EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52005PC0687

Voorstel voor een besluit van de Raad tot goedkeuring van de toetreding van de Europese Gemeenschap tot de Akte van Genève van de Overeenkomst van 's-Gravenhage betreffende de internationale registratie van tekeningen of modellen van nijverheid, aangenomen te Genève op 2 juli 1999 {SEC(2005)1748}

/* COM/2005/0687 def. - CNS 2005/0273 */

52005PC0687

Voorstel voor een besluit van de Raad tot goedkeuring van de toetreding van de Europese Gemeenschap tot de Akte van Genève van de Overeenkomst van 's-Gravenhage betreffende de internationale registratie van tekeningen of modellen van nijverheid, aangenomen te Genève op 2 juli 1999 {SEC(2005)1748} /* COM/2005/0687 def. - CNS 2005/0273 */


[pic] | COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN |

Brussel, 22.12.2005

COM(2005) 687 definitief

2005/0273 (CNS)

Voorstel voor een

BESLUIT VAN DE RAAD

tot goedkeuring van de toetreding van de Europese Gemeenschap tot de Akte van Genève van de Overeenkomst van 's-Gravenhage betreffende de internationale registratie van tekeningen of modellen van nijverheid, aangenomen te Genève op 2 juli 1999 {SEC(2005)1748}

(door de Commissie ingediend)

TOELICHTING

1. Inleiding

Op 12 december 2001 heeft de Raad Verordening (EG) nr. 6/2002 betreffende Gemeenschapsmodellen (hierna "de Gemeenschapsmodellenverordening" genoemd) vastgesteld[1].

Bij de Gemeenschapsmodellenverordening is het stelsel van het Gemeenschapsmodel ingevoerd, dat modellen op het hele grondgebied van de Gemeenschap dezelfde bescherming met dezelfde rechtsgevolgen biedt. Volgens de verordening kan een model worden beschermd door een niet-ingeschreven Gemeenschapsmodel als het op de bij de verordening bepaalde wijze voor het publiek beschikbaar is gesteld, dan wel door een ingeschreven Gemeenschapsmodel als het volgens de bij de verordening bepaalde procedure is ingeschreven.

Het beheer van het Gemeenschapsmodel is bij de verordening toevertrouwd aan het Harmonisatiebureau voor de interne markt (merken, tekeningen en modellen), hierna "het HBIM" genoemd[2]. Op 1 januari 2003 heeft het Bureau de mogelijkheid geopend om vanaf 1 april 2003 aanvragen om een ingeschreven Gemeenschapsmodel in te dienen.

Op 23 december 2003 is de Akte van 1999 van de Overeenkomst van 's-Gravenhage betreffende de internationale registratie van tekeningen of modellen van nijverheid, die op 2 juli 1999 in Genève is aangenomen (hierna "de Akte van Genève" genoemd), in werking getreden. De Akte van Genève biedt ontwerpers de mogelijkheid om door middel van één internationale registratie bescherming in een aantal landen te verkrijgen. Ingevolge de Akte van Genève hoeft dus slechts één internationale aanvraag te worden ingediend bij het Internationaal Bureau van de Wereldorganisatie voor de Intellectuele Eigendom (WIPO), in plaats van een reeks aanvragen bij diverse nationale of regionale bureaus.

Dit voorstel is bedoeld om het stelsel van het Gemeenschapsmodel en het bij de Akte van Genève ingevoerde internationale stelsel van inschrijving aan elkaar te koppelen. Aldus kunnen ontwerpers één internationale aanvraag bij het Internationaal Bureau van de WIPO indienen, waarbij naast andere Verdragsluitende Partijen de Europese Gemeenschap kan worden aangewezen om bescherming uit hoofde van het stelsel van het Gemeenschapsmodel te verkrijgen.

2. De Akte van Genève

Het stelsel van 's-Gravenhage is gebaseerd op de Overeenkomst van 's-Gravenhage betreffende de internationale registratie van tekeningen of modellen van nijverheid. Die overeenkomst bestaat uit verschillende akten: de Akte van Londen uit 1934, de Akte van 's-Gravenhage uit 1960 en de Akte van Genève uit 1999. Deze drie akten staan los van elkaar en hebben elk hun eigen bepalingen. Verdragsluitende Partijen kunnen naar keuze partij worden bij één, twee of alle drie de akten. Zij worden automatisch lid van de Unie van 's-Gravenhage, waarbij momenteel 42 staten zijn aangesloten, waaronder 12 EU-lidstaten[3].

Het stelsel van internationale modelregistratie is ontstaan om redenen van eenvoud en kostenbesparing. Het biedt eigenaars van modellen uit een Verdragsluitende Staat immers de mogelijkheid om met zo weinig mogelijk formaliteiten en kosten bescherming voor hun model te verkrijgen.

De internationale aanvraag hoeft slechts in één taal (Engels of Frans) te worden ingediend, waarbij slechts eenmaal taksen worden betaald. De aanvrager moet aangeven in welke Verdragsluitende Staten bescherming wordt aangevraagd. Een internationale aanvraag wordt in de regel rechtstreeks naar het Internationaal Bureau gezonden. Na ontvangst gaat het Internationaal Bureau na of de internationale aanvraag voldoet aan de vormvereisten, waarna het de aanvraag – of eigenlijk de registratie – bekendmaakt in het International Designs Bulletin (op de website van de WIPO). Na die bekendmaking moet elk nationaal bureau nagaan in welke internationale registraties het is aangewezen en vervolgens, voorzover dat in de nationale wetgeving is voorgeschreven, een "grondig onderzoek" van de aanvraag verrichten.

De inhoudelijke aspecten van de bescherming (waaronder met name het grondige onderzoek dat elk bureau verricht en de voorwaarden en draagwijdte van de bescherming) worden dus volledig bepaald door de wetgeving van elke aangewezen Verdragsluitende Partij.

Het onderzoek kan tot gevolg hebben dat het betrokken bureau het Internationaal Bureau meedeelt dat bescherming voor zijn grondgebied geweigerd is. Een internationale registratie mag echter niet worden geweigerd met het argument dat niet aan de vormvereisten wordt voldaan. Die vereisten worden namelijk geacht te zijn nageleefd omdat het Internationaal Bureau de aanvraag heeft onderzocht.

Na de internationale registratie heeft deze in elk van de aangewezen landen dezelfde rechtsgevolgen als wanneer zij daar rechtstreeks plaatsgevonden had. De internationale registratie is dus qua draagwijdte van de bescherming en tenuitvoerlegging gelijkwaardig aan een nationaal recht. Tegelijkertijd is de instandhouding van de bescherming dankzij de internationale registratie eenvoudiger: Er is slechts één vernieuwingsaanvraag nodig en eventuele wijzigingen (bv. van eigenaar of adres) kunnen via een simpele procedure worden verwerkt.

Met de Akte van Genève van 1999 werd een tweeledig doel nagestreefd:

- het stelsel van 's-Gravenhage moest aantrekkelijker worden voor aanvragers en tot nieuwe leden worden uitgebreid. Daartoe zijn met de Akte van 1999 een aantal aspecten in het stelsel ingevoerd om toetreding tot de Unie van 's-Gravenhage voor landen die stelsels voor het onderzoeken van modellen beheren (zoals de Verenigde Staten en Japan) te vergemakkelijken;

- er is een koppeling aangebracht tussen het internationale registratiestelsel en regionale stelsels door internationale organisaties de gelegenheid te geven partij bij de Akte te worden.

Dankzij deze tweede doelstelling kan de Europese Gemeenschap tot het stelsel van 's-Gravenhage toetreden. Het grondgebied van de EU wordt dan voor de toepassing van de Akte van Genève als één land beschouwd, waarvoor de regeling voor het Gemeenschapsmodel als "nationale" wetgeving geldt. Het HBIM wordt belast met het grondige onderzoek van internationale aanvragen waarin de Gemeenschap is aangewezen.

Het stelsel van het Gemeenschapsmodel en het internationale registratiestelsel van de Akte van 's-Gravenhage vullen elkaar aan. Het stelsel van de Gemeenschap biedt een volledig, uniform regionaal registratiestelsel voor modellen voor het hele grondgebied van de Europese Unie. De Overeenkomst van 's-Gravenhage is een verdrag voor het centraliseren van de procedures voor het verkrijgen van modelbescherming op het grondgebied van de aangewezen Verdragsluitende Partijen.

Het stelsel van de Akte van Genève is op 1 april 2004 volledig operationeel geworden. Op die datum is zowel de Akte van Genève als de gemoderniseerde gemeenschappelijke regeling krachtens de Overeenkomst van 's-Gravenhage, die de hele procedure eenvoudiger maakt, van kracht geworden.

3. Rechtsgrondslag

Een besluit van de Gemeenschap tot toetreding tot de Akte van Genève moet worden gebaseerd op artikel 308 van het EG-Verdrag, de bepaling die ook als rechtsgrondslag dient voor de gemeenschappelijke regels (de Gemeenschapsmodellenverordening). Ook moet worden verwezen naar artikel 300 van het Verdrag, waarin het sluiten van akkoorden tussen de Europese Gemeenschap en één of meer staten of internationale organisaties is geregeld.

Een soortgelijke exercitie op het gebied van de intellectuele eigendom die onlangs tot stand is gekomen, is Besluit 2003/793/EG van de Raad van 27 oktober 2003 tot goedkeuring van de toetreding van de Europese Gemeenschap tot het Protocol bij de Schikking van Madrid betreffende de internationale inschrijving van merken, aangenomen te Madrid op 27 juni 1989[4]. Dat besluit is gebaseerd op artikel 308, juncto artikel 300, lid 2, tweede volzin, en lid 3, eerste alinea, van het EG-Verdrag.

4. Procedure voor toetreding van de Europese Gemeenschap tot de Akte van Genève

Krachtens artikel 27, lid 1, onder ii), van de Akte van Genève kan een intergouvernementele organisatie partij worden bij de Akte als aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

– ten minste een van de lidstaten van de internationale organisatie is lid van de WIPO;

– de organisatie beheert een bureau waarbij de bescherming van tekeningen of modellen van nijverheid kan worden verkregen met rechtsgevolg op het grondgebied waarop het oprichtingsverdrag van de intergouvernementele organisatie van toepassing is;

– het bureau van die organisatie maakt niet het voorwerp uit van een kennisgeving ingevolge artikel 19 van de Akte van Genève.

De Europese Gemeenschap voldoet aan die voorwaarden. Om te beginnen zijn alle lidstaten lid van de WIPO. Ten tweede beheert het HBIM het bij Verordening nr. 6/2002 ingevoerde stelsel van het Gemeenschapsmodel. Ten derde maakt het HBIM geen voorwerp uit van een kennisgeving ingevolge artikel 19 van de Akte van Genève[5].

Overeenkomstig artikel 27, lid 2, van de Akte van Genève moet een staat of internationale organisatie een akte van toetreding neerleggen als hij of zij de Akte niet heeft ondertekend. De Gemeenschap heeft de Akte van Genève niet ondertekend en moet daarom een akte van toetreding neerleggen. Volgens artikel 27, lid 3, onder a), is de datum van vankrachtwording van de neerlegging van een akte van toetreding de datum waarop deze akte wordt neergelegd. Zoals bepaald in artikel 28, lid 3, onder b), wordt de akte dan drie maanden na de datum waarop de akte van toetreding is neergelegd van kracht.

5. In het kader van de toetreding van de Gemeenschap tot de Akte van Genève af te leggen verklaringen

Overeenkomstig de Akte van Genève en het gemeenschappelijk reglement van uitvoering van de Akte van Genève, de Akte van Londen en de Akte van 's-Gravenhage van de Overeenkomst van 's-Gravenhage kunnen of moeten Verdragsluitende Staten bepaalde verklaringen over de toepassing van het internationale registratiestelsel doen. Verklaringen in de akte van toetreding worden van kracht op de datum waarop de Verdragsluitende Partij door de Akte gebonden wordt.

De Commissie stelt voor dat over de volgende aangelegenheden verklaringen aan de directeur-generaal van de WIPO worden gericht.

i) Artikel 4, lid 1, onder a), van de Akte van Genève bepaalt dat de internationale aanvraag, naar keuze van de aanvrager, hetzij rechtstreeks bij het Internationaal Bureau, hetzij door tussenkomst van het bureau van de Verdragsluitende Partij van de aanvrager kan worden ingediend. Volgens artikel 4, lid 1, onder b), kan echter elke Verdragsluitende Partij kennisgeving doen van het feit dat door tussenkomst van haar bureau geen internationale aanvragen kunnen worden ingediend.

Eenvoud is het belangrijkste kenmerk van het stelsel van 's-Gravenhage en het maakt eigenlijk weinig uit waar het bureau gevestigd is waarbij de aanvragen moeten worden ingediend. Het is om dubbel werk te voorkomen dan ook beter als de Europese Gemeenschap niet de mogelijkheid geeft om aanvragen bij het HBIM in te dienen. Rechtstreekse indiening bij de WIPO verdient ook de voorkeur om bij de aanvragers verwarring te voorkomen tussen aanvragen voor de registratie van een Gemeenschapsmodel en aanvragen voor internationale registratie. Wat betreft de betaling van de basistaks voor een internationale aanvraag zou de zaak alleen nog maar ingewikkelder worden, want die moet hoe dan ook rechtstreeks aan het Internationaal Bureau worden betaald en wel op het moment van indiening van de aanvraag. Als de aanvragers dat bedrag per vergissing aan het HBIM betalen, moet het weer worden teruggestort.

Veelzeggend is ook dat de WIPO op dit moment geen aanvragen ontvangt via nationale bureaus van Verdragsluitende Partijen die daartoe wel de mogelijkheid bieden[6].

ii) Artikel 7 van de Akte van Genève bepaalt dat de voorgeschreven taksen een voor elke aangewezen Verdragsluitende Partij te betalen standaard-aanwijzingstaks omvatten. Verder kan elke Verdragsluitende Partij die een intergouvernementele organisatie is, verklaren dat voor elke aanvraag en elke vernieuwing van een internationale registratie waarbij zij wordt aangewezen, de standaard-aanwijzingstaks wordt vervangen door een individuele aanwijzingstaks, waarvan het bedrag wordt aangegeven in de verklaring en kan worden gewijzigd in latere verklaringen. Dit bedrag mag echter niet hoger zijn dan het bedrag dat de genoemde Verdragsluitende Partij van een aanvrager zou mogen ontvangen voor een nationale aanvraag en vernieuwing, verminderd met de besparingen die voortvloeien uit de internationale procedure. De aanwijzingstaks wordt door het Internationaal Bureau aan de desbetreffende Verdragsluitende Partij overgemaakt[7].

