Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52005SC1226

    Voorontwerp van gewijzigde begroting nr. 8 bij de algemene begroting voor 2005 - Staat van ontvangsten en uitgaven per afdeling - Afdeling III - Commissie

    /* SEC/2005/1226 def. */

    52005SC1226

    Voorontwerp van gewijzigde begroting nr. 8 bij de algemene begroting voor 2005 - Staat van ontvangsten en uitgaven per afdeling - Afdeling III - Commissie /* SEC/2005/1226 def. */


    [pic] | COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN |

    Brussel, 5.10.2005

    SEC(2005) 1226 definitief

    VOORONTWERP VAN GEWIJZIGDE BEGROTING nr. 8 BIJ DE ALGEMENE BEGROTING VOOR 2005

    STAAT VAN ONTVANGSTEN EN UITGAVEN PER AFDELINGAfdeling III - Commissie

    (door de Commissie ingediend)

    VOORONTWERP VAN GEWIJZIGDE BEGROTING nr. 8 BIJ DE ALGEMENE BEGROTING VOOR 2005

    STAAT VAN ONTVANGSTEN EN UITGAVEN PER AFDELING Afdeling III - Commissie

    Gelet op:

    - het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 272,

    - het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name op artikel 177,

    - Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen[1], en met name op artikel 37,

    dient de Europese Commissie, om de in de toelichting vermelde uitzonderlijke redenen, bij de begrotingsautoriteit het voorontwerp van gewijzigde begroting nr. 8 bij de begroting 2005 in.

    INHOUDSOPGAVE

    1. Inleiding 4

    2. Hogere ramingen van de ontvangsten 4

    2.1. Herziene ramingen van het BTW- en het BNI-saldo 4

    2.2. Overige ontvangsten 4

    2.2.1. Terugbetaling van niet-gebruikte communautaire bijstand 4

    2.2.2. Achterstandsrente en geldboeten 5

    3. Rubriek 2: hogere betalingskredieten voor de structuurfondsen 5

    4. Wijziging van de toelichting bij begrotingsonderdeel 17 04 02 7

    OVERZICHTSTABEL PER RUBRIEK VAN DE FINANCIËLE VOORUITZICHTEN 9

    STAAT VAN ONTVANGSTEN EN UITGAVEN PER AFDELING

    Omdat de in de toelichting bij dit voorontwerp van begroting opgenomen cijfers over de eigen middelen (het BTW- en het BNI-saldo) nog een voorlopig karakter hebben, stelt de Commissie voor om de definitieve cijfers en de algemene staat van ontvangsten te presenteren in een ontwerp-nota van wijzigingen, die in een latere fase van de procedure zal worden ingediend.

    TOELICHTING

    1. INLEIDING

    De Commissie komt met dit voorontwerp van gewijzigde begroting nr. 8 voor 2005 in verband met de volgende uitzonderlijke omstandigheden:

    - met name in verband met een herziene raming van het BTW- en het BNI-saldo (2,6 miljard EUR) is een buitengewoon sterke opwaartse bijstelling van de geraamde ontvangsten in de begroting noodzakelijk;

    - bij de meeste begrotingsonderdelen van rubriek 2 moeten de betalingskredieten worden verhoogd (650 miljoen EUR). Daarbij is al rekening gehouden met herschikkingen uit andere rubrieken in het kader van de globale overschrijving.

    Daarnaast stelt de Commissie voor om de toelichting bij begrotingsonderdeel 17 04 02 – Andere maatregelen op veterinair gebied, op het gebied van dierenwelzijn en van de volksgezondheid – te wijzigen en Verordening (EG) nr. 178/2002 als rechtsgrond aan dit onderdeel toe te voegen.

    2. HOGERE RAMINGEN VAN DE ONTVANGSTEN

    2.1. Herziene ramingen van het BTW- en het BNI-saldo

    Overeenkomstig artikel 16 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 van 22 mei 2000 stelt de Commissie voor om de ramingen van het BTW- en het BNI-saldo op basis van de beschikbare informatie te herzien en deze te verhogen met 2,6 miljard EUR. Deze wijzigingen betreffen de hoofdstukken 31 en 32 van de ontvangstenzijde van de begroting.

