Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52005PC0694

    Voorstel voor een verordening van de Raad inzake de gegarandeerde traditionele specialiteiten voor landbouwproducten en levensmiddelen

    /* COM/2005/0694 def. - CNS 2005/0270 */

    52005PC0694




    [pic] | COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN |

    Brussel, 23.12.2005

    COM(2005) 694 definitief

    2005/0270(CNS)

    Voorstel voor een

    VERORDENING VAN DE RAAD

    inzake de gegarandeerde traditionele specialiteiten voor landbouwproducten en levensmiddelen

    (door de Commissie ingediend)

    TOELICHTING

    1. Sedert 24 juli 1993 kunnen op grond van Verordening (EEG) nr. 2082/92 van de Raad inzake de specificiteitcertificering voor landbouwproducten en levensmiddelen traditionele landbouwproducten en levensmiddelen die een specifiek karakter hebben, op communautair niveau worden erkend en beschermd. De specificiteit van deze producten houdt verband met de productie- en/of verwerkingsmethode, maar niet met de geografische oorsprong.

    2. Sedert de invoering van deze regeling zijn 15 landbouwproducten en levensmiddelen geregistreerd en enkele daarvan hebben een aanzienlijk economisch potentieel. De Commissie heeft 18 nieuwe registratieaanvragen ontvangen uit verschillende lidstaten.

    3. Dankzij dit instrument kunnen de producenten aan hun producten waarde toevoegen, kan de consument tegen misbruiken worden beschermt en kan de eerlijkheid van handelstransacties worden gegarandeerd. Het belangrijkste voordeel van de in de verordening vastgestelde registratie betreft de identificatie van het product door het gebruik van de geregistreerde naam in combinatie met de vermelding "gegarandeerde, traditionele specialiteit" en het communautaire logo. Met betrekking tot het gebruik van de naam zijn er twee mogelijkheden: de registratie kan plaatsvinden met of zonder reservering van het gebruik van de naam ten behoeve van de producten die het productdossier in acht nemen. Sedert de inwerkingtreding van de verordening is slechts in vijf gevallen van registratie ook het gebruik van de naam gereserveerd. De lidstaten zijn verplicht de vermelding "gegarandeerde traditionele specialiteit", het overeenkomstige logo en de gereserveerde namen te beschermen. De gegarandeerde traditionele specialiteiten vallen niet onder het intellectuele-eigendomsrecht in de zin van de Overeenkomst inzake de handelsaspecten van de intellectuele eigendom (TRIP’s-Overeenkomst).

    4. Er dient te worden op toegezien dat de producenten uit landen die lid zijn van de WTO, voor deze registratieregeling in aanmerking komen zonder voorwaarden op het gebied van gelijkwaardigheid en wederkerigheid, en dat onderdanen van deze landen die kunnen aantonen dat zij een rechtmatig belang hebben, bezwaar kunnen aantekenen tegen een registratie. Krachtens de clausule inzake de nationale behandeling tenslotte moeten producenten uit de landen die lid zijn van de WTO, de productdossiers die zijn geregistreerd als gegarandeerde traditionele specialiteiten, op dezelfde wijze kunnen gebruiken als de producenten uit de lidstaten. Bovendien moet worden voorzien in bepalingen om het bestaan en de toepassing van bestaande intellectuele-eigendomsrechten zoals merken en geografische aanduidingen te garanderen.

    5. Het voorstel is er voorts op gericht de procedures te vereenvoudigen en bij te stellen, en duidelijk te maken welke de verantwoordelijkheden zijn van de verschillende autoriteiten die betrokken zijn bij het onderzoek van de aanvragen. Ter verduidelijking wordt ook gesteld dat de taken die het best kunnen worden uitgevoerd op nationaal niveau, uiteraard moeten worden toevertrouwd aan de nationale autoriteiten, met inachtneming evenwel van de gelijke behandeling van alle betrokkenen, inclusief derde landen.

    6. Momenteel verloopt de registratieprocedure voor gegarandeerde traditionele specialiteiten in twee fasen. In eerste instantie wordt door een producentengroepering een registratieaanvraag ingediend bij de bevoegde autoriteiten van de betrokken lidstaat. In tweede instantie zenden de nationale autoriteiten de aanvragen door naar de Commissie met het oog op registratie; deze laatste stuurt de vertaalde aanvraag door naar de andere lidstaten.

    7. In het algemeen zijn de door de lidstaten bij de Commissie ingediende dossiers te omvangrijk en te gedetailleerd. Voorgesteld wordt om nog enkel het productdossier stricto sensu aan de Commissie toe te zenden, waarbij de nationale autoriteiten verantwoordelijk zijn voor de evaluatie van het traditionele en specifieke karakter van de betrokken landbouwproducten en levensmiddelen.

    8. De Commissie maakt overigens de belangrijkste gegevens van de aanvraag bekend in het Publicatieblad van de Europese Unie, zodat eenieder die een rechtmatig belang heeft bij de registratie, daartegen bezwaar kan aantekenen. Voorgesteld wordt de redenen te definiëren op grond waarvan een bezwaar ontvankelijk is, om te voorkomen dat de Commissie zich moet bezighouden met bezwaarschriften die soms totaal uit de lucht gegrepen en onrechtmatig zijn. Dank zij deze maatregelen moeten de administratieve procedures op het niveau van de Gemeenschap veel eenvoudiger worden.

    9. Het voorstel bevat talrijke vereenvoudigingen en verduidelijkingen. Gebleken is namelijk dat het voorwerp van de verordening niet altijd even duidelijk was voor de producenten en andere betrokken marktdeelnemers. De gebruikte termen zijn ingewikkeld en de definities niet altijd even nauwkeurig. De term "traditioneel" is zelfs helemaal niet gedefinieerd. Terzelfder tijd wordt voorgesteld enkele incoherenties te rectificeren, zoals de duur van de bezwaarperiode in geval van een aanvraag tot wijziging van een productdossier, die op een bepaalde plaats is vastgesteld op zes maanden en op een andere op drie maanden.

