Elija las funciones experimentales que desea probar

Este documento es un extracto de la web EUR-Lex

Documento 52006PC0407(01)

    Voorstel voor een Verordening (EG, Euratom) van de Raad tot wijziging van Verordening (EGKS, EEG, Euratom) nr. 300/76 van de Raad van 9 februari 1976 tot vaststelling van de categorieën van begunstigden, de voorwaarden voor toekenning en de hoogte van de toeslagen die kunnen worden toegekend aan ambtenaren die hun werkzaamheden verrichten in het kader van een continu- of ploegendienst

    /* COM/2006/0407 def. */

    52006PC0407(01)




    [pic] | COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN |

    Brussel, 19.7.2006

    COM(2006) 407 definitief

    Voorstel voor een

    VERORDENING (EG, EURATOM) VAN DE RAAD

    tot wijziging van Verordening (EGKS, EEG, Euratom) nr. 300/76 van de Raad van 9 februari 1976 tot vaststelling van de categorieën van begunstigden, de voorwaarden voor toekenning en de hoogte van de toeslagen die kunnen worden toegekend aan ambtenaren die hun werkzaamheden verrichten in het kader van een continu- of ploegendienst

    Voorstel voor een

    VERORDENING (EG, EURATOM) VAN DE RAAD

    tot wijziging van Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 495/77 van de Raad van 8 maart 1977 tot vaststelling van de categorieën van begunstigden, de voorwaarden voor toekenning en de hoogte van de toeslagen die kunnen worden toegekend aan ambtenaren die regelmatig wachtdiensten verrichten {SEC(2006) 975}

    (door de Commissie ingediend)

    TOELICHTING

    ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL |

    110 | Motivering en doel van het voorstel Behoefte aan langere diensturen voor bepaalde groepen personeel van de Europese instellingen. Verbintenis van de Commissie om aan de Raad te rapporteren over de toepassing van de Verordeningen 300/76 (ploegendienst), 495/77 (wachtdiensten) en 1799/72 (bezwaarlijke werkzaamheden), en indien nodig wijzigingsvoorstellen te doen. |

    120 | Algemene context Verordening 300/76 van 9 februari 1976 beperkt de toeslagen voor ploegendienst ten laste van de beleidskredieten tot ambtenaren die verbonden zijn aan een centrum voor informatica, een beveiligingsdienst, een telexdienst of de verzendingsdienst van het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen. Deze exhaustieve lijst staat niet toe dat andere diensten worden bestreken waarvoor evenzeer een duidelijke en voor de hand liggende behoefte aan langere diensturen bestaat: technische helpdesks, telefooncentrales, recepties in gebouwen, e.a. |

    130 | Bestaande bepalingen op het door het voorstel bestreken gebied Verordening 300/76 van de Raad van 9 februari 1976 tot vaststelling van de categorieën ambtenaren die voor een toeslag voor ploegendienst in aanmerking komen, de voorwaarden voor toekenning en de hoogte van de toeslagen, laatstelijk gewijzigd bij Verordening 860/2004 van de Raad van 29 april 2004. |

    141 | Samenhang met andere beleidsgebieden en doelstellingen van de EU Niet van toepassing. |

    RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDE PARTIJEN EN EFFECTBEOORDELING |

    Raadpleging van belanghebbende partijen De maatregel betreft uitsluitend personeel van de EU-instellingen. |

    Bijeenbrengen en benutten van deskundigheid |

    229 | Er behoefde geen beroep te worden gedaan op externe deskundigheid. |

    230 | Effectbeoordeling Geen alternatieven – tenzij langere diensturen niet aan te bieden. Marginale sociale en economische, geen milieugevolgen. |

    JURIDISCHE ELEMENTEN VAN HET VOORSTEL |

    305 | Samenvatting van de voorgestelde maatregel De toeslag voor ploegendienst ook toekennen aan andere diensten van de Europese instellingen die een duidelijke behoefte hebben aan langere of voortdurende werktijden. |

    310 | Rechtsgrondslag Artikel 56 bis van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen en de Regeling die van toepassing is op de andere personeelsleden van deze Gemeenschappen, vastgesteld bij Verordening (EEG, EURATOM, EGKS) nr. 259/68 van 29 februari 1968, laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG, EURATOM) nr. 31/2005 van 20 december 2004, als volgt luidend: “Op voorstel van de Commissie, ingediend na raadpleging van het Comité voor het Statuut, stelt de Raad de categorieën van begunstigden, de voorwaarden voor toekenning en de hoogte van deze toeslagen vast.”. |