    Op dit moment hebben deze berekeningen evenwel nog een zeer voorlopig karakter omdat de definitieve gegevens over het BNI van de lidstaten nog niet zijn bevestigd.

    Daarom stelt de Commissie voor om de exacte bedragen voor de ontvangstenzijde en de wijzigingen in de algemene staat van ontvangsten in een latere fase van de procedure te presenteren in een nota van wijzigingen[2].

    2.2. Overige ontvangsten

    2.2.1. Terugbetaling van niet-gebruikte communautaire bijstand

    Als rekening wordt gehouden met de ontvangen bedragen bij de onderdelen 6150 en 6157 en ervan wordt uitgegaan dat deze bedragen dit jaar niet worden gebruikt om de kredieten opnieuw beschikbaar te stellen, wordt voorgesteld om een bedrag van 360 miljoen EUR in de begroting op te nemen.

    2.2.2. Achterstandsrente en geldboeten

    De hoofdstukken 70 en 71 van de algemene staat van ontvangsten betreffen de achterstandsrente en geldboeten. Een bedrag van 118 miljoen EUR was al in de begroting 2005 opgenomen. Gezien de bedragen die dit jaar al zijn ontvangen of waarschijnlijk worden ontvangen, wordt voorgesteld om een extra bedrag van 200 miljoen EUR te boeken.

    3. RUBRIEK 2: HOGERE BETALINGSKREDIETEN VOOR DE STRUCTUURFONDSEN

    1. De begroting 2005 is vastgesteld met bij rubriek 2 een bedrag aan betalingskredieten dat in vergelijking met het voorstel van de Commissie drie miljard EUR lager is uitgevallen. Tegelijk is een verklaring over de betalingskredieten van deze rubriek afgegeven: "Indien de besteding van de betalingskredieten voor de structuurfondsen einde juli boven de 40% uitstijgt of de Commissie op een andere manier overtuigd raakt van een tekort aan betalingskredieten, zal zij, na te hebben onderzocht of binnen de hele begroting, inclusief rubriek 2, betalingskredieten kunnen worden herschikt en na de mogelijkheid van extra inkomsten te hebben overwogen, zo snel mogelijk een VOGB indienen bij de begrotingsautoriteit . Het Europees Parlement en de Raad zullen in één enkele lezing een besluit nemen over dit VOGB, zodat de benodigde extra kredieten ten laatste in november 2005 beschikbaar zijn. Dit VOGB, dat in één lezing moet worden voorgesteld en aangenomen, is uitsluitend bestemd voor de onder rubriek 2 benodigde kredieten" .

    2. De in de verklaring genoemde drempel van 40% is eind mei overschreden. Toen was namelijk al 42% van de beschikbare kredieten voor de structuurfondsen gebruikt. Omdat de bestedingen sinds april afvlakken, heeft de Commissie evenwel besloten te wachten totdat zij in september een beter beeld heeft van de extra inkomsten en van de herschikkingsmogelijkheden bij alle begrotingsrubrieken, en de bestedingen nog een aantal maanden te volgen om solidere ramingen te kunnen opstellen voor de eindejaarsresultaten.

    3. Uit het onderzoek naar de bestedingen tot eind augustus en uit de resulterende prognoses voor het eind van het jaar blijkt dat de betalingskredieten in rubriek 2 met 1,04 miljard EUR moeten worden verhoogd.

    4. Er is een aparte evaluatie verricht voor elk van de drie voornaamste onderdelen van rubriek 2: de structuurfondsenprogramma´s 2000-2006 voor de EU-25, de afsluiting van de structuurfondsenprogramma´s van voor 2000 voor de EU-15 en het Cohesiefonds. De conclusies van deze analyse worden hieronder geschetst.

