EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52005PC0630

Voorstel voor een verordening van de Raad betreffende de sluiting van de Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling inzake de verlenging van het Protocol tot vaststelling van vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie als bedoeld in de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de regering van de Democratische Republiek São Tomé en Príncipe inzake de visserij voor de kust van São Tomé en Príncipe, voor de periode van 1 juni 2005 tot en met 31 mei 2006

/* COM/2005/0630 def. - CNS 2005/0249 */

52005PC0630

Voorstel voor een verordening van de Raad betreffende de sluiting van de Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling inzake de verlenging van het Protocol tot vaststelling van vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie als bedoeld in de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de regering van de Democratische Republiek São Tomé en Príncipe inzake de visserij voor de kust van São Tomé en Príncipe, voor de periode van 1 juni 2005 tot en met 31 mei 2006 /* COM/2005/0630 def. - CNS 2005/0249 */


[pic] | COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN |

Brussel, 7.12.2005

COM(2005) 630 definitief

2005/0249 (CNS)

Voorstel voor een

VERORDENING VAN DE RAAD

betreffende de sluiting van de Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling inzake de verlenging van het Protocol tot vaststelling van vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie als bedoeld in de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de regering van de Democratische Republiek São Tomé en Príncipe inzake de visserij voor de kust van São Tomé en Príncipe, voor de periode van 1 juni 2005 tot en met 31 mei 2006

.

(door de Commissie ingediend)

TOELICHTING

Het aan de visserijovereenkomst tussen de EG en de regering van de Democratische Republiek São Tomé en Príncipe gehechte protocol is verstreken op 31.5.2005. Met het huidige voorstel wordt beoogd dit protocol voor de duur van een jaar te verlengen tot en met 31.5.2006.

Beide partijen zijn begin 2005 overeengekomen deze overeenkomst te verlengen, met name om bepaalde problemen te regelen in verband met de uitvoering van het protocol in de periode 2002-2005 en om de regering van de Democratische Republiek São Tomé en Príncipe de tijd te geven zich adequaat voor te bereiden op de onderhandelingen over een toekomstige partnerschapsovereenkomst; bovendien kan zo het programma van begeleidende maatregelen voor de nodige ontwikkeling van de visserijsector ten uitvoer worden gelegd. De nieuwe, in maart 2004 aangetreden regering heeft de mogelijkheid tot verlenging, ondanks verscheidene herinneringen in maart, april en mei 2005, pas op het allerlaatste moment onderzocht.

De twee partijen zijn ten slotte overeengekomen het aflopende protocol met een jaar te verlengen, voor de periode van 1.6.2005 tot en met 31.5.2006. Deze verlenging, in de vorm van een briefwisseling, is op 3.6.2005 door beide partijen geparafeerd met het oog op de vaststelling van de technische en financiële voorwaarden waaronder vissersvaartuigen van de EG in de wateren van São Tomé e Príncipe mogen vissen in de periode van 1.6.2005 tot en met 31.5.2006.

De Commissie stelt dan ook voor dat de Raad de verordening betreffende de sluiting van de Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling inzake de verlenging van het Protocol goedkeurt.

Een voorstel voor een besluit van de Raad inzake de voorlopige toepassing van de overeenkomst in de vorm van een briefwisseling inzake de verlenging van het protocol in afwachting dat het definitief in werking treedt, wordt in een afzonderlijke procedure behandeld.

2005/0249 (CNS)

Voorstel voor een

VERORDENING VAN DE RAAD

betreffende de sluiting van de Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling inzake de verlenging van het Protocol tot vaststelling van vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie als bedoeld in de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de regering van de Democratische Republiek São Tomé en Príncipe inzake de visserij voor de kust van São Tomé en Príncipe, voor de periode van 1 juni 2005 tot en met 31 mei 2006

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 37 juncto artikel 300, lid 2 en lid 3, eerste alinea,

Gezien het voorstel van de Commissie[1],

Gezien het advies van het Europees Parlement[2],

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Overeenkomstig de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de regering van de Democratische Republiek São Tomé en Príncipe inzake de visserij voor de kust van São Tomé en Príncipe[3], voeren de overeenkomstsluitende partijen, vóór het verstrijken van de geldigheidsduur van het aan de overeenkomst gehechte protocol, onderhandelingen om in gemeenschappelijk overleg de inhoud van het protocol voor de volgende periode vast te stellen en, eventueel, te bepalen welke wijzigingen of aanvullingen in de bijlage moeten worden aangebracht;

(2) De twee partijen hebben besloten om, bij overeenkomst in de vorm van een briefwisseling, het huidige bij Verordening (EG) nr. 301/2002[4] goedgekeurde protocol met een jaar te verlengen in afwachting dat onderhandelingen worden gevoerd over de in het protocol aan te brengen wijzigingen.

(3) Het is in het belang van de Gemeenschap die verlenging goed te keuren.

(4) Het is van belang de in het afgelopen protocol bepaalde sleutel voor de verdeling van de vangstmogelijkheden over de lidstaten te bevestigen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling inzake de verlenging van het Protocol tot vaststelling van vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie als bedoeld in de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de regering van de Democratische Republiek São Tomé en Príncipe inzake de visserij voor de kust van São Tomé en Príncipe, voor de periode van 1 juni 2005 tot en met 31 mei 2006, wordt namens de Gemeenschap goedgekeurd.

De tekst van de overeenkomst is aan deze verordening gehecht.

Artikel 2

De in het protocol vastgestelde vangstmogelijkheden worden als volgt over de lidstaten verdeeld:

- vaartuigen voor de tonijnvisserij met de zegen: | Frankrijk: 18 Spanje: 18 |

- vaartuigen voor de tonijnvisserij met de hengel: | Portugal: 2 |

- vaartuigen voor de visserij met drijvende beug: | Spanje: 20 Portugal: 5 |

Als met de vergunningsaanvragen van deze lidstaten niet alle in het protocol vastgestelde vangstmogelijkheden worden benut, kan de Commissie vergunningsaanvragen van andere lidstaten in overweging nemen.