    10. In voorkomend geval worden verbeteringen aan de regeling voorgesteld die identiek zijn aan de verbeteringen die zijn voorgesteld voor het systeem ter bescherming van de geografische aanduidingen en de oorsprongsbenamingen, met name met betrekking tot het controlesysteem, de registratieprocedures en de bezwaarprocedures, de verplichte verwijzing naar de vermelding "gegarandeerde traditionele specialiteit" en naar het communautaire logo in de etikettering van de producten, en de mogelijkheid een beroep te doen op een comité van beheer voor alle aspecten betreffende de registratieaanvragen.

    11. Over de grote lijnen van deze wijzigingen is overleg gepleegd met alle betrokken partijen. Tijdens de besprekingen in het kader van de Adviesgroep kwaliteit van landbouwproducten (juni 2005) en in het kader van het Regelgevend Comité inzake specificiteitsverklaringen voor landbouwproducten en levensmiddelen werd het belang van de regeling beklemtoond en geïllustreerd aan de hand van succesrijke praktijkvoorbeelden.

    12. De voorgenomen maatregelen hebben geen financiële consequenties voor de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen.

    2005/0270(CNS)

    Voorstel voor een

    VERORDENING VAN DE RAAD

    inzake de gegarandeerde traditionele specialiteiten voor landbouwproducten en levensmiddelen

    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 37,

    Gezien het voorstel van de Commissie,

    Gezien het advies van het Europees Parlement[1],

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1) De productie, de vervaardiging en de distributie van landbouwproducten en levensmiddelen nemen een belangrijke plaats in in de economie van de Gemeenschap.

    (2) De diversificatie van de landbouwproductie moet worden bevorderd. De afzetbevordering van traditionele producten met specifieke kenmerken kan een belangrijke troef worden voor het platteland, met name in probleemgebieden of afgelegen gebieden, enerzijds doordat het inkomen van de landbouwers erdoor wordt verbeterd en anderzijds doordat wordt voorkomen dat de plattelandsbevolking uit die gebieden wegtrekt.

    (3) Voor de goede werking van de interne markt in de sector levensmiddelen moet het bedrijfsleven kunnen beschikken over instrumenten waarmee het aan zijn producten waarde kan toevoegen en waarmee tevens de consument tegen misbruiken kan worden beschermd en de eerlijkheid van de handelstransacties kan worden gegarandeerd.

    (4) Bij Verordening (EEG) nr. 2082/92 van de Raad van 14 juli 1992 inzake de specificiteitcertificering voor landbouwproducten en levensmiddelen[2] is een definitie gegeven van de specificiteitcertificering en bij Verordening (EEG) nr. 1848/93 van de Commissie[3], waarbij uitvoeringsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 2082/92 zijn vastgesteld, is de vermelding "gegarandeerde traditionele specialiteit" gedefinieerd en ingevoerd. De specificiteitcertificeringen, vaker aangeduid als "gegarandeerde traditionele specialiteiten" spelen in op de vraag van de consument naar traditionele producten met specifieke kenmerken. Wegens de grote verscheidenheid aan producten die op de markt worden gebracht en de overvloed aan informatie ter zake, moet de consument zijn keuze kunnen maken op grond van nauwkeurige en beknopte informatie die hem duidelijkheid geeft over de kenmerken van een product.

    (5) Teneinde meer duidelijkheid te brengen in de situatie mag geen gebruik meer worden gemaakt van de uitdrukking "specificiteitcertificering" maar alleen nog van de uitdrukking "gegarandeerde traditionele specialiteit" die gemakkelijker te begrijpen is, en moet, om voor zowel producenten als consumenten duidelijk te maken waarop deze verordening betrekking heeft, de definitie van specificiteit worden aangescherpt en een definitie worden vastgesteld van de term "traditioneel".

    (6) Sommige producenten wensen extra waarde te geen aan hun traditionele landbouwproducten of levensmiddelen omdat deze zich, door hun specifieke kenmerken, duidelijk onderscheiden van andere soortgelijke producten of levensmiddelen. Om de consument te beschermen moet de gecertificeerde specificiteit worden gecontroleerd. Een facultatief systeem, dat de marktdeelnemers de gelegenheid geeft op communautair niveau bekendheid te geven aan de kwaliteit van een levensmiddel, moet garanderen dat de in de handel gebruikte verwijzigingen naar die specifieke kenmerken onderbouwd zijn.

    (7) Voor de etikettering van de landbouwproducten en levensmiddelen gelden de algemene voorschriften die ter zake in de Gemeenschap zijn vastgesteld, met name de bepalingen van Richtlijn 2000/13/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 maart 2000 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgeving der lidstaten inzake de etikettering en presentatie van levensmiddelen alsmede inzake de daarvoor gemaakte reclame[4]. In verband met de specificiteit moeten evenwel aanvullende bijzondere voorschriften worden vastgesteld voor de gegarandeerde traditionele specialiteiten. Om op het grondgebied van de Gemeenschap geproduceerde gegarandeerde traditionele specialiteiten gemakkelijker en sneller te kunnen identificeren, moet het gebruik van de betrokken communautaire vermeldingen en logo’s in de etikettering verplicht worden gesteld, waarbij evenwel moet worden voorzien in een redelijke termijn om de marktdeelnemers de gelegenheid te geven zich naar deze verplichting te schikken.

    (8) Om de inachtneming en de stabiliteit van gecertificeerde specifieke kenmerken te garanderen, moeten de in groeperingen verenigde producenten zelf die kenmerken vastleggen in een productdossier. Ook producenten uit derde landen kunnen een gegarandeerde traditionele specialiteit laten registreren.

    (9) Voor de op het grondgebied van de Gemeenschap beschermde gegarandeerde traditionele specialiteiten moet een geloofwaardige controleregeling gelden die is gebaseerd op Verordening (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake officiële controles op de naleving van de wetgeving inzake diervoeders en levensmiddelen en de voorschriften inzake diergezondheid en dierenwelzijn[5], alsmede op een controleregeling die ten doel heeft te garanderen dat de bepalingen van het productdossier door de marktdeelnemers in acht worden genomen voordat de landbouwproducten en levensmiddelen in de handel worden gebracht.

