EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52006PC0454

Voorstel voor een verordening van de Raad betreffende de sluiting van een partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Gabon

/* COM/2006/0454 def. - CNS 2006/0156 */

52006PC0454




[pic] | COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN |

Brussel, 11.8.2006

COM(2006) 454 definitief

2006/0156 (CNS)

Voorstel voor een

VERORDENING VAN DE RAAD

betreffende de sluiting van een partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Gabon

(door de Commissie ingediend)

TOELICHTING

De Gemeenschap en de Republiek Gabon hebben onderhandeld over een partnerschapsovereenkomst inzake visserij waarbij aan vissers uit de Gemeenschap vangstmogelijkheden worden toegekend in de visserijzone van Gabon, en hebben deze overeenkomst op 28 oktober 2005 geparafeerd. Deze partnerschapsovereenkomst, vergezeld van een protocol en de bijbehorende bijlage, is gesloten voor de duur van zes jaar te rekenen vanaf de inwerkingtreding ervan, en kan worden verlengd. De op 3 december 1998 in werking getreden Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Gabon inzake de visserij voor de kust van Gabon wordt vanaf de dag van inwerkingtreding van de onderhavige overeenkomst ingetrokken en door deze laatste vervangen.

Het protocol met de bijbehorende bijlage tot vaststelling van de technische en financiële voorwaarden waaronder vaartuigen van de EG de visserij mogen uitoefenen, is gesloten voor een periode van zes jaar die ingaat op 3 december 2005. In afwachting van de inwerkingtreding van de nieuwe overeenkomst treden het onderhavige protocol en de bijbehorende bijlage in werking op de datum waarop de partijen de voltooiing van de in dit verband te volgen procedures melden. Het protocol en de bijbehorende bijlage zijn van toepassing vanaf 3 december 2005.

Het hoofddoel van de nieuwe partnerschapsovereenkomst is de samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Gabon te versterken met het oog op het instellen, in het belang van beide partijen, van een partnerschapskader voor de ontwikkeling van een duurzaam visserijbeleid en de redelijke exploitatie van de visbestanden in de visserijzone van Gabon. Bij het bepalen van haar onderhandelingspositie heeft de Commissie zich onder meer gebaseerd op de resultaten van een evaluatie vooraf en een evaluatie achteraf door onafhankelijke deskundigen.

De twee partijen verbinden zich tot het aangaan van een politieke dialoog over visserijaangelegenheden van wederzijds belang. De huidige prioriteiten van het Gabonese visserijbeleid maken het mogelijk dat beide partijen in het kader van de partnerschapsovereenkomst in onderlinge overeenstemming de te realiseren doelstellingen en de desbetreffende jaarlijkse en meerjarige programmering vaststellen die tot een duurzaam en verantwoord beheer van de sector moeten leiden.

Voorts voorziet de partnerschapsovereenkomst in de bevordering van de economische, wetenschappelijke en technische samenwerking in de visserijsector en verwante sectoren.

De financiële tegenprestatie is vastgesteld op 860 000 euro per jaar. Van deze financiële tegenprestatie moet 60 % worden gebruikt om jaarlijks financiële steun te verlenen voor de ontwikkeling en de uitvoering van het sectorale visserijbeleid in Gabon, met de bedoeling te komen tot een duurzame en verantwoorde visserij. Deze financiële steun wordt verleend in het kader van een jaarlijkse en een meerjarige programmering (zie boven).

De overeenkomst voorziet in vangstmogelijkheden voor twee categorieën vaartuigen: 1) voor “vriesschepen voor de tonijnvisserij met de zegen”: 24 vaartuigen; 2) voor “vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug”: 16 vaartuigen.

De door de reders te betalen rechten zijn voor elke categorie vastgesteld en zouden in totaal een extra jaarinkomen van ongeveer 142 000 euro voor Gabon kunnen opleveren.

Op basis hiervan stelt de Commissie de Raad voor de sluiting van deze partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Gabon bij verordening goed te keuren.

2006/0156 (CNS)

Voorstel voor een

VERORDENING VAN DE RAAD

betreffende de sluiting van een partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Gabon

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 37, juncto artikel 300, lid 2 en lid 3, eerste alinea,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europees Parlement,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) De Gemeenschap en de Republiek Gabon hebben onderhandeld over een partnerschapsovereenkomst inzake visserij waarbij aan vissers uit de Gemeenschap vangstmogelijkheden worden toegekend in de wateren waarover de Republiek Gabon de soevereiniteit bezit, en hebben deze overeenkomst geparafeerd.

(2) Het is in het belang van de Gemeenschap deze overeenkomst goed te keuren.

(3) Bepaald moet worden hoe de vangstmogelijkheden over de lidstaten moeten worden verdeeld,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Gabon wordt namens de Gemeenschap goedgekeurd.

De tekst van de overeenkomst is aan deze verordening gehecht.

Artikel 2

De in het protocol bij de overeenkomst vastgestelde vangstmogelijkheden worden als volgt over de lidstaten verdeeld:

Type visserij | Vaartuigtype | Lidstaat | Vergunningen of quota |

Tonijnvisserij | Vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug | Spanje | 13 |

Portugal | 3 |

Tonijnvisserij | Vriesschepen voor de tonijnvisserij met de zegen | Spanje | 12 |

Frankrijk | 12 |

Indien met de door deze lidstaten ingediende vergunningaanvragen niet alle in het protocol vastgestelde vangstmogelijkheden worden benut, kan de Commissie vergunningaanvragen van andere lidstaten in aanmerking nemen.

Artikel 3

De lidstaten waarvan de vaartuigen in het kader van deze overeenkomst vissen, melden de in de visserijzone van Gabon gevangen hoeveelheden van elk bestand aan de Commissie op de wijze zoals bepaald bij Verordening (EG) nr. 500/2001 van de Commissie van 14 maart 2001 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EEG) nr. 2847/93 van de Raad wat betreft de controle op de vangsten van de communautaire vissersvaartuigen in de wateren van derde landen en in volle zee[1].

Artikel 4

Deze verordening treedt in werking op de zevende dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie .

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel,

Voor de Raad

De voorzitter

Partnerschapsovereenkomst inzake visserij

tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Gabon

DE REPUBLIEK GABON, hierna “Gabon” genoemd,

en

DE EUROPESE GEMEENSCHAP, hierna “de Gemeenschap” genoemd,

hierna als “de partijen” aangeduid,

GELET OP de nauwe samenwerking tussen de Gemeenschap en Gabon, met name in het kader van de overeenkomst van Cotonou, en op de wens van beide partijen deze betrekkingen te intensiveren;

GELET OP de wens van beide partijen om de verantwoorde exploitatie van de visbestanden via samenwerking te bevorderen;

REKENING HOUDEND MET de bepalingen van het Zeerechtverdrag van de Verenigde Naties;

VASTBESLOTEN om de beslissingen en aanbevelingen uit te voeren van de Internationale Commissie voor de instandhouding van tonijnachtigen in de Atlantische Oceaan, hierna de “ICCAT” genoemd;

ZICH BEWUST van het belang van de beginselen die zijn vastgelegd in de in 1995 tijdens de conferentie van de FAO goedgekeurde Gedragscode voor een verantwoorde visserij;

VASTBERADEN om in hun beider belang samen te werken aan de invoering van een verantwoorde visserij ter waarborging van de instandhouding op lange termijn en de duurzame exploitatie van de mariene biologische rijkdommen;

ERVAN OVERTUIGD DAT deze samenwerking de vorm moet aannemen van al dan niet gezamenlijke initiatieven en maatregelen die elkaar aanvullen, met het beleid in overeenstemming zijn en op een synergetische manier worden uitgevoerd;

VASTBESLOTEN daartoe een dialoog op gang te brengen over het door de Gabonese regering vastgestelde sectorale visserijbeleid, en passende middelen te kiezen om ervoor te zorgen dat dit beleid doeltreffend wordt uitgevoerd en dat de economische actoren en het maatschappelijk middenveld bij dit proces worden betrokken;

VERLANGENDE voorwaarden en voorschriften vast te stellen met betrekking tot de visserijactiviteiten van vaartuigen van de Gemeenschap die actief zijn in de wateren van Gabon, en met betrekking tot de steun die de Gemeenschap verleent voor de invoering van een verantwoorde visserij in die wateren;

VASTBERADEN te streven naar een nog nauwere economische samenwerking op visserijgebied en in de daarvan afhankelijke sectoren door de totstandbrenging en ontwikkeling van joint ventures met ondernemingen van beide partijen,

ZIJN HET VOLGENDE OVEREENGEKOMEN:

Artikel 1 - Draagwijdte van de overeenkomst

Bij deze overeenkomst worden de beginselen, regels en procedures vastgesteld inzake:

- de economische, financiële, technische en wetenschappelijke samenwerking op het gebied van de visserij, die tot doel heeft om, ter waarborging van de instandhouding en de duurzame exploitatie van de visbestanden, een verantwoorde visserij in de wateren van Gabon in te voeren en de Gabonese visserijsector te ontwikkelen;

- de voorwaarden voor de toegang van de vissersvaartuigen van de Gemeenschap tot de wateren van Gabon;

- de samenwerking betreffende de regelingen voor het toezicht op de visserij in de wateren van Gabon die tot doel hebben de bovengenoemde voorschriften te handhaven, de doeltreffendheid van de maatregelen op het gebied van instandhouding en beheer van de visbestanden te verzekeren en illegale, niet-aangegeven en niet-gereglementeerde visvangst te bestrijden;

- de partnerschappen tussen bedrijven met het oog op de wederzijds bevorderlijke ontwikkeling van de economische activiteiten in de visserijsector en van daarmee verband houdende activiteiten.

Artikel 2 - Definities

Voor de toepassing van deze overeenkomst wordt verstaan onder:

1. “autoriteiten van Gabon”, de regering van Gabon;

2. “communautaire autoriteiten”, de Europese Commissie;

3. “wateren van Gabon”, de wateren waarover Gabon op visserijgebied de soevereiniteit of de jurisdictie heeft;

4. “vissersvaartuig”: elk vaartuig dat is uitgerust voor de commerciële exploitatie van levende aquatische hulpbronnen;

5. “vaartuig van de Gemeenschap”: een vissersvaartuig dat de vlag van een lidstaat van de Gemeenschap voert en in de Gemeenschap is geregistreerd;

6. “gemengde commissie”: een commissie van vertegenwoordigers van de Gemeenschap en Gabon als omschreven in artikel 9 van deze overeenkomst;

7. “overlading”: het overbrengen, op zee of in de haven, van alle vis aan boord van een vissersvaartuig of een gedeelte daarvan, naar een ander vissersvaartuig;

8. “abnormale omstandigheden”, andere omstandigheden dan natuurverschijnselen, die aan de redelijke controle van een van de partijen ontsnappen en de uitoefening van de visserijactiviteiten in de wateren van Gabon verhinderen.

Artikel 3 - Beginselen en doelstellingen betreffende de uitvoering van deze overeenkomst

1. De partijen verbinden zich tot het bevorderen van een verantwoorde visserij in de wateren van Gabon, zonder onderscheid te maken tussen de verschillende vloten die in die wateren actief zijn en zonder afbreuk te doen aan de overeenkomsten tussen ontwikkelingslanden van één bepaald geografisch gebied, met inbegrip van wederzijdse visserijovereenkomsten.

2. De partijen werken samen aan de tenuitvoerlegging van een door de regering van Gabon vastgesteld sectoraal visserijbeleid en gaan daartoe een politieke dialoog aan over de hervormingen die in dat verband vereist zijn. Zij plegen vooraf onderling overleg met het oog op de vaststelling van eventuele maatregelen op dit gebied.

3. De partijen werken ook samen aan gezamenlijke en individuele evaluaties voor, tijdens en na maatregelen, programma’s en acties die worden uitgevoerd op grond van deze overeenkomst.

4. De partijen verbinden zich ertoe deze overeenkomst uit te voeren volgens de beginselen van goed economisch en sociaal bestuur en daarbij rekening te houden met de toestand van de visbestanden.

5. Als zeelieden van Gabon en/of de ACS-landen op vaartuigen van de Gemeenschap worden aangemonsterd, geldt de verklaring van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) over de fundamentele beginselen en rechten op het werk, die van rechtswege van toepassing is op de overeenkomstige contracten en algemene arbeidsvoorwaarden. Het gaat daarbij met name om de vrijheid van vereniging, de effectieve erkenning van het recht op collectieve onderhandeling van werknemers en de bestrijding van discriminatie op het gebied van werk en beroep.

Artikel 4 - Wetenschappelijke samenwerking

1. Zolang de overeenkomst van kracht is, doen de Gemeenschap en Gabon het nodige om de ontwikkeling van de toestand van de visbestanden in de visserijzone van Gabon te volgen.