    329 | Subsidiariteitsbeginsel Het voorstel heeft betrekking op een gebied dat onder de exclusieve bevoegdheid van de Gemeenschap valt. Het subsidiariteitsbeginsel is derhalve niet van toepassing. |

    Evenredigheidsbeginsel Uitbreiding van een bestaande maatregel tot andere diensten. |

    Keuze van instrumenten |

    341 | Voorgesteld instrument: verordening. |

    342 | Andere instrumenten zouden om de volgende reden niet geschikt zijn: Wijziging van een bestaande verordening van de Raad. |

    GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING |

    401 | Naar schatting 30 personen voor werk in twee ploegen: 30 personen x 12 maanden x 337 € = 121 300 € (cijfers van de Commissie) |

    1. Voorstel voor een

    VERORDENING (EG, EURATOM) VAN DE RAAD

    tot wijziging van Verordening (EGKS, EEG, Euratom) nr. 300/76 van de Raad van 9 februari 1976 tot vaststelling van de categorieën van begunstigden, de voorwaarden voor toekenning en de hoogte van de toeslagen die kunnen worden toegekend aan ambtenaren die hun werkzaamheden verrichten in het kader van een continu- of ploegendienst

    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gelet op het Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen en de Regeling die van toepassing is op de andere personeelsleden van deze Gemeenschappen, vastgesteld bij Verordening (EEG, EURATOM, EGKS) nr. 259/68[1], laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG, EURATOM) nr. 31/2005[2], en met name artikel 56 bis, tweede lid,

    Gezien het voorstel van de Commissie dat na overleg met het Comité voor het Statuut is ingediend,

    Overwegende hetgeen volgt:

    Verordening (EEG, EURATOM, EGKS) nr. 300/76[3] dient te worden gewijzigd volgens de veranderende behoefte aan ploegendienst binnen de Europese instellingen,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Verordening (EGKS, EEG, Euratom) nr. 300/76 wordt als volgt gewijzigd:

    De inleidende zin van artikel 1, lid 1, eerste alinea, wordt vervangen door:

    “Een ambtenaar wiens bezoldiging ten laste komt van de onderzoeks- en investeringskredieten en die werkzaam is in een instelling van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek of in onderzoek onder contract, of wiens bezoldiging ten laste komt van de beleidskredieten en die werkzaam is in een ICT-dienst, een beveiligingsdienst, een telefooncentrale of informatiedienst, in een andere dienst die een duidelijke behoefte heeft aan langere of voortdurende werktijden, of betrokken is bij de verzending van het Publicatieblad van de Europese Unie , en die in ploegendienst werkt als bedoeld in artikel 56 bis van het ambtenarenstatuut, heeft recht op een toeslag van:”

    Artikel 2

    In artikel 1, lid 2, wordt de laatste alinea geschrapt.

    Artikel 3

    Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel,

    Voor de Raad

    De voorzitter

    FINANCIEEL MEMORANDUM

    1. BENAMING VAN HET VOORSTEL

    Verordening (EG, EURATOM) nr. …/2006 van de Raad van … 2006, tot wijziging van Verordening (EGKS, EEG, Euratom) nr. 300/76 van de Raad van 9 februari 1976 tot vaststelling van de categorieën van begunstigden, de voorwaarden voor toekenning en de hoogte van de toeslagen die kunnen worden toegekend aan ambtenaren die hun werkzaamheden verrichten in het kader van een continu- of ploegendienst.

    2. ABM/ABB-KADER

    Betrokken beleidsterrein(en) en bijbehorende activiteit(en):

    Potentieel alle beleidsterreinen.

    3. BEGROTINGSONDERDELEN

    3.1. Begrotingsonderdelen (beleidsuitgaven en bijbehorende uitgaven voor technische en administratieve bijstand (vroegere BA-onderdelen)) inclusief omschrijving:

    XX.01.01.01 (Commissie)

    Hoofdstuk 11 (andere instellingen)

    3.2. Duur van de actie en van de financiële gevolgen:

    Onbeperkt.