    (10) Gegarandeerde traditionele specialiteiten komen slechts voor bescherming in aanmerking indien zij geregistreerd zijn op communautair niveau. Op grond van de inschrijvingen in een register kan ook de voorlichting aan de sector en de consument worden gegarandeerd.

    (11) De nationale autoriteiten van de betrokken lidstaat moeten elke registratieaanvraag onderzoeken met inachtneming van de gemeenschappelijke minimumvoorschriften, inclusief een bezwaarprocedure op nationaal niveau, teneinde te garanderen dat het betrokken landbouwproduct of levensmiddel traditioneel is en specifieke kenmerken heeft. Vervolgens moet de Commissie worden betrokken bij een onderzoek om te garanderen dat de door de lidstaten enerzijds en door producenten uit derde landen anderzijds ingediende registratieaanvragen op gelijke voet worden behandeld.

    (12) Om de registratieprocedure efficiënter te maken moet worden vermeden dat energie wordt verspild aan de behandeling van onrechtmatige en ongefundeerde bezwaren, en moet worden bepaald op welke gronden de Commissie oordeelt over de ontvankelijkheid van bij haar ingediende bezwaarschriften. Het recht op bezwaar geldt ook voor rechtmatig betrokken onderdanen van derde landen, overeenkomstig dezelfde criteria als die welke gelden voor producenten uit de Gemeenschap. De bewijsstukken en beoordelingen van deze criteria moeten worden verantwoord voor het grondgebied van de Gemeenschap. Op grond van de opgedane ervaring moet de periode waarin bezwaar kan worden aangetekend en waarin tussen de lidstaten moeten worden overlegd in geval van bezwaar, worden aangepast.

    (13) Voorzien moet worden in bepalingen die het bestaan en de toepassing van bestaande intellectuele eigendomsrechten garanderen.

    (14) Om scheeftrekking van de concurrentie te voorkomen, moet ervoor worden gezorgd dat elke producent, ook die uit een derde land, gebruik kan maken van een geregistreerde naam in combinatie met een vermelding en, in voorkomend geval, een communautair logo, dan wel een geregistreerde naam als zodanig, voor zover het landbouwproduct of het levensmiddel dat hij produceert of verwerkt, voldoet aan de eisen van het overeenkomstige productdossier en dat hij overeenkomstig deze verordening een beroep doet op een controle-instantie of -organisatie.

    (15) De vermeldingen inzake de specifieke kenmerken van een traditioneel landbouwproduct of levensmiddel moeten, om zowel aantrekkelijk te zijn voor de producenten als betrouwbaar voor de consumenten, juridisch worden beschermd en door de overheid worden gecontroleerd.

    (16) Wanneer voor een gegarandeerde traditionele specialiteit binnen een bepaalde termijn geen controle-instantie of -organisatie is aangemeld bij de Commissie, en derhalve niet kan worden gegarandeerd dat zij met inachtneming van het geregistreerde productdossier wordt geproduceerd, moet de registratie nietig worden verklaard.

    (17) De nodige maatregelen ter uitvoering van deze verordening moeten worden vastgesteld overeenkomstig Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden[6].

    (18) Vastgesteld moet worden welke bepalingen van deze verordening van toepassing zijn op registratieaanvragen die bij de Commissie zijn toegekomen vóór de inwerkingtreding van de verordening, waarbij met name rekening moet worden gehouden met het stadium waarin de registratieprocedure zich reeds bevindt. Voorts moet de marktdeelnemers een redelijke termijn worden gelaten voor de nodige aanpassingen met betrekking tot de particuliere controleorganisaties en de etikettering van de landbouwproducten en levensmiddelen die als gegarandeerde traditionele specialiteit in de handel worden gebracht.

    (19) Met het oog op de duidelijkheid en de transparantie moet Verordening (EEG) nr. 2082/92 worden ingetrokken en vervangen door een nieuwe verordening,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1 Werkingssfeer

    1. Bij deze verordening wordt bepaald welke voorschriften van toepassing zijn voor het erkennen als gegarandeerde traditionele specialiteit van:

    a) de in bijlage I bij het Verdrag bedoelde landbouwproducten die bestemd zijn voor menselijke consumptie;

    b) de in bijlage I bij deze verordening bedoelde levensmiddelen.

    Bijlage I bij deze verordening kan worden gewijzigd volgens de in artikel 18, lid 2, bedoelde procedure.

    2. Deze verordening geldt onverminderd andere bijzondere communautaire bepalingen.

    3. Richtlijn 98/34/EG van het Europees Parlement en de Raad[7] is niet van toepassing op de gegarandeerde traditionele specialiteiten waarvoor deze verordening geldt.

    Artikel 2 Definities

    1. In deze verordening wordt verstaan onder:

    a) "specificiteit": het aspect of geheel van aspecten waardoor een landbouwproduct of een levensmiddel zich duidelijk onderscheidt van andere soortgelijke producten of levensmiddelen die tot dezelfde categorie behoren;

    b) "traditioneel": het aantoonbare gebruik op de communautaire markt gedurende een periode die overeenstemt met ten minste een menselijke generatie;

    c) "gegarandeerde traditionele specialiteit": een traditioneel landbouwproduct of een traditioneel levensmiddel dat door de Gemeenschap als specifiek is erkend via registratie overeenkomstig deze verordening;

    d) "groepering": elke organisatie, ongeacht haar rechtsvorm of samenstelling, van bij hetzelfde landbouwproduct of hetzelfde levensmiddel betrokken producenten of verwerkers.

    2. Het aspect of het geheel van aspecten als bedoeld in lid 1, onder a), kan betrekking hebben op de intrinsieke kenmerken van het product, met name de fysische, chemische, microbiologische of organoleptische kenmerken, de productie- of verwerkingsmethode van het product, of op de specifieke kenmerken die bij de productie of de verwerking van het product voorop moeten staan.

    De presentatie van een landbouwproduct of een levensmiddel wordt niet beschouwd als een aspect in de zin van lid 1, onder a).

    De in lid 1, onder a), omschreven specificiteit mag niet worden beperkt tot een kwalitatieve of kwantitatieve samenstelling.

    Andere betrokken partijen mogen deel uitmaken van de groepering in de zin van lid 1, onder d).