Artikel 3

De lidstaten waarvan vissersvaartuigen in het kader van het hierbij bedoelde protocol vissen, dienen de in de visserijzone van São Tomé en Príncipe van elk bestand gevangen hoeveelheden aan de Commissie te melden overeenkomstig het bepaalde in Verordening (EG) nr. 500/2001 van de Commissie[5].

Artikel 4

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, op

Voor de Raad

De voorzitter

OVEREENKOMST

in de vorm van een briefwisseling inzake de verlenging van het Protocol tot vaststelling van vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie als bedoeld in de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de regering van de Democratische Republiek São Tomé en Príncipe inzake de visserij voor de kust van São Tomé en Príncipe, voor de periode van 1 juni 2005 tot en met 31 mei 2006

A. Brief van de Gemeenschap

Mijne Heren,

Met het oog op de verlenging van het huidige protocol (1 juli 2002 tot en met 31 mei 2005) tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie als bedoeld in de Visserijovereenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de regering van de Democratische Republiek São Tomé en Príncipe, en in afwachting dat onderhandelingen worden gevoerd over de in het protocol aan te brengen wijzigingen, heb ik de eer U te bevestigen dat wij overeenstemming hebben bereikt over de volgende tussentijdse regeling:

1. De in de afgelopen drie jaar geldende regeling wordt met ingang van 1 juni 2005 verlengd tot en met 31 mei 2006.

De financiële tegenprestatie van de Gemeenschap voor de tussentijdse regeling is gelijk aan het in artikel 2 van het thans geldende protocol bepaalde bedrag (637.500 euro). Dit bedrag geldt volledig als financiële tegenprestatie en wordt uiterlijk 31 januari 2006 betaald.

Bovendien financiert de Gemeenschap dit jaar voor 50 000 euro een evaluatiestudie van de diepzeekrabbestanden.

2. Gedurende deze periode worden visvergunningen afgegeven met inachtneming van de maxima die zijn vastgesteld in artikel 1 van het thans geldende protocol, tegen betaling van rechten of voorschotten die gelijk zijn aan die welke in punt 2 van de bijlage bij het protocol zijn bepaald.

Ik moge u verzoeken mij de ontvangst van deze brief te willen bevestigen en mij mee te delen dat u instemt met de inhoud ervan.

Hoogachtend,

Namens de Raad van de Europese Unie

B. Brief van de regering van de Democratische Republiek São Tomé en Príncipe

Mijne Heren,

Ik heb de eer u de ontvangst te bevestigen van uw brief van heden, welke als volgt luidt:

"Met het oog op de verlenging van het huidige protocol (1 juli 2002 tot en met 31 mei 2005) tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie als bedoeld in de Visserijovereenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de regering van de Democratische Republiek São Tomé en Príncipe, en in afwachting dat onderhandelingen worden gevoerd over de in het protocol aan te brengen wijzigingen, heb ik de eer U te bevestigen dat wij overeenstemming hebben bereikt over de volgende tussentijdse regeling:

1. De in de afgelopen drie jaar geldende regeling wordt met ingang van 1 juni 2005 verlengd tot en met 31 mei 2006.

De financiële tegenprestatie van de Gemeenschap voor de tussentijdse regeling is gelijk aan het in artikel 2 van het thans geldende protocol bepaalde bedrag (637.500 euro). Dit bedrag geldt volledig als financiële tegenprestatie en wordt uiterlijk 31 januari 2006 betaald.

Bovendien financiert de Gemeenschap dit jaar voor 50 000 euro een evaluatiestudie van de diepzeekrabbestanden.

2. Gedurende deze periode worden visvergunningen afgegeven met inachtneming van de maxima die zijn vastgesteld in artikel 1 van het thans geldende protocol, tegen betaling van rechten of voorschotten die gelijk zijn aan die welke in punt 2 van de bijlage bij het protocol zijn bepaald.”

Ik heb de eer u te bevestigen dat de inhoud van uw brief voor de regering van de Democratische Republiek São Tomé en Príncipe aanvaardbaar is en dat uw brief en deze brief, overeenkomstig uw voorstel, een overeenkomst vormen.

Hoogachtend,

Voor de regering van de Democratische Republiek São Tomé en Príncipe

FINANCIEEL MEMORANDUM

1. BENAMING VAN HET VOORSTEL

Voorstel voor een verordening van de Raad betreffende de sluiting van de Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling inzake de verlenging van het Protocol tot vaststelling van vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie als bedoeld in de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de regering van de Democratische Republiek São Tomé en Príncipe inzake de visserij voor de kust van São Tomé en Príncipe, voor de periode van 1 juni 2005 tot en met 31 mei 2006

2. ABM/ABB-KADER

11. Visserij

1103. Internationale visserijovereenkomsten

3. BEGROTINGSONDERDELEN

3.1. Begrotingsonderdelen

110301 : "Internationale visserijovereenkomsten

11010404 : "Internationale visserijovereenkomsten: administratiekosten."

3.2 Duur van de actie en van de financiële gevolgen:

Het aan de visserijovereenkomst tussen de EG en de regering van de Democratische Republiek São Tomé en Príncipe gehechte protocol is verstreken op 31.05.2005. Besloten is het protocol voor een periode van een jaar te verlengen.

In het protocol wordt de financiële tegenprestatie vastgesteld, evenals de toepasselijke categorieën en voorwaarden voor de visserij door vaartuigen van de Gemeenschap in de visserijzone van São Tomé e Príncipe.

