de administratieve samenwerking op BTW-gebied instaan, effectief met hun collega's in de andere lidstaten samenwerken. "Diagonale" samenwerking tussen, enerzijds, die centrale verbindingsbureaus en de verbindingsdiensten en, anderzijds, de autoriteiten die bevoegd zijn voor de toepassing van Verordening (EG) nr. 515/97 is evenwel niet mogelijk wegens organisatorische redenen, bevoegdheidsredenen of specifieke nationale operationele redenen, en vanwege het communicatienetwerk en het ontbreken van een permanentie ('s nachts en in de weekends). De douane-autoriteiten van de lidstaten beschikken overigens wel over een minimum aan inlichtingen over het bestaan en de BTW-status van een marktdeelnemer/economisch subject om urgente verzoeken van de douane-autoriteiten van andere lidstaten te kunnen beantwoorden.

3.2. Automatische uitwisseling van gegevens (art. 15)

Het huidige systeem van uitwisseling op eigen initiatief en geval per geval is aangevuld met een systeem voor automatische en/of gestructureerde mededeling van inlichtingen zonder dat de ontvangende lidstaat daartoe een verzoek moet doen. Dit systeem is vergelijkbaar met dat wat in het kader van Verordening (EG) nr. 1798/2003 betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de BTW[2] en van Verordening (EG) nr. 2073/2004 van de Raad van 16 november 2004 betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de accijnzen[3] is ingesteld.

3.3. Implementatie van een dienstenplatform op douanegebied

3.3.1. Europees gegevensbestand (art. 18 bis)

De digitalisering van de douane-inklaringsprocedures en het real-time volgen van vervoermiddelen door middel van satellietsystemen zorgen ervoor dat de informatie die tussen de douanediensten en/of de economische subjecten uitgewisseld wordt, is toenemende mate gedematerialiseerd is. Dat leidt tot een vermeerdering van het aantal databanken dat wordt beheerd door openbare of particuliere aanbieders van diensten op het gebied van de logistiek en het goederenvervoer.

In het kader van de fraudebestrijding en met name de opsporing van goederenzendingen die vatbaar zijn voor inbreuken op de douane- of landbouwvoorschriften en/of van de transportmiddelen, met inbegrip van containers, die daarbij worden gebruikt, zijn de aanbieders van diensten doorgaans geneigd om de bevoegde autoriteiten toegang tot hun bestanden te geven, mits het aantal verzoeken om toegang beperkt is en deze geen extra last teweegbrengen. Het idee om de Commissie (OLAF) als enige partij algemene toegang te verschaffen tot sommige databanken of sites, zou dan ook een geruststelling moeten zijn voor de dienstenaanbieders in het licht van de veelvuldige en frequente verzoeken van de lidstaten. Derhalve is gedacht dat het dienstig zou zijn, ook vanuit economisch oogpunt, de Commissie (OLAF) te machtigen om met de dienstenaanbieders te onderhandelen over het poolen van gegevens in een uniek bestand dat toegankelijk zou zijn voor de lidstaten of de verzoeken te kanaliseren naar sites die door die dienstenaanbieders worden beheerd.

De opzet van dit bestand bestaat erin gegevens die gewoonlijk bij het internationale handelsverkeer worden gebezigd, voor analysedoeleinden te vergaren om, nog voordat de goederen aan fysieke controles worden onderworpen, transacties op te sporen die uit het oogpunt van de douane- en landbouwvoorschriften een risico vormen.

Daarbij zou de Commissie gemachtigd moeten worden om, met het akkoord van de houders van de rechten op de gegevens, de inhoud van de betrokken databanken geheel of gedeeltelijk, kosteloos of tegen vergoeding, en met inachtneming van de geldende rechtsregels inzake intellectuele eigendom over te hevelen. De aldus verkregen inlichtingen zouden geïndexeerd en geanalyseerd kunnen worden.

Het Europese bestand zou toegankelijk zijn voor de tot de permanente coördinatie-eenheid behorende verbindingsofficieren van de lidstaten en voor de in artikel 1, lid 1, van Verordening (EG) 515/97 bedoelde bevoegde autoriteiten.

3.3.2. Coördinatiestructuur voor de operationele samenwerking (art. 18 ter)

De oprichting van een Europees agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen van de lidstaten van de Europese Unie als bedoeld in Verordening (EG) nr. 2007/2004 van de Raad van 26 oktober 2004[4], de verruiming van de bevoegdheden van Europol met de bestrijding van ernstige vormen van internationale criminaliteit (besluit van de Raad van 6 december 2001) en de operationele werkzaamheden van sommige internationale of regionale organisaties vereisen een krachtigere samenwerking tussen de Commissie, de lidstaten en de andere organen of agentschappen van de Europese Unie.

Een belangrijk oogmerk van het nieuwe ontwerp is het bevorderen van het idee om door de Commissie een interface te laten ontwikkelen die een betere coördinatie mogelijk zou maken van de operationele samenwerking tussen de lidstaten en tussen de lidstaten en de Commissie, alsook een grotere operationele betrokkenheid bij de werkzaamheden van de Europese, regionale of internationale organisaties en agentschappen, binnen de grenzen van de bevoegdheden van de respectieve instanties.

In zijn resolutie van 2 oktober 2003 betreffende een strategie voor douanesamenwerking heeft de Raad van de Europese Unie erkend dat een geïntegreerde aanpak bij criminaliteitsbestrijding — waaronder een bijdrage aan terrorismebestrijding — binnen een ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid — naast douanesamenwerking, een nauwe en efficiënte multilaterale samenwerking zou moeten omvatten tussen de douane en andere wetshandhavingsinstanties, en andere instellingen, organen en instanties van de Europese Unie, zoals bijvoorbeeld de Commissie, Europol en Eurojust.

De in dat verband op communautair niveau voorziene middelen en ontwikkelingen zouden opnieuw kunnen worden gebruikt in het kader van de douanesamenwerking als bedoeld in titel VI van het Verdrag betreffende de Europese Unie, onverminderd de respectieve mandaten van Europol en Eurojust.

Een direct toepasselijk rechtsinstrument als een verordening zou daarbij op douanegebied voor een bijzondere impuls kunnen zorgen, zonder dat de diensten van de Commissie daarom nieuwe bevoegdheden hoeven te krijgen. Het nieuwe artikel 18 ter van Verordening (EG) nr. 515/97 zou de lidstaten de mogelijkheid bieden om een beroep te doen op gemachtigden van de Commissie (OLAF) als deskundige en het "dienstenplatform" van de Commissie te gebruiken voor op grond van Verordening (EG) nr. 515/97 begonnen gevallen waarvoor een gezamenlijk team op Gemeenschapsniveau moet worden samengesteld.

3.4. Derde landen (art. 19)

Als een lidstaat in de huidige situatie informatie van een andere lidstaat ontvangt en die informatie vervolgens in het kader van een overeenkomst of protocol tot wederzijdse administratieve bijstand op douanegebied aan een derde land moet worden meegedeeld, moet de ontvangende lidstaat in het kader van een gezamenlijke actie aan de verzendende lidstaat toestemming vragen, zelfs als er voordien door de verzendende lidstaat al toestemming aan de ontvangende lidstaat was gegeven om de betrokken informatie te gebruiken.

Het voorstel beoogt de huidige procedure aan te vullen met een maatregel waarbij de Commissie of een lidstaat zou worden gemachtigd om van een andere lidstaat afkomstige informatie aan een derde land mee te delen mits de laatstgenoemde lidstaat daarvoor van tevoren toestemming heeft gegeven. Het zou in dat geval met andere woorden niet meer nodig zijn om bij een gezamenlijke actie toestemming te vragen of te geven. Dat zou alleen nog het geval zijn als er informatie wordt uitgewisseld die door meer dan twee lidstaten wordt verwerkt.

3.5. Art. 20, tweede alinea 2, onder d)

Het bepaalde in artikel 20, tweede alinea, onder d), betreffende de vergoeding van de kosten van communautaire missies in derde landen is samen met andere bepalingen opgenomen in een nieuw artikel 42 bis betreffende financieringsaangelegenheden.

3.6. Titel V: Art. 23-37. Aanpassing van de verordening in verband met het toezicht op persoonsgegevens in het kader van het Douane-informatiesysteem

De omzetting van Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 door de lidstaten vereist een wijziging van de verordeningsbepalingen betreffende de verwerking van persoonsgegevens in de lidstaten. Ook de goedkeuring van Verordening 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad en de instelling van een onafhankelijke controleautoriteit, de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming, nopen tot een wijziging van de artikelen van Verordening (EG) nr. 515/97 die betrekking hebben op de verwerking van persoonsgegevens door de instellingen en organen van de Gemeenschap.

Alle bepalingen van Verordening (EG) nr. 515/97 die verband houden met de bescherming van persoonsgegevens zijn aangepast aan het nieuwe rechtskader dat sinds de inwerkingtreding ervan is ontstaan, en met name aan de gegevensbeschermingsregels die van toepassing zijn op de instellingen van de Gemeenschap krachtens artikel 286 van het Verdrag en Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens[5], alsook aan de regels die op grond van Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens[6] op de lidstaten van toepassing zijn.

3.7. Gebruik van DIS-gegevens voor analysedoeleinden (artikel 27)

De huidige opzet van het Douane-informatiesysteem maakt het niet mogelijk alle doelstellingen te verwezenlijken die door de verordening zijn aangewezen, namelijk bijdragen tot het voorkomen, opsporen en vervolgen van inbreuken op de douane- en landbouwvoorschriften. Momenteel dragen de in het DIS opgenomen inlichtingen enkel bij tot het vergroten van de doeltreffendheid van de controles. Alleen het doel fraude te voorkomen wordt dus bereikt. De doelstellingen bij te dragen tot het opsporen en tot het vervolgen van handelingen die in strijd zijn met de douane- en landbouwvoorschriften vereisen nieuwe mogelijkheden en functies die niet mogelijk zijn zonder een wijziging van Verordening (EG) nr. 515/97.

