EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52005PC0692

Voorstel voor een verordening van de Raad betreffende de sluiting van een partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en het Koninkrijk Marokko

/* COM/2005/0692 def. - CNS 2005/0280 */

52005PC0692

Voorstel voor een verordening van de Raad betreffende de sluiting van een partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en het Koninkrijk Marokko /* COM/2005/0692 def. - CNS 2005/0280 */


[pic] | COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN |

Brussel, 23.12.2005

COM(2005) 692 definitief

2005/0280 (CNS)

Voorstel voor een

VERORDENING VAN DE RAAD

betreffende de sluiting van een partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en het Koninkrijk Marokko

(door de Commissie ingediend)

TOELICHTING

De Gemeenschap en het Koninkrijk Marokko hebben onderhandeld over een Partnerschapsovereenkomst inzake visserij waarbij aan vissers uit de Gemeenschap vangstmogelijkheden worden toegekend in de Marokkaanse visserijzones alsmede over het Protocol en de bijlage ervan tot vaststelling van de technische en financiële voorwaarden waaronder vissersvaartuigen van de EG de visserij mogen uitoefenen in de vierjarige periode vanaf de inwerkingtreding ervan, en hebben deze overeenkomst alsmede het protocol en de bijlage ervan op 28 juli 2005geparafeerd.

Het hoofddoel van de nieuwe partnerschapsovereenkomst is het versterken van de samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en het Koninkrijk Marokko met het oog op het instellen van een partnerschapskader voor de ontwikkeling van een duurzaam visserijbeleid en de redelijke exploitatie van de visbestanden in de Marokkaanse visserijzones, in het belang van de twee partijen. Bij het bepalen van haar onderhandelingspositie heeft de Commissie zich onder meer gebaseerd op de resultaten van een evaluatie vooraf door onafhankelijke deskundigen.

De twee partijen verbinden zich tot het aangaan van een politieke dialoog over visserijaangelegenheden van wederzijds belang. In de partnerschapsovereenkomst worden huidige prioriteiten van het visserijbeleid in Marokko aangewezen: het moderniseren en op peil brengen van de kustvloot, het afschaffen van de drijfnetten, wetenschappelijk onderzoek, de herstructurering van de kleinschalige visserij, het op peil brengen van de afzetkanalen, de mechanisering van de middelen voor het aanlanden en behandelen en de opleiding en ondersteuning van de beroepsorganisaties uit de Marokkaanse visserijsector.

De partnerschapsovereenkomst voorziet ook in samenwerking tussen de twee partijen met het oog op het bevorderen van de economische integratie van de communautaire actoren in de visserijsector in Marokko.

De partnerschapsovereenkomst, vergezeld van een protocol en de bijlage erbij, is gesloten voor de duur van vier jaar en kan worden verlengd.

Het protocol bepaalt de financiële tegenprestatie, de categorieën en de voorwaarden voor de visserijactiviteiten voor de communautaire vaartuigen in de Marokkaanse visserijzones. De duur van het protocol is vastgesteld op vier jaar.

De financiële tegenprestatie is vastgesteld op 36 100 000 € per jaar. Van deze financiële tegenprestatie wordt jaarlijkse financiële steun van 13 500 000 € toegekend aan de ontwikkeling en de uitvoering van het sectorale visserijbeleid in Marokko, met het oog op de invoering van een duurzame en verantwoorde visserij.

De in de overeenkomst geregelde vangstmogelijkheden zijn als volgt: 1) voor het type kleinschalige visserij: 20 zegenvisserijvaartuigen voor de pelagische visserij noord, 20 vaartuigen voor de kleinschalige visserij zuid, 30 vaartuigen voor de visserij met de grondbeug voor de kleinschalige visserij noord en 27 vaartuigen voor de visserij met de hengel; 2) 22 trawlers en vaartuigen voor de visserij met de grondbeug voor de demersale visserij; 3) jaarquota van 60 000 ton voor de industriële pelagische visserij.

De rechten van de reders zijn vastgesteld voor elk type en zouden in totaal goed kunnen zijn voor een extra jaarinkomen van ongeveer 3 M€ ten voordele van Marokko.

Op die basis stelt de Commissie de Raad voor de sluiting van deze partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en het Koninkrijk Marokko bij verordening goed te keuren.

2005/0280 (CNS)

Voorstel voor een

VERORDENING VAN DE RAAD

betreffende de sluiting van een partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en het Koninkrijk Marokko

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 37, juncto artikel 300, lid 2 en lid 3, eerste alinea,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europees Parlement,

Overwegende hetgeen volgt:

1. De Gemeenschap en het Koninkrijk Marokko hebben onderhandeld over een Partnerschapsovereenkomst inzake visserij waarbij aan vissers uit de Gemeenschap vangstmogelijkheden worden toegekend in de wateren waarover het Koninkrijk Marokko de soevereiniteit of de jurisdictie bezit, en hebben deze overeenkomst geparafeerd.

2. Het is in het belang van de Gemeenschap deze overeenkomst goed te keuren.

3. Er dient te worden bepaald hoe de vangstmogelijkheden over de lidstaten moeten worden verdeeld,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en het Koninkrijk Marokko wordt namens de Gemeenschap goedgekeurd.

De tekst van de overeenkomst is aan deze verordening gehecht.

Artikel 2

De in het protocol bij de overeenkomst vastgestelde vangstmogelijkheden worden als volgt over de lidstaten verdeeld:

Type visserij | Vaartuigtype | Lidstaat | Vergunningen of quota |

Kleinschalige pelagische visserij in het noorden | Zegenvisserijvaartuigen | Spanje | 20 |

Kleinschalige visserij in het noorden | Vaartuigen voor de visserij met de grondbeug, <40 GT | Spanje | 20 |

Portugal | 7 |

Vaartuigen voor de visserij met de grondbeug, >40 GT<150 GT | Portugal | 3 |

Kleinschalige visserij in het zuiden | Spanje | 20 |

Demersale visserij | Vaartuigen voor de visserij met de grondbeug | Spanje | 7 |

Portugal | 4 |

Trawlers | Spanje | 11 |

Tonijnvisserij | vaartuigen voor de visserij met de hengel | Spanje | 17 |

Frankrijk | 10 |

Industriële pelagische visserij | Duitsland, Litouwen, Letland, Nederland | 50.000 t |

Ierland, Polen, Groot-Brittannië | 6.000 t |

Spanje, Portugal, Frankrijk | 4.000 t |

Indien met de door deze lidstaten ingediende vergunningaanvragen niet alle in het protocol vastgestelde vangstmogelijkheden worden benut, kan de Commissie vergunningaanvragen van andere lidstaten in aanmerking nemen.

Artikel 3

De lidstaten waarvan de vaartuigen in het kader van deze overeenkomst vissen, melden de in de Marokkaanse visserijzone gevangen hoeveelheden van elk bestand aan de Commissie op de wijze zoals bepaald bij Verordening (EG) nr. 500/2001 van de Commissie van 14 maart 2001 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EEG) nr. 2847/93 van de Raad wat betreft de controle op de vangsten van de communautaire vissersvaartuigen in de wateren van derde landen en in volle zee[1].

Artikel 4

Deze verordening treedt in werking op de zevende dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, op

Voor de Raad

De voorzitter

PARTNERSCHAPSOVEREENKOMST inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en het Koninkrijk Marokko

DE EUROPESE GEMEENSCHAP, hierna "de Gemeenschap" genoemd, en

HET KONINKRIJK MAROKKO, hierna "Marokko" genoemd,

hierna "de partijen" genoemd,

OVERWEGENDE de nauwe samenwerkingsbetrekkingen tussen de Gemeenschap en Marokko, met name in het kader van de Euro-mediterrane overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en het Koninkrijk Marokko, anderzijds, alsmede hun gemeenschappelijke verlangen om deze betrekkingen te intensiveren,

GELET OP het Zeerechtverdrag van de Verenigde Naties,

ZICH BEWUST van het belang van de beginselen van de Gedragscode voor een verantwoorde visserij die is goedgekeurd tijdens de conferentie van de FAO in 1995;

VASTBERADEN om in hun beider belang samen te werken aan de invoering van een verantwoorde visserij ter waarborging van de instandhouding op lange termijn en de duurzame exploitatie van de mariene biologische rijkdommen, en met name door de uitvoering van een controleregeling betreffende alle visserijactiviteiten, teneinde de doeltreffendheid van de maatregelen voor beheer en instandhouding van die rijkdommen te verzekeren,

ERVAN OVERTUIGD DAT deze samenwerking de vorm moet aannemen van al dan niet gezamenlijke initiatieven en maatregelen die elkaar aanvullen, met het beleid in overeenstemming zijn en op een synergetische manier worden uitgevoerd,

VASTBESLOTEN daartoe in het kader van het sectorale visserijbeleid van Marokko bij te dragen tot het bevorderen van de ontwikkeling van een partnerschap met oog op het met name vaststellen van de meest passende middelen om ervoor te zorgen dat dit beleid doeltreffend wordt uitgevoerd en dat de economische actoren en het maatschappelijk middenveld bij dit proces worden betrokken,

VERLANGENDE voorwaarden en voorschriften vast te stellen met betrekking tot de visserijactiviteiten van communautaire vaartuigen in de Marokkaanse visserijzones, en met betrekking tot de steun die de Gemeenschap verleent voor de invoering van een verantwoorde visserij in die visserijzones,

VASTBERADEN te streven naar een nog nauwere economische samenwerking op visserijgebied en in de daaraan gerelateerde sectoren door de totstandbrenging en ontwikkeling van investeringen waarbij ondernemingen van beide partijen betrokken zijn,

ZIJN HET VOLGENDE OVEREENGEKOMEN:

Artikel 1 - Voorwerp

Bij deze overeenkomst worden de beginselen, regels en procedures vastgesteld betreffende:

- de economische, financiële, technische en wetenschappelijke samenwerking op het gebied van de visserij, die tot doel heeft om, ter waarborging van de instandhouding en de duurzame exploitatie van de visbestanden, een verantwoorde visserij in de Marokkaanse visserijzones in te voeren en de Marokkaanse visserijsector te ontwikkelen;

- de voorwaarden voor de toegang van de communautaire vissersvaartuigen tot de Marokkaanse visserijzones;

- de regelingen inzake het toezicht op de visserij in de Marokkaanse visserijzones die tot doel hebben de bovengenoemde voorschriften te handhaven, de doeltreffendheid van de maatregelen op het gebied van instandhouding en beheer van de visbestanden te verzekeren en illegale, niet-aangegeven en niet-gereglementeerde visvangst te bestrijden;

- de partnerschappen tussen bedrijven met het oog op de wederzijds bevorderlijke ontwikkeling van de economische activiteiten in de visserijsector en van daarmee verband houdende activiteiten.

Artikel 2 - Definities

Voor de toepassing van deze overeenkomst, de bijlage en het protocol wordt verstaan onder:

a) "Marokkaanse visserijzone": de wateren waarover het Koninkrijk Marokko de soevereiniteit of de jurisdictie bezit;

b) "Marokkaanse autoriteiten": het ministerie van Landbouw, Plattelandsontwikkeling en Zeevisserij – departement Zeevisserij;

c) "communautaire autoriteiten": de Europese Commissie;

d) "vaartuig van de Gemeenschap": een vissersvaartuig dat de vlag van een lidstaat van de Gemeenschap voert en in de Gemeenschap is geregistreerd;

e) "gemengde commissie": een commissie van vertegenwoordigers van de Gemeenschap en Marokko, waarvan de taken zijn beschreven in artikel 9 van deze overeenkomst.

Artikel 3 – Beginselen en doelstellingen van deze overeenkomst

1. De partijen verbinden zich hierbij tot het bevorderen van verantwoorde visserij in de Marokkaanse visserijzones zonder onderscheid te maken tussen de verschillende vloten die in die wateren aanwezig zijn.

2. De partijen verbinden zich ertoe de beginselen van dialoog en vooroverleg tot regel te verheffen, met name wat betreft de uitvoering van het sectorale visserijbeleid enerzijds en beleid en communautaire maatregelen die een impact kunnen hebben op de Marokkaanse visserijsector anderzijds.

3. De partijen werken ook samen aan evaluaties voor, tijdens en na maatregelen, en aan programma’s en acties die worden uitgevoerd op grond van deze overeenkomst.

4. De partijen verbinden zich ertoe deze overeenkomst uit te voeren volgens de beginselen van goed economisch en sociaal bestuur.

5. Voor het werk van Marokkaanse zeelieden die op communautaire vaartuigen worden aangemonsterd, geldt de verklaring van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) over de fundamentele beginselen en rechten op het werk, die van rechtswege van toepassing is op de overeenkomstige contracten en algemene arbeidsvoorwaarden. Het gaat daarbij met name om de vrijheid van vereniging, de effectieve erkenning van het recht op collectieve onderhandeling van werknemers en de bestrijding van discriminatie op het gebied van werk en beroep.

Artikel 4 – Wetenschappelijke samenwerking

1. Tijdens de duur van de overeenkomst werken de Gemeenschap en Marokko samen om de evolutie van de situatie van de visbestanden in de Marokkaanse visserijzones te volgen. Daartoe wordt overeengekomen een gezamenlijke jaarlijkse wetenschappelijke vergadering in te stellen, die beurtelings in de Gemeenschap en Marokko bijeenkomt.

2. Op basis van de conclusies van de jaarlijkse wetenschappelijke vergadering en in het licht van de beste beschikbare wetenschappelijke adviezen voeren de twee partijen overleg binnen de in artikel 10 bedoelde gemengde commissie om in voorkomend geval en in onderlinge overeenstemming maatregelen te nemen die gericht zijn op een duurzaam beheer van de visbestanden.

3. De partijen verbinden zich ertoe om, hetzij rechtstreeks, hetzij binnen de bevoegde internationale organisaties, te overleggen met het oog op het beheer en de instandhouding van de biologische rijkdommen en de samenwerking in het kader van het wetenschappelijk onderzoek terzake.

Artikel 5 – Toegang van communautaire vissersvaartuigen tot de visgronden in de Marokkaanse viszones

1. Marokko verbindt zich ertoe communautaire vaartuigen in zijn visserijzones te laten vissen overeenkomstig deze overeenkomst en het aan de overeenkomst gehechte protocol en de bijlage.

2. De visserijactiviteiten waarop deze overeenkomst betrekking heeft, moeten worden uitgevoerd overeenkomstig de in Marokko geldende wetten en voorschriften. De Marokkaanse autoriteiten stellen de Gemeenschap in kennis van elke wijziging in voornoemde wetgeving. Onverminderd bepalingen die de partijen onder elkaar zouden kunnen overeenkomen, moeten de communautaire vaartuigen deze regelgeving binnen een termijn van één maand in acht nemen.

3. Marokko ziet toe op de effectieve toepassing van de bepalingen betreffende de controle op de visserij waarin het protocol voorziet. De communautaire vaartuigen werken samen met de voor de uitvoering van deze controles bevoegde Marokkaanse autoriteiten.

4. De Gemeenschap verbindt zich ertoe al het nodige te doen om ervoor te zorgen dat haar vaartuigen de bepalingen van deze overeenkomst en de wetgeving inzake de uitoefening van de visserij in de wateren onder de jurisdictie van Marokko in acht nemen, conform het Zeerechtverdrag van de Verenigde Naties.

Artikel 6 – Voorwaarden voor de uitoefening van de visserij

1. De communautaire vaartuigen mogen slechts visserijactiviteiten in de Marokkaanse viszones uitoefenen indien zij daarvoor een visserijvergunning hebben gekregen in het kader van deze overeenkomst. Communautaire vaartuigen mogen uitsluitend de visserij uitoefenen indien daarvoor door de bevoegde autoriteiten van Marokko, op verzoek van de bevoegde autoriteiten van de Gemeenschap, een vergunning is afgegeven.

2. Voor categorieën van visserij die niet geregeld zijn in het vigerende protocol mogen door de Marokkaanse autoriteiten vergunningen aan communautaire vaartuigen worden verleend. Niettemin blijft, mede in het kader van de bij deze overeenkomst ingestelde partnerschapsgeest, de verlening van die vergunningen afhankelijk van een gunstig advies van de Europese Commissie. De procedure voor het verkrijgen van een visserijvergunning voor een vaartuig, de toepasselijke bedragen en de wijze van betaling door de reder worden in onderlinge overeenstemming bepaald.

3. De overeenkomstsluitende partijen zorgen er via een adequate administratieve samenwerking tussen hun bevoegde autoriteiten voor dat deze voorwaarden en bepalingen correct worden toegepast.

Artikel 7 - Financiële tegenprestatie

1. De Gemeenschap betaalt Marokko een financiële tegenprestatie overeenkomstig de in het protocol en de bijlage vastgestelde voorwaarden en regelingen. Deze tegenprestatie wordt bepaald op basis van twee componenten betreffende respectievelijk:

a) Een financiële compensatie betreffende de toegang van communautaire vaartuigen tot de Marokkaanse visserijzones en onverminderd de rechten die door de communautaire vaartuigen verschuldigd zijn voor het recht voor de vergunningen

b) Financiële steun van de Gemeenschap voor de instelling van het nationale visserijbeleid op basis van een verantwoorde visserij en de duurzame exploitatie van de visbestanden in de Marokkaanse wateren.

2. De in lid 1, onder b), bedoelde component van de financiële tegenprestatie wordt in onderlinge overeenstemming en conform de bepalingen van het protocol bepaald afhankelijk van de vaststelling door de twee partijen van de doelstellingen die gerealiseerd moeten worden in het kader van het sectorale visserijbeleid in Marokko en een jaarlijkse en meerjaarlijkse programmering betreffende de uitvoering ervan.

Artikel 8 –Bevordering van de samenwerking tussen de economische actoren

1. De partijen bevorderen economische, technische en wetenschappelijke samenwerking in de visserijsector en verwante sectoren. Zij plegen onderling overleg ter coördinatie van de verschillende maatregelen die hiertoe kunnen worden genomen.

2. De partijen stimuleren de uitwisseling van informatie over vistechnieken, vistuig, beschermingsmethoden en de industriële verwerking van visserijproducten.