    5. Bij de structuurfondsenprogramma´s 2000-2006 voor de EU-25 zijn de betalingen tot eind augustus uitgekomen op 16,795 miljard EUR. In de begroting is een bedrag van 28,386 miljard EUR beschikbaar. Geraamd wordt dat eind van het jaar 29,593 miljard EUR is besteed. Er is dus 1,207 miljard EUR extra nodig, en wel voor het Europees Sociaal Fonds (ESF) en het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL), afdeling Oriëntatie, waar dit jaar sprake is van zeer forse betalingen. Het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) en het Financieringsinstrument voor de Oriëntatie van de Visserij (FIOV) hoeven niet te worden aangevuld. Bij het FIOV kan nog een kleine herschikking plaatsvinden.De door de Commissie geraamde bestedingen aan het eind van het jaar liggen dus ver onder de prognoses van de lidstaten. Volgens de lidstaten zouden deze uitkomen op bijna 38 miljard EUR. Dit is duidelijk in tegenspraak met de stand tot nu toe. In het kader van de programma´s ten behoeve van de EU-10 is tot dusver een miljard EUR uitbetaald, voornamelijk in verband met de automatische voorschotten. Er zijn bijna geen verzoeken om tussentijdse betaling ontvangen. Voordat alle middelen voor deze programma´s, waarvoor ingevolge de Kopenhagen-overeenkomst 3,093 miljard EUR is uitgetrokken, volledig zijn besteed, moet nog een aanzienlijk beroep worden gedaan op tussentijdse betalingen.

    6. In het kader van de afsluiting van de programma´s van voor 2000 is tot eind augustus 556 miljoen EUR uitgekeerd. Momenteel is er nog voor 967 miljoen EUR aan kredieten beschikbaar. Op basis van een analyse van de dossiers die voldoen aan de voorwaarden om eind van het jaar te kunnen worden afgesloten, wordt de behoefte voor het gehele jaar geraamd op 1,2 miljard EUR. Er is derhalve nog 233 miljoen EUR extra nodig.

    7. Ten slotte kwamen de betalingen bij het Cohesiefonds tot eind augustus uit op 1,167 miljard EUR. Er is voor een bedrag van 3,146 miljard EUR aan kredieten beschikbaar. Op grond van de eindejaarsraming van de Commissie (2,746 miljard EUR) rest er een overschot van 400 miljoen EUR, dat in het kader van dit VOGB zal worden herschikt. Deze op de huidige bestedingen gebaseerde raming van de Commissie ligt dus ook ver onder de betalingsprognoses van de lidstaten, die uitgaan van 4,2 miljard EUR.

    8. Een groot deel van de begroting voor de EU-10 moet nog worden uitgevoerd. De uitvoering van de programma´s voor de EU-15 is evenmin bij alle fondsen even ver gevorderd. Daar kan evenwel vóór 31 oktober, de voorgeschreven termijn voor de indiening van betalingsverzoeken voor dit jaar, verandering in komen. De Commissie zal de bestedingen nauwlettend blijven volgen en vóór eind oktober een eindevaluatie verrichten van de betalingsverzoeken die van de lidstaten zijn ontvangen. De Commissie kan haar verzoek dus in de loop van deze VOGB-procedure nog herzien. Alleen met deze aanpak kunnen gelijktijdig twee belangrijke, maar wel conflicterende doelstellingen worden verwezenlijkt: 1. ervoor zorgen dat er voldoende middelen beschikbaar zijn voor alle ontvangen betalingsverzoeken; 2. overschotten aan het eind van het jaar zoveel mogelijk voorkomen. Daarom verzoekt de Commissie de begrotingsautoriteit haar procedure ten aanzien van dit VOGB zodanig te plannen dat de hier voorgestelde wijzigingen begin november eventueel nog kunnen worden bijgesteld.

    9. Van de 1,04 miljard EUR die extra nodig zijn voor de onderdelen van rubriek 2, kan 390 miljoen EUR uit een herschikking van andere rubrieken in het kader van de globale overschrijving worden gebruikt om EOGFL-rubriek 05 04 02 01 met 190 miljoen EUR en ESF-rubriek 04 02 06 met 200 miljoen EUR te verhogen.

    10. Daarmee loopt het bedrag dat nog extra nodig is voor rubriek 2, terug tot 650 miljoen EUR.

    11. De volgende tabel geeft een overzicht van de wijzigingen die in het kader van dit VOGB worden voorgesteld voor rubriek 2.