2. De twee partijen plegen, op basis van de aanbevelingen en de resoluties van de Internationale Commissie voor de instandhouding van tonijnachtigen in de Atlantische Oceaan (ICCAT) en het beste beschikbare wetenschappelijke advies, overleg in de in artikel 9 van deze overeenkomst bedoelde gemengde commissie om, eventueel na een wetenschappelijke vergadering en in onderlinge overeenstemming, maatregelen vast te stellen voor een duurzaam beheer van de door de vaartuigen van de Gemeenschap beviste bestanden.

3. De partijen verbinden zich ertoe om, hetzij rechtstreeks, inclusief op subregionaal niveau in het kader van het COREP (Regionaal Comité voor de visserij in de Golf van Guinee), hetzij binnen de bevoegde internationale organisaties, te overleggen met het oog op het beheer en de instandhouding van de biologische rijkdommen in de Atlantische Oceaan en op samenwerking in het kader van het wetenschappelijk onderzoek terzake.

Artikel 5 - Toegang van vaartuigen van de Gemeenschap tot de visgronden in de wateren van Gabon

1. Gabon verbindt zich ertoe vaartuigen van de Gemeenschap in zijn visserijzone te laten vissen overeenkomstig de bepalingen van deze overeenkomst en van het aan de overeenkomst gehechte protocol en de bijbehorende bijlage.

2. De visserijactiviteiten waarop deze overeenkomst betrekking heeft, moeten worden uitgevoerd overeenkomstig de in Gabon geldende wetten en voorschriften. De autoriteiten van Gabon stellen de Gemeenschap in kennis van elke wijziging in voornoemde regelgeving.

3. Gabon verbindt zich ertoe al het nodige te doen voor de doeltreffende toepassing van de in het protocol opgenomen bepalingen inzake visserijtoezicht. De vaartuigen van de Gemeenschap werken samen met de voor de uitvoering van dit toezicht bevoegde autoriteiten van Gabon.

4. De Gemeenschap verbindt zich ertoe al het nodige te doen om ervoor te zorgen dat haar vaartuigen de bepalingen van deze overeenkomst en de wetgeving inzake de uitoefening van de visserij in de wateren onder de jurisdictie van Gabon in acht nemen.

Artikel 6 - Vergunningen

1. De vaartuigen van de Gemeenschap mogen slechts visserijactiviteiten in de visserijzone van Gabon uitoefenen indien zij daarvoor een visvergunning hebben gekregen in het kader van deze overeenkomst en het aangehechte protocol.

2. De procedure voor het verkrijgen van een visvergunning voor een vaartuig, de toepasselijke bedragen en de wijze van betaling door de reder zijn vermeld in de bijlage bij het protocol.

Artikel 7 - Financiële tegenprestatie

1. De Gemeenschap betaalt Gabon een financiële tegenprestatie overeenkomstig de in het protocol en de bijbehorende bijlage vastgestelde voorwaarden en regelingen. Deze financiële tegenprestatie wordt berekend op basis van twee gegevens, namelijk:

a) de toegang van vaartuigen van de Gemeenschap tot de wateren en de visbestanden van Gabon, en

b) de financiële steun die de Gemeenschap verleent voor de bevordering van een verantwoorde visserij en een duurzame exploitatie van de visbestanden in de wateren van Gabon.

2. Het in lid 1, onder b), bedoelde gedeelte van de financiële tegenprestatie wordt berekend op basis van doelstellingen die de twee partijen in onderlinge overeenstemming en overeenkomstig het protocol vaststellen voor het door de regering van Gabon omschreven sectorale visserijbeleid en op basis van de desbetreffende jaarlijkse en meerjarige programmering van de uitvoering.

3. De financiële tegenprestatie van de Gemeenschap wordt ieder jaar betaald overeenkomstig de bepalingen van het protocol en onverminderd de bepalingen van deze overeenkomst en van het protocol inzake eventuele wijzigingen van het bedrag van de tegenprestatie op grond van:

a) abnormale omstandigheden;

b) een verlaging van de vangstmogelijkheden voor vaartuigen van de Gemeenschap die in onderlinge overeenstemming wordt vastgesteld met het oog op de toepassing van maatregelen voor het beheer van de betrokken bestanden die op basis van het beste beschikbare wetenschappelijke advies nodig worden geacht voor de instandhouding en de duurzame exploitatie van de visbestanden;

c) een verhoging van de vangstmogelijkheden voor vaartuigen van de Gemeenschap die in onderlinge overeenstemming door de partijen wordt vastgesteld voorzover dit, gezien de toestand van de betrokken bestanden, volgens het beste beschikbare wetenschappelijke advies mogelijk is;

d) een herziening van de voorwaarden voor de financiële steun voor de tenuitvoerlegging van het sectorale visserijbeleid van Gabon, voorzover dit gerechtvaardigd is op grond van de door de partijen geconstateerde resultaten van de jaarlijkse en meerjarige programmering;

e) de opzegging van deze overeenkomst krachtens artikel 13;

f) de schorsing van de toepassing van deze overeenkomst overeenkomstig artikel 12.

Artikel 8 - Bevordering van de samenwerking tussen de economische actoren en in het maatschappelijk middenveld

1. De partijen bevorderen economische, wetenschappelijke en technische samenwerking in de visserijsector en verwante sectoren. Zij plegen onderling overleg om de verschillende maatregelen die hiertoe kunnen worden genomen, te coördineren.

2. De partijen verbinden zich ertoe de uitwisseling van informatie over vistechnieken, vistuig, instandhoudingsmethoden en procédés voor de industriële verwerking van visserijproducten te bevorderen.

3. De partijen spannen zich in voor het creëren van de voorwaarden om de betrekkingen tussen de bedrijven van de partijen op technisch, economisch en commercieel gebied te bevorderen via de totstandbrenging van een voor ondernemingen en investeerders gunstig klimaat.

4. De partijen stimuleren met name de oprichting van joint ventures die gericht zijn op het wederzijdse belang, met voortdurende inachtneming van de vigerende Gabonese en communautaire wetgeving.

Artikel 9 - Gemengde commissie

1. Er wordt een gemengde commissie opgericht die wordt belast met het toezicht op de toepassing van deze overeenkomst. De gemengde commissie moet:

a) toezicht uitoefenen op de uitvoering, interpretatie en toepassing van de overeenkomst en met name op de vaststelling en beoordeling van de uitvoering van de in artikel 7, lid 2, bedoelde jaarlijkse en meerjarige programmering;

b) optreden als contactorgaan voor vraagstukken van gemeenschappelijk belang op visserijgebied;

c) fungeren als forum voor de minnelijke schikking van geschillen over de interpretatie of toepassing van de overeenkomst;

d) indien nodig de vangstmogelijkheden herzien, en naar aanleiding daarvan de financiële tegenprestatie;

e) elke andere taak vervullen die beide partijen haar in onderlinge overeenstemming opleggen.

2. De gemengde commissie komt minstens éénmaal per jaar bijeen, afwisselend in Gabon en in de Gemeenschap, en wordt voorgezeten door de partij die de vergadering organiseert. Op verzoek van één van beide partijen wordt een buitengewone vergadering belegd.

Artikel 10 - Geografisch toepassingsgebied

Deze overeenkomst is van toepassing, enerzijds, op het grondgebied waar het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap van toepassing is en onder de in dat Verdrag gestelde voorwaarden, en, anderzijds, op het grondgebied van Gabon.

Artikel 11 - Duur van de overeenkomst

Deze overeenkomst is geldig voor een periode van zes jaar vanaf de datum van inwerkingtreding; zij wordt stilzwijgend verlengd voor telkens een periode van zes jaar, tenzij zij overeenkomstig artikel 13 wordt opgezegd.

Artikel 12 – Schorsing

1. De toepassing van deze overeenkomst kan op initiatief van een partij worden geschorst wanneer tussen de partijen een ernstige onenigheid bestaat over de toepassing van de bepalingen van de overeenkomst. De toepassing kan pas worden geschorst indien de betrokken partij haar voornemen hiertoe schriftelijk en ten minste drie maanden vóór de datum van inwerkingtreding van de schorsing meldt. Na ontvangst van deze kennisgeving plegen de partijen overleg met het oog op de minnelijke schikking van hun geschil.

2. De in artikel 7 bedoelde financiële bijdrage wordt voor de duur van de schorsing evenredig verlaagd pro rata temporis.

Artikel 13 - Opzegging

1. Deze overeenkomst kan door elke partij wegens abnormale gebeurtenissen worden opgezegd, bijvoorbeeld wanneer de toestand van de betrokken visbestanden verslechtert, wanneer wordt geconstateerd dat de aan vaartuigen van de Gemeenschap toegestane vangstmogelijkheden slechts in beperkte mate worden benut of wanneer de door de partijen aangegane verbintenissen tot het bestrijden van illegale, niet-aangegeven en niet-gereglementeerde visvangst niet worden nagekomen.

2. De betrokken partij stelt de andere partij ten minste zes maanden voor het einde van de eerste periode of van iedere volgende periode schriftelijk in kennis van haar voornemen om de overeenkomst op te zeggen.

3. Na de in het vorige lid bedoelde kennisgeving treden beide partijen in onderhandeling.

4. De in artikel 7 bedoelde financiële tegenprestatie wordt evenredig verlaagd pro rata temporis voor het jaar waarin de opzegging in werking treedt.

Artikel 14 - Protocol en bijlage

Het protocol en de bijlage vormen een integrerend deel van deze overeenkomst.

Artikel 15 - Geldend nationaal recht

De activiteiten van de vissersvaartuigen van de Gemeenschap die in de wateren van Gabon actief zijn, ressorteren onder Gabonees recht, behalve indien dat anders is bepaald in de overeenkomst of het protocol en de bijbehorende bijlage en aanhangsels.

Artikel 16 - Intrekking

De op 3 december 1998 in werking getreden Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Gabon inzake de visserij voor de kust van Gabon wordt vanaf de dag van inwerkingtreding van de onderhavige overeenkomst ingetrokken en door deze laatste vervangen.

Het Protocol tot vaststelling van de voor de periode van 3 december 2005 tot en met 2 december 2011 geldende vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie in het kader van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Gabon inzake de visserij voor de kust van Gabon blijft evenwel van toepassing tijdens de in artikel 1, lid 1, van dat protocol bedoelde periode en vormt een integrerend deel van de onderhavige overeenkomst.

Artikel 17 - Inwerkingtreding

Deze overeenkomst, opgesteld in twee exemplaren in de Deense, de Duitse, de Engelse, de Estse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Hongaarse, de Italiaanse, de Letse, de Litouwse, de Maltese, de Nederlandse, de Poolse, de Portugese, de Sloveense, de Slowaakse, de Spaanse, de Tsjechische en de Zweedse taal, zijnde alle teksten gelijkelijk authentiek, treedt in werking op de dag waarop de partijen elkaar schriftelijk ervan in kennis stellen dat hun daartoe vereiste respectieve interne procedures zijn afgewikkeld.

Protocol tot vaststelling, voor de periode van 3 december 2005 tot en met 2 december 2011, van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie in het kader van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Gabon inzake de visserij voor de kust van Gabon

Artikel 1 Geldigheidsduur en vangstmogelijkheden

1. De op grond van artikel 5 van de overeenkomst toegekende vangstmogelijkheden worden voor een periode van zes jaar ingaande op 3 december 2005 vastgesteld als volgt:

sterk migrerende soorten (soorten opgenomen in bijlage 1 bij het Zeerechtverdrag van de Verenigde Naties van 1982)

- vriesschepen voor de tonijnvisserij met de zegen: 24 vaartuigen,

- vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug: 16 vaartuigen.

2. Lid 1 is van toepassing onverminderd de artikelen 4 en 5 van dit protocol.

3. Vaartuigen die de vlag van een lidstaat van de Europese Gemeenschap voeren, mogen slechts visserijactiviteiten uitoefenen in de visserijzone van Gabon indien daarvoor in het kader van dit protocol en overeenkomstig de bepalingen in de bijlage bij dit protocol een vergunning is verleend.

Artikel 2 Financiële tegenprestatie - Betalingswijze

1. De in artikel 7 van de overeenkomst bedoelde financiële tegenprestatie bestaat enerzijds, voor de in artikel 1 bedoelde periode, uit een jaarlijks bedrag van 715 000 euro, dat overeenkomt met een referentiehoeveelheid van 11 000 ton per jaar, en anderzijds uit een specifiek bedrag van 145 000 euro per jaar voor de ondersteuning en tenuitvoerlegging van initiatieven in het kader van het sectorale visserijbeleid van Gabon. Dit specifieke bedrag maakt integrerend deel uit van de in artikel 7 van de overeenkomst omschreven financiële tegenprestatie.

2. Lid 1 is van toepassing onverminderd de artikelen 4 , 5 en 7 van dit protocol.

3. De in lid 1 bedoelde bedragen, samen 860 000 euro, worden, zolang dit protocol van toepassing is, elk jaar door de Gemeenschap betaald.