3. De partijen spannen zich in voor het creëren van de voorwaarden om de betrekkingen tussen de bedrijven van de partijen op technisch, economisch en commercieel gebied te bevorderen via de totstandbrenging van een voor ondernemingen en investeerders gunstig klimaat.

4. De partijen stimuleren met name de bevordering van investeringen die gericht zijn op een wederzijds belang, met inachtneming van de vigerende Marokkaanse en communautaire wetgeving.

Artikel 9 - Administratieve samenwerking

De overeenkomstsluitende partijen, die zich willen overtuigen van de doeltreffendheid van de maatregelen voor beheer en instandhouding van de visbestanden:

- ontwikkelen administratieve samenwerking om zich er elk van hun kant van te overtuigen dat hun vaartuigen de bepalingen van deze overeenkomst en de regelgeving betreffende de maritieme visserij van Marokko respecteren;

- werken samen om met name via de uitwisseling van informatie en nauwe administratieve samenwerking onwettige visserijactiviteiten te voorkomen en te bestrijden.

Artikel 10 – Gemengde commissie

1. Er wordt een gemengde commissie opgericht die samengesteld is uit vertegenwoordigers van de twee partijen en toeziet op de toepassing van deze overeenkomst. De gemengde commissie zal eveneens:

a) toezien op de uitvoering, de interpretatie en de goede werking van de overeenkomst;

b) de uitvoering van de in artikel 6, lid 2, bedoelde jaarlijkse en meerjaarlijkse programmering definiëren en evalueren;

c) optreden als contactorgaan voor vraagstukken van gemeenschappelijk belang op visserijgebied;

d) fungeren als forum voor de minnelijke schikking van geschillen over de interpretatie of toepassing van de overeenkomst;

e) indien nodig de vangstmogelijkheden en naar aanleiding daarvan de financiële tegenprestatie herzien;

f) elke andere taak vervullen die de partijen in onderlinge overeenstemming besluiten aan de commissie op te dragen inclusief taken op het gebied van de strijd tegen de illegale visserij en administratieve samenwerking.

2. De gemengde commissie komt minstens éénmaal per jaar bijeen, afwisselend in Marokko en in de Gemeenschap, en wordt voorgezeten door de partij die de vergadering organiseert. Indien een van de partijen daarom verzoekt, wordt een buitengewone bijeenkomst gehouden.

Artikel 11- Toepassingsgebied

Deze overeenkomst is van toepassing, enerzijds, op de grondgebieden waar het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap van toepassing is en onder de in dat Verdrag gestelde voorwaarden en, anderzijds, op het grondgebied van Marokko en de wateren onder Marokkaanse jurisdictie.

Artikel 12 - Looptijd

Deze overeenkomst is geldig voor een periode van vier jaar vanaf de datum van inwerkingtreding; de overeenkomst kan met identieke perioden worden verlengd, tenzij zij overeenkomstig artikel 14 wordt opgezegd.

Artikel 13 Regeling van geschillen

Bij geschillen betreffende de interpretatie of de toepassing van deze overeenkomst plegen de overeenkomstsluitende partijen overleg.

Artikel 14 – Opzegging

1. Deze overeenkomst kan door elke partij wegens ernstige omstandigheden worden opgezegd, bijvoorbeeld wanneer de toestand van de betrokken visbestanden verslechtert, wanneer wordt geconstateerd dat de aan communautaire vaartuigen toegestane vangstmogelijkheden slechts in beperkte mate worden benut of wanneer de door de partijen aangegane verbintenissen tot het bestrijden van illegale, niet-aangegeven en niet-gereglementeerde visvangst niet worden nagekomen.

2. De betrokken partij stelt de andere partij ten minste zes maanden voor het einde van de eerste periode of van iedere volgende periode schriftelijk in kennis van haar voornemen om de overeenkomst op te zeggen.

3. Na de in het vorige lid bedoelde kennisgeving treden beide partijen in onderhandeling.

4. Voor het jaar waarin de opzegging in werking treedt, wordt de in artikel 7 bedoelde financiële tegenprestatie evenredig verlaagd pro rata temporis.

Artikel 15 - Opschorting

1. De toepassing van deze overeenkomst kan op initiatief van een partij worden opgeschort wanneer tussen de partijen een ernstige onenigheid bestaat over de toepassing van de bepalingen van de overeenkomst. De toepassing kan pas worden opgeschort indien de betrokken partij haar voornemen hiertoe schriftelijk en ten minste drie maanden vóór de datum van inwerkingtreding van de opschorting meldt. Na ontvangst van deze kennisgeving plegen de partijen overleg met het oog op de minnelijke schikking van hun geschil.

2. Naar gelang van de duur van de opschorting wordt de in artikel 7 bedoelde financiële tegenprestatie evenredig verlaagd pro rata temporis, onverminderd de bepalingen van artikel 7, lid 4, van het protocol.

Artikel 16

Het protocol en de bijlage met aanhangsels vormen een integrerend deel van deze overeenkomst.

Artikel 17 - Taal en inwerkingtreding

Deze overeenkomst, opgesteld in twee exemplaren in de Arabische, Deense, de Duitse, de Engelse, de Estse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Hongaarse, de Italiaanse, de Letse, de Litouwse, de Maltese, de Nederlandse, de Poolse, de Portugese, de Sloveense, de Slowaakse, de Spaanse, de Tsjechische en de Zweedse taal, zijnde alle teksten gelijkelijk authentiek, treedt in werking op de dag waarop de partijen elkaar ervan in kennis stellen dat de daartoe vereiste procedures zijn afgewikkeld.

PROTOCOL tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij de partnerschapsovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en het Koninkrijk Marokko inzake visserij

Artikel 1 Geldigheidsduur en vangstmogelijkheden

1. De krachtens artikel 5 van de overeenkomst verleende vangstmogelijkheden worden voor een op 1.3.2006 ingaande periode van vier jaar vastgesteld in de bij dit protocol gevoegde tabel.

2. Lid 1 is van toepassing onverminderd de artikelen 4 en 5 van dit protocol.

3. Op grond van artikel 6, lid 1, van de overeenkomst mogen vaartuigen die de vlag van een lidstaat van de Europese Gemeenschap voeren slechts visserijactiviteiten in de Marokkaanse viszones uitoefenen indien daarvoor in het kader van dit protocol en overeenkomstig de bepalingen van de bijlage bij dit protocol een vergunning is verleend.

Artikel 2 Financiële tegenprestatie - Betalingswijze

1. De in artikel 7 van de overeenkomst bedoelde financiële tegenprestatie wordt, voor de in artikel 1 bepaalde periode, vastgesteld op €144.400.000[2].

2. Lid 1 is van toepassing behoudens de artikelen 4, 5 en 6 en 10 van dit protocol.

3. Om de in lid 1 vastgestelde financiële tegenprestatie te voldoen, betaalt de Gemeenschap elk jaar van de geldigheidsduur van dit protocol een bedrag van 36.100.000 €.

4. De betaling door de Gemeenschap van de financiële tegenprestatie gebeurt uiterlijk op 30 juni 2006 voor het eerste jaar en uiterlijk op 1 maart voor de volgende jaren.

5. De financiële tegenprestatie wordt overgemaakt namens de Thesaurier-generaal van het Koninkrijk op een bij de Generale Thesaurie van het Koninkrijk geopende rekening, waarvan de referenties door de Marokkaanse autoriteiten worden meegedeeld.

6. Behoudens artikel 6 van dit protocol valt de beslissing over de bestemming van de tegenprestatie onder de exclusieve bevoegdheid van de Marokkaanse autoriteiten.

Artikel 3 Coördinatie op wetenschappelijk gebied

1. De twee partijen verbinden zich hierbij tot het bevorderen van verantwoorde visserij in de Marokkaanse visserijzones zonder onderscheid te maken tussen de verschillende vloten die in die wateren aanwezig zijn.

2. Tijdens de duur van dat protocol werken de Gemeenschap en de Marokkaanse autoriteiten samen om de evolutie van de situatie van de visbestanden in de Marokkaanse visserijzone te volgen; daartoe wordt overeengekomen een gezamenlijke jaarlijkse wetenschappelijke vergadering in te stellen, conform artikel 4, lid 1, van de overeenkomst.

3. Op basis van de conclusies van de jaarlijkse wetenschappelijke vergadering en in het licht van de beste beschikbare wetenschappelijke adviezen voeren de twee partijen overleg binnen de in artikel 10 van de overeenkomst bedoelde gemengde commissie om in voorkomend geval en in onderlinge overeenstemming maatregelen te nemen die gericht zijn op een duurzaam beheer van de visbestanden.

Artikel 4 Herziening van de vangstmogelijkheden

1. De in artikel 1 bedoelde vangstmogelijkheden kunnen in onderlinge overeenstemming worden verhoogd, inzoverre uit de conclusies van de in artikel 3, lid 2, bedoelde wetenschappelijke vergadering blijkt dat een dergelijke verhoging het duurzame beheer van de Marokkaanse visbestanden niet schaadt. De in artikel 2, lid 1, bedoelde financiële tegenprestatie wordt dan overeenkomstig verhoogd pro rata temporis. Het totaalbedrag van de door de Europese Gemeenschap betaalde financiële tegenprestatie mag evenwel niet meer bedragen dan tweemaal het in lid 1 van artikel 2 genoemde bedrag.

2. Wanneer de partijen aan de andere kant overeenstemming bereiken over de vaststelling van in artikel 3, lid 3, bedoelde maatregelen ter verlaging van de in artikel 1 bedoelde vangstmogelijkheden, wordt de financiële tegenprestatie overeenkomstig verlaagd pro rata temporis. Deze financiële tegenprestatie zou, onverminderd de bepalingen van artikel 6 van dit protocol, door de Europese Gemeenschap kunnen worden opgeschort in het geval dat de in dat protocol vastgestelde totale visserij-inspanning niet kan worden ontplooid.

3. De verdeling van de vangstmogelijkheden over de verschillende categorieën vaartuigen kan eveneens worden herzien, mits de partijen daartoe samen besluiten en eventuele aanbevelingen van de jaarlijkse wetenschappelijke vergadering inzake het beheer van de bestanden die de gevolgen van die herverdeling zouden ondervinden, in acht worden genomen. De partijen spreken een overeenkomstige aanpassing van de financiële bijdrage af in het geval dat de herverdeling van de vangstmogelijkheden dat rechtvaardigt.

4. Tot de herzieningen van de vangstmogelijkheden als bedoeld in de lid 1, lid 2, eerste zin, en lid 3, wordt in onderlinge overeenstemming door de partijen besloten in het kader van de gemengde commissie als bedoeld in artikel 10 van de overeenkomst.

Artikel 5 Experimentele visserij

De partijen stimuleren de experimentele visserij in de Marokkaanse viszones op basis van de resultaten van het onderzoek onder leiding van het gezamenlijk wetenschappelijk comité als bedoeld in deze overeenkomst. Daartoe plegen zij overleg op verzoek van een van de partijen en bepalen per geval de soorten, (zoals de sponzen), voorwaarden en andere relevante parameters.

Vergunningen voor experimentele visserij worden toegekend voor een proefperiode van maximaal zes maanden.

Wanneer de partijen concluderen dat de experimentele visserij positieve resultaten heeft opgeleverd, kunnen aan de Gemeenschap nieuwe vangstmogelijkheden worden toegekend volgens de overlegprocedure als bedoeld in artikel 4 en tot aan het verstrijken van dit protocol. Daarbij wordt de financiële compensatie dienovereenkomstig verhoogd.

Artikel 6 Bijdrage van de Partnerschapsovereenkomst tot de instelling van een sectoraal visserijbeleid in Marokko

1. Van de in artikel 2, lid 1, van dit protocol vermelde financiële tegenprestatie is 13.500.000 € per jaar bestemd voor de ontwikkeling en de tenuitvoerlegging van het sectorale visserijbeleid in Marokko met het oog op de instelling van een duurzame en verantwoorde visserij in zijn wateren. Van dit bedrag wordt in totaal 10.050.000 € per jaar door de Gemeenschap toegekend bij wijze van steun zoals bepaald in lid 1, onder b, van artikel 7 van de overeenkomst.

2. De toewijzing en het beheer door Marokko van deze bijdrage gebeurt op basis van doelstellingen die de twee partijen in onderlinge overeenstemming vaststellen en de desbetreffende jaarlijkse en meerjaarlijkse programmering.

3. Onverminderd de vaststelling door de twee partijen van deze doelstellingen en conform de huidige prioriteiten van het Marokkaanse visserijbeleid met het oog op de zorg voor een duurzaam en verantwoord beheer van de sector:

- wordt minstens 4,75 miljoen € per jaar van het in lid 1 bepaalde bedrag door Marokko toegewezen aan de modernisering en het op peil brengen van de kustvloot;

- wordt een bedrag van 1,25 € miljoen per jaar toegekend aan het programma voor de afschaffing van drijfnetten;

- en wordt het resterende gedeelte door Marokko toegewezen aan de andere componenten van zijn visserijbeleid, met name:

- wetenschappelijk onderzoek;

- de herstructurering van de kleinschalige visserij;

- het op peil brengen van de afzetkanalen en de bevordering van de interne consumptie;

- de mechanisering van de middelen voor het aanlanden en behandelen;

- opleiding;

- ondersteuning van de beroepsorganisaties.

Artikel 7 Uitvoering van de ondersteuning van de instelling van een verantwoorde visserij

1. Op voorstel van Marokko en met het oog op de uitvoering van de bepalingen van bovenstaand artikel 6 komen de Gemeenschap en Marokko binnen de in artikel 10 van de overeenkomst bedoelde gemengde commissie vanaf de inwerkingtreding van het protocol en uiterlijk binnen drie maanden na de inwerkingtreding van dit protocol tot overeenstemming over:

(a) de jaarlijkste en meerjaarlijkse richtsnoeren voor de uitvoering van de prioriteiten van het Marokkaanse visserijbeleid tot instelling van een duurzame en verantwoorde visserij, en met name die welke bedoeld worden in artikel 6, lid 2.

(b) de te realiseren jaarlijkse en meerjaarlijkse doelstellingen alsmede de criteria en de indicatoren die moeten worden gebruikt om een evaluatie van de behaalde resultaten op jaarbasis mogelijk te maken.

2. Elke wijziging van deze richtsnoeren, doelstellingen en van deze criteria en indicatoren voor evaluatie wordt goedgekeurd door de twee partijen binnen de gemengde commissie.

3. Wat betreft het eerste jaar van geldigheid van het protocol wordt de toewijzing door Marokko van de in lid 2 van artikel 6 bedoelde bijdrage aan de Gemeenschap meegedeeld op het moment van de goedkeuring in de gemengde commissie van de richtsnoeren, doelstellingen en criteria en indicatoren voor evaluatie. Voor elk jaar wordt deze toewijzing door Marokko aan de Gemeenschap meegedeeld vóór 30 september van het jaar daarvoor.

4. In het geval dat halverwege het protocol de evaluatie van de op dat moment bereikte resulaten dit rechtvaardigt en na overleg binnen de gemengde commissie kan de Europese Gemeenschap een aanpassing vragen van maximaal 50% van het in lid 1 van artikel 6 van het protocol genoemde bedrag om het bedrag van de door Marokko toegewezen middelen aan te passen aan de effectieve resultaten van de uitvoering van zijn visserijbeleid.

Artikel 8 Economische integratie van de communautaire actoren in de visserijsector in Marokko

1. De twee partijen verbinden zich ertoe de economische integratie van de communautaire actoren in de hele visserijsector in Marokko te bevorderen.

2. Tijdens het eerste jaar van het protocol wordt een door de Europese Commissie ondersteund initiatief opgestart teneinde de communautaire particuliere actoren bewust te maken van de commerciële en industriële kansen in de hele visserijsector in Marokko, inclusief op het gebied van directe investeringen.

3. Bovendien verleent Marokko met dat doel als prikkel aan de communautaire actoren die in Marokkaanse havens in de Marokkaanse viszone gevangen vis ontschepen voor met name de verkoop aan plaatselijke ondernemingen, exploitatie in Marokko door deze actoren of vervoer ervan over de weg, een korting op de rechten conform de bepalingen van de bijlage.

4. De twee partijen besluiten eveneens een denkgroep op te richten voor het vaststellen van de remmen op de communautaire directe investeringen in de sector en de maatregelen om de voorwaarden betreffende deze investeringen te kunnen versoepelen.

Artikel 9 Geschillen - Opschorting van de toepassing van het protocol

1. De partijen moeten in de in artikel 10 van de overeenkomst bedoelde gemengde commissie, zo nodig in een bijzondere zitting ervan, overleg plegen over eventuele onderlinge geschillen inzake de interpretatie en de toepassing van de in dit protocol vastgestelde bepalingen.

2. De toepassing van het protocol kan op initiatief van een partij worden opgeschort, wanneer het geschil tussen de twee partijen als ernstig wordt beschouwd en het overeenkomstig lid 1 in de gemengde commissie gevoerde overleg niet is uitgemond in een minnelijke schikking.

3. De toepassing van het protocol kan pas worden opgeschort, indien de betrokken partij haar voornemen hiertoe schriftelijk en ten minste drie maanden vóór de datum van inwerkingtreding van de opschorting meldt.

4. Bij opschorting blijven de partijen in onderling overleg streven naar een minnelijke schikking van het geschil. Wanneer zij hierin slagen, wordt de toepassing van het protocol hervat en wordt het bedrag van de financiële tegenprestatie pro rata temporis overeenkomstig verlaagd afhankelijk van de duur van de periode waarin de toepassing van het protocol is opgeschort.

Artikel 10 Opschorting van de toepassing van het protocol bij niet-betaling

Onverminderd artikel 4 kan, wanneer de Gemeenschap de in artikel 2 bedoelde betalingen niet verricht, de toepassing van dit protocol als volgt worden opgeschort:

a) de bevoegde autoriteiten van Marokko stellen de Europese Commissie in kennis van het feit dat de betaling niet heeft plaatsgevonden. De Commissie verricht de nodige controles en gaat zo nodig binnen 30 werkdagen, te rekenen vanaf de datum van ontvangst van de kennisgeving, over tot betaling;

b) Indien binnen de in lid 2 gestelde termijn de betaling niet is gedaan of niet op adequate wijze is gemotiveerd waarom dat niet is gebeurd, hebben de bevoegde autoriteiten van Marokko het recht de toepassing van het protocol op te schorten. Zij stellen de Europese Commissie daarvan onverwijld in kennis.

c) de toepassing van het protocol wordt hervat zodra het betrokken bedrag is betaald.