De keuze tussen de standaard-aanwijzingstaks en de individuele taks heeft financiële consequenties voor het HBIM. Daarom moet de Europese Gemeenschap van deze mogelijkheid gebruikmaken en haar eigen individuele aanwijzingstaks vaststellen.

Daarbij moeten een aantal factoren in aanmerking worden genomen. De taksen moeten hoog genoeg zijn om de kosten van de procedures voor de in de EU aangevraagde modelbescherming te dekken. Het gaat hier niet alleen om de kosten van het onderzoek van de modellen door het HBIM maar ook om ongeldigverklaringen en beroepsprocedures. Om het bedrag te kunnen vaststellen moet eerst een financiële analyse worden gemaakt. Daartoe moeten de belangrijkste voorwaarden voor toetreding tot de Overeenkomst van 's-Gravenhage grondig worden bestudeerd. Ook moet de Commissie een nauwkeuriger beeld hebben van het mogelijke aantal ongeldigverklaringen en beroepsprocedures naar aanleiding van internationale aanwijzingen, om te kunnen beoordelen hoeveel werk dit voor het HBIM meebrengt.

Aan de hand van die gegevens zal de Commissie een voorstel tot wijziging doen van de taksenverordening, waarin de hoogte en opbouw zijn vastgelegd van de taksen die voor de aanwijzing van de Europese Gemeenschap krachtens de Akte van Genève moeten worden betaald.

iii) Krachtens artikel 17, lid 3, onder c), van de Akte van Genève moet elke Verdragsluitende Partij de directeur-generaal kennisgeving doen van de in haar wetgeving voorziene maximum tijdsduur van bescherming. Overeenkomstig artikel 12 van de Gemeenschapsmodellenverordening kan de bescherming maximaal 25 jaar duren. De Europese Gemeenschap zal hiervan kennisgeving doen aan de directeur-generaal.

Andere verklaringen waarin de Akte van Genève of het gemeenschappelijk reglement van uitvoering voorzien zijn niet nodig of wenselijk. Een aantal van die verklaringen is niet relevant voor de Europese Gemeenschap omdat zij betrekking hebben op specifieke aspecten van nationale wetgeving die in de Gemeenschapsmodellenverordening niet voorkomen of daar niet voor gelden, of omdat zij alleen van belang zijn voor bureaus die onderzoeken verrichten[8]. De mogelijke verklaringen over de rechtsgevolgen van een wijziging van eigendom en de uitwisseling van documenten vereisen een nadere toelichting.

- Volgens artikel 16, lid 2, van de Akte van Genève kan een Verdragsluitende Partij de directeur-generaal van de WIPO in een verklaring ervan kennisgeving doen dat een inschrijving van een wijziging van eigendom in het internationale register niet dezelfde rechtsgevolgen heeft als wanneer deze inschrijving zou zijn gedaan in het register van de Verdragsluitende Partij zolang die Partij de desbetreffende verklaring of documenten niet heeft ontvangen. Om echter het internationale stelsel zo eenvoudig en efficiënt mogelijk te houden moet de Gemeenschap van een dergelijke verklaring afzien. Het internationale register zal in de EU dus volledig en rechtstreeks doorwerken.

- Volgens artikel 10, lid 5, onder a), van de Akte van Genève kan het bureau van elke Verdragsluitende Partij het Internationaal Bureau ervan in kennis stellen dat het onmiddellijk na de registratie een afschrift wenst te ontvangen van elke internationale registratie waarin het is aangewezen en van alle relevante verklaringen, documenten en specimens die de internationale registratie vergezellen. Voor de Gemeenschap zijn die afschriften niet nodig omdat het onderzoek naar de weigeringsgronden (openbare orde, goede zeden, omschrijving van het model) kan worden uitgevoerd aan de hand van de bekendmaking van de internationale registraties door het Internationaal Bureau. Het HBIM hoeft dus geen complete dossiers van de WIPO te ontvangen.

6. Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1

Artikel 1 behelst de goedkeuring van de Akte van Genève door de Raad. De tekst van de Akte van Genève is in alle officiële talen van de Europese Gemeenschap aan het besluit gehecht.

Artikel 2

Artikel 2, lid 1, bepaalt dat de voorzitter van de Raad de akte van toetreding na vaststelling van het besluit neerlegt bij de directeur-generaal van de WIPO, overeenkomstig artikel 27 van de Akte van Genève. Om complicaties bij de uitvoering van de Akte van Genève in de Gemeenschap te vermijden is verder bepaald dat de akte van toetreding kan worden vastgesteld zodra de Raad en de Commissie de nodige uitvoeringsmaatregelen hebben vastgesteld (een verordening van de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 6/2002 betreffende Gemeenschapsmodellen, een verordening van de Commissie tot wijziging van de uitvoeringsverordening (EG) nr. 2245/2002 en een verordening van de Commissie tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2246/2002 betreffende de taksen.

Lid 2 noemt de verklaringen die in de akte van toetreding worden gedaan.

Artikel 3

Na toetreding tot de Akte van Genève wordt de Europese Gemeenschap lid van de Algemene Vergadering van de Unie van 's-Gravenhage (artikelen 20 en 21 van de Akte van Genève). Dit houdt bijvoorbeeld in dat de Gemeenschap in plaats van haar lidstaten aan de stemming kan deelnemen, met een aantal stemmen dat gelijk is aan het aantal lidstaten die Partij zijn bij de Akte, en dat de Gemeenschap niet aan de stemming deelneemt als een van haar lidstaten zijn stemrecht uitoefent, en omgekeerd.

De Algemene Vergadering heeft onder andere tot taak alle vraagstukken te behandelen betreffende de instandhouding en de ontwikkeling van de Unie en de toepassing van de Akte van Genève, richtlijnen te verstrekken betreffende de voorbereiding van de herzieningsconferenties en besluiten te nemen over de bijeenroeping van deze conferenties, alsmede het gemeenschappelijk reglement van uitvoering van de Akte van Genève te wijzigen.

Overeenkomstig artikel 300 van het Verdrag vertegenwoordigt de Commissie de Gemeenschap in de Algemene Vergadering van de Unie van 's-Gravenhage. Vertegenwoordigers van het HBIM kunnen deel uitmaken van de delegaties van de Europese Gemeenschap.

Gezien het bovenstaande en om onnodig zware procedures bij toekomstige zittingen van de Algemene Vergadering van de Unie van 's-Gravenhage te vermijden, is in artikel 3, lid 1, van het voorstel opgenomen dat de Raad de Commissie machtigt om de Gemeenschap in zittingen van de Algemene Vergadering te vertegenwoordigen en namens de Gemeenschap te onderhandelen over aangelegenheden waarvoor de Algemene Vergadering krachtens artikel 21 van de Akte van Genève bevoegd is. Artikel 3, lid 2, bepaalt dat het standpunt dat de Gemeenschap zal innemen, wordt voorbereid door de Commissie en de lidstaten in de bevoegde groep van de Raad of in de ad-hocvergaderingen die in de loop van de werkzaamheden in het kader van de WIPO worden belegd.

7. Verdere in het kader van de toetreding van de Gemeenschap tot de Akte van Genève te nemen maatregelen

Toetreding van de Gemeenschap tot de Akte van Genève vereist een aantal uitvoeringsmaatregelen op communautair niveau.

Ten eerste moet de Gemeenschapswetgever regels vaststellen om het stelsel van het Gemeenschapsmodel aan het stelsel van internationale aanvragen uit hoofde van de Akte van Genève aan te passen. Voorgesteld wordt dat de maatregelen om de toetreding van de Gemeenschap tot de Akte van Genève ten uitvoer te leggen, worden opgenomen in de Gemeenschapsmodellenverordening door wijziging van de huidige bepalingen daarvan en toevoeging van een nieuwe titel "Internationale inschrijving van modellen".

Ten tweede moeten de uitvoeringsbepalingen in verband met de toetreding tot de Akte van Genève worden gewijzigd. Daartoe moet Verordening (EG) nr. 2245/2002 van de Commissie van 21 oktober 2002 tot uitvoering van de Gemeenschapsmodellenverordening worden gewijzigd[9].

Ten derde moet Verordening (EG) nr. 2246/2002 van de Commissie van 16 december 2002 inzake de aan het Harmonisatiebureau voor de interne markt (merken, tekeningen en modellen) te betalen taksen voor de inschrijving van Gemeenschapsmodellen[10] worden gewijzigd. In de gewijzigde taksenverordening moet het systeem van individuele taksen voor internationale registraties worden ingesteld, overeenkomstig de bij dit besluit gevoegde verklaring.

Aangezien de Gemeenschap drie maanden na de neerlegging van de akte van toetreding door de Akte van Genève gebonden wordt, moeten de benodigde uitvoeringsmaatregelen in werking treden voordat die periode is verstreken.

8. Conclusie

Gezien het bovenstaande wordt de Raad verzocht bijgaand besluit tot goedkeuring, namens de Europese Gemeenschap, van de Akte van Genève vast te stellen en zijn voorzitter te machtigen de akte van toetreding tot de Akte van Genève neer te leggen bij de directeur-generaal van de WIPO, alsmede de Commissie te machtigen de Gemeenschap te vertegenwoordigen op de zittingen van de Algemene Vergadering van de Unie van 's-Gravenhage die onder auspiciën van de WIPO worden gehouden en namens de Gemeenschap onderhandelingen te voeren over en goedkeuring te verlenen aan zaken die onder de bevoegdheid van de Algemene Vergadering vallen.

2005/0273 (CNS)

Voorstel voor een

BESLUIT VAN DE RAAD

tot goedkeuring van de toetreding van de Europese Gemeenschap tot de Akte van Genève van de Overeenkomst van 's-Gravenhage betreffende de internationale registratie van tekeningen of modellen van nijverheid, aangenomen te Genève op 2 juli 1999

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 308, juncto artikel 300, lid 2, eerste alinea, tweede volzin, en lid 3, eerste alinea,

Gezien het voorstel van de Commissie[11],

Gezien het advies van het Europees Parlement[12],

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité[13],

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Verordening (EG) nr. 6/2002 van de Raad van 12 december 2001 betreffende Gemeenschapsmodellen[14], die artikel 308 van het Verdrag als grondslag heeft, is bedoeld om een markt tot stand te brengen die goed functioneert en die soortgelijke voorwaarden biedt als op een nationale markt bestaan. Die verordening heeft, met het oog op de verwezenlijking van een dergelijke markt en ter versterking van het eenheidskarakter ervan, het stelsel van het Gemeenschapsmodel in het leven geroepen, dat ondernemingen de mogelijkheid biedt volgens één enkele procedure Gemeenschapsmodellen te verkrijgen die een eenvormige bescherming genieten en die rechtsgevolgen hebben op het gehele grondgebied van de Gemeenschap.

(2) Na voorbereidend werk dat is opgezet en uitgevoerd door de Wereldorganisatie voor de Intellectuele Eigendom (WIPO), met de medewerking van de lidstaten die lid zijn van de Unie van 's-Gravenhage, de lidstaten die geen lid zijn van de Unie van 's-Gravenhage en de Europese Gemeenschap, heeft de Diplomatieke Conferentie, daartoe bijeengekomen te Genève, op 2 juli 1999 de Akte van Genève van de Overeenkomst van 's-Gravenhage betreffende de internationale registratie van tekeningen of modellen van nijverheid (hierna "de Akte van Genève" genoemd) aangenomen.

(3) De Akte van Genève is aangenomen om bepaalde vernieuwingen aan te brengen in het stelsel voor het internationaal depot van tekeningen of modellen van nijverheid zoals vastgelegd in de Akte van Londen, aangenomen op 2 juni 1934, en de Akte van 's-Gravenhage, aangenomen op 28 november 1960.

(4) De Akte van Genève heeft tot doel het internationale registratiestelsel van 's-Gravenhage uit te breiden tot nieuwe leden en voor aanvragers aantrekkelijker te maken. Een van de belangrijkste noviteiten ten opzichte van de Akten van Londen en 's-Gravenhage is dat een intergouvernementele organisatie die een bureau beheert waarbij de bescherming van tekeningen of modellen met rechtsgevolgen op het grondgebied van de organisatie kan worden verkregen, partij kan worden bij de Akte van Genève.

(5) De mogelijkheid voor een intergouvernementele organisatie die een regionaal bureau voor de registratie van tekeningen en modellen heeft, om partij te worden bij de Akte van Genève, is in die akte opgenomen om met name de Gemeenschap in staat te stellen tot de akte, en aldus tot de Unie van 's-Gravenhage, toe te treden.

(6) De Akte van Genève is op 23 december 2003 in werking getreden en is sinds 1 april 2004 van kracht. Op 1 januari 2003 heeft het Harmonisatiebureau voor de interne markt (merken, tekeningen en modellen) de mogelijkheid gecreëerd om vanaf 1 april 2003 aanvragen in te dienen om een ingeschreven Gemeenschapsmodel te verkrijgen.

(7) Het stelsel van het Gemeenschapsmodel en het stelsel van de internationale registratie, zoals geregeld in de Akte van Genève, zijn complementair. Het stelsel van de Gemeenschap biedt een volledig, uniform regionaal registratiesysteem voor modellen voor het hele grondgebied van de Gemeenschap. De Overeenkomst van 's-Gravenhage is een verdrag voor het centraliseren van de procedures ter verkrijging van modelbescherming op het grondgebied van de aangewezen Verdragsluitende Partijen.

(8) Door deze twee stelsels met elkaar te verbinden kunnen ontwerpers met één internationale aanvraag in de Gemeenschap bescherming voor hun modellen uit hoofde van het stelsel van het Gemeenschapsmodel verkrijgen en tevens op het grondgebied in en buiten de Gemeenschap waar de Akte van Genève geldt.

(9) Het met elkaar verbinden van het stelsel van het Gemeenschapsmodel en het stelsel van de internationale registratie, zoals geregeld in de Akte van Genève, zal bovendien een harmonische ontwikkeling van de economische activiteit bevorderen, verstoringen van de mededinging opheffen, kostenbesparend zijn en de integratie en werking van de interne markt verbeteren. De Gemeenschap moet daarom tot de Akte van Genève toetreden om het stelsel van het Gemeenschapsmodel aantrekkelijker te maken.

(10) De Commissie moet worden gemachtigd om de Gemeenschap na haar toetreding tot de Akte van Genève te vertegenwoordigen in de Algemene Vergadering van de Unie van 's-Gravenhage.