    Bedrag in EUR

    NUMMER BEGROTINGSONDERDEEL | NAAM | Wijzig. in VOGB 8 |

    EU-25 |

    05 01 04 04 | EOGFL – Niet-operationele TB | -1 200 000 |

    05 04 02 01 | EOGFL - Doelstelling 1 | 388 750 731 |

    05 04 02 02 | EOGFL - Vrede | -332 |

    05 04 02 06 | Leader | 73 216 825 |

    04 01 04 01 | ESF – Niet-operationele TB | -5 376 102 |

    04 02 01 | ESF - Doelstelling 1 | 159 267 182 |

    04 02 06 | ESF - Doelstelling 3 | 250 385 462 |

    04 49 04 01 | ESF - Gel. afsch. uitg. adm. beheer | -1 422 372 |

    11 06 04 | FIOV - Regio´s buiten doelstelling 1 | -43 807 388 |

    11 06 07 | FIOV - Operationele TB en IA | -842 500 |

    13 03 08 | EFRO – Innovatieve maatregelen | -2 396 153 |

    TOTAAL SF-progr. 2002-2006: EOGFL | 460 767 224 |

    TOTAAL SF-progr. 2002-2006: ESF | 402 854 170 |

    TOTAAL SF-progr. 2002-2006: FIOV | -44 649 888 |

    TOTAAL SF-progr. 2002-2006: EFRO | -2 396 153 |

    TOTAAL SF-progr. 2002-2006 | 816 575 353 |

    05 04 02 03 | EOGFL | 86 314 253 |

    05 04 02 05 | EOGFL - Oude doelstelling 5a | 30 230 600 |

    05 04 02 07 | EOGFL 1994-1999 | 20 300 000 |

    04 02 03 | ESF | 51 106 000 |

    04 02 05 | ESF - Oude doelstellingen 2 en 5b | 29 503 000 |

    04 02 07 | ESF - Oude doelstellingen 3 en 4 | 24 485 000 |

    04 02 09 | ESF 1994-1999 | 15 310 000 |

    04 02 11 | ESF | 175 794 |

    11 06 06 | FIOV 1994-1999 | -4 000 000 |

    13 03 03 | EFRO | -12 000 000 |

    13 03 05 | EOGFL/EFRO/ESF - Doelst. 2 en 5b | -8 000 000 |

    TOTAAL SF-progr. van voor 2000: EOGFL | 136 844 853 |

    TOTAAL SF-progr. van voor 2000: ESF | 120 579 794 |

    TOTAAL SF-progr. van voor 2000: FIOV | -4 000 000 |

    TOTAAL SF-progr. van voor 2000: EFRO | -20 000 000 |

    TOTAAL SF-progr. van voor 2000 | 233 424 647 |

    13 04 01 | Cohesiefonds | -400 000 000 |

    TOTAAL Cohesiefonds | -400 000 000 |

    TOTAAL-GENERAAL | 650 000 000 |

    4. WIJZIGING VAN DE TOELICHTING BIJ BEGROTINGSONDERDEEL 17 04 02

    In Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 (diervoeder- en levensmiddelenwetgeving), en met name artikel 50, is bepaald dat er een systeem voor snelle waarschuwingen moet worden opgezet via welke melding kan worden gemaakt van directe of indirecte risico's voor de gezondheid van de mens die het gevolg zijn van levensmiddelen en diervoeders.

    De begroting 2005 bevat onder onderdeel 17 04 02 echter geen verwijzing naar deze verordening. Daarom wordt voorgesteld om in de toelichting bij deze rubriek de volgende passage als rechtsgrond op te nemen:

    "De middelen van dit artikel dienen ter dekking van de uitgaven in verband met artikel 50 van Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1)".

    OVERZICHTSTABEL PER RUBRIEK VAN DE FINANCIËLE VOORUITZICHTEN

    Financiële vooruitzichten Rubriek/subrubriek | Financiële vooruitzichten 2005 | Begroting 2005, incl. GB 1-5/2005 en VOGB 6 en 7/2005[3] | VOGB 8/2005 | Begroting 2005, incl. GB 1-5/2005 en VOGB 6-8/2005 |

