Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52006DC0243

Verslag van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad betreffende de uitvoering en de resultaten van hetprogramma "Pericles" voor de bescherming van de euro tegen valsemunterij

/* COM/2006/0243 def. */

52006DC0243

Verslag van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad betreffende de uitvoering en de resultaten van hetprogramma "Pericles" voor de bescherming van de euro tegen valsemunterij /* COM/2006/0243 def. */


Brussel, 23.5.2006

COM(2006) 243 definitief

2006/0078 (CNS)

2006/0079 (CNS)

VERSLAG VAN DE COMMISSIE

aan het Europees Parlement en de Raad betreffende de uitvoering en de resultaten van het programma "Pericles" voor de bescherming van de euro tegen valsemunterij

Voorstel voor een

BESLUIT VAN DE RAAD

tot wijziging en uitbreiding van de werking van Besluit 2001/923/EG tot vaststelling van een actieprogramma inzake uitwisselingen, bijstand en opleiding voor de bescherming van de euro tegen valsemunterij (programma "Pericles")

Voorstel voor een

BESLUIT VAN DE RAAD

waarbij de toepassing van Besluit 2006/…/EG tot wijziging en uitbreiding van de werking van Besluit 2001/923/EG tot vaststelling van een actieprogramma inzake uitwisselingen, bijstand en opleiding voor de bescherming van de euro tegen valsemunterij (programma "Pericles") wordt uitgebreid tot de niet-deelnemende lidstaten

(door de Commissie ingediend)

VERSLAG VAN DE COMMISSIE

aan het Europees Parlement en de Raad betreffende de uitvoering en de resultaten van het programma "Pericles" voor de bescherming van de euro tegen valsemunterij

1. Algemene opmerkingen

Het communautair programma "Pericles" inzake uitwisselingen, bijstand en opleiding voor de bescherming van de euro tegen valsemunterij is vastgesteld bij Besluit 2001/923/EG van de Raad van 17 december 2001 – het zogenoemde Periclesbesluit, laatstelijk gewijzigd en uitgebreid bij Besluit 2006/75/EG van de Raad; het programma is erop gericht de maatregelen die de lidstaten nemen of die vervat zijn in bestaande programma's ter bestrijding van valsemunterij, te ondersteunen en aan te vullen. Die maatregelen omvatten uitwisseling van informatie (workshops, ontmoetingen en studiedagen), aanstelling en uitwisseling van personeel, en technische, wetenschappelijke en operationele bijstand.

Overeenkomstig artikel 13, lid 3, onder a), van het Periclesbesluit dient een evaluatieverslag over het programma te worden ingediend, vergezeld van een passend voorstel om dit programma voort te zetten of aan te passen. Dit evaluatieverslag is op 30 november 2004 uitgebracht en aan het Europees Parlement en de Raad overgelegd. Op basis van het voorstel dat de Commissie op 8 april 2005 presenteerde, verlengde de Raad het programma voor 2006 en wees hij een budget van één miljoen euro toe.

Overeenkomstig artikel 13, lid 3, onder b), dient uiterlijk 30 juni 2006 aan het Europees Parlement en de Raad gedetailleerd verslag te worden uitgebracht over de uitvoering en de resultaten van het programma. Met het onderhavige verslag wordt aan die verplichting voldaan.

2. Ontwikkelingen op het gebied van eurovalsemunterij

Sedert het begin van de zomer 2003 is het aantal in omloop aangetroffen valse eurobiljetten stabiel gebleven op circa 50 000 per maand, hetgeen minder is dan vóór de invoering van de euro het geval was, minder dan het aantal valse dollarbiljetten en uitzonderlijk laag in vergelijking met de negen miljard echte eurobiljetten in omloop. Het aantal valse euromunten blijft inmiddels toenemen, maar is naar historische maatstaven eveneens nog altijd laag te noemen. Bovendien hebben de politiediensten een aantal geslaagde operaties uitgevoerd waarbij ateliers zijn ontmanteld en grote aantallen valse biljetten en munten in beslag zijn genomen voordat ze in omloop konden worden gebracht.

In de tabellen 1a en 1b worden de ontwikkelingen op het gebied van de vervalsing van eurobiljetten en -munten samengevat weergegeven.

Tabel 1a | Tabel 1b |

In omloop aangetroffen valse eurobiljetten | In omloop aangetroffen valse euromunten |

2002 - 2005 | 2002 - 2005 |

jan jun 2002 | 21965 | jan jun 2002 | 68 |

jul-dec 2002 | 145153 | jul-dec 2002 | 2271 |

Jaar 2002 | 167118 | Jaar 2002 | 2339 |

jan jun 2003 | 230534 | jan jun 2003 | 8100 |

jul-dec 2003 | 311925 | jul-dec 2003 | 18091 |

Jaar 2003 | 542459 | Jaar 2003 | 26191 |

jan jun 2004 | 307000 | jan jun 2004 | 36191 |

jul-dec 2004 | 287000 | jul-dec 2004 | 38309 |

Jaar 2004 | 594000 | Jaar 2004 | 74500 |

jan jun 2005 | 293442 | jan jun 2005 | 184007 |

jul-dec 2005 | 287459 | jul-dec 2005 | 78677 |

Jaar 2005 | 580901 | Jaar 2005 | 262684 |

Dit globaal positieve resultaat is de vrucht van een langdurige voorbereiding op wetgevend en institutioneel gebied en illustratief voor de intensieve samenwerking die in EU-verband en in breder internationaal verband tot stand is gebracht. De Commissie heeft de basisbeginselen voor de bescherming van de euro reeds in 1998 neergelegd in een mededeling[1]. Op basis daarvan heeft de Raad in 2001 een basisverordening[2] vastgesteld waarbij de institutionele grondslagen voor het beschermingskader zijn gelegd; voorafgaand daaraan had de Raad in 2000 een kaderbesluit[3] genomen waarbij de bescherming van de euro door middel van strafrechtelijke sancties werd versterkt en tot op zekere hoogte werd geharmoniseerd. Europol had in 1999 de additionele bevoegdheid gekregen om valsemunterij te bestrijden[4] en werd in 2005 tevens aangewezen als centraal bureau voor de bestrijding van eurovalsemunterij. Met betrekking tot de strafrechtelijke sancties heeft de Commissie twee verslagen[5] gepubliceerd, waaruit blijkt dat het bovengenoemde kaderbesluit naar behoren wordt geïmplementeerd.

