EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52005PC0705

Voorstel voor een Verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-20133)

/* COM/2005/0705 def. - COD 2005/0277 */

52005PC0705

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-20133) /* COM/2005/0705 def. - COD 2005/0277 */


[pic] | COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN |

Brussel, 23.12.2005

COM(2005) 705 definitief

2005/0277 (COD)

Voorstel voor een

VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-20133)

(door de Commissie ingediend)

TOELICHTING

1. CONTEXT VAN HET VOORSTEL

Het op 6 april 2005 aangenomen voorstel van de Commissie voor het zevende kaderprogramma (KP7) ging vergezeld van een werkdocument van de diensten van de Commissie "Simplification in the 7th Framework Programme" waarin 10 uit te voeren belangrijke maatregelen waren opgenomen en de nadruk werd gelegd op het belang van vereenvoudiging als een "kritieke succesfactor".

Het voorstel van de Commissie voor de regels voor deelname aan het zevende kaderprogramma doet het middel aan de hand voor het uitvoeren van veel aspecten van die vereenvoudiging en om voort te bouwen op in KP6 vastgestelde beginselen.

2. RECHTSGRONDSLAG

Dit voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad is gebaseerd op artikel 167 van hoofdstuk XVIII van het Verdrag betreffende de Europese Gemeenschap dat voorziet in de bepaling van regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten en regels voor de verspreiding van resultaten ter uitvoering van het communautaire meerjarenkaderprogramma voor onderzoek. Deze regels bepalen de rechten en verplichtingen van juridische entiteiten die willen deelnemen aan het kaderprogramma en stellen de beginselen vast voor het gebruik en de verspreiding van hun werkzaamheden die voortvloeien uit deze deelname. Het zevende kaderprogramma wordt uitgevoerd in overeenstemming met de bepalingen die zijn vastgesteld bij het Financieel Reglement en de uitvoeringsvoorschriften ervan, en de staatssteunregels, met name de regels inzake staatssteun voor onderzoek en ontwikkeling.

3. VOORAFGAAND OVERLEG

De stakeholders, lidstaten en geassocieerde staten zijn in seminars en via een speciale website geraadpleegd over de mogelijke wijzingen van de KP7-regels voor deelname. Verder is de spreekbuis van de kleinere actoren over de voorstellen geraadpleegd om ervoor te zorgen dat de wijzigingen geen nadelen creëren voor dergelijke deelnemers.

4. INHOUD

Het huidige voorstel bestaat uit vier hoofdstukken: inleidende bepalingen (onderwerp, definities en vertrouwelijkheid), deelname aan acties onder contract (minimumvoorwaarden om deel te nemen, procedurele aspecten inclusief minimumaantal deelnemers, hun vestigingsplaats, voorstelindiening en –evaluatie, uitvoering en subsidieovereenkomsten, monitoring van projecten en programma's, communautaire financiële bijdrage: subsidiabiliteit en subsidievormen, terugbetalingspercentages, betaling, verdeling, invordering en garanties), de Europese Investeringsbank, en regels voor verspreiding en gebruik en toegangsrechten (eigendom, bescherming, publicatie, verspreiding en gebruik, en toegangsrechten voor background en foreground).

Het minimumaantal deelnemers en de voorwaarden inzake de vestigingsplaats van de deelnemers worden vastgesteld overeenkomstig het type actie. In geassocieerde landen gevestigde juridische entiteiten kunnen op dezelfde basis deelnemen als juridische entiteiten die in de lidstaten zijn gevestigd.

De Regels bepalen de procedures voor het uitschrijven van uitnodigingen tot het indienen van voorstellen en de uitzonderingen op uitnodigingen tot het indienen van voorstellen, voor indiening, evaluatie, selectie en gunning van procedures. Bovendien stellen zij de procedures vast voor de aanstelling van externe deskundigen. Verdere gedetailleerde interne regels betreffende de procedures voor indiening, evaluatie, selectie en gunning van voorstellen moeten door de Commissie worden vastgesteld, en omvatten bepalingen betreffende de aanstelling van onafhankelijke deskundigen. Deze regels omvatten speciale bepalingen voor tweefasige indieningsprocedures (waarvan, voorzover van toepassing, in grotere mate gebruik moet worden gemaakt, bijvoorbeeld in gevallen waar een belangrijke overinschrijving wordt verwacht, voor zeer grote projecten en om de kosten te beperken van het opstellen van voorstellen die misschien nooit zullen worden gefinancierd, enz.) en voor tweefasige evaluatie (met eenfasige indiening). Het gedurende vorige kaderprogramma's ontwikkelde en in deze interne regels tot uitdrukking gebrachte evaluatieproces blijft zonder substantiële wijzigingen bestaan. Er zal voorzover mogelijk meer gebruik worden gemaakt van tele-evaluatie en de briefings van de evaluators worden continu verbeterd. Het gebruik van hoorzittingen wordt gerationaliseerd. De evaluatiecriteria staan nu in de specifieke programma's veeleer dan in de Regels en kunnen in de werkprogramma's (en uitnodigingen tot het indienen van voorstellen) verder worden ontwikkeld.

Hoewel niet in de Regels gespecificeerd, wordt volledige elektronische indiening als de regel voorgesteld in KP7, aangezien dit in KP6 goed is uitgetest en gebruikt. Ook moeten het gebruik van vooraf ingevulde formulieren/preregistratie met gebruikmaking van gegevens uit een centrale bron en wijzigingen van de inhoud en het formaat van voorstellen het mogelijk maken dat succesvolle voorstellen vroeger starten. Eén registratiesysteem met een gemeenschappelijke database voor alle Commissiediensten moet in belangrijke mate daartoe bijdragen.

Om te zorgen voor een consistente beoordeling van de financiële levensvatbaarheid van de deelnemers en gerelateerde financiële procedures zal de Commissie interne regels voor de toepassing ervan vaststellen en publiceren.

Door de Commissie zal een model van subsidieovereenkomst worden vastgesteld waarin de rechten en verplichtingen van de deelnemers ten opzichte van de Gemeenschap en elkaar zullen worden vastgesteld. De autonomie en flexibiliteit van het consortium, met name wat betreft veranderingen in de samenstelling ervan die in KP6 werden ingevoerd, blijven bestaan. De subsidieovereenkomst treedt, zoals het geval was in KP6, in werking bij ondertekening door de coördinator en een ordonnateur van de Commissie. Alle deelnemers moeten tot de subsidieovereenkomst toetreden om hun rechten en verplichtingen te genieten in het kader van het project.

De deelnemers zullen, net als in KP6, verplicht zijn consortiumovereenkomsten te sluiten, behalve voorzover daarvan vrijgesteld door de uitnodiging tot het indienen van voorstellen. Veel van de nieuwe bepalingen betreffende de intellectuele eigendom moeten deze echter gemakkelijker vast te stellen en zo nodig aan te passen maken.

De Commissie monitort, naarmate en wanneer dit nodig is met hulp van externe deskundigen, alle acties onder contract die gefinancierd worden door de Gemeenschap alsmede het zevende kaderprogramma en de specifieke programma's ervan.

De deelnemers die in aanmerking komen voor communautaire financiering worden aangewezen in de onderafdeling over de communautaire financiële bijdrage, waarin ook subsidievormen, terugbetalingspercentages, betaling, verdeling, invordering en garanties worden behandeld.

Drie subsidievormen worden voorgesteld voor de communautaire financiële bijdrage: terugbetaling van subsidiabele kosten, forfaitaire bedragen en financiering tegen vast tarief (deze laatste vorm kan gebaseerd zijn op een eenheidskostenschaal maar omvat ook vaste tarieven voor indirecte kosten). Daarvan kan worden gebruik gemaakt om te voorzien in de hele communautaire financiële bijdrage voor een financieringssysteem of in combinatie. Voor de meeste financieringssystemen, vooral aan het begin van KP7, zal de voorkeur worden gegeven aan de methode van terugbetaling van de subsidiabele kosten. Het gebruik van financiering op basis van forfaitaire bedragen en vaste tarieven zal geleidelijk aan worden ingevoerd en, indien succesvol, worden uitgebreid.

Voor acties voor grensverleggend onderzoek zal de Wetenschappelijke Raad van de Europese Onderzoeksraad aangepaste financieringsmodaliteiten voorstellen onder de voorwaarden in de Regels voor deelname en het Financieel Reglement. De Commissie zal aan de Wetenschappelijke Raad alle nodige hulp verlenen om deze in staat te stellen tot de best mogelijke aanpak te komen.

De definitie van subsidiabele kosten is vereenvoudigd en de in eerdere kaderprogramma's gebruikte drie kostendeclaratiemodellen worden verlaten. Dit betekent dat deelnemers al hun directe en indirecte kosten in rekening kunnen brengen en voor de indirecte kosten kunnen kiezen voor vast tarief. De kosten worden bepaald overeenkomstig de gewone boekhoudings- en beheersbeginselen van de deelnemers met het doel de projectdoelstellingen te verwezenlijken op basis van de beginselen van zuinigheid, efficiëntie en effectiviteit.

De communautaire financiële bijdrage dekt maximaal 50% van de subsidiabele kosten min de ontvangsten voor zowel onderzoeks- als demonstratieactiviteiten. Voor KMO's, overheidsinstanties, instellingen voor middelbaar en hoger onderwijs en non-profit onderzoeksorganisaties is er een aanvulling van maximaal 25% voor onderzoeksactiviteiten. Acties voor grensverleggend onderzoek zouden voor alle entiteiten tegen 100% worden vergoed. Alle andere activiteiten, inclusief die betreffende coördinatie- en ondersteuningsacties, en acties ten behoeve van de opleiding en loopbaanontwikkeling van onderzoekers, zouden voor alle entiteiten tegen maximaal 100% worden vergoed.

De hierboven vermelde maxima worden toegepast op alle subsidiabele kosten van dergelijke entiteiten, zelfs in gevallen dat een deel van de terugbetaling van kosten gebaseerd is op forfaitaire bedragen of vaste tarieven. De maxima zijn ook van toepassing op entiteiten die deelnemen aan projecten waar financiering op basis van vaste tarieven en, in voorkomend geval, financiering op basis van forfaitaire bedragen voor het hele project worden gebruikt.