    3.3. Begrotingskenmerken (voeg zo nodig rijen toe):

    Begrotingsonderdeel | Soort uitgave | Nieuw | Bijdrage EVA | Bijdragen kandidaat-lidstaten | Rubriek financiële vooruitzichten |

    XX.01.01.01 Hfst. 11 | Niet-verplicht | NGK[4] | NEEN | NEEN | NEEN | Nr. [5] |

    4. OVERZICHT VAN DE MIDDELEN

    4.1. Financiële middelen

    4.1.1. Overzicht van de vastleggingskredieten (VK) en betalingskredieten (BK)

    in miljoen euro (tot op 3 decimalen)

    Soort uitgave | Punt nr. | Jaar n | n + 1 | n + 2 | n + 3 | n + 4 | n + 5 e.v. | Totaal |

    Beleidsuitgaven[5] |

    Vastleggingskredieten (VK) | 8.1 | a |

    Betalingskredieten (BK) | b |

    Administratieve uitgaven binnen het referentiebedrag[6] |

    Technische & administratieve bijstand (NGK) | 8.2.4 | c |

    TOTAAL REFERENTIEBEDRAG |

    Vastleggingskredieten | a+c |

    Betalingskredieten | b+c |

    Administratieve uitgaven die niet in het referentiebedrag zijn begrepen[7] |

    Personeelsuitgaven en aanverwante uitgaven (NGK) | 8.2.5 | d | Com: 0.12 Overige: 0.08 | 0.12 0.08 | 0.12 0.08 | 0.12 0.08 | 0.12 0.08 | 0.12 0.08 | n.v.t. |

    Andere niet in het referentiebedrag begrepen administratieve uitgaven (NGK) | 8.2.6 | e |

    Totale indicatieve kosten van de maatregel

    TOTAAL VK inclusief personeelsuitgaven | a+c+d+e | Com: 0.12 Overige: 0.08 | 0.12 0.08 | 0.12 0.08 | 0.12 0.08 | 0.12 0.08 | 0.12 0.08 | n.v.t. |

    TOTAAL BK inclusief personeelsuitgaven | b+c+d+e | Com: 0.12 Overige: 0.08 | 0.12 0.08 | 0.12 0.08 | 0.12 0.08 | 0.12 0.08 | 0.12 0.08 | n.v.t. |

    Medefinanciering

    Indien het voorstel door lidstaten of uit andere bronnen (geef aan welke) wordt medegefinancierd, geef dan een raming daarvan in de onderstaande tabel (voeg extra rijen toe indien de medefinanciering uit meer dan een bron afkomstig is):

    4.1.2. Verenigbaarheid met de financiële programmering

    X Het voorstel is verenigbaar met de bestaande financiële programmering.

    ( Het voorstel vergt herprogrammering van de betrokken rubriek van de financiële vooruitzichten.

    ( Het voorstel vergt wellicht toepassing van de bepalingen van het Interinstitutioneel Akkoord[8] (flexibiliteitsinstrument of herziening van de financiële vooruitzichten).

    4.1.3. Financiële gevolgen voor de ontvangsten

    X Het voorstel heeft geen financiële gevolgen voor de ontvangsten

    ( Financiële gevolgen - Het effect op de ontvangsten is als volgt:

    Noot: Alle gegevens en opmerkingen over de wijze van berekening van de gevolgen voor de ontvangsten moeten in een aparte bijlage worden vermeld.

    4.2. Personele middelen in voltijdequivalenten (VTE; ambtenaren, tijdelijk en extern personeel) – zie punt 8.2.1.

    5. KENMERKEN EN DOELSTELLINGEN

    Gegevens over de context van het voorstel moeten in de toelichting worden verstrekt. Geef in dit deel van het financiële memorandum de volgende aanvullende informatie:

    5.1. Behoefte waarin op korte of lange termijn moet worden voorzien

    Het voorstel beoogt tegemoet te komen aan de behoefte aan langere werktijden in bepaalde diensten.

    5.2. Meerwaarde van het communautaire optreden, samenhang van het voorstel met andere financiële instrumenten en mogelijke synergie

    Niet van toepassing.

    5.3. Doelstellingen, verwachte resultaten en bijbehorende indicatoren van het voorstel in de context van het ABM

    Niet van toepassing.

    5.4. Wijze van uitvoering (indicatief)

    Voor de uitvoering van de actie gekozen methode(n)[9]:

    X Gecentraliseerd beheer

    X rechtstreeks door de Commissie: PMO

    - ( gedelegeerd aan:

    - ( uitvoerende agentschappen

    - ( door de Gemeenschappen opgerichte organen als bedoeld in artikel 185 van het Financieel Reglement

    - ( nationale publiekrechtelijke organen of organen met een openbaredienstverleningstaak

    ( Gedeeld of gedecentraliseerd beheer

    - ( met lidstaten

    - ( met derde landen

    ( Gezamenlijk beheer met internationale organisaties (geef aan welke)

    Opmerkingen:

    6. TOEZICHT EN EVALUATIE

    6.1. Toezicht

    Niet van toepassing.