    Artikel 3 Register

    De Commissie houdt een register bij van de gegarandeerde traditionele specialiteiten die op communautair niveau zijn erkend overeenkomstig deze verordening.

    Het register bevat twee aparte lijsten van gegarandeerde traditionele specialiteiten, naargelang het gebruik van de naam van het product of het levensmiddel al dan niet gereserveerd is voor producenten die het productdossier in acht nemen.

    Artikel 4 Eisen met betrekking tot de producten en de namen

    1. Om in het in artikel 3 bedoelde register te worden opgenomen, moet een landbouwproduct of een levensmiddel hetzij geproduceerd zijn op basis van traditionele grondstoffen, hetzij een traditionele samenstelling hebben, dan wel geproduceerd of verwerkt zijn volgens een traditionele productie- of verwerkingsmethode

    In het register mogen geen landbouwproducten of levensmiddelen worden opgenomen waarvan de specificiteit berust op de herkomst of de geografische oorsprong. Het gebruik van geografische termen is evenwel toegestaan.

    2. Om in het register te worden opgenomen, moet de naam:

    a) hetzij op zichzelf specifiek zijn,

    b) hetzij de specificiteit van het landbouwproduct of het levensmiddel tot uitdrukking brengen.

    De in de eerste alinea, onder a), bedoelde specifieke naam moet traditioneel zijn en in overeenstemming zijn met de nationale bepalingen, dan wel door het gebruik ingeburgerd zijn.

    De in de eerste alinea, onder b), bedoelde naam die de specificiteit tot uitdrukking brengt, kan niet in het register worden opgenomen:

    a) indien hij uitsluitend verwijst naar algemene beweringen die voor een geheel van landbouwproducten of levensmiddelen gelden of die in een specifieke communautaire reglementering worden gebruikt;

    b) indien hij bedrieglijk is, met name indien hij verwijst naar een vanzelfsprekend kenmerk van het product of niet overeenstemt met het productdossier, en die de consument derhalve kan misleiden ten aanzien van de kenmerken van het product.

    Artikel 5 Verband met de intellectuele-eigendomsrechten

    1. Een product wordt niet als gegarandeerde traditionele specialiteit geregistreerd wanneer de naam identiek is aan of lijkt op een geregistreerd merk voor identieke of soortgelijke producten en er een risico van verwarring is, of wanneer de naam gebaseerd is op een geografische aanduiding op het grondgebied van de Gemeenschap.

    2. De naam van een plantenras of een dierenras mag in de naam van een gegarandeerde traditionele specialiteit worden gebruikt, op voorwaarde dat daardoor geen verwarring kan ontstaan ten aanzien van de aard van het product.

    Artikel 6 Productdossier

    1. Om voor een gegarandeerde traditionele specialiteit in aanmerking te komen, moet een landbouwproduct of een levensmiddel in overeenstemming zijn met een productdossier.

    2. Het productdossier omvat de volgende elementen:

    a) de in artikel 4, lid 2, bedoelde naam, in een of meer talen, waarbij moet worden vermeld of de groepering de registratie ervan aanvraagt met of zonder reservering van de naam en om toepassing vraagt van het bepaalde in artikel 13, lid 3;

    b) de beschrijving van de belangrijkste fysische, chemische, microbiologische en organoleptische kenmerken van het landbouwproduct of het levensmiddel;

    c) de beschrijving van de productiemethode die door de producenten moet worden gevolgd, inclusief de aard en de kenmerken van de grondstof of de gebruikte ingrediënten, alsmede de methode van verwerking van het landbouwproduct of het levensmiddel;

    d) de belangrijkste kenmerken waaraan de specificiteit wordt ontleend en, in voorkomend geval, de gebruikte referentiebasis;

    e) de belangrijkste kenmerken ter staving van het traditionele karakter als bedoeld in artikel 4, lid 1, eerste alinea;

    f) de minimumeisen en de procedures voor de controle van de specificiteit.

    Artikel 7 Registratieaanvraag

    1. Alleen groeperingen zijn gerechtigd een aanvraag tot registratie van de specificiteit van een landbouwproduct of een levensmiddel in te dienen.

    Meerdere groeperingen uit lidstaten of derde landen kunnen een gezamenlijke aanvraag indienen.

    2. Een groepering kan slechts een registratieaanvraag indienen voor landbouwproducten of voedingsmiddelen die zij zelf produceert of verkrijgt.

    3. De registratieaanvraag omvat:

    a) de naam van de aanvragende groepering;

    b) het in artikel 6 bedoelde productdossier;

    c) de documenten ter staving van het specifieke en traditionele karakter;

    d) de referenties met betrekking tot de in artikel 15 bedoelde controlestructuur of controlestructuren.

    4. Indien de groepering gevestigd is in een lidstaat, wordt de aanvraag ingediend bij de bevoegde autoriteit van de lidstaat waar de groepering is gevestigd.

    De lidstaat onderzoekt de aanvraag aan de hand van passende middelen, ten einde na te gaan of de aanvraag verantwoord is en aan de bepalingen van deze verordening voldoet.

    5. In de loop van het in lid 4, tweede alinea, bedoelde onderzoek organiseert de lidstaat op nationaal niveau een bezwaarprocedure, in het kader waarvan de aanvraag op adequate wijze wordt bekendgemaakt en wordt voorzien in een redelijke periode gedurende dewelke elke rechtmatig betrokken persoon die op het grondgebied van de lidstaat is gevestigd, bezwaar kan indienen tegen de aanvraag.

    De lidstaat onderzoekt de ontvankelijkheid van de ontvangen bezwaarverklaringen volgens de criteria als bedoeld in artikel 9, lid 3, eerste alinea.

    6. Wanneer aan het bepaalde in de artikelen 4, 5 en 6 is voldaan, deelt de bevoegde autoriteit aan de Commissie mee:

    - de naam van de aanvragende groepering,

    - het in artikel 6 bedoelde productdossier,

    - de referenties van de in artikel 15 bedoelde controlestructuur of controlestructuren,

    - een verklaring van de lidstaat waaruit blijkt dat de door de groepering ingediende aanvraag voldoet aan de bepalingen van deze verordening en aan de ter uitvoering daarvan vastgestelde regels.