In februari 2005 is voorgesteld om de overeenkomst te verlengen, met name om bepaalde problemen te regelen in verband met de uitvoering van het protocol in de periode 2002-2005 en om de regering van de Democratische Republiek São Tomé en Príncipe de tijd te geven zich adequaat voor te bereiden op de onderhandelingen over een toekomstige partnerschapsovereenkomst; bovendien kan zo het programma van begeleidende maatregelen voor de nodige ontwikkeling van de visserijsector ten uitvoer worden gelegd. De in maart 2004 aangetreden nieuwe regering is vrij instabiel. Bij een motie van wantrouwen van de kamer van afgevaardigden betreffende de oliesector is de regering tot grotere zorgvuldigheid gemaand. Ondanks verscheidene herinneringen in maart, april en mei 2005 heeft de minister van Visserij de voorgestelde verlenging niet ondertekend. Beide partijen zijn ten slotte op 3 juni 2005 bijeengekomen voor besprekingen over de situatie van de tenuitvoerlegging en de verlenging van het geldende protocol bij de Visserijovereenkomst.

De twee partijen hebben besloten het aflopende protocol met een jaar te verlengen, voor de periode van 1.6.2005 tot en met 31.5.2006. Deze verlenging, in de vorm van een briefwisseling, is op 3.6.2005 door beide partijen geparafeerd met het oog op de vaststelling van de technische en financiële voorwaarden waaronder vissersvaartuigen van de EG in de wateren van São Tomé e Príncipe mogen vissen in de periode van 1.6.2005 tot en met 31.5.2006.

3.3 Begrotingskenmerken (voeg zo nodig rijen toe):

Begrotingsonderdeel | Soort uitgave | Nieuw | Bijdrage EVA | Bijdragen kandidaat-lidstaten | Rubriek financiële vooruitzichten |

11.0301 | VU | GK[6] | NEE | NEE | NEE | N° 4 |

11.010404 | VU | NGK[7] | NEE | NEE | NEE | N° 4 |

4. OVERZICHT VAN DE MIDDELEN

4.1 Financiële middelen

4.1.1 Overzicht van de vastleggingskredieten (VK) en betalingskredieten (BK)

miljoen € (tot op 4 decimalen nauwkeurig)

Soort uitgave | Punt nr. | Jaar n | n +1 | n + 2 | n +3 | Totaal |

Beleidsuitgaven[8] |

Vastleggingskredieten (VK) | 8.1 | a | 0,6375 | 0,6375 |

Betalingskredieten (BK) | b | 0,6375 | 0,6375 |

Administratieve uitgaven binnen het referentiebedrag[9] |

Technische & administratieve bijstand (NGK) | 8.2.4 | c | 0,05 | 0,05 |

TOTAAL REFERENTIEBEDRAG |

Vastleggingskredieten | a+c | 0,6875 | 0,6875 |

Betalingskredieten | b+c | 0,6875 | 0,6875 |

Personeelsuitgaven en aanverwante uitgaven (NGK) | 8.2.5 | d | 0,0594 | 0,0594 |

Andere niet in het referentiebedrag begrepen administratieve uitgaven (NGK) | 8.2.6 | e | 0,1015 | 0,1015 |

Totale indicatieve kosten van de maatregel

TOTAAL VK inclusief personeelsuitgaven | a+c+d+e | 0,8484 | 0,8484 |

TOTAAL BK inclusief personeelsuitgaven | b+c+d+e | 0,8484 | 0,8484 |

Medefinanciering

Indien het voorstel door lidstaten of uit andere bronnen (geef aan welke) wordt medegefinancierd, geef dan een raming daarvan in de onderstaande tabel (voeg extra rijen toe indien de medefinanciering uit meer dan een bron afkomstig is):

miljoen € (tot op 3 decimalen nauwkeurig)

Medefinancieringsbron | Jaar n | n + 1 | n + 2 | n + 3 | Totaal |

…………………… | F |

TOTAAL VK inclusief medefinanciering | a+c+d+e+f |

4.1.2 Verenigbaarheid met de financiële programmering

X Het voorstel is verenigbaar met de bestaande financiële programmering.

( Het voorstel vergt herprogrammering van de betrokken rubriek van de financiële vooruitzichten.

( Het voorstel vergt wellicht toepassing van de bepalingen van het Interinstitutioneel Akkoord[10] (flexibiliteitsinstrument of herziening van de financiële vooruitzichten).

4.1.3 Financiële gevolgen voor de ontvangsten

X Het voorstel heeft geen financiële gevolgen voor de ontvangsten

( Het voorstel heeft de volgende financiële gevolgen voor de ontvangsten:

N.B. Alle gegevens en opmerkingen over de wijze van berekening van de gevolgen voor de ontvangsten moeten in een aparte bijlage worden vermeld.

miljoen € (tot op 1 decimaal nauwkeurig)

Voor de actie (jaar n-1) | Situatie na de actie |

Begrotingsonderdeel | Ontvangsten | [Jaar n] | [n+1] | [n+2] | [n+3] |

a) Ontvangsten in absolute bedragen |

b) Verschil in ontvangsten | ( |

(Vermeld elk betrokken begrotingsonderdeel; voeg extra rijen toe wanneer er gevolgen zijn voor meer dan een begrotingsonderdeel.)

4.2. Personele middelen in voltijdequivalenten (VTE; ambtenaren, tijdelijk en extern personeel) – zie punt 8.2.1.

Jaarlijkse behoeften | Jaar n |

Totale personele middelen in VTE | 0,55 |

5. KENMERKEN EN DOELSTELLINGEN

Gegevens over de context van het voorstel moeten in de toelichting worden verstrekt. Geef in dit deel van het financieel memorandum de volgende aanvullende informatie:

5.1 Behoefte waarin op korte of lange termijn moet worden voorzien

Het aan de visserijovereenkomst tussen de EG en de regering van de Democratische Republiek São Tomé en Príncipe gehechte protocol is verstreken op 31.05.2005.