Daarom moet artikel 27 zo worden gewijzigd dat – strategische of operationele – analyse een van de nieuwe systeemtaken wordt.

In verband met de uitbreiding van de functies van het systeem wordt een nieuwe categorie gegevens, betreffende de vastgehouden, in beslag genomen of verbeurd verklaarde goederen, ter beschikking gesteld.

3.8. Titel V bis: Art. 41 bis – 41 quinquies. Oprichting van het referentiebestand van onderzoeksdossiers op douanegebied

Het is gebleken dat de administratieve autoriteiten van de lidstaten voor een zo groot mogelijk doeltreffendheid van de samenwerkingsmechanismen moesten kunnen beschikken over een bestand waarmee op een gerichtere manier verzoeken om administratieve bijstand kunnen worden gedaan. Dat is het doel van het FIDE-bestand, waarin de referentiegegevens worden opgeslagen van de in elke lidstaat ingestelde, afgesloten of nog lopende, onderzoeken en waaruit alle bevoegde autoriteiten die daarom verzoeken de gegevens kunnen halen van diensten die vergelijkbare zaken hebben onderzocht.

De opneming van FIDE in de ontwerp-verordening tot wijziging van Verordening (EG) nr. 515/97 is bedoeld ter aanvulling van het parallelle initiatief dat op intergouvernementeel niveau is genomen en is neergelegd in de Akte van de Raad van 8 mei 2003 tot vaststelling van het protocol tot wijziging van de Overeenkomst inzake het gebruik van informatica op douanegebied.

3.9. Titel VI: art. 42. Gegevensbescherming

Onverminderd de bij titel V (art. 23 tot 40) van Verordening (EG) nr. 515/97 voorziene specifieke maatregelen tot bescherming van personen wat de verwerking van hun persoonsgegevens betreft in het kader van de databanken DIS en FIDE, is het noodzakelijk geacht een verwijzing op te nemen naar Verordening (EG) nr. 45/2001 en Richtlijn 94/46 wat de al dan niet automatische uitwisseling en verwerking van gegevens als bedoeld in de titels I tot IV van Verordening (EG) nr. 515/97 betreft.

3.10. Titel VI bis: art. 42 bis. Financiering

Artikel 23, lid 3, tweede alinea, van Verordening (EG) nr. 515/97 van de Raad van 13 maart 1997 betreffende de wederzijdse bijstand tussen de administratieve autoriteiten van de lidstaten en de samenwerking tussen deze autoriteiten en de Commissie met het oog op de juiste toepassing van de douane- en landbouwvoorschriften [7] , gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 807/2003 van de Raad van 14 april 2003 tot aanpassing aan Besluit 1999/468/EG van de bepalingen betreffende de comités die de Commissie bijstaan in de uitoefening van haar uitvoeringsbevoegdheden die zijn vastgelegd in volgens de raadplegingsprocedure (unanimiteit) goedgekeurde besluiten van de Raad[8], werd beschouwd als het basisbesluit in de zin van artikel 49, lid 1, van het Financieel Reglement dat vereist is voor de operationele uitgaven in het kader van het Antifraude-informatiesysteem AFIS.

Deze bepaling had zowel betrekking op de financiering van de AFIS-activiteiten van de eerste pijler (Verordening 515/97) als op de financiering van de AFIS-activiteiten van de derde pijler (Overeenkomst opgesteld op grond van artikel K.3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie inzake het gebruik van informatica op douanegebied[9]) wanneer die activiteiten onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn.

In dat verband werd een verwijzing gemaakt naar artikel 22, lid 2, eerste alinea, van de DIS-overeenkomst, naar de gemeenschappelijke verklaring van de Raad en de Commissie van 13 juli 1995[10] bij artikel 22, lid 2, van voornoemde overeenkomst en naar de lijst van onlosmakelijk met elkaar verbonden informatica-uitgaven die door de Commissie is opgenomen in document SEC(94) 813 van 6.5.1994 betreffende de budgettaire gevolgen van het gebruik van de technische infrastructuur van het DIS in het kader van de Overeenkomst inzake het gebruik van informatica op douanegebied.

Om aan de voorschriften van het Financieel Reglement tegemoet te komen, is het dienstig gebleken een artikel op te nemen waarin Verordening 515/97 wordt aangewezen als basisbesluit voor de besteding van de in datzelfde artikel genoemde beleidsuitgaven

3.11. Titel VII: art. 43. Comitologie

Artikel 43 betreffende de comitologieprocedure is aangepast om rekening te houden met de voorgestelde wijzigingen van de voorafgaande artikelen. Bovendien is de Europees ombudsman die krachtens artikel 286 EG-Verdrag was aangesteld om toezicht uit te oefenen op de instellingen en organen van de Gemeenschap wat de bescherming van personen betreft met betrekking tot de verwerking en het vrije verkeer van persoonsgegevens totdat daarvoor een onafhankelijk controleorgaan zou worden ingesteld, sinds de inwerkingtreding van Verordening (EG) 45/2001 vervangen door de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming. Artikel 43, lid 5, is bijgevolg in die zin gewijzigd.

2006/0290 (COD)

Voorstel voor een

VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN VAN DE RAAD

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 515/97 van de Raad van 13 maart 1997 betreffende de wederzijdse bijstand tussen de administratieve autoriteiten van de lidstaten en de samenwerking tussen deze autoriteiten en de Commissie met het oog op de juiste toepassing van de douane- en landbouwvoorschriften

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op de artikelen 135 en 280,

Gezien het voorstel van de Commissie[11],

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité[12],

Gezien het advies van het Comité van de Regio's[13],

Overeenkomstig de procedure van artikel 251 van het Verdrag,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Verordening (EG) nr. 515/97 van de Raad[14] betekende een verbetering ten opzichte van het vorig juridisch instrumentarium, met name doordat de mogelijkheid werd geboden om informatie op te slaan in de communautaire databank "Douane-informatiesysteem (DIS)".

(2) De sedert de inwerkingtreding van Verordening (EG) nr. 515/97 opgedane ervaring leert evenwel dat door het loutere gebruik van het DIS voor de melding van waarnemingen, onopvallende of gerichte controles de doelstelling van het systeem - handelingen die strijdig zijn met de douane- en landbouwvoorschriften te helpen voorkomen, opsporen en vervolgen - niet volledig kan worden verwezenlijkt.

(3) Naast de huidige tekortkomingen van Verordening (EG) nr. 515/97 nopen ook de door de uitbreiding van de Europese Unie tot 25 lidstaten teweeggebrachte veranderingen ertoe een ruimer kader en een vernieuwd instrumentarium voor de douanesamenwerking in de Gemeenschap te overwegen.

(4) Artikel 1 van het Besluit van de Commissie 1999/352/EG,EGKS,Euratom van 28 april 1999 houdende oprichting van het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF)[15] en de inwerkingtreding van de Overeenkomst inzake het gebruik van informatica op douanegebied[16], vastgesteld bij besluit van de Raad van 26 juli 1995[17] hebben het algemeen kader veranderd waarbinnen de samenwerking tussen de lidstaten en de Commissie op het gebied van het voorkomen, opsporen en vervolgen van inbreuken op de douane- en landbouwvoorschriften plaatsvindt.

(5) De uitkomst van een strategische analyse moet de bevoegde instanties op het hoogste niveau helpen om de projecten, de doelstellingen en de beleidsmaatregelen voor de fraudebestrijding vast te stellen, de werkzaamheden te programmeren en de nodige middelen uit te trekken om de gestelde operationele doelen te bereiken.

(6) De uitkomst van een operationele analyse van de activiteiten, de middelen en de intenties van sommige personen of ondernemingen die de wetgeving niet eerbiedigen, moet de onderzoeksdiensten helpen om in welbepaalde gevallen aangepaste maatregelen te treffen om de inzake fraudebestrijding gestelde doelen te bereiken.

(7) Binnen het huidige rechtskader mogen de door een lidstaat ingevoerde persoonsgegevens slechts van het DIS naar andere gegevensverwerkingssystemen worden gekopieerd met voorafgaande toestemming van de DIS-partner die de gegevens in het systeem heeft ingevoerd en met inachtneming van de voorwaarden die deze overeenkomstig artikel 30, lid 1, heeft gesteld. De wijziging van de verordening heeft tot doel van dit beginsel van voorafgaande toestemming af te wijken in het geval dat de gegevens bestemd zijn om te worden verwerkt door de diensten van de autoriteit die verantwoordelijk is voor het risicobeheer met het oog op het uitvoeren van gerichte goederencontroles.

(8) Het is noodzakelijk het huidige instrumentarium aan te vullen met een rechtsinstrument dat de oprichting regelt van een referentiebestand van afgesloten of lopende onderzoeksdossiers op douanegebied. De oprichting van een dergelijk bestand ligt in het verlengde van het in het kader van de intergouvernementele douanesamenwerking genomen initiatief dat is uitgemond in de goedkeuring van het Besluit van de Raad van 8 mei 2003 tot vaststelling van het protocol tot wijziging, wat betreft de vorming van een referentiebestand van onderzoeksdossiers op douanegebied, van de Overeenkomst inzake het gebruik van informatica op douanegebied[18].

(9) Deze verordening moet onverminderd het bepaalde in Verordening (EG) nr. 1798/2003 van de Raad van 7 oktober 2003 betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de belasting over de toegevoegde waarde[19] ook van toepassing zijn op alle op Gemeenschapsniveau aangenomen bepalingen betreffende de inkomsten die afkomstig zijn van de heffing van een voor alle lidstaten geldend uniform percentage van de geharmoniseerde grondslag van de belasting over de toegevoegde waarde bij invoer en uitvoer, alsook op de nationale uitvoeringsbepalingen daarvan.