    6.2. Evaluatie

    6.2.1. Evaluatie vooraf

    Niet van toepassing.

    6.2.2. Naar aanleiding van een tussentijdse evaluatie of evaluatie achteraf genomen maatregelen (ervaring die bij soortgelijke activiteiten in het verleden is opgedaan)

    Niet van toepassing.

    6.2.3. Vorm en frequentie van toekomstige evaluaties

    Niet van toepassing.

    7. FRAUDEBESTRIJDINGSMAATREGELEN

    Instelling van ploegendiensten in de Commissie alleen met toestemming van DG Admin, met interne controle in DG Admin gebaseerd op PMO-gegevens.

    8. MIDDELEN

    8.1. Financiële kosten van de doelstellingen van het voorstel: Niet van toepassing.

    8.2. Administratieve uitgaven

    8.2.1. Aantal en soort personeelsleden: Niet van toepassing.

    8.2.2. Omschrijving van de taken die uit de actie voortvloeien

    Inbegrepen in het huidige beheer van deze werkzaamheden.

    8.2.3. Herkomst van het personeel (personeel gedekt door het statuut)

    (Wanneer meer dan een bron wordt vermeld, geef dan het aantal posten per bron)

    - ( Posten die momenteel zijn toegewezen aan het beheer van het te vervangen of te verlengen programma

    - ( Posten die al zijn toegewezen in het kader van de JBS/VOB-procedure voor jaar n

    - ( Posten waarom in het kader van de volgende JBS/VOB-procedure zal worden gevraagd

    - ( Bestaande posten binnen de beherende dienst die worden heringedeeld (interne herindeling)

    - ( Posten die voor jaar n nodig zijn maar die in het kader van de JBS/VOB-procedure voor dat jaar nog niet zijn toegewezen

    8.2.4. Andere administratieve uitgaven binnen het referentiebedrag (XX 01 04/05 – Uitgaven voor administratief beheer)

    8.2.5. Personeelsuitgaven en aanverwante uitgaven die niet in het referentiebedrag zijn begrepen

    in miljoen euro (tot op 3 decimalen)

    Soort personeel | Jaar n | Jaar n+1 | Jaar n+2 | Jaar n+3 | Jaar n+4 | Jaar n+5 e.v. |

    Ambtenaren en tijdelijk personeel (XX 01 01) | Com: 0.12 Overige: 0.08 | 0.12 0.08 | 0.12 0.08 | 0.12 0.08 | 0.12 0.08 | 0.12 0.08 |

    Uit art. XX 01 02 gefinancierd personeel (hulpfunctionarissen, gedetacheerde nationale deskundigen, personeel op contractbasis enz.) (vermeld begrotingsonderdeel) | p.m. | p.m. | p.m. | p.m. | p.m. | p.m. |

    Totaal Personeelsuitgaven en aanverwante uitgaven die NIET in het referentiebedrag zijn begrepen | Com: 0.12 Overige: 0.08 | 0.12 0.08 | 0.12 0.08 | 0.12 0.08 | 0.12 0.08 | 0.12 0.08 |

    Berekening – Ambtenaren en tijdelijke functionarissen

    Verwijs zo nodig naar punt 8.2.1

    Voor de Commissie: 30 personen x 337 €/maand (tarief voor 2-ploegenwerk) x 12 maanden = 121 320 €

    Andere instellingen: 19 personen x 337 €/maand x 12 maanden = 76 836 €

    Berekening – Uit artikel XX 01 02 gefinancierd personeel

    Verwijs zo nodig naar punt 8.2.1

    8.2.6. Andere administratieve uitgaven die niet in het referentiebedrag zijn begrepen

    Berekening - Andere administratieve uitgaven die niet in het referentiebedrag zijn begrepen

    TOELICHTING

    ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL |

    110 | Motivering en doel van het voorstel Behoefte aan ploegendienst in bepaalde diensten van de Europese instellingen. Verbintenis van de Commissie om aan de Raad te rapporteren over de toepassing van de Verordeningen 300/76 (ploegendienst), 495/77 (wachtdiensten) en 1799/72 (bezwaarlijke werkzaamheden), en indien nodig wijzigingsvoorstellen te doen. |