De in februari 2005 voorgestelde verlenging van de overeenkomst heeft met name ten doel bepaalde problemen te regelen in verband met de uitvoering van het protocol in de periode 2002-2005 en de regering van de Democratische Republiek São Tomé en Príncipe de tijd te geven zich adequaat voor te bereiden op de onderhandelingen over een toekomstige partnerschapsovereenkomst; bovendien kan zo het programma van begeleidende maatregelen voor de nodige ontwikkeling van de visserijsector ten uitvoer worden gelegd.

De in maart 2004 aangetreden nieuwe regering is vrij instabiel. Bij een motie van wantrouwen van de kamer van afgevaardigden betreffende de oliesector is de regering tot grotere zorgvuldigheid gemaand. Ondanks verscheidene herinneringen in maart, april en mei 2005 heeft de minister van Visserij de voorgestelde verlenging niet ondertekend. Beide partijen zijn ten slotte op 3 juni 2005 bijeengekomen voor besprekingen over de situatie van de tenuitvoerlegging en de verlenging van het geldende protocol bij de Visserijovereenkomst.

De twee partijen hebben besloten het aflopende protocol met een jaar te verlengen, voor de periode van 1.6.2005 tot en met 31.5.2006. Deze verlenging, in de vorm van een briefwisseling, is op 3.6.2005 door beide partijen geparafeerd met het oog op de vaststelling van de technische en financiële voorwaarden waaronder vissersvaartuigen van de EG in de wateren van São Tomé e Príncipe mogen vissen in de periode van 1.6.2005 tot en met 31.5.2006.

De verlenging is vooral bedoeld om de reders van de Gemeenschap in staat te stellen hun visserijactiviteiten in de exclusieve economische zone (EEZ) van São Tomé e Príncipe voort te zetten in afwachting van onderhandelingen over wijzigingen in het protocol.

De belangrijkste onderdelen van het protocol blijven ongewijzigd:

- Vangstmogelijkheden: 36 vriesschepen voor de tonijnvisserij met de zegen, 2 vaartuigen voor de tonijnvisserij met de hengel en 25 vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug

De in het Protocol vastgestelde vangstmogelijkheden worden volgens de verdeling van het protocol van 2002-2005 over de lidstaten verdeeld:

- vaartuigen voor de tonijnvisserij met de zegen: Frankrijk: 18, Spanje 18;

- tonijnvisserij met de hengel: Portugal: 2;

- vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug: Spanje: 20; Portugal: 5

- Referentiehoeveelheid: referentiehoeveelheid als vastgesteld in het huidige protocol, namelijk 8500 ton tonijn te vangen gedurende de verlengingsperiode (1.6.2005-31.5.2006).

- Financiële tegenprestatie: bedrag als vastgesteld in het huidige protocol, namelijk 637.500 euro voor de verlengingsperiode (1.6.2005-31.5.2006).

- Door de reders te betalen voorschotten en rechten::

- de door de reders te betalen rechten en bedragen, zoals in alle door de Gemeenschap in de regio gesloten overeenkomsten, 25 euro per ton in de visserijzone van Sao Tomé é Principe gevangen tonijn.

- de voorschotten bedragen 3750 per jaar per vaartuig voor de tonijnvisserij met de zegen, 625 per jaar per vaartuig voor de tonijnvisserij met de hengel en van 1375 per jaar per vaartuig voor de visserij met de drijvende beug.

Bovendien wordt voor 50 000 een evaluatiestudie van de diepzeekrabbestanden gefinancierd. Deze studie was gepland voor het eerste jaar van het protocol 2002-2005 maar kon indertijd niet worden uitgevoerd.

De financiële tegenprestatie beloopt aldus 687.500 euro voor het jaar waarmee het protocol wordt verlengd.

5.2 Meerwaarde van het communautaire optreden, samenhang van het voorstel met andere financiële instrumenten en mogelijke synergie

De Gemeenschap is begonnen met het sluiten van visserijovereenkomsten in de loop van de jaren 70, na wijzigingen in het zeerecht. Indertijd hebben de lidstaten besloten hun bevoegdheden op dit gebied over te dragen aan de Gemeenschap (resolutie van de Raad van 3 november 1976) en sindsdien vallen visserijovereenkomsten onder de uitsluitende bevoegdheid van de Gemeenschap.

Wanneer de Gemeenschap niet zou overgaan tot verlenging van het betrokken protocol, zou er ruimte ontstaan voor particuliere overeenkomsten, die geen duurzame visserij zouden garanderen, en zouden communautaire vaartuigen worden omgevlagd (meestal naar goedkope vlaggen) waardoor de communautaire vloot zou verkleinen. Bovendien is de Gemeenschap in verband met het duurzaam beheer van de visbestanden en de bestrijding van illegale visserij internationale verplichtingen aangegaan, die zij alleen kan nakomen door middel van internationale visserijovereenkomsten.

De Gemeenschap hoopt ook dat de Republiek São Tomé en Príncipe dankzij deze verlenging op tijd klaar zal zijn voor onderhandelingen over een partnerschapsovereenkomst op het gebied van visserij.

5.3. Doelstellingen, verwachte resultaten en bijbehorende indicatoren van het voorstel in de context van het ABM

Het onderhandelen over en sluiten van visserijovereenkomsten met derde landen en de eventuele verlenging ervan passen bij de algemene doelstelling tot instandhouding en bescherming van de traditionele visserijactiviteiten van de communautaire vloot, inclusief de verre vloot, en tot ontwikkeling van de betrekkingen in het kader van een partnerschap om de duurzame exploitatie van de visbestanden buiten de communautaire wateren te stimuleren, rekening houdend met milieutechnische, sociale en economische aspecten.