4. Indien de vaartuigen van de Gemeenschap in de wateren van Gabon in totaal meer dan 11 000 ton per jaar vangen, wordt het bedrag van 715 000 euro van de jaarlijkse financiële tegenprestatie met 65 euro per extra gevangen ton verhoogd. De Gemeenschap mag jaarlijks evenwel niet meer betalen dan het dubbele van het in lid 3 vermelde bedrag (1 430 000 euro). Indien de vaartuigen van de Gemeenschap meer vangen dan de met het dubbele van het jaarlijkse totaalbedrag overeenstemmende hoeveelheid, wordt het voor de extra hoeveelheid verschuldigde bedrag het volgende jaar betaald.

5. De in lid 1 bedoelde financiële tegenprestatie wordt voor het eerste jaar uiterlijk op 30 september 2006 betaald en voor de volgende jaren uiterlijk op 30 juni 2007, 2008, 2009, 2010 en 2011.

6. Onverminderd artikel 6 valt de beslissing over de bestemming van de tegenprestatie onder de exclusieve bevoegdheid van de autoriteiten van Gabon.

7. De financiële tegenprestatie wordt gestort op rekening 47069 X “Pêche maritime” van de Schatkist van de Republiek Gabon.

Artikel 3 Samenwerking met het oog op verantwoorde visserij - Wetenschappelijke vergadering

1. De twee partijen verbinden zich hierbij tot het bevorderen van verantwoorde visserij in de wateren van Gabon zonder onderscheid te maken tussen de verschillende vloten die in die wateren aanwezig zijn.

2. Tijdens de duur van dit protocol doen de Gemeenschap en de autoriteiten van Gabon het nodige om de ontwikkeling van de toestand van de visbestanden in de visserijzone van Gabon te volgen.

3. Beide partijen verbinden zich ertoe de samenwerking op subregionaal niveau op het gebied van de verantwoorde visserij, en met name in het kader van het COREP, te bevorderen.

4. Overeenkomstig artikel 4 van de overeenkomst plegen de partijen, op basis van de aanbevelingen en de resoluties van de Internationale Commissie voor de instandhouding van tonijnachtigen in de Atlantische Oceaan (ICCAT) en het beste beschikbare wetenschappelijke advies, overleg in de in artikel 9 van de overeenkomst bedoelde gemengde commissie om, in voorkomend geval na een wetenschappelijke vergadering die eventueel op subregionaal niveau wordt gehouden, in onderlinge overeenstemming maatregelen vast te stellen voor een duurzaam beheer van de door de vaartuigen van de Gemeenschap beviste bestanden.

Artikel 4 Herziening van de vangstmogelijkheden in onderlinge overeenstemming

1. De in artikel 1 bedoelde vangstmogelijkheden kunnen in onderlinge overeenstemming worden verhoogd, voorzover uit de conclusies van de in artikel 3, lid 4, bedoelde wetenschappelijke vergadering blijkt dat een dergelijke verhoging het duurzame beheer van de visbestanden van Gabon niet schaadt. De in artikel 2, lid 1, bedoelde financiële tegenprestatie van 715 000 euro wordt dan evenredig verhoogd pro rata temporis. Het totaalbedrag van de door de Europese Gemeenschap betaalde financiële tegenprestatie die betrekking heeft op de referentiehoeveelheid, mag evenwel niet meer bedragen dan het dubbele van 715 000 euro. Indien de vaartuigen van de Gemeenschap jaarlijks meer vangen dan het dubbele van 11 000 ton (d.i. 22 000 ton), wordt het voor de extra hoeveelheid verschuldigde bedrag het volgende jaar betaald.

2. Wanneer de partijen daarentegen overeenstemming bereiken over een verlaging van de in artikel 1 bedoelde vangstmogelijkheden, wordt de financiële bijdrage evenredig verlaagd pro rata temporis.

3. De verdeling van de vangstmogelijkheden tussen de verschillende categorieën vaartuigen kan eveneens worden aangepast, mits de partijen daarover onderling overleg plegen en daartoe samen besluiten en op voorwaarde dat eventuele aanbevelingen van de in artikel 3 bedoelde wetenschappelijke vergadering inzake het beheer van de bestanden die de gevolgen van die herverdeling zouden ondervinden, in acht worden genomen. De partijen spreken een overeenkomstige aanpassing van de financiële tegenprestatie af, indien de herverdeling van de vangstmogelijkheden dat rechtvaardigt.

Artikel 5 Nieuwe vangstmogelijkheden

1. Indien vissersvaartuigen van de Gemeenschap belangstelling hebben voor visserijactiviteiten die niet in artikel 1 zijn vermeld, raadpleegt de Gemeenschap Gabon met het oog op een eventuele vergunning voor die nieuwe activiteiten. In voorkomend geval spreken de partijen voorwaarden voor deze nieuwe vangstmogelijkheden af en indien nodig passen zij dit protocol en de bijbehorende bijlage aan.

2. De partijen stimuleren de experimentele visserij, met name met betrekking tot diepzeesoorten in de wateren van Gabon. Met het oog hierop en op verzoek van een van de partijen plegen zij overleg en bepalen per geval de soorten, de voorwaarden en andere relevante parameters.

De partijen doen aan experimentele visserij volgens de parameters die door de twee partijen in voorkomend geval in een bestuursrechtelijke bepaling zijn vastgesteld. De vergunningen voor experimentele visserij mogen hoogstens zes maanden geldig zijn. Indien de partijen van oordeel zijn dat de experimentele visserij afdoende resultaten heeft opgeleverd, kan de regering van Gabon tot het einde van de looptijd van dit protocol vangstmogelijkheden voor de nieuwe soorten aan de communautaire vloot toekennen. De in artikel 2, lid 1, bedoelde financiële tegenprestatie moet in dit geval worden verhoogd.

Artikel 6 Schorsing en herziening van de betaling van de financiële tegenprestatie in abnormale omstandigheden

1. Indien abnormale omstandigheden, met uitzondering van natuurverschijnselen, de visserij in de exclusieve economische zone (EEZ) van Gabon onmogelijk maken, kan de betaling van de in artikel 2, lid 1, vermelde financiële tegenprestatie door de Europese Gemeenschap worden geschorst. Het besluit tot schorsing wordt, na overleg tussen beide partijen, genomen binnen twee maanden volgend op het verzoek van een van beide partijen, en op voorwaarde dat de Europese Gemeenschap op het moment van de schorsing alle verschuldigde bedragen heeft betaald.

2. De betaling van de financiële tegenprestatie wordt hervat zodra de partijen, na overleg, in onderlinge overeenstemming constateren dat de omstandigheden die aan de basis van de stopzetting van de visserij lagen, verdwenen zijn en/of de situatie van die aard is dat er opnieuw gevist kan worden.

3. De samen met de betaling van de financiële tegenprestatie geschorste geldigheid van de aan vaartuigen van de Gemeenschap verleende vergunningen wordt verlengd voor een periode gelijk aan de duur van de schorsing van de visserijactiviteiten.

Artikel 7 Bevordering van een verantwoorde visserij in de wateren van Gabon

1. Zestig procent (60 %) van het in artikel 2 vastgestelde totaalbedrag van de financiële tegenprestatie wordt jaarlijks aangewend voor de ondersteuning en de uitvoering van initiatieven in het kader van het sectorale visserijbeleid van de regering van Gabon.

Gabon beheert het overeenkomstige bedrag op basis van de doelstellingen die door de twee partijen in onderlinge overeenstemming en overeenkomstig de huidige, op een duurzaam en verantwoord beheer van de sector gerichte prioriteiten van het visserijbeleid van Gabon worden vastgesteld, en van de daarmee samenhangende jaarlijkse en meerjarige programmering overeenkomstig onderstaand lid 2.

2. Op voorstel van Gabon en met het oog op de tenuitvoerlegging van het vorige lid stellen de Gemeenschap en Gabon, zodra het protocol in werking treedt en uiterlijk drie maanden na de datum van inwerkingtreding ervan, in de in artikel 9 van de overeenkomst bedoelde gemengde commissie een meerjarig sectoraal programma en de daarbij horende uitvoeringsbepalingen vast, waarin met name het volgende is bepaald:

a) de op meerjarige en jaarbasis vastgestelde richtsnoeren voor het gebruik van het in lid 1 genoemde deel van de financiële tegenprestatie en voor het gebruik van de specifieke bedragen voor de elk jaar uit te voeren initiatieven;

b) de doelstellingen die op meerjarige en jaarbasis moeten worden bereikt om op termijn tot de bevordering van een duurzame en verantwoorde visserij te komen, waarbij rekening wordt gehouden met de prioriteiten in de nationale beleidslijnen van Gabon op het gebied van visserij en andere terreinen die met de bevordering van een duurzame en verantwoorde visserij in verband staan of deze kunnen beïnvloeden;

c) de criteria en de procedures voor de jaarlijkse beoordeling van de resultaten.

3. Voorstellen tot wijziging van het meerjarige sectorale programma of van het gebruik van de specifieke bedragen voor de elk jaar uit te voeren initiatieven moeten door de twee partijen in de gemengde commissie worden goedgekeurd.

4. Elk jaar wijst Gabon het bedrag dat met het in lid 1 bedoelde percentage overeenstemt, aan de tenuitvoerlegging van het meerjarige programma toe. Voor het eerste jaar van de geldigheidsduur van het protocol moet deze toewijzing aan de Gemeenschap worden meegedeeld wanneer het meerjarige sectorale programma in de gemengde commissie wordt goedgekeurd. Voor elk daaropvolgend jaar meldt Gabon de toewijzing uiterlijk op 1 mei van het voorafgaande jaar aan de Gemeenschap.

5. Wanneer de jaarlijkse beoordeling van de resultaten van de uitvoering van het meerjarige sectorale programma dat rechtvaardigt, kan de Europese Gemeenschap een herziening van de in artikel 2, lid 1, bedoelde financiële tegenprestatie vragen om het daadwerkelijk voor de uitvoering van het programma toegewezen bedrag aan die resultaten aan te passen.

Artikel 8 Geschillen - Schorsing van de toepassing van het protocol

1. De partijen moeten in de in artikel 9 van de overeenkomst bedoelde gemengde commissie, zo nodig in een bijzondere zitting ervan, overleg plegen over eventuele onderlinge geschillen inzake de interpretatie en de toepassing van de in dit protocol vastgestelde bepalingen.

2. Onverminderd artikel 9 kan de toepassing van het protocol op initiatief van een partij worden geschorst wanneer het geschil tussen de twee partijen als ernstig wordt beschouwd en het overeenkomstig lid 1 in de gemengde commissie gevoerde overleg niet tot een minnelijke schikking heeft geleid.

3. De toepassing van het protocol kan pas worden geschorst indien de betrokken partij haar voornemen hiertoe schriftelijk en ten minste drie maanden vóór de datum van inwerkingtreding van de schorsing meldt.

4. Bij schorsing blijven de partijen in onderling overleg streven naar een minnelijke schikking van het geschil. Zodra een minnelijke schikking is getroffen, wordt de toepassing van het protocol hervat en wordt het bedrag van de financiële tegenprestatie evenredig verlaagd pro rata temporis, naar gelang van de duur van de periode waarin de toepassing van het protocol is geschorst.

Artikel 9 Schorsing van de toepassing van het protocol bij niet-betaling

Onverminderd artikel 3 kan, wanneer de Gemeenschap de in artikel 2 bedoelde betalingen niet verricht, de toepassing van dit protocol als volgt worden geschorst:

a) de bevoegde autoriteiten van Gabon stellen de Europese Commissie in kennis van het feit dat de betaling niet heeft plaatsgevonden. De Commissie verricht de nodige controles en gaat, indien nodig, over tot betaling binnen 60 werkdagen, te rekenen vanaf de datum van ontvangst van de kennisgeving;

b) indien binnen de in artikel 2, lid 5, vastgestelde termijn het verschuldigde bedrag niet is betaald of niet is gemotiveerd waarom dat niet is gebeurd, hebben de bevoegde autoriteiten van Gabon het recht om de toepassing van het protocol te schorsen. Zij stellen de Europese Commissie daarvan onverwijld in kennis;

c) de toepassing van het protocol wordt hervat zodra het betrokken bedrag is betaald.

Artikel 10 Geldend nationaal recht

De activiteiten van de vissersvaartuigen van de Gemeenschap die in de wateren van Gabon actief zijn, ressorteren onder Gabonees recht, behalve indien dat anders is bepaald in de overeenkomst of in dit protocol en de bijbehorende bijlage en aanhangsels.

Artikel 11 Herzieningsclausule

Tijdens het vierde jaar van de toepassing van dit protocol en de bijbehorende bijlage en aanhangsels kunnen de partijen de bepalingen van het protocol en de bijbehorende bijlage en aanhangsels opnieuw bezien en eventueel wijzigen. Dergelijke wijzigingen kunnen onder meer betrekking hebben op de referentiehoeveelheid en de door de reders betaalde forfaitaire voorschotten.

Artikel 12 Intrekking

De bijlage bij de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Gabon inzake de visserij voor de kust van Gabon wordt ingetrokken en vervangen door de bijlage bij dit protocol.