Voor Netwerken van excellentie wordt een speciaal forfaitair bedrag voorgesteld. De hoogte van het forfaitair bedrag wordt door de Regels vastgesteld als een vast bedrag per onderzoeker en per jaar. Periodieke betalingen van delen van het forfaitair bedrag zouden worden gedaan op basis van de bereiking van indicatoren waaruit geleidelijke implementatie van het gezamenlijke activiteitenprogramma blijkt.

Overheidsinstanties, non-profit onderzoeksorganisaties en instellingen voor hoger en middelbaar onderwijs zouden een door een bevoegd overheidsfunctionaris opgesteld auditcertificaat mogen verstrekken. Het aantal auditcertificaten per subsidieovereenkomst en deelnemer zou worden verminderd en de verslagen en verslagperiodes moeten worden gerationaliseerd.

Zoals in KP6 hebben de deelnemers aan een consortium de verantwoordelijkheid om de hen toevertrouwde taken volledig uit te voeren zelfs indien een van deelnemers verzuimt te voldoen aan de opgedragen taken. Het in KP6 voor de meeste acties ingevoerde beginsel van collectieve financiële verantwoordelijkheid wordt echter niet gecontinueerd teneinde hinderpalen voor deelname, met name voor KMO's, uit de weg te ruimen. Dit moet ook de procedures versnellen en kosteneffectiever zijn. Afhankelijk van een beoordeling van de aan de Europese onderzoeksfinanciering inherente risico's voor de communautaire begroting kan een mechanisme worden ingevoerd ter dekking van het financiële risico van het feit dat een deelnemer verzuimt een aan de Gemeenschap verschuldigd bedrag terug te betalen. Dit mechanisme zou gefinancierd worden uit een kleine bijdrage van de ondernemingen en andere deelnemers die geen overheidsinstantie of instellingen voor middelbaar en hoger onderwijs zijn, of waarvan de deelname niet wordt gegarandeerd door hun lidstaat of geassocieerd land. Deelnemers aan acties ter ondersteuning van de opleiding en loopbaanontwikkeling van onderzoekers, deelnemers aan acties ten behoeve van specifieke groepen met uitzondering van acties ten behoeve van KMO's, en deelnemers aan acties voor grensverleggend onderzoek dragen niet bij in het mechanisme. De bijdrage wordt geëffectueerd door de verschuldigde bedragen in te houden. De Commissie zal samen met de EIB manieren verkennen om dit mechanisme aan de EIB toe te vertrouwen. In overeenstemming met artikel 18, lid 2, van het Financieel Reglement worden ingehouden bedragen die niet langer nodig zijn ter dekking van de financiële risico's hertoegewezen aan onderzoeksacties uit hoofde van het relevante onderzoekskaderprogramma. Er zullen dan ook alleen bankgaranties worden gevraagd in het zeldzame geval dat de prefinanciering meer dan 80% van de subsidie uitmaakt, hetgeen het enige geval is waarvoor het Financieel Reglement het stellen van een garantie oplegt. Ook zal de Commissie alle maatregelen nemen die nodig zijn om ervoor te zorgen dat specifieke risico's betreffende een bepaalde deelnemer worden beperkt.

Met betrekking tot de verspreiding en het gebruik en de toegangsrechten (eigendom, bescherming, publicatie, verspreiding en gebruik, en toegangsrechten voor background en foreground) was de doelstelling een zo groot mogelijke continuïteit met KP6 te behouden en enkel verbeteringen/fijne afstemmingen aan te brengen op basis van de noodzakelijke veranderingen die werden vastgesteld tijdens de uitvoering van KP6. De belangrijkste wijzigingen zijn a) de opheffing van de meeste verplichtingen voor de deelnemers om de voorwaarden af te ronden vóór de toetreding tot het EG-contract en b) de opheffing van de meeste verplichtingen om vooraf toestemming aan de Commissie te vragen voor publicatie, overdrachten van eigendom en verlening van toegangsrechten aan derden, voorzover alle andere partners instemmen. De wijzigingen moeten meer flexibiliteit voor de deelnemers mogelijk maken naarmate hun project vordert. Wijzigingen van de definities zijn: "background" vervangt "bestaande knowhow" en omvat niet langer "sideground", en "foreground" vervangt derhalve "kennis". De mogelijkheid blijft bestaan om background uit te sluiten en andere voorwaarden te bepalen dan die welke in de Regels zijn vastgesteld, maar wel op een wijze die veel flexibeler is en aanpassingen door de deelnemers mogelijk maakt gaandeweg hun project. Voor gezamenlijke eigendom wordt een standaardregeling voor het gebruik van de resultaten ingevoerd om bij gebrek aan een duidelijke overeenkomst tussen partijen de exploitatie van resultaten in gezamenlijk eigendom te vergemakkelijken. Voorzover een deelnemer geen kennis wenst te beschermen, kan hij de andere deelnemers de optie aanbieden eigenaar te worden alvorens deze optie aan de Commissie aan te bieden. Bovendien zal een deelnemer exclusieve toegangsrechten aan een derde kunnen aanbieden indien alle andere deelnemers akkoord gaan om afstand te doen van hun toegangsrechten.

De coherentie van de verspreidings- en publicatie-eisen is verbeterd. Voorafgaande kennisgeving aan de Commissie voor de publicatie van resultaten vervalt.

Er zijn extra of andere bepalingen opgenomen voor specifieke acties met speciale eisen (bv. voor acties voor grensverleggend onderzoek, veiligheidsonderzoek, onderzoek ten behoeve van specifieke groepen, enz.)

Andere maatregelen waarin de Regels niet voorzien

Programmacomités

Door het Programmacomité zal tijdig volledige informatie worden verstrekt over gefinancierde projecten, maar hun rol in het goedkeuren van individuele projecten is opgeheven zoals tot uitdrukking gebracht in de op 21.09.05 door de Commissie aangenomen voorstellen voor de specifieke programma's van KP7. Daardoor vervalt de noodzaak van een Commissiebesluit voor elk project dat geselecteerd wordt voor financiering of afgewezen wordt (en alle gerelateerde interne procedures) waardoor de "contracteringstijd" zal verkorten. De Programmacomités blijven zich bezighouden met de belangrijke herziening en goedkeuring van werkprogramma's en met andere belangrijke beleidskwesties, maar blijven volledig op de hoogte gesteld worden van alle processen en resultaten van evaluaties.

Helpdesks

De uniforme interpretatie, met name wat betreft juridische en financiële bepalingen van projecten, door alle betrokken Commissiediensten moet worden verzekerd. Tot op zekere hoogte kan dit worden bereikt via de Commissieregels die moeten worden vastgesteld in overeenstemming met de bepalingen van de ontwerp-Regels voor deelname. Helpdesks en coördinatiecentra moeten er echter voor zorgen dat de door de Commissie verspreide boodschappen consistent en uniform zijn. De bijstand door een IER-helpdesk wordt voortgezet.

Communicatie

Er worden verdere inspanningen geleverd om ervoor te zorgen dat informatie zo duidelijk en toegankelijk mogelijk is. Het aantal en de omvang van documenten moeten worden verminderd en geconsolideerd. Duplicering van informatie en variaties in de presentatie van dezelfde informatie in verschillende documenten zullen worden vermeden.

2005/0277 (COD)

Voorstel voor een

VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2013) (Voor de EER relevante tekst)

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 167 en artikel 172, tweede alinea,

Gelet op het voorstel van de Commissie[1],

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité[2],

Gezien het advies van de Rekenkamer[3],

Handelend volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag[4],

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Het zevende kaderprogramma is vastgesteld bij Besluit nr. […/…/EG] van het Europees Parlement en de Raad van […] betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013)[5]. De uitvoering van het kaderprogramma en de specifieke programma's ervan, inclusief de gerelateerde financiële aspecten, is de verantwoordelijkheid van de Commissie.

(2) Het zevende kaderprogramma wordt uitgevoerd in overeenstemming met Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen[6], hierna "het Financieel Reglement", en Verordening (EG, Euratom) nr. 2342/2002 tot vaststelling van uitvoeringsvoorschriften voor het Financieel Reglement[7], hierna "de Uitvoeringsvoorschriften".

(3) Het zevende kaderprogramma wordt eveneens uitgevoerd in overeenstemming met de staatssteunregels, met name de regels inzake staatssteun voor onderzoek en ontwikkeling[8].

(4) De regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten moeten een coherent en transparant kader verschaffen om efficiënte uitvoering en gemakkelijke toegang te verzekeren voor alle deelnemers aan het zevende kaderprogramma.

(5) Het zevende kaderprogramma moet de deelname bevorderen van de ultraperifere regio's van de Gemeenschap alsmede van een brede groep ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten.

(6) Om redenen van coherentie en transparantie moet de definitie van micro-, kleine en middelgrote ondernemingen (KMO's) van Aanbeveling 2003/361/EG[9] van de Commissie van toepassing zijn.

(7) Het is derhalve aangewezen niet alleen de deelname mogelijk te maken van rechtspersonen, mits deze rechten kunnen uitoefenen en verplichtingen op zich kunnen nemen, maar ook van natuurlijke personen. De deelname van natuurlijke personen zal ervoor zorgen dat het creëren en ontwikkelen van wetenschappelijke excellentie en bekwaamheid niet beperkt worden tot communautaire financiering van projecten waarbij enkel rechtspersonen betrokken zijn, en waarborgt ook dat KMO's deelnemen die geen rechtspersoon zijn.

(8) Het is nodig de minimumvoorwaarden voor deelname, zowel als een algemene regel als ten aanzien van de specificiteit van acties onder contract op grond van het zevende kaderprogramma, vast te stellen. Met name moeten regels worden vastgesteld betreffende het aantal deelnemers en hun vestigingsplaats.

(9) Het is aangewezen dat elke juridische entiteit vrij kan deelnemen zodra de minimumvoorwaarden zijn vervuld. Deelname boven het minimum moet de efficiënte uitvoering van de betrokken actie onder contract verzekeren.