    |VK |BK |VK |BK |VK[4] |BK |VK |BK | |1. LANDBOUW | | | | | | | | | |- Landbouwuitgaven |44 598 000 000 | |42 835 450 000 |42 835 450 000 | | |42 835 450 000 |42 835 450 000 | |- Plattelandsontwikkeling en begeleidende maatregelen |6 841 000 000 | |6 841 000 000 |6 279 400 000 | | |6 841 000 000 |6 279 400 000 | | Totaal |51 439 000 000 | |49 676 450 000 |49 114 850 000 | | |49 676 450 000 |49 114 850 000 | | Marge | | |1 762 550 000 | | | |1 762 550 000 | | | 2. STRUCTURELE MAATREGELEN | | | | | | | | | |- Structuurfondsen |37 247 000 000 | |37 291 564 455 |29 390 527 704 |-6 576 102 |1 050 000 000 |37 284 988 353 |30 440 527 704 | |- Cohesiefonds |5 194 000 000 | |5 131 932 989 |3 005 500 000 | |-400 000 000 |5 131 932 989 |2 605 500 000 | | Totaal |42 441 000 000 | |42 423 497 444 |32 396 027 704 |-6 576 102 |650 000 000 |42 416 921 342 |33 046 027 704 | | Marge | | |17 502 556 | | | | 24 078 658 | | | 3. INTERN BELEID[5] |9 012 000 000 | |9 150 548 408 |8 016 662 269 | | |9 150 548 408 |8 016 662 269 | | Marge | | |-40 000 000 | | | |-40 000 000 | | | 4. EXTERNE MAATREGELEN |5 119 000 000 | |5 219 000 000 |5 476 162 603 | | |5 219 000 000 |5 476 162 603 | | Marge | | |-100 000 000 | | | |-100 000 000 | | | 5. ADMINISTRATIE |6 360 000 000 | |6 292 367 368 |6 292 367 368 | | |6 292 367 368 |6 292 367 368 | | Marge | | |67 632 632 | | | | 67 632 632 | | | 6. RESERVES | | | | | | | | | |- Reserve voor garanties |223 000 000 | |223 000 000 |223 000 000 | | |223 000 000 |223 000 000 | |- Reserve voor noodhulp[6] |223 000 000 | |223 000 000 |223 000 000 | | |223 000 000 |223 000 000 | | Totaal |446 000 000 | |446 000 000 |446 000 000 | | |446 000 000 |446 000 000 | | Marge | | |0 | | | |0 | | | 7. PRETOETREDINGSSTEUN |3 472 000 000 | |2 081 000 000 |3 286 990 000 | | |2 081 000 000 |3 286 990 000 | | Marge | | | 1 391 000 000 | | | | 1 391 000 000 | | |8. COMPENSATIES |1 305 000 000 | |1 304 988 996 |1 304 988 996 | | |1 304 988 996 |1 304 988 996 | | Marge | | | 11 004 | | | | 11 004 | | | TOTAAL | 119 594 000 000 | 114 235 000 000 | 116 593 852 216 | 106 334 048 940 | -6 576 102 | 650 000 000 |116 587 276 114 |106 984 048 940 | | Marge | | |3 000 147 784 | | | |3 006 723 886 |7 250 951 060 | |

    [1] PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

    [2] Het gebruik van geactualiseerde ramingen aan de ontvangstenzijde verbetert de nauwkeurigheid van de betalingen die de lidstaten desgevraagd moeten verrichten tijdens het begrotingsjaar. Overeenkomstig deze voorgestelde herziening zullen de lidstaten hun BNI-bijdrage korten.

    [3] Alleen de door de begrotingsautoriteit vastgestelde kredieten in de oorspronkelijke begroting en in de gewijzigde begrotingen worden hier vermeld.

    [4] De vastleggingkredieten van VOGB 8/2005 komen uit begrotingsonderdelen met niet-gesplitste kredieten waar een wijziging is voorgesteld voor de desbetreffende betalingskredieten. Het gaat om de onderdelen 05 01 04 04 en 04 01 04 01.

    [5] Het bedrag voor het EUSF wordt in de begroting opgenomen boven het maximum van de betrokken rubrieken van de financiële vooruitzichten, overeenkomstig het Interinstitutioneel Akkoord van 7 november 2002 (PB C 283 van 20.11.2002).

    [6] Inclusief 100 miljoen EUR die zijn overgeschreven naar het onderdeel noodhulp. Nog eens 70 miljoen EUR is overgeschreven als gevolg van de tijdens het overleg van 15 juli 2005 over het VOGB 3/2005 bereikte overeenstemming.

    Top