Artikel 13 Inwerkingtreding

1. Het onderhavige protocol en de bijbehorende bijlage treden in werking op de datum waarop de partijen elkaar de voltooiing van de in dit verband te volgen procedures melden.

2. Het protocol en de bijbehorende bijlage zijn van toepassing vanaf 3 december 2005.

BIJLAGE

VOORWAARDEN VOOR DE UITOEFENING VAN DE VISSERIJ DOOR VAARTUIGEN VAN DE GEMEENSCHAP IN DE VISSERIJZONE VAN GABON

HOOFDSTUK I - FORMALITEITEN VOOR HET AANVRAGEN EN HET AFGEVEN VAN DE VERGUNNINGEN

Afdeling 1 Afgifte van de vergunningen

1. Alleen daarvoor in aanmerking komende vaartuigen kunnen een visvergunning krijgen voor de visserijzone van Gabon.

2. Een vaartuig komt slechts voor een vergunning in aanmerking als voor de reder, de kapitein en het vaartuig zelf geen verbod tot uitoefening van visserij in Gabon geldt. Tevens mogen zij bij Gabon geen verplichtingen hebben uitstaan uit hoofde van eerdere visserijactiviteiten in het kader van de met de Gemeenschap gesloten visserijovereenkomsten.

3. Vaartuigen uit de Gemeenschap waarvoor een visvergunning wordt aangevraagd, moeten worden vertegenwoordigd door een in Gabon verblijvende gemachtigd agent. De naam en het adres van deze vertegenwoordiger worden in de vergunningsaanvraag vermeld.

4. De bevoegde autoriteiten van de Gemeenschap dienen ten minste 15 werkdagen vóór het begin van de aangevraagde geldigheidsduur bij het voor visserij bevoegde ministerie van Gabon een aanvraag in voor elk vaartuig dat op grond van de overeenkomst wil vissen.

5. Voor het indienen van de aanvragen bij het voor visserij bevoegde ministerie wordt gebruik gemaakt van het formulier volgens het model in aanhangsel I.

6. Elke vergunningsaanvraag gaat vergezeld van de volgende documenten:

- het bewijs van betaling van het forfaitaire voorschot voor de geldigheidsduur van de vergunning;

- elk ander document of attest dat op grond van dit protocol voor de verschillende soorten vaartuigen vereist is.

7. Het bedrag van de visrechten wordt overgemaakt op de door de autoriteiten van Gabon opgegeven rekening als vermeld in artikel 2, lid 7, van het protocol.

8. De rechten omvatten alle nationale en lokale belastingen, met uitzondering van havenbelastingen en kosten voor dienstverlening.

9. De vergunningen voor alle vaartuigen worden uiterlijk 15 werkdagen na de datum van ontvangst van alle in punt 6 bedoelde documenten door het voor visserij bevoegde ministerie van Gabon afgegeven aan de reders of hun vertegenwoordigers, via de delegatie van de Europese Commissie in Gabon.

10. Indien de kantoren van de delegatie van de Europese Commissie gesloten zijn wanneer de vergunning moet worden ondertekend, kan de vergunning rechtstreeks naar de gemachtigde agent van het vaartuig worden gezonden, met kopie aan de delegatie.

11. De vergunning wordt afgegeven op naam van een bepaald vaartuig en is niet overdraagbaar.

12. Wanneer wordt geconstateerd dat er sprake is van overmacht, kan de vergunning van een bepaald vaartuig op verzoek van de Europese Gemeenschap worden vervangen door een nieuwe vergunning op naam van een ander vaartuig van dezelfde in artikel 1 van het protocol bedoelde categorie als het te vervangen vaartuig, zonder dat hiervoor nieuwe visrechten moeten worden betaald. In dit geval worden de totale vangsten van beide vaartuigen in aanmerking genomen voor het bepalen van de eventueel door de Gemeenschap te verrichten aanvullende betalingen.

13. De reder van het te vervangen vaartuig of diens vertegenwoordiger zendt de geannuleerde vergunning via de delegatie van de Europese Commissie terug aan het voor visserij bevoegde ministerie van Gabon.

14. De nieuwe vergunning gaat in op de datum waarop de reder de geannuleerde vergunning heeft teruggezonden aan het voor visserij bevoegde ministerie van Gabon. De delegatie van de Europese Commissie in Gabon wordt van de vergunningsoverdracht in kennis gesteld.

15. De vergunning moet aan boord worden bewaard, onverminderd punt 2 van hoofdstuk VIII van de onderhavige bijlage.

Afdeling 2 Vergunningsvoorwaarden - Visrechten en voorschotten

1. De vergunningen hebben een geldigheidsduur van een jaar. Zij kunnen worden verlengd.

2. Voor vaartuigen voor de tonijnvisserij met de zegen en vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug bedragen de visrechten 35 euro per ton vis die in de visserijzone van Gabon wordt gevangen.

3. De vergunningen worden afgegeven na betaling van de volgende forfaitaire bedragen aan de bevoegde nationale autoriteiten:

- 4 550 euro per vaartuig voor de tonijnvisserij met de zegen, wat overeenkomt met de visrechten voor een vangst van 130 ton sterk migrerende en aanverwante soorten per jaar;

- 2 030 euro per vaartuig voor de visserij met de drijvende beug, wat overeenkomt met de visrechten voor een vangst van 58 ton sterk migrerende en aanverwante soorten per jaar.

4. Uiterlijk op 15 mei van elk jaar delen de lidstaten de Europese Commissie, met kopie aan de delegatie van de Europese Commissie en de autoriteiten van Gabon, de door de in punt 5 bedoelde wetenschappelijke instellingen bevestigde vangstgegevens over het voorgaande jaar, uitgedrukt in ton, mee.

5. De definitieve afrekening van de rechten die voor een jaar n verschuldigd zijn, wordt uiterlijk op 30 juni van het jaar n+1 door de Europese Commissie, via haar delegatie, opgemaakt aan de hand van de door de reders opgestelde vangstaangiften die zijn bevestigd door de voor de verificatie van de vangstgegevens bevoegde wetenschappelijke instellingen van de lidstaten, zoals het Institut de Recherche pour le Développement (IRD), het Instituto Español de Oceanografia (IEO) en het Instituto Português de Investigaçao Maritima (IPIMAR).

6. Deze definitieve afrekening wordt tezelfdertijd aan het voor visserij bevoegde ministerie van Gabon en aan de reders toegezonden.

7. Eventuele aanvullende betalingen worden uiterlijk op 31 juli van het jaar n+1 door de reders ten gunste van de bevoegde nationale autoriteiten van Gabon overgemaakt op de in punt 7 van afdeling 1 van dit hoofdstuk bedoelde rekening.

8. Als het bedrag van de afrekening kleiner is dan het in punt 3 van deze afdeling bedoelde voorschot, wordt het verschil echter niet aan de reder terugbetaald.

HOOFDSTUK II - VISSERIJZONES

1. De vaartuigen voor de tonijnvisserij met de zegen en de vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug van de Gemeenschap mogen hun visserijactiviteiten uitoefenen in de wateren buiten 12 zeemijl, gemeten vanaf de basislijnen.

2. Voor de scheepvaart verboden zones

De aan aardoliewinningsgebieden grenzende zones zijn gesloten voor elke vorm van scheepvaart.

Het voor de visserij bevoegde ministerie van de Republiek Gabon deelt de coördinaten van de betrokken gebieden aan de reders mee bij de afgifte van de visvergunningen.

Deze coördinaten alsmede, ten minste twee maanden voordat zij van toepassing worden, alle wijzigingen ervan worden eveneens ter informatie meegedeeld aan de delegatie van de Europese Commissie in de Republiek Gabon.

HOOFDSTUK III - REGELING INZAKE DE VANGSTAANGIFTEN

1. Met het oog op de toepassing van deze bijlage wordt onder de duur van een visreis van een vaartuig van de Gemeenschap het volgende verstaan:

- hetzij de tijd tussen het binnenvaren en het uitvaren van de visserijzone van Gabon,

- hetzij de tijd tussen het binnenvaren van de visserijzone van Gabon en het overladen van de vangst;

- hetzij de tijd tussen het binnenvaren van de visserijzone van Gabon en het aanlanden van de vangst in Gabon.

2. Alle vaartuigen die op grond van de overeenkomst in de wateren van Gabon mogen vissen, moeten hun vangsten aangeven bij het voor visserij bevoegde ministerie van Gabon zodat deze autoriteiten controles kunnen verrichten op de gevangen hoeveelheden die door de bevoegde wetenschappelijke instellingen volgens de in hoofdstuk I, afdeling 2, punt 4, van deze bijlage bedoelde procedure zijn gevalideerd. De vangsten worden als volgt aangegeven:

2.1 Gedurende een jaarlijkse geldigheidsperiode van de vergunning in de zin van hoofdstuk I, afdeling 2, punt 1, van deze bijlage hebben de aangiften betrekking op de tijdens elke visreis door het vaartuig gedane vangsten. De op een fysieke drager aangebrachte originele exemplaren van de aangiften worden uiterlijk 45 dagen na de laatste in die periode gemaakte visreis aan het voor visserij bevoegde ministerie van Gabon toegezonden. Kopieën worden tegelijkertijd elektronisch of per fax aan de vlaglidstaat en aan het voor visserij bevoegde ministerie van Gabon toegezonden.

2.2 De vaartuigen geven hun vangsten aan met behulp van het formulier volgens het model in aanhangsel 2 (komt overeen met de desbetreffende bladzijde uit het logboek). Met betrekking tot de perioden waarin het vaartuig zich niet in de visserijzone van Gabon bevond, wordt de vermelding “Buiten de visserijzone van Gabon” in het logboek aangebracht.

2.3 De formulieren moeten leesbaar worden ingevuld en door de kapitein van het vaartuig of zijn wettelijke vertegenwoordiger worden ondertekend.

3. Wanneer de bepalingen van dit hoofdstuk niet worden nageleefd, behoudt de regering van Gabon zich het recht voor om de vergunning van het betrokken vaartuig te schorsen totdat de formaliteit is vervuld en om ten aanzien van de reder van het vaartuig de sanctie toe te passen waarin door de Gaboneese regelgeving is voorzien. De Europese Commissie en de vlaglidstaat worden hiervan in kennis gesteld.

HOOFDSTUK IV – OVERLADING EN AANLANDING

De twee partijen werken samen om de overladings- en aanlandingsmogelijkheden in de Gabonese havens te verbeteren.

1. Aanlanding

De vaartuigen van de Gemeenschap voor de tonijnvisserij die vrijwillig hun vangsten in een Gabonese haven aanlanden, hebben op het in hoofdstuk I, afdeling 2, punt 2, van de bijlage vermelde visrecht een korting van 5 euro per ton in de wateren van Gabon gevangen vis.

Een extra korting van 5 euro wordt verleend bij de verkoop van de visserijproducten aan een visverwerkingsfabriek van Gabon.

Dit mechanisme geldt vanaf het eerste jaar waarin dit protocol wordt toegepast, voor elk vaartuig van de Gemeenschap tot een bedrag van 50 % van de definitieve afrekening van de vangsten (zoals omschreven in hoofdstuk III van de bijlage).

2. De wijze waarop de controle van de aangelande of overgeladen tonnen vis moet worden uitgevoerd, wordt tijdens de eerste bijeenkomst van de gemengde commissie vastgesteld.

3. Evaluatie

Het niveau van de financiële prikkels en het maximumpercentage van de definitieve afrekening van de vangsten worden in de gemengde commissie aangepast op grond van het sociaal-economische effect van de in het betrokken jaar aangelande hoeveelheden.

HOOFDSTUK V - AANMONSTERING VAN ZEELIEDEN

1. De reders van vaartuigen voor de tonijnvisserij en vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug verbinden zich ertoe onderdanen van de ACS-landen in dienst te nemen onder de hierna vastgestelde voorwaarden en binnen de volgende grenzen:

- op de vloot van vaartuigen voor de tonijnvisserij met de zegen moet tenminste 20 % van de zeelieden die tijdens het seizoen waarin in de visserijzone van derde landen op tonijn wordt gevist, worden aangemonsterd, afkomstig zijn uit de ACS-landen;

- op de vloot van vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug moet tenminste 20 % van de zeelieden die tijdens het seizoen waarin in de visserijzone van derde landen wordt gevist, worden aangemonsterd, afkomstig zijn uit de ACS-landen.

2. De reders spannen zich in om bovenop dit aantal nog meer zeelieden uit de ACS-landen in dienst te nemen.

3. De verklaring van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) over de fundamentele beginselen en rechten op het werk is van rechtswege van toepassing op zeelieden die zijn aangemonsterd op vaartuigen van de Gemeenschap. Het gaat daarbij met name om de vrijheid van vereniging, de effectieve erkenning van het recht op collectieve onderhandeling van werknemers en de bestrijding van discriminatie op het gebied van werk en beroep.