(10) Voorts is het noodzakelijk te zorgen voor een grotere complementariteit met de acties die worden ondernomen in het kader van de intergouvernementele douanesamenwerking en van de samenwerking met de andere organen en agentschappen van de Europese Unie en met andere internationale of regionale organisaties. Een dergelijk optreden ligt in het verlengde van de Resolutie van 2 oktober 2003 van de Raad betreffende een strategie voor douanesamenwerking[20] en van het besluit van de Raad van 6 december 2001 houdende uitbreiding van het mandaat van Europol tot de in de bijlage bij de Europol-overeenkomst vermelde ernstige vormen van internationale criminaliteit[21].

(11) Het is dienstig om in het kader van Verordening (EG) nr. 515/97 de voorwaarden te scheppen voor de uitvoering van vanuit communautair oogpunt gezamenlijke douaneoperaties. Het in artikel 43 van Verordening (EG) nr. 515/97 bedoelde comité moet worden gemachtigd om het mandaat van gezamenlijke communautaire douaneoperaties vast te stellen.

(12) Er moet binnen de Commissie een permanente infrastructuur worden ingericht die het mogelijk maakt om het hele jaar door gezamenlijke douaneoperaties uit te voeren en gedurende de tijd die voor de uitvoering van een of meerdere operaties nodig is vertegenwoordigers van de lidstaten en eventueel verbindingsofficieren van derde landen en van Europese of internationale organisaties en agentschappen, en met name Europol, de Werelddouaneorganisatie (WCO) en Interpol, te ontvangen.

(13) Het moet voor de lidstaten mogelijk zijn deze infrastructuur ook te gebruiken in het kader van gezamenlijke douaneoperaties op het gebied van de douanesamenwerking als bedoeld in de artikelen 29 en 30 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, en dit zonder afbreuk te doen aan de rol van Europol. In dat geval dienen de gezamenlijke douaneoperaties plaats te vinden binnen de grenzen van het mandaat dat door de voor douanesamenwerking in de zin van titel VI van het Verdrag betreffende de Europese Unie bevoegde groep van de Raad is vastgesteld.

(14) De opkomst van nieuwe markten, de toenemende mondialisering van het handelsverkeer en de snelle volumegroei ervan in combinatie met de toenemende snelheid van het goederenvervoer vereisen van de douaneadministraties dat zij gelijke tred houden met deze ontwikkelingen opdat de ontwikkeling van de Europese economie daarvan geen nadeel zou ondervinden. De Commissie heeft daartoe in november 2005 reeds voorstellen ingediend om de douaneprocedures te moderniseren en de rechtsgrondslag te leggen voor informatieverwerkingssystemen die een volledig elektronische douane-inklaring op het hele grondgebied van de Europese Unie mogelijk maken (COM(2005) 608 en 609).

(15) De bedoeling is op termijn ertoe te komen dat alle marktdeelnemers alle vereiste documenten van tevoren kunnen verstrekken en hun relaties met de douane-autoriteiten volledig kunnen informatiseren. Intussen zal de situatie nog enige tijd blijven zoals ze nu is, met verschillende niveaus van ontwikkeling van de informatieverwerkingssystemen; het is daarom nodig de fraudebestrijdingsmechanismen te verbeteren omdat verlegging van het handelsverkeer nog altijd mogelijk is.

(16) Vanuit het oogpunt van de fraudebestrijding lijkt het dus noodzakelijk om, naast de hervorming en modernisering van de douanesystemen, de informatie zo vroeg mogelijk te gaan zoeken. Bovendien is het om de bevoegde autoriteiten van de lidstaten te helpen bij de opsporing van goederenzendingen die vatbaar zijn voor inbreuken op de douane- of landbouwvoorschriften en/of van de transportmiddelen, met inbegrip van containers, die daarbij worden gebruikt, dienstig de gegevens van de belangrijkste openbare of particuliere aanbieders van diensten op het gebied van het internationaal goederen- en containervervoer te poolen in een centraal Europees gegevensbestand.

(17) De bescherming van natuurlijke personen wat betreft de verwerking van persoonsgegevens is geregeld bij Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens[22] en bij Richtlijn 2002/58/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 2002 betreffende de verwerking van persoonsgegevens en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer in de sector elektronische communicatie (richtlijn betreffende privacy en elektronische communicatie)[23], waarbij Richtlijn 97/66/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 december 1997 betreffende de verwerking van persoonsgegevens en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer in de telecommunicatiesector[24] is ingetrokken, die beide geheel van toepassing zijn op de diensten van de informatiemaatschappij. Aangezien bij voornoemde richtlijnen een communautair rechtskader is ingesteld voor de bescherming van persoonsgegevens, is het voor de goede werking van de interne markt, en met name het vrije verkeer van persoonsgegevens tussen de lidstaten, niet nodig dat deze verordening dat aspect behandelt. De tenuitvoerlegging en de toepassing van deze verordening dienen te geschieden met inachtneming van de regels voor de bescherming van persoonsgegevens, met name wat betreft de inlichtingen die worden uitgewisseld en opgeslagen ter ondersteuning van acties om fraude te voorkomen en op te sporen.

(18) Aangezien sinds de goedkeuring van Verordening (EG) nr. 515/97 Richtlijn 95/46/EG in het recht van de lidstaten is omgezet en de Commissie een onafhankelijke autoriteit heeft ingesteld die erop moet toezien dat de communautaire instellingen en organen bij de verwerking van persoonsgegevens overeenkomstig Verordening (EG) nr. 45/2001 de vrijheden en de grondrechten van de burgers eerbiedigen, is het dienstig de controle op de bescherming van persoonsgegevens daarop af te stemmen en de verwijzing naar de Europees ombudsman te vervangen door een verwijzing naar de Europees toezichthouder voor gegevensbescherming, onverminderd de bevoegdheden van de ombudsman.

(19) Verordening (EG) nr. 515/97 moet dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(20) Daar de doelstellingen van het voorgenomen optreden, zijnde de coördinatie van de strijd tegen fraude en alle andere onwettige activiteiten waardoor de financiële belangen van de Gemeenschap worden geschaad, niet voldoende door de lidstaten kunnen worden verwezenlijkt en derhalve wegens de omvang en de gevolgen van het optreden beter door de Gemeenschap kunnen worden verwezenlijkt, kan de Gemeenschap, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het evenredigheidsbeginsel, zoals geformuleerd in dat artikel, gaat deze verordening niet verder dan wat nodig is om dit doel te verwezenlijken.

(21) Deze verordening eerbiedigt de grondrechten en neemt de met name door het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie[25] erkende beginselen in acht, Zij is er in het bijzonder op gericht het recht op bescherming van persoonsgegevens (artikel 8 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie) volledig te waarborgen,

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EG) nr. 515/97 wordt als volgt gewijzigd:

1) Artikel 2, lid 1, eerste streepje, komt als volgt te luiden:

- "douanevoorschriften":

a) alle bepalingen van communautaire aard en alle bepalingen voor de toepassing van de communautaire voorschriften in verband met de invoer, de uitvoer, de doorvoer en de aanwezigheid van goederen waarin wordt gehandeld tussen de lidstaten en derde landen alsmede tussen de lidstaten onderling wat goederen betreft die niet de status van communautaire goederen in de zin van artikel 23, lid 2, van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap bezitten of die ter verkrijging van deze status aanvullende controles en onderzoeken dienen te ondergaan,

b) alle op Gemeenschapsniveau aangenomen bepalingen betreffende de inkomsten die afkomstig zijn van de toepassing van een voor alle lidstaten geldend uniform percentage op de geharmoniseerde grondslag van de belasting over de toegevoegde waarde bij invoer en uitvoer, alsook op de nationale uitvoeringsbepalingen daarvan.

2) Aan artikel 2, lid 1, wordt in fine het volgende toegevoegd:

- "operationele analyse":

de analyse van handelingen die in strijd zijn of lijken te zijn met de douane- en landbouwvoorschriften, en die achtereenvolgens de volgende fasen omvat:

- het vergaren van informatie, met inbegrip van persoonsgegevens;

- het beoordelen van de betrouwbaarheid van de informatiebronnen en de informatie;

- het zoeken naar, methodisch leggen van en duiden van verbanden tussen de bovenbedoelde informatie of tussen die informatie en andere relevante inlichtingen;

- het formuleren van bevindingen, hypothesen of aanbevelingen die direct bruikbaar zijn voor de bevoegde autoriteiten en voor de Commissie ten behoeve van de opsporing van andere handelingen die in strijd zijn met de douane- en landbouwvoorschriften en/of de nauwkeurige identificatie van de bij die handelingen betrokken natuurlijke of rechtspersoon of -personen.

- "strategische analyse":

het zoeken naar en blootleggen van algemene tendensen inzake onregelmatigheden en fraude op douane- en landbouwgebied door beoordeling van de bedreiging die wordt gevormd door, de omvang en de gevolgen van sommige vormen van handelingen die in strijd zijn met de douane- en landbouwvoorschriften, om vervolgens prioriteiten vast te stellen, een beter inzicht te verwerven in het fenomeen of de bedreiging, de uitvoering van fraudepreventie- en –opsporingsacties bij te sturen en de organisatie van de diensten te herzien. Voor het verwezenlijken van deze doelstellingen worden uitsluitend anoniem gemaakte gegevens gebruikt.

3) Aan artikel 15 wordt het volgende lid toegevoegd:

"2. De bevoegde autoriteiten van iedere lidstaat kunnen tevens telkens als zij zulks passend achten of periodiek, in een al dan niet gestructureerd formaat, gegevens meedelen welke verband houden met handelingen die in strijd zijn of hun in strijd lijken te zijn met de douane- of landbouwvoorschriften."

4) Artikel 18 wordt als volgt gewijzigd:

a) lid 1, eerste streepje, komt als volgt te luiden:

" - wanneer zij in andere lidstaten of in derde landen vertakkingen hebben of zouden kunnen hebben, of";

b) het volgende lid 7 wordt toegevoegd:

" 7. Onverminderd de bepalingen van het communautair douanewetboek betreffende de vaststelling van een gemeenschappelijk kader voor risicobeheer, kunnen de gegevens die de Commissie en de lidstaten op grond van de artikelen 17 en 18 uitwisselen, worden opgeslagen en geëxploiteerd voor strategische en operationele analysedoeleinden. Indien deze gegevens persoonsgegevens omvatten, zijn de in titel VI van deze verordening bedoelde bijzondere maatregelen ter bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens van toepassing."