(11) Dit besluit laat het recht van de lidstaten om met betrekking tot hun nationale tekeningen en modellen aan de Algemene Vergadering van de Unie van 's-Gravenhage deel te nemen, onverlet,

BESLUIT:

Artikel 1

De Akte van Genève van de Overeenkomst van 's-Gravenhage betreffende de internationale registratie van tekeningen of modellen van nijverheid, aangenomen te Genève op 2 juli 1999 (hierna "de Akte van Genève" genoemd), wordt goedgekeurd namens de Gemeenschap ten aanzien van aangelegenheden die onder haar bevoegdheid vallen.

De tekst van de Akte van Genève is aan dit besluit gehecht.

Artikel 2

1. De voorzitter van de Raad wordt gemachtigd de akte van toetreding neder te leggen bij de directeur-generaal van de Wereldorganisatie voor de Intellectuele Eigendom, zodra de Raad en de Commissie de maatregelen hebben genomen die noodzakelijk zijn om het Gemeenschapsmodellenrecht en de Akte van Genève met elkaar te verbinden.

2. In de akte van toetreding worden de verklaringen gedaan die aan dit besluit zijn gehecht.

Artikel 3

1. De Commissie wordt gemachtigd de Europese Gemeenschap te vertegenwoordigen in de zittingen van de Algemene Vergadering van de Unie van 's-Gravenhage die worden gehouden in het kader van de Wereldorganisatie voor de Intellectuele Eigendom.

2. Over alle vraagstukken die uit hoofde van het Gemeenschapsmodel onder de bevoegdheid van de Gemeenschap vallen, onderhandelt de Commissie in de Algemene Vergadering van de Unie van 's-Gravenhage namens de Gemeenschap overeenkomstig de volgende regels:

a) het standpunt dat de Gemeenschap in de vergadering zal innemen, wordt voorbereid door de bevoegde groep van de Raad of, indien zulks niet mogelijk is, in ad-hocvergaderingen die in de loop van de werkzaamheden in het kader van de Wereldorganisatie voor de Intellectuele Eigendom worden belegd;

b) wat besluiten betreft die wijzigingen behelzen van Verordening (EG) nr. 6/2002 of enig ander besluit van de Raad waarvoor unanimiteit noodzakelijk is, wordt het standpunt van de Gemeenschap op voorstel van de Commissie met eenparigheid van stemmen door de Raad vastgesteld;

c) wat betreft de overige besluiten die gevolgen voor het Gemeenschapsmodellenrecht hebben, wordt het standpunt van de Gemeenschap op voorstel van de Commissie met gekwalificeerde meerderheid van stemmen door de Raad vastgesteld.

Gedaan te Brussel,

Voor de Raad

De Voorzitter

Akte van Genève van 2 juni 1999

INHOUD

INLEIDENDE BEPALINGEN

Artikel 1: Afgekorte uitdrukkingen

Artikel 2: Andere bescherming toegekend door de wetten van de Verdragsluitende Partijen en door sommige internationale verdragen

HOOFDSTUK I: INTERNATIONALE AANVRAAG EN INTERNATIONALE REGISTRATIE

Artikel 3: Het recht een internationale aanvraag in te dienen

Artikel 4: Procedure voor indiening van de internationale aanvraag

Artikel 5: Inhoud van de internationale aanvraag

Artikel 6: Voorrang

Artikel 7: Aanwijzingstaksen

Artikel 8: Correctie van onregelmatigheden

Artikel 9: Datum van indiening van de internationale aanvraag

Artikel 10: Internationale registratie, datum van internationale registratie, openbaarmaking en vertrouwelijke afschriften van de internationale registratie

Artikel 11: Opschorting van de openbaarmaking

Artikel 12: Weigering

Artikel 13: Bijzondere vereisten ten aanzien van de eenheid van de tekening of het model

Artikel 14: Rechtsgevolgen van de internationale registratie

Artikel 15: Ongeldigverklaring

Artikel 16: Inschrijving van wijzigingen en andere aangelegenheden betreffende internationale registratie

Artikel 17: Initieel tijdvak en vernieuwing van de internationale registratie en tijdsduur van de bescherming

Artikel 18: Informatie met betrekking tot de openbaar gemaakte internationale registraties

HOOFDSTUK II: ADMINISTRATIEVE BEPALINGEN

Artikel 19: Gemeenschappelijk bureau van meerdere Staten

Artikel 20: Lidmaatschap van de Unie van 's-Gravenhage

Artikel 21: Algemene Vergadering

Artikel 22: Internationaal Bureau

Artikel 23: Financiën

Artikel 24: Reglement van Uitvoering

HOOFDSTUK III: HERZIENING EN WIJZIGING

Artikel 25: Herziening van deze Akte

Artikel 26: Wijziging van sommige artikelen door de Algemene Vergadering

HOOFDSTUK IV : SLOTBEPALINGEN

Artikel 27: Partij worden bij deze Akte

Artikel 28: Datum van vankrachtwording van de bekrachtigingen en toetredingen

Artikel 29: Verbod van voorbehoud

Artikel 30: Door de Verdragsluitende Partijen gedane verklaringen

Artikel 31: Toepasselijkheid van de Akten van 1934 en 1960

Artikel 32: Opzegging van deze Akte

Artikel 33: Talen van deze Akte; Ondertekening

Artikel 34: Depositaris

INLEIDENDE BEPALINGEN

Artikel 1

Afgekorte uitdrukkingen

In deze Akte wordt verstaan onder:

i) "Overeenkomst van 's-Gravenhage", de Overeenkomst van 's-Gravenhage betreffende het internationaal depot van tekeningen of modellen van nijverheid, voortaan luidend Overeenkomst van 's-Gravenhage betreffende de internationale registratie van tekeningen of modellen van nijverheid;

ii) "deze Akte", de Overeenkomst van 's-Gravenhage die bij deze Akte wordt ingesteld;

iii) "Reglement van Uitvoering", het Reglement van Uitvoering van deze Akte;

iv) "voorgeschreven", voorgeschreven door het Reglement van Uitvoering;

v) "Verdrag van Parijs", het Verdrag van Parijs tot bescherming van de industriële eigendom, ondertekend te Parijs op 20 maart 1883, zoals herzien en gewijzigd;

vi) "internationale registratie", de internationale registratie van een tekening of model ingevolge deze Akte;

vii) "internationale aanvraag", een aanvraag tot internationale registratie;

viii) "internationaal register", de officiële, door het Internationaal Bureau bijgehouden, verzameling van gegevens betreffende internationale registraties waarvan de inschrijving door deze Akte of het Reglement van Uitvoering wordt verlangd of toegestaan, ongeacht het medium waarop deze gegevens worden bewaard;

ix) "persoon", een natuurlijke persoon of een rechtspersoon;

x) "aanvrager", de persoon namens wie een internationale aanvraag wordt ingediend;

xi) "houder", de persoon namens wie een internationale registratie wordt ingeschreven in het internationale register;

xii) "intergouvernementele organisatie", een intergouvernementele organisatie die de ingevolge artikel 27, eerste lid, onder ii), bedoelde voorwaarden vervult om Partij te worden bij deze Akte;

xiii) "Verdragsluitende Partij", een Staat of een intergouvernementele organisatie die Partij is bij deze Akte;

xiv) "Verdragsluitende Partij van de aanvrager", de Verdragsluitende Partij of een van de Verdragsluitende Partijen waaraan de aanvrager zijn recht op het indienen van een internationale aanvraag ontleent op grond van het feit dat hij, ten aanzien van de genoemde Verdragsluitende Partij, ten minste aan een van de in artikel 3 bedoelde voorwaarden voldoet; indien de aanvrager, ingevolge artikel 3, zijn recht op het indienen van een internationale aanvraag kan ontlenen aan meerdere Verdragsluitende Partijen, dient onder "Verdragsluitende Partij van de aanvrager“ te worden verstaan die, welke onder die Verdragsluitende Partijen als zodanig in de internationale aanvraag wordt aangeduid;

xv) "grondgebied van een Verdragsluitende Partij", wanneer de Verdragsluitende Partij een Staat is, het grondgebied van die Staat en, wanneer de Verdragsluitende Partij een intergouvernementele organisatie is, het grondgebied waarop het oprichtingsverdrag van die intergouvernementele organisatie van toepassing is;

xvi) "bureau", de instantie die door een Verdragsluitende Partij belast is met het toekennen van de bescherming van tekeningen of modellen van nijverheid op het grondgebied van die Verdragsluitende Partij;

xvii) "bureau dat overgaat tot een onderzoek", een bureau dat ambtshalve de aanvragen tot bescherming van tekeningen of modellen van nijverheid die bij het bureau worden ingediend, onderzoekt teneinde ten minste vast te stellen of deze tekeningen of modellen voldoen aan de voorwaarden van nieuwheid;

xviii) "aanwijzing", een verzoek dat ertoe strekt dat een internationale registratie rechtsgevolg heeft in de Verdragsluitende Partij; deze term is eveneens van toepassing op de inschrijving van deze aanvraag in het internationale register;

xix) "aangewezen Verdragsluitende Partij" en "aangewezen bureau", respectievelijk de Verdragsluitende Partij en het bureau van de Verdragsluitende Partij waarop een aanwijzing van toepassing is;

xx) "Akte van 1934", de op 2 juni 1934 te Londen ondertekende Akte van de Overeenkomst van 's-Gravenhage;

xxi) "Akte van 1960", de op 28 november 1960 te 's-Gravenhage ondertekende Akte van de Overeenkomst van 's-Gravenhage;

xxii) "Aanvullende akte van 1961", de op 18 november 1961 te Monaco ondertekende Akte ter aanvulling van de Akte van 1934;

xxiii) "Aanvullende akte van 1967", de op 14 juli 1967 te Stockholm ondertekende Aanvullende Akte, zoals gewijzigd, van de Overeenkomst van 's-Gravenhage;

xxiv) "Unie", de Unie van 's-Gravenhage in het leven geroepen door de Overeenkomst van 's-Gravenhage van 6 november 1925 en in stand gehouden door de Akten van 1934 en 1960, de Aanvullende Akte van 1961, de Aanvullende Akte van 1967 alsmede door deze Akte;

xxv) "Algemene Vergadering", de in artikel 21, eerste lid, onder a), bedoelde Algemene Vergadering of elke instantie die deze Algemene Vergadering vervangt;

xxvi) "Organisatie", de Wereldorganisatie voor de Intellectuele Eigendom;

xxvii) "directeur-generaal", de directeur-generaal van de Organisatie;

xxviii) "Internationaal Bureau", het Internationaal Bureau van de Organisatie;

xxix) "akte van bekrachtiging", tevens de akten van aanvaarding of goedkeuring.

Artikel 2

Andere bescherming toegekend door de wetten van de Verdragsluitende Partijen en door sommige internationale verdragen

1. [ Wetten van de Verdragsluitende Partijen en sommige internationale verdragen ] De bepalingen van deze Akte laten onverlet de toepassing van een ruimere bescherming die kan worden toegekend door de wetgeving van een Verdragsluitende Partij en doen op geen enkele wijze afbreuk aan de bescherming die door internationale verdragen en overeenkomsten inzake auteursrecht wordt verleend aan werken van kunst en werken van kunstnijverheid, noch aan de bescherming die aantekeningen en modellen van nijverheid wordt verleend krachtens de Overeenkomst inzake de handelsaspecten van de intellectuele eigendom, gehecht aan de Overeenkomst tot oprichting van de Wereldhandelsorganisatie.

2. [ Verplichting tot naleving van het Verdrag van Parijs ] Elke partij leeft de bepalingen van het Verdrag van Parijs na ten aanzien van tekeningen of modellen van nijverheid.

HOOFDSTUK I

INTERNATIONALE AANVRAAG EN INTERNATIONALE REGISTRATIE

Artikel 3

Het recht een internationale aanvraag in te dienen

Elke onderdaan van een Staat die een Verdragsluitende Partij is of een Staat die lid is van een intergouvernementele organisatie die een Verdragsluitende Partij is, of elke persoon die zijn woonplaats, gewone verblijfplaats of een daadwerkelijke en wezenlijke inrichting van nijverheid of handel op het grondgebied van een Verdragsluitende Partij heeft, is bevoegd een internationale aanvraag in te dienen.

Artikel 4

Procedure voor indiening van de internationale aanvraag

1. [ Rechtstreekse of indirecte aanvraag ] a) De internationale aanvraag kan, naar keuze van de aanvrager, hetzij rechtstreeks bij het Internationaal Bureau, hetzij door tussenkomst van het bureau van de Verdragsluitende Partij van de aanvrager worden ingediend.

b) Onverminderd het bepaalde onder a) kan elke Verdragsluitende Partij, in een verklaring, de directeur-generaal kennisgeving doen van het feit dat door tussenkomst van haar bureau geen internationale aanvragen kunnen worden ingediend.

2. [ Taksen voor doorzending in geval van een indirecte aanvraag ] Het bureau van elke Verdragsluitende Partij kan verlangen dat de aanvrager hem, voor eigen rekening, een heffing voor doorzending betaalt voor elke internationale aanvraag die door zijn tussenkomst wordt ingediend.

Artikel 5

Inhoud van de internationale aanvraag

1. [ Verplichte inhoud van de internationale aanvraag ] De internationale aanvraag wordt opgesteld in de voorgeschreven taal of in een van de voorgeschreven talen; de aanvraag dient te bevatten of vergezeld te gaan van:

i) een verzoek om internationale registratie ingevolge deze Akte;

ii) de voorgeschreven gegevens met betrekking tot de aanvrager;

iii) het voorgeschreven aantal exemplaren van een reproductie of, naar keuze van de aanvrager, van meerdere verschillende reproducties van de tekening of het model van nijverheid waarop de internationale aanvraag betrekking heeft, die op de voorgeschreven wijze worden gepresenteerd; indien het evenwel een tweedimensionale tekening of tweedimensionaal model van nijverheid betreft en een verzoek tot opschorting van de openbaarmaking wordt gedaan ingevolge het vijfde lid, mag de internationale aanvraag vergezeld gaan van het voorgeschreven aantal specimens van de tekening of het model in plaats van reproducties;

iv) een aanduiding van het product of de producten die de tekening of het model van nijverheid vormen of in samenhang waarmee de tekening of het model moet worden gebruikt, op de voorgeschreven wijze;

v) de vermelding van de aangewezen Verdragsluitende Partijen;

vi) de voorgeschreven taksen;

vii) alle overige voorgeschreven bijzonderheden.