(10) Internationale organisaties die als opdracht hebben de samenwerking op het gebied van onderzoek in Europa te ontwikkelen, en grotendeels uit lidstaten of geassocieerde landen bestaan, moeten worden aangemoedigd om deel te nemen aan het zevende kaderprogramma.

(11) In overeenstemming met de doelstellingen van internationale samenwerking zoals beschreven bij de artikelen 164 en 170 van het Verdrag moet de deelname van in derde landen gevestigde juridische entiteiten en van internationale organisaties eveneens worden overwogen. Het is echter aangewezen te vereisen dat een dergelijke deelname gerechtvaardigd is in termen van een versterkte bijdrage daardoor tot het realiseren van de doelstellingen uit hoofde van het zevende kaderprogramma.

(12) In overeenstemming met de bovenvermelde doelstellingen is het nodig de voorwaarden vast te stellen voor het verstrekken van communautaire financiering aan deelnemers aan acties onder contract.

(13) Het is nodig dat de Commissie nadere regels en procedures vaststelt, naast die waarin het Financieel Reglement en de Uitvoeringsvoorschriften ervan voorzien, betreffende de indiening, evaluatie, selectie en gunning van voorstellen. Met name moeten regels betreffende de inschakeling van onafhankelijke deskundigen worden vastgesteld.

(14) Het is aangewezen dat de Commissie nadere regels en procedures vaststelt, naast die waarin het Financieel Reglement en de Uitvoeringsvoorschriften ervan voorzien, betreffende de beoordeling van de juridische en financiële levensvatbaarheid van deelnemers aan acties onder contract uit hoofde van het zevende kaderprogramma.

(15) In deze context regelen het Financieel Reglement en de Uitvoeringsvoorschriften ervan onder meer de bescherming van de financiële belangen van de Gemeenschap, de strijd tegen fraude en onregelmatigheden, de procedures voor de invordering van Commissietegoeden, uitsluiting van contract- en subsidieprocedures en gerelateerde straffen, en audits, controles en inspecties door de Commissie en de Rekenkamer ingevolge artikel 248, lid 2, van het Verdrag.

(16) De voor elke actie gesloten overeenkomsten moeten voorzien in supervisie en financiële controle door de Commissie of een door de Commissie gemachtigd vertegenwoordiger alsmede audits door de Rekenkamer en controles ter plaatse door het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF), overeenkomstig de procedures van Verordening nr. 2185/96 van de Raad.

(17) De Commissie moet zowel de acties onder contract die uitgevoerd worden krachtens het zevende kaderprogramma als het zevende kaderprogramma en de specifieke programma's ervan monitoren.

(18) De regels die van toepassing zijn op de verspreiding van de onderzoeksresultaten moeten, voorzover van toepassing, de bescherming door de deelnemers van in acties gegenereerde intellectuele eigendom en het gebruik en de verspreiding van deze resultaten bevorderen.

(19) Met inachtneming van de rechten van de bezitters van intellectuele eigendom moeten deze regels zo worden ontworpen dat ervoor wordt gezorgd dat deelnemers in de mate dat dit nodig is om het onderzoekswerk te verrichten of de resulterende kennis te gebruiken toegang hebben tot informatie die zij in het project inbrengen en tot kennis die voortkomt uit onderzoekswerk dat in het kader van het project wordt uitgevoerd.

(20) De verplichting die bepaalde deelnemers krachtens het zesde kaderprogramma hadden om financiële verantwoordelijkheid voor hun partners in hetzelfde consortium op zich te nemen, wordt verlaten. Afhankelijk van het niveau van risico in verband met het niet terugkrijgen van bedragen kan een deel van de communautaire financiële bijdrage worden ingehouden ter dekking van verschuldigde bedragen die niet worden terugbetaald door in gebreke blijvende partners. De deelnemers die verplicht zouden zijn geweest de financiële verantwoordelijkheid te dekken voor andere deelnemers zouden dan bijdragen tot risicovermijding, waarvoor de Commissie een bedrag zal inhouden op het moment dat zij haar betalingen doet.

(21) Communautaire bijdragen aan een gemeenschappelijke onderneming of enige andere ingevolge artikel 171 van het Verdrag of artikel 169 van het Verdrag opgezette structuur vallen niet onder de werkingssfeer van deze verordening.

(22) Deze verordening eerbiedigt de grondrechten en is in overeenstemming met de beginselen die met name erkend zijn in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie.

(23) De Gemeenschap kan een subsidie toekennen aan de Europese Investeringsbank (EIB) om particuliere investeringen te bevorderen in subsidiabele grote Europese OTO-acties door het vergroten van de risicobeheercapaciteit van de bank, waardoor (i) een groter volume aan EIB-leningen voor een bepaald risiconiveau en (ii) de financiering van risicovollere Europese OTO-acties mogelijk worden dan mogelijk zou zijn zonder communautaire steun.

(24) De Gemeenschap kan financiële steun, zoals vastgesteld in het Financieel Reglement, verlenen met name door middel van:

(a) overheidsopdrachten, in de vorm van een prijs voor goederen of diensten, vastgesteld bij contract en geselecteerd op basis van aanbestedingen;

(b) subsidies;

(c) steun aan een organisatie in de vorm van een contributie;

(d) honoraria voor onafhankelijke deskundigen als bedoeld in artikel 17 van deze verordening,

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD :

Hoofdstuk I Inleidende bepalingen

Artikel 1

Onderwerp

Deze verordening bepaalt de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten en andere juridische entiteiten aan acties die door een of meer deelnemers worden ondernomen door middel van financieringssystemen vastgesteld in deel (a) van bijlage III bij Besluit […/…] tot instelling van het zevende kaderprogramma, hierna "acties onder contract".

Zij bepaalt, in overeenstemming met de regels die zijn neergelegd in Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002, hierna "het Financieel Reglement", en Verordening (EG, Euratom) nr. 2342/2002, hierna "de Uitvoeringsvoorschriften", ook regels betreffende de communautaire financiële bijdrage aan deelnemers aan acties onder contract uit hoofde van het zevende kaderprogramma.

Ten aanzien van de resultaten van krachtens het zevende kaderprogramma uitgevoerd onderzoek bepaalt deze verordening regels voor de openbaarmaking van foreground op alle geschikte wijzen met uitzondering van de openbaarmaking die voortvloeit uit de formaliteiten voor het beschermen ervan, en inclusief de publicatie van foreground in elk medium, hierna "verspreiding".

Bovendien bepaalt zij regels voor het directe of indirecte gebruik van foreground in andere onderzoeksactiviteiten dan die welke onder de betrokken actie onder contract vallen, of voor het ontwikkelen, creëren en op de markt brengen van een product of procédé, of voor het creëren en aanbieden van een dienst, hierna "gebruik".

Met betrekking tot zowel foreground als background stelt deze verordening regels vast betreffende licenties en gerelateerde gebruikersrechten, hierna "toegangsrechten".

Artikel 2

Definities

In het kader van deze verordening zijn, naast de definities in het Financieel Reglement en de Uitvoeringsvoorschriften, de volgende definities van toepassing:

(1) "foreground": de resultaten, inclusief informatie, al of niet beschermbaar, die worden gegenereerd door acties. Dergelijke resultaten omvatten aan het auteursrecht gerelateerde rechten, ontwerprechten, octrooirechten, kwekersrechten, of soortgelijke vormen van bescherming;

(2) "background": informatie die in het bezit is van de deelnemers voor hun toetreding tot de subsidieovereenkomst alsmede auteursrechten of andere intellectuele eigendomsrechten betreffende dergelijke informatie waarvoor een aanvraag is ingediend voor hun toetreding tot de subsidieovereenkomst, en die nodig is voor het uitvoeren van de actie onder contract of voor het gebruiken van de resultaten van de actie onder contract;

(3) "onderzoeksorganisatie": een non-profit organisatie die als hoofddoel het uitvoeren van wetenschappelijk of technisch onderzoek heeft;

(4) "derde land": een staat die geen lidstaat is;

(5) "geassocieerd land": een derde land dat partij is bij een internationale overeenkomst met de Gemeenschap, onder de voorwaarden of op basis waarvan het financieel bijdraagt in heel of een deel van het zevende kaderprogramma;

(6) "internationale organisatie": een intergouvernementele organisatie, met uitzondering van de Europese Gemeenschap, die krachtens het internationaal publiekrecht rechtspersoonlijkheid bezit, alsmede elk door een dergelijke internationale organisatie opgericht gespecialiseerd agentschap;

(7) "internationale Europese belangenorganisatie": een internationale organisatie, waarvan de meeste leden lidstaten of geassocieerde landen zijn, en waarvan het hoofddoel is wetenschappelijke en technologische samenwerking in Europa te bevorderen;

(8) "partnerland voor internationale samenwerking": een derde land dat de Europese Commissie classificeert als een lage inkomens-, lage middeninkomens- of hoge middeninkomensland en dat als zodanig is aangewezen in de werkprogramma's;

(9) "overheidsinstantie": elke juridische entiteit die als zodanig is opgericht krachtens nationaal publiekrecht, en internationale organisaties;

(10) "KMO's": micro-, kleine en middelgrote ondernemingen in de zin van Aanbeveling 2003/361/EG in de versie van 6 mei 2003;

(11) "werkprogramma": een door de Commissie goedgekeurd plan voor de uitvoering van een specifiek programma zoals vastgesteld in artikel 3 van Besluit […/…];

(12) "financieringssystemen": de mechanismen voor de communautaire financiering van acties onder contract zoals vastgesteld in deel (a) van bijlage III bij Besluit […/…];

(13) "OTO-uitvoerder": een juridische entiteit die activiteiten voor onderzoek en technologische ontwikkeling uitvoert ten behoeve van specifieke groepen in het kader van onderzoeksprojecten ten behoeve van die groepen.

Artikel 3

Vertrouwelijkheid

Op de in de subsidieovereenkomst, de aanstellingsbrief of het contract vastgestelde voorwaarden behandelen de Commissie en de deelnemers alle aan hen als vertrouwelijk medegedeelde gegevens, kennis en documenten vertrouwelijk.