De ongewijzigde verlenging van het geldende protocol met São Tomé e Príncipe is bedoeld om de toegang te beschermen van communautaire vissersvaartuigen tot de EEZ van São Tomé e Príncipe in de categorieën die in de overeenkomst zijn vastgelegd:

1) categorie vaartuigen voor de tonijnvisserij met de zegen: 36 vaartuigen voor de tropische tonijnvisserij

2) categorie vaartuigen voor de tonijnvisserij met de hengel: 2 vaartuigen voor de tropische tonijnvisserij

3) categorie vaartuigen voor de visserij met de beug: 25 vaartuigen voor de visserij op tonijn en verwante soorten;

De financiële tegenprestatie beloopt 687.500 euro voor het jaar waarmee het protocol wordt verlengd.

Voor de follow-up van de tenuitvoerlegging van de overeenkomst worden in de context van het ABM de volgende indicatoren gehanteerd:

( controle van het gebruik van de vangstmogelijkheden;

( verzameling en analyse van gegevens over de vangsten en de handelswaarde van de overeenkomst;

( bijdrage aan de werkgelegenheid en toegevoegde waarde in de Gemeenschap;

( bijdrage aan de stabiliteit van de communautaire markt;

( bijdrage aan de algemene doelstellingen van de vermindering van de armoede in São Tomé en Príncipe, met inbegrip van de bijdrage aan de werkgelegenheid, aan de ontwikkeling van de infrastructuur en aan de begroting van de staat;

( aantal technische vergaderingen en bijeenkomsten van het gemengd comité.

5.4 Wijze van uitvoering (indicatief)

Voor de uitvoering van de actie gekozen methode(n)[11].

X Gecentraliseerd beheer

X rechtstreeks door de Commissie

( gedelegeerd aan:

( uitvoerende agentschappen

( door de Gemeenschappen opgerichte organen als bedoeld in artikel 185 van het Financieel Reglement

( nationale publiekrechtelijke organen of organen met een openbaredienstverleningstaak

( Gedeeld of gedecentraliseerd beheer

( met lidstaten

( met derde landen

( Gezamenlijk beheer met internationale organisaties (geef aan welke)

Opmerkingen:

6. TOEZICHT EN EVALUATIE

6.1 Toezicht

De Commissie (DG FISH in samenwerking met de regionaal bevoegde Delegatie van de Commissie te Libreville in Gabon) zal regelmatig toezicht houden op de tenuitvoerlegging van deze verlenging, met name wat het gebruik ervan door de marktdeelnemers en de gedane vangsten.

6.2 Evaluatie

Een specifieke evaluatie ex-ante van het voorstel om het bestaande protocol tijdelijk te verlengen, is niet verricht aangezien het voorstel een beperkte duur heeft; het betreft immers de verlenging van het voorgaande protocol voor de duur van een jaar. Een diepgaande evaluatie van het lopende protocol is echter wel uitgevoerd in augustus 2004 met medewerking van een consortium van onafhankelijke consultants met het oog op onderhandelingen over een nieuw protocol. De onderhandelingen zijn uitgesteld in verband met deze verlenging. Dit geeft de autoriteiten van São Tomé en Príncipe extra tijd om zich voor te bereiden. De studie van 2004 kan worden bijgewerkt met gegevens over 2005.

6.2.1 Evaluatie vooraf

Hieronder volgen enkele gegevens uit de beoordeling van de waarde van het huidige protocol (2002-2005) uit de studie van 2004:

(Studie overeenkomst "São Tomé e Príncipe: Ex Post evaluation of the current protocol to the fisheries agreement between the European Community and the Republic of São Tomé e Príncipe, and analysis of the impact of the future protocol on sustainability, including ex ante evaluation” door Oceanci Developpement en Poseidon Aquatic Ressource Management Ltd.; Project Fish/2003/02, eindverslag, augustus 2004.)

Het betreft het 7e protocol sinds de inwerkingtreding van de overeenkomst tussen beide partijen in 1984. De overeenkomst betreft hoofdzakelijk de visserij op tonijn (63 vaartuigen) met de mogelijkheid om experimentele visserij te bedrijven op krab voor 3 vaartuigen van 250 GT (uitsluitend tussen 1 juni 2002 en 31 mei 2003). Het is een van de tonijnovereenkomsten die de EG heeft gesloten in dit gebied, dat een van de rijkste tonijngebieden van de Atlantische Oceaan is.

Dankzij de bilaterale visserijovereenkomst kan de Gemeenschap haar beleid voor de verre vloot handhaven en behouden particuliere ondernemers (de betrokken reders) toegang tot de visserijzone van São Tomé en Príncipe, zodat zij hun visserij op tonijn in de Atlantische Oceaan niet hoeven te onderbreken. Doordat de communautaire visserijovereenkomst beide partijen bepaalde regels oplegt, zorgt de overeenkomst ook voor een goed beheer van de bestanden, wat bij particuliere overeenkomsten niet altijd het geval is. Tot slot schept de overeenkomst werkgelegenheid voor zeelieden uit de EG en uit derde landen.

De totale vangstmogelijkheden in het kader van het protocol 2002-2005 bedragen 36 vaartuigen voor de tonijnvisserij met de zegen, 2 vaartuigen voor de tonijnvisserij met de hengel (voorheen 7) en 25 vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug (voorheen 33). Dit is een geringe vermindering, uitgedrukt in het aantal vaartuigen, ten opzichte van het voorgaande protocol.

Dit houdt verband met het feit dat het gemiddelde gebruik, wat de licenties betreft, zeer goed is geweest voor de zegenvissers en de beugvissers, maar nihil was voor de vissers met de hengel en de experimentele visserij op krab.