4. De arbeidsovereenkomsten van de zeelieden uit de ACS-landen, waarvan de ondertekenende partijen een kopie ontvangen, worden gesloten tussen de vertegenwoordiger(s) van de reders en de zeelieden en/of hun vakverenigingen of vertegenwoordigers. Die overeenkomsten garanderen de zeelieden de aansluiting bij de socialezekerheidsregeling die op hen van toepassing is, met inbegrip van een overlijdens-, ziekte- en ongevallenverzekering.

5. Het loon van de zeelieden van de ACS-landen komt ten laste van de reders. Het loon wordt vóór de afgifte van de vergunningen vastgesteld in onderling overleg tussen de reders of hun vertegenwoordigers. De bezoldigingsvoorwaarden van de lokale zeelieden mogen evenwel niet ongunstiger zijn dan die welke worden toegepast voor Gabonese bemanningen, en mogen in geen geval ongunstiger zijn dan de IAO-normen.

6. De op de vaartuigen van de Gemeenschap aangemonsterde zeelieden moeten zich daags vóór de afgesproken datum van aanmonstering melden bij de kapitein van het aangewezen vaartuig. Indien de zeeman zich niet op de voor de aanmonstering vastgestelde datum en tijd meldt, wordt de reder automatisch ontheven van zijn plicht die zeeman aan te monsteren.

HOOFDSTUK VI - TECHNISCHE MAATREGELEN

De vaartuigen nemen de maatregelen en aanbevelingen van de ICCAT voor de regio met betrekking tot het vistuig en de technische specificaties daarvan in acht, alsmede alle andere, voor hun visserijactiviteiten geldende technische maatregelen.

HOOFDSTUK VII - WAARNEMERS

1. De vaartuigen die in het kader van de overeenkomst een vergunning hebben om te vissen in de wateren van Gabon, nemen overeenkomstig de onderstaande voorwaarden waarnemers aan boord die zijn aangewezen door de bevoegde regionale organisatie.

1.1 De vaartuigen van de Gemeenschap nemen een waarnemer aan boord die is aangewezen door de bevoegde regionale organisatie en die tot taak heeft de in de wateren van Gabon gedane vangsten te controleren.

1.2 De lijst van vaartuigen die zijn aangewezen om een waarnemer aan boord te nemen en de lijst van waarnemers die zijn aangewezen om aan boord te gaan, worden door de bevoegde regionale autoriteit vastgesteld. Deze lijsten worden bijgewerkt. Zij worden meteen na de opstelling ervan en vervolgens, rekening houdend met de eventuele bijwerking ervan, om de drie maanden aan de Europese Commissie meegedeeld.

1.3 Bij de afgifte van de vergunning of uiterlijk 15 dagen vóór de datum waarop de waarnemer aan boord moet gaan, deelt de bevoegde regionale autoriteit aan de betrokken reder of diens vertegenwoordiger de naam van de waarnemer mee die is aangewezen om aan boord te gaan van het betrokken vaartuig.

2. De waarnemer blijft gedurende één visreis aan boord. Op expliciet verzoek van de bevoegde autoriteiten van Gabon kan de periode aan boord, naar gelang van de verwachte gemiddelde duur van de visreizen voor een bepaald vaartuig, evenwel tot meerdere visreizen worden uitgebreid. Een dergelijk verzoek wordt door de bevoegde regionale autoriteit gedaan bij de mededeling van de naam van de waarnemer die is aangewezen om aan boord van het betrokken vaartuig te gaan.

3. De voorwaarden voor het aan boord nemen van de waarnemer worden door de reder of diens vertegenwoordiger en de bevoegde regionale autoriteiten in onderlinge overeenstemming vastgesteld.

4. De waarnemer gaat aan boord in een door de reder gekozen haven aan het begin van de eerste visreis die na de mededeling van de lijst van aangewezen vaartuigen plaatsvindt in de viswateren van Gabon.

5. De betrokken reders krijgen twee weken de tijd om de data en de Gabonese havens die voor het aan boord nemen van de waarnemers zijn vastgesteld, te melden, met dien verstande dat deze melding ten minste tien dagen vóór de waarnemers aan boord gaan, plaatsvindt.

6. Indien de waarnemer in een ander land aan boord gaat, zijn de reiskosten van de waarnemer voor rekening van de reder. Als een vaartuig dat een regionale waarnemer aan boord heeft, de regionale visserijzone verlaat, wordt alles in het werk gesteld om ervoor te zorgen dat de waarnemer zo spoedig mogelijk kan terugkeren; de kosten hiervan zijn voor rekening van de reder.

7. Als de waarnemer zich binnen twaalf uur na het afgesproken tijdstip nog niet op de afgesproken plaats heeft gemeld, is de reder automatisch ontheven van de verplichting hem aan boord te nemen.

8. De waarnemer wordt aan boord als een officier behandeld. Wanneer het vaartuig zich in de wateren van Gabon bevindt, verricht hij de volgende taken:

8.1 hij observeert de visserijactiviteiten van de vaartuigen;

8.2 hij controleert de positie van de vaartuigen die bij visserijactiviteiten betrokken zijn;

8.3 hij verricht bemonsteringsactiviteiten voor biologische doeleinden in het kader van wetenschappelijke programma's;

8.4 hij noteert welk vistuig wordt gebruikt;

8.5 hij controleert de in het logboek opgenomen gegevens over de vangsten die in de wateren van Gabon zijn gedaan;

8.6 hij verifieert de percentages van de bijvangsten en maakt een raming, voor de verhandelbare soorten, van de hoeveelheid teruggooi;

8.7 hij deelt per radio de visserijgegevens mee, waaronder de aan boord aanwezige hoeveelheden hoofd- en bijvangst.

9. De kapitein neemt binnen de grenzen van zijn bevoegdheid de nodige maatregelen om de fysieke en morele veiligheid van de waarnemer bij de uitoefening van zijn taken te garanderen.

10. De waarnemer krijgt alle faciliteiten die nodig zijn voor de uitoefening van zijn taken. De kapitein laat de waarnemer de communicatiemiddelen gebruiken die deze voor zijn werk nodig heeft, stelt hem de documenten ter beschikking die rechtstreeks met de visserijactiviteit van het vaartuig verband houden, met inbegrip van het logboek en het navigatieboek, en verleent hem toegang tot de delen van het vaartuig waar hij dient te zijn voor de uitoefening van zijn taak.

11. Tijdens zijn verblijf aan boord gedraagt de waarnemer zich als volgt:

11.1 hij zorgt ervoor dat zijn inscheping en zijn verblijf aan boord de visserijactiviteiten niet onderbreken of hinderen,

11.2 hij gaat zorgvuldig om met de goederen en de installaties aan boord van het vaartuig, en bewaart geheimhouding over alle documenten van het betrokken vaartuig.

12. Aan het einde van de waarnemingsperiode stelt hij, vóór hij van boord gaat, een verslag van zijn activiteiten op dat wordt overgelegd aan de bevoegde regionale autoriteiten en waarvan een kopie wordt bezorgd aan de Europese Commissie. Hij ondertekent dat verslag in aanwezigheid van de kapitein, die er opmerkingen aan kan toevoegen of laten toevoegen en daarbij zijn handtekening plaatst. De wetenschappelijke waarnemer geeft bij het verlaten van het vaartuig een kopie van het verslag aan de kapitein.

13. De reder moet, op zijn kosten en volgens de praktische mogelijkheden van het vaartuig, zorgen voor kost en logies van de waarnemers, die op dit punt als officier worden behandeld.

14. Het loon en de sociale premies voor de waarnemer zijn voor rekening van de bevoegde regionale autoriteiten.

HOOFDSTUK VIII - CONTROLE

1. De Europese Gemeenschap houdt een lijst bij van vaartuigen waarvoor een visvergunning is afgegeven overeenkomstig de bepalingen van dit protocol. Deze lijst wordt meteen na de vaststelling ervan en vervolgens na elke bijwerking ervan meegedeeld aan de voor de visserijcontrole bevoegde autoriteiten van Gabon.

2. De vaartuigen van de Gemeenschap mogen op de in het vorige punt genoemde lijst worden ingeschreven na ontvangst van de kennisgeving waaruit blijkt dat de in hoofdstuk I, afdeling 2, punt 3, bedoelde voorschotten zijn betaald. In dat geval mag in afwachting van de afgifte van de visvergunning een aan de reder afgegeven gewaarmerkte kopie van die lijst aan boord worden bewaard in plaats van de visvergunning.

3. Binnenvaren en verlaten van de zone

3.1 De vaartuigen van de Gemeenschap die voornemens zijn de wateren van Gabon binnen te varen of te verlaten, delen dit ten minste drie uur van tevoren mee aan de voor de visserijcontrole bevoegde autoriteiten van Gabon. Zij delen eveneens de gevangen hoeveelheden en soorten aan boord mee.

3.2 Wanneer het vaartuig zijn voornemen om de wateren te verlaten meedeelt, geeft het ook zijn positie door. Die berichten worden bij voorkeur per fax (+241-76 46 02) verstuurd of, bij gebrek aan een faxtoestel, over de radio (oproepcode DGPA-6241 MH2) of via e-mail (DGPA@internetgabon.com).

3.3 Vaartuigen die hun aanwezigheid niet bij de bevoegde autoriteit van Gabon hebben gemeld en toch op de uitoefening van visserijactiviteiten worden betrapt, worden beschouwd als vaartuigen in overtreding.

3.4 De fax- en telefoonnummers en het e-mailadres worden eveneens meegedeeld bij het afgeven van de visvergunning.

4. Controleprocedures

4.1 De kapiteins van de vaartuigen van de Gemeenschap die in de Gabonese visserijwateren vissen, moeten iedere met de inspectie en controle van de visserijactiviteiten belaste Gabonese ambtenaar het aan boord gaan toestaan en vergemakkelijken en hem bijstaan bij het vervullen van zijn taken.

4.2. Deze ambtenaren blijven niet langer aan boord dan voor het uitvoeren van hun taken nodig is.

4.3. Na elke inspectie en controle wordt aan de kapitein van het vaartuig een attest afgegeven.

5. Satellietcontrole

5.1 Alle op grond van deze overeenkomst visgerechtigde vaartuigen van de Gemeenschap worden overeenkomstig de bepalingen in aanhangsel 3 gevolgd via satelliet. Die bepalingen treden in werking op de tiende dag nadat de regering van Gabon aan de delegatie van de Europese Commissie in Gabon heeft gemeld dat het Centrum voor visserijtoezicht van Gabon met zijn activiteiten van start is gegaan.

6. Aanhouding

6.1 Wanneer een vaartuig van de Gemeenschap in de visserijwateren van Gabon wordt aangehouden of een sanctie op een dergelijk vaartuig wordt toegepast, stellen de bevoegde autoriteiten van Gabon de vlagstaat en de Europese Commissie daarvan binnen 24 uur schriftelijk in kennis.

6.2 Terzelfder tijd ontvangen de vlagstaat en de Europese Commissie een beknopt verslag over de omstandigheden van en de redenen voor de aanhouding.

7. Proces-verbaal van de aanhouding

7.1 De kapitein van het vaartuig moet het proces-verbaal waarin de geconstateerde feiten door de bevoegde autoriteit van Gabon zijn opgetekend, ondertekenen.

7.2 Deze ondertekening heeft geen consequenties ten aanzien van de rechten en de middelen die de kapitein te zijner verdediging kan doen gelden met betrekking tot de overtreding die hem ten laste wordt gelegd.

7.3 De kapitein moet zijn vaartuig naar de door de autoriteiten van Gabon opgegeven haven brengen. Bij een lichte overtreding kan de bevoegde autoriteit van Gabon het aangehouden vaartuig toestaan zijn visserijactiviteiten voort te zetten.

8. Overlegvergadering bij aanhouding

8.1 Voordat ten aanzien van de kapitein, de bemanning van het vaartuig, de lading of de uitrusting van het vaartuig maatregelen in overweging worden genomen - tenzij het maatregelen betreft om bewijsmateriaal over de vermoedelijke overtreding veilig te stellen - wordt één werkdag na ontvangst van de hierboven bedoelde gegevens een overlegvergadering gehouden tussen de Europese Commissie en de bevoegde autoriteiten van Gabon, eventueel in aanwezigheid van een vertegenwoordiger van de betrokken lidstaat.

8.2 Tijdens dit overleg verstrekken de partijen elkaar alle documenten of inlichtingen die de omstandigheden van de geconstateerde feiten kunnen helpen ophelderen. De reder of zijn vertegenwoordiger wordt in kennis gesteld van de uitkomst van dit overleg en van alle maatregelen die naar aanleiding van de aanhouding kunnen worden getroffen.

9. Afwikkeling van de aanhouding

9.1. Voordat een gerechtelijke procedure wordt ingeleid, wordt ernaar gestreefd de vermoedelijke overtreding via een schikkingsprocedure af te handelen. Deze procedure moet uiterlijk binnen drie werkdagen na de aanhouding zijn afgewikkeld.