Hoofdstuk IIDeelname

Afdeling 1Minimumvoorwaarden

ARTIKEL 4

Algemene beginselen

1. Elke onderneming, universiteit of onderzoekscentrum of andere juridische entiteit, ongeacht of deze gevestigd zijn in een lidstaat of een geassocieerd land, of in een derde land, mogen deelnemen aan een actie onder contract mits de in dit hoofdstuk neergelegde minimumvoorwaarden, inclusief alle ingevolge artikel 12 gespecificeerde voorwaarden, zijn vervuld.

Bij een actie onder contract als bedoeld in de artikelen 5, lid 1, 7, 8 of 9, op grond waarvan het mogelijk is aan de minimumvoorwaarden te voldoen zonder de deelname van een in een lidstaat gevestigde juridische entiteit, moet echter daardoor de realisering van de in de artikelen 163 en 164 van het Verdrag neergelegde doelstellingen worden bevorderd.

Een juridische entiteit is elke natuurlijke persoon of elke rechtspersoon, opgericht krachtens het nationale recht van zijn vestigingsplaats, of krachtens het Gemeenschapsrecht of het internationale recht, die rechtspersoonlijkheid bezit en in eigen naam rechten en verplichtingen kan hebben.

2. Bij natuurlijke personen worden verwijzingen naar de vestiging geacht te verwijzen naar de gewone verblijfplaats.

3. Het Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek van de Europese Commissie, hierna het "GCO", kan op dezelfde voet en met dezelfde rechten en verplichtingen aan acties onder contract deelnemen als een in een lidstaat gevestigde juridische entiteit.

Artikel 5

Minimumvoorwaarden

1. De minimumvoorwaarden voor acties onder contract zijn als volgt:

(a) er moeten minstens drie juridische entiteiten deelnemen, die elk in een lidstaat of geassocieerd land zijn gevestigd, en waarvan er geen twee in dezelfde lidstaat of geassocieerd land zijn gevestigd;

(b) alle drie de juridische entiteiten moeten onafhankelijk zijn van elkaar in overeenstemming met artikel 6.

2. Voor de toepassing van lid 1, onder (a), wordt, voorzover een van de deelnemers het GCO, een internationale Europese belangenorganisatie of een krachtens het Gemeenschapsrecht opgerichte entiteit is, deze geacht gevestigd te zijn in een andere lidstaat of geassocieerd land dan een lidstaat of geassocieerd land waarin een andere deelnemer aan dezelfde actie gevestigd is.

Artikel 6

Onafhankelijkheid

1. Twee juridische entiteiten worden geacht onafhankelijk te zijn van elkaar voorzover geen van beide onder de directe of indirecte zeggenschap van de andere staat of onder dezelfde directe of indirecte zeggenschap staat als de andere.

2. Voor de toepassing van lid 1 kan zeggenschap met name een van de twee volgende vormen aannemen:

(a) het direct of indirect bezitten van meer dan 50% van de nominale waarde van het uitgegeven aandelenkapitaal in de betrokken juridische entiteit, of van een meerderheid van de stemrechten van de aandeelhouders of vennoten van die entiteit;

(b) het direct of indirect rechtens of feitelijk bezitten van beslissingsbevoegdheden in de betrokken juridische entiteit.

3. De volgende verhoudingen tussen juridische entiteiten worden evenwel niet geacht als zodanig een zeggenschapsverhouding te vormen:

(a) dezelfde publieke investeringsmaatschappij, institutionele investeerder of durfkapitaalonderneming bezit direct of indirect meer dan 50% van de nominale waarde van het uitgegeven aandelenkapitaal of een meerderheid van de stemrechten van de aandeelhouders of vennoten;

(b) de betrokken juridische entiteiten zijn in het bezit van of worden gesuperviseerd door dezelfde overheidsinstantie.

Artikel 7

Acties onder contract betreffende partnerlanden voor internationale samenwerking

Voor collaboratieve projecten die voorzien in de deelname van partnerlanden voor internationale samenwerking op voet van gelijkheid met lidstaten of geassocieerde landen, zoals in het werkprogramma vastgesteld, zijn de minimumvoorwaarden als volgt:

(a) er moeten minstens vier juridische entiteiten deelnemen;

(b) minstens twee van de juridische entiteiten bedoeld in (a) moeten gevestigd zijn in lidstaten of geassocieerde staten, maar er mogen er geen twee in dezelfde lidstaat of geassocieerd land zijn gevestigd;

(c) minstens twee van de juridische entiteiten bedoeld in (a) moeten gevestigd zijn in partnerlanden voor internationale samenwerking, maar er mogen er geen twee in hetzelfde partnerland voor internationale samenwerking zijn gevestigd;

(d) alle vier de juridische entiteiten bedoeld in (a) moeten onafhankelijk zijn van elkaar in overeenstemming met artikel 6.

Artikel 8

Coördinatie- en ondersteuningsacties, en acties ten behoeve van de opleiding en loopbaanontwikkeling van onderzoekers

Voor coördinatie- en ondersteuningsacties, en acties ten behoeve van de opleiding en loopbaanontwikkeling van onderzoekers is de minimumvoorwaarde deelname van één juridische entiteit.

De eerste alinea is niet van toepassing bij acties die onderzoeksprojecten coördineren.

Artikel 9

Door onderzoekers aangestuurde "grensverleggende" onderzoeksprojecten

Voor acties onder contract ter ondersteuning van door onderzoekers aangestuurde "grensverleggende" onderzoeksprojecten die worden gefinancierd in het kader van de Europese Onderzoeksraad is de minimumvoorwaarde de deelname van één in een lidstaat of in een geassocieerd land gevestigde juridische entiteit.

Artikel 10

Enige deelnemers

Voorzover de minimumvoorwaarden voor een actie onder contract worden vervuld door een aantal juridische entiteiten die samen één juridische entiteit vormen, kan deze laatste de enige deelnemer zijn aan een actie onder contract, mits deze in een lidstaat of een geassocieerd land is gevestigd.

Artikel 11

In derde landen gevestigde internationale organisaties en juridische entiteiten

Deelname aan acties onder contract staat open voor in derde landen gevestigde internationale organisaties en juridische entiteiten nadat is voldaan aan de minimumvoorwaarden van dit hoofdstuk en van de specifieke programma's of relevante werkprogramma's.

Artikel 12

Aanvullende voorwaarden

Naast de minimumvoorwaarden van dit hoofdstuk kunnen specifieke programma's of werkprogramma's voorwaarden vaststellen betreffende het minimumaantal deelnemers.

Zij kunnen ook, overeenkomstig de aard en de doelstellingen van de actie onder contract, aanvullende voorwaarden vaststellen ten aanzien van het type van deelnemer en, voorzover van toepassing, vestigingsplaats.

Afdeling 2Procedures

ONDERAFDELING 1 UITNODIGINGEN TOT HET INDIENEN VAN VOORSTELLEN

ARTIKEL 13

Uitnodigingen tot het indienen van voorstellen

1. De Commissie schrijft uitnodigingen tot het indienen van voorstellen uit voor acties onder contract in overeenstemming met de eisen van de relevante specifieke programma's en werkprogramma's.

Naast de in de Uitvoeringsvoorschriften gespecificeerde publiciteit publiceert de Commissie uitnodigingen tot het indienen van voorstellen op de internetpagina's van het zevende kaderprogramma, langs specifieke informatiekanalen en via de door de lidstaten en de geassocieerde landen opgezette nationale contactpunten.

2. Voorzover van toepassing specificeert de Commissie in de uitnodiging tot het indienen van voorstellen dat de deelnemers geen consortiumovereenkomst dienen op te richten.

Artikel 14

Uitzonderingen

De Commissie schrijft geen uitnodigingen tot het indienen van voorstellen uit voor:

(a) coördinatie- en ondersteuningsacties die moeten worden uitgevoerd door in de specifieke programma's of in de werkprogramma's vastgestelde juridische entiteiten wanneer het specifiek programma toestaat dat de werkprogramma's begunstigden vaststellen, in overeenstemming met de Uitvoeringsvoorschriften;

(b) coördinatie- en ondersteuningsacties die bestaan uit een aankoop of een dienst die onderworpen zijn aan de regels inzake overheidsopdrachten van het Financieel Reglement;

(c) coördinatie- en ondersteuningsacties betreffende de aanstelling van onafhankelijke deskundigen;

(d) andere acties voorzover daarin is voorzien door het Financieel Reglement of de Uitvoeringsvoorschriften.

ONDERAFDELING 2EVALUATIE VAN DE VOORSTELLEN

ARTIKEL 15

Evaluatie, selectie en gunning

1. De Commissie evalueert alle ingevolge een uitnodiging tot het indienen van voorstellen ingediende voorstellen op basis van de beginselen betreffende evaluatie en de selectie- en gunningscriteria van het specifiek programma en het werkprogramma.

In het werkprogramma kunnen specifieke criteria of verdere details betreffende de toepassing van de criteria worden opgenomen.

2. Een voorstel dat indruist tegen fundamentele ethische beginselen of niet voldoet aan de in het specifiek programma, het werkprogramma of de uitnodiging tot het indienen van voorstellen gestelde voorwaarden wordt niet geselecteerd. Een dergelijk voorstel kan op elk moment van de evaluatie-, selectie- en gunningsprocedures worden uitgesloten.

3. Voorstellen worden geselecteerd op basis van de evaluatieresultaten.

Artikel 16

Indienings-, evaluatie-, selectie- en gunningsprocedures

1. De Commissie keurt regels voor de procedures voor de indiening, evaluatie, selectie en gunning van voorstellen goed en publiceert deze. Met name stelt de Commissie gedetailleerde regels voor de tweefasige indieningsprocedure en regels voor de tweefasige evaluatieprocedure vast.

2. Voorzover een uitnodiging tot het indienen van voorstellen een tweefasige indieningsprocedure specificeert, gaan enkel die voorstellen welke voldoen aan de evaluatiecriteria voor de eerste fase door naar de tweede fase, waarin dan een volledig voorstel moet worden ingediend.