Artikel 11 Geldend nationaal recht

Op de activiteiten van vaartuigen die onder dit protocol en de bijlage daarvan vallen, met name op het overladen, het gebruik van havendiensten en de aankoop van uitrusting, zijn de in Marokko vigerende wetten van toepassing.

Artikel 12 Inwerkingtreding

Dit protocol en de bijlage ervan treden in werking op de datum van inwerkingtreding van de overeenkomst.

Tabel 1: Vangstmogelijkheden

Type visserij |

KLEINSCHALIGE VISSERIJ | DEMERSALE VISSERIJ | INDUSTRIËLE PELAGISCHE VISSERIJ |

Pelagische visserij noord zegennetten | Kleinschalige visserij zuid: lijnen, hengels, korven | Kleinschalige visserij noord grondbeugen | Kleinschalige tonijnvisserij: Vaartuigen voor de visserij met de hengel | Grondbeugen en bodemtrawls en getwijnde vaste diepzeekieuwnetten | Bestand C |

- Tonnage 60.000 ton |

20 vaartuigen | 20 vaartuigen | 30 vaartuigen | 27 vaartuigen | 22 vaartuigen |

BIJLAGE

VOORWAARDEN VOOR DE UITOEFENING VAN DE VISSERIJ DOOR COMMUNAUTAIRE VAARTUIGEN IN DE MAROKKAANSE VISSERIJZONES

HOOFDSTUK I - BEPALINGEN VAN TOEPASSING OP HET AANVRAGEN EN HET AFGEVEN VAN DE VERGUNNINGEN

1) Aanvragen van vergunningen

1. Alleen in aanmerking komende vaartuigen kunnen een visvergunning krijgen voor de Marokkaanse visserijzone.

2. Opdat een vaartuig in aanmerking komt, mag voor de reder, de kapitein en het vaartuig zelf geen verbod tot uitoefening van visserij in Marokko gelden. Tevens mogen zij bij Marokko geen verplichtingen hebben uitstaan uit hoofde van eerdere visserijactiviteiten in het kader van de met de Gemeenschap gesloten visserijovereenkomsten.

3. De bevoegde autoriteiten van de Gemeenschap dienen minstens 20 dagen voor de datum van ingang van de geldigheid van de gevraagde vergunningen bij het ministerie van Landbouw, Plattelandsontwikkeling en Zeevisserij – departement Zeevisserij (Departement) de lijsten in van de vaartuigen waarvoor, op grond van de in de technische notities bij het protocol vastgestelde grenzen, een vergunning wordt aangevraagd voor de uitoefening van de visserij.

4. Op deze lijsten worden, per categorie van visserij en per zone, de ingezette tonnage en het aantal vaartuigen vermeld, alsmede voor elk vaartuig de belangrijkste kenmerken en het bedrag van de betalingen uitgesplitst per rubriek. Voor de categorieën "Beugvisserij" en "Kleinschalige visserij" wordt voor elk vaartuig eveneens vermeld welk vistuig tijdens de aangevraagde periode zal worden gebruikt.

Bij de vergunningaanvraag wordt, in een formaat dat compatibel is met de software die het Departement gebruikt, een gegevensbestand gevoegd met alle informatie die nodig is voor het opstellen van de visvergunningen.

5. Voor het indienen van de individuele aanvragen bij het departement wordt gebruik gemaakt van de formulieren volgens het model in aanhangsel I.

6. Elke vergunningsaanvraag gaat vergezeld van de volgende documenten:

- en door de vlaglidstaat naar behoren voor eensluidend gewaarmerkte kopie van de meetbrief waarop de tonnage van het vaartuig is vermeld;

- een recente, gecertificeerde kleurenfoto met een zijaanzicht van het vaartuig. Deze foto dient minstens 15 x 10 cm groot te zijn.

- het bewijs van betaling van de rechten voor de visvergunningen, de andere rechten en de kosten van de waarnemers.

- Elk ander document of attest dat op grond van de bijzondere bepalingen van toepassing volgens het vaartuigtype op grond van dit protocol vereist is.

2) De afgifte van de vergunningen

1. De visvergunningen worden voor alle vaartuigen binnen een termijn van 15 dagen door het Departement afgegeven aan de Delegatie van de Commissie van de Europese Gemeenschappen in Marokko (Delegatie) na ontvangst van alle in punt 6 hierboven bedoelde documentatie.

2. De visserijvergunningen worden opgesteld conform de gegevens in de technische notities bij het protocol, onder vermelding van met name de visserijzone, de afstand uit de kust, het toegestane vistuig, de hoofdsoorten, de toegestane maaswijdten, de gedoogde bijvangsten alsmede de vangstquota voor de pelagische trawlers.

3. De visserijvergunningen kunnen slechts worden afgegeven voor vaartuigen waarvoor alle voor de afgifte van de vergunningen nodige administratieve formaliteiten zijn vervuld.

4. De twee partijen komen overeen de invoering van een elektronisch vergunningssysteem te bevorderen.

3) Geldigheid en gebruik van de vergunningen

1. De perioden van de geldigheid van de vergunningen worden als volgt vastgesteld:

- eerste periode: vanaf de inwerkingtreding tot en met 31.12.2006

- tweede periode: van 01.01.2007 tot en met 31.12.2007

- derde periode: van 01.01.2008 tot en met 31.12.2008

- vierde periode: van 01.01.2009 tot en met 31.12.2009

- vijfde periode: van 01.01.2010 tot en met de datum van verstrijken van het protocol

2. De visserijvergunning geldt uitsluitend voor de periode waarvoor de rechten zijn betaald en voor de visserijzone, de soorten vistuig en het type visserij die in de vergunning zijn vermeld.

3. Elke visserijvergunning wordt afgegeven voor een bepaald vaartuig en is niet overdraagbaar; in het geval van naar behoren door de bevoegde autoriteiten van de vlagstaat geconstateerde overmacht, wordt op verzoek van de Gemeenschap de vergunning voor een vaartuig echter zo spoedig mogelijk vervangen door een vergunning voor een ander vaartuig voor hetzelfde type visserij, waarbij echter de voor dit type toegestane tonnage niet mag worden overschreden.

De reder van het te vervangen vaartuig of diens vertegenwoordiger zendt de geannuleerde visserijvergunning via de Delegatie terug aan het Departement.

4. De visvergunning moet aan boord van het betrokken vaartuig bewaard worden en moet bij iedere controle aan de hiertoe gemachtigde autoriteiten worden voorgelegd.

5. De visvergunningen zijn geldig voor de duur van één jaar, zes maanden of drie maanden. Voor de industriële pelagische visserij kunnen evenwel visvergunningen voor één maand worden verleend en verlengd.

4) Rechten voor de visvergunning en andere rechten

1. De jaarlijkse rechten voor de visvergunningen worden bij de vigerende Marokkaanse wetgeving vastgesteld.

2. De vergunningsrechten hebben betrekking op het kalenderjaar tijdens hetwelk de vergunning wordt afgegeven en zijn betaalbaar bij de eerste vergunningsaanvraag van het lopende jaar. De bedragen voor deze vergunningen omvatten alle andere desbetreffende rechten of heffingen, met uitzondering van de havenheffingen of heffingen voor dienstprestaties.

3. Naast de rechten voor visvergunningen worden rechten aangerekend voor elk vaartuig op basis van tarieven die zijn vastgesteld in de technische notities bij het protocol.

4. Voor het eerste en het laatste jaar van geldigheid van de overeenkomst gebeurt de berekening van het recht naar rata van de effectieve geldigheid van de visvergunning.

5. Elke wijziging van de wetgeving op de visvergunningen wordt uiterlijk twee maanden voor de toepassing ervan aan de Delegatie meegedeeld.

5) Betalingswijze

De betaling van de rechten voor de visvergunningen, de andere rechten en de kosten van de waarnemers gebeurt vóór afgifte van de visvergunningen ten name van de hoofdthesaurier van Marokko op rekeningnummer 290 130 0065 A bij Bank Al Maghrib – Marokko.

De betaling van het recht op de vangsten van de pelagische trawlers gebeurt per kwartaaltranche aan het einde van het kwartaal dat volgt op het kwartaal waarin de bedoelde vangsten zijn gedaan.

HOOFDSTUK II: BEPALINGEN VOOR VAARTUIGEN DIE VISSEN OP STERK MIGRERENDE SOORTEN (VAARTUIGEN VOOR DE TONIJNVISSERIJ)

1. De rechten zijn vastgesteld op 25 euro per ton vis die in de Marokkaanse visserijzone wordt gevangen.

2. De vergunningen worden afgegeven voor één kalenderjaar na overmaking van een forfaitair voorschot van 5000 euro per vaartuig.

3. Voor het eerste en het laatste jaar van de overeenkomst wordt het voorschot berekend naar rata van de geldigheidsduur van de vergunning.

4. De kapiteins van de vaartuigen die houder zijn van vergunningen voor sterk migrerende soorten moeten een logboek bijhouden volgens het model in aanhangsel 6 van de bijlage.

5. Zij zijn eveneens verplicht een kopie van het bedoelde logboek aan hun bevoegde autoriteiten te zenden uiterlijk 15 dagen voor het einde van de derde maand volgend op de maand waarop deze betrekking heeft. Deze autoriteiten zenden de kopieën onverwijld aan de Delegatie, die deze aan het Departement doorzendt voor het einde van de derde maand volgend op de maand waarop zij betrekking hebben.

6. De Delegatie dient voor 30 april van elk jaar bij het Departement een afrekening in van de rechten die voor het vorige visjaar verschuldigd zijn op basis van de door elke reder opgestelde vangstaangiften, gevalideerd door de voor de verificatie van de vangstgegevens bevoegde wetenschappelijke instellingen in de lidstaten, zoals het IRD (Institut de Recherche pour le Développement), IEO (Instituto Espanol de Oceanografia) , INIAP ( Instituto Nacional de Investigaçao Agraria e das Pescas) en het INRH (Institut National de Recherche Halieutique).

7. Voor het laatste jaar van toepassing van de overeenkomst wordt de afrekening van de rechten die voor het vorige visjaar verschuldigd zijn genotificeerd binnen 4 maanden volgend op het verstrijken van de overeenkomst.

8. De eindafrekening wordt gezonden aan de betrokken reders, die beschikken over een termijn van 30 dagen, te rekenen van de notificatie van de goedkeuring van de cijfers door het Departement, om zich te kwijten van hun financiële verplichtingen ten aanzien van hun bevoegde autoriteiten. De in euro luidende betaling ten name van de hoofdthesaurier van Marokko op het in punt 5 van het eerste hoofdstuk vermelde rekeningnummer wordt door de Delegatie uiterlijk anderhalve maand na de bedoelde notificatie aan het Departement gezonden.

9. Indien de afrekening echter lager is dan het bovengenoemde voorschot, kan de reder het betrokken verschil niet terugvorderen.

10. De reders doen al het nodige om ervoor te zorgen dat de kopieën van de logboeken worden gezonden en de eventuele aanvullende betalingen worden gedaan binnen de in de punten 6 en 7 gestelde termijnen.

11. Niet-nakoming van de in de punten 6 en 7 vastgestelde verplichtingen leidt automatisch tot opschorting van de visvergunning totdat de reder deze verplichtingen is nagekomen.

HOOFDSTUK III - VISSERIJZONES

De visserijzones voor elk type visserij in de Atlantische zone van Marokko worden gedefinieerd in de technische notities (aanhangsel 2). De Mediterrane zone van Marokko, gelegen ten oosten van 35°48’N – 6°20’W (Kaap Spartel), is uitgesloten van dit protocol.

HOOFDSTUK IV – WIJZE VAN UITVOERING VAN DE EXPERIMENTELE VISSERIJ

De twee partijen bepalen samen met de communautaire actoren die de experimentele visserij zullen beoefenen welke periode daarvoor het meest geschikt is alsmede de geldende voorwaarden. Om het verkennende werk van de vaartuigen te vergemakkelijken, zendt de regering van het Koninkrijk Marokko de wetenschappelijke informatie en andere fundamentele gegevens die beschikbaar zijn door.

De Marokkaanse visserijsector wordt hierbij nauw betrokken (coördinatie en dialoog inzake de uitvoeringsvoorwaarden voor de experimentele visserij).

De duur van de acties bedraagt maximaal zes maanden en minimaal drie maanden, behoudens wijziging door de twee partijen in onderlinge overeenstemming.

Selectie van de kandidaten voor het uitvoeren van de experimentele acties.

De Europese Commissie deelt aan de Marokkaanse autoriteiten de aanvragen voor vergunningen voor experimentele visserij mee. Zij verstrekt hen een technisch dossier onder precisering van:

- de techische kenmerken van het vaartuig

- het expertiseniveau van de scheepsofficieren betreffende de visserij

- het voorstel betreffende de technische parameters van de actie (duur, vistuig, exploratiegebieden, enz.).

De regering van het Koninkrijk Marokko organiseert, indien zij dit nodig acht, een dialoog betreffende de technische aspecten met de Europese Commissie, enerzijds, en de betrokken reders, anderzijds.

Voor het begin van de actie dienen de reders bij de Marokkaanse autoriteiten en bij de Europese Commissie het volgende in:

- een verklaring betreffende de vangsten die zich reeds aan boord bevinden

- de technische kenmerken van het voor de actie gebruikte vistuig

- de waarborg dat zij voldoen aan de Marokkaanse visserijvoorschriften.

Tijdens de uitvoering van de actie op zee:

- zenden de betrokken reders aan de Marokkaanse autoriteiten en de Europese Commissie een weekrapport betreffende de dagelijks gevangen hoeveelheden en de bij elke vangst gevangen hoeveelheden onder precisering van de technische parameters van de actie (positie, diepte, datum en uur, vangsthoeveelheden en andere waarnemingen of opmerkingen)

- vermelden de betrokken reders de positie, snelheid en de richting van het vaartuig per VMS

- zien de betrokken reders erop toe dat een Marokkaanse wetenschappelijke waarnemer of een door de Marokkaanse overheden gekozen waarnemer aan boord is. De waarnemer heeft tot taak wetenschappelijke informatie over de vangsten te verzamelen en de vangsten te bemonsteren. De waarnemer wordt op voet van gelijkheid behandeld met een scheepsofficier en de reder neemt diens kosten van levensonderhoud voor zijn rekening tijdens diens verblijf aan boord van het schip. De beslissing betreffende de tijd die de waarnemer aan boord doorbrengt, de duur van zijn verblijf en de haven van inscheping en ontscheping wordt in overeenstemming met de Marokkaanse autoriteiten genomen. Tenzij de partijen anders besluiten, kan een vaartuig niet worden verplicht meer dan eenmaal om de twee maanden naar de haven terug te keren

- onderwerpen de betrokken reders hun schip aan inspectie voor het verlaten van de Marokkaanse wateren indien de Marokkaanse autoriteiten daarom vragen

- respecteren de betrokken reders de visserijregelgeving van het Koninkrijk Marokko.

De vangsten, inclusief de bijvangsten, tijdens de wetenschappelijke actie blijven eigendom van de reder, behoudens naleving van de in die zin door de gemengde commissie vastgestelde bepalingen.

De Marokkaanse autoriteiten wijzen een contactpersoon aan voor de afhandeling van onvoorziene problemen die de ontwikkeling van de experimentele visserij zouden kunnen belemmeren.

HOOFDSTUK V– BEPALINGEN BETREFFENDE HET VOLGEN PER SATELLIET VAN DE VISSERSVAARTUIGEN VAN DE GEMEENSCHAP DIE OP BASIS VAN DEZE OVEREENKOMST IN DE MAROKKAANSE VISSERIJZONES OPEREREN

1. Alle vissersvaartuigen met een lengte over alles van meer dan 15 m die visserijactiviteiten uitvoeren in het kader van deze overeenkomst worden per satelliet gevolgd wanneer ze zich in de Marokkaanse visserijzones bevinden.

2. Ter fine van het volgen per satelliet doen de Marokkaanse autoriteiten aan de communautaire partij mededeling van de coördinaten (lengtegraad en breedtegraad) van de Marokkaanse visserijzones.

De Marokkaanse autoriteiten zenden deze informatie in elektronische vorm, uitgedrukt in graden minuten seconden.

3. De partijen wisselen overeenkomstig de punten 5 en 7 gegevens uit inzake de X.25-adressen en de parameters voor de elektronische communicatie tussen hun controlecentra. Deze informatie omvat, voor zover mogelijk, de namen, telefoon-, faxnummers en de elektronische adressen (Internet of X.400) die kunnen worden gebruikt voor de algemene communicatie tussen de controlecentra.

4. De positie van vaartuigen wordt bepaald met een foutenmarge van minder dan 500 m en een betrouwbaarheidsinterval van 99%.

5. Wanneer een op grond van de overeenkomst vissend vaartuig dat overeenkomstig de geldende Gemeenschapswetgeving via satelliet wordt gevolgd de Marokkaanse visserijzones binnenvaart, meldt het controlecentrum van de vlagstaat de positie ervan met een interval van maximaal 2 uur aan het Centrum voor visserijbewaking en -toezicht van Marokko (CSC) (identificatie van het vaartuig, breedtegraad, lengtegraad, vaarrichting en -snelheid). De berichten worden geïdentificeerd met de vermelding "Positierapport".

6. De in punt 5 bedoelde berichten worden langs elektronische weg in X.25-formaat of volgens elk ander beveiligd protocol verstuurd. De melding gebeurt in real time aan de hand van het formulier volgens het model in tabel II.

7. Indien de aan boord van een vissersvaartuig aanwezige satellietapparatuur voor permanente positiebepaling onklaar is, meldt de kapitein van het vaartuig te gelegener tijd de in punt 5 bedoelde informatie aan het controlecentrum van de vlagstaat en aan het CSC van Marokko. In dat geval moet om de 4 uur een algemeen positierapport worden verzonden. Dit algemene positierapport omvat de positierapporten die om de 2 uur door de kapitein van het vaartuig zijn geregistreerd en moet voldoen aan de in punt 5 gestelde voorwaarden.