9.2. Bij de schikkingsprocedure wordt het bedrag van de boete vastgesteld overeenkomstig de Gabonese regelgeving.

9.3. Als de zaak niet volgens de schikkingsprocedure kan worden afgehandeld en door een bevoegde rechterlijke instantie in behandeling moet worden genomen, stelt de reder bij een door de bevoegde autoriteiten van Gabon opgegeven bank een bankgarantie die wordt vastgesteld met inachtneming van de met de aanhouding gepaard gaande kosten, de boetesom en de vergoedingen die moeten worden betaald door degenen die verantwoordelijk zijn voor de overtreding.

9.4. De bankgarantie wordt niet vrijgegeven voordat de gerechtelijke procedure is voltooid. De bankgarantie wordt vrijgegeven indien de procedure niet tot een veroordeling heeft geleid. Als bij veroordeling de boete kleiner is dan de gestelde bankgarantie, geven de bevoegde autoriteiten van Gabon het saldo na de uitspraak vrij.

9.5. Het vaartuig wordt vrijgegeven en de bemanning wordt gemachtigd de haven te verlaten:

- zodra aan de bij de schikkingsprocedure vastgestelde verplichtingen is voldaan, of

- zodra, in afwachting van de voltooiing van de gerechtelijke procedure, een bankgarantie als bedoeld in punt 9.3 is gesteld en deze door de bevoegde autoriteiten van Gabon is aanvaard.

10. Overlading

10.1 Vaartuigen van de Gemeenschap die hun vangsten in de wateren van Gabon willen overladen, doen dat in een Gabonese haven.

10.2. De reders van die vaartuigen stellen de bevoegde autoriteiten van Gabon ten minste 24 uur van tevoren in kennis van:

- de naam van de vissersvaartuigen waaruit wordt overgeladen;

- de naam van het vrachtschip waarop wordt overgeladen;

- de overgeladen hoeveelheid (in ton) van elke soort;

- de dag waarop wordt overgeladen.

10.3. Overladen wordt beschouwd als het uitvaren van de visserijzone van Gabon. De betrokken vaartuigen moeten derhalve de vangstaangiften bij de bevoegde autoriteiten van Gabon indienen en hun voornemen bekendmaken om de visserij voort te zetten of de visserijzone van Gabon te verlaten.

10.4. Overladen op andere wijze dan hierboven beschreven is niet toegestaan in de visserijzone van Gabon. Overtredingen worden bestraft met de sancties waarin de regelgeving van Gabon voorziet.

11. De kapiteins van de vaartuigen van de Gemeenschap die hun vangst in een Gabonese haven aanlanden of overladen, moeten de controle op deze verrichtingen door Gabonese inspecteurs toestaan en vergemakkelijken. Na elke inspectie en controle in de haven wordt aan de kapitein van het vaartuig een attest afgegeven.

AANHANGSELS

1. Formulier voor het aanvragen van een vergunning

2. ICCAT-logboek

3. Bepalingen voor het satellietvolgsysteem voor vaartuigen (VMS) en coördinaten van de visserijzone van Gabon

Aanhangsel 1 MINISTERIE VAN VISSERIJ

AANVRAAG VOOR EEN VERGUNNING VOOR BUITENLANDSE VAARTUIGEN DIE DE INDUSTRIËLE VISSERIJ BEOEFENEN

1. Naam van de reder:

2. Adres van de reder:

3. Naam van de vertegenwoordiger of de plaatselijke zaakgelastigde van de reder:

………………………………………………………………………………………..

4. Adres van de vertegenwoordiger of de plaatselijke zaakgelastigde van de reder:

………………………………………………………………………………………..

5. Naam van de kapitein:

6. Naam van het vaartuig:

7. Registratienummer:

8. Faxnummer:

9. E-mail:

10. Radiocode:

11. Bouwjaar en plaats van constructie:

12. Nationaliteit van de vlag:

13. Haven van registratie:

14. Uitrustingshaven:

15. Lengte (over alles):

16. Breedte:

17. Brutotonnage:

18. Nettotonnage:

19. Inhoud van het scheepsruim:

20. Koel- en vriescapaciteit:

21. Motortype en -vermogen:

22. Vistuig:

23. Aantal zeelieden:

24. Communicatiesysteem:

25. Roepnaam:

26. Herkenningstekens:

27. Uit te voeren visserijactiviteiten:

28. Plaats van aanlanding:

29. Visserijzones:

30. Soorten waarop zal worden gevist:

31. Geldigheidsduur:

32. Bijzondere voorwaarden:

Advies van het directoraat-generaal Visserij en maritieme zaken:

Opmerkingen van het voor visserij bevoegde ministerie:

Aanhangsel 2

ICCAT-LOGBOEK VOOR DE VISSERIJ OP TONIJN |

Beug Levend aas Ringzegen Sleepnet of trawl Andere |

Vlagstaat: ……………………………………………………………………........................... | Capaciteit (MT): ……………………………………………........ |

Registratienummer: ………………………………………………………………................................... | Kapitein: ……………………………………………………….... |

Reder: …………………………………………………………............................. | Aantal bemanningsleden: ….…………………………………………………........................ |

Adres: …………………………………………………………………………..... | Datum van het verslag: …………………………………………………………….…...... |

(Auteur van het verslag):………………………………………… ………………………………………………................................. | Aantal dagen op zee | Aantal visdagen: Aantal uitzetten: | Nummer visreis: |

Datum | Sector | Temp. opper-vlakte-water (ºC) | Visserij-inspanning Gebruikt aantal haken | Vangsten | Gebruikt aas |

1 - Gebruik één blad per maand en 1 regel per dag. | 3- Met “dag” wordt bedoeld de dag van het uitzetten van de lijn. | 5 - Onderste regel -aangeland gewicht- pas invullen aan het einde van de reis. Het daadwerkelijke gewicht bij het aanlanden moet worden vermeld. |

2 - Na afloop van elke reis een kopie van het formulier bezorgen aan uw correspondent of aan ICCAT, Calle Corazón de María, 8, 28002 Madrid Spanje. | 4 – “Visserijzone” betekent de positie van het vaartuig. Minuten afronden en de breedte- en lengtegraad noteren, met vermelding van N/Z en O/W. | 6 - Alle gegevens van dit formulier worden strikt vertrouwelijk behandeld. |

Aanhangsel 3

Bepalingen voor het volgen per satelliet van de vissersvaartuigen van de Gemeenschap die in de EEZ van Gabon vissen op grond van de visserijovereenkomst tussen de EG en Gabon

1. Alle vissersvaartuigen met een lengte over alles van meer dan 15 m die visserijactiviteiten uitvoeren in het kader van visserijovereenkomst tussen de EG en Gabon, worden per satelliet gevolgd wanneer ze zich in de Gabonese EEZ bevinden.

2. Hiertoe delen de autoriteiten van Gabon de coördinaten (lengte- en breedtegraad) van de Gabonese EEZ mee aan de Gemeenschap.

De autoriteiten van Gabon verstrekken deze informatie in elektronische vorm, uitgedrukt in decimale graden, in het systeem WGS-84.

3. De partijen wisselen gegevens uit inzake de X.25-adressen en de parameters voor de elektronische communicatie tussen hun controlecentra, volgens de voorwaarden die in de punten 5 en 7 worden vastgesteld. Deze gegevens omvatten, voor zover mogelijk, de namen, telefoon-, telex- en faxnummers en de elektronische adressen (IP of X.400) die kunnen worden gebruikt voor de algemene communicatie tussen de controlecentra.

4. De positie van vaartuigen wordt bepaald met een foutenmarge van minder dan 500 m en een betrouwbaarheidsinterval van 99 %.

5. Wanneer een op grond van de overeenkomst vissend vaartuig dat overeenkomstig de geldende Gemeenschapswetgeving via satelliet wordt gevolgd, de Gabonese EEZ binnenvaart, meldt het controlecentrum van de vlagstaat de positie ervan met een interval van maximaal 2 uur aan het Centrum voor visserijtoezicht (CVT) van Gabon (identificatie van het vaartuig, breedtegraad, lengtegraad, vaarrichting en -snelheid). De berichten worden geïdentificeerd met de vermelding “Positierapport”.

6. De in punt 5 bedoelde berichten worden langs elektronische weg in X.25-formaat of volgens een ander beveiligd protocol verstuurd. De transmissie gebeurt in real time en in het formaat dat in de hierna volgende tabel wordt gedefinieerd.

7. Indien de aan boord van een vissersvaartuig aanwezige satellietapparatuur voor permanente positiebepaling onklaar is, meldt de kapitein van het vaartuig te gelegener tijd de in punt 5 bedoelde gegevens per fax aan het controlecentrum van de vlagstaat en aan het CVT van Gabon. In dat geval moet om de 8 uur een algemeen positierapport worden verzonden. Dit algemene positierapport omvat de positierapporten die om de 2 uur door de kapitein van het vaartuig zijn geregistreerd en moet voldoen aan de in punt 5 vastgestelde voorwaarden.

Het controlecentrum van de vlagstaat verzendt deze berichten naar het CVT van Gabon. Onklare appartuur wordt gerepareerd of vervangen binnen maximaal 1 maand. Wanneer die termijn verstreken is, moet het betrokken vaartuig de Gabonese EEZ verlaten.

8. Het controlecentrum van de vlagstaat controleert de bewegingen van zijn vaartuigen in de wateren van Gabon. Indien de vaartuigen niet volgens de vastgestelde voorwaarden worden gevolgd, stelt het CVT van de vlagstaat het CVT van Gabon daarvan onmiddellijk na de constatering ervan in kennis en is de procedure van punt 7 van toepassing.

9. Indien het CVT van Gabon constateert dat het CVT van de vlagstaat de in punt 5 bedoelde informatie niet verstrekt, worden de bevoegde diensten van het CVT van de vlagstaat en de diensten van de Europese Commissie daarvan onmiddellijk in kennis gesteld.

10. De overeenkomstig deze bepalingen aan de andere partij gemelde gegevens dienen uitsluitend om de autoriteiten van Gabon in staat te stellen de op grond van de visserijovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en Gabon visgerechtigde vaartuigen van de Gemeenschap te controleren en te bewaken. Deze gegevens mogen onder geen beding aan derden worden meegedeeld.

11. De componenten van de software en van de apparatuur van het satellietvolgsysteem moeten betrouwbaar zijn; het moet onmogelijk zijn de posities te vervalsen en manueel te bewerken.

Het systeem moet volledig automatisch en permanent operationeel zijn en mag niet worden beïnvloed door milieu- en klimaatfactoren. Het is verboden het satellietvolgsysteem te vernielen, te beschadigen, buiten werking te stellen of te beïnvloeden.

De kapiteins van de vaartuigen zien erop toe dat:

- de gegevens niet worden gewijzigd;

- de antenne(s) van de satellietvolgapparatuur niet worden gestoord;

- de elektrische voeding van de satellietvolgapparatuur niet wordt onderbroken;

- de satellietvolgapparatuur niet wordt gedemonteerd.

12. De partijen komen overeen elkaar op verzoek de gegevens betreffende de gebruikte satellietvolgapparatuur mee te delen om na te gaan of alle apparatuur compatibel is met de in het kader van deze bepalingen aan de partijen gestelde eisen.

13. De partijen plegen met elkaar overleg over geschillen die zouden rijzen met betrekking tot de uitlegging of de toepassing van deze bepalingen. Dit overleg vindt plaats in de gemengde commissie die is ingesteld bij artikel 9 van de overeenkomst.

14. De partijen komen overeen deze conclusies indien nodig te herzien.

MELDING VAN DE VMS-GEGEVENS AAN GABON

POSITIERAPPORT

Data | Code | Verplicht/ facultatief | Opmerkingen |

Header | SR | V | Systeeminformatie - geeft het begin van de record aan |

Geadresseerde | AD | V | Berichtinformatie - geadresseerde. ISO-alfa-3-landcode |

Verzender | FR | V | Berichtinformatie - verzender. ISO-alfa-3-landcode |

Vlagstaat | FS | F |

Berichttype | TM | V | Berichtinformatie - berichttype “POS” |

Radioroepnaam | RC | V | Vaartuiginformatie - internationale radioroepnaam van het vaartuig |

Intern referentienummer van de overeenkomst- sluitende partij | IR | F | Vaartuiginformatie - uniek volgnummer van de overeenkomstsluitende partij (ISO3-code van de vlagstaat, gevolgd door een nummer) |

Extern registratienummer | XR | V | Vaartuiginformatie - kenteken aangebracht op de romp van het vaartuig |

Breedtegraad | LA | V | Positie-informatie - positie in graden en minuten N/Z GGMM (WGS84) |

Lengtegraad | LO | V | Positie-informatie - positie in graden en minuten O/W GGGMM (WGS84) |

Vaarrichting | CO | V | Vaarrichting van het vaartuig, op een schaal van 360° |

Vaarsnelheid | SP | V | Vaarsnelheid van het vaartuig, in tienden van knopen |

Datum | DA | V | Positie-informatie - datum van registratie van de positie in UTC (JJJJMMDD) |

Tijd | TI | V | Positie-informatie - tijdstip van registratie van de positie in UTC (UUMM) |

Tailer | ER | V | Systeeminformatie - geeft het einde van de record aan |

Tekenset: ISO 8859.1

De structuur van de gegevenstransmissie is als volgt:

- een dubbele schuine streep (//) en een code geven het begin van de transmissie aan,

- een enkele schuine streep (/) fungeert als separator tussen code en data.