5) Aan titel III worden de volgende artikelen 18 bis en 18 ter toegevoegd:

" Artikel 18 bis

1. Om de in artikel 1, lid 1, bedoelde bevoegde autoriteiten te helpen bij het opsporen van goederenzendingen die vatbaar zijn voor inbreuken op de douane- of landbouwvoorschriften en/of van de transportmiddelen, met inbegrip van containers, die daarbij worden gebruikt, zorgt de Commissie voor de inrichting en het beheer van een bestand van gegevens die afkomstig zijn van publiek- of privaatrechtelijke dienstenaanbieders waarvan de activiteiten verband houden met de internationale logistieke keten of het goederenvervoer.

2. De Commissie wordt in het kader van het beheer van dit bestand gemachtigd:

a) zich toegang te verschaffen tot de gegevens en met toestemming van de houder van de rechten op de gegevens de totaliteit of een wezenlijk deel van de inhoud van de gegevens op eender welke wijze en in eender welke vorm te exporteren en deze te hergebruiken met inachtneming van de rechtsregels inzake intellectuele eigendom die gelden in de lidstaat of in het land waar de bedrijfszetel van de dienstenaanbieders gevestigd is; in gemotiveerde gevallen worden de voorwaarden voor en de wijze van toegang tot de gegevens neergelegd in een overeenkomst tussen de Commissie, optredend namens de Gemeenschap, en de dienstenaanbieder;

b) de toegankelijk gemaakte of naar het bestand geëxporteerde gegevens met elkaar te matchen, te indexeren, te verrijken met gegevens uit andere bronnen en te analyseren met inachtneming van het bepaalde in Verordening (EG) nr. 45/2001;

c) de in dit bestand opgenomen gegevens ter beschikking te stellen van de in artikel 1, lid 1, bedoelde bevoegde autoriteiten, uitsluitend ter verwezenlijking van de doelstellingen van deze verordening en met inachtneming van de nationale omzettingsbepalingen van Richtlijn 95/46/EG.

3. Het gaat bij de in dit artikel bedoelde gegevens in het bijzonder om gegevens betreffende de bewegingen van de containers en/of vervoersmiddelen, de goederen en de personen die bij de bewegingen betrokken zijn. Dit omvat onder meer:

a) voor de bewegingen van containers, de volgende gegevens:

- het containernummer;

- de beladingsstatus van de container,

- de datum van de beweging,

- de aard van de beweging (laden, lossen, overladen, binnenkomen, buitengaan, enz.),

- de naam van het vaartuig of het kenteken van het vervoermiddel,

- het volgnummer van de reis,

- de plaats,

- de vrachtbrief of enig andere vervoerdocument;

b) voor de bewegingen van de vervoermiddelen:

- de naam van het vaartuig of het kenteken van het vervoermiddel,

- de vrachtbrief of enig andere vervoerdocument;

- het containernummer,

- het gewicht van de lading,

- een beschrijving en/of code van de goederen,

- het reserveringsnummer,

- het zegelnummer,

- de plaats van eerste lading,

- de laatste plaats van lossing,

- de plaatsen van overlading,

- de vermoedelijke datum van aankomst op de laatste plaats van lossing;

c) voor de natuurlijke of rechtspersonen die betrokken zijn bij de onder a) en b) hierboven bedoelde bewegingen omvatten de in dit artikel bedoelde persoonsgegevens enkel en alleen de naam, meisjesnaam, voornamen en bijnamen, geboortedatum en –plaats, nationaliteit, geslacht en adres van de eigenaars, afzenders, geadresseerden, expediteurs, vervoerders en andere tussenpersonen of personen die betrokken zijn bij de internationale logistieke keten en het goederenvervoer.

4. Uitsluitend de binnen de diensten van de Commissie aangewezen analysten zijn gemachtigd om persoonsgegevens te verwerken in de zin van punt 2, onder b) en c), hierboven.

Persoonsgegevens die niet noodzakelijk zijn om het beoogde doel te bereiken, worden onmiddellijk gewist of anoniem gemaakt. Persoonsgegevens mogen in geen geval langer dan één jaar worden bewaard.

Artikel 18 ter

Indien de Commissie voor de verwezenlijking van de doelstellingen van deze verordening deskundigheid, technische of logistieke bijstand, opleidingen, voorlichting of enige andere vorm van operationele ondersteuning aan de lidstaten kan verstrekken, verzoeken de lidstaten de Commissie om zoveel mogelijk gebruik te maken van haar dienstenplatform, ook in het kader van de tenuitvoerlegging van de douanesamenwerking als bedoeld in titel VI van het Verdrag betreffende de Europese Unie."

6) Artikel 19 komt als volgt te luiden:

"Artikel 19

Mits het betrokken derde land zich er juridisch toe verbonden heeft de nodige bijstand te verlenen voor het verzamelen van alle bewijsmateriaal inzake het onregelmatige karakter van handelingen die strijdig lijken te zijn met de douane- of landbouwvoorschriften dan wel voor het vaststellen van de omvang van handelingen waarvan is vastgesteld dat ze strijdig zijn met deze voorschriften, kunnen de op grond van deze verordening verkregen gegevens aan dit land worden medegedeeld:

- hetzij door de Commissie of de betrokken lidstaat, mits de bevoegde autoriteiten van de lidstaat die de gegevens heeft verstrekt van tevoren toestemming hebben gegeven;

- hetzij, indien de gegevens het resultaat zijn van een analyse van gegevens die door meer dan één lidstaat zijn verstrekt, door de Commissie of de betrokken lidstaat in het kader van een gezamenlijke actie, mits de bevoegde autoriteiten van de lidstaat die de gegevens heeft verstrekt van tevoren toestemming hebben gegeven.

De mededelingen geschieden met inachtneming van de nationale bepalingen welke van toepassing zijn op de overdracht van persoonsgegevens naar derde landen.

In elk geval wordt met passende middelen in het betrokken derde land een bescherming gewaarborgd die gelijkwaardig is aan die van artikel 45, leden 1 en 2."

7) In artikel 20, lid 2, wordt littera d) geschrapt.

8) Artikel 23 wordt als volgt gewijzigd:

a) Lid 2 komt als volgt te luiden:

" 2. Het DIS heeft tot doel, in overeenstemming met het bepaalde in deze verordening, bij te dragen tot het voorkomen, opsporen en vervolgen van handelingen die in strijd zijn met de douane- of landbouwvoorschriften, door verbetering, via een snellere verspreiding van informatie, van de doeltreffendheid van de samenwerkings- en controleprocedures van de in deze verordening bedoelde bevoegde autoriteiten."

b) in lid 3 wordt "artikel K.1, punt 8" vervangen door: "de artikelen 29 en 30";

b) lid 5 wordt geschrapt.

9) Aan artikel 24, worden de volgende punten g) en h) toegevoegd:

"g) vasthoudingen, inbeslagnemingen of verbeurdverklaringen van goederen;

h) vasthoudingen, inbeslagnemingen of verbeurdverklaringen van liquide middelen zoals gedefinieerd in artikel 2 van Verordening (EG) nr. 1889/2005 van het Europees Parlement en de Raad[26].".

10) Artikel 25 komt als volgt te luiden:

"Artikel 25

1. Volgens de procedure van artikel 43, lid 2, wordt voor elk van de categorieën a) tot en met h) van artikel 24 bepaald welke gegevens in het DIS worden ingevoerd voorzover zulks noodzakelijk is voor het doel van het systeem. Voor de categorie e) van artikel 24 mogen in geen geval persoonsgegevens worden ingevoerd.

Voor de categorieën a) tot en met d) mogen de ingevoerde persoonsgegevens niet meer omvatten dan:

a) naam, meisjesnaam, voornamen en bijnamen;

b) geboortedatum en -plaats;

c) nationaliteit;

d) geslacht;

e) nummer, plaats en datum van afgifte van het identiteitsdocument;

f) adres;

g) bijzondere objectieve en permanente fysieke kenmerken;

h) reden voor de invoering van gegevens;

i) voorgestelde actie;

j) een waarschuwingscode die aangeeft of de persoon ooit gewapend of gewelddadig is geweest dan wel ooit een vluchtpoging heeft gedaan;

k) registratienummer van het vervoermiddel.

2. Voor de categorie f) van artikel 24 mogen de ingevoerde persoonsgegevens niet meer omvatten dan de naam en voornaam van deskundigen.

3. Voor de categorieën g) en h) van artikel 24 mogen de ingevoerde persoonsgegevens niet meer omvatten dan:

a) naam, meisjesnaam, voornamen en bijnamen;

b) geboortedatum en -plaats;

c) nationaliteit;

d) geslacht;

e) adres.

In geen geval mogen persoonsgegevens die betrekking hebben op raciale of etnische afkomst, politieke gezindheid, godsdienstige, levensbeschouwelijke of morele overtuigingen, het aangesloten zijn bij een vakvereniging, gezondheid en seksueel gedrag, worden ingevoerd."

11) Artikel 27 komt als volgt te luiden:

"Artikel 27

1. Persoonsgegevens in de categorieën als bedoeld in artikel 24 mogen uitsluitend in het DIS worden ingevoerd met het oog op de volgende voorgestelde acties: melding van waarnemingen, onopvallende en gerichte controles of operationele analyse.

2. Persoonsgegevens behorend tot de categorieën van artikel 24 mogen uitsluitend in het DIS worden ingevoerd indien er, in het bijzonder op grond van eerdere illegale handelingen of van naar aanleiding van spontane bijstand verstrekte informatie, concrete aanwijzingen bestaan die erop duiden dat de betrokken persoon handelingen heeft begaan, bezig is deze te begaan, of nog zal begaan, die in strijd zijn met de douane- of landbouwvoorschriften en die op communautair niveau van bijzonder belang zijn."