3. Voorzover in een uitnodiging tot het indienen van voorstellen een tweefasige evaluatieprocedure wordt gespecificeerd, gaan enkel die voorstellen welke op basis van toetsing aan een beperkt aantal criteria door de eerste fase komen door voor verdere evaluatie.

4. De Commissie dient regels goed te keuren en te publiceren om consistente verificatie van het bestaan en de rechtspositie van deelnemers aan acties onder contract alsmede van hun financiële geschiktheid te verzekeren.

Artikel 17

Aanwijzing van onafhankelijke deskundigen

1. De Commissie stelt onafhankelijke deskundigen aan om te helpen bij de op grond van het zevende kaderprogramma en de specifieke programma's ervan vereiste evaluaties.

Voor coördinatie- en ondersteuningsacties als bedoeld in artikel 14 worden alleen onafhankelijke deskundigen aangewezen indien de Commissie dit nodig acht.

2. Bij de keuze van de onafhankelijke deskundigen moet er zorg voor worden gedragen dat zij over de kunde en kennis beschikken die nodig is om de hen opgedragen taken te kunnen uitvoeren.

Onafhankelijke deskundigen worden gezocht en geselecteerd op basis van oproepen tot het indienen van individuele sollicitaties of oproepen die aan nationale onderzoeksagentschappen, onderzoeksinstellingen of bedrijven worden gericht met het oog op het samenstellen van lijsten van geschikte kandidaten.

De Commissie mag, indien nodig geacht, iemand met geschikte vaardigheden buiten de lijsten om selecteren.

De nodige maatregelen worden genomen om te zorgen voor een redelijk genderevenwicht bij de aanstelling van groepen van onafhankelijke deskundigen.

3. Bij de aanwijzing van een onafhankelijke deskundige onderneemt de Commissie alle nodige stappen om ervoor te zorgen dat de deskundige ten aanzien van de aangelegenheid waarover hij dient te adviseren niet met een belangenconflict wordt geconfronteerd.

4. De Commissie stelt een modelaanstellingsbrief, hierna "de aanstellingsbrief", vast, die een verklaring omvat dat er bij de aanstelling geen belangenconflict bestaat en dat de aangestelde zich ertoe verbindt de Commissie te waarschuwen wanneer er tijdens het adviseren of het uitvoeren van zijn taken een dergelijk conflict zou ontstaan. De Commissie sluit een aanstellingsbrief tussen de Gemeenschap en elke onafhankelijke deskundige.

5. De Commissie publiceert periodiek via elk geschikt medium de lijst van de onafhankelijke deskundigen die haar voor elk specifiek programma hebben bijgestaan.

Onderafdeling 3Uitvoering en subsidieovereenkomsten

ARTIKEL 18

Algemeen

1. De deelnemers voeren de actie onder contract uit en nemen alle nodige en redelijke maatregelen daartoe. Deelnemers aan dezelfde actie onder contract voeren het werk gezamenlijk en hoofdelijk ten opzichte van de Gemeenschap uit.

2. De Commissie stelt, op basis van het model van artikel 19, lid 7, en rekening houdend met de kenmerken van het betrokken financieringssysteem, een subsidieovereenkomst op tussen de Gemeenschap en de deelnemers.

3. De deelnemers gaan geen verbintenissen aan die niet verenigbaar zijn met de subsidieovereenkomst.

4. Voorzover een deelnemer zijn verplichtingen niet nakomt, voldoen de andere deelnemers aan de subsidieovereenkomst zonder enige aanvullende communautaire bijdrage tenzij de Commissie hen uitdrukkelijk ontheft van die verplichting.

5. Indien de uitvoering van een actie onmogelijk wordt of indien de deelnemers deze niet uitvoeren, zorgt de Commissie voor beëindiging van de actie.

6. De deelnemers zorgen ervoor dat de Commissie op de hoogte wordt gebracht van elke gebeurtenis die van invloed kan zijn op de uitvoering van de actie onder contract of de belangen van de Gemeenschap.

Artikel 19

Algemene bepalingen voor opneming in subsidieovereenkomsten

1. De subsidieovereenkomst stelt de rechten en verplichtingen van de deelnemers vast jegens de Gemeenschap, in overeenstemming met Besluit […/…], deze verordening, het Financieel Reglement, en de Uitvoeringsvoorschriften, en in overeenstemming met de algemene beginselen van Gemeenschapsrecht.

De subsidieovereenkomst stelt ook, in overeenstemming met dezelfde voorwaarden, de rechten en verplichtingen vast van juridische entiteiten die deelnemer worden wanneer de actie onder contract aan de gang is.

2. Waar nodig bepaalt de subsidieovereenkomst welk deel van de communautaire financiële bijdrage gebaseerd wordt op de terugbetaling van subsidiabele kosten, en welk deel gebaseerd wordt op vaste tarieven (inclusief eenheidskostenschaal) of forfaitaire bedragen.

3. In de subsidieovereenkomst wordt gespecificeerd welke wijzigingen in de samenstelling van het consortium voorafgaande publicatie van een aanbestedingsbericht vereisen.

4. De subsidieovereenkomst legt de indiening op bij de Commissie van periodieke voortgangsverslagen betreffende de uitvoering van de betrokken actie onder contract.

5. Waar nodig kan de subsidieovereenkomst bepalen dat de Commissie vooraf in kennis moet worden gesteld van elke voorgenomen overdracht van eigendom van foreground aan een derde.

6. Voorzover de subsidieovereenkomst vereist dat deelnemers activiteiten uitvoeren die derden ten goede komen, geven de deelnemers hieraan op grote schaal ruchtbaarheid en identificeren, evalueren en selecteren zij transparant, eerlijk en onpartijdig derden. Indien daarin in het werkprogramma is voorzien, stelt de subsidieovereenkomst criteria vast voor de selectie van dergelijke derden. De Commissie behoudt zich het recht voor bezwaar te maken tegen de selectie van derden.

7. De Commissie stelt een modelsubsidieovereenkomst vast in overeenstemming met deze verordening.

8. De modelsubsidieovereenkomst dient in overeenstemming te zijn met de beginselen die zijn neergelegd in het Europese Handvest voor Onderzoekers en de Gedragscode voor de Rekrutering van Onderzoekers[10]. Zij zal, al naar het geval, voorzien in synergieën met onderwijs op alle niveaus, paraatheid en capaciteit ter bevordering van de dialoog en de discussie over wetenschappelijke kwesties en onderzoeksresultaten met een breed publiek buiten de onderzoeksgemeenschap, activiteiten om de deelname van vrouwen aan en de rol van vrouwen in onderzoek te vergroten, en activiteiten die betrekking hebben op sociaal-economische aspecten van het onderzoek.

Artikel 20

Bepalingen betreffende toegangsrechten, gebruik en verspreiding

1. De subsidieovereenkomst stelt de respectieve verplichtingen van de deelnemers met betrekking tot toegangsrechten, gebruik en verspreiding vast inzover deze verplichtingen niet in deze verordening zijn neergelegd.

Hiertoe vereist de subsidieovereenkomst de indiening bij de Commissie van een plan voor het gebruik en de verspreiding van foreground.

2. In de subsidieovereenkomst kan worden gespecificeerd onder welke voorwaarden de deelnemers er bezwaar tegen kunnen maken dat een technologische audit van het gebruik en de verspreiding van de foreground door bepaalde gemachtigde vertegenwoordigers van de Commissie wordt uitgevoerd.

Artikel 21

Bepalingen betreffende beëindiging

De subsidieovereenkomst specificeert, geheel of gedeeltelijk, de gronden voor beëindiging ervan, met name wegens niet-naleving van deze verordening, niet-uitvoering of inbreuk, alsmede de gevolgen voor de deelnemers van elke niet-nakoming door een andere deelnemer.

Artikel 22

Specifieke bepalingen

1. Bij acties onder contract ter ondersteuning van bestaande onderzoeksinfrastructuren en, voorzover van toepassing, nieuwe onderzoeksinfrastructuren kan de subsidieovereenkomst voorzien in specifieke bepalingen betreffende vertrouwelijkheid, publiciteit en toegangsrechten en verbintenissen die van invloed kunnen zijn op gebruikers van de infrastructuur.

2. Bij acties onder contract ter ondersteuning van de opleiding en loopbaanontwikkeling van onderzoekers kan de subsidieovereenkomst met betrekking tot de onderzoekers die profiteren van de actie voorzien in specifieke bepalingen betreffende vertrouwelijkheid, toegangsrechten en verbintenissen.

3. Bij acties onder contract op het gebied van onderzoek inzake veiligheid en ruimtevaart kan de subsidieovereenkomst voorzien in specifieke bepalingen inzake vertrouwelijkheid, classificatie van informatie, toegangsrechten, overdracht van eigendom van foreground en het gebruik daarvan.

4. Waar nodig kan de subsidieovereenkomst voor acties onder contract betreffende andere veiligheidskwesties dan die welke bedoeld worden in lid 3 eveneens dergelijke specifieke bepalingen omvatten.

Artikel 23

Ondertekening en toetreding

De subsidieovereenkomst treedt in werking bij ondertekening door de coördinator en de Commissie.

Zij is van toepassing op elke deelnemer die er formeel is toe toegetreden.

ONDERAFDELING 4 CONSORTIA

ARTIKEL 24

Consortiumovereenkomsten

Tenzij anders bepaald in de uitnodiging tot het indienen van voorstellen, stellen alle juridische entiteiten die willen deelnemen aan een actie onder contract een overeenkomst op, hierna "de consortiumovereenkomst", waarin worden geregeld:

(a) de interne organisatie van het consortium;

(b) de verdeling van de communautaire financiële bijdrage;

(c) aanvullende aspecten inzake verspreiding en gebruik inclusief, al naar het geval, regelingen voor intellectuele eigendomsrechten;

(d) de regeling van interne geschillen.