Om de bestrijding van valsemunterij overzichtelijk te houden, alsook een nauwe samenwerking en efficiënte uitwisseling van informatie te bevorderen, zijn in alle lidstaten nationale centrale bureaus (NCB's) opgericht. De ECB en Europol beschikken over databanken en communicatiesystemen. Ten behoeve van de technische analyse van nagemaakte betaalinstrumenten zijn gespecialiseerde entiteiten opgericht in de lidstaten, bij de ECB (bankbiljetten) en bij de Commissie (muntstukken).

Het programma "Pericles" heeft via de uitwisseling van informatie en bevordering van samenwerking een significant aandeel in de resultaten die worden behaald op het gebied van de bescherming van de euro en de bestrijding van valsemunterij. Blijvende waakzaamheid is noodzakelijk om deze resultaten te consolideren en nog te verbeteren. Opleiding en technische bijstand spelen daarbij een belangrijke rol; daarom is er behoefte aan voortzetting van het programma "Pericles".

3. Het evaluatieverslag

Overeenkomstig artikel 13, lid 3, onder a), van het Periclesbesluit is het programma geëvalueerd door de onafhankelijke accountant van het Europees Bureau voor Fraudebestrijding (OLAF), die op 30 november 2004 zijn evaluatieverslag indiende.

Het onderzoek had betrekking op de stukken van 21 Periclesacties, die op initiatief van de lidstaten of de Commissie zijn uitgevoerd tot maart 2004. Aan de hand van vragenlijsten aan organisatoren en deelnemers, alsook van gesprekken met belanghebbenden, is de accountant tot de volgende hoofdconclusies gekomen[6]:

- Het programma heeft bijgedragen tot een groter besef van de communautaire dimensie van de euro en tevens de deelnemers een beter inzicht verschaft in de relevante wet- en regelgeving, in het bijzonder de communautaire en ruimere Europese wetgeving.

- De verschillende vormen van informatie-uitwisseling, werkmethoden/maatregelen zijn aan bod gekomen in de diverse workshops, ontmoetingen en studiedagen.

- De doelgroepen van het programma zijn gedeeltelijk bereikt, vooral politieambtenaren hebben in groot aantal deelgenomen. Er was onvoldoende participatie van de banksector, gespecialiseerde juristen en kamers van koophandel.

- De onderzochte activiteiten waren relevant te noemen en behoorden tot de hoofddoelstellingen van het programma.

- De accountant constateerde dat sommige projecten bijzonder duur waren en lichtte er een aantal specifieke kostenposten uit.

Voor het programma 2006 is rekening gehouden met een aantal aanbevelingen die de beoordelaar heeft gedaan. Met name:

- Het programma dient met nog eens vier jaar te worden verlengd, te kunnen beschikken over ten minste hetzelfde budget (1 miljoen EUR per jaar) en dezelfde maatregelen en doelgroepen te omvatten. Aan het einde van die termijn dient een tweede evaluatie plaats te vinden.

- De klemtoon dient te liggen op praktijkgerichte opleidingen. Uitwisselingen van personeel en specifieke training, onder andere via casestudies, moeten prioriteit krijgen. Deze activiteiten zijn ook de meest kosteneffectieve.

4. De uitvoering van het programma

Op een referentiebedrag voor het programma "Pericles" van 4 miljoen euro voor de periode 2002-2005 en 1 miljoen euro voor 2006, bedroegen de jaarlijkse toewijzingen van kredieten 1,2 miljoen euro in 2002, 0,9 miljoen euro in 2003, 0,9 miljoen euro in 2004, 1 miljoen euro in 2005 en 1 miljoen euro in 2006.

De uitvoering van het programma kwam traag op gang, hoofdzakelijk omdat de goedkeuring pas in december 2001 plaatsvond. Zodoende kon het eerste Periclesproject pas in oktober 2002 worden gerealiseerd en werd in 2002 nauwelijks 40% van de oorspronkelijk toegewezen begrotingskredieten effectief vastgelegd (de toewijzing werd in de loop van het jaar neerwaarts bijgesteld). Daarna kwam het programma op kruissnelheid en in 2004 en 2005 werden voor nagenoeg de volledige toewijzingen betalingsverplichtingen aangegaan. De plannen van de lidstaten laten een volledige uitvoering in 2006 zien.

Volgens deze cijfers/prognoses zullen de vastleggingen over de periode 2002-2006 uitkomen op in totaal 80% van het oorspronkelijke referentiebedrag.

De kerncijfers van de uitvoering van "Pericles" zijn samengebracht in tabel 2.