12) Artikel 34, lid 3, komt als volgt te luiden:

" Artikel 34

3. Teneinde de juiste toepassing van de in deze verordening vervatte bepalingen ter bescherming van persoonsgegevens te garanderen, beschouwen de lidstaten en de Commissie het DIS als een systeem voor de verwerking van persoonsgegevens dat is onderworpen aan:

- de nationale omzettingsbepalingen van Richtlijn (EG) nr. 95/46/EG;

- de bepalingen van Verordening (EG) nr. 45/2001/EG;

- en de strengere bepalingen van deze verordening."

13) Artikel 35 komt als volgt te luiden:

" Artikel 35

1. Onder voorbehoud van het bepaalde in artikel 30, lid 1, is het gebruik door de DIS-partners van persoonsgegevens uit het DIS voor een ander dan het in artikel 23, lid 2, omschreven doel verboden.

2. Gegevens mogen slechts voor technische doeleinden worden gekopieerd, voor zover dit noodzakelijk is voor bevraging door de autoriteiten als bedoeld in artikel 29.

3. Persoonsgegevens die door andere lidstaten of door de Commissie zijn ingevoerd, mogen niet uit het DIS worden overgenomen in andere gegevensverwerkingssystemen waarvoor de lidstaten of de Commissie verantwoordelijk zijn, behalve in systemen voor risicobeheer die gerichte nationale douanecontroles mogelijk moeten maken of in een systeem voor operationele analyse dat gerichte gecoördineerde acties op Gemeenschapsniveau mogelijk maakt.

Enkel de door de nationale autoriteiten van elke lidstaat en de door de diensten van de Commissie aangewezen analysten zijn in dat geval gemachtigd om uit het DIS overgenomen gegevens te verwerken, respectievelijk in het kader van systemen voor risicobeheer die gerichte nationale douanecontroles mogelijk moeten maken of in een systeem voor operationele en/of strategische analyse dat gerichte gecoördineerde acties op Gemeenschapsniveau mogelijk maakt.

Elke lidstaat deelt de Commissie de lijst mee van de voor het risicobeheer verantwoordelijke diensten waaronder de analysten resorteren die gemachtigd zijn om in het DIS opgenomen persoonsgegevens over te nemen en te verwerken. De Commissie stelt de andere lidstaten hiervan in kennis. Zij brengt tevens alle lidstaten op de hoogte van de overeenkomstige elementen met betrekking tot haar eigen diensten die bevoegd zijn voor de operationele en/of strategische analyse.

De lijst van de aldus aangewezen nationale autoriteiten en Commissiediensten wordt door de Commissie ter informatie bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

De uit het DIS overgenomen persoonsgegevens mogen niet langer dan één jaar worden bewaard. Persoonsgegevens die niet noodzakelijk zijn voor analysedoeleinden, worden onmiddellijk gewist of anoniem gemaakt.

14) Artikel 36, lid 2, laatste zin, wordt vervangen door:

"In elk geval wordt de kennisneming geweigerd gedurende de periode waarin maatregelen inzake waarneming en onopvallende controle worden uitgevoerd, alsook gedurende de periode waarin de operationele analyse van de gegevens of het onderzoek aan de gang is."

15). Artikel 37 wordt als volgt gewijzigd:

a) lid 2 wordt vervangen door:

" 2. Eenieder kan elke overeenkomstig artikel 28 van Richtlijn 95/46/EG ingestelde nationale controleautoriteit of de bij artikel 41, lid 2, van Verordening (EG) nr. 45/2001 ingestelde Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming verzoeken inzage te krijgen van persoonsgegevens in het DIS die op hemzelf betrekking hebben om de juistheid ervan en het gebruik dat van deze gegevens is of wordt gemaakt, te controleren. Dit recht wordt uitgeoefend overeenkomstig de wetten, regelingen en procedures van de lidstaat waar het verzoek is ingediend en overeenkomstig Verordening (EG) nr. 45/2001. Wanneer de gegevens door een andere lidstaat of door de Commissie zijn ingevoerd, geschiedt de controle in nauw overleg met de nationale controleautoriteit van die lidstaat of met de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming."

b) lid 4 wordt geschrapt.

16) Artikel 38, lid 1, komt als volgt te luiden:

"1. Alle noodzakelijke passende technische en organisatorische maatregelen ter handhaving van de beveiliging worden genomen:

a) door de lidstaten en door de Commissie, elk voor wat hen betreft, ten aanzien van de terminals van het DIS op het onderscheiden grondgebied van de lidstaten en in de kantoren van de Commissie;

b) door het in artikel 43 bedoelde comité voor wat betreft het DIS en de terminals op dezelfde locatie als het DIS, die voor technische doeleinden en voor de in lid 3 bedoelde controles worden gebruikt;

c) door de Commissie voor wat de communautaire elementen van het gemeenschappelijk communicatienetwerk betreft.

17) de volgende titel V bis wordt ingevoegd:

"TITEL V bis

REFERENTIEBESTAND VAN ONDERZOEKSDOSSIERS

Hoofdstuk 1

Oprichting van een referentiebestand van onderzoeksdossiers op douanegebied

Artikel 41 bis

1. Het DIS omvat ook een afzonderlijk bestand, het "referentiebestand van onderzoeksdossiers" geheten, dat hierna het "FIDE" wordt genoemd. Onder voorbehoud van het bepaalde in deze titel gelden alle bepalingen van deze verordening die betrekking hebben op het DIS ook voor het FIDE en slaat elke verwijzing naar het DIS ook op het FIDE.

2. Het FIDE heeft tot doel bij te dragen tot het voorkomen van handelingen die in strijd zijn met de douane- en landbouwvoorschriften en tot het vergemakkelijken en bespoedigen van het onderzoeken en het vervolgen van dergelijke handelingen.

3. Het FIDE heeft tot doel de Commissie, wanneer zij een coördinatiedossier als bedoeld in artikel 18 opent of een communautaire missie in derde landen als bedoeld in artikel 20 voorbereidt, en de ingevolge artikel 29 aangewezen nationale autoriteiten van een lidstaat die bevoegd zijn voor onderzoek op douanegebied, en die een onderzoek starten of hebben gestart naar één of meer personen of bedrijven, in staat te stellen na te gaan welke bevoegde autoriteiten van andere lidstaten onderzoek verrichten of verricht hebben naar die personen of bedrijven, teneinde door informatie over het bestaan van onderzoeksdossiers de in artikel 2, lid 2, genoemde doelen te bereiken.

4. Indien de lidstaat of de Commissie naar aanleiding van een raadpleging van het FIDE nadere gegevens nodig heeft over een opgenomen dossier betreffende een persoon of een bedrijf, vraagt hij/zij op basis van deze verordening de gegevensinvoerende lidstaat om bijstand.

5. De douaneautoriteiten van de lidstaten kunnen in het kader van de in titel VI van het Verdrag betreffende de Europese Unie bedoelde douanesamenwerking gebruik maken van het FIDE. In dit geval zorgt de Commissie voor het technisch beheer van dit bestand.

Hoofdstuk 2

Functioneren en gebruik van het FIDE

Artikel 41 ter

1. De bevoegde autoriteiten voeren gegevens uit onderzoeksdossiers in het FIDE in voor de in artikel 41 bis, lid 3, genoemde doeleinden. Deze gegevens omvatten uitsluitend de volgende categorieën:

a) een persoon of een bedrijf waarnaar door een bevoegde autoriteit van een lidstaat onderzoek wordt of is verricht, en:

- die/dat er van verdacht wordt een met de douane- en landbouwvoorschriften strijdige handeling te begaan of te hebben begaan, of daaraan deel te nemen of te hebben deelgenomen, of

- die/dat betrokken is bij een vaststelling van zo'n overtreding, of

- waaraan een administratieve of strafrechtelijke sanctie voor zo'n handeling is opgelegd;

b) het gebied waarop het onderzoeksdossier betrekking heeft;

c) naam, nationaliteit en contactadres van de dienst van de lidstaat die het dossier behandelt, en het registratienummer van het dossier.

De onder a), b) en c) bedoelde gegevens worden voor elke persoon of elk bedrijf afzonderlijk ingevoerd. Koppeling van gegevens is niet toegestaan.

2. De in lid 1, onder a), bedoelde persoonsgegevens omvatten alleen het volgende:

a) voor personen: naam, meisjesnaam, voornamen en bijnamen, geboortedatum en -plaats, nationaliteit en geslacht;

b) voor bedrijven: de handelsnaam, de in het handelsverkeer gebruikte handelsnaam, de zetel van de onderneming en het BTW-nummer.

3. De gegevens worden overeenkomstig artikel 41 quinquies voor een beperkte duur opgenomen.

Artikel 41 quater

1. In FIDE kunnen uitsluitend gegevens worden ingevoerd en geraadpleegd door de in artikel 41 bis bedoelde autoriteiten.

2. Elke raadpleging van het FIDE bestrijkt de volgende persoonsgegevens:

a) voor personen: voornaam en/of naam en/of meisjesnaam en/of bijnamen en/of geboortedatum;

b) voor bedrijven: de handelsnaam, de door het bedrijf bij de bedrijfsuitoefening gebruikte naam en/of het BTW-nummer.