Artikel 25

Coördinator

1. Juridische entiteiten die willen deelnemen aan een actie onder contract stellen uit hun midden een coördinator aan voor het uitvoeren van de volgende taken in overeenstemming met deze verordening, het Financieel Reglement, de Uitvoeringsvoorschriften en de subsidieovereenkomst:

(a) ervoor zorgen dat de in de subsidieovereenkomst aangewezen juridische entiteiten de nodige formaliteiten vervullen voor toetreding tot de subsidieovereenkomst, zoals daarin geregeld;

(b) ontvangen en verdelen van de communautaire financiële bijdrage;

(c) in orde houden van de financiële boekhouding, bijhouden van documenten en op de hoogte brengen van de Commissie van de verdeling van de communautaire financiële bijdrage in overeenstemming met artikel 36;

(d) zorgen voor efficiënte en correcte communicatie tussen de deelnemers en de Commissie.

2. De coördinator wordt aangewezen in de subsidieovereenkomst.

De aanstelling van een nieuwe coördinator vereist de schriftelijke goedkeuring van de Commissie.

Artikel 26

Wijzigingen in het consortium

1. De deelnemers aan een actie onder contract kunnen de toevoeging van een nieuwe deelnemer of de verwijdering van een bestaande deelnemer voorstellen.

2. Elke juridische entiteit die zich aansluit bij een aan de gang zijnde actie dient tot de subsidieovereenkomst toe te treden.

3. Voorzover daarin voorzien is in de subsidieovereenkomst publiceert het consortium een aanbestedingsbericht en geeft het daaraan ruchtbaarheid op ruime schaal in specifieke informatiemedia, met name de internetsites over het zevende kaderprogramma, de vakpers en brochures en de door de lidstaten en de geassocieerde landen ter informatie en ondersteuning opgezette nationale contactpunten.

Het consortium evalueert de inschrijvingen in het licht van de criteria die van toepassing waren op de oorspronkelijke actie met hulp van onafhankelijke deskundigen die door het consortium zijn aangesteld, in overeenstemming met de beginselen van respectievelijk artikel 15 en artikel 17.

4. Het consortium moet elke wijziging van zijn samenstelling melden aan de Commissie, die binnen 45 dagen na de kennisgeving bezwaar kan aantekenen.

Wijzigingen in de samenstelling van het consortium die gepaard gaan met voorstellen voor andere wijzigingen in de subsidieovereenkomst welke niet direct verband houden met de wijziging in samenstelling zijn onderworpen aan schriftelijke goedkeuring door de Commissie.

ONDERAFDELING 5 MONITORING VAN PROGRAMMA'S EN ACTIES ONDER CONTRACT EN COMMUNICATIE VAN INFORMATIE

ARTIKEL 27

Monitoring

De Commissie monitort de uitvoering van acties onder contract op basis van de ingevolge artikel 19, lid 4, ingediende periodieke voortgangsverslagen.

Met name monitort de Commissie de uitvoering van het ingevolge de tweede alinea van artikel 20, lid 1, ingediende plan voor het gebruik en de verspreiding van foreground. Met het oog daarop kan de Commissie worden bijgestaan door in overeenstemming met artikel 17 aangestelde onafhankelijke deskundigen.

De Commissie monitort het zevende kaderprogramma, de specifieke programma's en, voorzover nodig, eerdere kaderprogramma's, bijgestaan door in overeenstemming met artikel 17 aangestelde onafhankelijke deskundigen. Zij kan bovendien groepen van in overeenstemming met artikel 17 aangestelde onafhankelijke deskundigen oprichten om haar te adviseren over de uitvoering van het onderzoeksbeleid van de Gemeenschap.

Artikel 28

Beschikbaar te stellen informatie

1. Op verzoek verstrekt de Commissie aan elke lidstaat of geassocieerd land alle nuttige informatie in haar bezit over foreground die voortkomt uit werkzaamheden die zijn uitgevoerd in de context van een actie onder contract, mits de volgende voorwaarden zijn vervuld:

(a) de betrokken informatie is relevant voor het overheidsbeleid;

(b) de deelnemers hebben geen deugdelijke en toereikende redenen opgegeven om de betrokken informatie niet te verstrekken.

2. In geen geval wordt het verstrekken van informatie ingevolge lid 1 geacht op de ontvanger rechten of verplichtingen van de Commissie of van de deelnemers te doen overgaan.

De ontvanger behandelt dergelijke informatie vertrouwelijk tenzij deze openbaar wordt of door de deelnemers openbaar wordt gemaakt, of tenzij deze aan de Commissie is medegedeeld zonder vertrouwelijkheidsbeperkingen.

Afdeling 3Communautaire financiële bijdrage

ONDERAFDELING 1 SUBSIDIABILITEIT EN SUBSIDIEVORMEN

Artikel 29

Subsidiabiliteit

1. Voorzover een van de hieronder bedoelde juridische entiteiten deelneemt aan een actie onder contract, kan deze een communautaire financiële bijdrage ontvangen:

(a) elke in een lidstaat of een geassocieerd land gevestigde of krachtens het Gemeenschapsrecht opgerichte juridische entiteit,

(b) elke internationale Europese belangenorganisatie,

(c) elke in een partnerland voor internationale samenwerking gevestigde juridische entiteit.

2. Bij een deelnemende internationale organisatie met uitzondering van een internationale Europese belangenorganisatie, of een juridische entiteit die in een ander derde land dan een partnerland voor internationale samenwerking is gevestigd, kan een communautaire financiële bijdrage worden verstrekt mits minstens een van de volgende voorwaarden is vervuld:

(a) er is hierin voorzien in de specifieke programma's of in het relevante werkprogramma,

(b) het is essentieel voor het uitvoeren van de actie onder contract,

(c) er is in dergelijke financiering voorzien in een bilaterale wetenschappelijke en technologische overeenkomst of elke andere regeling tussen de Gemeenschap en het land waarin de juridische entiteit is gevestigd.

Artikel 30

Vormen van subsidie

1. De communautaire financiële bijdrage voor subsidies als bedoeld in deel a) van bijlage III bij het zevende kaderprogramma is gebaseerd op de terugbetaling van subsidiabele kosten.

De communautaire financiële bijdrage kan evenwel de vorm aannemen van financiering op basis van vaste tarieven, inclusief eenheidskostenschaal, of financiering op basis van forfaitaire bedragen, of kan een combinatie zijn van de terugbetaling van subsidiabele kosten, vaste tarieven en forfaitaire bedragen. De communautaire financiële bijdrage kan ook de vorm aannemen van beurzen of prijzen.

2. Terwijl de communautaire financiële bijdrage berekend wordt onder verwijzing naar de kosten van de actie onder contract als geheel, is deze gebaseerd op de gedeclareerde kosten van elke deelnemer.

Artikel 31

Terugbetaling van subsidiabele kosten.

1. Subsidies worden medegefinancierd door de deelnemers.

De communautaire financiële bijdrage voor de terugbetaling van subsidiabele kosten mag niet leiden tot winst.

2. Ontvangsten worden aan het einde van de uitvoering van de actie in aanmerking genomen voor de betaling van de subsidie.

3. Om als subsidiabel te worden beschouwd, moeten kosten die zijn gemaakt voor de uitvoering van de actie onder contract aan de volgende voorwaarden voldoen:

(a) zij moeten reëel zijn;

(b) zij moeten zijn gemaakt in de loop van de actie, met uitzondering van eindverslagen wanneer daarin is voorzien in de subsidieovereenkomst;

(c) zij moeten zijn bepaald overeenkomstig de gewone boekhoudings- en beheersbeginselen en –praktijken van de deelnemer en enkel zijn gemaakt om de doelstellingen en verwachte resultaten van de actie te verwezenlijken op een wijze die in overeenstemming is met de beginselen van zuinigheid, efficiëntie en effectiviteit;

(d) zij moeten geregistreerd staan in de boekhouding van de deelnemer en betaald zijn en, in geval van een bijdrage van derden, geregistreerd staan in de boekhouding van de derden;

(e) zij mogen niet omvatten: niet-subsidiabele kosten, met name aanwijsbare indirecte belastingen inclusief belasting over de toegevoegde waarde, heffingen, debetinteresten, voorzieningen voor mogelijke toekomstige verliezen of lasten, wisselverliezen, kosten in verband met kapitaalopbrengsten, in verband met een ander communautair project gedeclareerde, gemaakte of terugbetaalde kosten, schulden en kosten van schulden, buitensporige of ondoordachte kosten, en alle andere kosten die niet voldoen aan de onder a tot d genoemde voorwaarden.

Voor de toepassing van punt (a) mogen gemiddelde personeelskosten worden gebruikt indien deze in overeenstemming zijn met de beheersbeginselen en boekhoudpraktijken van de deelnemer en niet sterk van de reële kosten verschillen.

Artikel 32

Directe subsidiabele kosten en indirecte subsidiabele kosten

1. Subsidiabele kosten omvatten de kosten die direct aan de actie kunnen worden toegeschreven, hierna "directe subsidiabele kosten" en, voorzover van toepassing, de kosten die niet direct aan de actie kunnen worden toegeschreven, maar die direct in verband met de aan de actie toegeschreven directe subsidiabele kosten zijn gemaakt, hierna "indirecte subsidiabele kosten".

2. Ter dekking van de indirecte subsidiabele kosten mag een deelnemer kiezen voor een vast percentage van zijn totale directe subsidiabele kosten, exclusief de desbetreffende directe subsidiabele kosten van uitbesteding.

3. De subsidieovereenkomst kan erin voorzien dat de terugbetaling van indirecte subsidiabele kosten beperkt moet worden tot een maximumpercentage van de directe subsidiabele kosten, exclusief de directe subsidiabele kosten voor uitbesteding, met name bij coördinatie- en ondersteuningsacties en, voorzover van toepassing, acties ten behoeve van de opleiding en loopbaanontwikkeling van onderzoekers.

Artikel 33

Financieringsplafonds

1. Voor activiteiten voor onderzoek en technologische ontwikkeling mag de communautaire financiële bijdrage maximaal 50% van de totale subsidiabele kosten bedragen.

Bij overheidsinstanties, instellingen voor middelbaar en hoger onderwijs, onderzoeksorganisaties en KMO's mag deze echter maximaal 75% van de totale subsidiabele kosten bedragen.