2. [ Verplichte aanvullende inhoud van de internationale aanvraag ] a) Elke Verdragsluitende Partij waarvan het bureau een bureau is dat overgaat tot een onderzoek en waarvan de wetgeving, op het moment dat zij partij wordt bij deze Akte, verlangt dat een aanvraag tot bescherming van de tekening of het model van nijverheid een of meerdere van de onder b) bedoelde kenmerken bevat voor de toekenning, ingevolge die wetgeving, van een datum van indiening voor die aanvraag, kan in een verklaring van deze kenmerken kennisgeving doen aan de directeur-generaal.

b) De kenmerken waarvan ingevolge het bepaalde onder a) een kennisgeving kan worden gedaan, zijn de volgende:

i) vermeldingen betreffende de identiteit van de ontwerper van de tekening of het model van nijverheid die respectievelijk dat het voorwerp uitmaakt van de aanvraag;

ii) een korte beschrijving van de reproductie of van de wezenlijke kenmerken van de tekening of het model van nijverheid die respectievelijk dat het voorwerp uitmaakt van die aanvraag;

iii) een claim.

c) Wanneer de internationale aanvraag de aanwijzing van een Verdragsluitende Partij bevat die een kennisgeving heeft gedaan ingevolge het bepaalde onder a), dienen in deze aanvraag eveneens, op de voorgeschreven wijze, alle kenmerken te worden vermeld die het voorwerp uitmaken van die kennisgeving.

3. [ Overige mogelijke inhoud van de internationale aanvraag ] De internationale aanvraag kan alle overige in het Reglement van Uitvoering bedoelde kenmerken bevatten of hiervan vergezeld gaan.

4. [ Meerdere tekeningen of modellen van nijverheid in dezelfde internationale aanvraag ] Onverminderd de voorgeschreven voorwaarden kan een internationale aanvraag meerdere tekeningen of modellen van nijverheid bevatten.

5. [ Verzoek tot opschorting van de openbaarmaking ] De internationale aanvraag kan een verzoek tot opschorting van openbaarmaking bevatten.

Artikel 6

Voorrang

1. [ Aanspraak op voorrang ] a) De internationale aanvraag kan een verklaring bevatten waarin, ingevolge artikel 4 van het Verdrag van Parijs, aanspraak wordt gemaakt op voorrang van een of meerdere voorgaande aanvragen die zijn ingediend in of voor een land dat partij is bij dat verdrag of in of voor een Lid van de Wereldhandelsorganisatie.

b) In het Reglement van Uitvoering kan worden bepaald dat de onder a) bedoelde verklaring kan worden gedaan na de indiening van de internationale aanvraag. In dat geval schrijft het Reglement van Uitvoering voor op welk moment deze verklaring uiterlijk kan worden gedaan.

2. [ Internationale aanvraag die als basis dient voor een aanspraak op voorrang ] Te rekenen vanaf de datum van indiening is de internationale aanvraag gelijkwaardig aan een regelmatig depot in de betekenis van artikel 4 van het Verdrag van Parijs, ongeacht het latere lot daarvan.

Artikel 7

Aanwijzingstaksen

1. [ Voorgeschreven aanwijzingstaks ] De voorgeschreven taksen omvatten, onverminderd het bepaalde in het tweede lid, een aanwijzingstaks voor elke aangewezen Verdragsluitende Partij.

2. [ Individuele aanwijzingstaks ] Elke Verdragsluitende Partij waarvan het bureau een bureau is dat overgaat tot een onderzoek en elke Verdragsluitende Partij die een intergouvernementele organisatie is, kan, in een verklaring, aan de directeur-generaal kennisgeving doen dat ten aanzien van elke internationale aanvraag waarbij zij wordt aangewezen, alsook voor elke vernieuwing van elke internationale registratie die voortvloeit uit een dergelijke internationale aanvraag, de in het eerste lid bedoelde voorgeschreven aanwijzingstaks wordt vervangen door een individuele aanwijzingstaks waarvan het bedrag wordt aangegeven in de verklaring en kan worden gewijzigd in latere verklaringen. Dit bedrag kan worden vastgesteld door de genoemde Verdragsluitende Partij voor het eerste tijdvak van bescherming en voor elk tijdvak van vernieuwing of voor de door de Verdragsluitende Partij toegestane maximumduur van de bescherming. Dit bedrag kan evenwel niet groter zijn dan het bedrag dat het bureau van de genoemde Verdragsluitende Partij van een aanvrager zou mogen ontvangen voor een toegekende bescherming, voor hetzelfde tijdvak, ten aanzien van eenzelfde aantal tekeningen of modellen van nijverheid, met dien verstande dat dit bedrag wordt verminderd met de besparingen die voortvloeien uit de internationale procedure.

3. [ Overmaking van aanwijzingstaksen ] De in het eerste en tweede lid bedoelde aanwijzingstaksen worden door het Internationaal Bureau overgemaakt aan de Verdragsluitende Partijen ten aanzien van welke deze taksen zijn betaald.

Artikel 8

Correctie van onregelmatigheden

1. [ Onderzoek van de internationale aanvraag ] Indien het Internationaal Bureau constateert dat de internationale aanvraag, ten tijde van de ontvangst hiervan door het Internationaal Bureau, niet voldoet aan de voorwaarden van deze Akte en van het Reglement van Uitvoering, verzoekt het de aanvrager deze binnen de voorgeschreven termijn te corrigeren.

2. [ Geen correctie van onregelmatigheden ] a) Indien de aanvrager binnen de voorgeschreven termijn geen gevolg geeft aan het verzoek, wordt de internationale aanvraag, onverminderd het bepaalde onder b), geacht te zijn geannuleerd.

b) In het geval van een onregelmatigheid met betrekking tot artikel 5, tweede lid, of een bijzondere eis waarvan aan de directeur-generaal kennisgeving is gedaan door een Verdragsluitende Partij overeenkomstig het Reglement van Uitvoering, wordt, wanneer de aanvrager binnen de voorgeschreven termijn geen gevolg geeft aan het verzoek, de internationale aanvraag geacht de aanwijzing van die Verdragsluitende Partij niet te bevatten.

Artikel 9

Datum van indiening van de internationale aanvraag

1. [ Rechtstreeks ingediende internationale aanvraag ] Wanneer de internationale aanvraag rechtstreeks wordt ingediend bij het Internationaal Bureau, is de datum van indiening, onverminderd het bepaalde in het derde lid, de datum waarop het Internationaal Bureau de internationale aanvraag ontvangt.

2. [ Indirect ingediende internationale aanvraag ] Wanneer de internationale aanvraag wordt ingediend door tussenkomst van het bureau van de Verdragsluitende Partij van de aanvrager, wordt de datum van indiening vastgesteld op de voorgeschreven wijze.

3. [ Internationale aanvraag die bepaalde onregelmatigheden bevat ] Wanneer de internationale aanvraag op de datum waarop deze door het Internationaal Bureau wordt ontvangen een onregelmatigheid bevat die is voorgeschreven als een onregelmatigheid die leidt tot uitstel van de indiening van de internationale aanvraag, is de datum van indiening de datum waarop de correctie van deze onregelmatigheid door het Internationaal Bureau wordt ontvangen.

Artikel 10 [15]

Internationale registratie, datum van internationale registratie, openbaarmaking en vertrouwelijke afschriften van de internationale registratie

1. [ Internationale registratie ] Het Internationaal Bureau registreert elke tekening of elk model van nijverheid waarop een internationale aanvraag betrekking heeft zodra het deze ontvangt of, wanneer de aanvrager wordt verzocht de aanvraag ingevolge artikel 8 te corrigeren, zodra de voor de correctie benodigde elementen zijn ontvangen. De registratie wordt verricht, ongeacht het feit of de openbaarmaking al dan niet ingevolge artikel 11 wordt opgeschort.

2. [ Datum van internationale registratie ] a) Onverminderd het bepaalde onder b) is de datum van internationale registratie de datum van indiening van de internationale aanvraag.

b) Wanneer, op de datum waarop de internationale aanvraag door het Internationaal Bureau wordt ontvangen, deze aanvraag een onregelmatigheid met betrekking tot artikel 5, tweede lid, bevat, is de datum van internationale registratie de datum waarop de correctie van deze onregelmatigheid door het Internationaal Bureau wordt ontvangen of, de datum van indiening van de internationale aanvraag, naar gelang welk het laatst is.

3. [ Openbaarmaking ] a) De internationale registratie wordt door het Internationaal Bureau openbaar gemaakt. Deze openbaarmaking wordt in alle Verdragsluitende Partijen beschouwd als een toereikende openbaarmaking, en geen enkele andere openbaarmaking kan van de houder worden verlangd.

b) Het Internationaal Bureau zendt een exemplaar van de openbaarmaking van de internationale registratie aan elk aangewezen bureau.

4. [ Geheimhouding voor openbaarmaking ] Onverminderd het bepaalde in het vijfde lid en in artikel 11, vierde lid, onder b), houdt het Internationaal Bureau elke internationale aanvraag en elke internationale registratie geheim tot aan de openbaarmaking.

5. [ Vertrouwelijke afschriften ] a) Onmiddellijk nadat de registratie is verricht, zendt het Internationaal Bureau een afschrift van de internationale registratie, alsmede elke relevante verklaring, elk relevant document of elk relevant specimen die respectievelijk dat de internationale aanvraag vergezelt, aan elk bureau dat aan het Internationaal Bureau kennisgeving heeft gedaan van zijn wens een dergelijk afschrift te ontvangen en dat is aangewezen in de internationale aanvraag.

b) Tot aan de openbaarmaking van de internationale registratie door het Internationaal Bureau houdt het bureau elke internationale registratie waarvan hem door het Internationaal Bureau een afschrift is gezonden geheim en kan het dit afschrift uitsluitend gebruiken ten behoeve van het onderzoek van de internationale registratie en van aanvragen tot bescherming van tekeningen of modellen van nijverheid die zijn ingediend in of voor de Verdragsluitende Partij voor welke het bevoegd is. In het bijzonder mag het bureau de inhoud van een dergelijke internationale registratie aan geen enkele persoon buiten het bureau bekendmaken anders dan aan de houder van deze internationale registratie, behoudens ten behoeve van een administratieve of gerechtelijke procedure inzake een conflict met betrekking tot het recht van indiening van de internationale aanvraag waarop de internationale aanvraag is gebaseerd. In het geval van een dergelijke administratieve of gerechtelijke procedure kan de inhoud van de internationale registratie uitsluitend op vertrouwelijke basis worden bekendgemaakt aan de bij de procedure betrokken partijen, die gehouden zijn de vertrouwelijke aard van de bekendmaking te eerbiedigen.

Artikel 11

Opschorting van de openbaarmaking

1. [ Wettelijke bepalingen van de Verdragsluitende Partijen met betrekking tot de opschorting van de openbaarmaking ] a) Wanneer de wetgeving van een Verdragsluitende Partij voorziet in de opschorting van de openbaarmaking van een tekening of model van nijverheid voor een tijdvak dat korter is dan het voorgeschreven tijdvak, doet die Verdragsluitende Partij in een verklaring kennisgeving aan de directeur-generaal van het toegestane tijdvak van opschorting.

b) Wanneer de wetgeving van een Verdragsluitende Partij niet voorziet in de opschorting van de openbaarmaking van een tekening of model van nijverheid, doet die Partij hiervan in een verklaring kennisgeving aan de directeur-generaal.

2. [ Opschorting van de openbaarmaking ] Wanneer de internationale aanvraag een verzoek om opschorting van de openbaarmaking bevat, vindt de openbaarmaking plaats:

i) indien geen van de in de internationale aanvraag aangewezen Verdragsluitende Partijen een verklaring ingevolge het eerste lid heeft gedaan, na verloop van het voorgeschreven tijdvak; of

ii) indien een van de in de internationale aanvraag aangewezen Verdragsluitende Partijen een verklaring ingevolge het eerste lid, onder a), heeft gedaan, na verloop van het tijdvak waarvan in die verklaring kennisgeving is gedaan of, indien meerdere aangewezen Verdragsluitende Partijen dergelijke verklaringen hebben gedaan, na afloop van het kortste tijdvak waarvan in hun verklaringen kennisgeving is gedaan.

3. [ Behandeling van aanvragen tot opschorting wanneer opschorting niet mogelijk is krachtens de toepasselijke wetgeving ] Wanneer om opschorting van de openbaarmaking is verzocht en een van de aangewezen Verdragsluitende Partijen in het internationale verzoek, ingevolge het eerste lid, onder b), een verklaring heeft gedaan dat de opschorting van de openbaarmaking krachtens haar wetgeving niet mogelijk is:

i) doet het Internationaal Bureau hiervan, behoudens het bepaalde onder ii), kennisgeving aan de aanvrager; indien de aanvrager niet schriftelijk binnen de voorgeschreven termijn het Internationaal Bureau mededeling doet van de intrekking van de aanwijzing van de genoemde Verdragsluitende Partij, houdt het Internationaal Bureau geen rekening met de aanvraag tot opschorting van de openbaarmaking;

ii) houdt het Internationaal Bureau, wanneer de internationale aanvraag in plaats van reproducties van de tekening of het model van nijverheid te bevatten, vergezeld gaat van specimens van de tekening of het model van nijverheid, geen rekening met de aanwijzing van de genoemde Verdragsluitende Partij en doet het hiervan kennisgeving aan de aanvrager.

4. [ Verzoek om vervroegde openbaarmaking van of bijzondere toegang tot de internationale registratie ] a) Gedurende het ingevolge het tweede lid toepasselijke tijdvak van opschorting kan de houder te allen tijde verzoeken om de openbaarmaking van een, meerdere of alle tekeningen of modellen van nijverheid die het voorwerp uitmaken van de internationale registratie; in een dergelijk geval wordt het tijdvak van opschorting voor deze tekening of dit model of deze tekeningen of deze modellen van nijverheid geacht te zijn verstreken op de datum van ontvangst van dat verzoek door het Internationaal Bureau.

b) Te allen tijde gedurende het ingevolge het tweede lid toepasselijke tijdvak van opschorting kan de houder het Internationaal Bureau eveneens verzoeken een door de houder aangewezen derde een uittreksel te verstrekken van een, meerdere of alle tekeningen of modellen van nijverheid, of deze derde toegang te verlenen tot deze tekening of dit model of deze tekeningen of deze modellen van nijverheid die het voorwerp uitmaken van de internationale registratie.

5. [ Afstand en beperking ] a) Indien de houder, op enig moment gedurende het ingevolge het tweede lid toepasselijke tijdvak van opschorting, afziet van de internationale registratie ten aanzien van alle aangewezen Verdragsluitende Partijen, wordt de tekening of het model van nijverheid of worden de tekeningen of modellen van nijverheid die het voorwerp uitmaken van de internationale registratie, niet openbaar gemaakt.

b) Indien de houder, op enig moment gedurende het ingevolge het tweede lid toepasselijke tijdvak van opschorting, de internationale registratie ten aanzien van alle aangewezen Verdragsluitende Partijen beperkt tot een of meerdere tekeningen of modellen van nijverheid die het voorwerp uitmaken van de internationale registratie, wordt de andere tekening of het andere model of worden de andere tekeningen of andere modellen van nijverheid die het voorwerp uitmaken van de internationale registratie, niet openbaar gemaakt.