Het controlecentrum van de vlagstaat verzendt deze berichten onverwijld naar het Marokkaanse FMC. Onklare appartuur wordt gerepareerd of vervangen binnen maximaal 1 maand. Wanneer die termijn verstreken is moet het vaartuig in kwestie de Marokkaanse visserijzones verlaten of een Marokkaanse haven binnenvaren.

8. De controlecentra van de vlagstaten controleren om het uur de bewegingen van hun vaartuigen in de Marokkaanse wateren. Indien de vaartuigen niet volgens de vastgestelde voorwaarden worden gevolgd, wordt het Marokkaanse CSC daarvan onmiddellijk in kennis gesteld en is de procedure van punt 7 van toepassing.

9. Indien het Marokkaanse CSC vaststelt dat de vlagstaat de in punt 5 bedoelde informatie niet verstrekt, worden de bevoegde diensten van de Europese Commissie daarvan onmiddellijk in kennis gesteld.

10. De overeenkomstig deze bepalingen aan de andere partij gemelde bewakingsgegevens dienen uitsluitend om de Marokkaanse autoriteiten in staat te stellen de in het kader van de visserijovereenkomst EG/Marokko visgerechtigde vaartuigen van de Gemeenschap te controleren en te bewaken. Deze gegevens mogen onder geen beding aan derden worden meegedeeld.

11. De componenten van de software en van de apparatuur van het satellietvolgsysteem moeten betrouwbaar zijn; het moet onmogelijk zijn de posities te vervalsen en manueel te bewerken.

Het systeem moet volledig automatisch en permanent operationeel zijn en mag niet worden beïnvloed door milieu- en klimaatfactoren. Het is verboden het satellietvolgsysteem te vernielen, beschadigen, buiten werking te stellen of te beïnvloeden.

De kapiteins van de vaartuigen zien erop toe dat:

- de gegevens niet worden gewijzigd;

- de antenne(s) van de satellietvolgapparatuur niet worden gestoord;

- de elektrische voeding van de satellietvolgapparatuur niet wordt onderbroken;

- de satellietvolgapparatuur niet wordt gedemonteerd.

12. De partijen komen overeen elkaar op verzoek de informatie over de gebruikte satellietvolgapparatuur mee te delen, zodat kan worden nagegaan of alle apparatuur volledig compatibel is met de in het kader van deze bepalingen aan de andere partij gestelde eisen. Een eerste bijeenkomst in die zin moet worden georganiseerd voor de inwerkingtreding van het protocol.

13. De partijen plegen met elkaar overleg over geschillen die zouden rijzen met betrekking tot de uitlegging of de toepassing van deze bepalingen. Dit overleg vindt plaats in de gemengde commissie die is ingesteld bij artikel 10 van de overeenkomst.

14. De partijen komen overeen indien nodig deze bepalingen te herzien binnen de gemengde commissie krachtens artikel 10 van de overeenkomst.

HOOFDSTUK VI – VANGSTAANGIFTEN

1) Logboek

1. De kapiteins van de vaartuigen zijn verplicht gebruik te maken van het logboek dat speciaal is ingevoerd voor het beoefenen van de visserij in de Marokkaanse visserijzone en dit logboek bij te houden conform de bepalingen in de toelichting bij dat logboek.

2. De reders zijn verplicht een kopie van het logboek aan hun bevoegde autoriteiten te zenden uiterlijk 15 dagen voor het einde van de derde maand volgend op de maand waarop deze betrekking heeft. Deze autoriteiten zenden de kopieën onverwijld aan de Delegatie, die deze aan het Departement doorzendt voor het einde van de derde maand volgend op de maand waarop zij betrekking hebben.

3. Niet-nakoming door de reders van de in de bovenstaande punten 1 en 2 vastgestelde verplichtingen leidt automatisch tot opschorting van de visvergunning totdat de reder deze verplichtingen is nagekomen.

2) Kwartaalaangiften van vangsten

1. Vóór het einde van de derde maand van elk kwartaal stelt de Delegatie het Departement in kennis van de hoeveelheden die alle communautaire vaartuigen in het voorgaande kwartaal hebben gevangen.

2. De ter kennis gebrachte gegevens zijn maandgegevens en zijn met name uitgesplitst per type visserij, per vaartuig en per in het logboek gespecificeerde soort.

3. Deze gegevens worden eveneens aan het Departement gezonden door middel van een elektronisch bestand in een formaat dat compatibel is met de software die het ministerie gebruikt.

3) Betrouwbaarheid van de gegevens

Om bruikbaar te zijn als een van de basissen voor het volgen van de ontwikkeling van de visbestanden, moeten de gegevens die zijn vermeld in de documenten als bedoeld in de bovenstaande punten 1 en 2 de visserijrealiteit weergeven.

HOOFDSTUK VII - AANMONSTERING VAN MAROKKAANSE ZEELIEDEN

1. De reders die houder zijn van een visvergunning in het kader van deze overeenkomst monsteren gedurende de hele periode dat zij aanwezig zijn in de Marokkaanse wateren Marokkaanse zeelieden aan volgens de volgende verdeling:

a) Pelagische trawlers

- Tonnage van minder dan 150 GT : vrijwillige aanmonstering van Marokkaanse zeelieden

- Tonnage van minder dan 5.000 GT : 06 zeelieden

- Tonnage van ten minste 5.000 GT : 08 zeelieden

Indien echter deze vaartuigen minder dan één maand per jaar in de Marokkaanse visserijzone opereren, zijn zij ontslagen van de verplichting om Marokkaanse zeelieden aan te monsteren.

Wanneer anderzijds de visvergunningen voor deze vaartuigen worden verlengd voor een periode van meer dan één maand per jaar, zijn de betrokken reders verplicht voor de eerste maand het in punt 10 van dit hoofdstuk genoemde forfaitaire bedrag te betalen. Vanaf de eerste dag van de tweede maand van de visvergunning zijn zij verplicht zich te houden aan hun verplichting tot aanmonstering van Marokkaanse zeelieden.

b) Kleinschalige visserij noord: vrijwillige aanmonstering van Marokkaanse zeelieden

c) Kleinschalige visserij zuid: 02 zeelieden

d) Zegenvisserijvaartuigen noord: 02 zeelieden

e) Trawlers en beugvisserijvaartuigen voor de diepzee: 08 zeelieden

f) Vaartuigen voor de tonijnvisserij met de hengel: 03 zeelieden

2. De reders kiezen vrij de zeelieden die zij aanmonsteren op hun vaartuigen.

3. De arbeidscontracten van de zeevissers worden gesloten tussen de reders of hun vertegenwoordigers en de zeevissers.

4. De reder of diens vertegenwoordiger deelt aan het Departement de namen van de op het betrokken vaartuig aangemonsterde Marokkaanse zeelui mee, met vermelding van hun inschrijving op de bemanningslijst.

5. De verklaring van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) over de fundamentele beginselen en rechten op het werk is van rechtswege van toepassing op zeelieden die zijn aangemonsterd op communautaire vissersvaartuigen. Het gaat daarbij met name om de vrijheid van vereniging, de effectieve erkenning van het recht op collectieve onderhandeling van werknemers en de bestrijding van discriminatie op het gebied van werk en beroep.

6. De arbeidsovereenkomsten van de Marokkaanse zeelieden, waarvan de ondertekenende partijen een afschrift ontvangen, worden gesloten tussen de vertegenwoordiger(s) van de reders en de zeelieden en/of hun vakverenigingen of vertegenwoordigers, in samenwerking met de bevoegde autoriteit van Marokko. Die overeenkomsten garanderen de zeelieden de aansluiting bij de socialezekerheidsregeling die op hen van toepassing is, met inbegrip van een overlijdens-, ziekte- en ongevallenverzekering.

7. De reder of zijn vertegenwoordiger moet binnen een termijn van twee maanden na de afgifte van de vergunning rechtstreeks aan het Departement een kopie meedelen van het bedoelde contract, naar behoren geparafeerd door de bevoegde autoriteiten van de betrokken lidstaat.

8. Het loon van de Marokaanse zeelieden komt ten laste van de reder. Het loon wordt vóór de afgifte van de vergunningen vastgesteld in onderling overleg tussen de reders of hun vertegenwoordigers en de betrokken Marokkaanse zeelieden of hun vertegenwoordigers. De bezoldigingsvoorwaarden van de Marokkaanse zeelieden mogen evenwel niet ongunstiger zijn dan die welke worden toegepast voor Marokkaanse bemanningen, en moeten in overeenstemming zijn met en mogen in geen geval ongunstiger zijn dan de IAO-normen.

9. Indien een of meer aan boord werkzame zeelieden niet op het voor het vertrek van het vaartuig vastgestelde tijdstip verschijnen, mag het vaartuig de geplande visreis aanvatten na de bevoegde autoriteiten van de haven van inscheping op de hoogte te hebben gebracht van het niet in aantal zijn van de zeelieden en zijn monsterrol te hebben geactualiseerd. Deze autoriteiten brengen het Departement daarvan op de hoogte.

De reder is verplicht de nodige maatregelen te nemen om ervoor te zorgen dat zijn vaartuig uiterlijk bij de volgende visreis het op grond van deze overeenkomst vereiste aantal zeelieden aan boord heeft.

10. Bij niet-aanmonstering van Marokkaanse zeelieden om andere redenen dan die welke bedoeld zijn in het vorige punt zijn de reders van de betrokken communautaire vaartuigen verplicht binnen een maximumtermijn van 3 maanden een forfaitair bedrag over te maken van 20 euro per visdag in de Marokkaanse visserijzone per zeeman.

Dat bedrag wordt gebruikt voor de opleiding van Marokkaanse zeevissers en wordt overgemaakt op de in punt 5 van hoofdstuk I vermelde rekening.

11. De Delegatie deelt aan het Departement halfjaarlijks de lijst mee van de op 1 januari en op 1 juli van elk jaar op communautaire vaartuigen aangemonsterde Marokkaanse zeelieden, onder vermelding van hun nummer van inschrijving in het register van zeelieden en het vaartuig waarop zij aangemonsterd zijn.

12. Behoudens het in punt 9 bedoelde geval wordt, indien de reders de bepaling inzake de aanmonstering van het aantal Marokkaanse vissers herhaaldelijk niet nakomen, de visvergunning van het vaartuig automatisch opgeschort totdat wel aan die verplichting is voldaan.

HOOFDSTUK VIII – MONITORING EN OBSERVATIE VAN DE VISSERIJ

A- OBSERVATIE VAN DE VISSERIJ

1. De vaartuigen die in het kader van de overeenkomst een vergunning hebben om te vissen in de Marokkaanse visserijzones nemen overeenkomstig de onderstaande voorwaarden waarnemers aan boord die zijn aangewezen door Marokko.

1.1 Per kwartaal neemt 25% van de visgerechtigde vaartuigen met een tonnage van meer dan 100 GT waarnemers aan boord.

1.2 Vaartuigen voor de industriële pelagische visserij nemen tijdens heel hun periode van activiteit in de Marokkaaanse wateren permanent een waarnemer aan boord.

1.3 De andere communautaire vissersvaartuigen waarvan de tonnage minder dan of gelijk aan 100 GT is, worden per jaar en per categorie van visserij gedurende maximaal 10 visreizen geobserveerd.

1.4 De lijst van schepen die zijn aangewezen om een waarnemer aan boord te nemen en de lijst van waarnemers die zijn aangewezen om aan boord te gaan, worden door het Departement vastgesteld. Van deze lijsten wordt aan de Delegatie mededeling gedaan zodra zij zijn opgesteld.

1.5 Bij de afgifte van de vergunning of uiterlijk (15) dagen vóór de datum waarop de waarnemer aan boord moet gaan, deelt het Departement aan de betrokken reders via de Delegatie de naam van de waarnemer mee die is aangewezen om aan boord te gaan van het vaartuig.

2. Op pelagische visserijvaartuigen blijft de waarnemer permanent aan boord aanwezig. Voor de andere categorieën van visserij bedraagt de tijd aan boord van de waarnemers één visreis per schip.

3. De voorwaarden voor het aan boord nemen van de waarnemer worden door de reder of diens vertegenwoordiger en de autoriteiten van Marokko in onderlinge overeenstemming vastgesteld.

4. De waarnemer gaat aan boord in een door de reder gekozen haven aan het begin van de eerste visreis die na de mededeling van de lijst van aangewezen vaartuigen plaatsvindt in de Marokkaanse viswateren.

5. De betrokken reders krijgen twee weken de tijd om de data en de Marokkaanse havens die voor het aan boord nemen van de waarnemers zijn vastgesteld te melden, met dien verstande dat deze mededeling ten minste tien dagen vóór de waarnemers aan boord gaan, plaatsvindt.

6. Indien de waarnemer in een ander land aan boord gaat, zijn de reiskosten van de waarnemer voor rekening van de reder. Als een vaartuig dat een Marokkaanse waarnemer aan boord heeft de Marokkaanse visserijzone verlaat, wordt alles in het werk gesteld om ervoor te zorgen dat de waarnemer zo spoedig mogelijk naar Marokko kan terugkeren; de kosten hiervan zijn voor rekening van de reder.

7. Wanneer de wetenschappelijke waarnemer tevergeefs komt, omdat de reder zijn verbintenissen niet nakomt, zijn de reiskosten, alsmede de dagvergoedingen voor de dagen waarop de wetenschappelijke waarnemer niet kan werken en die gelijk zijn aan die van nationale Marokkaanse ambtenaren van een overeenkomstige rang, voor rekening van de reder. Ook wanneer de inscheping later gebeurt door de schuld van de reder, betaalt deze de wetenschappelijke waarnemer de hierboven aangeduide dagvergoedingen.

Iedere wijziging in de regelingen inzake de dagvergoedingen wordt uiterlijk twee maanden vóór de toepassing ervan aan de Delegatie meegedeeld.

8. Indien de waarnemer zich binnen twaalf uur na het afgesproken tijdstip nog niet op de afgesproken plaats heeft gemeld, is de reder automatisch ontheven van de verplichting hem aan boord te nemen.

9. De waarnemer wordt aan boord als een officier behandeld. Hij verricht de volgende taken:

9.1 hij observeert de visserijactiviteiten van de vaartuigen;

9.2 hij controleert de positie van de vaartuigen die bij visserijactiviteiten betrokken zijn;

9.3 hij verricht bemonsteringsactiviteiten voor biologische doeleinden in het kader van de wetenschappelijke programma's;

9.4 hij noteert welk vistuig wordt gebruikt;

9.5 hij controleert de in het logboek opgenomen gegevens over de vangsten die in de Marokkaanse wateren zijn gedaan;

9.6 hij controleert de percentages van de bijvangsten en schat de hoeveelheden teruggegooide verkoopbare vis, schaaldieren en koppotigen;

9.7 hij deelt per fax of per radio de visserijgegevens mee, waaronder de aan boord aanwezige hoeveelheden hoofd- en bijvangst.

10. De kapitein neemt binnen de grenzen van zijn bevoegdheid de nodige maatregelen om de fysieke en morele veiligheid van de waarnemer bij de uitoefening van zijn taken te garanderen.

11. De waarnemer krijgt alle faciliteiten die nodig zijn voor de uitoefening van zijn taken. De kapitein vergemakkelijkt voor de waarnemer de toegang tot de communicatiemiddelen die deze voor zijn werk nodig heeft, tot de documenten die rechtstreeks met de visserijactiviteit van het vaartuig verband houden, met inbegrip van met name het logboek en het navigatieboek, en tot de delen van het vaartuig waar hij dient te zijn voor de uitoefening van zijn taak.

12. Hierbij:

12.1 zorgt de waarnemer ervoor dat zijn inscheping en zijn verblijf aan boord de visserijactiviteiten niet onderbreken of hinderen,

12.2 gaat hij zorgvuldig om met de inventaris en de installaties van het vaartuig, en bewaart hij geheimhouding over alle aan het vaartuig toebehorende documenten;

13. Aan het einde van de waarnemingsperiode stelt hij, vóór hij van boord gaat, een verslag van zijn activiteiten op dat wordt overgelegd aan de bevoegde Marokkaanse autoriteiten en waarvan een afschrift wordt bezorgd aan de Delegatie van de Europese Commissie. Hij ondertekent dat verslag in aanwezigheid van de kapitein, die er opmerkingen aan kan toevoegen of laten toevoegen en daarbij zijn handtekening plaatst. De wetenschappelijke waarnemer geeft bij het verlaten van het vaartuig een kopie van het rapport aan de kapitein.

14. De reder moet, op zijn kosten en volgens de mogelijkheden van het vaartuig, zorgen voor kost en logies van de waarnemers die overeenstemmen met die van de officieren.

15. Het loon en de sociale premies voor de waarnemer zijn voor rekening van de bevoegde Marokkaanse autoriteiten.

16. Als vergoeding voor de kosten die voor Marokko verbonden zijn aan de wetenschappelijke waarnemers aan boord van de vaartuigen, betalen de reders naast de rechten een "waarnemersbijdrage" ten bedrage van 3,5 €/GT/kwartaal voor elk vaartuig dat in de Marokkaanse visserijzone vist.

Deze bijdrage moet tegelijk worden voldaan als de kwartaalbetalingen overeenkomstig de bepalingen in punt 5, hoofdstuk I van de bijlage.

17. Niet-nakoming van de in bovenstaand punt 4 vastgestelde verplichtingen leidt automatisch tot opschorting van de visvergunning totdat de reder deze verplichtingen is nagekomen.

B- SYSTEEM VOOR GEZAMENLIJKE MONITORING VAN DE VISSERIJ

De overeenkomstsluitende partijen zetten een systeem op voor gezamenlijke monitoring en observatie van de ontschepingscontroles dat gericht is op het verbeteren van de doeltreffenheid van de controle teneinde de naleving van de bepalingen van deze overeenkomst te verzekeren.

Daartoe wijzen de bevoegde autoriteiten van elke overeenkomstsluitende partij hun vertegenwoordiger aan voor het bijwonen van de controle op de ontschepingen en het observeren van de wijze waarop deze verlopen en stellen zij de andere overeenkomstsluitende partij in kennis van diens naam.