Hoofdstuk 3

Bewaring van gegevens

Artikel 41 quinquies

1. De bewaringstermijn van de gegevens is afhankelijk van de wetten, regelingen en procedures van de gegevensverstrekkende lidstaat. De volgende termijnen, berekend vanaf de datum waarop de gegevens in het onderzoeksdossier zijn opgenomen, worden evenwel in geen geval overschreden:

a) gegevens over lopende onderzoeksdossiers worden niet langer dan drie jaar bewaard, als er binnen die termijn geen onregelmatige handeling geconstateerd is; de gegevens worden eerder verwijderd als er een jaar verstreken is sedert de laatste constatering;

b) gegevens over onderzoeksdossiers die de vaststelling van een onregelmatige handeling behelzen, maar die nog niet geleid hebben tot een veroordeling, een strafrechtelijke boete of een administratieve sanctie, worden niet langer dan zes jaar bewaard;

c) gegevens over onderzoeksdossiers die de vaststelling van een onregelmatige handeling behelzen en die geleid hebben tot een veroordeling, een strafrechtelijke boete of een administratieve sanctie, worden niet langer dan tien jaar bewaard;

2. In elk stadium van een onderzoek als bedoeld in lid 1, onder a), b) en c), worden, zodra de persoon of het bedrijf in de zin van artikel 41 ter, overeenkomstig de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen en procedures van de gegevensverstrekkende lidstaat van het onderzoek is uitgesloten, de gegevens over de betrokken persoon of het betrokken bedrijf onmiddellijk gewist.

3. Gegevens worden automatisch gewist uit het FIDE vanaf de datum waarop de maximale opslagtermijnen, als bepaald in lid 1, overschreden worden. De totale duur van termijnen als bepaald in lid 1 bedraagt in geen geval meer dan 10 jaar."

18) Titel VI wordt vervangen door:

"Titel VI

GEGEVENSBESCHERMING

Artikel 42

1. De Commissie en de lidstaten zien bij de verwerking van persoonsgegevens in het kader van deze verordening toe op de volledige eerbiediging van de communautaire en nationale bepalingen inzake de bescherming van persoonsgegevens, met name de bepalingen van Richtlijn 95/46/EG en van Verordening (EG) nr. 45/2001.

De Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming wordt geraadpleegd voordat maatregelen ter uitvoering van deze verordening worden genomen.

2. De bepalingen met betrekking tot de geautomatiseerde uitwisseling en verwerking van gegevens zijn mutatis mutandis van toepassing op de niet-geautomatiseerde uitwisseling en verwerking van gegevens.

9) De volgende titel wordt ingevoegd:

"TITEL VI bis

FINANCIERING

Artikel 42 bis

1. Deze verordening is het basisbesluit voor de financiering van de volgende uitgaven:

a) alle kosten voor de totstandbrenging en het onderhoud van de permanente technische infrastructuur waarmee aan de lidstaten de nodige logistieke middelen en gegevensverwerkingsvoorzieningen ter beschikking worden gesteld voor de coördinatie van gezamenlijke douaneoperaties, en met name het bijzonder toezicht als bedoeld in artikel 7;

b) de reis- en verblijfkostenvergoeding en de dagvergoeding van de vertegenwoordigers van de lidstaten die deelnemen aan de communautaire missies als bedoeld in artikel 20, aan de gezamenlijke douaneoperaties die zijn georganiseerd door of tezamen met de Commissie, aan opleidingen, aan ad-hocvergaderingen en aan vergaderingen ter voorbereiding van administratieve onderzoeken of operationele acties van de lidstaten die worden georganiseerd door of in samenwerking met de Commissie.

Wanneer de onder a) bedoelde permanente technische infrastructuur wordt gebruikt in het kader van de douanesamenwerking als bedoeld in titel VI van het Verdrag betreffende de Europese Unie, zijn de vervoers- en verblijfkosten en de dagvergoedingen van de vertegenwoordigers van de lidstaten ten laste van de lidstaten.

c) de kosten voor de aanschaf, bestudering, ontwikkeling en het onderhoud van de informatica—infrastructuur (de hardware), de software en de netwerkverbindingen voor het voorkomen en bestrijden van fraude, en de daarop betrekking hebbende exploitatie-, ondersteunings- en opleidingsdiensten;

d) de uitgaven voor de verstrekking van gegevens en de uitgaven voor de daarop betrekking hebbende acties die toegang verschaffen tot inlichtingen, data en gegevensbronnen in het kader van de fraudebestrijding ter bescherming van de financiële en andere belangen van de Gemeenschap;

e) de met het gebruik van het DIS verband houdende uitgaven waarin is voorzien bij besluiten die zijn aangenomen op grond van titel VI van het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name van de bij Akte van de Raad van 26 juli 1995 vastgestelde Overeenkomst inzake het gebruik van informatica op douanegebied[27], voor zover in die besluiten is bepaald dat de uitgaven ten laste van de Gemeenschapsbegroting komen.

2. De Commissie kan, na raadpleging van het in artikel 43 bedoelde comité, besluiten tot de totstandbrenging of de aanschaf van andere communicatie- of gegevensuitwisselingssystemen die zij noodzakelijk acht.

3. De uitgaven voor de aanschaf, de bestudering, de ontwikkeling en het onderhoud van de communautaire elementen van het gemeenschappelijk communicatienetwerk dat door de in lid 1, onder c), hiervoor bedoelde systemen wordt gebruikt, komen eveneens ten laste van de Gemeenschapsbegroting. De Commissie sluit namens de Gemeenschap de nodige contracten om deze elementen operationeel te maken.

4. Onverminderd de aan het DIS verbonden kosten en de bij wijze van schadevergoeding te betalen bedragen waarin artikel 40 voorziet, zien de lidstaten en de Commissie af van iedere eis tot terugbetaling van de kosten van de verstrekking van gegevens of van documenten en van de uitvoering van administratieve onderzoeken of andere operationele acties die uit de toepassing van deze verordening voortvloeien, behalve wat de vergoedingen betreft die eventueel aan deskundigen worden betaald."

20) Artikel 43 wordt als volgt gewijzigd:

a) lid 4 wordt vervangen door:

" 4. Het comité buigt zich over iedere kwestie in verband met de toepassing van deze verordening, die door zijn voorzitter op eigen initiatief of op verzoek van de vertegenwoordiger van een lidstaat aan de orde kan worden gesteld, met name betreffende:

- het functioneren van de bij deze verordening ingestelde wederzijdse bijstand in het algemeen,

- de vaststelling van de praktische modaliteiten voor de toezending van de in de artikelen 15 tot en met 17 bedoelde gegevens,

- de krachtens de artikelen 17 en 18 aan de Commissie verstrekte gegevens ten einde er lering uit te trekken, de noodzakelijke maatregelen vast te stellen die nodig zijn om een einde te maken aan de geconstateerde handelingen die in strijd zijn met de douane- of landbouwvoorschriften, en, in voorkomend geval, voor te stellen de bestaande communautaire voorschriften te wijzigen of aanvullende bepalingen vast te stellen,

- de organisatie van de gezamenlijke douane-operaties, met name het bijzonder toezicht als bedoeld in artikel 7,

- de stellingname van de Gemeenschap in de door internationale akkoorden of door toepassing daarvan ingestelde comités en werkgroepen met betrekking tot de wederzijdse administratieve bijstand op douanegebied,

- de voorbereiding van door de lidstaten verrichte en door de Commissie gecoördineerde onderzoeken alsmede de in artikel 20 bedoelde communautaire missies,

- de maatregelen die zijn genomen ter waarborging van het vertrouwelijke karakter van de uit hoofde van deze verordening uitgewisselde inlichtingen, en met name van de persoonsgegevens, andere dan die waarop titel V betrekking heeft,

- de tenuitvoerlegging en het goed functioneren van het DIS en alle technische en operationele maatregelen om de beveiliging van het DIS te waarborgen,

- de noodzaak om bepaalde gegevens in het DIS te bewaren,

- de maatregelen die zijn genomen om het vertrouwelijke karakter van de krachtens deze verordening in het DIS opgeslagen gegevens, met name van de persoonsgegevens, te waarborgen en te verzekeren dat de voor de verwerking van deze gegevens verantwoordelijke personen de op hen rustende verplichtingen nakomen,

- de uit hoofde van artikel 38, lid 2, genomen maatregelen.";

b) in lid 5, derde zin, wordt "de in artikel 37, lid 4, bedoelde ombudsman" vervangen door: "de in artikel 41, lid 2, van Verordening (EG) nr. 45/2001 bedoelde Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming".

21) In artikel 44 en in artikel 45, lid 2, wordt "titel V neergelegde bepalingen betreffende het DIS" vervangen door: "titel V en V bis".

22) In artikel 53 wordt lid 2 geschrapt.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie .

Zij is van toepassing met ingang van …

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel,

Voor het Europees Parlement Voor de Raad

De voorzitter De voorzitter

FINANCIEEL MEMORANDUM

1. BENAMING VAN HET VOORSTEL

Voorstel voor een Verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 515/97 van de Raad van 13 maart 1997 betreffende de wederzijdse bijstand tussen de administratieve autoriteiten van de lidstaten en de samenwerking tussen deze autoriteiten en de Commissie met het oog op de juiste toepassing van de douane- en landbouwvoorschriften.