2. Voor demonstratieactiviteiten mag de communautaire financiële bijdrage maximaal 50% van de totale subsidiabele kosten bedragen.

3. Voor activiteiten die worden ondersteund door middel van acties voor grensverleggend onderzoek, coördinatie- en ondersteuningsacties en acties ten behoeve van de opleiding en loopbaanontwikkeling van onderzoekers mag de communautaire financiële bijdrage maximaal 100% van de totale subsidiabele kosten bedragen.

4. Voor beheers- en auditcertificaten en andere activiteiten die niet vallen onder de leden 1, 2 en 3 mag de communautaire financiële bijdrage maximaal 100% van de totale subsidiabele kosten bedragen.

De in de eerste alinea bedoelde andere activiteiten omvatten onder meer opleiding i.v.m. acties die niet vallen onder het financieringssysteem voor de opleiding en loopbaanontwikkeling van onderzoekers, coördinatie, netwerking en verspreiding.

5. Voor de toepassing van de leden 1 tot 4 worden om de communautaire financiële bijdrage te bepalen de subsidiabele kosten verminderd met de ontvangsten in aanmerking genomen.

6. De leden 1 tot 5 zijn, al naar het geval, van toepassing bij acties onder contract waar financiering op basis van vaste tarieven of financiering op basis van forfaitaire bedragen wordt gebruikt voor de hele actie onder contract.

Artikel 34

Declaratie en audit van subsidiabele kosten

1. Er dienen periodieke verslagen bij de Commissie te worden ingediend betreffende subsidiabele kosten, financiële rente die de voorfinanciering oplevert en ontvangsten in verband met de betreffende actie onder contract, waar nodig gecertificeerd door middel van een auditcertificaat, in overeenstemming met het Financieel Reglement en de Uitvoeringsvoorschriften.

Het bestaan van medefinanciering in verband met de betrokken actie dient te worden gedeclareerd en, waar nodig, gecertificeerd aan het einde van de actie.

2. Bij overheidsinstanties, onderzoeksorganisaties en instellingen voor hoger en middelbaar onderwijs mag een auditcertificaat als vereist krachtens lid 1 worden opgesteld door een bevoegd overheidsfunctionaris.

Artikel 35

Netwerken van excellentie

1. Tenzij anders geregeld in het werkprogramma neemt de communautaire financiële bijdrage voor Netwerken van excellentie de vorm aan van een forfaitair bedrag dat wordt berekend volgens het aantal in het Netwerk van excellentie te integreren onderzoekers en de duur van de actie.

2. De eenheidswaarde voor op grond van lid 1 betaalde forfaitaire bedragen beloopt 23 500 EUR per jaar en per onderzoeker.

Dat bedrag wordt door de Commissie aangepast in overeenstemming met het Financieel Reglement en de Uitvoeringsvoorschriften.

3. Het werkprogramma bepaalt het maximumaantal deelnemers en, waar nodig, het maximumaantal onderzoekers dat kan worden gebruikt als basis voor de berekening van het maximale forfaitaire bedrag ingevolge lid 1. Deelnemers boven de maxima voor de vaststelling van de financiële bijdrage mogen echter al naar het geval deelnemen.

4. De betaling van forfaitaire bedragen krachtens lid 1 gebeurt door middel van periodieke aflossingen.

Deze periodieke aflossingen gebeuren overeenkomstig de beoordeling van de geleidelijke uitvoering van het gezamenlijke activiteitenprogramma door het meten van de integratie van de onderzoeksmiddelen en –capaciteiten op basis van met het consortium na onderhandeling afgesproken en in de subsidieovereenkomst gespecificeerde indicatoren.

Onderafdeling 2Betaling, verdeling, invordering en garanties

ARTIKEL 36

Betaling en verdeling

1. De financiële bijdrage van de Gemeenschap wordt aan de deelnemers betaald via de coördinator.

2. De coördinator houdt documenten bij waarmee op elk tijdstip kan worden bepaald welk deel van de communautaire middelen aan elke deelnemer is toegewezen.

De coördinator deelt die informatie op verzoek mee aan de Commissie.

Artikel 37

Invo r dering

De Commissie kan een invorderingsbesluit vaststellen in overeenstemming met het Financieel Reglement.

Artikel 38

Ingehouden bedragen voor risicovermijding

1. Afhankelijk van het niveau van risico in verband met het niet terugkrijgen van aan de Gemeenschap verschuldigde bedragen kan de Commissie een klein percentage van de communautaire financiële bijdrage aan elke deelnemer aan een actie onder contract inhouden ter dekking van verschuldigde bedragen die niet worden terugbetaald door in gebreke blijvende deelnemers aan een actie onder contract.

2. Lid 1 is niet van toepassing op:

(a) overheidsinstanties, juridische entiteiten waarvan deelname aan de actie onder contract wordt gegarandeerd door een lidstaat of een geassocieerd land, en instellingen voor middelbaar en hoger onderwijs;

(b) deelnemers aan acties ter ondersteuning van de opleiding en loopbaanontwikkeling van onderzoekers, acties voor grensverleggend onderzoek en acties ten behoeve van specifieke groepen met uitzondering van acties ten behoeve van KMO's.

De deelnemertypes als bedoeld onder (a) en (b) zijn ieder verantwoordelijk voor hun eigen schulden.

3. De ingehouden bedragen vormen aan het zevende kaderprogramma toegewezen ontvangsten in de zin van artikel 18, lid 2, van het Financieel Reglement.

4. Aan het einde van het kaderprogramma zal een beoordeling worden uitgevoerd van de vereiste bedragen ter dekking van lopende risico's. Alle bedragen hierboven vloeien naar het kaderprogramma terug en vormen bestemmingsontvangsten.

Hoofdstuk III Verspreiding en gebruik, en toegangsrechten

AFDELING 1 FOREGROUND

ONDERAFDELING 1 EIGENDOM

ARTIKEL 39

Eigendom van foreground

1. Foreground is de eigendom van de Gemeenschap bij:

(a) coördinatie- en ondersteuningsacties die bestaan uit een aankoop of een dienst die onderworpen zijn aan de regels inzake overheidsopdrachten van het Financieel Reglement;

(b) coördinatie- en ondersteuningsacties betreffende onafhankelijke deskundigen;

2. Foreground die voortkomt uit werk dat is uitgevoerd in het kader van andere acties onder contract dan die bedoeld in lid 1 wordt eigendom van de deelnemers die het werk uitvoeren dat die foreground genereert.

3. Indien werknemers of ander personeel dat werkzaam is voor een deelnemer aanspraak kunnen maken op foreground draagt de deelnemer er zorg voor dat deze rechten kunnen worden uitgeoefend op een wijze die verenigbaar is met zijn verplichtingen krachtens de subsidieovereenkomst.

Artikel 40

Gezamenlijke eigendom van foreground

1. Voorzover verschillende deelnemers gezamenlijk werkzaamheden die foreground genereren hebben uitgevoerd en hun respectieve aandeel in de werkzaamheden niet kan worden vastgesteld, zijn zij gezamenlijk eigenaar van deze foreground.

2. Voorzover geen gezamenlijke eigendomsovereenkomst is gesloten betreffende de toewijzing en voorwaarden van uitoefening van die gezamenlijke eigendom, heeft ieder van de gezamenlijke eigenaars op de volgende voorwaarden het recht niet-exclusieve licenties zonder enig recht om onderlicenties toe te kennen aan derden te verlenen:

(a) er moet vooraf kennisgeving worden gedaan aan de andere gezamenlijke eigenaren;

(b) de andere gezamenlijke eigenaren moeten eerlijk en redelijk worden gecompenseerd.

Artikel 41

Eigendom van foreground door specifieke groepen

Bij acties ten behoeve van specifieke groepen zijn artikel 39, lid 2, en artikel 40, lid 1, niet van toepassing. In dergelijke gevallen is foreground de gezamenlijke eigendom van de deelnemers die lid zijn van de specifieke groep die van de actie profiteert, tenzij anders overeengekomen door die deelnemers.

Voorzover de eigenaars van de foreground geen lid zijn van die groep, zorgen zij ervoor dat aan de groep alle rechten op foreground worden verleend die nodig zijn om deze foreground te gebruiken en verspreiden in overeenstemming met de technische bijlage bij de subsidieovereenkomst.

Artikel 42

Overdracht van foreground

1. Voorzover een deelnemer de eigendom van foreground overdraagt, doet hij, in overeenstemming met de subsidieovereenkomst, zijn verplichtingen, met name die betreffende het verlenen van toegangsrechten, en verspreiding en gebruik, op de verkrijger overgaan.

2. Behoudens zijn vertrouwelijkheidsverplichtingen geeft de deelnemer, voorzover hij verplicht is toegangsrechten over te dragen, vooraf kennis aan de andere deelnemers aan dezelfde actie en verstrekt hij voldoende informatie over de nieuwe eigenaar van de foreground om hen in staat te stellen hun toegangsrechten uit te oefenen krachtens de subsidieovereenkomst.

De andere deelnemers mogen echter bij schriftelijke overeenkomst afstand doen van hun recht op individuele voorafgaande kennisgeving bij overdrachten van eigendom van één deelnemer aan een welbepaalde derde.

3. Na kennisgeving in overeenstemming met de eerste alinea van lid 2 kunnen de andere deelnemers bezwaar maken tegen elke overdracht van eigendom op grond van het feit dat dit een negatief effect zou hebben op hun toegangsrechten.

Voorzover de andere deelnemers aantonen dat hun rechten nadelig zouden worden beïnvloed, kan de voorgenomen overdracht pas plaatsvinden wanneer tussen de betrokken deelnemers overeenstemming is bereikt.

4. Waar nodig kan de subsidieovereenkomst aanvullend vereisen dat de Commissie vooraf in kennis moet worden gesteld van elke voorgenomen overdracht van eigendom aan een derde.