    120 | Algemene context Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 495/77 van de Raad van 8 maart 1977 beperkt de toeslagen voor wachtdienst ten laste van de beleidskredieten tot ambtenaren die technische installaties bemannen of erop toezien of in een medische dienst werkzaam zijn. Deze exhaustieve lijst staat niet toe dat andere diensten worden bestreken waarvoor evenzeer een duidelijke en voor de hand liggende behoefte aan wachtdiensten bestaat: beveiligingsdiensten, andere systemen zoals het mechanisme voor civiele bescherming of het ECURIE-systeem, waar de Commissie gelast is een permanente dienst voor de lidstaten te verzekeren. |

    130 | Bestaande bepalingen op het door het voorstel bestreken gebied Verordening 495/77 van de Raad van 8 maart 1977 tot vaststelling van de categorieën ambtenaren die voor een toeslag voor regelmatige wachtdienst in aanmerking komen, de voorwaarden voor toekenning en de hoogte van de toeslagen, laatstelijk gewijzigd bij Verordening 859/2004 van de Raad van 29 april 2004. |

    141 | Samenhang met andere beleidsgebieden en doelstellingen van de EU Niet van toepassing. |

    RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDE PARTIJEN EN EFFECTBEOORDELING |

    Raadpleging van belanghebbende partijen |

    211 | De maatregel betreft uitsluitend personeel van de EU-instellingen. |

    Bijeenbrengen en benutten van deskundigheid |

    229 | Er behoefde geen beroep te worden gedaan op externe deskundigheid. |

    230 | Effectbeoordeling Geen alternatieven – tenzij de wachtdienst niet aan te bieden. Marginale sociale en economische, geen milieugevolgen. |

    JURIDISCHE ELEMENTEN VAN HET VOORSTEL |

    305 | Samenvatting van de voorgestelde maatregel De toeslag voor wachtdienst ook toekennen aan andere diensten van de Europese instellingen die een duidelijke behoefte hebben aan regelmatige wachtdiensten. |

    310 | Rechtsgrondslag Artikel 56 ter van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen en de Regeling die van toepassing is op de andere personeelsleden van deze Gemeenschappen, vastgesteld bij Verordening (EEG, EURATOM, EGKS) nr. 259/68 van 29 februari 1968, laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG, EURATOM) nr. 31/2005 van 20 december 2004, als volgt luidend: “Op voorstel van de Commissie, ingediend na raadpleging van het Comité voor het Statuut, stelt de Raad de categorieën van begunstigden, de voorwaarden voor toekenning en de hoogte van deze toeslagen vast.” |

    329 | Subsidiariteitsbeginsel Het voorstel heeft betrekking op een gebied dat onder de exclusieve bevoegdheid van de Gemeenschap valt. Het subsidiariteitsbeginsel is derhalve niet van toepassing. |

    Evenredigheidsbeginsel Uitbreiding van een bestaande maatregel tot andere diensten. |

    Keuze van instrumenten |

    341 | Voorgesteld instrument: verordening. |

    342 | Andere instrumenten zouden om de volgende reden niet geschikt zijn: Wijziging van een bestaande verordening van de Raad. |

    GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING |

    401 | Naar schatting 5 nieuwe wachtdiensten (meestal wachtdienst thuis): +/- 80 000 € (cijfers van de Commissie) |

    2. Voorstel voor een

    VERORDENING (EG, EURATOM) VAN DE RAAD

    tot wijziging van Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 495/77 van de Raad van 8 maart 1977 tot vaststelling van de categorieën van begunstigden, de voorwaarden voor toekenning en de hoogte van de toeslagen die kunnen worden toegekend aan ambtenaren die regelmatig wachtdiensten verrichten

    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gelet op het Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen en de Regeling die van toepassing is op de andere personeelsleden van deze Gemeenschappen, vastgesteld bij Verordening (EEG, EURATOM, EGKS) nr. 259/68[10], laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG, EURATOM) nr. 31/2005[11], en met name artikel 56 ter, tweede lid,

    Gezien het voorstel van de Commissie dat na overleg met het Comité voor het Statuut is ingediend,

    Overwegende hetgeen volgt:

    Verordening (EEG, EURATOM, EGKS) nr. 495/77[12] dient te worden gewijzigd volgens de veranderende behoefte aan regelmatige wachtdiensten binnen de Europese instellingen,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Verordening (EGKS, EEG, Euratom) nr. 495/77 wordt als volgt gewijzigd:

    1) In artikel 1, lid 1, wordt de eerste alinea vervangen door:

    “Een ambtenaar wiens bezoldiging ten laste komt van de onderzoeks- en investeringskredieten en die werkzaam is in een instelling van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek of in onderzoek onder contract, of wiens bezoldiging ten laste komt van de beleidskredieten en die werkzaam is in technische installaties of daarop toeziet of die in een beveiligingsdienst of een ICT-dienst werkzaam is, heeft recht op een toeslag indien van hem regelmatig wachtdiensten worden verwacht overeenkomstig artikel 56 ter van het statuut.