De vertegenwoordiger van de Marokkaanse autoriteit woont als waarnemer de inspecties door de nationale controledienten van de lidstaten bij van de ontscheping van vaartuigen die in de Marokkaanse visserijzone hebben geopereerd.

De waarnemer vergezelt de nationale controleambtenaren bij hun bezoeken in havens, aan boord van vaartuigen, aan de kade, in vismijnen, in magazijnen van groothandelaren in vis, in koelhuizen en andere ruimten in verband met de ontscheping en opslag van vis vóór de eerste verkoop, en heeft toegang tot de documenten waarop deze inspecties betrekking hebben.

De vertegenwoordiger van de Marokkaanse autoriteit stelt een rapport op over de controles waarbij hij aanwezig is geweest en dient dit in.

Het Departement nodigt de Delegatie tien dagen voor de inspectiedatum uit tot het bijwonen van de in de ontschepingshavens geplande inspecties.

Op verzoek van de Europese Commissie mogen de communautaire visserij-inspecteurs als waarnemer de inspecties bijwonen door de Marokkaanse autoriteiten van de ontschepingsactiviteiten van de communautaire vaartuigen in de Marokkaanse havens.

De praktische wijze van uitvoering van deze activiteiten wordt in gemeenschappelijke overeenstemming door de bevoegde autoriteiten van de twee partijen vastgelegd.

HOOFDSTUK IX - CONTROLE

1. De Europese Gemeenschap houdt een lijst bij van vaartuigen waarvoor een visvergunning is afgegeven overeenkomstig de bepalingen van dit protocol. Deze lijst wordt meteen na de vaststelling ervan en vervolgens na elke bijwerking ervan meegedeeld aan de voor de visserijcontrole bevoegde autoriteiten van Marokko.

2. Technische keuringen

2.1 De in bovenstaand punt 1 bedoelde communautaire vaartuigen melden zich eens per jaar en na elke wijziging van de tonnage of elke verandering van de categorie van visserij resulterend in het gebruik van andere soorten vistuig, in de Marokkaanse haven aan om de voorgeschreven inspecties te ondergaan. Deze inspecties vinden verplicht plaats binnen 48 uur na aankomst van het schip in de haven.

2.2 Wanneer het vaaartuig in orde is bevonden, wordt aan de kapitein een verklaring afgegeven met een geldigheidsduur die gelijk is aan de duur van de vergunning en die de facto wordt verlengd voor vaartuigen die hun vergunning in de loop van het jaar vernieuwen. De geldigheidsduur van de verklaring mag echter niet langer zijn dan één jaar. De verklaring moet te allen tijde aan boord van het vaartuig worden bewaard.

2.3 Bij de technische controle wordt nagegaan of de technische kenmerken van het vaartuig en het vistuig aan boord in overeenstemming zijn met de bepalingen van de overeenkomst en of aan de voorwaarden wat betreft de Marokkaanse bemanning is voldaan.

2.4 De kosten van de controle worden aan de reder in rekening gebracht volgens de in de Marokkaanse wetgeving vastgestelde tariefregeling. Zij mogen niet hoger zijn dan de gewoonlijk door andere vaartuigen voor dezelfde diensten betaalde bedragen.

2.5 Als de in de bovenstaande punten 2.1 en 2.2 vastgestelde bepalingen niet worden nageleefd, wordt de visvergunning automatisch opgeschort totdat de reder deze verplichtingen is nagekomen.

3. Binnenvaren en verlaten van de zone:

3.1 De communautaire vaartuigen stellen minstens 4 uur van te voren het Departement op de hoogte van hun voornemen om Marokkaanse visserijzones binnen te varen of te verlaten.

3.2 Wanneer het vaartuig zijn voornemen om de wateren te verlaten meedeelt, geeft het tegelijkertijd zijn positie en de aan boord gehouden gevangen hoeveelheden en soorten door. Deze mededelingen worden bij voorkeur per fax doorgestuurd; vaartuigen die daarmee niet zijn uitgerust, mogen hun gegevens via de radio meedelen, waarvan de referenties zijn opgenomen in aanhangsel 8.

3.3 Vaartuigen die in de visserijzone vissen zonder de nodige meldingen te hebben gedaan aan het Departement worden aangemerkt als vaartuigen zonder vergunning.

3.4 De fax- en telefoonnummers en het e-mailadres worden eveneens medegedeeld bij het afgeven van de visvergunning.

4. Controleprocedures

4.1 De kapiteins van de communautaire vaartuigen die in de Marokkaanse visserijwateren vissen, moeten iedere met de inspectie en controle van de visserijactiviteiten belaste Marokkaanse ambtenaar het aan boord gaan toestaan en vergemakkelijken en hem bijstaan bij het vervullen van zijn taken.

4.2. Deze ambtenaren mogen niet langer aan boord blijven dan voor het uitvoeren van hun taken nodig is.

4.3. Na elke inspectie en controle wordt aan de kapitein van het vaartuig een attest afgegeven.

5. Aanhouding

5.1 Wanneer een communautair vaartuig in de Marokkaanse visserijwateren wordt aangehouden of een sanctie krijgt opgelegd, stelt het Departement de Europese Commissie binnen maximaal 48 uur daarvan in kennis.

5.2 Terzelfder tijd ontvangt de Europese Commissie een beknopt verslag over de omstandigheden van en de redenen voor de aanhouding.

6. Proces-verbaal van de aanhouding

6.1 De kapitein van het vaartuig moet het proces-verbaal waarin de geconstateerde feiten door de Marokkaanse controleautoriteiten zijn opgetekend, ondertekenen.

6.2 Deze ondertekening heeft geen consequenties ten aanzien van de rechten en de middelen die de kapitein te zijner verdediging kan doen gelden met betrekking tot de overtreding die hem ten laste wordt gelegd.

6.3 De kapitein moet zijn vaartuig naar de door de Marokkaanse controleautoriteiten opgegeven haven brengen. Het vaartuig dat in overtreding is van de vigerende Marokkaanse zeevisserijregelgeving wordt in de haven vastgehouden totdat de gebruikelijke administratieve aanhoudingsformaliteiten zijn vervuld.

7. Afwikkeling van de overtreding

7.1. Voor een gerechtelijke procedure wordt ingeleid, wordt ernaar gestreefd de vermoedelijke overtreding via een minnelijke schikking af te handelen. Deze procedure moet uiterlijk drie dagen na de aanhouding zijn afgewikkeld.

7.2. Bij een minnelijke schikking wordt het bedrag van de boete vastgesteld overeenkomstig de Marokkaanse visserijregelgeving.

7.3. Als de zaak niet via een minnelijke schikking kan worden afgehandeld en door een bevoegde rechterlijke instantie in behandeling moet worden genomen, stelt de reder bij een door de bevoegde autoriteit van Marokko opgegeven bank een bankgarantie die wordt vastgesteld met inachtneming van de met de aanhouding gepaard gaande kosten, de boetesom en de vergoedingen die moeten worden betaald door degenen die verantwoordelijk zijn voor de overtreding.

7.4. De bankgarantie wordt niet vrijgegeven voordat de gerechtelijke procedure is afgesloten. De bankgarantie wordt vrijgegeven indien de procedure niet tot een veroordeling leidt. Als bij veroordeling de boete kleiner is dan de gestelde bankgarantie, wordt het saldo na de uitspraak vrijgegeven door de bevoegde autoriteit van Marokko.

7.5. Het vaartuig mag de haven verlaten:

- zodra aan de bij de minnelijke schikking vastgestelde verplichtingen is voldaan, of

- zodra, in afwachting van de voltooiing van de gerechtelijke procedure, een bankgarantie als bedoeld in bovenstaand punt 7.3 is gesteld en deze door de bevoegde autoriteit van Marokko is aanvaard.

8. Overlading

8.1 Overlading op zee is verboden in de Marokkaanse visserijzone. Communautaire pelagische trawlers die evenwel vangsten in de Marokkaanse wateren wensen over te laden, doen dit in een Marokaanse haven of op een andere door de Marokkaanse bevoegde autoriteiten aangewezen plaats, en dit na het krijgen van de toesteming van het Departement. Dit overladen gebeurt onder supervisie van de waarnemer of een vertegenwoordiger van de Delegatie van de zeevisserij en de controleautoriteiten. Overtredingen worden bestraft met de sancties waarin de geldende Marokkaanse regelgeving voorziet.

8.2. Voordat wordt overgeladen, stellen de reders van die vaartuigen het Departement ten minste 24 uur van tevoren in kennis van:

- de naam van de vissersvaartuigen waaruit wordt overgeladen;

- de naam van het vrachtschip waarop wordt overgeladen, zijn vlagstaat, registratienummer en oproepnaam;

- de overgeladen hoeveelheid (in ton) van elke soort;

- de bestemming van de vangst;

- de datum en de dag waarop wordt overgeladen.

De Marokkaanse partij behoudt zich het recht voor de overlading te weigeren indien het transportvaartuig zich zowel binnen als buiten de maritieme zones onder Marokkaanse jurisdictie aan illegale, niet-aangegeven en niet-gereglementeerde visvangst heeft schuldig gemaakt.

8.3. Overladen wordt beschouwd als het uitvaren van de Marokkaanse visserijzone. De betrokken vaartuigen moet derhalve de vangstaangiften bij het Departement indienen en hun voornemen bekendmaken om de visserij voort te zetten of de Marokkaanse visserijzone te verlaten.

De kapiteins van de Communautaire pelagische trawlers die hun vangst in een Marokkaanse haven aanlanden of overladen, moeten de controle op deze verrichtingen door Marokkaanse inspecteurs toestaan en vergemakkelijken. Na elke inspectie en controle in de haven wordt aan de kapitein van het vaartuig een attest afgegeven.

HOOFDSTUK X: ONTSCHEPING VAN DE VANGSTEN

De overeenkomstsluitende partijen, die zich bewust zijn van het belang van een betere integratie met het oog op een gezamenlijke ontwikkeling van hun respectieve visserijsector, zijn het volgende overeengekomen ten aanzien van de ontscheping in Marokkaanse havens van een deel van de vangsten door communautaire vaartuigen in de Marokkaanse wateren.

De verplichte ontscheping gebeurt volgens de verdeling die is vermeld in de bij de overeenkomst gevoegde technische notities.

Financiële prikkels:

1. Ontschepingen:

De communautaire vaartuigen voor de tonijnvisserij die vrijwillig hun vangsten ontschepen in een Marokkaanse haven genieten op het recht dat vermeld wordt op technische notitie nr. 5 een korting van 2,5 euro per in de Marokkaanse wateren gevangen ton.vis

Een extra korting van 2,5 euro wordt verleend bij een verkoop van de visserijproducten in de vismijnen.

Dit mechanisme is voor elk communautair vaartuig van toepassing tot een bedrag van 50% van de eindafrekening van de vangsten (zoals omschreven in hoofdstuk II van de bijlage) vanaf het eerste jaar van dit protocol.

De communautaire pelagische vaartuigen die in een Marokkaanse haven vrijwillig meer dan 25% van de in technische notitie nr. 6 vastgestelde verplichte vangsten ontschepen, genieten een korting van 10% op het recht voor elke vrijwillig ontscheepte ton.

2. Uitvoeringsbepalingen:

Met betrekking tot de ontschepingsactiviteiten wordt door de vismijn een weegbriefje opgesteld dat als basis dient voor de traceerbaarheid van de producten.

Met betrekking tot de verkoop van producten in de vismijn wordt een attest "afrekening verkoop en inhoudingen" (AVI) opgesteld.

De kopieën van de weegbriefjes en de AVI's worden aan de delegatie van de zeevisserij van de haven van ontscheping gezonden. Na goedkeuring door het Departement worden de betrokken reders op de hoogte gesteld van de bedragen die hen worden gerestitueerd. Die bedragen worden in mindering gebracht op de bij de volgende vergunningaanvragen verschuldigde rechten.

3. Evaluatie:

Het niveau van de de financiële prikkels zal in het kader van de gemengde commissie worden aangepast op grond van het sociaal-economische effect van de ontschepingen in het betrokken jaar.

AANHANGSELS

4. Formulier voor het aanvragen van een vergunning

5. Technische notities

6. Melding van de VMS-gegevens aan Marokko, positierapport

7. Grenzen van de Marokkaaanse visserijzones, coördinaten van de visserijzones

8. Gegevens van het Marokkaanse CSC

9. Logboek

10. Vangstaangifteformulier. Te harmoniseren model

11. Kenmerken van het radiostation van Marokko

Aanhangsel 1

VISSERIJOVEREENKOMST MAROKKO - EUROPESE GEMEENSCHAP

AANVRAAG VOOR EEN VISSERIJVERGUNNING

I - AANVRAGER

1. Naam van de reder:

2. Naam van de organisatie of van de vertegenwoordiger van de reder:.

3. Adres van de organisatie of van de vertegenwoordiger van de reder:.

4. Telefoon: .Fax : Telex:

5. Naam van de kapitein: Nationaliteit:

II-VAARTUIG EN IDENTIFICATIE

1. Naam van het vaartuig:.

2. Nationaliteit van de vlag:

3. Identificatieletters en –nummers:

4. Haven van registratie:

5. Jaar waarin en plaats waar het vaartuig is gebouwd

6. Radioroepnaam: Radiofrequentie:.

7. Materiaal romp: Staal ( Hout ( Polyester ( Andere (

III- TECHNISCHE KENMERKEN VAN HET VAARTUIG EN UITRUSTING

1. Lengte (over alles): Breedte:

2. Tonnage (in GT):

3. Vermogen van de hoofdmotor in pk: Merk: Type:

4. Type vaartuig: Type visserij:.

5. Vistuig:

6. Totale bemanning aan boord:

7. Conserveringsmethode aan boord: Vers ( Gekoeld ( Gemengd ( Bevroren (

8. Invriescapaciteit per 24 uur (in ton):

9. Capaciteit van de ruimen: Aantal:

Gedaan te , op

Handtekening van de aanvrager

Aanhangsel 2

Technische notitie voor de visserij nr. 1

Kleinschalige pelagische visserij in het noorden

Aantal vaartuigen met een vergunning | 20 |

Toegestaan vistuig | Zegen Toegestane maximumafmetingen die overeenstemmen met de voorwaarden die gelden in de zone: 500 m x 90 m. Verbod op het vissen met lampara's. |

Type vaartuig: | <100 GT |

Rechten | 67 euro/GT/kwartaal |

Geografische grens | Ten noorden van 34°18’00’’ Buiten de 2 mijl |

Doelsoorten | Sardine, ansjovis en andere kleine pelagische soorten |

Verplichting tot lossen | Eerste jaar: 25% ; tweede jaar: 30% ; derde jaar: 40% ; vierde jaar: 50% |

Biologische rustperiode | Twee maanden: februari en maart. |

Opmerkingen |

De voorwaarden voor de uitoefening van de visserij voor elke categorie worden elk jaar voor de afgifte van de vergunningen in onderlinge overeenstemming vastgesteld.

Technische notitie voor de visserij nr. 2

Kleinschalige visserij in het noorden

Aantal vaartuigen met een vergunning | 30 |

Toegestaan vistuig | grondbeug, Cat. a) Maximumaantal toegestane haken per beug: 2000. Cat. b) Over het maximumaantal toegestane haken per beug wordt later door de gemengde commissie beslist conform het wetenschappelijke advies en de Marokkaanse regelgeving. |

Type vaartuig: | a) <40 GT : 27 vergunningen b) > 40 GT en < GT 150 : 3 vergunningen |

Rechten | 60 euro/GT/kwartaal |

Geografische grens | Ten noorden van 34°18’ N Buiten de 6 zeemijl |

Doelsoorten | Haarstaartvis, sparidae en andere demersale soorten |

Aanvoerverplichting | Vrijwillige aanvoer |

Biologische rustperiode | Van 15 maart tot 15 mei. |

Bijvangsten | 0% zwaardvis en pelagische haaien |

De voorwaarden voor de uitoefening van de visserij voor elke categorie worden elk jaar voor de afgifte van de vergunningen in onderlinge overeenstemming vastgesteld.

Technische notitie voor de visserij nr. 3

Kleinschalige visserij in het zuiden

Aantal vaartuigen met een vergunning | 20 |

Toegestaan vistuig | Lijn, hengel en korven, beperkt tot twee stuks vistuig per schip. Het gebruik van drijflijn, schakelnet, vast kieuwnet, drijfnet, "traina"-net en ombervis-net is verboden. |

Type vaartuig: | <80 GT |

Rechten | 60 euro/GT/kwartaal |

Geografische grens | Ten zuiden van 30°40’N Buiten de 3 zeemijl |

Doelsoorten | Ombervis en sparidae |

Verplichting tot lossen | Vrijwillige lossing |

Biologische rustperiode | - |

Toegestane netten | Netten van 8 mm voor het vangen van aas, buiten 2 zeemijl |

Bijvangsten | 0% koppotigen en schaaldieren, met uitzondering van 10% krab; de gerichte vangst van krab is verboden. 10% andere demersale soorten |

De voorwaarden voor de uitoefening van de visserij voor elke categorie worden elk jaar voor de afgifte van de vergunningen in onderlinge overeenstemming vastgesteld.

Technische notitie voor de visserij nr. 4

Demersale visserij

Aantal vaartuigen met een vergunning | 22 vaartuigen met maximaal 11 trawlers per jaar. |

Toegestaan vistuig | - Voor beugvisserijvaartuigen: . grondbeug, Getwijnde vaste diepzeekieuwnetten, - Voor trawlers: bodemtrawl |

Type vaartuig: | Gemiddelde grootte van 275 GT; trawlers vissen op meer dan 200 m diepte ; |

Rechten | 53 euro/GT/kwartaal |

Geografische grens | Ten zuiden van 29°N Buiten de dieptelijn van 200 m voor trawlers (en 12 zeemijl voor beugvisserijvaartuigen) |

Doelsoorten | Zwarte heek, haarstaartvis, grote gaffelmakreel/ongestreepte bonito |

Verplichting tot lossen | 50% van de vangsten in Marokko |

Biologische rustperiode | Enkel geldig voor trawlers De periode die voor de koppotigen is vastgesteld |

Toegestane netten | - Trawlvisserij: net van minimaal 70 mm. Het gebruik van trawls met dubbele kuil is verboden. Het gebruik van trawls waarvan de kuil van dubbel garen is vervaardigd, is verboden. Over het maximumaantal toegestane haken per beug wordt later door de gemengde commissie beslist conform het wetenschappelijke advies en de Marokkaanse regelgeving. |

Bijvangsten | 0% koppotigen en schaaldieren, met uitzondering van 5% krab |

De voorwaarden voor de uitoefening van de visserij voor elke categorie worden elk jaar voor de afgifte van de vergunningen in onderlinge overeenstemming vastgesteld.