TABEL 2 | PERICLES - UITVOERING 2002 – 2005 EN VOORUITZICHTEN VOOR 2006 |

LS | 5 |

COM | 2 |

2003 | 16 | PT, IT, DE, ES, FR, FI, EL | Politie, gerecht, financiële sector, handel | 753 | 847 168 | 900 000 | 94.1 % |

LS | 12 |

COM | 4 |

2004 | 15 | AT, FR, DE, EL, IT, ES, PT, | Politie, gerecht, financiële sector, banken | 586 | 774 926 | 900 000 | 86.1% |

LS | 11 |

COM | 4 |

2005 | 12 | FR, DE, IT, ES | Politie, banken, gerecht, financiële sector, handel | 738 | 921 912 | 1 000 000 | 92.1% |

LS | 7 |

COM | 5 |

2006 (vooruitzichten) | 14 | BE, DE, ES, FR, HU, IT, IR, PO | Politie, gerecht, financiële sector, banken | 700 | 980 000 | 1 000 000 | 98.0% |

LS | 13 |

COM | 1 |

TOTAAL (ramingen) | 64 | 3143 | 3 998 911 | 5 000 000 | 80.0% |

LS | 48 |

COM | 16 |

5. Meerwaarde van het programma

Het Periclesprogramma heeft een aanzienlijke meerwaarde opgeleverd voor de bescherming van de euro tegen valsemunterij. Een breed scala van acties, de doelgerichtheid van de acties en het grote aantal deelnemers waren daarvan de tastbare uitingen. De klemtoon lag op de Europese dimensie van de strijd tegen de eurovalsemunterij en , behalve de EU-lidstaten, waren ook een aantal gevoelige regio's het doelwit van de acties. Tot slot heeft het programma "Pericles" in aanzienlijke mate bijgedragen tot een verdere verbetering van de coördinatie en de samenwerking op internationaal, Europees en transnationaal vlak, alsook tot de totstandkoming van stevigere structuren voor de bescherming van de Europese munt.

Een breed scala van acties

Gedurende de eerste vier jaar van uitvoering van het programma zijn 50 projecten gelanceerd. In 2006 staan nog eens 14 acties van de lidstaten en de Commissie op stapel. Van de in totaal 64 projecten zijn er 48 afkomstig van de bevoegde instanties van de lidstaten en 16 van de Commissie/OLAF.

Het merendeel van de acties heeft de vorm van workshops, ontmoetingen en studiedagen, alsook van gespecialiseerde opleidingen. Uitwisseling van personeel heeft echter aan belang gewonnen en behoort nu tot de mainstream van Pericles. Het is waarschijnlijk dat deze categorie activiteiten door de uitbreiding nog belangrijker zal worden, hetgeen ook in overeenstemming is met de aanbevelingen van het evaluatieverslag. In het kader van het lopende programma is slechts één technische studie uitgevoerd, terwijl twee andere in de loop van 2006 worden gerealiseerd. Tabel 3 geeft de indeling naar type maatregel.

TABEL 3 | PERICLES – INDELING NAAR TYPE MAATREGEL 2002 – 2006 |

Begrotingsjaar | Workshop, studiedag | Uitwisseling van personeel | Studies | Totaal |

2002 | 6 | 1 | - | 7 |

2003 | 11 | 4 | 1 | 16 |

2004 | 10 | 5 | - | 15 |

2005 | 8 | 3 | 1 | 12 |

2006 (vooruitzichten) | 9 | 4 | 1 | 15 |

TOTAAL (ramingen) | 44 | 17 | 3 | 64 |

Geselecteerde doelgroepen en deelnemers

Aan deze evenementen namen haast 3150 personen deel. In de eerste programmajaren waren de deelnemers bijna overwegend politieambtenaren, die gewoonlijk niet bij de gemeenschappelijke inspanningen ter voorkoming van eurovalsemunterij waren betrokken. Deze focus weerspiegelt de aanvankelijke prioriteit om hechtere professionele banden te smeden ten behoeve van een efficiëntere bestrijding van de eurovalsemunterij. Het evaluatieverslag (blz. 10 en 11) leert in dat verband dat, tot maart 2004, 65% van de deelnemers afkomstig was van politiediensten. Vanaf 2003 wordt een grotere participatie van gerechtelijke autoriteiten waargenomen, terwijl in 2004 en 2005 de deelneming vanuit de financiële sector (publieke sector, centrale banken van de lidstaten, commerciële banken en overige financiële instellingen) prominenter wordt.

Deze ontwikkeling is in overeenstemming met de aanbevelingen van het evaluatieverslag; terzelfder tijd wordt ook het organiseren van studiebijeenkomsten over meer technische thema's aangemoedigd. Bij het beheer van het programma is ernaar gestreefd overlapping wat de deelnemers betreft te vermijden, en volgens het evaluatieverslag is dat ook gelukt.

De deelnemers aan de acties zijn volgens het evaluatieverslag afkomstig uit 76 verschillende landen, met een meerderheid uit de lidstaten. Voorts wordt gewezen op de lage participatiegraad van sommige landen, waaronder een aantal uit de eurozone. Dat kan meer met organisatorische factoren dan met structurele redenen te maken hebben; er wordt momenteel een inspanning geleverd om de situatie te verhelpen. Wat het organiseren van activiteiten betreft zijn er verschillen tussen de landen: Italië bijvoorbeeld, is verantwoordelijk voor 21% van het totale aantal. Met ingang van 2005 zijn de nieuwe lidstaten begonnen met het organiseren van Periclesacties.

Europese dimensie

Zoals in het evaluatieverslag (blz. 14) eveneens wordt vermeld, bestreken de Periclesacties alle voor de bescherming van de euro relevante gebieden: politie, gerecht, financiële partners, technische aspecten, en bevorderden zij de totstandbrenging van netwerken die de bestrijding van valsemunterij doeltreffender maken. De Europese dimensie van de bescherming van de euro is beklemtoond door de ECB, Europol en andere Europese en internationale organisaties systematisch bij Periclesacties te betrekken. Europol complementeert het optreden van OLAF door mee te werken aan de evaluatie- en implementatiefasen van het programma. Europol werkt met OLAF samen bij het concipiëren en uitvoeren van gespecialiseerde projecten, zoals de "Bitmap"-opleiding; Europol zorgde daarbij voor de inbreng van technische deskundigheid en de Commissie/OLAF voor de infrastructuur en de financiering uit het Periclesbudget. Wat die aspecten van de eurobescherming betreft waarvoor de lidstaten bevoegd zijn, is systematisch een beroep gedaan op de deskundigheid van de respectieve gespecialiseerde diensten.