2 ABM/ABB-KADER

Betrokken beleidsterrein(en) en bijbehorende activiteit(en):

24 02 Fraudebestrijding

3 BEGROTINGSONDERDELEN

3.1. Begrotingsonderdelen (beleidsuitgaven en bijbehorende uitgaven voor technische en administratieve bijstand (vroegere BA-onderdelen)), inclusief omschrijving:

24 02 03 AFIS

3.2. Duur van de actie en van de financiële gevolgen:

Onbepaald vanaf de datum van inwerkingtreding

3.3. Begrotingskenmerken (voeg zo nodig rijen toe):

Begrotingsonderdeel | Aard van de uitgave | Nieuw | Deelname EVA | Deelname kandidaat-lidstaten | Rubriek financiële voor-uitzichten |

24 02 03 | NVU | GK | Nee | Nee | Nee | 1A |

4. OVERZICHT VAN DE MIDDELEN

4.1. Financiële middelen

4.1.1. Overzicht van de vastleggingskredieten (VK) en betalingskredieten (BK)

in miljoen EUR (tot op 3 decimalen)

Aard van de uitgave | Punt nr. | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012-2013 | Totaal |

Beleidsuitgaven[28] |

Vastleggingskredieten (VK) | 8.1 | a | 5,750 | 6,000 | 6,000 | 6,500 | 6,500 | 14,000 | 44,750 |

Betalingskredieten (BK) | b | 4,900 | 5,100 | 5,300 | 5,500 | 5,700 | 22,500 | 44,750 |

Administratieve uitgaven binnen het referentiebedrag[29] |

Technische & administratieve bijstand (NGK) | 8.2.4 | c |

TOTAAL REFERENTIEBEDRAG |

Vastleggingskredieten | a+c | 5,750 | 6,000 | 6,000 | 6,500 | 6,500 | 14,000 | 44,750 |

Betalingskredieten | b+c | 4,900 | 5,100 | 5,300 | 5,500 | 5,700 | 22,500 | 44,750 |

Administratieve uitgaven die niet in het referentiebedrag zijn begrepen[30] |

Personeelsuitgaven en aanverwante uitgaven (NGK) | 8.2.5 | d | 0,659 | 0,659 | 0,659 | 0,659 | 0,659 | 1,318 | 4,613 |

Andere niet in het referentiebedrag begrepen administratieve uitgaven (NGK) | 8.2.6 | e | 0,850 | 0,850 | 0,850 | 0,850 | 0,850 | 1,700 | 5,950 |

Totale indicatieve kosten van de maatregel

TOTAAL VK inclusief personeelsuitgaven | a+c+d+e | 7,259 | 7,509 | 7,509 | 8,009 | 8,009 | 17,018 | 55,313 |

TOTAAL BK inclusief personeelsuitgaven | b+c+d+e | 6,409 | 6,609 | 6,809 | 7,009 | 7,209 | 21,268 | 55,313 |

Medefinanciering

Indien het voorstel door lidstaten of uit andere bronnen (geef aan welke) wordt medegefinancierd, geef dan een raming daarvan in de onderstaande tabel (voeg extra rijen toe indien de medefinanciering uit meer dan een bron afkomstig is):

in miljoen euro (tot op 3 decimalen)

Medefinancieringsbron | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012-2013 | Totaal |

…………………… | f |

TOTAAL VK inclusief medefinanciering | a+c+d+e+f |

4.1.2. Verenigbaarheid met de financiële programmering

X Het voorstel is verenigbaar met de bestaande financiële programmering.

( Het voorstel vergt herprogrammering van de betrokken rubriek van de financiële vooruitzichten.

( Het voorstel vergt wellicht toepassing van de bepalingen van het Interinstitutioneel Akkoord[31] (flexibiliteitsinstrument of herziening van de financiële vooruitzichten).

Financiële gevolgen voor de ontvangsten

X Het voorstel heeft geen financiële gevolgen voor de ontvangsten

( Financiële gevolgen - Het effect op de ontvangsten is als volgt:

Opmerking: Alle gegevens en opmerkingen over de wijze van berekening van de gevolgen voor de ontvangsten moeten in een aparte bijlage worden vermeld.

in miljoen euro (tot op 1 decimaal)

Vóór de actie [Jaar n-1] | Situatie na de actie |

Totale personele middelen in VTE | 6,1 | 6,1 | 6,1 | 6,1 | 6,1 | 6,1 |

5. KENMERKEN EN DOELSTELLINGEN

Gegevens over de context van het voorstel moeten in de toelichting worden verstrekt. Geef in dit deel van het financieel memorandum de volgende aanvullende informatie:

5.1. Behoefte waarin op korte of lange termijn moet worden voorzien

Update van de technische configuratie van het AFIS-systeem (apparatuur en programmatuur).

De ontwikkeling en implementatie van een referentiebestand van onderzoeksdossiers (FIDE) waarmee de bevoegde diensten elkaar wederzijds kunnen informeren over het bestaan van lopende of afgesloten onderzoeksdossiers, zonder dat daarbij nadere informatie wordt verstrekt over de inhoud of de uitkomst van de dossiers; noodzakelijk ter vervollediging van de huidige systemen voor uitwisseling en opslag van gegevens (AFIS/SID).

De ontwikkeling van een gemeenschappelijke interface voor de gebruikers van de AFIS/SID-applicaties, de ontwikkeling van modules voor communicatie in het kader van de wederzijdse bijstand (e-MA communication), voor het beheer van de gebruikersrechten (URT), voor samenwerking (Virtual OCU) en voor al dan niet gestructureerde uitwisselingen (AFIS Mailing), en de ontwikkeling van functies voor het importeren/exporteren van gegevens, voor het melden van de inbeslagneming van goederen en voor het analyseren van SID-gegevens.

De ontwikkeling van een systeem dat toegang verschaft tot inlichtingen, data en gegevensbronnen in het kader van de fraudebestrijding ter bescherming van de financiële en andere belangen van de Gemeenschap.

5.2. Meerwaarde van het communautaire optreden, samenhang van het voorstel met andere financiële instrumenten en mogelijke synergie

Meerwaarde van het communautaire optreden

Het gebrek aan compatibiliteit en interoperabiliteit van de informaticasystemen van de bevoegde nationale autoriteiten vormde in de strijd tegen fraude ten nadele van de EU-begroting en tegen sluikhandel een belemmering voor de goede werking van de mechanismen van administratieve samenwerking en wederzijdse bijstand.

Het was dienstig om in dit verband een gemeenschappelijke noemer voor de nationale systemen te zoeken. Deze doelstelling is bereikt met de totstandbrenging van een unieke technische infrastructuur, "AFIS – Antifraude-informatiesysteem" genoemd, waarop verschillende communautaire IT-applicaties kunnen worden geïmplementeerd.

Deze applicaties, die rond de douane- en landbouwwetgeving van de Gemeenschap zijn opgebouwd, zorgen voor een gemeenschappelijke interface met de nationale systemen, zodat deze gemakkelijker toegankelijk worden voor de gebruikers bij de diverse bevoegde autoriteiten in de lidstaten.

De opzet van de infrastructuur is, de bevoegde autoriteiten te helpen om handelingen die strijdig zijn met de douane- en landbouwwetgeving te voorkomen, op te sporen en te vervolgen door, via een snellere verspreiding van informatie, de samenwerkings- en controleprocedures doeltreffender te maken, alsook het delen van informatie door die autoriteiten, enerzijds, en het Europees Bureau voor fraudebestrijding, anderzijds, te bevorderen.

Samenhang van het voorstel met andere financiële instrumenten en mogelijke synergie

De onder artikel 24 02 03 "Antifraude-informatiesysteem (AFIS)" van de EU-begroting opgenomen kredieten zijn in hun totaliteit bestemd voor de ontwikkeling, het onderhoud en de exploitatie van de AFIS-infrastructuur en voor de daarmee verband houdende operationele diensten.

5.3 Doelstellingen, verwachte resultaten en bijbehorende indicatoren van het voorstel in de context van het ABM

Het doel bestaat erin een nieuwe AFIS-infrastructuur te ontwerpen en te implementeren die zowel nieuwe internettechnologie (apparatuur) als nieuwe applicaties (programmatuur) omvat.

Outputindicatoren:

- inbedrijfstelling van het nieuwe AFIS-portaal en de bijbehorende beheersinstrumenten, b.v. User Registration Tool (URT) (doelstelling bereikt: Ja/Nee);

- ontwikkeling en inbedrijfstelling van de volgende nieuwe applicaties voor (doelstelling bereikt: Ja/Nee):

- niet-gestructureerde uitwisseling van informatie (AFIS Mailing),

- gestructureerde uitwisseling van informatie (MARINFO, YACHTINFO, CIGINFO, e-AM),

- samenwerking (Virtual OCU : CONSUR, MARSUR, VIASUR),

- opslag van informatie (FIDE en CIS web) (doelstelling bereikt: Ja/Nee);

- inbedrijfstelling van updates van de volgende applicaties (doelstelling bereikt: Ja/Nee):

- Mutual Information System (MIS),

- the Electronic Communication Registry (ECR);

- ontwikkeling en inbedrijfstelling van het systeem voor operationele analyse van douanefraude (COAS) en uitbreiding van de gebruiksdoelen van het douane-informatiesysteem met de controle op baar geld dat de EU binnenkomt of verlaat (doelstelling bereikt: Ja/Nee);

- onderhoud van de AFIS-infrastructuur en de applicaties om fouten te herstellen of aanpassingen aan de ontwikkeling van de technologie aan te brengen (aantal incidenten of verzoeken om wijziging);

- evaluatie van de groepen gebruikers van externe gegevensbanken (aantal adviezen).

Impactindicatoren:

- betere samenwerking binnen het AFIS-gebruikersnetwerk (aantal uitgewisselde of opgeslagen berichten);

- tegemoet komen aan de wensen en verlangens van de gebruikers in de lidstaten ten aanzien van de nieuwe infrastructuur; instrument: toepassing waarmee de gebruikerstevredenheid kan worden gemeten;

- zichtbaarheid van de meerwaarde van een op inlichtingenvergaring en -verspreiding op Europees niveau gebaseerde benadering.

5.4. Wijze van uitvoering (indicatief)

Voor de uitvoering van de actie gekozen methode(n)[33].

( Gecentraliseerd beheer

X rechtstreeks door de Commissie

( gedelegeerd aan:

( uitvoerende agentschappen

( door de Gemeenschappen opgerichte organen als bedoeld in artikel 185 van het Financieel Reglement

( nationale publiekrechtelijke organen of organen met een openbaredienstverleningstaak

( Gedeeld of gedecentraliseerd beheer

( met lidstaten

( met derde landen

( Gezamenlijk beheer met internationale organisaties (geef aan welke)

Opmerkingen:

6. TOEZICHT EN EVALUATIE

6.1. Toezicht

Om de drie jaar vanaf de inwerkingtreding ervan brengt de Commissie aan het Europees Parlement, de Rekenkamer en de Raad verslag uit over de uitvoering van deze verordening.

6.2. Evaluatie

6.2.1. Evaluatie vooraf

Het jaarverslag 2004 van de Commissie over de bescherming van de financiële belangen van de Gemeenschappen was grotendeels gewijd aan de evaluatie van de maatregelen op het gebied van de wederzijdse administratieve bijstand op douanegebied die in de periode 2002-2004 door de lidstaten en de Commissie zijn genomen. De voorgestelde wijziging heeft tot doel de evaluatiebevindingen in de regelgeving te verwerken.

