Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52006PC0123

Voorstel voor een richtlijn van de Raad betreffende de bestrijding van de San José-schildluis (gecodificeerde versie)

/* COM/2006/0123 def. - CNS 2006/0040 */

52006PC0123

Voorstel voor een richtlijn van de Raad betreffende de bestrijding van de San José-schildluis (gecodificeerde versie) /* COM/2006/0123 def. - CNS 2006/0040 */


[pic] | COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN |

Brussel, 16.3.2006

COM(2006) 123 definitief

2006/0040 (CNS)

Voorstel voor een

RICHTLIJN VAN DE RAAD

betreffende de bestrijding van de San José-schildluis

(gecodificeerde versie)

TOELICHTING

1. In de context van een Europa van de burgers hecht de Commissie groot belang aan het vereenvoudigen en verduidelijken van het Gemeenschapsrecht om het duidelijker en toegankelijker te maken voor de gewone burger, zodat deze nieuwe mogelijkheden krijgt en in staat wordt gesteld gebruik te maken van de specifieke rechten die hij aan het Gemeenschapsrecht kan ontlenen.

Dit doel kan niet worden verwezenlijkt zolang talloze bepalingen die meermaals en vaak ingrijpend zijn gewijzigd, gedeeltelijk in het oorspronkelijke besluit en gedeeltelijk in de latere wijzigingsbesluiten te vinden zijn. Om dan na te gaan wat de geldende regels zijn, is veel zoekwerk vereist, waarbij een groot aantal besluiten moet worden vergeleken.

Codificatie van meermaals gewijzigde regels is dan ook van essentieel belang om het Gemeenschapsrecht duidelijk en doorzichtig te maken.

2. Bij haar besluit van 1 april 1987[1] heeft de Commissie daarom haar diensten opgedragen alle wetgevingbesluiten na maximaal tien wijzigingen te codificeren , waarbij zij erop wijst dat dit een minimumregel is en dat haar diensten ter wille van de duidelijkheid en het juiste begrip van de communautaire wetgeving ernaar zouden moeten streven de teksten waarvoor zij verantwoordelijkheid dragen, met nog kortere tussenpozen te codificeren.

3. De conclusies van het voorzitterschap van de Europese Raad van Edinburgh (december 1992) hebben dit bevestigd[2] en het belang van codificatie onderstreept, omdat daarmee rechtszekerheid wordt verschaft omtrent de vraag welke wet op een gegeven moment op een bepaald onderwerp van toepassing is.

Bij codificatie moet het normale wetgevingsproces van de Gemeenschap volledig in acht worden genomen.

Aangezien bij codificatie geen inhoudelijke wijzigingen in de betrokken wetteksten mogen worden aangebracht, zijn het Europees Parlement, de Raad en de Commissie bij Interinstitutioneel Akkoord van 20 december 1994 een versnelde werkmethode voor de codificatie van wetteksten overeengekomen.

4. Dit voorstel beoogt de codificatie van Richtlijn 69/466/EEG van de Raad van 8 december 1969 betreffende de bestrijding van de San José-schildluis[3]. De nieuwe richtlijn vervangt de verschillende besluiten die erin zijn verwerkt[4]; dit voorstel laat de inhoud van de besluiten die worden gecodificeerd onverlet en beperkt zich er derhalve toe deze samen te voegen en daarin slechts de formele wijzigingen aan te brengen die voor de codificatie zelf vereist zijn.

5. Dit voorstel voor een codificatie is opgesteld op basis van een voorafgaande consolidatie , in alle officiële talen, van Richtlijn 69/466/EEG en het besluit tot wijziging daarvan, met behulp van een gegevensverwerkingssysteem van het Bureau voor officiële publicaties der Europese Gemeenschappen. Voorzover de artikelen zijn vernummerd, is het verband tussen de oude en de nieuwe nummering weergegeven in een concordantietabel die is opgenomen in bijlage II bij de gecodificeerde richtlijn.

ê 69/466/EEG (aangepast)

2006/0040 (CNS)

Voorstel voor een

RICHTLIJN VAN DE RAAD

betreffende de bestrijding van de San José-schildluis

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op de artikelen Ö 37 Õ en Ö 94 Õ ,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europees Parlement[5],

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité[6],

Overwegende hetgeen volgt:

ê

1. Richtlijn 69/466/EEG van de Raad van 8 december 1969 betreffende de bestrijding van de San José-schildluis[7] is ingrijpend gewijzigd[8]. Ter wille van de duidelijkheid en een rationele ordening van de tekst dient tot codificatie van deze richtlijn te worden overgegaan.

ê 69/466/EEG overweging 1

2. De productie van tweezaadlobbige houtachtige gewassen en van de vruchten daarvan neemt een belangrijke plaats in in de landbouw van de Gemeenschap.