    7. Aanvragen met betrekking tot landbouwproducten of levensmiddelen die worden ingediend door een groepering van een derde land, worden gericht aan de Commissie, hetzij rechtstreeks, hetzij via de bevoegde autoriteiten van het derde land, en bevatten de in lid 3 vastgestelde elementen.

    8. De in dit artikel bedoelde documenten die aan de Commissie moeten worden meegedeeld, worden opgesteld in een officiële taal van de Gemeenschap of gaan vergezeld van een gecertificeerde vertaling in een officiële taal van de Gemeenschap.

    Artikel 8 Onderzoek door de Commissie

    1. De Commissie onderzoekt de aanvraag om na te gaan of zij verantwoord is en aan de bepalingen van deze verordening voldoet.

    De Commissie maakt de lijst van de benamingen bekend waarvoor een registratieaanvraag is ingediend, met vermelding van de datum van indiening bij de Commissie.

    2. Wanneer aan de bepalingen van deze verordening lijkt te zijn voldaan, maakt de Commissie het in artikel 6 bedoelde productdossier en de gegevens betreffende de aanvragende groepering en de in artikel 15 bedoelde controlestructuur of controlestructuren bekend in het Publicatieblad van de Europese Unie .

    In het tegengestelde geval beslist de Commissie volgens de in artikel 18, lid 3, bedoelde procedure, de registratieaanvraag te verwerpen.

    Artikel 9 Bezwaarschriften

    1. Binnen vier maanden na de in artikel 8, lid 2, eerste alinea, bedoelde datum van bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie , kan elke andere lidstaat of elk ander derde land zich tegen de voorgenomen registratie verzetten, door indiening bij de Commissie van een naar behoren gemotiveerde verklaring.

    2. Elke natuurlijke persoon of rechtspersoon die rechtstreeks en individueel bij de aanvraag betrokken is en die gevestigd is in of verblijft in een andere lidstaat dan die welke de registratie heeft aangevraagd, dan wel in een derde land, kan zich eveneens tegen de voorgenomen registratie verzetten, door indiening van een naar behoren gemotiveerde verklaring.

    De in een lidstaat gevestigde of in een lidstaat verblijvende natuurlijke personen of rechtspersonen moeten het bezwaarschrift indienen bij de bevoegde autoriteit van die lidstaat, binnen de daarvoor in lid 1 vastgestelde termijn.

    In een derde land verblijvende natuurlijke personen of rechtspersonen moeten het bezwaar indienen bij de Commissie, hetzij rechtstreeks, hetzij via de bevoegde autoriteiten van het betrokken derde land, binnen de in lid 1 vastgestelde termijn.

    3. Om ontvankelijk te zijn moeten de bezwaarschriften bij de Commissie toekomen binnen de in lid 1 vastgestelde termijn en moet daaruit blijken dat:

    a) hetzij de in de artikelen 2, 4 en 5 bedoelde bepalingen niet in acht zijn genomen;

    b) hetzij, in geval van een aanvraag overeenkomstig artikel 13, lid 2, de naam op legale, algemeen bekende en economisch significatieve wijze wordt gebruikt voor soortgelijke landbouwproducten of levensmiddelen.

    De Commissie onderzoekt of de bezwaarschriften ontvankelijk zijn.

    De in de eerste alinea bedoelde criteria moeten worden aangetoond en beoordeeld voor het grondgebied van de Gemeenschap.

    4. Indien bij de Commissie geen bezwaar wordt ingediend dat ontvankelijk is in de zin van lid 3, registreert zij de gegarandeerde traditionele specialiteit.

    De registratie wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie .

    5. Indien een bezwaar ontvankelijk is in de zin van lid 3, verzoekt de Commissie de betrokken partijen onderling te overleggen.

    Indien de betrokken partijen binnen zes maanden tot overeenstemming komen, stellen zij de Commissie in kennis van alle gegevens die deze overeenstemming mogelijk hebben gemaakt, alsmede van het standpunt van de aanvrager en dat van de bezwaarde. Indien de overeenkomstig artikel 8, lid 2, bekendgemaakte gegevens niet of nauwelijks zijn gewijzigd, gaat de Commissie te werk volgens het bepaalde in lid 4 van dit artikel. In het tegengestelde geval stelt zij opnieuw het in artikel 8, lid 1, bedoelde onderzoek in.

    Indien geen overeenstemming wordt bereikt, besluit de Commissie volgens de in artikel 18, lid 3, bedoelde procedure, rekening houdend met de op eerlijke en traditionele wijze toegepaste gebruiken en de werkelijke risico's van verwarring.

    Dit besluit wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    6. De in dit artikel bedoelde aan de Commissie meegedeelde documenten worden opgesteld in een officiële taal van de Gemeenschap of gaan vergezeld van een gecertificeerde vertaling in een officiële taal van de Gemeenschap.

    Artikel 10 Nietigverklaring

    De Commissie kan besluiten de registratie van een gegarandeerde traditionele specialiteit nietig te verklaren, indien na een nader vast te stellen periode blijkt dat voor het betrokken product geen enkele controle-instantie of –organisatie is aangemeld overeenkomstig artikel 15.

    Artikel 11 Wijziging van een productdossier

    1. Wijziging van een productdossier kan worden aangevraagd door een lidstaat op verzoek van een op zijn grondgebied gevestigde producentengroepering van de gegarandeerde traditionele specialiteit of door een in een derde land gevestigde producentengroepering van de gegarandeerde traditionele specialiteit. In dit laatste geval wordt het verzoek ingediend bij de Commissie, hetzij rechtstreeks, hetzij via de bevoegde autoriteiten van het derde land.

    In het verzoek moet een rechtmatig economisch belang worden aangetoond en moeten de gevraagde wijzigingen en de verantwoording daarvan worden omschreven.

    Voor het verzoek tot goedkeuring van een wijziging geldt de in de artikelen 7, 8 en 9 omschreven procedure. Indien de voorgestelde wijzigingen evenwel gering zijn, besluit de Commissie tot goedkeuring van de wijziging, zonder daarbij de in artikel 8, lid 2, en artikel 9 omschreven procedure te volgen.