De facultatieve gegevens moeten worden opgenomen tussen de header en de tailer.

GRENZEN VAN DE EEZ VAN GABON

COÖRDINATEN VAN DE EEZ

De bevoegde autoriteiten van Gabon delen de bevoegde diensten de voor de scheepvaart verboden zones mee. Zij verbinden zich ertoe alle wijzigingen betreffende deze verboden zones minstens één maand vooraf mee te delen.

GEGEVENS VAN HET CVT VAN GABON

Naam van het CVT:

Tel. VMS:

Fax VMS:

E-mail VMS:

Tel. DSPG:

Fax DSPG:

Adres X25 =

Meldingen van het binnenvaren/uitvaren:

FINANCIEEL MEMORANDUM

1. BENAMING VAN HET VOORSTEL

Voorstel voor een verordening van de Raad betreffende de sluiting van een partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en de regering van de Republiek Gabon, voor een periode van zes jaar vanaf de inwerkingtreding ervan.

2. ABM/ABB-KADER

11. Visserij

1103. Internationale visserijovereenkomsten

3. BEGROTINGSONDERDELEN

3.1 Begrotingsonderdelen

110301 : “Internationale visserijovereenkomsten”

11010404 : “Internationale visserijovereenkomsten: uitgaven voor administratief beheer.”

3.2 Duur van de actie en van de financiële gevolgen:

Het aan de visserijovereenkomst tussen de EG en de Republiek Gabon gehechte protocol verstrijkt op 2 december 2005. Het nieuwe protocol wordt gesloten voor een looptijd van zes jaar, te rekenen vanaf 3 december 2005.

Het protocol bepaalt de financiële tegenprestatie, de categorieën en de voorwaarden voor de visserijactiviteiten voor de vaartuigen van de Gemeenschap in de visserijzone van Gabon.

3.3 Begrotingskenmerken ( voeg zo nodig rijen toe ):

Begrotings-onderdeel | Soort uitgave | Nieuw | Bijdrage EVA | Bijdragen kandidaat-lidstaten | Rubriek financiële vooruitzich-ten |

11.0301 | VU | GK[2] | NEE | NEE | NEE | nr. 4 |

11.010404 | VU | NGK[3] | NEE | NEE | NEE | nr. 4 |

4. OVERZICHT VAN DE MIDDELEN

4.1 Financiële middelen

4.1.1 Overzicht van de vastleggingskredieten (VK) en betalingskredieten (BK)

miljoen euro (tot op 4 decimalen)

Soort uitgave | Punt nr. | Jaar n | n+1 | n+2 | n+3 | n+4 | n+5 | Totaal |

Beleidsuitgaven[4] |

Vastleggings-kredieten (VK) | 8.1 | a min. a max. | 0.86 1.43 | 0.86 1.43 | 0.86 1.43 | 0.86 1.43 | 0.86 1.43 | 0.86 1.43 | 5.16 8.58 |

Betalings-kredieten (BK) | b min. b max. | 0.86 1.43 | 0.86 1.43 | 0.86 1.43 | 0.86 1.43 | 0.86 1.43 | 0.86 1.43 | 5.16 8.58 |

Administratieve uitgaven binnen het referentiebedrag[5] |

Technische & administratie-ve bijstand (NGK) | 8.2.4 | c | 0.04 | 0.04 |

TOTAAL REFERENTIEBEDRAG |

Vastleg-gingskre-dieten | a+c min. a+c max. | 0.86 1.43 | 0.86 1.43 | 0.86 1.43 | 0.86 1.43 | 0.86 1.43 | 0.9 1.47 | 5.2 8.62 |

Betalings-kredieten | b+c min. b+c max | 0.86 1.43 | 0.86 1.43 | 0.86 1.43 | 0.86 1.43 | 0.86 1.43 | 0.9 1.47 | 5.2 8.62 |

Administratieve uitgaven buiten het referentiebedrag[6] |

Personeelsuit-gaven en aanverwante uitgaven (NGK) | 8.2.5 | d | 0.0594 | 0.0594 | 0.0594 | 0.0594 | 0.0594 | 0.0594 | 0.3564 |

Andere niet in het referentiebedrag begrepen administratieve uitgaven (NGK) | 8.2.6 | e | 0.0215 | 0.0215 | 0.0215 | 0.0215 | 0.0215 | 0.0215 | 0.129 |

Totale indicatieve kosten van de maatregel

TOTAAL VK inclusief personeelsuitgaven | Min Max | 0.9409 1.5109 | 0.9409 1.5109 | 0.9409 1.5109 | 0.9409 1.5109 | 0.9409 1.5109 | 0.9809 1.5509 | 5.6854 9.1054 |

TOTAAL BK inclusief personeelsuitgaven | Min Max | 0.9409 1.5109 | 0.9409 1.5109 | 0.9409 1.5109 | 0.9409 1.5109 | 0.9409 1.5109 | 0.9809 1.5509 | 5.6854 9.1054 |

Medefinanciering: geen

miljoen euro (tot op 3 decimalen)

Medefinancieringsbron | Jaar n | n + 1 | n + 2 | n + 3 | n + 4 | n + 5 | Totaal |

F |

TOTAAL VK inclusief medefinanciering | a+c+d+e+f |

4.1.2 Verenigbaarheid met de financiële programmering

X Het voorstel is verenigbaar met de bestaande financiële programmering.

( Het voorstel vergt herprogrammering van de betrokken rubriek van de financiële vooruitzichten.

( Het voorstel vergt wellicht toepassing van de bepalingen van het Interinstitutioneel Akkoord[7] (met betrekking tot het flexibiliteitsinstrument of de herziening van de financiële vooruitzichten).

4.1.3 Financiële gevolgen voor de ontvangsten

X Het voorstel heeft geen financiële gevolgen voor de ontvangsten

( Het voorstel heeft de volgende financiële gevolgen voor de ontvangsten:

N.B. Alle gegevens en opmerkingen over de wijze van berekening van de gevolgen voor de ontvangsten moeten in een aparte bijlage worden vermeld.

miljoen euro (tot op 1 decimaal)

Situatie vóór de actie [jaar n - 1] | Situatie na de actie |

Begrotings-onderdeel | Ontvangsten | [Jaar n] | [n+1] | [n+2] | [n+3] |

a) Ontvangsten in absolute bedragen |

b) Wijziging van de ontvangsten | ( |

(Vermeld elk betrokken begrotingsonderdeel; voeg extra rijen toe wanneer er gevolgen zijn voor meer dan een begrotingsonderdeel.)

4.2. Personele middelen in voltijdequivalenten – VTE (met inbegrip van ambtenaren, tijdelijk en extern personeel) – zie punt 8.2.1.

Jaarlijkse behoeften | Jaar n | Jaar n+1 | Jaar n+2 | Jaar n+3 | Jaar n+4 | Jaar n+5 |

Totale personele middelen in VTE | 0.55 | 0.55 | 0.55 | 0.55 | 0.55 | 0.55 |

5. KENMERKEN EN DOELSTELLINGEN

5.1 Behoefte waarin op korte tot lange termijn moet worden voorzien

Het vorige aan de visserijovereenkomst tussen de EG en de Republiek Gabon gehechte protocol is verstreken op 2 december 2005. Het nieuwe protocol heeft betrekking op de periode van 3 december 2005 tot en met 2 december 2011.

Het hoofddoel van de nieuwe visserijpartnerschapsovereenkomst (VPO) is het versterken van de samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Gabon met het oog op het instellen van een partnerschapskader voor de ontwikkeling van een duurzaam visserijbeleid en de redelijke exploitatie van de visbestanden in de visserijzone van Gabon. De voornaamste elementen van het nieuwe protocol zijn:

- Vangstmogelijkheden : 24 vriesschepen voor de tonijnvisserij met de zegen en 16 vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug (37,5 % minder in vergelijking met het vorige protocol) volgens de volgende verdeelsleutel (gebaseerd op de aanvragen van de lidstaten en het gebruik van de vangstmogelijkheden per lidstaat en per categorie), namelijk:

- voor vaartuigen voor de tonijnvisserij met de zegen: Frankrijk: 12, Spanje: 12

- voor vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug: Spanje 13, Portugal: 3

- Referentietonnage per jaar : 11 000 ton tonijnachtigen

- Jaarlijkse financiële tegenprestatie : 860 000 euro

- Door de reders te betalen voorschotten en rechten : 35 euro (tegenover 25 euro in het vorige protocol) per ton tonijn die in de visserijzone van Gabon wordt gevangen. De voorschotten bedragen 4 550 euro per jaar per vaartuig voor de tonijnvisserij met de zegen en 2 030 euro per jaar per vaartuig voor de visserij met de drijvende beug (d.i. + 75% en + 84%).

5.2 Meerwaarde van het communautaire optreden, samenhang van het voorstel met andere financiële instrumenten en mogelijke synergie

Wanneer de Gemeenschap deze nieuwe VPO niet sluit, zal er ruimte ontstaan voor particuliere overeenkomsten, die niet borg staan voor een duurzame visserij. De Gemeenschap hoopt ook dat met deze VPO de Republiek Gabon efficiënt met haar zal samenwerken in de regionale organisaties zoals de Internationale Commissie voor de instandhouding van tonijnachtigen in de Atlantische Oceaan (ICCAT), bij de strijd tegen illegale visserij en bij het duurzaam beheer van de bestanden van sterk migrerende soorten.

5.3. Doelstellingen, verwachte resultaten en bijbehorende indicatoren van het voorstel in de context van het ABM

Het onderhandelen over en sluiten van visserijovereenkomsten met derde landen passen bij de algemene doelstelling tot instandhouding en bescherming van de traditionele visserijactiviteiten van de communautaire vloot, inclusief de verre vloot, en tot ontwikkeling van de betrekkingen in het kader van een partnerschap om de duurzame exploitatie van de visbestanden buiten de communautaire wateren te stimuleren, rekening houdend met milieutechnische, sociale en economische aspecten.

Voor de follow-up van de tenuitvoerlegging van de overeenkomst worden in de context van het ABM de volgende indicatoren gehanteerd:

( controle van het gebruik van de vangstmogelijkheden;

( verzameling en analyse van gegevens over de vangsten en de handelswaarde van de overeenkomst;

( bijdrage aan de werkgelegenheid en toegevoegde waarde in de Gemeenschap;

( bijdrage aan de stabiliteit van de communautaire markt;

( bijdrage tot de algemene doelstelling van de armoedebestrijding in Gabon, met inbegrip van de bijdrage tot de werkgelegenheid en de ontwikkeling van infrastructuur, alsmede ondersteuning van de staatsbegroting;

( aantal technische vergaderingen en bijeenkomsten van het gemengd comité.

5.4 Wijze van uitvoering (indicatief)

Voor de uitvoering van de actie gekozen methode(n)[8].

X Gecentraliseerd beheer

X direct door de Commissie

( indirect

( Gedeeld of gedecentraliseerd beheer

( Gezamenlijk beheer met internationale organisaties (geef aan welke)

6. TOEZICHT EN EVALUATIE

6.1 Toezicht

De Commissie (DG FISH, in samenwerking met de Delegatie van de Europese Commissie te Libreville in Gabon) zal regelmatig toezicht houden op de tenuitvoerlegging van deze verlenging, met name wat betreft het gebruik ervan door de marktdeelnemers en de gedane vangsten.

6.2 Evaluatie

Met medewerking van een consortium van onafhankelijke consultants is in juni 2005 met het oog op de onderhandelingen over een nieuw protocol een diepgaande evaluatie van het toen lopende protocol uitgevoerd en afgerond.

6.2.1 Voorafgaande evaluatie

Hieronder volgen enkele gegevens uit de beoordeling van de waarde van het vorige protocol (2002-2005) uit de studie van juni 2005 (zie punt 6.2).

Gebruik van de visserijovereenkomst EG/Gabon (aantal vaartuigen):

Vaartuigtype | Vangst-mogelijk-heden | Benutting 2002/2003 | Benutting 2003/2004 | Benutting 2004/2005[9] | Gemiddeld gebruik |

Vaartuigen voor de tonijnvisserij met de zegen | 38 vaartuigen | 79 % | 71 % | 56 % | 69 % |

Vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug | 26 vaartuigen | 50 % | 35 % | 43 % | 43 % |

Demersale visserij | 1200 brt/maand | 0 | 0 | 0 | 0 |

Voor de periode 2001-2005 varieerden de vangsten van 4 400 tot 11 700 t/jaar voor een referentiehoeveelheid van 10 500 ton. Wat de baten van deze overeenkomst betreft, hoeft het geen betoog dat de waarde van de vangsten de kostprijs van het protocol overtreft. De gemiddelde marktwaarde van tonijn bedraagt 800 tot 1000 euro per ton.