Technische notitie voor de visserij nr. 5

Tonijnvisserij

Aantal vaartuigen met een vergunning | 27 |

Toegestaan vistuig | Hengel en sleeplijn Zegen voor de visserij met levend aas |

Geografische grens | Buiten de 3 mijl Vangst van aas buiten de 2 mijl De gehele Atlantische zone van Marokko, met uitzondering van het beschermde gebied ten oosten van de lijn die de punten 33°30’N/7°35’W en 35°48’N/6°20’W verbindt |

Doelsoorten | Tonijnachtigen |

Verplichting tot lossen | Een deel van de vangst in Marokko tegen de internationale marktprijs |

Biologische rustperiode | Neen |

Toegestane netten | Vangst van aas met zegen van 8 mm |

Rechten | 25 euro per gevangen ton vis |

Voorschot | Op het moment van de aanvraag van jaarlijkse vergunningen wordt een forfaitair voorschot van 5000 euro betaald |

Opmerkingen |

De voorwaarden voor de uitoefening van de visserij voor elke categorie worden elk jaar vóór de afgifte van de vergunningen in onderlinge overeenstemming vastgesteld.

Technische notitie voor de visserij nr. 6

Industriële pelagische visserij

Toegestaan vistuig | Pelagisch of semipelagisch |

Toegewezen quotum | 60.000 ton per jaar, maximaal 10.000 ton per maand |

Type vaartuig: | Industriële pelagische trawl |

Aantal toegelaten vaartuigen | Maximumaantal: - 5-6 vaartuigen[3] van meer dan 3.000 GT/vaartuig - 2-3 vaartuigen van 150 tot 3000 GT/vaartuig - 10 vaartuigen met een tonnage van minder dan 150 GT/vaartuig |

Totaal tonnage van de toegelaten vaartuigen | Maximaal: |

Geografische grens | Ten zuiden van 29°N, op meer dan 15 zeemijl van de kust, berekend vanaf de laagwaterlijn |

Doelsoorten | Sardine, sardinella, makreel, horsmakreel en ansjovis. |

Verplichting tot lossen | Elk vaartuig landt 25% van de vangst in Marokko aan |

Biologische rustperiode | De toegelaten vissersvaartuigen moeten alle biologische rustperioden in acht nemen die het ministerie heeft ingesteld in de visserijzone waarvoor de vergunning geldt, en er alle visserijactiviteiten stopzetten. De Marokkaanse autoriteiten stellen de Commissie vooraf in kennis van dit besluit, met vermelding van de perioden waarin de visserij wordt stopgezet en de betrokken zones. |

Toegestane netten | De minimummaaswijdte (gestrekte mazen) van de pelagische of semipelagische trawl bedraagt 40 mm. De kuil van de pelagische of semipelagische trawl kan worden verstevigd door een netwerk met een minimummaaswijdte van 400 mm (gestrekte mazen) en verstevigingsstroppen met een tussenafstand van minimaal anderhalve meter (1,5 m), behalve voor die aan het achterste gedeelte van de trawl, die op ten minste 2 m van het venster van de kuil moet worden aangebracht. Het gebruik van verstevigingen of dubbele kuilen voor andere doeleinden is verboden en met de trawl mogen in geen geval andere soorten worden bevist dan de kleine pelagische soorten waarvan de vangst is toegestaan. |

Bijvangsten | Maximaal 3,5% andere soorten. De vangst van koppotigen, schaaldieren en andere demersale en bentische soorten is strikt verboden. |

Industriële verwerking | De industriële verwerking van de vangsten tot vismeel of visolie is strikt verboden. Beschadigde vissen en uit de behandeling van de vangst voortkomend afval mogen wel worden verwerkt tot vismeel of visolie, voor zover het maximum van 5% van de totale toegestane vangst niet wordt overschreden. |

Opmerkingen | Er zijn drie categorieën vaartuigen: Categorie 1: brutotonnage minder dan of gelijk aan 3.000 GT, met een maximum van 12.500T/jaar/vaartuig; Categorie 2: brutotonnage meer dan 3.000 GT en minder dan of gelijk aan 5.000 GT, met een maximum van 17.500 T/jaar/vaartuig; Categorie 3: brutotonnage meer dan 5.000 GT, met een maximum van 25.000 T/jaar/vaartuig. |

Aantal vaartuigen/Rechten | Maximumaantal vaartuigen dat tegelijkertijd mag vissen: 18. Rechten ten laste van de reder in euro per ton toegestane vangst: 20 euro/ton) Rechten ten laste van de reder in euro per ton vangst bovenop de toegestane vangst: 50 euro/ton) |

De voorwaarden voor de uitoefening van de visserij voor elke categorie worden elk jaar vóór de afgifte van de vergunningen in onderlinge overeenstemming vastgesteld

Aanhangsel 3

MELDING VAN DE VMS-GEGEVENS AAN MAROKKO

POSITIERAPPORT

Data | Code | Verplicht/ facultatief | Opmerkingen |

Header | SR | O | Systeeminformatie - geeft het begin van de record aan |

Geadresseerde | AD | O | Berichtinformatie - geadresseerde. ISO-alfa-3-landcode |

Verzender | NL | O | Berichtinformatie - verzender. ISO-alfa-3-landcode |

Vlaggenstaat | FS | F |

Berichttype | TM | O | Berichtinformatie - berichttype «POS» |

Radioroepnaam | RC | O | Vaartuiginformatie - internationale radioroepnaam van het vaartuig |

Intern referentienummer van de overeenkomstsluitende partij | IR | F | Vaartuiginformatie - uniek volgnummer van de overeenkomstsluitende partij (ISO-3-code van de vlaggenstaat, gevolgd door een nummer) |

Extern registratienummer | XR | O | Vaartuiginformatie - kenteken aangebracht op de romp van het vaartuig |

Breedtegraad | LA | O | Positie-informatie - positie in graden en minuten N/Z GGMM (WGS-84) |

Lengtegraad | LO | O | Positie-informatie - positie in graden en minuten O/W GGGMM (WGS-84) |

Vaarrichting | CO | O | Vaarrichting van het vaartuig, op een schaal van 360° |

Vaarsnelheid | SP | O | Vaarsnelheid van het vaartuig, in tientallen knopen |

Datum | DA | O | Positie-informatie - datum van registratie van de positie in UTC (JJJJMMDD) |

Tijdstip | TI | O | Positie-informatie - tijdstip van registratie van de positie in UTC (UUMM) |

Tailer | ER | O | Systeeminformatie - geeft het einde van de record aan |

Tekenset: ISO 8859.1

De structuur van de gegevenstransmissie is als volgt:

- een dubbele schuine streep (//) en een code geven het begin van de transmissie aan,

- een enkele schuine streep (/) fungeert als separator tussen code en data.

De facultatieve gegevens moeten worden opgenomen tussen de header en de tailer.

Aanhangsel 4

GRENZEN VAN DE MAROKKAANSE VISSERIJZONES

COÖRDINATEN VAN DE VISSERIJZONES

Technische fiche | Categorie | Visserijzone (breedtegraad): | Afstand van de kust: |

1 | Kleinschalige visserij in het noorden: pelagisch | 34°18’00”N - 35°48’00”N | Meer dan 2 mijl |

2 | Kleinschalige visserij in het noorden: beug: | 34°18’00”N - 35°48’00”N | Meer dan 6 mijl |

3 | Kleinschalige visserij in het zuiden: | Ten zuiden van 30°40’00” | Meer dan 3 mijl |

4 | Demersale visserij | Ten zuiden van 29°00’00” | Beugvissers: Meer dan 12 mijl |

Trawlers: Voorbij de 200 m-dieptelijn |

5 | Tonijnvisserij | De gehele Atlantische Oceaan, met uitzondering van onderstaand gebied: 35°48’N;6°20’W/33°30’N ;7°35’W | Meer dan 3 mijl en 2 mijl voor aas |

6 | Industriële pelagische visserij | Ten zuiden van 29°00’00” | Meer dan 15 mijl |

Aanhangsel 5

COÖRDINATEN VAN HET MAROKKAANSE VISSERIJCONTROLECENTRUM (VCC)

Naam van het VCC: CSC (Centre de Surveillance et de Contrôle de la pêche)

Tel. VMS: + 212 37 68 81 46

Fax VMS: + 212 37 68 81 34

E-mail VMS: alaouihamd@mpm.gov.ma; fouima@mpm.gov.ma

Tel. DSPCM:

Fax DSPCM:

Adres X25 = X25 niet gebruikt

Meldingen van het binnenvaren/uitvaren: Via het radiostation (aanhangsel 8)

Aanhangsel 6 IOTC-LOGBOEK VOOR DE VISSERIJ OP TONIJN |

Beug Levend aas Ringzegen Trawl Andere |

Vlagstaat:. …………………………………………………………………........................... | Capaciteit (MT): …………………………………………........ |

Registratienummer: ……………………………………………………………................................... | Kapitein: …………………………………………………….... |

Reder …………………………………………………………….......................... | Aantal bemanningsleden: ….…………………………………………………........................ |

Adres: ………………………………………………………………………….... | Datum van het rapport: ………………………………………………………………...... |

(Auteur van het verslag): …………………………………………….……......................... | Aantal dagen op zee | Aantal visdagen: Aantal uitzetten: | Nummer visreis: |

Datum | Visserijzone | T° oppervlaktewater (ºC) | visserij-inspanning Gebruikt aantal haken | Vangsten | Gebruikt aas |

1 - Gebruik één blad per maand en 1 regel per dag. | 3- Met “dag” wordt bedoeld de dag van het uitzetten van de lijn. | 5 - Onderste regel -aangeland gewicht- pas invullen op het einde van de reis. Op te geven is het daadwerkelijke gewicht bij het aanlanden. |

2 - Na afloop van elke reis een afschrift van het formulier bezorgen aan uw correspondent of aan ICCAT, Calle Corazón de María, 8, 28002 Madrid Spanje. | 4 - "Visserijzone" betekent de positie van het vaartuig. Minuten afronden en de breedte- en lengtegraad noteren. N/Z en O/W vermelden. | 6 - Alle gegevens van dit formulier worden strikt vertrouwelijk behandeld. |

Aanhangsel 7

Datum (12) | Statis-tische sector (13) | Aantal visserij-operaties (14) | Vistijd (uur) (15) | Schatting van de vangsthoeveelheid per soort: (in kilogram) (16) (of toelichtiingen betreffende de onderbrekingen bij het vissen) | Totaal gewicht vangsten (kg) (17) | Totaal gewicht vis (kg) (18) | Totaal gewicht vismeel (kg) (19) |

Roepnaam | CNA 39 37 |

Plaats: | Rabat |

Frequentiebereik: | 1,6 tot 30 mhz |

Zendklasse: | SSB-AIA-J2B |

Zendvermogen: | 800 W |

Werkfrequenties

Banden | Kanalen | Emissie | Ontvangst |

Band 8 | 831 | 8285 Khz | 8809 Khz |

Band 12 | 1206 | 12245 Khz | 13092 Khz |

Band 16 | 1612 | 16393 Khz | 17275 Khz |

Radiomeldingen

Periode | Uurregeling |

Werkdagen | van 08:30 tot 16:30 |

Zaterdag, zondag en feestdagen | van 9.30 tot 14.00 |

VHF: | Kanaal 16 | Kanaal 70 ASN |

Radiotelex : |

Type: | DP-5 |

Zendklasse: | ARQ-FEC |

Nummer: | 31 356 |

Telefax: |

Nummers | 212 37 68 82 13/45 |

FINANCIEEL MEMORANDUM

1. BENAMING VAN HET VOORSTEL

Voorstel voor een verordening van de Raad betreffende de sluiting van een partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en het Koninkrijk Marokko, voor een periode van vier jaar vanaf de inwerkingtreding ervan.

2. ABM/ABB-KADER

11. Visserij

1103. Internationale visserijovereenkomsten

3. BEGROTINGSONDERDELEN

3.1 Begrotingsonderdelen:

110301: "Internationale visserijovereenkomsten"

11010404: "Internationale visserijovereenkomsten, huishoudelijke uitgaven"

3.2 Duur van de actie en van de financiële gevolgen:

De partnerschapsovereenkomst is gesloten voor de duur van vier jaar. Zij kan automatisch worden verlengd, tenzij een van beide partijen de overeenkomst uitdrukkelijk opzegt.

Het protocol bepaalt de financiële tegenprestatie, de categorieën en de voorwaarden voor de visserijactiviteiten voor de communautaire vaartuigen in de Marokkaanse visserijzones. De duur van het protocol is vastgesteld op vier jaar en is van toepassing van bij de inwerkingtreding ervan.

3.3 Begrotingskenmerken:

Begrotingsplaats | Soort uitgave | Nieuw | Bijdrage EVA | Deelname kandidaat-lidstaten | Rubriek financiële vooruitzichten |

Beleidsuitgaven[7] |

Vastleggingskredieten (VK) | 8.1 | a | Min. Max[8] | 36.100 72.200 | 36.100 72.200 | 36.100 72.200 | 36.100 72.200 | 144.400 288.800 |

Betalingskredieten (BK) | b | Min. Max.5 | 36.100 72.200 | 36.100 72.200 | 36.100 72.200 | 36.100 72.200 | 144.400 288.800 |

Administratieve uitgaven binnen het referentiebedrag[9] |

Technische & administratieve bijstand (NGK) | 8.2.4 | c | 0.165 | 0.165 | 0.165 | 0.235 | 0.730 |

TOTAAL REFERENTIEBEDRAG |

Vastleggingskredieten | a+c | Min. Max | 36.265 72.365 | 36.265 72.365 | 36.265 72.365 | 36.335 72.435 | 145.130 289.530 |

Betalingskredieten | b+c | Min. Max | 36.265 72.365 | 36.265 72.365 | 36.265 72.365 | 36.335 72.435 | 145.130 289.530 |

Personeelsuitgaven en aanverwante uitgaven (NGK) | 8.2.5 | d | 0.108 | 0.108 | 0.108 | 0.108 | 0.432 |

Andere niet in het referentiebedrag begrepen administratieve uitgaven (NGK) | 8.2.6 | e | 0.0115 | 0.0115 | 0.0115 | 0.0115 | 0.046 |

Totale indicatieve kosten van de maatregel

TOTAAL VK inclusief personeelsuitgaven | a+c+d+e | Min Max | 36.3845 72.4845 | 36.3845 72.4845 | 36.3845 72.4845 | 36.4545 72.5545 | 145.608 290.008 |

TOTAAL BK inclusief personeelsuitgaven | b+c+d+e | Min Max | 36.3845 72.4845 | 36.3845 72.4845 | 36.3845 72.4845 | 36.4545 72.5545 | 145.608 290.008 |

Medefinanciering

Indien het voorstel door lidstaten of uit andere bronnen (geef aan welke) wordt medegefinancierd, geef dan een raming daarvan in de onderstaande tabel (voeg extra rijen toe indien de medefinanciering uit meer dan een bron afkomstig is):

in miljoen euro (tot op 3 decimalen)

Medefinancieringsbron | Jaar n | n + 1 | n + 2 | n + 3 | Totaal |

…………………… | F |

TOTAAL VK inclusief medefinanciering | a+c+d+e+f |

4.1.2 Verenigbaarheid met de financiële programmering

X Het voorstel is verenigbaar met de bestaande financiële programmering.

( Het voorstel vergt programmering van de betrokken rubriek van de financiële vooruitzichten.

( Het voorstel vergt wellicht toepassing van de bepalingen van het Interinstitutioneel Akkoord[10] (flexibiliteitsinstrument of herziening van de financiële vooruitzichten).

4.1.3 Financiële gevolgen voor de ontvangsten

X Het voorstel heeft geen financiële gevolgen voor de ontvangsten

( Het voorstel heeft de volgende financiële gevolgen voor de ontvangsten:

NB.: Alle gegevens en opmerkingen over de wijze van berekening van de gevolgen voor de ontvangsten moeten in een aparte bijlage worden vermeld.

in miljoen euro (tot op 3 decimalen)

Vóór de actie [Jaar n-1] | Situatie na de actie |

Begrotingsplaats | Ontvangsten | [Jaar n] | [n+1] | [n+2] | [n+3] |

a) Ontvangsten in absolute bedragen |

b) Verschil in ontvangsten | ( |

(Vermeld elk betrokken begrotingsonderdeel; voeg extra rijen toe wanneer er gevolgen zijn voor meer dan een begrotingsonderdeel.)

4.2. Personele middelen in voltijdequivalenten (VTE; ambtenaren, tijdelijk en extern personeel) – zie punt 8.2.1.

Jaarlijkse behoeften | Jaar n | n + 1 | n + 2 | n + 3 |

Totale personele middelen in VTE | 2.0 | 2.0 | 2.0 | 2.0 |

5. KENMERKEN EN DOELSTELLINGEN

Gegevens over de context van het voorstel moeten in de toelichting worden verstrekt. Geef in dit deel van het financieel memorandum de volgende aanvullende informatie:

5.1 Behoefte waarin op korte of lange termijn moet worden voorzien

Het hoofddoel van de nieuwe partnerschapsovereenkomst is het versterken van de samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en het Koninkrijk Marokko met het oog op het instellen van een partnerschapskader voor de ontwikkeling van een duurzaam visserijbeleid en de redelijke exploitatie van de visbestanden in de Marokkaanse visserijzones.