    2. De bevoegde autoriteiten van de lidstaten zien erop toe dat elke producent of verwerker die het productdossier waarvoor een wijziging is aangevraagd, toepast, in kennis wordt gesteld van de bekendmaking. Afgezien van de in artikel 9, lid 3, bedoelde bezwaarschriften zijn ook de bezwaarschriften ontvankelijk waaruit blijkt dat de bezwaarde een economisch belang heeft bij de productie van de gegarandeerde traditionele specialiteit.

    Artikel 12 Vermeldingen en logo

    1. Alleen de producenten die aan het productdossier voldoen , mogen in de etikettering, de reclame of de documenten betreffende een landbouwproduct of een levensmiddel verwijzen naar een gegarandeerde traditionele specialiteit.

    2. Wanneer in de etikettering van een op het grondgebied van de Gemeenschap geproduceerd landbouwproduct of levensmiddel verwezen wordt naar een gegarandeerde traditionele specialiteit, moeten daarbij de geregistreerde naam, de vermelding "gegarandeerde traditionele specialiteit" of de afkorting "GTS", alsmede het desbetreffende communautaire logo worden vermeld.

    3. De in lid 2 bedoelde vermeldingen zijn facultatief voor de etikettering van gegarandeerde traditionele specialiteiten die buiten het grondgebied van de Gemeenschap worden geproduceerd.

    Artikel 13 Voorschriften betreffende de geregistreerde naam

    1. Vanaf de datum van de in artikel 9, lid 4, bedoelde bekendmaking mag een naam die in het in artikel 3, bedoelde register is geregistreerd, nog enkel overeenkomstig het bepaalde in artikel 12 worden gebruikt om het met het productdossier overeenkomende landbouwproduct of levensmiddel te identificeren als gegarandeerde traditionele specialiteit. De geregistreerde namen mogen evenwel nog steeds worden gebruikt in de etikettering van producten die niet aan het geregistreerde productdossier voldoen, maar zonder de vermelding "gegarandeerde traditionele specialiteit" de afkorting "GTS" of het desbetreffende communautaire logo.

    2. Een gegarandeerde traditionele specialiteit mag evenwel worden geregistreerd met reservering van de naam voor het landbouwproduct of het levensmiddel dat aan het bekendgemaakte productdossier voldoet, op voorwaarde dat de groepering daarom heeft verzocht in de registratieaanvraag en dat uit de in artikel 9 bedoelde procedure niet blijkt dat de naam op legale, algemeen bekende en economisch significatieve wijze wordt gebruikt voor soortgelijke landbouwproducten of levensmiddelen. Vanaf de datum van de in artikel 9, lid 4, bedoelde bekendmaking mag de naam, zelfs indien hij niet vergezeld gaat van de vermelding "gegarandeerde traditionele specialiteit", de afkorting "GTS" of het desbetreffende communautaire logo, niet meer worden gebruikt in de etikettering van soortgelijke landbouwproducten of levensmiddelen die niet aan het geregistreerde productdossier voldoen.

    3. Voor de namen waarvan registratie wordt gevraagd in een enkele taal, kan de groepering in het productdossier bepalen dat, bij het in de handel brengen van het product, het etiket niet alleen de naam van het product in de originele taal bevat, maar ook, in andere talen, een vermelding dat het product is verkregen volgens de traditie van de regio, de lidstaat of het derde land waar de aanvraag is ingediend.

    Artikel 14 Controlesysteem

    1. De lidstaten zien erop toe dat de bij Verordening (EG) nr. 882/2004 vastgestelde controleregeling van toepassing is op de marktdeelnemers waarvoor de onderhavige verordening geldt.

    2. De lidstaten nemen de marktdeelnemers waarvoor de onderhavige verordening geldt, op in de meerjarige nationale controleplannen als bedoeld in de artikelen 41, 42 en 43 van Verordening (EG) nr. 882/2004, alsmede in hun jaarverslagen als bedoeld in artikel 44 van die verordening.

    3. Overeenkomstig artikel 4 van Verordening (EG) nr. 882/2004 wijzen de lidstaten een bevoegde centrale autoriteit aan, die in het bijzonder verantwoordelijk is voor de toepassing van de controleregeling in het kader van de onderhavige verordening.

    Artikel 15 Controles met betrekking tot de naleving van het productdossier door de marktdeelnemers

    1. Teneinde v óór het in de handel brengen van de producten te controleren of de betrokken marktdeelnemers het productdossier hebben nageleefd, kan de in artikel 14, lid 3, bedoelde bevoegde autoriteit een of meer officiële controle-instanties aanwijzen of de betrokken controles delegeren aan een of meer particuliere controleorganisaties.

    Overeenkomstig artikel 7, lid 3, onder d), wordt in de registratieaanvraag melding gemaakt van een of meer overheidsinstanties of particuliere organisaties die de betrokken landbouwproducten of levensmiddelen controleren.

    Indien de productie plaatsvindt in een derde land, wordt in de registratieaanvraag melding gemaakt van een of meer overheidsinstanties of particuliere organisaties die de in lid 1 bedoelde controles uitvoeren.

    2. De in lid 1 bedoelde particuliere controleorganisaties moeten voldoen aan de eisen van norm EN 45011 of een gelijkwaardige norm.

    3. De in lid 1 bedoelde officiële controle-instanties of particuliere controleorganisaties moeten de bevoegdheid hebben de onderhavige verordening te doen naleven, inclusief, in voorkomend geval, door het opleggen van sancties, indien zij constateren dat een landbouwproduct of een levensmiddel met een gegarandeerde traditionele specialiteit niet aan de eisen van het productdossier voldoet.

    4. Elke lidstaat stelt de Commissie in kennis van de naam en de gegevens van de in artikel 14, lid 3, bedoelde bevoegde autoriteit en van de aangewezen officiële controle-instanties en/of de particuliere controleorganisaties die met de controle zijn belast, als bedoeld in lid 1, eerste alinea, met vermelding van de respectieve bevoegdheden, alsmede van elke wijziging in deze gegevens.