Geografisch zwaartepunt

De Periclesacties vinden overwegend binnen de EU plaats. Daarnaast is in derde landen of kandidaat-lidstaten een aantal acties georganiseerd die overeenstemden met specifieke behoeften op het gebied van de bescherming van de euro. Bewustmakingsacties waren prioritair voor de kandidaat-lidstaten vóór de toetreding. De identificatie van inzake productie van valse bankbiljetten belangrijke regio's leidde ertoe dat acties werden gefocust op Zuid-Amerika, en in het bijzonder Colombia, en enkele buurlanden van de EU, waaronder Bulgarije en Roemenië.

Rekening houdende met de bestreken geografische gebieden en diverse doelgroepen, is gevolg gegeven aan de in het Periclesbesluit (artikel 3) vervatte eis van een grensoverschrijdende en multidisciplinaire aanpak. Dit laatste aspect is geconcretiseerd door het niveau van deskundigheid te waarborgen en zowel de professionele background van de deelnemers als de inhoud van de acties betreft te verifiëren.

Coördinatie onder Europese instanties en binnen de Commissie

Overeenkomstig artikel 5 van het besluit wordt het programma ten uitvoer gelegd en gecoördineerd in nauwe samenwerking tussen de Commissie en de lidstaten. De coördinatie van de Pericles- en andere opleidingsacties vindt plaats in het kader van de deskundigengroep "eurovalsemunterij" van de Commissie, waarin deskundigen van alle lidstaten en kandidaat-lidstaten samenwerken en waaraan Europol, de ECB en Interpol hun medewerking verlenen. Dit forum garandeert dat de middelen en de inspanningen om de euro te beschermen optimaal worden ingezet. Door de ECB en Europol ondernomen acties inzake opleiding en technische bijstand worden nauw gecoördineerd met Pericles, overeenkomstig de zevende overweging van het Periclesbesluit.

In de praktijk zijn de initiatieven die door de Commissie op communautair niveau en door de lidstaten worden genomen ter bescherming van de euro, thans bijna volledig gecentraliseerd in het kader van Pericles en heeft het programma ook het specifieke begrotingsonderdeel “Bescherming van de euro” van de Commissie grotendeels vervangen. Een klein aantal acties die op de bestrijding van valsemunterij zijn gericht, maakt deel uit van andere programma's van de Gemeenschap, zoals TAIEX en Twinning. Het betreft overwegend acties waarbij één land of één thema betrokken is (waardoor deze niet in aanmerking komen voor Pericles); deze acties worden door de bevoegde dienst van de Commissie, in overleg met de lidstaten, systematisch met Pericles gecoördineerd.

Grotere samenwerking en coördinatie tussen de lidstaten

Dat het programma "Pericles" vruchten afwerpt, blijkt uit de toegenomen doeltreffendheid van de samenwerking tussen wetshandhavingsinstanties en, meer recentelijk, vertegenwoordigers van het gerecht en de financiële sector. Dat geldt in het bijzonder tussen lidstaten, maar ook met toetredingslanden, kandidaat-lidstaten en andere buurlanden. Naast opleidingen en technische bijstand, verschaft het programma eveneens een forum voor regelmatige contacten tussen deskundigen op het gebied van de bescherming van de euro en stelt het professionals op dit gebied in staat om hun contacten te ontwikkelen, leidt tot nauwere werkrelaties en een betere algemene samenwerking. De intense coördinatie van Periclesprojecten met initiatieven van de Gemeenschap en de lidstaten heeft tevens geleid tot de ontwikkeling van meer op de beste werkmethoden gebaseerde en inhoudelijk betere opleidingen. Het resultaat is dat topmensen konden worden ingezet om de best beschikbare deskundigen op te leiden en dat de inhoud van alle acties op het doelpubliek en het bereiken van bijzondere doelen is afgestemd.

Structurele verbeteringen

De Periclesacties hebben niet alleen de gevoeligheid voor en de kennis van de problematiek vergroot, maar in aanzienlijke mate ook tot bepaalde, o.a. structurele verbeteringen in de lidstaten en in derde landen geleid. Zo zijn in diverse landen nationale centrale bureaus voor de bestrijding van valsemunterij opgericht; er zijn twee Pericles-studiedagen georganiseerd om de (toenmalige) toetredende landen te helpen bij hun inspanningen om het communautair acquis op dit specifieke gebied in praktijk te brengen; er is een gedragscode opgesteld inzake pers en voorlichting; één van de workshops heeft geresulteerd in een voorstel van de lidstaten voor een aanbeveling van de Raad.

TOELICHTING

Het communautair programma "Pericles" inzake uitwisselingen, bijstand en opleiding voor de bescherming van de euro tegen valsemunterij is vastgesteld bij Besluit 2001/923/EG van de Raad van 17 december 2001; het is erop gericht de maatregelen die de lidstaten nemen of die vervat zijn in bestaande programma's ter bestrijding van valsemunterij, te ondersteunen en aan te vullen. Op grond van het Pericles-evaluatieverslag van 30 november 2004 wordt thans voorgesteld om de geldigheidsduur van het Besluit van de Raad van 17 december 2001 te verlengen tot en met 31 december 2013.

Een eerste verlenging tot 2006

De geldigheidsduur van het oorspronkelijke Periclesbesluit was 1 januari 2002 tot en met 31 december 2005. Op 8 april 2005 diende de Commissie een voorstel in om het programma aan te passen en het te verlengen met ingang van 1 januari 2006 tot en met 31 december 2011 (COM(2005) 127 def). Op grond van het evaluatieverslag van 30 november 2004 keurde de Raad een verlenging goed.

De vastgestelde datum was 31 december 2006 omdat er op het moment van de besprekingen geen financiële vooruitzichten voor de periode na 2006 beschikbaar waren.