Het tonijngedeelte van dit protocol maakt integrerend deel uit van het netwerk van overeenkomsten over de visserij op tonijn in de Atlantische wateren, waardoor de communautaire vloot de over grote afstanden trekkende tonijnbestanden kan volgen.

Gebruik van de visserijovereenkomst EG/São Tomé en Príncipe (aantal vaartuigen

Vaartuigtype | Vangst-mogelijkheden | Gebruik 2002/2003 | Gebruik 2003/2004 | Gebruik 2004/2005[12] | Gemiddeld gebruik |

Vaartuigen voor de tonijnvisserij met de zegen | 36 vaartuigen | 72% | 78% | 67% | 72% |

Vaartuigen voor de tonijnvisserij met de hengel | 2 vaartuigen | 0% | 0% | 0% | 0% |

Vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug | 25 vaartuigen | 64% | 68% | 40% | 57% |

Aangezien tonijn een soort is die over grote afstanden trekt, kunnen de daadwerkelijke vangsten in een bepaalde zone per visseizoen aanzienlijk variëren. De vangsten door de communautaire vloot in de wateren van São Tomé en Príncipe kunnen dus niet van tevoren worden geraamd. Over het algemeen waren de vangsten (2000-8000 t/jaar) lager dan de referentiehoeveelheid (8500 t).

Wat de baten van deze overeenkomst betreft, hoeft het geen betoog dat de waarde van de vangsten de kostprijs van het protocol overtreft. De gemiddelde marktwaarde van tonijn bedraagt ongeveer 800 tot 1000 euro per ton.

Afgezien van de directe marktwaarde van de vangsten van de betrokken vaartuigen, biedt de overeenkomst de volgende evidente voordelen:

- werkzekerheid voor de bemanningen van de vissersvaartuigen;

- multiplicatoreffect op de werkgelegenheid in de havens, de visafslagen, de verwerkende bedrijven, de scheepswerven, de dienstensector, enz.;

- schepping van werkgelegenheid in regio's waar er geen alternatief is voor de visserij;

- bijdrage aan de voorziening van de communautaire markt met visserijproducten.

Het is ook dienstig erop te wijzen dat in de door de Raad voor de onderhandelingen over visserijovereenkomsten met de ACS-landen vastgestelde richtsnoeren is bepaald dat rekening moet worden gehouden met het belang dat de Gemeenschap heeft bij de instandhouding of het tot stand brengen van betrekkingen op visserijgebied met de betrokken landen.

Toegevoegde waarde van de communautaire steun

Wanneer de Gemeenschap niet zou overgaan tot verlenging van het betrokken protocol, zou er ruimte ontstaan voor particuliere overeenkomsten, die geen duurzame visserij zouden garanderen, en zouden communautaire vaartuigen worden omgevlagd (meestal naar goedkope vlaggen) waardoor de communautaire vloot zou verkleinen. Bovendien is de Gemeenschap in verband met het duurzaam beheer van de visbestanden en de bestrijding van illegale visserij internationale verplichtingen aangegaan, die zij alleen kan nakomen door middel van internationale visserijovereenkomsten.

Risico's en alternatieve opties

De invoering van een nieuw protocol bij de visserijovereenkomst gaat noodzakelijkerwijs gepaard met een aantal risico's, bijvoorbeeld: het risico dat de bedragen voor de financiering van gerichte acties en de bijdragen van de reders niet de afgesproken bestemming krijgen (fraude), dat buitenlandse vloten zich niet aan de vergunningen en controles houden, dat er te weinig wordt geïnvesteerd of dat de plaatselijke vissers worden gemarginaliseerd.

Om deze risico's te vermijden zou het beter zijn om onder andere het toezicht op de inkomsten en uitgaven te verhogen, de controles op zee of vanuit de lucht uit te breiden, het toezicht per satelliet (VMS) te versterken, buitenlandse vaartuigen aan te moedigen gebruik te maken van de plaatselijke havens en maatregelen te financieren ten behoeve van de plaatselijke vissers.

6.2.2 Raming ex-ante van de economische waarde van de overeenkomst en de financiële bijdrage van de Gemeenschap

De financiële tegenprestatie van de Gemeenschap in het kader van deze verlenging is een vast bedrag dat is berekend op basis van de verlenging voor een jaar van de betalingen in het kader van het protocol 2002/2005, namelijk 637.500 euro per jaar voor de vangstmogelijkheden voor de tonijnvloot en 50.000 euro voor de financiering van een studie over diepzeekrabben.

6.2.3 Naar aanleiding van een tussentijdse evaluatie of evaluatie achteraf genomen maatregelen (ervaring die bij soortgelijke activiteiten in het verleden is opgedaan)

Een diepgaande evaluatie van het protocol dat in 2005 is verstreken, is in augustus 2004 voltooid. Op basis van deze studie moest opnieuw worden onderhandeld over de overeenkomst, hetgeen nu een jaar is uitgesteld om de autoriteiten van São Tomé en Príncipe de gelegenheid te geven de middelen voor gerichte acties te gebruiken en om verslagen op te stellen over de uitvoering van het programma van maatregelen voor het duurzaam beheer van de visbestanden in het kader van gerichte acties, die vertraging hadden opgelopen.

Alle bedragen voor gerichte acties, die een belangrijk deel van de financiële tegenprestatie uitmaken, zijn pas in juli 2005 betaald omdat er tot het voorjaar van 2005 nog geen jaarlijkse programmering als bedoeld in artikel 4 van het protocol was ingediend. Er zij op gewezen dat de autoriteiten van São Tomé en Príncipe zich ertoe hebben verbonden een gedetailleerd verslag over de uitvoering in te dienen, overeenkomstig het bepaalde in het protocol.