Artikel 43

Bescherming van het Europese concurrentievermogen en de ethische beginselen

De Commissie kan bezwaar maken tegen de overdracht van eigendom van foreground, of tegen de toekenning van een exclusieve licentie betreffende foreground aan een juridische entiteit die gevestigd is in een derde land dat niet geassocieerd is met het zevende kaderprogramma, indien zij van oordeel is dat dit niet in overeenstemming is met de belangen van ontwikkeling van het concurrentievermogen van de Europese economie of inconsistent is met de ethische beginselen.

In dergelijke gevallen kan de overdracht van eigendom of verlening van een exclusieve licentie pas plaatsvinden wanneer de Commissie ervan overtuigd is dat de nodige voorzorgsmaatregelen zullen worden genomen.

ONDERAFDELING 2 BESCHERMING, PUBLICATIE, VERSPREIDING EN GEBRUIK

ARTIKEL 44

Bescherming van foreground

1. Voorzover foreground geschikt is voor industriële of commerciële toepassing zorgt de eigenaar ervoor dat deze op geschikte en effectieve wijze wordt beschermd overeenkomstig de relevante wetgeving en naar behoren rekening houdend met de legitieme, met name commerciële, belangen van de deelnemers aan de betrokken actie onder contract.

Voorzover een deelnemer zich beroept op een legitiem belang moet hij telkens aantonen dat hij een onevenredig groot nadeel zou lijden.

2. Voorzover de eigenaar van foreground foreground die hij bezit niet beschermt en niet aan een andere deelnemer overdraagt in overeenstemming met artikel 42, leden 1 en 2, mogen geen verspreidingsactiviteiten plaatsvinden voordat de Commissie op de hoogte is gesteld.

In dergelijke gevallen mag de Commissie, met akkoord van de betrokken deelnemer, bezit nemen van deze foreground en maatregelen nemen voor de adequate en effectieve bescherming ervan. De betrokken deelnemer kan dit enkel weigeren indien hij kan aantonen dat zijn legitieme belangen disproportioneel zouden worden geschaad.

Artikel 45

Verklaring betreffende communautaire financiële steun

Alle publicaties, octrooiaanvragen die door of namens een deelnemer worden ingediend, of elke andere verspreiding betreffende foreground moeten een verklaring omvatten dat de betrokken foreground is gegenereerd met financiële steun van de Gemeenschap.

De bewoordingen van die verklaring worden in de subsidieovereenkomst vastgesteld.

Artikel 46

Gebruik en verspreiding

1. De deelnemers gebruiken de foreground die zij bezitten of zorgen ervoor dat deze wordt gebruikt.

2. Elke deelnemer draagt er zorg voor dat de foreground die hij bezit zo snel mogelijk wordt verspreid. Mocht hij verzuimen dit te doen, dan mag de Commissie die foreground verspreiden.

3. Verspreidingsactiviteiten dienen verenigbaar te zijn met de intellectuele eigendomsrechten, de vertrouwelijkheid en de legitieme belangen van de eigenaar van de foreground.

4. De andere betrokken deelnemers dienen vooraf van elke verpreidingsactiviteit in kennis te worden gesteld.

Na kennisgeving mag elk van deze deelnemers bezwaar maken indien hij van oordeel is dat zijn legitieme belangen met betrekking tot zijn foreground disproportioneel grote schade zouden kunnen lijden . In dergelijke gevallen mag de verspreidingsactiviteit enkel plaatsvinden indien de nodige maatregelen zijn genomen om deze legitieme belangen te beschermen.

Artikel 47

Verspreiding in verband met acties voor grensverleggend onderzoek

Bij acties voor grensverleggend onderzoek dragen de deelnemers actief zorg voor de verspreiding van foreground, rekening houdend met de noodzaak van bescherming van de intellectuele eigendomsrechten, de voordelen van snelle verspreiding, de vertrouwelijkheid en de legitieme belangen van de deelnemers.

AFDELING 2 TOEGANGSRECHTEN VOOR BACKGROUND EN FOREGROUND

ARTIKEL 48

Background waarin is voorzien

De deelnemers kunnen in een schriftelijke overeenkomst vastleggen welke background nodig is voor de actie onder contract en kunnen, waar nodig, specifieke background uitsluiten.

Artikel 49

Beginselen

1. Alle verzoeken voor toegangsrechten dienen schriftelijk te gebeuren.

2. Tenzij door de eigenaar van de foreground of background anders overeengekomen houden toegangsrechten niet het recht in om onderlicenties toe te kennen.

3. Er kunnen exclusieve licenties voor foreground of background worden verleend behoudens schriftelijke bevestiging door alle andere betrokken deelnemers dat zij afstand doen van hun desbetreffende toegangsrechten.

4. Onverminderd lid 3 moet elke overeenkomst waarbij toegangsrechten voor foreground of background aan deelnemers of derden worden verleend de potentiële toegangsrechten voor andere deelnemers onverlet laten.

5. De deelnemers aan dezelfde actie brengen elkaar zo spoedig mogelijk op de hoogte van alle beperkingen op de toekenning van toegangsrechten voor background of van elke andere beperking die substantieel van invloed kan zijn op de toekenning van toegangsrechten.

6. De beëindiging van zijn deelname aan een actie onder contract is op geen enkele wijze van invloed op de verplichting van deze deelnemer om aan de overblijvende deelnemers aan dezelfde actie toegangsrechten toe te kennen onder de voorwaarden van de subsidieovereenkomst.

Artikel 50

Toegangsrechten voor de uitvoering van acties onder contract

1. Er worden toegangsrechten voor foreground aan andere deelnemers aan dezelfde actie onder contract toegekend indien dit nodig is om deze deelnemers in staat te stellen hun eigen werkzaamheden op grond van die actie onder contract uit te voeren.

Dergelijke toegangsrechten worden vrij van auteursrechten verleend.

2. Er worden toegangsrechten voor background aan de andere deelnemers aan dezelfde actie onder contract toegekend indien dit nodig is om deze deelnemers in staat te stellen hun eigen werkzaamheden op grond van die actie onder contract uit te voeren mits de betrokken deelnemer het recht heeft deze toe te kennen.

Dergelijke toegangsrechten worden vrij van auteursrechten verleend, tenzij door alle deelnemers anders overeengekomen voor hun toetreding tot de subsidieovereenkomst.

OTO-uitvoerders verlenen echter toegangsrechten voor background vrij van auteursrechten.

Artikel 51

Toegangsrechten voor gebruik

1. De deelnemers aan dezelfde actie onder contract genieten toegangsrechten voor foreground indien dit nodig is om hun eigen foreground te gebruiken.

Dergelijke toegangsrechten worden onder eerlijke en redelijke voorwaarden of vrij van auteursrechten toegekend.

2. De deelnemers aan dezelfde actie onder contract genieten toegangsrechten voor background indien dit nodig is om hun eigen foreground te gebruiken mits de betrokken deelnemer het recht heeft deze toe te kennen.

Dergelijke toegangsrechten worden onder eerlijke en redelijke voorwaarden of vrij van auteursrechten toegekend.

3. Een verzoek voor toegangsrechten op grond van de leden 1 of 2 kan worden ingediend tot één jaar na een van de volgende gebeurtenissen:

(a) het einde van de actie onder contract;

(b) beëindiging van de deelname door de eigenaar van de betrokken background of foreground.

De betrokken deelnemers kunnen echter een andere termijn overeenkomen.

4. Indien alle betrokken eigenaars het daarmee eens zijn, worden, op overeen te komen eerlijke en redelijke voorwaarden, toegangsrechten voor foreground aan een OTO-uitvoerder verleend om verdere onderzoeksactiviteiten te verrichten.

5. OTO-uitvoerders verlenen vrij van auteursrechten toegangsrechten voor background die nodig is om de in de actie onder contract gegenereerde foreground te gebruiken.

Artikel 52

Aanvullende bepalingen betreffende toegangsrechten voor acties voor “grensverleggend” onderzoek en voor acties ten behoeve van specifieke groepen

1. Onverminderd de artikelen 50 en 51 zijn bij acties voor grensverleggend onderzoek de toegangsrechten voor foreground en background voor uitvoering of gebruik vrij van auteursrechten.

2. Voorzover de specifieke groep die profiteert van de actie vertegenwoordigd wordt door een juridische entiteit die in zijn plaats aan de actie deelneemt, mag de juridische entiteit alle aan haar toegekende toegangsrechten in onderlicentie geven aan die van haar leden welke in een lidstaat of een geassocieerd land zijn gevestigd.

Hoofdstuk IVEuropese Investeringsbank

Artikel 53

1. De Gemeenschap kan een subsidie aan de Europese Investeringsbank (EIB) verlenen ter dekking van het risico voor leningen die de EIB verstrekt voor de ondersteuning van de realisering van onderzoeksdoelstellingen krachtens het zevende kaderprogramma (risicodelende financieringsfaciliteit).

2. De EIB verstrekt deze leningen in overeenstemming met de beginselen van eerlijkheid, transparantie, onpartijdigheid en gelijke behandeling.

3. De Commissie heeft, op voorwaarden die in overeenstemming met de werkprogramma’s in de subsidieovereenkomst moeten worden vastgesteld, het recht bezwaar te maken tegen het gebruik van de risicodelende financieringsfaciliteit.

Hoofdstuk V Slotbepalingen

Artikel 54

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie .

Zij is van toepassing vanaf 1 januari 2007.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel,

Voor het Europees Parlement Voor de Raad

De Voorzitter De Voorzitter

[1] PB C […], […], blz. […].

[2] PB C […], […], blz. […].

[3] PB C […], […], blz. […].

[4] Advies van het Europees Parlement van april 2005, en Besluit van de Raad van […].

[5] PB C […], […], blz. […].

[6] PB L 248 van 16.09.2002, blz. 1.

[7] PB L 357 van 31.12.2002, blz. 1, als gewijzigd bij Verordening (EG, EURATOM) nr. 1261/2005 van de Commissie (PB L 201 van 2.8.2005, blz. 3).

[8] Momenteel de communautaire kaderregeling inzake staatssteun voor onderzoek en ontwikkeling,PB C 45 van 17.2.1996, blz. 5.

[9] PB L 124 van 20.5.2003, blz. 36.

[10] PB L 75 van 22.3.2005, blz. 67.

Top