Voorgestelde verdere verlenging en financiering

Het in de Raad bereikte akkoord houdt een verlenging van het programma met een aantal jaren in, tot en met 2011 zoals de Commissie indertijd had voorgesteld. In het bijzonder verklaarde de Raad op zijn vergadering van 30 januari 2006 het volgende: "de Raad is van oordeel dat het programma "Pericles" een meerjarig karakter heeft en dat het tot 2011 moet worden verlengd. Daartoe verzoekt hij de Commissie, zodra overeenstemming is bereikt over het toekomstige financiële kader 2007-2013, een voorstel tot verlenging van het programma "Pericles" in te dienen voor de periode die ingaat in 2007"[7].

Meer in het bijzonder zag de Raad de volgende gronden om het programma te verlengen en uit te breiden:

- waakzaam te blijven opdat het aantal nagemaakte eurobiljetten gelijk blijft of wordt teruggedrongen en een toename van het aantal nagemaakte euromuntstukken die het vertrouwen van het publiek zou aantasten, wordt voorkomen;

- nieuw personeel op te leiden/voor te lichten en de opleidingen uit te breiden tot groepen die minder profijt hebben gehad van het programma, zoals financiële operatoren, openbare aanklagers en technisch personeel;

- het betrokken personeel op te leiden wat betreft de kenmerken van de nieuwe generatie eurobiljetten, die eind dit decennium in omloop zal worden gebracht;

- in het bijzonder intensief werk te maken van opleiding en technische bijstand in de nieuwe lidstaten, met voorrang voor die welke als eerste de euro als eenheidsmunt zullen introduceren.

Er is duidelijk behoefte aan voortdurende opleiding en technische bijstand inzake de bescherming van de euro. De reden daarvoor is dat een aantal lidstaten waarschijnlijk tot de eurozone zal toetreden en dat de deskundigheid bij de bevoegde diensten continu moet worden geactualiseerd.

Op de Europese Raad van 15-16 december 2005 werd een akkoord bereikt over het financieel kader voor de periode 2007-2013[8].

Het is vaste praktijk om de duur van door de Gemeenschap gefinancierde programma's gelijk te laten lopen met die van de financiële vooruitzichten. Dit draagt ertoe bij de goedkeuring van programma's te vergemakkelijken en voorkomt procedures om "gaten" in de programmering op te vullen.

In het licht daarvan wordt voorgesteld het programma "Pericles" met nog eens zeven jaar te verlengen tot eind 2013 en er een constant jaarlijks budget van één miljoen euro aan toe te kennen, zijnde 7 miljoen euro in totaal.

Voorgestelde wijzigingen

In concreto worden de volgende wijzigingen van het Periclesbesluit voorgesteld:

- in artikel 1, lid 2: 31 december 2013 als nieuwe einddatum van de geldigheidsduur;

- in artikel 6: een referentiebedrag van 7 miljoen EUR.

Rekening houdende met de verlenging, wordt voorgesteld de termijnen in artikel 13, lid 3, als volgt te wijzigen:

- onder a), “30 juni 2005” vervangen door “30 juni 2013”;

- onder b), een nieuwe termijn van 30 juni 2014 vast te stellen.

In artikel 15, wordt de datum waarop het besluit van toepassing wordt, vastgesteld op 1 januari 2007.

2006/0078 (CNS)

Voorstel voor een

BESLUIT VAN DE RAAD

tot wijziging en uitbreiding van de werking van Besluit 2001/923/EG tot vaststelling van een actieprogramma inzake uitwisselingen, bijstand en opleiding voor de bescherming van de euro tegen valsemunterij (programma "Pericles")

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 123, lid 4, derde zin,

Gezien het voorstel van de Commissie[9],

Gezien het advies van het Europees Parlement[10],

Gezien het advies van de Europese Centrale Bank[11],

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Overeenkomstig artikel 13, lid 3, onder a), van Besluit 2001/923/EG van de Raad[12] dient de Commissie "uiterlijk op 30 juni 2005, een ten aanzien van de programmabeheerder onafhankelijk extern evaluatieverslag over de deugdelijkheid, de doeltreffendheid en de uitwerking van het programma en een mededeling over de wenselijkheid om dit programma voort te zetten en aan te passen, vergezeld van een passend voorstel" bij het Europees Parlement en de Raad in.

(2) Het bij artikel 13 van dat besluit vereiste evaluatieverslag is op 30 november 2004 verschenen. De conclusies daarvan luiden dat het programma zijn doelstellingen heeft bereikt en dat het aanbeveling verdient het programma te verlengen.

(3) In dit besluit wordt een referentiebedrag in de zin van punt 34 van het interinstitutioneel akkoord van 6 mei 1999 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie over de begrotingsdiscipline en de verbetering van de begrotingsprocedure[13] opgenomen voor de gehele looptijd van het programma, met dien verstande dat de in het Verdrag vastgestelde bevoegdheden van de begrotingsautoriteit onverlet worden gelaten.

(4) Met de voortzetting van het programma wordt tegemoet gekomen aan de behoefte om de waakzaamheid, de opleidingen en de technische bijstand op een peil te handhaven dat de bescherming van de euro tegen valsemunterij verzekert, door een stabiel kader te scheppen voor de planning van de programma's van de lidstaten, in het bijzonder gedurende een periode waarin nieuwe landen aan de euro zullen deelnemen.

(5) In het licht daarvan diende de Commissie op 8 april 2005 een voorstel[14] in om het programma "Pericles" te verlengen tot en met 31 december 2011.

(6) In het kader van de definitieve goedkeuring van de financiële vooruitzichten 2007-2013 besloot de Raad om Pericles tot eind 2006 te verlengen.

(7) In de conclusies van 30 januari 2006 werd de Raad het erover eens dat "Pericles een meerjarig karakter heeft en dat het tot 2011 moet worden verlengd". Daartoe verzocht hij de Commissie, "zodra overeenstemming is bereikt over het toekomstige financiële kader 2007-2013, een voorstel tot verlenging van het programma "Pericles" in te dienen voor de periode die ingaat in 2007".

(8) Het is passend dat de programma's van de Gemeenschap consistent zijn met de financiële vooruitzichten van de Gemeenschap.