6. [ Openbaarmaking en verstrekking van reproducties ] a) Bij het verstrijken van elk tijdvak van opschorting dat krachtens de bepalingen van dit artikel toepasselijk is, maakt het Internationaal Bureau de internationale registratie openbaar, onder voorbehoud van betaling van de voorgeschreven taksen. Indien deze taksen niet op de voorgeschreven wijze worden betaald, wordt de internationale registratie doorgehaald en wordt niet overgegaan tot openbaarmaking.

b) Wanneer de internationale aanvraag overeenkomstig artikel 5, eerste lid, onder iii), vergezeld is gegaan van een of meerdere specimens van de tekening of het model van nijverheid overhandigt de houder het Internationaal Bureau binnen de voorgeschreven termijn het voorgeschreven aantal exemplaren van een reproductie van elke tekening of elk model van nijverheid die of dat het voorwerp is van deze aanvraag. Voorzover de houder zulks niet doet, wordt de internationale registratie doorgehaald en wordt niet overgegaan tot openbaarmaking.

Artikel 12

Weigering

1. [ Recht van weigering ] Het bureau van een aangewezen Verdragsluitende Partij kan, wanneer, ten aanzien van een, meerdere of alle tekeningen of modellen van nijverheid die het voorwerp uitmaken van een internationale registratie niet wordt voldaan aan de voorwaarden ingevolge de wetgeving van die Verdragsluitende Partij voor de toekenning van bescherming, de rechtsgevolgen van de internationale registratie geheel of ten dele weigeren op het grondgebied van de genoemde Verdragsluitende Partij, met dien verstande dat geen enkel bureau evenwel de rechtsgevolgen van een internationale registratie geheel of ten dele kan weigeren op grond van het feit dat ingevolge de wetgeving van de betrokken Verdragsluitende Partij niet wordt voldaan aan eisen ten aanzien van de vorm of inhoud van de internationale aanvraag als voorzien in, aanvullend op of afwijkend van in deze Akte of in het Reglement van Uitvoering vervatte eisen.

2. [ Kennisgeving van weigering ] a) De weigering van de rechtsgevolgen van een internationale registratie wordt binnen de voorgeschreven termijn door het bureau aan het Internationaal Bureau medegedeeld in de vorm van een kennisgeving van weigering.

b) Elke kennisgeving van weigering bevat alle gronden waarop de weigering is gebaseerd.

3. [ Verzending van de kennisgeving van weigering – rechtsmiddelen ] a) Het Internationaal Bureau zendt de houder onverwijld een afschrift van kennisgeving van de weigering.

b) De houder heeft dezelfde rechtsmiddelen als indien een tekening of model van nijverheid die respectievelijk dat het voorwerp uitmaakt van de internationale registratie, het voorwerp zou hebben uitgemaakt van de aanvraag tot bescherming krachtens de wetgeving die van toepassing is op het bureau dat de weigering heeft medegedeeld. Deze rechtsmiddelen omvatten ten minste de mogelijkheid van een herziening of een hernieuwd onderzoek van de weigering of van een beroep tegen de weigering.

4[16]. [ Intrekking van weigering ] Elke weigering kan te allen tijde geheel of ten dele worden ingetrokken door het bureau dat de weigering heeft medegedeeld.

Artikel 13

Bijzondere vereisten ten aanzien van de eenheid van de tekening of het model

1. [ Kennisgeving van bijzondere vereisten ] Elke Verdragsluitende Partij waarvan de wetgeving, op het tijdstip waarop zij partij wordt bij deze Akte, verlangt dat de tekeningen of modellen die het voorwerp uitmaken van een en dezelfde aanvraag voldoen aan een vereiste van eenheid van ontwerp, eenheid van vervaardiging of eenheid van gebruik of toebehoren aan een dezelfde verzameling van artikelen of aan dezelfde samenstelling van artikelen, of dat een enkele onafhankelijke en onderscheiden tekening of een enkel onafhankelijk of onderscheiden model kan worden geclaimd in dezelfde aanvraag, kan van dit vereiste in een verklaring kennisgeving doen aan de directeur-generaal. Een dergelijke verklaring laat het recht van de indiener van een internationale aanvraag evenwel onverlet, overeenkomstig artikel 5, vierde lid, meerdere tekeningen of modellen van nijverheid in die aanvraag te vermelden, zelfs indien de Verdragsluitende Partij die de verklaring heeft gedaan, in de aanvraag wordt aangewezen.

2. [ Rechtsgevolgen van de verklaring ] Deze verklaring stelt het bureau van de Verdragsluitende Partij dat deze verklaring heeft gedaan in staat de rechtsgevolgen van de internationale registratie overeenkomstig artikel 12, eerste lid, te weigeren, totdat is voldaan aan het vereiste waarvan door die Verdragsluitende Partij kennisgeving is gedaan.

3. [ Aanvullende taksen verschuldigd in geval van splitsing van een registratie ] Indien een internationale registratie, na een kennisgeving van weigering krachtens het tweede lid, bij het betrokken bureau wordt gesplitst om een in de kennisgeving vermelde weigeringsgrond te ondervangen, heeft dat bureau het recht een taks te heffen voor elke aanvullende internationale aanvraag die nodig zou zijn geweest om die weigeringsgrond te vermijden.

Artikel 14

Rechtsgevolgen van de internationale registratie

1. [ Dezelfde rechtsgevolgen als die van een aanvraag ingevolge de toepasselijke wetgeving ] Te rekenen vanaf de datum van internationale registratie heeft de internationale registratie in elke aangewezen Verdragsluitende Partij ten minste dezelfde rechtsgevolgen als een regelmatig ingediende aanvraag ter verkrijging van de bescherming van de tekening of het model van nijverheid ingevolge de wetgeving van die Verdragsluitende Partij.

2. [ Dezelfde rechtsgevolgen als die van de toekenning van de bescherming ingevolge de toepasselijke wetgeving ] a) In elke aangewezen Verdragsluitende Partij waarvan het bureau geen weigering overeenkomstig artikel 12 heeft medegedeeld, heeft de internationale registratie dezelfde rechtsgevolgen als de toekenning van de bescherming van de tekening of het model van nijverheid ingevolge de wetgeving van die Verdragsluitende Partij, uiterlijk te rekenen vanaf de datum van het verstrijken van de termijn gedurende welke zij een weigering kan mededelen of, wanneer een Verdragsluitende Partij daartoe een verklaring heeft gedaan ingevolge het Reglement van Uitvoering, uiterlijk op het in die verklaring vermelde tijdstip.

b)[17] Wanneer het bureau van een aangewezen Verdragsluitende Partij een weigering heeft medegedeeld en deze weigering nadien geheel of ten dele heeft ingetrokken, heeft de internationale registratie in die Verdragsluitende Partij, voorzover de weigering is ingetrokken, dezelfde rechtsgevolgen als een toekenning van de bescherming van de tekening of het model van nijverheid ingevolge de wetgeving van genoemde Verdragsluitende Partij, uiterlijk te rekenen vanaf de datum waarop de weigering is ingetrokken.

c) De ingevolge dit lid aan de internationale registratie toegekende rechtsgevolgen zijn van toepassing op tekeningen of modellen van nijverheid die het voorwerp uitmaken van die registratie zoals zij door het aangewezen bureau van het Internationaal Bureau zijn ontvangen of, in voorkomend geval, zoals zij zijn gewijzigd gedurende de procedure bij dat bureau.

3. [ Verklaring betreffende rechtsgevolgen van de aanwijzing van de Verdragsluitende Partij van de aanvrager ] a) Elke Verdragsluitende Partij waarvan het bureau een bureau is dat overgaat tot een onderzoek kan, in een verklaring, de directeur-generaal kennisgeving doen dat, wanneer deze Verdragsluitende Partij de Partij is van de aanvrager, de aanwijzing van die Verdragsluitende Partij in een internationale registratie geen rechtsgevolg heeft.

b) Wanneer een Verdragsluitende Partij die de onder a) bedoelde verklaring heeft gedaan, wordt genoemd in een internationale aanvraag als zijnde tegelijkertijd de Verdragsluitende Partij van de aanvrager en een aangewezen Verdragsluitende Partij, neemt het Internationaal Bureau de aanwijzing van die Verdragsluitende Partij niet in acht.

Artikel 15

Ongeldigverklaring

1. [ Mogelijkheid van de houder om zijn rechten te doen gelden ] De gedeeltelijke of volledige ongeldigverklaring door de bevoegde autoriteiten van een aangewezen Verdragsluitende Partij van de rechtsgevolgen van de internationale registratie op het grondgebied van die Verdragsluitende Partij kan niet worden uitgesproken zonder dat de houder in staat is gesteld tijdig zijn rechten te doen gelden.

2. [ Kennisgeving van de ongeldigverklaring ] Het bureau van de Verdragsluitende Partij op het grondgebied waarvan de rechtsgevolgen van de internationale registratie ongeldig zijn verklaard, doet, wanneer zij van de ongeldigverklaring op de hoogte is, hiervan kennisgeving aan het Internationaal Bureau.

Artikel 16

Inschrijving van wijzigingen en andere aangelegenheden betreffende internationale registratie

1. [ Inschrijving van wijzigingen en andere inschrijvingen ] Het Internationaal Bureau schrijft op de voorgeschreven wijze in het internationale register in:

i) elke wijziging in de eigendom van een internationale registratie ten aanzien van een, meerdere of alle aangewezen Verdragsluitende Partijen en ten aanzien van een, meerdere of alle tekeningen of modellen van nijverheid die het voorwerp uitmaken van de internationale registratie, mits de nieuwe eigenaar bevoegd is een internationale aanvraag in te dienen krachtens artikel 3;

ii) elke wijziging van de naam of van het adres van de houder;

iii) het benoemen van een gemachtigde van de aanvrager of van de houder en alle overige relevante gegevens met betrekking tot deze gemachtigde;

iv) elke afstand door de houder van de internationale registratie ten aanzien van een, meerdere of alle aangewezen Verdragsluitende Partijen;

v) elke beperking van de internationale registratie ten aanzien van een of meerdere tekeningen of modellen van nijverheid die hiervan het voorwerp uitmaken, gedaan door de houder ten aanzien van een, meerdere of alle aangewezen Verdragsluitende Partijen;

vi) elke ongeldigverklaring door de bevoegde autoriteiten van een aangewezen Verdragsluitende Partij, op het grondgebied van die Verdragsluitende Partij, van de rechtsgevolgen van de internationale registratie ten aanzien van een, van meerdere of van alle tekeningen of modellen van nijverheid die het voorwerp uitmaken van de internationale registratie;

vii) alle overige relevante gegevens, genoemd in het Reglement van Uitvoering, betreffende de rechten van een, meerdere of alle tekeningen of modellen van nijverheid die het voorwerp uitmaken van de internationale registratie.

2. [ Rechtsgevolgen van de inschrijving in het internationale register ] Elke in het eerste lid, onder i), ii), iv), v), vi) en vii), bedoelde inschrijving heeft dezelfde rechtsgevolgen als wanneer deze inschrijving zou zijn gedaan in het register van het bureau van elk van de desbetreffende Verdragsluitende Partijen, behoudens dat een Verdragsluitende Partij de directeur-generaal in een verklaring ervan kennisgeving kan doen dat een in het eerste lid, onder i), bedoelde inschrijving niet de genoemde rechtsgevolgen heeft in die Verdragsluitende Partij zolang het bureau van die Verdragsluitende Partij de in bovengenoemde verklaring uiteengezette verklaringen of documenten niet heeft ontvangen.

3. [ Taksen ] Elke ingevolge het eerste lid gedane inschrijving kan onderworpen zijn aan betaling van een taks.

4. [ Openbaarmaking ] Het Internationaal Bureau maakt een mededeling openbaar betreffende elke ingevolge het eerste lid gedane inschrijving. Het zendt een exemplaar van de openbaarmaking van de mededeling aan elk bureau van de betrokken Verdragsluitende Partijen.

Artikel 17

Initieel tijdvak en vernieuwing van de internationale registratie en tijdsduur van de bescherming

1. [ Initieel tijdvak van de internationale registratie ] De internationale registratie wordt verricht voor een initieel tijdvak van vijf jaar te rekenen vanaf de datum van de internationale registratie.

2. [ Vernieuwing van de internationale registratie ] De internationale registratie kan voor aanvullende tijdvakken van vijf jaar worden vernieuwd, overeenkomstig de voorgeschreven procedure en tegen betaling van de voorgeschreven taksen.

3. [ Tijdsduur van de bescherming in de aangewezen Verdragsluitende Partijen ] a) Mits de internationale registratie wordt vernieuwd en onverminderd het bepaalde onder b), bedraagt de tijdsduur van de bescherming, in elke aangewezen Verdragsluitende Partij, 15 jaar te rekenen vanaf de datum van de internationale registratie.

b) Wanneer de wetgeving van een aangewezen Verdragsluitende Partij voorziet in een tijdsduur van bescherming van langer dan 15 jaar voor een tekening of model van nijverheid waaraan de bescherming is toegekend krachtens die wetgeving, is de tijdsduur van de bescherming, mits de internationale registratie wordt vernieuwd, dezelfde als die waarin wordt voorzien in de wetgeving van die Verdragsluitende Partij.

c) Elke Verdragsluitende Partij doet de directeur-generaal in een verklaring kennisgeving van de in haar wetgeving voorziene maximum tijdsduur van bescherming.

4. [ Mogelijkheid van beperkte vernieuwing ] De vernieuwing van de internationale registratie kan worden verricht voor een, meerdere of alle aangewezen Verdragsluitende Partijen en voor een, meerdere of alle tekeningen of modellen van nijverheid die het voorwerp uitmaken van de internationale registratie.

5. [ Inschrijving en openbaarmaking van de vernieuwing ] Het Internationaal Bureau schrijft de vernieuwingen in het internationale register en maakt hiervan een mededeling openbaar. Het zendt een exemplaar van de openbaarmaking van de mededeling aan elk bureau van de betrokken Verdragsluitende Partijen.

Artikel 18

Informatie met betrekking tot de openbaar gemaakte internationale registraties

1. [ Toegang tot de informatie ] Het Internationaal Bureau verstrekt aan elke persoon die daarom verzoekt, tegen betaling van de voorgeschreven taksen, uittreksels uit het internationale register, of informatie over de inhoud van het internationale register, met betrekking tot elke openbaar gemaakte internationale registratie.

2. [ Vrijstelling van legalisatie ] De door het Internationaal Bureau verstrekte uittreksels uit het internationale register zijn in elke Verdragsluitende Partij vrijgesteld van legalisatievereisten.