Door de problemen in verband met de jaarlijkse programmering van de gerichte acties bij het ministerie van Visserij van São Tomé en Príncipe heeft dit ministerie verzocht de financiële tegenprestatie voor de verlenging van het protocol, die overeenkomt met het bedrag vermeld in artikel 2 van het huidige protocol (637.500 euro), geheel te betalen als financiële tegenprestatie.

Het bedrag voor de acties uit hoofde van het protocol voor de periode van 1.6.2002 tot en met 31.5.2005, namelijk 880.000 euro, is pas op 12.7.2005 betaald omdat de autoriteiten van São Tomé en Príncipe geen programmering konden overleggen. De verlenging behelst een eenmalige betaling van 637.500 euro, bestaande uit 255.000 euro voor gerichte acties en een financiële tegenprestatie van 382.500 euro die in januari 2006 zal worden betaald. Gelet op de vertraging bij de gerichte acties voor 2002/2005 heeft de regering van São Tomé en Príncipe zich ertoe verbonden de achterstand in te halen, maar zij heeft verzocht om tijdens deze verlenging een bedrag van 255.000 euro niet uit te betalen op basis van een nieuwe programmering van gerichte acties. Desalniettemin heeft de regering van São Tomé en Príncipe zich voornemens getoond een overeenkomstig bedrag te besteden in de sectoren waar de gerichte acties moesten plaatsvinden.

6.2.4 Vorm en frequentie van toekomstige evaluaties

Een grote gedeelte van de looptijd van het protocol dat van kracht was van 1.6.2002 tot en met 31.5.2005 is onderzocht en de verslag daarvan is voltooid in augustus 2004 ter voorbereiding van onderhandelingen, die echter niet hebben plaatsgevonden. Deze studie zou kunnen worden bijgewerkt voor de verlengingsperiode aan de hand van indicatoren om de resultaten te meten (gevangen hoeveelheden, waarde van de vangsten) en de gevolgen daarvan (aantal behouden en nieuwe arbeidsplaatsen, verhouding tussen kosten van het protocol en waarde van de vangsten).

Na deze studie zal, tevens om de duurzaamheid van de visserij in de regio te waarborgen, voorafgaand aan eventuele toekomstige verlengingen van het protocol, de economische, sociale en milieu-impact worden geëvalueerd. De in punt 5.3 genoemde indicatoren zullen worden gebruikt voor een evaluatie achteraf.

7. FRAUDEBESTRIJDINGSMAATREGELEN

Het gebruik van de financiële tegenprestatie van de Gemeenschap in het kader van de overeenkomst valt onder de soevereine beslissingsbevoegdheid van de betrokken staat.

In dit geval is evenwel bepaald dat voor de programmering van het gedeelte van de financiële tegenprestatie ter ondersteuning van het visserijbeleid in de betrokken staat, de uitvoering van dat programma en de verstrekking van informatie over de verkregen resultaten aan de Commissie, uitsluitend het derde land bevoegd en verantwoordelijk is. Dit neemt niet weg dat de Commissie zich ertoe heeft verbonden een permanente politieke dialoog en overleg tot stand te brengen ter verbetering van het beheer van de verlenging van het protocol en ter versterking van de bijdrage van de Gemeenschap aan het duurzaam beheer van de bestanden.

Onder alle omstandigheden gelden voor alle betalingen die de Commissie in het kader van een visserijovereenkomst verricht, de normale begrotings- en financieringsvoorschriften en -procedures van de Commissie. Op grond hiervan moeten met name de bankrekeningen van het derde land waarop de bedragen van de financiële tegenprestatie worden gestort, volledig kunnen worden geïdentificeerd.

Krachtens het beginsel van de nationale soevereiniteit is het de Commissie echter niet toegestaan op eigen initiatief financiële audits te verrichten of te laten verrichten ten aanzien van de bedragen van de financiële tegenprestatie.

8. MIDDELEN

8.1 Financiële kosten van de doelstellingen van het voorstel

Vastleggingskredieten in miljoen EUR (tot op 4 decimalen nauwkeurig)

(Vermeld de doelstellingen, acties en outputs) | Soort output | Jaar n | Jaar n+1 | Jaar n+2 | TOTAAL |

Actie 1………………. |

Actie 2………………. |

Jaar n |

Ambtenaren of tijdelijk personeel[14] (11 01 01) | A*/AD | 0,25 |

B*, C*/AST | 0,3 |

Uit art. 11 01 02 gefinancierd personeel[15] |

Uit art. 11 01 04 04 gefinancierd ander personeel[16] |

TOTAAL | 0,55 |

8.2.2 Omschrijving van de taken die uit de actie voortvloeien

- De onderhandelaar bijstaan in het voorbereiden en afronden van de onderhandelingen over een visserijovereenkomst:

- deelname aan de onderhandelingen met de derde landen teneinde een visserijovereenkomst te kunnen sluiten;

- ontwerp-evaluatieverslagen en nota's met onderhandelingsstrategieën opstellen voor de Commissaris;

- het standpunt van de Commissie toelichten en verdedigen in de werkgroep van de Raad;

- bijdragen aan een compromis met de betrokken lidstaten over de definitieve tekst van de overeenkomst.

- Controle op de uitvoering (monitoring) van de overeenkomsten:

- dagelijks toezicht op de visserijovereenkomsten;

- voorbereiding en controle van de betalingsverplichtingen en betalingen van de financiële tegenprestatie en de gerichte acties, of van de financiering van de ontwikkeling van een duurzame visserij;

- regelmatige verslaglegging over de uitvoering van de overeenkomsten;

- evaluatie van de overeenkomsten: wetenschappelijke en technische aspecten;

- voorbereiding van het ontwerp-voorstel voor een verordening en voor een besluit van de Raad en opstelling van de teksten van de overeenkomst;

- inleiding en follow-up van de goedkeuringsprocedures.