    In specifieke gevallen kan de instelling deze toeslag ook verlenen aan personen die werkzaam zijn in andere dan de vermelde diensten, op voorwaarde dat er een duidelijke noodzaak is van regelmatige wachtdiensten, en met name waar de Commissie gelast is een permanente dienst voor de lidstaten te verzekeren.”

    2) Artikel 3 komt als volgt te luiden:

    “Elk jaar in april dient de Commissie bij de Raad een verslag in over het aantal ambtenaren en personeelsleden in elke categorie dat de toeslag als bedoeld in deze verordening heeft ontvangen, waarbij speciaal wordt vermeld indien de toeslag is toegekend krachtens de bepalingen van artikel 1, lid 1, tweede alinea.”

    Artikel 2

    Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie .

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel,

    Voor de Raad

    De voorzitter

    FINANCIEEL MEMORANDUM

    1. BENAMING VAN HET VOORSTEL

    Verordening (EG, EURATOM) nr. …/2006 van de Raad van … 2006, tot wijziging van Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 495/77 van de Raad van 8 maart 1977 tot vaststelling van de categorieën van begunstigden, de voorwaarden voor toekenning en de hoogte van de toeslagen die kunnen worden toegekend aan ambtenaren die regelmatig wachtdiensten verrichten.

    2. ABM/ABB-KADER

    Betrokken beleidsterrein(en) en bijbehorende activiteit(en):

    Potentieel alle beleidsterreinen.

    3. BEGROTINGSONDERDELEN

    3.1. Begrotingsonderdelen (beleidsuitgaven en bijbehorende uitgaven voor technische en administratieve bijstand (vroegere BA-onderdelen)) inclusief omschrijving:

    XX.01.01.01 (Commissie)

    Hoofdstuk 11 (andere instellingen)

    3.2. Duur van de actie en van de financiële gevolgen:

    Onbeperkt.

    3.3. Begrotingskenmerken (voeg zo nodig rijen toe):

    Begrotingsonderdeel | Soort uitgave | Nieuw | Bijdrage EVA | Bijdragen kandidaat-lidstaten | Rubriek financiële vooruitzichten |

    XX.01.01.01 Hfst. 11 | Niet-verplicht | NGK[13] | NEEN | NEEN | NEEN | nr. 5 |

    4. OVERZICHT VAN DE MIDDELEN

    4.1. Financiële middelen

    4.1.1. Overzicht van de vastleggingskredieten (VK) en betalingskredieten (BK)

    in miljoen euro (tot op 3 decimalen)

    Soort uitgave | Punt nr. | Jaar n | n + 1 | n + 2 | n + 3 | n + 4 | n + 5 e.v. | Totaal |

    Beleidsuitgaven[14] |

    Vastleggingskredieten (VK) | 8.1 | a |

    Betalingskredieten (BK) | b |

    Administratieve uitgaven binnen het referentiebedrag[15] |

    Technische & administratieve bijstand (NGK) | 8.2.4 | c |

    TOTAAL REFERENTIEBEDRAG |

    Vastleggingskredieten | a+c |

    Betalingskredieten | b+c |

    Administratieve uitgaven die niet in het referentiebedrag zijn begrepen[16] |

    Personeelsuitgaven en aanverwante uitgaven (NGK) | 8.2.5 | d | Com: 0.08 Overige: 0.05 | 0.08 0.05 | 0.08 0.05 | 0.08 0.05 | 0.08 0.05 | 0.08 0.05 | n.v.t. |

    Andere niet in het referentiebedrag begrepen administratieve uitgaven (NGK) | 8.2.6 | e |

    Totale indicatieve kosten van de maatregel

    TOTAAL VK inclusief personeelsuitgaven | a+c+d+e | Com: 0.08 Overige: 0.05 | 0.08 0.05 | 0.08 0.05 | 0.08 0.05 | 0.08 0.05 | 0.08 0.05 | n.v.t. |

    TOTAAL BK inclusief personeelsuitgaven | b+c+d+e | Com: 0.08 Overige: 0.05 | 0.08 0.05 | 0.08 0.05 | 0.08 0.05 | 0.08 0.05 | 0.08 0.05 | n.v.t. |

    Medefinanciering

    Indien het voorstel door lidstaten of uit andere bronnen (geef aan welke) wordt medegefinancierd, geef dan een raming daarvan in de onderstaande tabel (voeg extra rijen toe indien de medefinanciering uit meer dan een bron afkomstig is):

    4.1.2. Verenigbaarheid met de financiële programmering

    X Het voorstel is verenigbaar met de bestaande financiële programmering.