ê 69/466/EEG overweging 2

3. De opbrengst van deze productie wordt voortdurend bedreigd door schadelijke organismen.

ê 69/466/EEG overweging 3

4. De bescherming van deze gewassen tegen deze schadelijke organismen strekt er niet alleen toe dat de productiecapaciteit wordt gehandhaafd, doch tevens dat de productiviteit van de landbouw wordt vergroot.

ê 69/466/EEG overweging 4

5. De beschermende maatregelen tegen het binnenbrengen van schadelijke organismen in elke lidstaat zouden slechts een beperkte uitwerking hebben indien deze organismen niet in de gehele Gemeenschap gelijktijdig en systematisch worden bestreden en verbreiding ervan niet wordt voorkomen.

ê 69/466/EEG overweging 5

6. Een der gevaarlijkste schadelijke organismen voor tweezaadlobbige houtachtige gewassen is de San José-schildluis (Quadraspidiotus perniciosus Comst.).

ê 69/466/EEG overweging 6

7. Dit schadelijke organisme is in verscheidene lidstaten opgetreden en er bestaan in de Gemeenschap besmette gebieden.

ê 69/466/EEG overweging 7

8. Er bestaat een blijvend gevaar voor de teelt van tweezaadlobbige houtachtige gewassen in de gehele Gemeenschap, indien geen doeltreffende maatregelen worden getroffen om dit schadelijke organisme te bestrijden en verbreiding ervan te voorkomen.

ê 69/466/EEG overweging 8

9. Ter beteugeling van dit schadelijke organisme, is het noodzakelijk voor de Gemeenschap minimumvoorschriften vast te stellen. De lidstaten moeten aanvullende of strengere voorschriften kunnen vaststellen voorzover deze noodzakelijk zijn.

ê

10. Deze richtlijn dient de verplichtingen van de lidstaten met betrekking tot de in bijlage I, deel B, genoemde termijnen voor omzetting in nationaal recht van de aldaar genoemde richtlijnen onverlet te laten,

ê 69/466/EEG

è1 77/93/EEG art. 19, onder a)

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

Deze richtlijn heeft betrekking op de in de lidstaten te treffen minimummaatregelen ter bestrijding van de San José-schildluis (Quadraspidiotus perniciosus Comst.) en ter voorkoming van verbreiding ervan.

Artikel 2

Voor de toepassing van deze richtlijn wordt verstaan onder:

a) Gewassen: levende planten en levende delen van planten met uitzondering van vruchten en zaden;

b) Besmette gewassen of vruchten: gewassen of vruchten waarop zich een of meer San José-schildluizen bevinden, indien niet is bewezen dat deze dood zijn;

c) Waardplanten van de San José-schildluis: gewassen van de geslachten Acer L., Cotoneaster Ehrh., Crataegus L., Cydonia Mill., Evonymus L., Fagus L., Juglans L., Ligustrum L., Malus Mill., Populus L., Prunus L., Pyrus L., Ribes L., Rosa L., Salix L., Sorbus L., Syringa L., Tilia L., Ulmus L., Vitis L.;

d) Boomkwekerijen: cultures waarin gewassen worden geteeld, die bestemd zijn voor wederuitplant, voor vermenigvuldiging of voor het in het verkeer brengen als bewortelde losse planten.

Artikel 3

Wanneer de aanwezigheid van de San José-schildluis wordt vastgesteld, bakenen de lidstaten zowel het besmette gebied als een veiligheidszone die breed genoeg is om de omliggende gebieden te beschermen, af.

Artikel 4

De lidstaten schrijven voor, dat in de besmette gebieden en in de veiligheidszone een passende behandeling van de waardplanten van de San José-schildluis moet plaatsvinden ter bestrijding van dit schadelijke organisme en ter voorkoming van verbreiding ervan.

Artikel 5

De lidstaten schrijven het volgende voor:

a) alle besmette gewassen die zich in boomkwekerijen bevinden, moeten worden vernietigd;

b) alle overige besmette of vermoedelijk besmette gewassen die in een besmet gebied groeien, moeten dusdanig worden behandeld dat deze gewassen en de daarvan afkomstige verse vruchten niet meer besmet zijn wanneer zij in het verkeer worden gebracht;

c) alle bewortelde en in een besmet gebied groeiende waardplanten van de San José-schildluis, alsmede de uit dit gebied afkomstige en voor vermenigvuldiging bestemde delen van deze planten, mogen slechts binnen het besmette gebied worden verplant of uit het besmette gebied worden vervoerd, indien er geen besmetting op is vastgesteld en indien zij zodanig zijn behandeld dat eventueel aanwezige San José-schildluizen vernietigd zijn.

Artikel 6

De lidstaten dragen er zorg voor, dat er in de veiligheidszones officieel toezicht wordt uitgeoefend op de waardplanten van de San José-schildluis en dat deze minstens één keer per jaar worden onderzocht op de aanwezigheid van San José-schildluizen.