De communautaire vloot heeft sedert 1988 baat gehad bij de visserijovereenkomst met Marokko, die in 1992 en 1995 is verlengd. Deze laatste visserijovereenkomst is in 1999 ten einde gelopen; indertijd was dit de belangrijkste visserijovereenkomst tussen de Gemeenschap en een derde land. Zij had betrekking op verschillende soorten visserij en bood vangstmogelijkheden voor 629 (in 1995) tot 516 (in 1999) vaartuigen uit de Gemeenschap. De financiële compensatie was voor de duur van de overeenkomst vastgesteld op 500 miljoen euro. Na afloop van deze overeenkomst is echter geen vergelijk meer gevonden om ze in oktober 2000 te verlengen.

Het gebrek aan een overeenkomst met Marokko heeft negatieve gevolgen gehad voor de communautaire visserij, met name voor Spanje en Portugal, en voor een groot aantal vaartuigen dienden omschakelingsmaatregelen te worden getroffen. Zo heeft de Gemeenschap specifieke maatregelen genomen waarmee werd voorzien in financiële steun (in totaal 297 miljoen euro) voor de sloop, het gebruik voor andere doeleinden, de modernisering en de definitieve overbrenging van vaartuigen naar derde landen, alsmede maatregelen van sociaal-economische aard. Het grootste deel van deze financiële steun is gebruikt voor de sloop en het gebruik van vaartuigen voor andere doeleinden dan visserij, voor de overbrenging van vaartuigen naar derde landen en voor de oprichting van gemengde vennootschappen. Deze maatregelen waren gericht op een definitieve vermindering van de visserij-inspanningen van de Spaanse en de Portugese vloot, zodat deze vaartuigen uiteraard geen gebruik konden maken van de vangstmogelijkheden die door de nieuwe visserijovereenkomst met Marokko werden geboden.

In het kader van de maatregelen tot modernisering van de vaartuigen hebben bepaalde vaartuigen van de financiële steun gebruik gemaakt om hun vistuig aan te passen en om te bouwen tot vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug. Ook om deze reden voorziet de overeenkomst niet in vangstmogelijkheden voor dit soort vaartuigen.

Daarentegen heeft de communautaire vloot voor kleinschalige visserij, die baat had bij de vroegere visserijovereenkomst met Marokko zich niet aan de situatie na de beëindiging van de overeenkomst kunnen aanpassen. De omschakelingsmaatregelen boden geen passende oplossingen voor de vloot voor kleinschalige visserij, die niet echt van de geboden financiële steun heeft kunnen profiteren. De aanpassing van de vismethoden van deze vaartuigen, die op zichzelf reeds zeer polyvalent waren, heeft hen geen toegang geboden tot nieuwe visserijzones, aangezien hun actieradius beperkt bleef. Uitvoer, onder meer ook in het kader van gemengde vennootschappen, was economisch niet verantwoord voor vaartuigen met een zo beperkt tonnage. Ten slotte was ook het definitief uit de vaart nemen geen reële optie voor de eigenaars van dit soort vaartuigen. Daarom komt deze nieuwe overeenkomst vooral tegemoet aan de belangen van de kleinschalige visserij, die voor het merendeel gebruik kan maken van de door deze overeenkomst geboden vangstmogelijkheden.

De huidige prioriteiten van het Marokkaanse visserijbeleid vormen een van de pijlers van de bereikte overeenkomst (het moderniseren en op peil brengen van de kustvloot, het afschaffen van de drijfnetten, wetenschappelijk onderzoek, de herstructurering van de kleinschalige visserij, het op peil brengen van de afzetkanalen, de mechanisering van de middelen voor het aanlanden en behandelen en de opleiding en ondersteuning van de beroepsorganisaties uit de Marokkaanse visserijsector). De partnerschapsovereenkomst voorziet ook in samenwerking tussen de twee partijen met het oog op het bevorderen van de economische integratie van de communautaire actoren in de visserijsector in Marokko.

Wat de vangstmogelijkheden betreft, is de overeenkomst hoofdzakelijk toegespitst op de behoeften en belangen van de communautaire vloot voor kleinschalige visserij, die heeft meest onder het gebrek aan een overeenkomst heeft geleden. De overeenkomst voorziet in:

- 20 zegenvisserijvaartuigen voor de pelagische visserij noord,

- 20 vaartuigen voor de kleinschalige visserij zuid,

- 30 vaartuigen voor de visserij met de grondbeug voor de kleinschalige visserij noord,

- 27 vaartuigen voor de visserij met de hengel,

- 22 trawlers en vaartuigen voor de visserij met de grondbeug voor de demersale visserij.

Voorts is ook voorzien in een jaarquotum van 60 000 ton voor de industriële pelagische visserij.

De financiële tegenprestatie is vastgesteld op 36 100 000 € per jaar. Van deze financiële tegenprestatie wordt jaarlijkse financiële steun van 13 500 000 € toegekend aan de ontwikkeling en de uitvoering van het sectorale visserijbeleid in Marokko, met het oog op de invoering van een duurzame en verantwoorde visserij. Naast de financiële tegenprestatie uit hoofde van de communautaire begroting, kunnen de rechten van de reders die aan de Marokkaanse autoriteiten worden uitgekeerd, goed zijn voor ongeveer 3 M€.

De partnerschapsovereenkomst past in het door het Zeerechtverdrag van de Verenigde Naties omschreven kader en is verenigbaar met de beginselen van de Gedragscode voor een verantwoorde visserij van de FAO.

5.2 Meerwaarde van het communautaire optreden, samenhang van het voorstel met andere financiële instrumenten en mogelijke synergie

De Gemeenschap is in de loop van de jaren 70 begonnen met het sluiten van visserijovereenkomsten als gevolg van de toenmalige veranderingen in het zeerecht. In die tijd hebben de lidstaten besloten hun bevoegdheid op dit gebied aan de Gemeenschap over te dragen (Resolutie van de Raad van 3 november 1976) en sedertdien behoren visserijovereenkomsten tot de exclusieve bevoegdheden van de Gemeenschap.

De nieuwe partnerschapsovereenkomst in de visserijsector tussen de EG en het Koninkrijk Marokko is gericht op:

( het bevorderen van duurzame visserij-activiteiten en het verschaffen van een bindend kader voor alle betrokken partijen (de Gemeenschap, de lidstaten, de communautaire actoren en het derde land) om dit doel te bereiken;

( het beschermen en ontwikkelen van de communautaire visserij-activiteiten in de wateren van het derde land en de politieke en sociaal-economische effecten daarvan verbeteren, zowel in Europa als, in casu, Marokko.

Voorts bevat de overeenkomst, om het begrip "bindend kader" voor alle betrokken partijen te versterken, een "exclusiviteitsclausule" waardoor de communautaire vaartuigen niet mogen vissen in Marokkaanse visserijzones buiten het in de overeenkomst zelf vastgestelde wettelijk kader.

De nieuwe overeenkomst houdt ook rekening met de situatie van Marokko op milieu- en economisch gebied en wordt ten uitvoer gelegd door de beide partijen in het licht van de Marokkaanse doelstellingen in de sectoren milieu en ontwikkeling.

5.3. Doelstellingen, verwachte resultaten en bijbehorende indicatoren van het voorstel in de context van het ABM

Het onderhandelen over en sluiten van visserijovereenkomsten met derde landen passen bij de algemene doelstelling tot instandhouding en bescherming van de traditionele visserijactiviteiten van de communautaire vloot, inclusief de verre vloot, en tot ontwikkeling van de betrekkingen in het kader van een partnerschap om de duurzame exploitatie van de visbestanden buiten de communautaire wateren te stimuleren, rekening houdend met milieutechnische, sociale en economische aspecten.

De partnerschapsovereenkomst in de visserijsector tussen de EG en het Koninkrijk Marokko is bedoeld om de toegang van communautaire vissersvaartuigen tot de Marokkaanse visserijzone open te stellen in de categorieën die in de overeenkomst zijn vastgelegd:

1) voor de categorie kleinschalige visserij: 20 zegenvisserijvaartuigen voor de pelagische visserij noord, 20 vaartuigen voor de kleinschalige visserij zuid, 30 vaartuigen voor de visserij met de grondbeug voor de kleinschalige visserij noord en 27 vaartuigen voor de visserij met de hengel;

2) voor de demersale visserij: 22 trawlers en vaartuigen voor de visserij met de grondbeug;

3) voor de industriële pelagische visserij: een jaarquotum van 60 000 ton.

De overeenkomstige financiële tegenprestatie is vastgesteld op 36.100.000 euro per jaar.

Deze vangstmogelijkheden kunnen echter in onderlinge overeenstemming worden verhoogd, in zoverre uit de conclusies van de wetenschappelijke vergadering blijkt dat een dergelijke verhoging het duurzame beheer van de Marokkaanse visbestanden niet schaadt. In dit geval wordt de financiële tegenprestatie evenredig verhoogd maar mag zij niet meer bedragen dan 72.200.000 euro.

Van deze financiële tegenprestatie zal jaarlijks een financiële steun van 13 500 000 € worden toegekend voor de ontwikkeling en de uitvoering van het sectorale visserijbeleid in Marokko, met het oog op de invoering van een duurzame en verantwoorde visserij.

In het kader van het ABM zullen de volgende indicatoren worden gebruikt om te waken over de tenuitvoerlegging van de overeenkomst:

( volgen van de mate waarin van de vangstmogelijkheden gebruik wordt gemaakt;

( vergaren en analyseren van de vangstgegevens en de commerciële waarde van de overeenkomst;

( bijdrage tot de werkgelegenheid en de toegevoegde waarde in de Gemeenschap;

( bijdrage tot de stabilisering van de communautaire markt;

( bijdrage tot de algemene doelstelling van de armoedebestrijding in Marokko, met inbegrip van de bijdrage tot de werkgelegenheid en de ontwikkeling van infrastructuur, alsmede ondersteuning van de staatsbegroting;

( verwachte aantal en soort concrete resultaten door het gebruik van het percentage van de financiële tegenprestatie die wordt toegekend aan de verantwoorde visserij in de Marokkaanse visserijzone (artikel 7 van het protocol);

( aantal gemengde comités en technische vergaderingen.

5.4 Wijze van uitvoering (indicatief)

Voor de uitvoering van de actie gekozen methode(n)[11].

X Gecentraliseerd beheer

X rechtstreeks door de Commissie

( gedelegeerd aan:

( uitvoerende agentschappen

( door de Gemeenschappen opgerichte organen als bedoeld in art. 185 van het Financieel Reglement

( nationale publiekrechtelijke organen/organen met een openbaredienstverleningstaak

( Gedeeld of gedecentraliseerd beheer

( met lidstaten

( met derde landen

( Gezamenlijk beheer met internationale organisaties (geef aan welke)

Opmerkingen:

6. TOEZICHT EN EVALUATIE

6.1 Toezicht

De Commissie (DG FISH in samenwerking met de delegatie van de Commissie in Rabat) zorgt voor geregeld toezicht op de tenuitvoerlegging van de overeenkomst, met name wat het gebruik ervan door de actoren en de vangstgegevens betreft. Van zodra het protocol in werking treedt, vergaren de bevoegde diensten van de Commissie de nodige informatie om de in punt 5.3 vermelde indicatoren te kunnen controleren en volgen.

Wat het gebruik betreft van het percentage van de financiële tegenprestatie dat wordt gebruikt ter ondersteuning van het sectoraal visserijbeleid, bereiken de EG en Marokko in het gemengd comité overeenstemming over de inhoud van een sectoraal meerjarenprogramma en over precieze uitvoeringsvoorschriften, onder meer criteria en procedures voor de evaluatie van de jaarlijks verkregen resultaten.

6.2 Evaluatie

Van de partnerschapsovereenkomst is een evaluatie vooraf uitgevoerd door onafhankelijke deskundigen (kosten-batenanalyse van een eventuele visserijovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en Marokko, en effectanalyse van deze overeenkomst uit het oogpunt van duurzaamheid, Oceanic Development, juli 2005). De resultaten van deze evaluatie zijn in de volgende twee punten overgenomen. De belangrijkste resultaten van deze evaluatie worden binnenkort beschikbaar gemaakt op de website van DG FISH.

6.2.1 Evaluatie vooraf

Ter voorbereiding van de onderhandelingen over de desbetreffende overeenkomst heeft de consulent een evaluatie vooraf uitgevoerd om de mogelijke ontwikkelingen in de toekomstige relaties tussen de EG en het Koninkrijk Marokko te bestuderen, met name ten aanzien van de toegangsvoorwaarden voor de communautaire vloot tot de Marokkaanse visserijzones.

Uitgaande van het principe van het belang en de noodzaak voor beide partijen om de onderhandelingen weer op gang te brengen teneinde tot een partnerschapsovereekomst op visserijgebied te komen, is uit de evaluatie als belang voor de Europese Gemeenschap het volgende naar voren gekomen:

- De directe economische voordelen zijn door de consulent ingeschat op basis van een hypothetische en conservatieve raming van de omzet en bruto toegevoegde waarde. Volgens de resultaten van deze raming bedraagt de extra omzet in verband met de vangstmogelijkheden voor de kleinschalige visserij ongeveer 77,5 miljoen euro, met een bruto toegevoegde waarde van ongeveer 36,5 miljoen euro. Voor de demersale en de industriële pelagische visserij bedraagt de geraamde omzet 54 miljoen euro, met een bruto toegevoegde waarde van 29,5 miljoen euro.

- De economische gevolgen van de activiteiten van de Europese vaartuigen uit hoofde van de overeenkomst op het vlak van werkgelegenheid kunnen, op basis van een coëfficiënt van 1,1 arbeidsplaats aan de wal voor 1 arbeidsplaats aan boord[12], kunnen als volgt worden ingeschat:

EG-arbeidsplaatsen aan boord | 639-717 | (raming) |

Totaal aantal arbeidsplaatsen aan boord van communautaire vaartuigen | 1353-1467 | (raming) |

Arbeidsplaatsen aan de wal | 1488-1614 | 1,1 arbeidsplaats aan de wal voor 1 arbeidsplaats aan boord |

Totaal aantal EG-arbeidsplaatsen | 3480 - 3798 |

De visserijovereenkomst met Marokko zou dus bijdragen tot de ondersteuning van 3 500 communautaire arbeidsplaatsen, voor het grote merendeel in gebieden die afhankelijk zijn van de visserij (voornamelijk de Canarische eilanden en Andalusië).

Wat het belang van Marokko betreft, is de evaluatie verricht aan de hand van verschillende criteria.

Financieel:

Dankzij de financiële tegenprestatie kan Marokko zijn begrotingsmiddelen aanvullen. De garantie van nieuwe begrotingsmiddelen voor verscheidene jaren, die uitbetaald worden in deviezen, zal Marokko een betere financiële basis bezorgen, met name voor het gedeelte dat bestemd is voor de op dat gebied werkzame overheidsinstellingen en –organen.

Economisch:

De financiële tegenprestatie voor de visserijovereenkomst kan bijdragen tot de inspanningen tot modernisering van de sector, waarvoor reeds een algemeen plan is opgesteld door de voor visserij bevoegde overheidsstructuren (modernisering van de vloot; modernisering van de vismijnen; sanitaire verbeteringen; exploitatie…). Een beter gebruik van de verwerkingsinstallaties in Marokko kan ook worden overwogen door de Europese en andere actoren met het oog op de verwerking en uitvoer van de vangsten van de Europese vaartuigen. Daardoor moet het niveau van de door Marokko gerealiseerde toegevoegde waarde verhogen.

Institutioneel:

Extra begrotingsmiddelen moeten het mogelijk maken de institutionele capaciteit in de sector te vergroten (betere uitrusting, opleiding, enz.), vooral met het oog op een doeltreffender uitvoering van de verschillende programma's op het gebied van ontwikkeling en onderzoek.

Sociaal:

Op sociaal vlak kan dankzij de overeenkomst voor specifieke financieringen worden gezorgd voor de door de Marokkaanse autoriteiten opgestelde programma's ten behoeve van de armste vissers, met name in het kader van het nationaal programma voor kustinrichting (PNAL) en werkgelegenheidsbevordering (functionele alfabetisering en vulgarisatie).

Milieu:

Het visserijonderzoek in Marokko beschikt over onvoldoende middelen om de onderzoekprogramma's uit te voeren, met name uit milieuoogpunt. De samenwerking tussen (Marokkaanse – Europese – subregionale) wetenschappelijke instanties zal eveneens worden versterkt vanwege het belang ervan (subregionaal belang van de in de Marokkaanse wateren beviste bestanden). Door de inzet van nieuwe financiële middelen dank zij de overeenkomst zal het visserijonderzoek systematischer programma's ter evaluatie van (pelagische en bentische) visbestanden kunnen uitvoeren en observatieprogramma's kunnen voortzetten, zodat wetenschappelijke adviezen van betere kwaliteit kunnen worden verstrekt. Gelet op de tenuitvoerlegging van een kader voor de organisatie en het beheer van de hulpbronnen door de Marokkaanse autoriteiten worden deze adviezen van groot belang.

In het kader van de flankerende maatregelen voorziet het protocol in steun voor het programma voor het afschaffen van de drijfnetten ten belope van 1.250.000 euro per jaar gedurende de looptijd van het protocol.

Toezicht en controle:

Wat toezicht betreft, kan dankzij de overeenkomst de visserijactiviteit in de Marokkaanse wateren worden bewaakt.

6.2.2 Raming vooraf van de economische waarde van de overeenkomst en financiële bijdrage van de Gemeenschap

Overeenkomstig de conclusies van de Raad met betrekking tot de mededeling van de Gemeenschap, is de door de Gemeenschap in het kader van de overeenkomst geboden financiële tegenprestatie een eenmalig bedrag, vastgesteld op basis van alle beschikbaar gestelde vangstmogelijkheden, aangegeven maatregelen ter bevordering van de duurzame ontwikkeling van de visserij van het derde land en het effect van de partnerschapsovereenkomst, met name in relatie tot de economische integratie van de communautaire actoren in de visserijsector in Marokko.