(9) Gelet op de behoefte aan voortdurende opleiding en technische bijstand inzake de bescherming van de euro, dient het programma "Pericles" te worden verlengd tot en met 31 december 2013. Besluit 2001/923/EG moet dan ook dienovereenkomstig worden gewijzigd,

BESLUIT:

Artikel 1 Wijzigingen

Besluit 2001/923/EG wordt als volgt gewijzigd:

(1) De laatste zin van artikel 1, lid 2, wordt vervangen door:

"Het programma geldt voor de periode van 1 januari 2002 tot en met 31 december 2013."

(2) In artikel 6 wordt na de tweede alinea de volgende alinea ingevoegd:

"Het financieel referentiebedrag voor de uitvoering van het gemeenschappelijk actieprogramma voor de periode van 1 januari 2007 tot en met 31 december 2013 is 7 miljoen euro."

(3) Artikel 13, lid 3, wordt als volgt gewijzigd:

a) onder a), wordt de datum “30 juni 2005” vervangen door “30 juni 2013”.

b) de tekst onder b), wordt vervangen door

“b) na de uitvoering van het programma en uiterlijk op 30 juni 2006 en 2014 respectievelijk, een gedetailleerd verslag over de uitvoering en de resultaten van het programma, en met name over de toegevoegde waarde van de financiële bijstand van de Gemeenschap.".

Artikel 2 Toepassing

Dit besluit is van kracht in de lidstaten genoemd in artikel 1, eerste streepje, van Verordening (EG) nr. 974/98 van de Raad van 3 mei 1998 over de invoering van de euro [15].

Artikel 3 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op de dag van zijn bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie .

Het is van toepassing met ingang van 1 januari 2007.

Gedaan te Brussel,

Voor de Raad

De Voorzitter

2006/0079 (CNS)

Voorstel voor een

BESLUIT VAN DE RAAD

waarbij de toepassing van Besluit 2006/…/EG tot wijziging en uitbreiding van de werking van Besluit 2001/923/EG tot vaststelling van een actieprogramma inzake uitwisselingen, bijstand en opleiding voor de bescherming van de euro tegen valsemunterij (programma "Pericles") wordt uitgebreid tot de niet-deelnemende lidstaten

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 308,

Gezien het voorstel van de Commissie[16],

Gezien het advies van het Europees Parlement[17],

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Bij de goedkeuring van Besluit 2006/…/EG[18] bepaalde de Raad dat dit besluit van toepassing was in de deelnemende lidstaten genoemd in artikel 1, eerste streepje, van Verordening (EG) nr. 974/98 van de Raad van 3 mei 1998 over de invoering van de euro[19].

(2) De uitwisselingen van informatie en personeel en de maatregelen op het gebied van bijstand en opleiding die in het kader van het programma "Pericles" ten uitvoer worden gelegd, dienen evenwel in de gehele Gemeenschap een uniform karakter te hebben; daarom dienen de nodige bepalingen te worden aangenomen om hetzelfde beschermingsniveau voor de euro te garanderen in de lidstaten waar de euro niet de officiële munteenheid is,

BESLUIT:

Artikel 1

De werking van Besluit 2006/…/EG wordt uitgebreid tot de andere lidstaten dan de deelnemende lidstaten genoemd in artikel 1, eerste streepje, van Verordening (EG) nr. 974/98 van de Raad.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de dag van zijn bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie .

Gedaan te Brussel,

Voor de Raad

De Voorzitter

BIJLAGE

FINANCIEEL MEMORANDUM

1. BENAMING VAN HET VOORSTEL

Besluit van de Raad houdende verlenging van het Besluit van de Raad van 17 december 2001 tot vaststelling van een actieprogramma inzake uitwisselingen, bijstand en opleiding voor de bescherming van de euro tegen valsemunterij (programma "Pericles"), laatstelijk gewijzigd en uitgebreid bij Besluit 2006/75/EG van de Raad

2. ABM/ABB-KADER

Betrokken beleidsterrein(en) en bijbehorende activiteit(en): Fraudebestrijding

3. BEGROTINGSONDERDELEN

3.1. Begrotingsonderdelen (beleidsuitgaven en bijbehorende uitgaven voor technische en administratieve bijstand (vroegere BA-onderdelen)) inclusief omschrijving:

24 02 02 Pericles

3.2. Duur van de actie en van de financiële gevolgen:

Van 1 januari 2007 tot en met 31 december 2013

3.3. Begrotingskenmerken (voeg zo nodig rijen toe):

Begrotings-onderdeel | Soort uitgave | Nieuw | Bijdrage EVA | Bijdragen kandidaat-lidstaten | Rubriek financiële vooruitzichten |

24 02 02 | NVU | Gesplitste kredieten | Nee | Nee | Nee | 1a |

4. OVERZICHT VAN DE MIDDELEN

4.1. Financiële middelen

4.1.1. Overzicht van de vastleggingskredieten (VK) en betalingskredieten (BK)

in miljoen euro (tot op 3 decimalen)

TOTAAL REFERENTIEBEDRAG |

20% lidstaat | f | 0,324 | 0,324 | 0,324 | 0,324 | 0,324 | 0,324 | 0,324 | 2,268 |

TOTAAL VK inclusief medefinanciering | a+c+d+e+f | 1,621 | 1,621 | 1,621 | 1,621 | 1,621 | 1,621 | 1,621 | 11,347 |

4.1.2. Verenigbaarheid met de financiële programmering

( Het voorstel is verenigbaar met de bestaande financiële programmering voor de gehele uitvoeringsperiode.

4.1.3. Financiële gevolgen voor de ontvangsten

( Het voorstel heeft geen financiële gevolgen voor de ontvangsten

5. KENMERKEN EN DOELSTELLINGEN

Gegevens over de context van het voorstel moeten in de toelichting worden verstrekt. Geef in dit deel van het financieel memorandum de volgende aanvullende informatie:

5.1. Behoefte waarin op korte of lange termijn moet worden voorzien: Voortzetting van de faciliteit voor opleiding en technische bijstand voor de bescherming van de euro; scheppen van een kader voor de planning van de lidstaten op middellange termijn.