HOOFDSTUK II

ADMINISTRATIEVE BEPALINGEN

Artikel 19

Gemeenschappelijk bureau van meerdere Staten

1. [ Kennisgeving inzake een gemeenschappelijk bureau ] Indien meerdere Staten die van plan zijn partij te worden bij deze Akte de unificatie van hun nationale wetten inzake tekeningen of modellen van nijverheid hebben gerealiseerd, of indien meerdere staten die Partij zijn bij deze Akte zulks overeenkomen, kunnen zij de directeur-generaal ervan kennisgeving doen:

i) dat het nationale bureau van elk van hen wordt vervangen door een gemeenschappelijk bureau, en

ii) dat het geheel van hun respectieve grondgebieden waarop de geünificeerde wet van toepassing is, voor de toepassing van de artikelen 1, 3 tot en met 18 en 31 van deze Akte moet worden beschouwd als een enkele Verdragsluitende Partij.

2. [ Tijdstip waarop de kennisgeving moet worden gedaan ] De in het eerste lid bedoelde kennisgeving wordt gedaan:

i) in het geval van Staten die van plan zijn partij te worden bij deze Akte, op het tijdstip van nederlegging van de in artikel 27, tweede lid, bedoelde akten;

ii) in het geval van Staten die partij zijn bij deze Akte, op elk tijdstip na de unificatie van hun nationale wetten.

3. [ Datum van vankrachtwording van de kennisgeving ] De in het eerste en tweede lid bedoelde kennisgeving wordt van kracht:

i) in het geval van Staten die van plan zijn partij te worden bij deze Akte, op het tijdstip dat deze Staten worden gebonden door deze Akte;

ii) in het geval van Staten die partij zijn bij deze Akte, drie maanden na de datum van de mededeling die hiervan wordt gedaan door de directeur-generaal aan de andere Verdragsluitende Partijen of op elke in de kennisgeving vermelde latere datum.

Artikel 20

Lidmaatschap van de Unie van 's-Gravenhage

De Verdragsluitende Partijen zijn leden van dezelfde Unie als de Staten die partij zijn bij de Akte van 1934 of bij de Akte van 1960.

Artikel 21

Algemene Vergadering

1. [ Samenstelling ] a) De Verdragsluitende Partijen zijn lid van dezelfde Algemene Vergadering als de Staten die zijn gebonden door artikel 2 van de Aanvullende Akte van 1967.

b) Elk lid van de Algemene Vergadering wordt hierin vertegenwoordigd door een afgevaardigde, die zich kan doen bijstaan door plaatsvervangers, adviseurs en deskundigen, en elke afgevaardigde kan slechts een enkele Verdragsluitende Partij vertegenwoordigen.

c) De leden van de Unie die geen lid zijn van de Algemene Vergadering, kunnen de bijeenkomsten van de Algemene Vergadering als waarnemer bijwonen.

2. [ Functies ] a) De Algemene Vergadering:

i) neemt alle vraagstukken in behandeling betreffende de instandhouding en de ontwikkeling van de Unie en de toepassing van deze Akte;

ii) oefent de rechten uit die hem in het bijzonder zijn toegekend en kwijt zich van de taken die hem in het bijzonder zijn opgedragen op grond van deze Akte of van de Aanvullende Akte van 1967;

iii) verstrekt aan de directeur-generaal richtlijnen betreffende de voorbereiding van de herzieningsconferenties en neemt besluiten over de bijeenroeping van deze conferenties;

iv) brengt wijzigingen aan in het Reglement van Uitvoering;

v) bestudeert en hecht haar goedkeuring aan de rapporten en de werkzaamheden van de directeur-generaal met betrekking tot de Unie en verstrekt hem alle van belang zijnde instructies met betrekking tot de vraagstukken vallend onder de competentie van de Unie;

vi) stelt het programma en de tweejaarlijkse begroting van de Unie vast en keurt haar jaarrekeningen goed;

vii) stelt het financiële reglement van de Unie vast;

viii) roept de commissies van deskundigen en werkgroepen in het leven, die zij van belang acht voor de verwezenlijking van de doelstellingen van de Unie;

ix) beslist, onverminderd het bepaalde in het eerste lid, onder c), welke Staten, intergouvernementele organisaties en niet-gouvernementele organisaties als waarnemer tot haar vergaderingen kunnen worden toegelaten;

x) verricht iedere handeling die dienstig is ter verwezenlijking van de doelstellingen van de Unie en kwijt zich van alle overige nuttige functies in het kader van deze Akte;

b) Aangaande de vraagstukken die eveneens andere door de Organisatie beheerde unies raken, doet de Algemene Vergadering uitspraak na het advies van de Coördinatiecommissie van de Organisatie te hebben ingewonnen.

3. [ Quorum ] a) De helft van de leden van de Algemene Vergadering die Staat zijn en die stemrecht hebben ter zake van een gegeven vraagstuk, vormen het quorum ten behoeve van de stemming over dat vraagstuk.

b) Niettegenstaande het bepaalde onder a) kunnen, indien gedurende een zitting het aantal leden van de Algemene Vergadering die Staat zijn, die stemrecht hebben ter zake van een gegeven vraagstuk en die worden vertegenwoordigd, kleiner is dan de helft, maar gelijk aan of groter dan het derde deel van de leden van de Algemene Vergadering die Staat zijn en die stemrecht hebben ter zake van dat vraagstuk, door die Vergadering besluiten worden genomen; evenwel worden de besluiten van de Algemene Vergadering, met uitzondering van die welke haar eigen procedure betreffen, eerst rechtens uitvoerbaar, nadat aan de hierna vermelde voorwaarden is voldaan. Het Internationaal Bureau brengt de hier bedoelde besluiten ter kennis van de leden van de Algemene Vergadering die Staat zijn, die stemrecht hebben ter zake van het genoemde vraagstuk en die niet vertegenwoordigd waren en verzoekt hun binnen een termijn van drie maanden, te rekenen van de datum van de bedoelde kennisgeving, schriftelijk hun stem uit te brengen of hun onthouding kenbaar te maken. Indien na afloop van deze termijn het aantal leden dat op deze wijze zijn stem heeft uitgebracht of zijn onthouding heeft kenbaar gemaakt, ten minste gelijk is aan het aantal leden dat aan het quorum van de vergadering ontbrak, zullen bedoelde besluiten rechtens uitvoerbaar worden, mits tezelfdertijd de vereiste meerderheid is bereikt.

4. [ Besluitneming binnen de Algemene Vergadering ] a) De Algemene Vergadering streeft ernaar haar besluiten bij consensus te nemen.

b) Wanneer het niet mogelijk is bij consensus tot een besluit te komen, wordt over het besluit ter zake van de desbetreffende aangelegenheid gestemd. In een dergelijk geval:

i) beschikt elke Verdragsluitende Partij die een Staat is over één stem en stemt uitsluitend namens zichzelf; en

ii) kan elke Verdragsluitende Partij die een intergouvernementele organisatie is deelnemen aan de stemming in plaats van haar lidstaten, met een aantal stemmen dat gelijk is aan het aantal lidstaten die Partij zijn bij deze Akte; geen enkele intergouvernementele organisatie neemt deel aan de stemming indien een van haar lidstaten zijn stemrecht uitoefent, en omgekeerd.

c) Ten aanzien van aangelegenheden die uitsluitend de Staten aangaan die gebonden zijn door artikel 2 van de Aanvullende Akte van 1967, hebben de Verdragsluitende Partijen die niet gebonden zijn door dat artikel, geen stemrecht, terwijl ten aanzien van aangelegenheden die uitsluitend de Verdragsluitende Partijen aangaan, alleen deze laatste stemrecht hebben.

5. [ Meerderheid ] a) Onverminderd het bepaalde in artikel 24, tweede lid, en artikel 26, tweede lid, worden de besluiten van de Algemene Vergadering genomen met een meerderheid van twee derde van de uitgebrachte stemmen.

b) Onthouding geldt niet als stem.

6. [ Bijeenkomsten ] a) De Algemene Vergadering komt eenmaal in de twee jaar in gewone zitting bijeen op uitnodiging van de directeur-generaal en uitzonderlijke omstandigheden daargelaten, gedurende dezelfde periode en te zelfder plaatse als de Algemene Vergadering van de Organisatie.

b) De Algemene Vergadering komt in buitengewone zitting bijeen op uitnodiging van de directeur-generaal hetzij ingevolge een verzoek van een vierde van de leden van de Algemene Vergadering, hetzij op het eigen initiatief van de directeur-generaal.

c) De agenda voor elke zitting wordt opgesteld door de directeur-generaal.

7. [ Reglement van orde ] De Algemene Vergadering stelt haar eigen reglement van orde vast.

Artikel 22

Internationaal Bureau

1. [ Administratieve functies ] a) De internationale registratie en de bijbehorende taken, alsmede de andere administratieve taken betreffende de Unie, worden verricht door het Internationaal Bureau.

b) Het Internationaal Bureau bereidt in het bijzonder de bijeenkomsten voor en voorziet in het secretariaat van de Algemene Vergadering en van de door haar in het leven te roepen commissies van deskundigen en werkgroepen.

2. [ Directeur-generaal ] De directeur-generaal is de hoogste functionaris van de Unie en tevens haar vertegenwoordiger.

3. [ Vergaderingen anders dan bijeenkomsten van de Algemene Vergadering ] De directeur-generaal roept de door de Algemene Vergadering ingestelde commissies en werkgroepen bijeen alsmede alle andere vergaderingen aangaande aangelegenheden die van belang zijn voor de Unie.

4. [ Rol van het Internationaal Bureau bij de Algemene Vergadering en bij andere vergaderingen ] a) De directeur-generaal en de door de directeur-generaal aangewezen personen nemen zonder stemrecht deel aan alle bijeenkomsten van de Algemene Vergadering en van de door de Algemene Vergadering ingestelde commissies en werkgroepen, alsmede aan elke andere door de directeur-generaal onder auspiciën van de Unie bijeengeroepen vergadering.

b) De directeur-generaal of een door de directeur-generaal aangewezen lid van het personeel is ambtshalve secretaris van de Algemene Vergadering en van de onder a) bedoelde commissies, werkgroepen en andere vergaderingen.

5. [ Conferenties ] a) Het Internationaal Bureau bereidt volgens de aanwijzingen van de Algemene Vergadering de herzieningsconferenties voor.

b) Het Internationaal Bureau kan bij de voorbereiding van deze conferenties het advies inwinnen van intergouvernementele en internationale en nationale niet-gouvernementele organisaties.

c) De directeur-generaal en de door de directeur-generaal aangewezen personen nemen zonder stemrecht deel aan de beraadslagingen van de herzieningsconferenties.

6. [ Overige functies ] Het Internationaal Bureau voert alle overige aan hem met betrekking tot deze Akte opgedragen taken uit.

Artikel 23

Financiën

1. [ Begroting ] a) De Unie heeft een begroting.

b) De begroting van de Unie omvat de eigen inkomsten en uitgaven van de Unie en haar bijdrage aan de begroting van de gemeenschappelijke uitgaven van de unies die door de Organisatie worden beheerd.

c) Als gemeenschappelijke uitgaven van de unies worden beschouwd de uitgaven die niet uitsluitend ten laste van de Unie komen maar tevens van een of meer andere unies, welke beheerd worden door de Organisatie. Het aandeel van de Unie in deze gemeenschappelijke uitgaven is evenredig aan het belang dat deze uitgaven voor haar vertegenwoordigen.

2. [ Coördinatie met de begrotingen van andere unies ] De begroting van de Unie wordt vastgesteld met inachtneming van de vereisten tot coördinatie met de begrotingen van de andere door de Organisatie beheerde unies.

3. [ Bronnen van financiering van de begroting ] De begroting van de Unie wordt gefinancierd uit de volgende bronnen van inkomsten:

i) de taksen voor internationale registraties;

ii) de gelden verschuldigd voor de overige diensten welke door het Internationaal Bureau worden verleend namens de Unie;

iii) de opbrengst van de verkoop van de openbaarmakingen van het Internationaal Bureau betreffende de Unie en de rechten welke op deze openbaarmakingen betrekking hebben;

iv) giften, legaten en subsidies;

v) huuropbrengsten, renten en overige inkomsten.

4. [ Vaststelling van de taksen en verschuldigde gelden; omvang van de begroting ] a. Het bedrag van de taksen, bedoeld in het derde lid, onder i), wordt vastgesteld door de Algemene Vergadering op voorstel van de directeur-generaal. De verschuldigde bedragen, bedoeld in het derde lid, onder ii), worden vastgesteld door de directeur-generaal en zijn voorlopig van toepassing totdat de Algemene Vergadering bij haar volgende bijeenkomst hierover een besluit neemt.

b) Het bedrag van de in het derde lid, onder i), bedoelde taksen wordt zo vastgesteld, dat de ontvangsten van de Unie, afkomstig uit taksen en andere bronnen van inkomsten, ten minste voldoende zijn om de uitgaven van het Internationaal Bureau ten behoeve van de Unie te dekken.

c) Ingeval een begroting niet is vastgesteld voor de aanvang van het nieuwe begrotingsjaar wordt de begroting van het voorafgaande jaar aangehouden volgens de werkwijze voorzien in het financiële reglement.

5. [ Operationeel Fonds ] a) De Unie bezit een operationeel fonds, gevormd door de overschotten van de ontvangsten en ingeval deze overschotten niet voldoende zijn, door een eenmalige storting van elk lid van de Unie. Indien het fonds ontoereikend wordt, beslist de Algemene Vergadering over bijstorting. Het aandeel en de wijze van storting worden vastgesteld door de Algemene Vergadering op voorstel van de directeur-generaal.

6. [ Door de Gastheerstaat verstrekte voorschotten ] a) De Overeenkomst betreffende de zetelvestiging, gesloten met de Staat op het grondgebied waarvan de Organisatie haar zetel heeft, bepaalt dat, indien het operationele fonds niet toereikend is, die Staat voorschotten verstrekt. Het bedrag van deze voorschotten en de voorwaarden waarop zij worden verstrekt, vormen telkenmale het onderwerp van afzonderlijke overeenkomsten tussen de betrokken Staat en de Organisatie.

b) De Staat, bedoeld onder a), en de Organisatie hebben elk het recht de overeenkomst tot het verstrekken van voorschotten schriftelijk op te zeggen. De opzegging wordt van kracht drie jaar na afloop van het jaar waarin de kennisgeving is gedaan.

7. [ Nazien van rekeningen ] Het nazien van de rekeningen wordt verricht op de wijze voorzien in het financiële reglement, door een of meer Staten die lid zijn van de Unie of door onafhankelijke controleurs, die met hun instemming zijn aangewezen door de Algemene Vergadering.