Zo is in het kader van de evaluatie vooraf een raming gemaakt van de vermoedelijke activiteit van de vaartuigen uit hoofde van de geparafeerde overeenkomst. Uitgaande hiervan en op basis van de door Marokko aangegeven behoeften in het kader van zijn visserijbeleid is de bijdrage van de Gemeenschap vastgesteld op 36.100.000 euro of 21,6% van de geraamde waarde van de overeenkomst en de door Marokko gestelde prioriteiten (zie hieronder voor bijzonderheden van de raming van de economische en financiële waarde voor de Europese vloot als gevolg van de activiteit van deze vaartuigen uit hoofde van de overeenkomst).

KLEINSCHALIGE VISSERIJ | DEMERSALE VISSERIJ | PELAGISCHE VISSERIJ | TOTAAL |

Pelagische visserij noord (<90GT) | Visserij met grondbeug noord (<40GT) | Visserij met hengels en sleepl. zuid (<80GT) | Tonijnvisserij |

Aantalvaartuigen | 20 | 30 | 20 | 27 | 22 | 119 |

Geraamd vangstvol. per vloot/jaar | 35.000 t | 9.750 t | 2.500 t | 10.800 t | 22.000 | 60.000t |

Geraamd vangstvol. per vloot/jaar | 52.500.000€ | 28.500.000€ | 7.500.000€ | 10.800.000€ | 44.000.000€ | 24.000.000€ | 167.300.000€ |

Wat de bijdrage van de reders betreft, kan worden gerekend op een algemene verhoging van de visrechten ten opzichte van dezelfde visserijcatergorieën in de vroegere overeenkomst. Deze verhoging schommelt tussen 25% en 75%.

Om de reële visrechten van beide overeenkomsten te kunnen vergelijken (met name voor de categorieën 1, 2, 3 en 5) diende de eenheidskost per GT, zoals vermeld in de overeenkomst, te worden omgerekend naar brt (zoals in de vroegere overeenkomst). Deze omrekening is gebeurd met toepassing van een verhouding van 1,40 GT per brt. Ofschoon de omrekening van GT in brt niet in een vaste en gelijke verhouding voor alle categorieën visserijvaartuigen kan gebeuren, kunnen wij bevestigen dat de voorgestelde verhouding vrij conservatief is. In dit opzicht moet erop worden gewezen dat bij de overgang van brt naar GT in de overeenkomst met Mauretanië voor de verschillende visserijcategorieën gerekend werd met een gemiddelde omrekeningsfactor tussen 1,45 en 1,80.

Het resultaat van deze vergelijking is dat de communautaire reders, overeenkomstig de richtsnoeren van de Raad en de beginselen van de partnerschapsovereenkomsten in de visserijsector, verplicht zijn om in toenemende en aanzienlijke mate bij te dragen in de totale kosten van de partnerschapsovereenkomst tussen de EG en Marokko.

Onderstaande tabel geeft een vergelijking tussen de visrechten van beide overeenkomsten.

Type visserij | Visrechten €/GT/kwartaal | Visrechten in brt-equivalenten (verh. 1,40) | Visrechten 1995/99 (€/tjb/kwartaal) voor het overeenkomstige type visserij | Verschil |

1 | 67 | 93.8 | 61 | +53% |

2 | 60 | 84 | 61 | +37% |

3 | 60 | 84 | 48 | +75% |

5 | 53 | 74.2 | 52 | +43% |

4 | 25 (€/ton) | n.v.t. | 20 (€/ton) | +25% |

6 | 20 (€/ton) | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. |

Over het algemeen wordt verwacht dat de totale bijdrage van de reders rond 3,4 miljoen euro per jaar zal liggen.

6.2.3 Naar aanleiding van een tussentijdse evaluatie of evaluatie achteraf genomen maatregelen (ervaring die bij soortgelijke activiteiten in het verleden is opgedaan)

Gelet op de tijd die is verlopen tussen het einde van de vroegere overeenkomst (1999) en de onderhandelingen van 2005 en de belangrijke veranderingen die zijn opgetreden in de onderhandelingsstrategie en de betrokken belangen, leek een evaluatie achteraf strikt genomen niet relevant voor het sluiten van de nieuwe partnerschapsovereenkomst. Toch zijn de resultaten en de gegevens van de vroegere overeenkomst in aanmerking genomen bij de voorbereiding van de onderhandelingen (toestand van de bestanden, wetenschappelijke adviezen, structuur van de Europese en de Marokkaanse vloot, regionale belangen, enz.). Ter aanvulling van deze gegevens zijn ook nog gegevens vergaard in het kader van de evaluatie vooraf op basis van de huidige activiteiten in de Marokkaanse wateren. Wat de maatregelen inzake de instandhouding en het beheer van de bestanden betreft, bevestigen verscheidene wetenschappelijke gegevens dat de visbestanden die in de nieuwe overeenkomst zijn opgenomen niet in een toestand van overbevissing verkeren en de in de overeenkomst opgenomen visinspanning aankunnen.

Volgens de evaluatie van de deskundigen zou de huidige toestand van de bestanden zelfs een verhoging van de visinspanning mogelijk maken, overeenkomstig de volgende vangstmogelijkheden: een quotum van 120 000 ton voor de industriële pelagische visserij, een vloot van 22 vaartuigen voor de demersale visserij, ongeveer 25 vaartuigen voor de kleinschalige visserij gericht op de kleinschalige pelagische visserij in het noorden, 20 vaartuigen voor de kleinschalige visserij in het zuiden, een vloot van ongeveer 30 tot 35 vaartuigen voor de visserij met de grondbeug en 32 vaartuigen voor de visserij met de hengel.

6.2.4 Vorm en frequentie van toekomstige evaluaties

Nog vóór de verlenging van het protocol zal een evaluatie achteraf worden uitgevoerd, die betrekking zal hebben op de volledige toepassingsperiode (2006/10) en waarbij de indicatoren voor de resultaten (vangsten en waarde van de vangsten) en de effecten (gecreëerde en gehandhaafde arbeidsplaatsen, relatie tussen de kosten van het protocol en de waarde van de vangsten) zullen worden gemeten. De in punt 5.3 vermelde indicatoren zullen worden gebruikt om een evaluatie achteraf uit te voeren.

7. fraudebestrijdingsmaatregelen

Voor het gebruik van de door de Gemeenschap in het kader van de overeenkomst geleverde financiële tegenprestatie is uitsluitend het betrokken, souvereine derde land verantwoordelijk.

Wel is het de bedoeling om in dit geval de jaarlijkse en meerjaarlijkse programmering van de financiële tegenprestatie die gebruikt wordt ter ondersteuning van het visserijbeleid van het betrokken land, de uitvoering van dit programma en de aan de Commissie verstrekte informatie over de verkregen resultaten uitsluitend tot de bevoegdheid van het derde land te laten behoren. De Commissie van haar kant verbindt zich ertoe een permanente politieke dialoog en overleg tot stand te brengen om het beheer van de overeenkomst te kunnen verbeteren en de bijdrage van de Gemeenschap aan het duurzaam beheer van de hulpbronnen te kunnen vergroten.

In de partnerschapsovereenkomsten op visserijgebied stellen de Commissoe en het derde land in gezamenlijk overleg ook de doelstellingen vast waarvoor een bepaald gedeelte van de financiële tegenprestatie is bestemd, alsmede de jaarlijkse en meerjaarlijkse programmering die ter verwezenlijking van deze doelstellingen ten uitvoer moet worden gelegd. Deze programmering wordt jaarlijks geëvalueerd.

Wanneer de tenuitvoerlegging van het programma niet overeenstemt met het niveau van door het protocol daartoe bestemde middelen kan de Commissie een verlaging vragen van het voor deze programmering bestemde percentage van de financiële tegenprestatie.

In ieder geval is iedere door de Commissie in het kader van een visserijovereenkomst verrichte betaling onderworpen aan de normale begrotings- en financiële regels en procedures van de Commissie. Zo kunnen met name de bankrekeningen van de derde landen waarop de bedragen van de financiële tegenprestatie worden gestort, volledig worden geïdentificeerd.

Op grond van het beginsel van de nationale souvereiniteit kan de Commissie echter op eigen initiatief geen financiële controles uitvoeren of laten uitvoeren naar de middelen van de aan derde landen gestorte financiële tegenprestatie.

8. MIDDELEN

8.1 Financiële kosten van de doelstellingen van het voorstel

Vastleggingskredieten, in miljoen euro (tot op 3 decimalen)

(Vermeld de doelstellingen, acties en outputs) | Soort output | Jaar n | Jaar n+1 | Jaar n+2 | Jaar n+3 | TOTAAL |

Actie 1………………. |

Actie 2………………. |

Jaar n | Jaar n+1 | Jaar n+2 | Jaar n+3 |

Ambtenaren of tijdelijk personeel[14] (11 01 01) | A*/AD | 0,5 | 0,5 | 0,5 | 0,5 |

B*, C*/AST | 0,5 | 0,5 | 0,5 | 0,5 |

Uit art. 11 01 02 gefinancierd personeel[15] |

Uit art. 11 01 04 04 gefinancierd ander personeel[16] | 1,0 | 1,0 | 1,0 | 1,0 |

TOTAAL | 2.0 | 2.0 | 2.0 | 2.0 |

8.2.2 Omschrijving van de taken die uit de actie voortvloeien

- De onderhandelaar bijstaan in het voorbereiden en afronden van de onderhandelingen over een visserijovereenkomst:

- deelname aan de onderhandelingen met de derde landen teneinde een visserijovereenkomst te kunnen sluiten;

- ontwerp-evaluatieverslagen en nota's met onderhandelingsstrategieën opstellen voor de Commissaris;

- het standpunt van de Commissie toelichten en verdedigen in de werkgroep van de Raad;

- bijdragen aan een compromis met de betrokken lidstaten over de definitieve tekst van de overeenkomst.

- Controle op de uitvoering (monitoring) van de overeenkomsten:

- dagelijks toezicht op de visserijovereenkomsten;

- voorbereiding en controle van de betalingsverplichtingen en betalingen van de financiële tegenprestatie en de gerichte acties, of van de financiering van de ontwikkeling van verantwoorde visserij;

- regelmatige verslaglegging over de uitvoering van de overeenkomsten;

- evaluatie van de overeenkomsten: wetenschappelijke en technische aspecten;

- voorbereiding van het ontwerp-voorstel voor een verordening en voor een besluit van de Raad en opstelling van de teksten van de overeenkomst;

- inleiding en follow-up van de vaststellingsprocedures.

- Technische bijstand:

- voorbereiding van het standpunt van de Commissie in het gemengd comité.

- Interinstitutionele betrekkingen:

- de Commissie vertegenwoordigen bij de Raad, het Europees Parlement en de lidstaten tijdens het onderhandelingsproces;

- de antwoorden op mondelinge en schriftelijke vragen van het Europees Parlement opstellen.

- Interdepartementale raadpleging en coördinatie:

- contacten onderhouden met de overige directoraten-generaal over vraagstukken in verband met de onderhandelingen over en het toezicht op de overeenkomsten;

- interdepartementale raadpleging organiseren en beantwoorden.

- Evaluatie:

- meewerken aan de verschillende evaluaties (vooraf, tussentijds en achteraf) en effectbeoordelingen;

- bereikte doelstellingen en evaluatie-indicatoren analyseren.

8.2.3 Herkomst van het (statutaire) personeel

(Wanneer meer dan een bron wordt vermeld, geef dan het aantal posten per bron)

X Posten die momenteel zijn toegewezen aan het beheer van het te vervangen of te verlengen programma

( Posten die al zijn toegewezen in het kader van de JBS/VOB-procedure voor jaar 2005

( Posten waarom in het kader van de volgende JBS/VOB-procedure zal worden gevraagd

( Bestaande posten binnen de beherende dienst die worden heringedeeld (interne herindeling)

( Posten die voor jaar n nodig zijn maar die in het kader van de JBS/VOB-procedure voor dat jaar nog niet zijn toegewezen

8.2.4 Andere administratieve uitgaven die in het referentiebedrag zijn begrepen

(11 01 04/05 - Uitgaven voor administratief beheer)

in miljoen euro (tot op 3 decimalen)

Begrotingsplaats (nr. en omschrijving) | Jaar n | Jaar n+1 | Jaar n+2 | Jaar n+3 | TOTAAL |

1. Technische en administratieve bijstand (inclusief bijbehorende personeelsuitgaven) |

Uitvoerende agentschappen[17] |

Andere technische en administratieve bijstand |

- intern |

- extern * | 0.165 | 0.165 | 0.165 | 0.165 0.07** | 0.660 0.070 |

Totaal Technische en administratieve bijstand | 0.165 | 0.165 | 0.165 | 0.235 | 0.730 |

* Het bedrag van 165.000 euro per jaar betreft een deskundige op contractbasis die werkzaam is bij de EG-delegatie in Rabat en gefinancierd wordt op begrotingsplaats 11 01 04 04.

** Het bedrag van 70.000 euro dient voor de opstelling van de studie vooraf en achteraf

8.2.5 Personeelsuitgaven en aanverwante uitgaven die niet in het referentiebedrag zijn begrepen

in miljoen euro (tot op 3 decimalen)

Soort ambten | Jaar n | Jaar n+1 | Jaar n+2 | Jaar n+3 |

Ambtenaren en tijdelijk personeel (11 01 01) | 0.108 | 0.108 | 0.108 | 0.108 |

Uit art. 11 01 02 gefinancierd personeel (hulpfunctionarissen, gedetacheerde nationale deskundigen, personeel op contractbasis, enz.) (vermeld begrotingsonderdeel) |

Totaal Personeelsuitgaven en aanverwante uitgaven die NIET in het referentiebedrag zijn begrepen) | 0.108 | 0.108 | 0.108 | 0.108 |

Berekening – Ambtenaren en functionarissen op contractbasis

Verwijs zo nodig naar punt 8.2.1

- 1A = € 108.000*0.5 = € 54.000

1B = € 108.000*0.25 = € 27.000

1C = € 108.000*0.25 = € 27.000

Subtotaal : € 108.000 (0,108 miljoen € per jaar)

- 1 functionaris op contractbasis = € 165.000 (0,165 miljoen € per jaar)

Totaal: 273.000 € per jaar ( 0,273 miljoen € per jaar)

Berekening – Uit artikel 11 01 02 gefinancierd personeel

Verwijs zo nodig naar punt 8.2.1

8.2.6 Andere administratieve uitgaven die niet in het referentiebedrag zijn begrepen

in miljoen euro (tot op 3 decimalen)

Jaar n | Jaar n+1 | Jaar n+2 | Jaar n+3 | TOTAAL |

11 01 02 11 01 - Dienstreizen | 0.010 | 0.010 | 0.010 | 0.010 | 0.040 |

11 01 02 11 02 – Conferenties en vergaderingen | 0.0015 | 0.0015 | 0.0015 | 0.0015 | 0.006 |

XX 01 02 11 03 – Comités[18] |

XX 01 02 11 04 – Studies en adviezen |

XX 01 02 11 05 - Informatiesystemen |

2. Totaal andere beheersuitgaven (XX 01 02 11) |

3. Andere uitgaven van administratieve aard (vermeld welke en verwijs naar het begrotingsonderdeel) |

Totaal andere administratieve uitgaven die NIET in het referentiebedrag zijn begrepen | 0.0115 | 0.0115 | 0.0115 | 0.0115 | 0.046 |

[1] PB L 73 van 15.3.2001, blz. 8.

[2] Bij dit bedrag komen de volgende middelen:- In het kader van de lopende MEDA-programma's (programma voor ondersteuning van ondernemingen, ondersteuning van beroepsverenigingen, ondersteuning van de uitvoering van de Associatieovereenkomst) wordt, in partnerschap met instellingen en overheidsdiensten van de lidstaten, een krediet van in totaal ongeveer € 3 miljoen (over een periode van vier jaar) toegewezen aan acties voor de begeleiding van ondernemers uit de visserijsector (advisering van ondernemingen en verenigingen, toegang tot krediet voor KMO's,…) en voor het aanpassen van het institutionele en regelgevende kader. - Het bedrag van de door de reders verschuldigde rechten als bedoeld in hoofdstuk I, punt 4, van de bijlage dat door Marokko rechtstreeks ontvangen wordt op de rekening als bedoeld in hoofdstuk I, punt 5, van de bijlage en dat geraamd wordt op ongeveer €3.400.000 per jaar.

[3] Het cijfer met betrekking tot het aantal vaartuigen kan met goedkeuring van beide partijen worden herzien. Bij de industriële pelagische visserij geldt een beperking van het aantal vaartuigen dat tegelijkertijd vist.

[4] Gesplitste kredieten

[5] Niet-gesplitste kredieten

[6] Gepland voor het jaar 2006.

[7] Uitgaven die niet onder hoofdstuk 11 01 01 van de betrokken titel 11 vallen.

[8] Overeenkomstig artikel 4 van het protocol kunnen de vangstmogelijkheden in onderlinge overeenstemming worden verhoogd, in zoverre uit de conclusies van de wetenschappelijke vergadering blijkt dat een dergelijke verhoging het duurzame beheer van de Marokkaanse visbestanden niet schaadt. In dit geval wordt de financiële tegenprestatie evenredig verhoogd pro rata temporis. Het totaalbedrag van de door de Europese Gemeenschap betaalde financiële tegenprestatie mag evenwel niet meer bedragen dan het dubbel van het bedrag.

[9] Uitgaven in het kader van artikel 11 01 04 van titel 11.

[10] Zie de punten 19 en 24 van het Interinstitutioneel Akkoord.

[11] Verstrek, indien meer dan een methode wordt aangekruist, extra informatie onder Opmerkingen.

[12] Overeenkomstig de methode die in 2000 is gebruikt in het kader van een studie in opdracht van DG FISH: « Regional Socio-economic Studies on Employment and the Level of Dependency on Fishing. Lot No.23: Coordination and Consolidation Study (door Megapesca Ltd) ».

[13] Zoals beschreven in punt 5.3

[14] Waarvan de kosten NIET door het referentiebedrag worden gedekt.

[15] Waarvan de kosten NIET door het referentiebedrag worden gedekt.

[16] Waarvan de kosten door het referentiebedrag worden gedekt.

[17] Verwijs naar het specifieke financieel memorandum voor de betrokken uitvoerende agentschappen.

[18] De aard van het comité en de groep waar het deel van uitmaakt, vermelden.

Handtekening van de kapitein (11)

Top