    Voor in een derde land gevestigde producenten deelt de groepering, en indien er geen groepering is, de producent, de Commissie rechtstreeks of via de autoriteiten van het betrokken derde land, de in de eerste alinea bedoelde gegevens mee.

    De Commissie maakt de regelmatig bijgewerkte gegevens als bedoeld in de eerste en de tweede alinea, bekend.

    5. De lidstaten treffen de nodige maatregelen om erop toe te zien dat een producent die de bepalingen van deze verordening in acht neemt, kan worden gecontroleerd door de in dit artikel bedoelde instanties en/of organisaties.

    6. De aan de in dit artikel bedoelde controles verbonden kosten zijn voor rekening van de betrokken marktdeelnemers.

    Artikel 16 Verklaring door de producenten bij de controle-instantie of -organisatie

    1. Elke producent van een lidstaat, ook al maakt hij deel uit van de groepering die de oorspronkelijke aanvraag heeft ingediend, die voornemens is om voor het eerst een gegarandeerde traditionele specialiteit te produceren, stelt een in de lidstaat waar hij is gevestigd, aangewezen controle-instantie of –organisatie daarvan tijdig in kennis, op aanwijzing van de in artikel 14, lid 3, bedoelde bevoegde autoriteit.

    2. Elke producent van een derde land, ook al maakt hij deel uit van de groepering die de oorspronkelijke aanvraag heeft ingediend, die voornemens is om voor het eerst een gegarandeerde traditionele specialiteit te produceren, stelt een aangewezen controle-instantie of –organisatie daarvan tijdig in kennis, eventueel op aanwijzing van de producentengroepering of de bevoegde autoriteit van het derde land.

    3. De aangewezen controle-instantie of -organisatie ziet erop toe dat de producent de bekendgemaakte gegevens in acht neemt voordat het product in de handel wordt gebracht.

    Artikel 17 Bescherming

    1. De lidstaten treffen de nodige maatregelen om rechtsbescherming te bieden tegen het onrechtmatige of bedrieglijke gebruik van de vermelding "gegarandeerde traditionele specialiteit" en het desbetreffende communautaire logo, alsmede tegen elke imitatie van de overeenkomstig artikel 13 geregistreerde en gereserveerde namen.

    2. De geregistreerde namen worden beschermd tegen alle praktijken die de consument kunnen misleiden, met name praktijken die de suggestie wekken dat het landbouwproduct of het levensmiddel een door de Gemeenschap erkende gegarandeerde traditionele specialiteit is.

    3. De lidstaten treffen de nodige maatregelen om erop toe te zien dat de op nationaal niveau gebruikte verkoopbenamingen niet kunnen worden verward met de overeenkomstig artikel 13, lid 2, geregistreerde en gereserveerde namen.

    Artikel 18 Permanent Comité voor gegarandeerde traditionele specialiteiten

    1. De Commissie wordt bijgestaan door het Permanent Comité voor gegarandeerde traditionele specialiteiten, dat is samengesteld uit vertegenwoordigers van de lidstaten en wordt voorgezeten door een vertegenwoordiger van de Commissie.

    2. Wanneer naar dit lid wordt verwezen, zijn de artikelen 5 en 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing.

    De in artikel 5, lid 6, van Besluit 1999/468/EG bedoelde termijn wordt vastgesteld op drie maanden.

    3. Wanneer naar dit lid wordt verwezen, zijn de artikelen 4 en 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing.

    De in artikel 4, lid 3, van Besluit 1999/468/EG bedoelde termijn wordt vastgesteld op drie maanden.

    4. Het comité stelt zijn reglement van orde vast.

    Artikel 19 Uitvoerings- en overgangsbepalingen

    1. De bepalingen ter uitvoering van deze verordening worden vastgesteld volgens de in artikel 18, lid 2, bedoelde procedure. Zij betreffen met name:

    a) bepalingen inzake de gegevens die moeten worden opgenomen in het in artikel 6, lid 2, bedoelde productdossier;

    b) bepalingen inzake het indienen van een registratieaanvraag overeenkomstig artikel 7, lid 1, door groeperingen die zijn gevestigd in verschillende lidstaten of derde landen;

    c) bepalingen inzake het doorzenden aan de Commissie van de in artikel 7, lid 3, bedoelde registratieaanvragen, de in artikel 7, lid 7, bedoelde registratieaanvragen en de in artikel 11 bedoelde wijzigingsaanvragen;

    d) bepalingen inzake het in artikel 3 bedoelde register van gegarandeerde traditionele specialiteiten;

    e) bepalingen inzake de in artikel 9 bedoelde bezwaren, inclusief bepalingen inzake het overleg tussen de betrokken partijen;

    f) bepalingen inzake de in artikel 10 bedoelde nietigverklaring van de registratie van een gegarandeerde traditionele specialiteit;

    g) bepalingen inzake de in artikel 12 bedoelde vermeldingen en logo’s;

    h) bepalingen inzake de geringe aard van de in artikel 11, lid 1, derde alinea, bedoelde wijzigingen;

    i) de in artikel 15, lid 2, bedoelde gelijkwaardige normen voor particuliere controleorganisaties;

    j) bepalingen inzake de in artikel 15 bedoelde voorschriften voor de controle op de naleving van de productdossiers door de marktdeelnemers.

    2. De namen die bij de inwerkingtreding van de onderhavige verordening reeds zijn geregistreerd op grond van Verordening (EEG) nr. 2082/92, worden automatisch overgenomen in het in artikel 3 bedoelde register. De desbetreffende productdossiers worden beschouwd als productdossier als bedoeld in artikel 6, lid 1.

    3. De Commissie stelt volgens de in artikel 18, lid 2, bedoelde procedure een verordening vast inzake de overgang van de bij Verordening (EEG) nr. 2082/92 vastgestelde voorschriften naar de bij de onderhavige verordening vastgestelde voorschriften. De betrokken verordening bevat met name de procedures voor een efficiënte analyse van de op grond van de Verordening (EEG) nr. 2082/92 ingediende registratieaanvragen die nog niet volledig zijn afgewikkeld. In het kader van deze procedures kan de aanvragers de verplichting worden opgelegd om binnen een vast te stellen termijn aanvullende gegevens te verstrekken.