5.2. Meerwaarde van het communautaire optreden, samenhang van het voorstel met andere financiële instrumenten en mogelijke synergie : beklemtoning van de communautaire dimensie van de bescherming van de euro; versterking van de samenwerking en van het bewustzijn van het belang van de bescherming van de euro tegen valsemunterij.

5.3. Doelstellingen, verwachte resultaten en bijbehorende indicatoren van het voorstel in de context van het ABM : het huidige peil van de opleidingen en technische bijstand in de vorm van Periclesacties handhaven.

5.4. Wijze van uitvoering (indicatief)

Voor de uitvoering van de actie gekozen methode(n) [22] :

( Gecentraliseerd beheer

( rechtstreeks door de Commissie

6. TOEZICHT EN EVALUATIE

6.1. Toezicht

De Commissie volgt de Periclesprojecten van nabij en analyseert periodiek de uitvoering van het programma.

6.2. Evaluatie

6.2.1. Evaluatie vooraf

Het voorstel tot verlenging van Pericles is gebaseerd op de evaluatie van de eerste jaren van uitvoering van het programma. Een samenvatting daarvan is te vinden in paragraaf 3 van de mededeling (blz. 4). In het bijzonder deed de beoordelaar de volgende aanbevelingen: het programma moet gedurende ten minste 4 jaar met hetzelfde budget (1 miljoen euro per jaar) worden voortgezet; er moet voorrang worden gegeven aan de lidstaten met een geringe participatiegraad, die welke in het kader van het eerste programma geen acties hebben georganiseerd en de nieuwe lidstaten. De klemtoon dient te liggen op praktijkgerichte opleidingen. Uitwisselingen van personeel en specifieke training, onder andere via casestudies, moeten prioriteit krijgen. De samenwerking tussen de Europese instellingen/organen (Commissie/OLAF, ECB en Europol) moet verder worden ontwikkeld. Om een effectbeoordeling van het programma mogelijk te maken, onder andere wat betreft de convergentie van opleidingen voor opleiders op hoog niveau, adviseert de accountant om een strategiedocument op te stellen voordat het nieuwe Pericles van start gaat.

Individuele projecten worden achteraf beoordeeld door het Pericles-evaluatiecomité (Commissie).

6.2.2. Naar aanleiding van een tussentijdse evaluatie of evaluatie achteraf genomen maatregelen (ervaring die bij soortgelijke activiteiten in het verleden is opgedaan)

Het voorstel tot verlenging van Pericles houdt rekening met de conclusies van de accountant/programmebeoordelaar (paragraaf 3, blz. 4), met name:

- Het programma heeft bijgedragen tot een groter besef van de communautaire dimensie van de euro en tevens de deelnemers een beter inzicht verschaft in de relevante wet- en regelgeving, in het bijzonder de communautaire en ruimere Europese wetgeving.

- De verschillende vormen van informatie-uitwisseling, werkmethoden/maatregelen zijn aan bod gekomen in de diverse workshops, ontmoetingen en studiedagen.

- De doelgroepen van het programma zijn gedeeltelijk bereikt, vooral politieambtenaren hebben in groot aantal deelgenomen. Er was onvoldoende participatie van de banksector, gespecialiseerde juristen en kamers van koophandel.

- De onderzochte activiteiten waren relevant te noemen en behoorden tot de hoofddoelstellingen van het programma.

- De accountant constateerde dat sommige projecten bijzonder duur waren en lichtte er een aantal specifieke kostenposten uit.

De begunstigden van geselecteerde individuele projecten dienen bij de Commissie een eindverslag en een financieel verslag in. De Commissie analyseert de verslagen en velt, mede op grond van haar eigen participatie, een oordeel over de wijze van uitvoering en de impact van de acties teneinde na te gaan of de beoogde doelen zijn bereikt.

6.2.3. Vorm en frequentie van toekomstige evaluaties Het programma zal in 2013 aan een onafhankelijke evaluatie worden onderworpen en uiterlijk juni 2014 zal een uitvoerig uitvoeringsverslag aan de Raad en het Europees Parlement worden toegezonden.

7. FRAUDEBESTRIJDINGSMAATREGELEN

Zorgvuldig onderzoek door het evaluatiecomité, bespreking binnen de bevoegde groep van de Commissie en financiële analyse vormen een garantie tegen fraude. Bovendien zijn de begunstigden overheidsorganen, gewoonlijk wetshandhavingsdiensten, wat de waarschijnlijkheid van fraude verkleint.

De Commissie kan tevens controles en verificaties ter plaatse verrichten overeenkomstig Verordening (Euratom, EG) nr. 2185/96[23]. Waar zulks nodig is wordt een onderzoek ingesteld door het Europees fraudebestrijdingsbureau (OLAF), overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1073/1999 van de Raad en het Europees Parlement[24].

De begunstigden van een subsidie houden alle bewijsstukken, inclusief het gecontroleerde financieel memorandum, betreffende de uitgaven gedurende een periode van vijf jaar na de laatste betaling, ter beschikking van de Commissie. Zij zorgen er in voorkomend geval voor dat bewijsstukken die in het bezit zijn van partners of leden, ter inzage van de Commissie worden gesteld.

8 MIDDELEN 8.1. Financiële kosten van de doelstellingen van het voorstel

Vastleggingskredieten, miljoen euro (tot op 3 decimalen)

TOTAAL | 2,5 | 2,5 | 2,5 | 2,5 | 2,5 | 2,5 | 2,5 |

De behoeften aan personele en administratieve middelen zullen worden gedekt uit de toewijzing voor de dienst die met het beheer is belast, in het kader van de jaarlijkse toewijzingsprocedure.