Artikel 24

Reglement van Uitvoering

1. [ Voorwerp ] Het Reglement van Uitvoering regelt de wijze van toepassing van deze Akte. Het omvat in het bijzonder bepalingen met betrekking tot:

i) aangelegenheden die, ingevolge deze Akte, het voorwerp moeten uitmaken van voorschriften;

ii) nadere details betreffende bepalingen van deze Akte of tot alle details die van nut kunnen zijn voor de toepassing daarvan;

iii) alle vereisten, vraagstukken of procedures van administratieve aard.

2. [ Wijzigingen van sommige bepalingen van het Reglement van Uitvoering ] a) In het Reglement van Uitvoering kan worden bepaald dat sommige bepalingen van het Reglement van Uitvoering uitsluitend op basis van unanimiteit of uitsluitend met een meerderheid van vier vijfde kunnen worden gewijzigd.

b) Om het vereiste van unanimiteit of van een meerderheid van vier vijfde in de toekomst niet langer van toepassing te laten zijn op de wijziging van een bepaling van het Reglement van Uitvoering, is unanimiteit vereist.

c) Om het vereiste van unanimiteit of van een meerderheid van vier vijfde in de toekomst van toepassing te laten zijn op de wijziging van een bepaling van het Reglement van Uitvoering, is een meerderheid van vier vijfde vereist.

3. [ Verschillen tussen deze Akte en het Reglement van Uitvoering ] In geval van een verschil tussen de bepalingen van deze Akte en die van het Reglement van Uitvoering, zijn de eerste doorslaggevend.

HOOFDSTUK III

HERZIENING EN WIJZIGING

Artikel 25

Herziening van deze Akte

1. [ Herzieningsconferenties ] Deze Akte kan worden herzien door middel van een conferentie van de Verdragsluitende Partijen.

2. [ Herziening of wijziging van sommige artikelen ] De artikelen 21, 22, 23 en 26 kunnen worden gewijzigd hetzij door middel van een herzieningsconferentie, hetzij door de Algemene Vergadering overeenkomstig de bepalingen van artikel 26.

Artikel 26

Wijziging van sommige artikelen door de Algemene Vergadering

1. [ Voorstellen tot wijziging ] a) Voorstellen tot wijziging van de artikelen 21, 22, 23 en van dit artikel door de Algemene Vergadering kunnen door elke Verdragsluitende Partij of door de directeur-generaal worden gedaan.

b) Deze voorstellen worden ten minste zes maanden voordat zij aan de Algemene Vergadering ter bestudering worden voorgelegd, door de directeur-generaal aan de Verdragsluitende Partijen medegedeeld.

2. [ Meerderheden ] Voor de aanneming van elke wijziging van de in het eerste lid bedoelde artikelen is een meerderheid van drie vierde vereist; voor de aanneming van elke wijziging van artikel 21 of van het onderhavige lid is evenwel een meerderheid van vier vijfde vereist.

3. [ Inwerkingtreding ] a) Behoudens wanneer het bepaalde onder b) van toepassing is, treedt elke wijziging van de in het eerste lid bedoelde artikelen in werking een maand nadat de directeur-generaal van drie vierde van de Verdragsluitende Partijen die op het tijdstip dat de wijziging werd aangenomen lid van de Algemene Vergadering waren en stemrecht hadden ten aanzien van die wijziging, schriftelijke kennisgevingen heeft ontvangen van de aanvaarding van deze wijzigingen overeenkomstig hun onderscheiden constitutionele regels.

b) Een wijziging van artikel 21, derde of vierde lid, of van deze alinea treedt niet in werking indien, binnen zes maanden volgend op de aanneming hiervan door de Algemene Vergadering, een Verdragsluitende Partij de directeur-generaal kennisgeving doet van het feit dat zij deze wijziging niet aanvaardt.

c) Elke wijziging die overeenkomstig de bepalingen van dit lid in werking treedt, bindt alle Staten en intergouvernementele organisaties die Verdragsluitende Partij zijn op het tijdstip dat de wijziging in werking treedt of die op een later tijdstip Verdragsluitende Partij worden.

HOOFDSTUK IV

SLOTBEPALINGEN

Artikel 27

Partij worden bij deze Akte

1. [ Te vervullen voorwaarden ] Onverminderd het tweede en derde lid van artikel 28,

i) kan elke Staat die lid is van de Organisatie, deze Akte ondertekenen en hierbij Partij worden;

ii) kan elke intergouvernementele organisatie die een bureau beheert waarbij de bescherming van tekeningen of modellen van nijverheid kan worden verkregen met rechtsgevolg op het grondgebied waarop het oprichtingverdrag van de intergouvernementele Organisatie van toepassing is, deze Akte ondertekenen en hierbij Partij worden, mits ten minste een van de lidstaten van de intergouvernementele organisatie lid is van de Organisatie en mits dit bureau niet het voorwerp uitmaakt van een kennisgeving ingevolge artikel 19.

2. [ Bekrachtiging of toetreding ] Elke in het eerste lid bedoelde Staat of intergouvernementele organisatie kan:

i) een akte van bekrachtiging nederleggen indien hij of zij deze Akte heeft ondertekend, of

ii) een akte van toetreding nederleggen indien hij of zij deze Akte niet heeft ondertekend.

3. [ Datum van vankrachtwording van de nederlegging ] a) Onverminderd het bepaalde onder b) tot en met d) is de datum van vankrachtwording van de nederlegging van een akte van bekrachtiging of toetreding de datum waarop deze akte wordt nedergelegd.

b) De datum van vankrachtwording van de nederlegging van de akte van bekrachtiging of toetreding van elke Staat voor welke de bescherming van tekeningen of modellen van nijverheid uitsluitend kan worden verkregen door tussenkomst van het bureau dat wordt beheerd door een intergouvernementele organisatie waarvan die Staat lid is, is de datum waarop de akte van die intergouvernementele organisatie wordt nedergelegd, indien deze datum valt na de datum waarop de akte van de genoemde Staat is nedergelegd.

c) De datum van vankrachtwording van de nederlegging van elke akte van bekrachtiging of toetreding die de in artikel 19 bedoelde kennisgeving bevat of hiervan vergezeld gaat, is de datum waarop het laatste instrument van de Staten die lid zijn van de groep van Staten die genoemde kennisgeving hebben gedaan, is nedergelegd.

d) Elke akte van bekrachtiging of toetreding van een Staat kan een verklaring bevatten, of van een verklaring vergezeld gaan, waarin wordt bepaald dat deze akte slechts als nedergelegd mag worden beschouwd indien de akte respectievelijk akten van een andere Staat of van een intergouvernementele organisatie, of die van twee andere Staten, of die van een andere Staat en van een intergouvernementele organisatie, waarvan de namen zijn aangegeven en die de noodzakelijke voorwaarden vervullen om partij te worden bij deze Akte, eveneens is respectievelijk zijn nedergelegd. De akte die een dergelijke verklaring bevat of van een dergelijke verklaring vergezeld gaat, wordt geacht te zijn nedergelegd op de dag waarop de in de verklaring aangegeven voorwaarde is vervuld. Indien evenwel een in de verklaring aangegeven akte zelf een verklaring van hetzelfde type bevat of zelf vergezeld gaat van een verklaring van hetzelfde type, wordt deze akte geacht te zijn nedergelegd op de dag waarop de in deze laatste verklaring aangegeven voorwaarde is vervuld.

e) Elke verklaring gedaan ingevolge het bepaalde onder d) kan, te allen tijde, geheel of ten dele worden ingetrokken. De intrekking wordt van kracht op de datum waarop de kennisgeving van intrekking door de directeur-generaal wordt ontvangen.

Artikel 28

Datum van vankrachtwording van de bekrachtigingen en toetredingen

1. [ Akten die in overweging worden genomen ] Voor de toepassing van dit artikel worden uitsluitend de akten van bekrachtiging of toetreding die door de in artikel 27, eerste lid, bedoelde Staten of intergouvernementele organisaties zijn nedergelegd en voor welke de voorwaarden van artikel 27, derde lid, ten aanzien van de datum van vankrachtwording, zijn vervuld in overweging genomen.

2. [ Inwerkingtreding van deze Akte ] Deze Akte wordt van kracht drie maanden nadat zes Staten hun akte van bekrachtiging of toetreding hebben nedergelegd, mits, volgens de door het Internationaal Bureau verzamelde meest recente jaarlijkse statistieken, ten minste drie van deze Staten ten minste een van de volgende voorwaarden vervullen:

i) ten minste 3000 aanvragen voor de bescherming van tekeningen of modellen van nijverheid zijn ingediend in of voor de desbetreffende Staat, of

ii) ten minste 1000 aanvragen voor de bescherming van tekeningen of modellen van nijverheid zijn ingediend in de desbetreffende Staat door ingezetenen van Staten anders dan die Staat.

3. [ Inwerkingtreding van de bekrachtigingen en toetredingen ] a) Elke Staat of elke intergouvernementele organisatie die zijn of haar akte van bekrachtiging of toetreding ten minste drie maanden voor de inwerkingtreding van deze Akte heeft nedergelegd, wordt door deze Akte gebonden op de datum van inwerkingtreding van deze Akte.

b) Elke andere Staat of intergouvernementele organisatie wordt gebonden door deze Akte drie maanden na de datum waarop hij of zij zijn of haar akte van bekrachtiging of toetreding heeft nedergelegd of op enige in die akte aangegeven latere datum.

Artikel 29

Verbod van voorbehoud

Ten aanzien van deze Akte kan geen enkel voorbehoud worden gemaakt.

Artikel 30

Door de Verdragsluitende Partijen gedane verklaringen

1. [ Tijdstip waarop de verklaringen kunnen worden gedaan ] Elke verklaring ingevolge artikel 4, eerste lid, onder b), artikel 5, tweede lid, onder a), artikel 7, tweede lid, artikel 11, eerste lid, artikel 13, eerste lid, artikel 14, derde lid, artikel 16, tweede lid of artikel 17, derde lid, onder c), kan worden gedaan:

i) op het tijdstip van de nederlegging van een in artikel 27, tweede lid, bedoelde akte, in welk geval de verklaring van kracht wordt op de datum waarop de Staat of intergouvernementele organisatie die de verklaring heeft gedaan, gebonden wordt door deze Akte, of

ii) na de nederlegging van een in artikel 27, tweede lid, bedoelde akte, in welk geval de verklaring van kracht wordt drie maanden na de datum van ontvangst hiervan door de directeur-generaal of op een daarin aangegeven latere datum, maar slechts van toepassing is op internationale registraties waarvan de datum identiek is aan of later valt dan de datum waarop de verklaring van kracht is geworden.

2. [ Verklaringen van Staten die een gemeenschappelijk bureau hebben ] Onverminderd het bepaalde in het eerste lid wordt elke in dat lid bedoelde verklaring die is gedaan door een Staat die tegelijkertijd met een of meerdere andere Staten, aan de directeur-generaal krachtens artikel 19, eerste lid, kennisgeving heeft gedaan van de vervanging van hun nationale bureaus door een gemeenschappelijk bureau, slechts van kracht indien die andere Staat of die andere Staten een overeenkomstige verklaring doet respectievelijk doen.

3. [ Intrekking van verklaringen ] Elke in het eerste lid bedoelde verklaring kan te allen tijde worden ingetrokken door middel van een aan de directeur-generaal gerichte kennisgeving. Een dergelijke intrekking wordt van kracht drie maanden na de datum van ontvangst van de kennisgeving door de directeur-generaal of op een in de kennisgeving aangegeven latere datum. In het geval van een verklaring ingevolge artikel 7, tweede lid, heeft de intrekking geen gevolgen voor internationale aanvragen die zijn ingediend voorafgaand aan de vankrachtwording van de genoemde intrekking.

Artikel 31

Toepasselijkheid van de Akten van 1934 en 1960

1. [ Betrekkingen tussen de Staten die tegelijkertijd Partij zijn bij deze Akte en bij de Akte van 1934 of bij die van 1960 ] De Staten die tegelijkertijd Partij zijn bij deze Akte en bij de Akte van 1934 of bij de Akte van 1960, worden in hun wederzijdse betrekkingen alleen door deze Akte gebonden. Deze Staten zijn echter gehouden in hun wederzijdse betrekkingen de bepalingen van de Akte van 1934 of die van de Akte van 1960 toe te passen, al naargelang het geval, op de tekeningen of modellen van nijverheid die bij het Internationaal Bureau zijn gedeponeerd vóór de datum waarop deze Akte hen in hun wederzijdse betrekkingen bindt.

2. [ Betrekkingen tussen de Staten die tegelijkertijd Partij zijn bij deze Akte en bij de Akte van 1934 of bij die van 1960 en de Staten die Partij zijn bij de Akte van 1934 of bij die van 1960 en geen Partij zijn bij deze Akte ] a) Elke Staat die Partij is bij zowel deze Akte als bij de Akte van 1934 is gehouden de bepalingen van de Akte van 1934 toe te passen in zijn betrekkingen tot de Staten die Partij zijn bij de Akte van 1934 zonder tegelijkertijd Partij te zijn bij de Akte van 1960 of bij deze Akte.

b) Elke Staat die Partij is bij zowel deze Akte als bij de Akte van 1960, is gehouden de bepalingen van de Akte van 1960 toe te passen in zijn betrekkingen tot de Staten die Partij zijn bij de Akte van 1960 zonder tegelijkertijd Partij te zijn bij deze Akte.

Artikel 32

Opzegging van deze Akte

1. [ Kennisgeving ] Elke Verdragsluitende Partij kan deze Akte opzeggen door een aan de directeur-generaal te richten schriftelijke kennisgeving.

2. [ Vankrachtwording ] De opzegging wordt van kracht een jaar na de datum waarop de directeur-generaal de kennisgeving heeft ontvangen of op elke in de kennisgeving aangegeven latere datum. De opzegging heeft, ten aanzien van de betrokken Verdragsluitende Partij, geen enkel gevolg voor de toepassing van deze Akte op internationale aanvragen die in behandeling zijn en op internationale registraties die van kracht zijn op het moment van de vankrachtwording van de opzegging.

Artikel 33

Talen van deze Akte; Ondertekening

1. [ Oorspronkelijke teksten – officiële teksten ] a) Deze akte wordt ondertekend in een enkel exemplaar in de Engelse, de Arabische, de Chinese, de Franse, de Russische en de Spaanse taal, zijnde alle teksten gelijkelijk authentiek.

b) Officiële teksten worden vastgesteld door de directeur-generaal, na raadpleging van de betrokken Regeringen, in andere door de Algemene Vergadering aan te wijzen talen.