6.2.2. Naar aanleiding van een tussentijdse evaluatie of evaluatie achteraf genomen maatregelen (ervaring die bij soortgelijke activiteiten in het verleden is opgedaan)

Het comité zal zo nodig een verordening met uitvoeringsbepalingen vaststellen volgens de comitologieprocedure.

6.2.3. Vorm en frequentie van toekomstige evaluaties

Om de drie jaar vanaf de inwerkingtreding ervan brengt de Commissie aan het Europees Parlement, de Rekenkamer en de Raad verslag uit over de uitvoering van deze verordening.

7. FRAUDEBESTRIJDINGSMAATREGELEN

Om de financiële belangen van de Gemeenschappen te beschermen tegen fraude en andere onregelmatigheden, kan de Commissie in het kader van dit programma, overeenkomstig Verordening (Euratom, EG) nr. 2185/96 van de Raad[34] controles ter plaatse en inspecties uitvoeren. Eventueel voert het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) onderzoek uit krachtens Verordening (EG) nr. 1073/1999 van het Europees Parlement en de Raad[35].

Er zullen regelmatig administratieve controles en controles ter plaatse worden gehouden door de diensten van de Commissie.

8. MIDDELEN

8.1. Financiële kosten van de doelstellingen van het voorstel

Vastleggingskredieten, in miljoen euro (tot op 3 decimalen)

Gebruik van het gemeen-schappelijk communicatie-netwerk (CCN/CSI) voor de AFIS-applicaties | 2,65 M€ | 3,05 M€ | 3,05 M€ | 3,05 M€ | 3,05 M€ | 3,4 M€ |

8.2. Administratieve uitgaven

8.2.1 Aantal en soort personeelsleden

Soort post | Huidig of extra personeel dat zal worden ingezet voor het beheer van de actie (aantal posten/VTE) |

2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012-2013 |

Ambtenaren of tijdelijk personeel[38] (24 02 03) | A*/AD | 2,1A | 2,1A | 2,1A | 2,1A | 2,1A | 2,1A |

B*, C*/AST | 3B 1C | 3B 1C | 3B 1C | 3B 1C | 3B 1C | 3B 1C |

Uit art. XX 01 02 gefinancierd personeel[39] |

Uit art. XX 01 04/05 gefinancierd ander personeel[40] |

TOTAAL | 6,1 | 6,1 | 6,1 | 6,1 | 6,1 | 6,1 |

8.2.2. Omschrijving van de taken die uit de actie voortvloeien

Beheer van de informaticaprojecten in verband met AFIS, met name als intermediair tussen de gebruikers ("business owner") en de externe contractanten.

8.2.3. Herkomst van het (statutaire) personeel

(Wanneer meer dan een bron wordt vermeld, geef dan het aantal posten per bron)

( Posten die momenteel zijn toegewezen aan het beheer van het te vervangen of te verlengen programma

( Posten die al zijn toegewezen in het kader van de JBS/VOB-procedure voor jaar n

( Posten waarom in het kader van de volgende JBS/VOB-procedure zal worden gevraagd

( Bestaande posten binnen de beherende dienst die worden heringedeeld (interne herindeling)

( Posten die voor jaar n nodig zijn maar die in het kader van de JBS/VOB-procedure voor dat jaar nog niet zijn toegewezen

8.2.4. Andere administratieve uitgaven binnen het referentiebedrag (XX 01 04/05 – Uitgaven voor administratief beheer)

in miljoen euro (tot op 3 decimalen)

Begrotingsonderdeel (nummer en omschrijving) | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012-2013 | TOTAAL |

1. Technische en administratieve bijstand (inclusief bijbehorende personeelsuitgaven) |

Uitvoerende agentschappen[41] |

Andere technische en administratieve bijstand |

intern |

extern |

Totaal Technische en administratieve bijstand |

8.2.5. Personeelsuitgaven en aanverwante uitgaven die niet in het referentiebedrag zijn begrepen

in miljoen euro (tot op 3 decimalen)

Soort posten | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012-2013 |

Ambtenaren en tijdelijk personeel (XX 01 01) | 0,659 | 0,659 | 0,659 | 0,659 | 0,659 | 1,318 |

Uit art. XX 01 02 gefinancierd personeel (hulpfunctionarissen, gedetacheerde nationale deskundigen, personeel op contractbasis, enz.) (vermeld begrotingsonderdeel) |

Totaal Personeelsuitgaven en aanverwante uitgaven die NIET in het referentiebedrag zijn begrepen) | 0,659 | 0,659 | 0,659 | 0,659 | 0,659 | 1,318 |

Berekening – Ambtenaren en tijdelijke functionarissen

Verwijs zo nodig naar punt 8.2.1

6,1 x108.000 = 658.800 EUR

Berekening – Uit artikel XX 01 02 gefinancierd personeel

Verwijs zo nodig naar punt 8.2.1

8.2.6. Andere administratieve uitgaven die niet in het referentiebedrag zijn begrepen

in miljoen EUR (tot op 3 decimalen)

2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012-2013 | TOTAAL |

XX 01 02 11 01 – Dienstreizen |

XX 01 02 11 02 – Conferenties en vergaderingen |

24 01 06 0001 02 11 03 - Comités[42] | 0,120 | 0,120 | 0,120 | 0,120 | 0,120 | 0,240 | 0,840 |

XX 01 02 11 04 – Studies en adviezen |

XX 01 02 11 05 - Informatiesystemen |

2. Totaal Andere beheersuitgaven (XX 01 02 11) |

3. Andere uitgaven van administratieve aard (vermeld welke en verwijs naar het begrotingsonderdeel) 24 01 06 00 02 01 controles, studies, analyses en specifieke werkzaamheden van OLAF | 0,600 | 0,600 | 0,600 | 0,600 | 0,600 | 1,200 | 4,200 |

Totaal andere administratieve uitgaven die NIET in het referentiebedrag zijn begrepen | 0,720 | 0,720 | 0,720 | 0,720 | 0,720 | 1,440 | 5,040 |

Comité wederzijdse bijstand (V. 515/97), bedoeld in art. 43 van Verordening (EG) nr. 515/97 van de Raad van 13 maart 1997 (toepassing van de artikelen 5 en 6 van Besluit 1999/468/EG)

Berekening - Andere administratieve uitgaven die niet in het referentiebedrag zijn begrepen

Op basis van de uitvoering 2004 en 2005, en de raming voor 2006.[pic]

[1] PB L 264 van 15.10.2003, blz. 1.

[2] JL L 264 van 15.10.2003, blz . 1.

[3] PB L 359 van 4.12.2004.

[4] PB L 349 van 25.11.2004.

[5] PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1.

[6] PB L 281 van 23.11.1995, blz. 1. Richtlijn gewijzigd bij Verordening nr. (EG) nr. 1882/2003 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 284 van 31.10.2003, blz. 1).

[7] PB L 82 van 22.3.1997.

[8] PB L 122 van 16.5.2003.

[9] PB C 316 van 27.11.1995.

[10] 7273/2/95 ENFOCUSTOM 17

[11] PB C […] van […], blz. […].

[12] PB C […] van […], blz. […].

[13] PB C […] van […], blz. […].

[14] PB L 82 van 22.03.1997, blz. 1. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 807/2003 van de Raad van 14 april 2003 (PB L 122 van 16.5.2003).

[15] PB L 136 van 31.05.1999, blz. 20.

[16] PB C 316 van 27.11.1995, blz. 34.

[17] PB C 316 van 27.11.1995, blz. 33.

[18] PB C 139 van 13.6.2003, blz. 1.

[19] PB L 264 van 15.10.2003, blz. 1. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 885/2004 (PB L 168 van 1.5.2004).

[20] PB C 247 van 15.10.2003, blz. 1.

[21] PB C 362 van 18.12.2001, blz. 1.

[22] PB C 281 van 28.11.1995, blz. 31.

[23] PB L 201 van 31.7.2002, blz. 37.

[24] PB L 24 van 30.1.1998, blz. 1.

[25] PB C 364 van 18.12.2000, blz. 1.

[26] PB L 309 van 25.11.2005, blz. 9.

[27] PB C 316 van 27.11.1995.

[28] Uitgaven die niet onder hoofdstuk xx 01 van de betrokken titel xx vallen.

[29] Uitgaven in het kader van artikel xx 01 04 van titel xx.

[30] [31]9\]lmnŒ?Ž? |&36BCÉÊøû |¥Ä[pic]Êév'y'?'‘'Uitgaven in het kader van hoofdstuk xx 01, met uitzondering van de artikelen xx 01 04 en xx 01 05.

[32] Zie de punten 19 en 24 van het Interinstitutioneel Akkoord.

[33] Voeg zo nodig extra kolommen toe (wanneer de duur van de actie langer is dan 6 jaar).

[34] Verstrek, indien meer dan een methode wordt aangekruist, extra informatie onder "Opmerkingen".

[35] PB L 292 van 15.11.1996, blz. 2.

[36] PB L 136 van 31.5.1999, blz. 1.

[37] Zoals beschreven in punt 5.3.

[38] Bij deze uitgaven komen nog de uitgaven in verband met het gebruik van het gemeenschappelijk communicatienetwerk / de gemeenschappelijke systeeminterface (CCN/CSI), waarvan de financiering is geregeld door het voorstel voor een beschikking van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een actieprogramma voor de douane in de Gemeenschap (Douane-2013) ( (COM(2006) 201 def. van 17 mei 2006).

[39] Waarvan de kosten NIET door het referentiebedrag worden gedekt.

[40] Waarvan de kosten NIET door het referentiebedrag worden gedekt.

[41] Waarvan de kosten door het referentiebedrag worden gedekt.

[42] Verwijs naar het specifieke financieel memorandum voor de betrokken uitvoerende agentschappen.

[43] Vermeld het soort comité en de groep waartoe het behoort.

Top