    ( Het voorstel vergt herprogrammering van de betrokken rubriek van de financiële vooruitzichten.

    ( Het voorstel vergt wellicht toepassing van de bepalingen van het Interinstitutioneel Akkoord[17] (flexibiliteitsinstrument of herziening van de financiële vooruitzichten).

    4.1.3. Financiële gevolgen voor de ontvangsten

    X Het voorstel heeft geen financiële gevolgen voor de ontvangsten

    ( Financiële gevolgen - Het effect op de ontvangsten is als volgt:

    Noot: Alle gegevens en opmerkingen over de wijze van berekening van de gevolgen voor de ontvangsten moeten in een aparte bijlage worden vermeld.

    4.2. Personele middelen in voltijdequivalenten (VTE; ambtenaren, tijdelijk en extern personeel) – zie punt 8.2.1.

    5. KENMERKEN EN DOELSTELLINGEN

    Gegevens over de context van het voorstel moeten in de toelichting worden verstrekt. Geef in dit deel van het financiële memorandum de volgende aanvullende informatie:

    5.1. Behoefte waarin op korte of lange termijn moet worden voorzien

    Het voorstel beoogt tegemoet te komen aan de gestegen behoefte om in bepaalde diensten personeel permanent beschikbaar te hebben (regelmatige wachtdienst).

    5.2. Meerwaarde van het communautaire optreden, samenhang van het voorstel met andere financiële instrumenten en mogelijke synergie

    Niet van toepassing.

    5.3. Doelstellingen, verwachte resultaten en bijbehorende indicatoren van het voorstel in de context van het ABM

    Niet van toepassing.

    5.4. Wijze van uitvoering (indicatief)

    Voor de uitvoering van de actie gekozen methode(n)[18]:

    X Gecentraliseerd beheer

    X rechtstreeks door de Commissie: PMO

    - ( gedelegeerd aan:

    - ( uitvoerende agentschappen

    - ( door de Gemeenschappen opgerichte organen als bedoeld in artikel 185 van het Financieel Reglement

    - ( nationale publiekrechtelijke organen of organen met een openbaredienstverleningstaak

    ( Gedeeld of gedecentraliseerd beheer

    - ( met lidstaten

    - ( met derde landen

    ( Gezamenlijk beheer met internationale organisaties (geef aan welke)

    Opmerkingen:

    6. TOEZICHT EN EVALUATIE

    6.1. Toezicht

    Jaarlijks verslag van de Commissie aan de Raad.

    6.2. Evaluatie

    6.2.1. Evaluatie vooraf

    Niet van toepassing.

    6.2.2. Naar aanleiding van een tussentijdse evaluatie of evaluatie achteraf genomen maatregelen (ervaring die bij soortgelijke activiteiten in het verleden is opgedaan)

    Niet van toepassing.

    6.2.3. Vorm en frequentie van toekomstige evaluaties

    Niet van toepassing.

    7. FRAUDEBESTRIJDINGSMAATREGELEN

    Instelling van regelmatige wachtdiensten in de diensten van de Commissie alleen na goedkeuring door DG Admin. Individuele maandelijkse verklaring, ondertekend door de meerderen.

    8. MIDDELEN

    8.1. Financiële kosten van de doelstellingen van het voorstel: Niet van toepassing.

    8.2. Administratieve uitgaven

    8.2.1. Aantal en soort personeelsleden:

    8.2.2. Omschrijving van de taken die uit de actie voortvloeien

    Inbegrepen in het huidige beheer van deze werkzaamheden.

    8.2.3. Herkomst van het personeel (personeel gedekt door het statuut)

    (Wanneer meer dan een bron wordt vermeld, geef dan het aantal posten per bron)

    - ( Posten die momenteel zijn toegewezen aan het beheer van het te vervangen of te verlengen programma

    - ( Posten die al zijn toegewezen in het kader van de JBS/VOB-procedure voor jaar n

    - ( Posten waarom in het kader van de volgende JBS/VOB-procedure zal worden gevraagd

    - ( Bestaande posten binnen de beherende dienst die worden heringedeeld (interne herindeling)

    - ( Posten die voor jaar n nodig zijn maar die in het kader van de JBS/VOB-procedure voor dat jaar nog niet zijn toegewezen