2. [ Termijn voor de ondertekening ] Deze Akte staat open voor ondertekening op de zetel van de Organisatie gedurende een jaar na de aanneming daarvan.

Artikel 34

Depositaris

De directeur-generaal is de depositaris van deze Akte.

VERKLARING

betreffende rechtstreekse indiening

De voorzitter van de Raad voegt bij de nederlegging van de akte van toetreding bij de directeur-generaal van de Wereldorganisatie voor de Intellectuele Eigendom de volgende verklaring toe aan deze akte van toetreding:

"De Europese Gemeenschap verklaart dat internationale aanvragen niet bij haar Bureau kunnen worden ingediend."

VERKLARING

betreffende het stelsel van individuele taksen

De voorzitter van de Raad voegt bij de nederlegging van de akte van toetreding bij de directeur-generaal van de Wereldorganisatie voor de Intellectuele Eigendom de volgende verklaring toe aan deze akte van toetreding:

"De Europese Gemeenschap verklaart dat de voorgeschreven aanwijzingstaks als bedoeld in artikel 7, lid 1, van de Akte van Genève in verband met elke internationale aanvraag waarin zij is aangewezen en met de vernieuwing van elke internationale registratie die voortvloeit uit een dergelijke internationale aanvraag, wordt vervangen door een individuele aanwijzingstaks ten bedrage van: ….. "[18]

VERKLARING

betreffende de tijdsduur van bescherming in de Europese Gemeenschap

De voorzitter van de Raad voegt bij de nederlegging van de akte van toetreding bij de directeur-generaal van de Wereldorganisatie voor de Intellectuele Eigendom de volgende verklaring toe aan deze akte van toetreding:

"De Europese Gemeenschap verklaart dat de maximale tijdsduur van bescherming overeenkomstig haar wetgeving 25 jaar bedraagt."

FINANCIEEL MEMORANDUM

Beleidsterrein: Interne markt voor goederen en diensten Activiteit: Voorbereiding van de toetreding van de Europese Gemeenschap tot de Akte van Genève betreffende de internationale registratie van modellen |

BENAMING VAN DE ACTIE: VOORSTEL VOOR EEN BESLUIT VAN DE RAAD TOT GOEDKEURING VAN DE TOETREDING VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAP TOT DE AKTE VAN GENÈVE VAN DE OVEREENKOMST VAN 'S-GRAVENHAGE BETREFFENDE DE INTERNATIONALE REGISTRATIE VAN TEKENINGEN OF MODELLEN VAN NIJVERHEID, AANGENOMEN TE GENÈVE OP 2 JULI 1999 |

1. BEGROTINGSONDERDELEN

2. ALGEMENE CIJFERS

2.1. Totale toewijzing voor de actie (deel B): vastleggingskredieten (mln. euro)

Niet van toepassing

2.2. Duur

(begin- en eindjaar)

Begin: datum van inwerkingtreding

Eind: onbepaald

2.3. Meerjarenraming van de uitgaven

a) Overzicht van de vastleggingskredieten en betalingskredieten (financiering uit de begroting) ( cf. punt 6.1.1 )

Geen

b) Technische en administratieve bijstand en ondersteuningsuitgaven ( cf. punt 6.1.2 )

Geen

c) Financiële gevolgen van het personeel en andere administratieve uitgaven (zie punten 7.2 en 7.3)

miljoen euro (tot op 3 decimalen nauwkeurig)

2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | Totaal |

VK/BK | 0,054 | 0,054 | 0,054 | 0,054 | 0,054 | 0,054 | 0,324 |

TOTAAL a+b+c |

Vastleggingskredieten | 0,054 | 0,054 | 0,054 | 0,054 | 0,054 | 0,054 | 0,324 |

Betalingen | 0,054 | 0,054 | 0,054 | 0,054 | 0,054 | 0,054 | 0,324 |

2.4. Verenigbaarheid met de financiële programmering en de financiële vooruitzichten

[X] Het voorstel is verenigbaar met de bestaande financiële programmering.

Het voorstel vergt herprogrammering van de betrokken rubriek van de financiële vooruitzichten.

inclusief, in voorkomend geval, een beroep op de bepalingen van het interinstitutioneel akkoord

2.5. Financiële gevolgen voor de ontvangsten

[X] Geen enkele financiële implicatie (betreft technische aspecten in verband met de uitvoering van een maatregel).

OF

Het voorstel heeft de volgende financiële gevolgen voor de ontvangsten:

Niet van toepassing

3. BEGROTINGSKENMERKEN

Soort uitgave | Nieuw | Bijdrage EVA | Bijdragen kandidaat-lidstaten | Rubriek financiële vooruitzichten |

Niet-verplicht | Gesplitste kredieten | NEE | NEE | NEE | nr. 5 |

4. RECHTSGROND

Artikel 308 EG-Verdrag juncto artikel 300, lid 2, en artikel 300, lid 3.

5. OMSCHRIJVING EN MOTIVERING

5.1. Doel van het communautaire optreden

5.1.1. Doelstellingen

Dit voorstel is bedoeld om het stelsel van het Gemeenschapsmodel en het bij de Akte van Genève ingevoerde internationale stelsel van inschrijving volgens het stelsel van 's-Gravenhage aan elkaar te koppelen. Aldus kunnen ontwerpers één internationale aanvraag bij het Internationaal Bureau van de WIPO indienen, waarbij naast andere Verdragsluitende Partijen de Europese Gemeenschap wordt aangewezen om bescherming uit hoofde van het stelsel van het Gemeenschapsmodel te verkrijgen.

5.1.2. Genomen maatregelen in verband met de evaluatie vooraf

De Gemeenschap heeft haar grote belangstelling voor het stelsel van 's-Gravenhage al kenbaar gemaakt door te besluiten actief deel te nemen aan de internationale onderhandelingen die hebben geleid tot de in 1999 te Genève gehouden Diplomatieke Conferentie, waar de nieuwe akte is aangenomen. Organisaties die de potentiële gebruikers van zowel het stelsel van het Gemeenschapsmodel als het internationale registratiesysteem vertegenwoordigen, hebben herhaaldelijk laten weten dat hun er veel aan gelegen is als beide stelsels aan elkaar gekoppeld worden. In 2004 heeft de Commissie de belanghebbende partijen (lidstaten, bedrijfs- en beroepsorganisaties en particuliere bedrijven) geraadpleegd over de mogelijke gevolgen van de toetreding van de Gemeenschap tot het stelsel van 's-Gravenhage op het bedrijfsleven. De ontvangen reacties pleitten vrijwel allemaal vóór spoedige toetreding van de Gemeenschap tot de Akte van Genève.

5.1.3. Naar aanleiding van de evaluatie achteraf getroffen maatregelen

Niet van toepassing

5.2. Voorgenomen acties en wijze van financiering uit de begroting

Het voorgestelde besluit machtigt de voorzitter van de Raad om de akte van toetreding tot de Akte van Genève neer te leggen bij de directeur-generaal van de WIPO en bevat een aantal verklaringen die in de akte van toetreding worden gedaan. De Commissie wordt gemachtigd om de Gemeenschap na haar toetreding tot de Akte van Genève te vertegenwoordigen in de Algemene Vergadering van de Unie van 's-Gravenhage. Er wordt geen financiële steun verleend.

5.3. Uitvoering

De Commissie moet in de Algemene Vergadering van de Unie van 's-Gravenhage namens de Gemeenschap onderhandelen na coördinatie in de bevoegde groep van de Raad of in ad-hocvergaderingen die in de loop van de werkzaamheden in het kader van de WIPO worden belegd.

6. FINANCIËLE GEVOLGEN

6.1. Totale financiële gevolgen voor deel B (voor de gehele programmeringsperiode)

Niet van toepassing

6.2. Berekening van de kosten per overwogen maatregel in deel B (voor de hele programmeringsperiode)

Niet van toepassing

7. GEVOLGEN VOOR HET PERSONEELSBESTAND EN DE ADMINISTRATIEVE UITGAVEN

7.1. Gevolgen voor de personele middelen

Soort post | Aan het beheer van de actie toe te wijzen huidige of extra personeelsleden | Totaal | Omschrijving van de taken die uit de actie voortvloeien |

Aantal vaste ambten | Aantal tijdelijke ambten |

Ambtenaren of tijdelijke personeelsleden | A B C | 0,5 A | 0 | 0,5 A | Zo nodig kan een vollediger beschrijving van de taken worden bijgevoegd. Voorbereiden en bijwonen van vergaderingen van de Raad en het Parlement voor onderhandelingen over het voorstel in het wetgevingsproces. Voorbereiden van en deelnemen aan vergaderingen van de Unie van 's-Gravenhage en coördinatie van standpunten met de lidstaten. |

Ander personeel | 0 | 0 | 0 |

Totaal | 0,5 | 0 | 0,5 |

7.2. Algemene financiële gevolgen in verband met de personele middelen

Soort personeel | Bedrag (€) | Wijze van berekening* |

Ambtenaren Tijdelijk personeel | 54.000 | Kosten per ambtenaar per jaar: 108.000 € |

Andere personeel (vermeld begrotingsonderdeel) |

Totaal | 54.000 |

De bedragen komen overeen met de totale uitgaven gedurende 12 maanden.

7.3. Andere huishoudelijke uitgaven die uit de actie voortvloeien

Niet van toepassing

I. Jaartotaal (7.2 + 7.3) II. Duur van de actie III. Totale kosten van de actie (I x II) | €54.000 2006-2011 €324.000 |

8. TOEZICHT EN EVALUATIE

8.1. Follow-up

Niet van toepassing

8.2. Procedure en tijdschema van de voorgeschreven evaluatie

Permanente evaluatie is mogelijk door te kijken naar het aantal internationale registraties waarin het stelsel van het Gemeenschapsmodel wordt aangewezen.

9. FRAUDEBESTRIJDINGSMAATREGELEN

Er wordt geen financiële steun verleend.

[1] PB L 3 van 5.1.2002, blz. 1.

[2] Het HBIM is opgericht bij Verordening (EG) nr. 40/94 van de Raad van 20 december 1993 inzake het Gemeenschapsmerk, PB L 11 van 14.1.1994, blz. 1.

[3] België, Duitsland, Estland, Frankrijk, Griekenland, Hongarije, Italië, Letland, Luxemburg, Nederland, Slovenië en Spanje. Vijf EU-lidstaten – van in totaal 18 landen – zijn partij bij de Akte van Genève (Estland, Hongarije, Letland, Slovenië en Spanje). Veranderingen hierin worden bekendgemaakt op de website van de WIPO: www.wipo.int.

[4] PB L 296 van 14.11.2003, blz. 20.

[5] Deze bepaling heeft betrekking op landen die een gemeenschappelijk bureau hebben, zoals de Benelux-landen.

[6] De Akte van Genève verschilt op dit punt van het Protocol bij de Schikking van Madrid betreffende de internationale inschrijving van merken, waarvan artikel 2, lid 2, bepaalt dat internationale aanvragen worden ingediend bij het Internationaal Bureau door tussenkomst van de administratie waarbij de basisaanvraag was ingediend of waardoor de basisinschrijving was verricht.

[7] Voor een internationale aanvraag moet alles tezamen worden betaald: i) een basistaks, ii) de standaard aanwijzingstaks of individuele taks en iii) een openbaarmakingstaks. Deze taksen moeten bij de indiening van de aanvraag worden betaald, behalve als om opschorting van openbaarmaking wordt gevraagd. Zie regel 12 van het gemeenschappelijk reglement van uitvoering.

[8] Het gaat hier om opschorting van de openbaarmaking (artikel 11), de eenheid van het model (artikel 13), verlangde specifieke beelden van het model (regel 9), bijzondere vereisten met betrekking tot de aanvrager (regel 8), veiligheidscontrole (regel 13), een verbod op aanwijzing van de Verdragsluitende Partij van de aanvrager (artikel 14), de verplichte inhoud van de internationale aanvraag (artikel 5 en regel 7), de verlenging van de termijn voor kennisgeving van een weigering en de ingangsdatum van de bescherming van het model (regel 18), gemeenschappelijke bureaus van meerdere staten (artikel 19) en indirect het taalgebruik tussen de nationale bureaus en het Internationaal Bureau (regel 6).

[9] PB L 341 van 17.12.2002, blz. 28.

[10] PB L 341 van 17.12.2002, blz. 54.

11 PB C […] van […], blz. […].

12 PB C […] van […], blz. […].

[11] PB C […] van […], blz. […].

[12] PB L 3 van 5.1.2002, blz. 1. Verordening gewijzigd bij de Toetredingsakte van 2003.

[13] Bij de aanneming van artikel 10 heeft de diplomatieke conferentie afgesproken dat niets in dit artikel de toegang tot een internationale aanvraag of een internationale registratie door de aanvrager of de houder of elke door de aanvrager of houder daartoe gemachtigde persoon belet.

[14] Bij de aanneming van artikel 12, vierde lid, artikel 14, tweede lid, onder b), en regel 18, vierde lid, heeft de diplomatieke conferentie afgesproken dat de intrekking van een weigering door een bureau dat een kennisgeving van weigering heeft medegedeeld de vorm kan aannemen van een verklaring luidende dat het betrokken bureau heeft besloten de rechtsgevolgen van de internationale registratie te aanvaarden voor alle of een gedeelte van de tekeningen of modellen van nijverheid waarop de kennisgeving van weigering van toepassing is. Er werd eveneens afgesproken dat een bureau binnen de voor de mededeling van een kennisgeving van weigering voorgeschreven termijn een verklaring kan verzenden luidende dat het heeft besloten de rechtsgevolgen van de internationale registratie te aanvaarden, zelfs wanneer het een dergelijke kennisgeving van weigering niet heeft medegedeeld.

[15] Zie voetnoot 19.

[16] Op basis van een financiële analyse van de gevolgen van de toetreding van de Europese Gemeenschap tot de Akte van Genève zal[17]9mnŒ?Ž?¬ ¼ Ù Ú ç ó ”•M

N

McÃÄßýWX ?$¯$Ç'È'K(š(ƒ+„+X,Y,±./g7h7i7j7 |;;YCZCîCóêæÛÔæÛÔÛÐÛæÈÔÁº°º£º£º°º–ºŒº…º…º°º£º°º°º£º°º£º°º£º£º

hb¯hb¯hb¯h6C de Europese Commissie een wijziging voorstellen van Verordening (EG) nr. 2246/2002 van de Commissie van 16 december 2002 inzake de aan het Harmonisatiebureau voor de interne markt (merken, tekeningen en modellen) te betalen taksen voor de inschrijving van Gemeenschapsmodellen (PB L 341 van 17.12.2002, blz. 54).

Top