Artikel 7

è1 1. ç De lidstaten schrijven voor, dat van alle partijen niet in de grond vaststaande gewassen en verse vruchten waarin besmetting is geconstateerd, de besmette gewassen en vruchten moeten worden vernietigd en dat de overige gewassen en vruchten der partij zodanig moeten worden behandeld of verwerkt, dat de eventueel nog aanwezige San José-schildluizen worden vernietigd.

ê 77/93/EEG art. 19, onder a)

2. Lid 1 is niet van toepassing op slechts licht aangetaste partijen vers fruit.

ê 69/466/EEG

è1 77/93/EEG art. 19, onder b)

Artikel 8

De lidstaten heffen de maatregelen ter bestrijding van de San José-schildluis of ter voorkoming van de verbreiding ervan eerst op, wanneer de aanwezigheid van de San José-schildluis niet meer wordt vastgesteld.

Artikel 9

De lidstaten verbieden het houden van de San José-schildluis.

Artikel 10

1. De lidstaten kunnen toestaan:

a) dat wordt afgeweken van de in de artikelen 4, 5, è1 7, lid 1, ç en 9 bedoelde maatregelen, ten behoeve van wetenschappelijke en fytosanitaire doeleinden, proefnemingen en selectiewerkzaamheden;

b) dat in afwijking van de artikelen 5, onder b), en è1 7, lid 1 ç, besmette verse vruchten onmiddellijk worden verwerkt;

c) dat in afwijking van de artikelen 5, onder b), en è1 7, lid 1 ç, besmette verse vruchten binnen het besmette gebied in het verkeer worden gebracht.

ê 69/466/EEG (aangepast)

2. De lidstaten zorgen ervoor dat Ö de in lid 1 bedoelde Õ afwijkingen slechts worden toegestaan, indien door voldoende controle wordt gewaarborgd dat zij geen afbreuk doen aan de bestrijding van de San José-schildluis en geen gevaar voor verbreiding van dit schadelijke organisme opleveren.

ê 69/466/EEG

Artikel 11

De lidstaten kunnen aanvullende of strengere voorschriften met betrekking tot de bestrijding van de San José-schildluis of het voorkomen van verbreiding daarvan vaststellen, voorzover deze maatregelen noodzakelijk zijn voor deze bestrijding of voorkoming.

ê

Artikel 12

Richtlijn 69/466/EEG, zoals gewijzigd bij de in bijlage I, deel A, genoemde richtlijn, wordt ingetrokken, onverminderd de verplichtingen van de lidstaten met betrekking tot de in bijlage I, deel B, genoemde termijnen voor omzetting in nationaal recht van de aldaar genoemde richtlijnen.

Verwijzingen naar de ingetrokken richtlijn gelden als verwijzingen naar de onderhavige richtlijn en worden gelezen volgens de concordantietabel in bijlage II.

Artikel 13

Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie .

ê 69/466/EEG art. 13

Artikel 14

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel,

Voor de Raad

De Voorzitter

é

BIJLAGE I

Deel A

Ingetrokken richtlijn met de wijziging ervan(bedoeld in artikel 12)

Richtlijn 69/466/EEG van de Raad (PB L 323 van 24.12.1969, blz. 5) |

Richtlijn 77/93/EEG van de Raad (PB L 26 van 31.1.1977, blz. 20) | Uitsluitend artikel 19 |

Deel B

Termijnen vo or omzetting in nationaal recht (bedoeld in artikel 12)

Richtlijn | Omzettingstermijn |

69/466/EEG (1) | 9 december 1971 |

77/93/EEG (2) (3) (4) | 1 mei 1980 |

(1) Voor Ierland en het Verenigd Koninkrijk: 1 juli 1973.

(2) De lidstaten kunnen volgens de procedure van artikel 16 van Richtlijn 77/93/EEG op hun verzoek worden gemachtigd aan sommige bepalingen van deze richtlijn te voldoen op een later tijdstip dan 1 mei 1980, doch uiterlijk op 1 januari 1981.

(3) Voor Griekenland: 1 januari 1983.

(4) Voor Spanje en Portugal: 1 maart 1987.

_____________

BIJLAGE II

Concordantietabel

Richtlijn 69/466/EEG | De onderhavige richtlijn |

Artikelen 1 tot en met 11 | Artikelen 1 tot en met 11 |

Artikel 12 | ___ |

___ | Artikel 12 |

___ | Artikel 13 |

Artikel 13 | Artikel 14 |

___ | Bijlage I |

___ | Bijlage II |

_____________

[1] COM(87) 868 PV.

[2] Zie bijlage 3 bij deel A van die conclusies.

[3] Uitgevoerd overeenkomstig de mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad: Codificatie van het Acquis communautaire, COM(2001) 645 definitief.

[4] Zie bijlage I, deel A, bij dit voorstel.

[5] PB C […] van […], blz. […].

[6] PB C […] van […], blz. […].

[7] PB L 323 van 24.12.1969, blz. 5. Richtlijn gewijzigd bij Richtlijn 77/93/EEG (PB L 26 van 31.1.1977, blz. 20).

[8] Zie bijlage I, deel A.

Top