    8.2.4. Andere administratieve uitgaven binnen het referentiebedrag (XX 01 04/05 – Uitgaven voor administratief beheer)

    8.2.5. Personeelsuitgaven en aanverwante uitgaven die niet in het referentiebedrag zijn begrepen

    in miljoen euro (tot op 3 decimalen)

    Soort personeel | Jaar n | Jaar n+1 | Jaar n+2 | Jaar n+3 | Jaar n+4 | Jaar n+5 e.v. |

    Ambtenaren en tijdelijk personeel (XX 01 01) | Com: 0.08 Overige: 0.05 | 0.08 0.05 | 0.08 0.05 | 0.08 0.05 | 0.08 0.05 | 0.08 0.05 |

    Uit art. XX 01 02 gefinancierd personeel (hulpfunctionarissen, gedetacheerde nationale deskundigen, personeel op contractbasis enz.) (vermeld begrotingsonderdeel) | p.m. | p.m. | p.m. | p.m. | p.m. | p.m. |

    Totaal Personeelsuitgaven en aanverwante uitgaven die NIET in het referentiebedrag zijn begrepen | Com: 0.08 Overige: 0.05 | 0.08 0.05 | 0.08 0.05 | 0.08 0.05 | 0.08 0.05 | 0.08 0.05 |

    Berekening – Ambtenaren en tijdelijke functionarissen

    Verwijs zo nodig naar punt 8.2.1

    Voor de Commissie: Geraamd: 5 nieuwe wachtdiensten x 15 923 € = 79 615 €

    Andere instellingen: Geraamd: 3 nieuwe wachtdiensten x 15 923 € = 47.769 €

    Kosten per wachtdienst en per jaar:

    a) wachtdienst thuis

    15 uur/dag x 5 dagen x 52 weken x 2,15 ptn/uur x 0,75 €/pt 6 289 €

    24 uur/dag x 2 dagen x 52 weken x 4,3 ptn/uur x 0,75 €/pt 8 050 €

    b) wachtdienst op de werkplek (geraamd:8 uur/maand tijdens het weekend)

    8 uur/maand x 12 maanden x 22 ptn x 0,75 €/pt 1 584 €

    _____

    15 923 €

    Berekening – Uit artikel XX 01 02 gefinancierd personeel

    Verwijs zo nodig naar punt 8.2.1

    8.2.6. Andere administratieve uitgaven die niet in het referentiebedrag zijn begrepen

    Berekening - Andere administratieve uitgaven die niet in het referentiebedrag zijn begrepen

    [1] PB L 56 van 4.3.1968, blz. 1.

    [2] PB L 8 van 12.1.2005, blz. 1.

    [3] PB L 38 van 13.2.1976, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG, Euratom) nr. 860/2004 van 29 april 2004 (PB L 161 van 30.4.2004, blz. 26).

    [4] Niet-gesplitste kredieten.

    [5] Uitgaven die niet o9[\]{|}~^mŒ™µ·»Þ<

    =

    )

    -

    =

    i

    j

    ^b ÍÑ(dgŽÔÿ[pic]IM^¡¢Úÿ[pic]#$(?nder hoofdstuk xx 01 van de betrokken titel xx vallen.

    [6] Uitgaven in het kader van artikel xx 01 04 van titel xx.

    [7] Uitgaven in het kader van hoofdstuk xx 01, met uitzondering van de artikelen xx 01 04 en xx 01 05.

    [8] Zie de punten 19 en 24 van het Interinstitutioneel Akkoord.

    [9] Verstrek, indien meer dan een methode wordt aangekruist, extra informatie onder Opmerkingen.

    [10] PB L 56 van 4.3.1968, blz. 1.

    [11] PB L 8 van 12.1.2005, blz. 1.

    [12] PB L 66 van 12.3.1977, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG, Euratom) nr. 859/2004 (PB L 161 van 30.4.2004, blz. 23).

    [13] Niet-gesplitste kredieten.

    [14] Uitgaven die niet onder hoofdstuk xx 01 van de betrokken titel xx vallen.

    [15] Uitgaven in het kader van artikel xx 01 04 van titel xx.

    [16] Uitgaven in het kader van hoofdstuk xx 01, met uitzondering van de artikelen xx 01 04 en xx 01 05.

    [17] Zie de punten 19 en 24 van het Interinstitutioneel Akkoord.

    [18] Verstrek, indien meer dan een methode wordt aangekruist, extra informatie onder Opmerkingen.

    Arriba