    Artikel 20 Heffingen

    De lidstaten kunnen de betaling eisen van een administratieve heffing ter dekking van de kosten in verband met het onderzoek van de registratieaanvragen, de bezwaarschriften en de wijzigingsaanvragen overeenkomstig deze verordening.

    Artikel 21

    Verordening (EEG) nr. 2082/92 wordt ingetrokken.

    Elke verwijzing naar de ingetrokken verordening wordt gelezen als een verwijzing naar de onderhavige verordening overeenkomstig de in bijlage II opgenomen concordantietabel.

    Artikel 22

    Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie .

    De in artikel 12, lid 2, bedoelde bepalingen zijn evenwel van toepassing met ingang van 1 mei 2007.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel,

    Voor de Raad

    De Voorzitter

    BIJLAGE I

    Levensmiddelen als bedoeld in artikel 1, lid 1, onder b)

    - Bier,

    - chocolade en andere bereidingen voor menselijke consumptie die cacao bevatten,

    - suikerwerk, brood, gebak, biscuits en andere bakkerswaren,

    - deegwaren, ook indien gekookt of gevuld,

    - samengestelde gerechten,

    - bereide kruidensausen,

    - soep of bouillon,

    - dranken op basis van plantenextracten,

    - consumptie-ijs en sorbets.

    BIJLAGE II

    Concordantietabel

    Verordening (EEG) nr. 2082/92 | Deze verordening |

    Artikel 1, lid 1, eerste alinea | Artikel 1, lid 1, eerste alinea |

    Artikel 1, lid 1, tweede alinea | Artikel 1, lid 1, tweede alinea |

    Artikel 1, leden 2 en 3 | Artikel 1, leden 2 en 3 |

    Artikel 2, punt 1), eerste alinea | Artikel 2, lid 1, onder a) |

    Artikel 2, punt 1), tweede alinea | Artikel 2, lid 2, tweede alinea |

    Artikel 2, punt 1), derde alinea | Artikel 2, lid 2, derde alinea |

    Artikel 2, punt 2), eerste zin | Artikel 2, lid 1, onder d) |

    Artikel 2, punt 2), tweede zin | Artikel 2, lid 2, vierde alinea |

    Artikel 2, punt 3) | Artikel 2, lid 1, onder c) |

    – | Artikel 2, lid 1, onder b) |

    – | Artikel 2, lid 2, eerste alinea |

    Artikel 3 | Artikel 3 |

    Artikel 4, lid 1, eerste alinea | Artikel 4, lid 1, eerste alinea |

    Artikel 4, lid 2 | Artikel 4, lid 1, tweede alinea |

    Artikel 5, lid 1 | Artikel 4, lid 2, eerste alinea |

    Artikel 5, lid 2 | Artikel 4, lid 2, derde alinea |

    Artikel 5, lid 3 | Artikel 4, lid 2, eerste zin van de tweede alinea |

    Artikel 5, lid 4 | Artikel 4, lid 1, tweede zin van de tweede alinea |

    – | Artikel 5 |

    Artikel 6, lid 1 | Artikel 6, lid 1 |

    Artikel 6, lid 2 | Artikel 6, lid 2 |

    Artikel 7, lid 1 | Artikel 7, lid 1 |

    – | Artikel 7, lid 2 |

    Artikel 7, lid 3 | Artikel 7, lid 6 |

    – | Artikel 7, leden 7 en 8 |

    Artikel 7, lid 2 | Artikel 7, lid 3 |

    – | Artikel 7, leden 4 en 5 |

    – | Artikel 8, lid 1 |

    Artikel 8, lid 1, eerste alinea | – |

    Artikel 8, lid 1, tweede alinea | Artikel 8, lid 2, eerste alinea |

    Artikel 8, lid 2 | – |

    Artikel 8, lid 3 | Artikel 9, leden 1 en 2 |

    – | Artikel 9, lid 3 |

    Artikel 9, lid 1 | Artikel 9, lid 4 |

    Artikel 9, lid 2 | Artikel 9, lid 5 |

    Artikel 10 | Artikel 10 |

    Artikel 11, lid 1 | Artikel 11, lid 1, eerste alinea |

    Artikel 11, lid 2, eerste alinea | Artikel 11, lid 1, derde alinea |

    – | Artikel 11, lid 1, tweede alinea |

    Artikel 11, lid 2, tweede alinea | Artikel 11, lid 2 |

    Artikel 11, leden 3 en 4 | – |

    Artikel 12 | Artikel 19, lid 1, onder g) |

    Artikel 13, lid 1 | Artikel 13, lid 1 |

    Artikel 13, lid 2 | Artikel 13, lid 2 |

    – | Artikel 13, lid 3 |

    Artikel 14 | Artikelen 14 en 15 |

    Artikel 15, lid 1 | Artikel 12, lid 1 |

    – | Artikel 12, leden 2 en 3 |

    Artikel 15, lid 2 | Artikel 16, lid 1 |

    Artikel 15, lid 3 | Artikel 16, lid 3 |

    Artikel 16 | – |

    Artikel 17 | Artikel 17, leden 1 en 2 |

    Artikel 18 | Artikel 17, lid 3 |

    Artikel 19 | Artikel 18 |

    Artikel 20 | Artikel 19 |

    Artikel 21 | – |

    – | Artikel 21 |

    Artikel 22 | Artikel 22 |

    Bijlage | Bijlage I |

    – | Bijlage II |

    [1] PB C … van …, blz. ….

    [2] PB L 208 van 24.7.1992, blz. 9. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 806/2003 (PB L 122 van 16.5.2003, blz. 1).

    [3] PB L 168 van 10.7.1993, blz. 35. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2167/2004 (PB L 371 van 18.12.2004, blz. 8).

    [4] PB L 109 van 6.5.2000, blz. 29. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2003/89 (PB L 308 van 25.11.2003, blz. 15).

    [5] PB L 165 van 30.4.2004, blz. 1. Gerectificeerde versie in PB L 191 van 28.5.2004, blz. 1.

    [6] PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23.

    [7] PB L 204 van 21.7.1998, blz. 37.

    Top