Afgezien van de directe marktwaarde van de vangsten voor de betrokken vaartuigen, biedt de overeenkomst de volgende evidente voordelen:

- werkzekerheid voor de bemanningen van de vissersvaartuigen;

- multiplicatoreffect op de werkgelegenheid in de havens, de visafslagen, de verwerkende bedrijven, de scheepswerven, de dienstensector, enz.;

- schepping van werkgelegenheid in regio's waar er geen alternatief is voor de visserij;

- bijdrage aan de voorziening van de communautaire markt met visserijproducten.

- Toegevoegde waarde van de communautaire steun:

Doordat de communautaire overeenkomst beide partijen bepaalde regels oplegt, zorgt de overeenkomst ook voor een goed beheer van de bestanden, wat bij particuliere overeenkomsten niet altijd het geval is. Tot slot schept de visserijovereenkomst werkgelegenheid voor zeelieden uit de EG en uit derde landen. Voorts voorziet dit protocol in financiële prikkels voor het aanlanden van vis in de havens van Gabon, teneinde de visverwerkende industrie in Gabon te ontwikkelen. De visserijovereenkomst staat ook borg voor een belangrijk deel van de middelen van het sectorale visserijbeleid van Gabon.

- Risico's en alternatieve opties:

De invoering van een protocol bij de visserijovereenkomst gaat noodzakelijkerwijs gepaard met een aantal risico's, bijvoorbeeld: het kan gebeuren dat de bedragen voor de financiering van het sectorale visserijbeleid en de door de reders te betalen visrechten niet de afgesproken bestemming krijgen (fraude) en dat buitenlandse vloten zich niet aan de vergunningen en controles houden. Om deze risico's te vermijden zou het beter zijn om meer toezicht te houden op de inkomens en de uitgaven, de controles op zee uit te breiden, het toezicht per satelliet (VMS) te versterken, maatregelen te financieren ten behoeve van de plaatselijke vissers, enz.

6.2.2 Raming vooraf van de economische waarde van de overeenkomst en financiële bijdrage van de Gemeenschap

De financiële tegenprestatie van de Gemeenschap in het kader van deze nieuwe partnerschapsovereenkomst is een vast bedrag dat is berekend op basis van een jaarlijkse betaling van 860 000 euro voor het protocol 2005/2011.

6.2.3 Naar aanleiding van een tussentijds of achteraf verrichte evaluatie genomen maatregelen (ervaring die bij soortgelijke activiteiten in het verleden is opgedaan)

Er is geen gebruik gemaakt van het deel “demersale visserij” aangezien de vaartuigen van de Gemeenschap de voorkeur hebben gegeven aan particuliere visvergunningen boven vergunningen via het vorige protocol; daarom heeft de Gemeenschap besloten dit onderdeel uit de nieuwe VPO te schrappen en de exclusiviteitsclausule voor de vergunningen in de EEZ van Gabon toe te voegen.

De nieuwe overeenkomst omvat geen gerichte acties maar een algemene financiële ondersteuning van de tenuitvoerlegging van initiatieven die in het kader van het door de Gabonese regering uitgestippelde sectorale visserijbeleid worden genomen. De Gemeenschap en de regering van Gabon moeten het eens worden over een meerjarig sectoraal programma voor deze financiële steun (60% van de totale waarde van de financiële tegenprestatie).

6.2.4 Vorm en frequentie van toekomstige evaluaties

Na de studie van juni 2005 (zie punt 6.2) zullen, tevens om de duurzaamheid van de visserij in de regio te waarborgen, voorafgaand aan eventuele toekomstige verlengingen van het protocol, de economische en sociale gevolgen en de gevolgen voor het milieu worden geëvalueerd. De in punt 5.3 vermelde indicatoren zullen worden gebruikt om een evaluatie achteraf uit te voeren.

7. FRAUDEBESTRIJDINGSMAATREGELEN

Voor het gebruik van de door de Gemeenschap in het kader van de overeenkomst geleverde financiële tegenprestatie is uitsluitend het betrokken, soevereine derde land verantwoordelijk.

Dit neemt niet weg dat de Commissie zich ertoe heeft verbonden een permanente politieke dialoog en overleg tot stand te brengen ter verbetering van het beheer van de verlenging van het protocol en ter versterking van de bijdrage van de Gemeenschap aan het duurzaam beheer van de bestanden.

Onder alle omstandigheden gelden voor alle betalingen die de Commissie in het kader van een visserijovereenkomst verricht, de normale begrotings- en financieringsvoorschriften en -procedures van de Commissie. Op grond hiervan moeten met name de bankrekeningen van het derde land waarop de bedragen van de financiële tegenprestatie worden gestort, volledig kunnen worden geïdentificeerd.

8. MIDDELEN

8.1 Financiële kosten van de doelstellingen van het voorstel

Vastleggingskredieten in miljoenen euro’s (tot op 4 decimalen)

Actie 1 |

Actie 2 |

Jaar n | Jaar n+1 | Jaar n+2 | Jaar n+3 | Jaar n+4 | Jaar n+5 |

Ambtena-ren of tijdelijk personeel[11] (11 01 01) | A*/AD | 0,25 | 0,25 | 0,25 | 0,25 | 0,25 | 0,25 |

B*, C*/AST | 0,3 | 0,3 | 0,3 | 0,3 | 0,3 | 0,3 |

Uit art. 11 01 02 gefinancierd personeel[12] |

Uit art. 11 01 04 04 gefinancierd ander personeel[13] |

TOTAAL | 0.55 | 0.55 | 0.55 | 0.55 | 0.55 | 0.55 |

8.2.2 Omschrijving van de taken die uit de actie voortvloeien

- De onderhandelaar helpen bij het voorbereiden en afronden van de onderhandelingen over de visserijovereenkomsten:

- aan de onderhandelingen met de derde landen deelnemen teneinde een visserijovereenkomst te sluiten;

- ontwerp-evaluatieverslagen en nota's met onderhandelingsstrategieën opstellen voor de Commissaris;

- het standpunt van de Commissie toelichten en verdedigen in de werkgroep “Externe visserij” van de Raad;

- bijdragen aan een compromis met de betrokken lidstaten over de definitieve tekst van de overeenkomst.

- Controle op de uitvoering (monitoring) van de overeenkomsten:

- dagelijks toezicht op de visserijovereenkomsten;

- voorbereiding en controle van de betalingsverplichtingen en betalingen van de financiële tegenprestatie en de gerichte acties, of van de financiering van de ontwikkeling van verantwoorde visserij;

- regelmatige verslaglegging over de uitvoering van de overeenkomsten;

- evaluatie van de overeenkomsten: wetenschappelijke en technische aspecten;

- voorbereiding van het ontwerpvoorstel voor een verordening en voor een besluit van de Raad en opstelling van de teksten van de overeenkomst;

- inleiding en follow-up van de goedkeuringsprocedures.

- Technische bijstand:

- Voorbereiding van het standpunt dat de Commissie in het gemengd comité zal innemen.

- Interinstitutionele betrekkingen:

- de Commissie vertegenwoordigen bij de Raad, het Europees Parlement en de lidstaten tijdens het onderhandelingsproces;

- de antwoorden op mondelinge en schriftelijke vragen van het Europees Parlement opstellen.

- Interdepartementale raadpleging en coördinatie:

- contacten onderhouden met de overige directoraten-generaal over vraagstukken in verband met de onderhandelingen over en het toezicht op de overeenkomsten;

- het organiseren van en reageren op interdepartementale raadplegingen.

- Evaluatie:

- bijdragen aan de bijwerking van de effectbeoordeling;

- bereikte doelstellingen en evaluatie-indicatoren analyseren.

8.2.3 Herkomst van het (statutaire) personeel

(Wanneer meer dan een bron wordt vermeld, geef dan het aantal posten per bron)

X Posten die momenteel zijn toegewezen aan het beheer van het te vervangen of te verlengen programma

( Posten die al zijn toegewezen in het kader van de JBS/VOB-procedure voor 2006

( Posten waarom in het kader van de volgende JBS/VOB-procedure zal worden gevraagd

( In de betrokken dienst bestaande posten die worden heringedeeld (interne herindeling)

( Posten die voor het jaar n nodig zijn maar die in het kader van de JBS/VOB-procedure voor dat jaar nog niet zijn toegewezen

8.2.4 Andere administratieve uitgaven die in het referentiebedrag zijn begrepen

(11 01 04/05 – Uitgaven voor administratief beheer)

miljoen euro (tot op 3 decimalen)

Begrotingsonderdeel 11010404 (nummer en omschrijving) | Jaar n | Jaar n+1 | Jaar n+2 | Jaar n+3 | Jaar n+4 | Jaar n+5 | TOTAAL |

1. Technische en administratieve bijstand (inclusief bijbehorende personeelsuitgaven) |

Uitvoerende agentschappen[14] |

Andere technische en administratieve bijstand |

- intern |

- extern (1) | 0.04 | 0.04 |

Totaal technische en administratieve bijstand | 0.04 | 0.04 |

(1) een evaluatie achteraf van het geldende protocol en een evaluatie vooraf van het toekomstige protocol

8.2.5 Personeelsuitgaven en aanverwante uitgaven die niet in het referentiebedrag zijn begrepen

miljoen euro (tot op 4 decimalen)

Soort personeel | Jaar n | Jaar n+1 | Jaar n+2 | Jaar n+3 | Jaar n+4 | Jaar n+5 | TOTAAL |

Ambtenaren en tijdelijk personeel (11 01 01) | 0.0594 | 0.0594 | 0.0594 | 0.0594 | 0.0594 | 0.0594 | 0.3564 |

Uit art. XX 01 02 gefinancierd personeel (hulpfunctionarissen, gedetacheerde nationale deskundigen, personeel op contractbasis, enz.) (vermeld begrotingsonderdeel) |

Totaal personeelsuitgaven en aanverwante uitgaven (die NIET in het referentiebedrag zijn begrepen) | 0.0594 | 0.0594 | 0.0594 | 0.0594 | 0.0594 | 0.0594 | 0.3564 |

Berekening – Ambtenaren en functionarissen op contractbasis

Verwijs zo nodig naar punt 8.2.1

- 1A = € 108 000*0.25 = € 27 000

1B = € 108 000*0.15 = € 16 200

1C = € 108 000*0,15 = € 16 200

Subtotaal: € 59 400 (0,0594 miljoen euro per jaar)

Totaal: 59 400 € per jaar (0,0594 miljoen euro per jaar)

Berekening – Uit artikel XX 01 02 gefinancierd personeel

Verwijs zo nodig naar punt 8.2.1

8.2.6 Andere administratieve uitgaven die niet in het referentiebedrag zijn begrepen

miljoen euro (tot op 3 decimalen)

Jaar n | Jaar n+1 | Jaar n+2 | Jaar n+3 | Jaar n+4 | Jaar n+5 | TOTAAL |

11 01 02 11 01 – Dienstreizen | 0.020 | 0.020 | 0.020 | 0.020 | 0.020 | 0.020 | 0.12 |

11 01 02 11 02 – Conferenties en vergaderingen | 0.0015 | 0.0015 | 0.0015 | 0.0015 | 0.0015 | 0.0015 | 0.009 |

XX 01 02 11 03 – Comités[15] |

XX 01 02 11 04 – Studies en adviezen |

XX 01 02 11 05 - Informatiesystemen |

2. Totaal van de andere beheersuitgaven (XX 01 02 11) |

3. Andere uitgaven van administratieve aard (vermeld welke en verwijs naar het begrotings-onderdeel) |

Totaal van de andere administratieve uitgaven (die NIET in het referentiebedrag zijn begrepen) | 0.0215 | 0.0215 | 0.0215 | 0.0215 | 0.0215 | 0.0215 | 0.129 |

[1] PB L 73 van 15.3.2001, blz. 8.

[2] Gesplitste kredieten

[3] Niet-gesplitste kredieten

[4] Uitgaven die niet onder hoofdstuk 11 01 van de betrokken titel 11 vallen.

[5] Uitgaven in het kader van artikel 11 01 04 van titel 11.

[6] Uitgaven in het kader van hoofdstuk 11 01, met uitzondering van artikel 11 01 04.

[7] Zie de punten 19 en 24 van het Interinstitutioneel Akkoord.

[8] Verstrek, indien meer dan een methode wordt aangekruist, extra informatie onder Opmerkingen.

[9] Vergunningen al afgegeven op 3 december 2004 voor de periode 3.12.2004 - 02.12.2005.

[10] Zoals beschreven in punt 5.3.

[11] Waarvan de kosten NIET door het referentiebedrag worden gedekt.

[12] Waarvan de kosten NIET door het referentiebedrag worden gedekt.

[13] Waarvan de kosten door het referentiebedrag worden gedekt.

[14] Verwijs naar het specifieke financieel memorandum voor de betrokken uitvoerende agentschappen.

[15] Vermeld het soort comité en de groep waartoe het behoort.

Top