- Technische bijstand:

- Voorbereiding van het standpunt van de Commissie in het gemengd comité.

- Interinstitutionele betrekkingen:

- de Commissie vertegenwoordigen bij de Raad, het Europees Parlement en de lidstaten tijdens het onderhandelingsproces;

- de antwoorden op mondelinge en schriftelijke vragen van het Europees Parlement opstellen;

- Interdepartementale raadpleging en coördinatie:

- contacten onderhouden met de overige directoraten-generaal over vraagstukken in verband met de onderhandelingen over en het toezicht op de overeenkomsten;

- interdepartementale raadpleging organiseren en beantwoorden.

- Evaluatie:

- bijdragen aan de bijwerking van de effectbeoordeling;

- bereikte doelstellingen en evaluatie-indicatoren analyseren.

8.2.3 Herkomst van het (statutaire) personeel

(Wanneer meer dan een bron wordt vermeld, geef dan het aantal posten per bron)

X Posten die momenteel zijn toegewezen aan het beheer van het te vervangen of te verlengen programma

( Posten die al zijn toegewezen in het kader van de JBS/VOB-procedure voor 2005

( Posten waarom in het kader van de volgende JBS/VOB-procedure zal worden gevraagd

( Bestaande posten binnen de beherende dienst die worden heringedeeld (interne herindeling)

( Posten die voor jaar n nodig zijn maar die in het kader van de JBS/VOB-procedure voor dat jaar nog niet zijn toegewezen

8.2.4 Andere administratieve uitgaven die in het referentiebedrag zijn begrepen

(11 01 04/05 – Uitgaven voor administratief beheer)

miljoen € (tot op 3 decimalen nauwkeurig)

Begrotingsonderdeel 11010404 (nummer en omschrijving) | Jaar n | TOTAAL |

1. Technische en administratieve bijstand (inclusief bijbehorende personeelsuitgaven) |

Uitvoerende agentschappen[17] |

Andere technische en administratieve bijstand |

- intern |

- extern (studie diepzeekrabbestanden) | 0,05 |

Totaal Technische en administratieve bijstand | 0,05 | 0,05 |

8.2.5 Personeelsuitgaven en aanverwante uitgaven die niet in het referentiebedrag zijn begrepen

miljoen € (tot op 4 decimalen nauwkeurig)

Soort personeel | Jaar n |

Ambtenaren en tijdelijk personeel (11 01 01) | 0,0594 |

Uit art. XX 01 02 gefinancierd personeel (hulpfunctionarissen, gedetacheerde nationale deskundigen, personeel op contractbasis, enz.) (vermeld begrotingsonderdeel) |

Totaal Personeelsuitgaven en aanverwante uitgaven die NIET in het referentiebedrag zijn begrepen) | 0,0594 |

Berekening – Ambtenaren en tijdelijke functionarissen

Verwijs zo nodig naar punt 8.2.1

- 1A = € 108.000*0,25 = € 27.000

1B = € 108.000*0,15 = € 16.200

1C = € 108.000*0,15 = € 16.200

Subtotaal: € 59.400 (0,0594 miljoen euro per jaar)

Totaal: 59.400 € per jaar (0,0594 miljoen euro per jaar)

Berekening – Uit artikel XX 01 02 gefinancierd personeel

Verwijs zo nodig naar punt 8.2.1

8.2.6 Andere administratieve uitgaven die niet in het referentiebedrag zijn begrepen

miljoen € (tot op 3 decimalen nauwkeurig)

Jaar n | Jaar n+1 | Jaar n+2 | TOTAAL |

11 01 02 11 01 – Dienstreizen | 0,010 | 0,010 |

11 01 02 11 02 – Conferenties en vergaderingen | 0,0015 | 0,0015 |

XX 01 02 11 03 – Comités[18] |

XX 01 02 11 04 – Studies en adviezen |

XX 01 02 11 05 - Informatiesystemen |

2. Totaal Andere beheersuitgaven (XX 01 02 11) |

3. Andere uitgaven van administratieve aard (vermeld welke en verwijs naar het begrotingsonderdeel) Studie en technische bijstand voor het VMS, juridisch kader voor VMS, opleiding technici voor VMS Begrotingsonderdeel 11 01 04 04 | 0,09 | 0,09 |

Totaal Andere administratieve uitgaven die NIET in het referentiebedrag zijn begrepen | 0,1015 | 0,1015 |

[1] PB C […] van […], blz. […].

[2] PB C […] van […], blz. […].

[3] PB L 54 van 25.2.1984, blz. 1.

[4] PB L 47 van 19.2.2002, blz. 2.

[5] PB L 73 van 15.3.2001, blz. 8.

[6] Gesplitste kredieten.

[7] Niet-gesplitste kredieten.

[8] Uitgaven die niet onder hoofdstuk 11 01 01 van de betrokken titel 11 vallen.

[9] Uitgaven in het kader van artikel xx 01 04 van titel xx.

[10] Zie de punten 19 en 24 van het Interinstitutioneel Akkoord.

[11] Verstrek, indien meer dan een methode wordt aangekruist, extra informatie onder Opmerkingen.

[12] Vergunningen al afgegeven op 29 september 2003 voor de periode 1.7.2003—30.6.2004.

[13] Zoals beschreven in punt 5.3

[14] Waarvan de kosten NIET door het referentiebedrag worden gedekt.

[15] Waarvan de kosten NIET door het referentiebedrag worden gedekt.

[16] Waarvan de kosten door het referentiebedrag worden gedekt.

[17] Verwijs naar het specifieke financieel memorandum voor de betrokken uitvoerende agentschappen.

[18] Vermeld het soort comité en de groep waartoe het behoort.

Top