8.2.2. Omschrijving van de taken die uit de actie voortvloeien

Beoordeling van de aanvragen: beheer van het evaluatiecomité, contacten met aanvragers; deelneming aan evenementen.

Coördinatie: permanent toezicht op de uitvoering van Pericles; presentaties voor de betrokken groepen (lidstaten, ECB, Europol); bijdrage aan de voorbereiding van projecten.

Voorbereiding en uitvoering van de Periclesacties op initiatief van de Commissie.

8.2.3. Herkomst van het (statutaire) personeel

(Wanneer meer dan een bron wordt vermeld, geef dan het aantal posten per bron)

( Posten die momenteel zijn toegewezen aan het beheer van het te vervangen of te verlengen programma

8.2.4. Andere administratieve uitgaven binnen het referentiebedrag (XX 01 04/05 – Uitgaven voor administratief beheer)

in miljoen euro (tot op 3 decimalen)

Ambtenaren en tijdelijk personeel (A3 01 01) | 0,162 | 0,162 | 0,162 | 0,162 | 0,162 | 0,162 | 0,162 |

Uit art. A3 01 02 gefinancierd personeel (hulpfunctionarissen, gedetacheerde nationale deskundigen, personeel op contractbasis, enz.) (vermeld begrotingsonderdeel) | 0,045 | 0,045 | 0,045 | 0,045 | 0,045 | 0,045 | 0,045 |

Totaal Personeelsuitgaven en aanverwante uitgaven die NIET in het referentiebedrag zijn begrepen | 0,207 | 0,207 | 0,207 | 0,207 | 0,207 | 0,207 | 0,207 |

Berekening – Ambtenaren en tijdelijke functionarissen

Verwijs zo nodig naar punt 8.2.1

0,25A x 108.000 € +1B x 108.000 + 0,25C x 108.000 = 162.000

Berekening – Uit artikel A3 01 02 gefinancierd personeel

Verwijs zo nodig naar punt 8.2.1

1 GND x 45.000

|

2007 |

2008 |

2009 |

2010 |

2011 |

2012 |

2013 |TOTAAL | |XX 01 02 11 01 – Dienstreizen |0,030 |0,030 |0,030 |0,030 |0,030 |0,030 |0,030 |0,210 | |XX 01 02 11 02 – Conferenties en vergaderingen | | | | | | | | | |XX 01 02 11 03 – Comités |0,060 |0,060 |0,060 |0,060 |0,060 |0,060 |0,060 |0,420 | |XX 01 02 11 04 – Studies en adviezen | | | | | | | | | |XX 01 02 11 05 - Informatiesystemen | | | | | | | | | | 2 Totaal Andere beheersuitgaven (A3 01 02 11) |0,090 |0,090 |0,090 |0,090 |0,090 |0,090 |0,090 |0,630 | | Totale andere administratieve uitgaven die NIET in het referentiebedrag zijn begrepen |0,090 |0,090 |0,090 |0,090 |0,090 |0,090 |0,090 |0,630 | |Berekening - Andere administratieve uitgaven die niet in het referentiebedrag zijn begrepen

20 dienstreizen x 1500 EUR en 4 bijeenkomsten x 15 000 EUR

[1] Mededeling van de Commissie van 22 juli 1998 aan de Raad, het Europees Parlement en de ECB, getiteld "Bescherming van de euro – bestrijding van valsemunterij", COM(98) 474def.

[2] Verordening (EG) nr. 1338/2001 van de Raad van 28 juni 2001 tot vaststelling van maatregelen die noodzakelijk zijn voor de bescherming van de euro tegen valsemunterij, en Verordening (EG) nr. 1339/2001 van de Raad van 28 juni 2001 houdende uitbreiding van de werking van Verordening (EG) nr. 1338/2001 tot de lidstaten die de euro niet als munteenheid hebben aangenomen, PB L 181 van 4.7.2001.

[3] Kaderbesluit van de Raad van 29 mei 2000 tot versterking, door middel van strafrechtelijke en andere sancties, van de bescherming tegen valsemunterij in verband met het in omloop brengen van de euro, PB L 140 van 29.5.2000.

[4] Besluit van de Raad van 29 april 1999 waarbij het mandaat van Europol wordt uitgebreid tot de bestrijding van valsemunterij en de vervalsing van betaalmiddelen, PB C 149 van 28.5.1999.

[5] Verslag van de Commissie COM(2001) 771 van 13.12.2001 en Tweede verslag van de Commissie COM(2003) 532 van 3.9.2003.

[6] Evaluatieverslag, blz. 4, 21, 22 en 23.

[7] Conclusies van de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen van 30 januari 2006, blz. 11.

[8] (Doc. 15915/05)

[9] PB C […] van […], blz. […].

[10] PB C […] van […], blz. […].

[11] PB C […] van […], blz. […].

[12] PB L 339 van 21.12.2001, blz. 50. Besluit gewijzigd bij Besluit 2006/75/EG (PB L 36 van 8.2.2006, blz. 40).

[13] PB L 172 van 18.6.1999, blz. 1.

[14] COM(2005) 0127 def.

[15] PB L 139 van 11.05.98, blz. 1. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2169/2005 (PB L 346 van 29.12.2005, blz. 1).

[16] PB C […] van […], blz. […].

[17] PB C […] van […], blz. […].

[18] Zie bladzijde … van dit Publicatieblad.

[19] PB L 139 van 11.5.1998, blz.1.

[20] Uitgaven die niet onder hoofdstuk xx 01 van de betrokken titel xx vallen.

[21] Uitgaven in het kader van artikel xx 01 04 van titel xx.

[22] Verstrek, indien meer dan een methode wordt aangekruist, extra informatie onder Opmerkingen.

[23] PB L 292 van 15.11.1996, blz. 2.

[24] PB L 136 van 31.5.1999, blz. 1.

[25] Waarvan de kosten NIET door het referentiebedrag worden gedekt.

[26] Waarvan de kosten NIET door het referentiebedrag worden gedekt.

Top