This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52005PC0333
Proposal for a decision of the Council and of the Commission on the conclusion on behalf of the European Community and the European Atomic Energy Community of the Agreement on Scientific and Technological Cooperation between the European Communities of the one part and the Swiss Confederation of the other part
Voorstel voor een besluit van de Raad en de Commissie betreffende de sluiting namens de Europese Gemeenschap en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie van de overeenkomst inzake wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Gemeenschappen enerzijds en de Zwitserse Bondsstaat anderzijds
Voorstel voor een besluit van de Raad en de Commissie betreffende de sluiting namens de Europese Gemeenschap en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie van de overeenkomst inzake wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Gemeenschappen enerzijds en de Zwitserse Bondsstaat anderzijds
/* COM/2005/0333 def. - CNS 2005/0135 */
Voorstel voor een besluit van de Raad en de Commissie betreffende de sluiting namens de Europese Gemeenschap en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie van de overeenkomst inzake wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Gemeenschappen enerzijds en de Zwitserse Bondsstaat anderzijds /* COM/2005/0333 def. - CNS 2005/0135 */
[pic] | COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN | Brussel, 25.7.2005 COM(2005) 333 definitief 2005/0135 (CNS) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EN DE COMMISSIE betreffende de sluiting namens de Europese Gemeenschap en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie van de overeenkomst inzake wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Gemeenschappen enerzijds en de Zwitserse Bondsstaat anderzijds TOELICHTING 1. Bij hun besluit van 4 april 2002 hebben de Raad en de Commissie de overeenkomst inzake wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie enerzijds en de Zwitserse Bondsstaat anderzijds gesloten. Deze overeenkomst is op 1 juni 2002 in werking getreden. 2. Bij deze overeenkomst werd Zwitserland geassocieerd met de specifieke programma's van de vijfde kaderprogramma's (EG en Euratom). In artikel 9, lid 2, is voorzien in hernieuwing van de overeenkomst wanneer de Gemeenschap nieuwe kaderprogramma's aanneemt. 3. Op 7 juni 2002 heeft de Zwitserse Bondsstaat in verband met de goedkeuring van de zesde kaderprogramma's (EG en Euratom) door de Gemeenschappen de Commissie officieel verzocht genoemde overeenkomst te hernieuwen teneinde met deze kaderprogramma's te worden geassocieerd. 4. Het is in het belang van de Gemeenschappen deze overeenkomst te hernieuwen teneinde de Zwitserse Bondsstaat met de zesde kaderprogramma's (EG en Euratom) te associëren en zodoende de Europese onderzoeksruimte uit te breiden. 5. Derhalve heeft de Commissie op 26 november 2002 aan de Raad voorgesteld haar te machtigen om te onderhandelen over de hernieuwing van genoemde overeenkomst teneinde de Zwitserse Bondsstaat met de zesde kaderprogramma's (EG en Euratom) te associëren. Op 20 februari 2003 heeft de Raad de Commissie gemachtigd om te onderhandelen over de hernieuwing van de overeenkomst en over de eventuele voorlopige toepassing daarvan, teneinde juridische entiteiten in de Zwitserse Bondsstaat in staat te stellen zo spoedig mogelijk deel te nemen aan de uitnodigingen tot het indienen van voorstellen van de zesde kaderprogramma's (EG en Euratom). 6. Over de hernieuwing van de overeenkomst is onderhandeld overeenkomstig de onderhandelingsrichtsnoeren bij het besluit van de Raad van 20 februari 2003. Deze onderhandelingen zijn op 5 september 2003 afgerond met de parafering van de bijgevoegde ontwerpovereenkomst door de gemachtigde vertegenwoordigers van beide partijen. 7. Op 25 november 2003 heeft de Commissie aan de Raad een voorstel voor een besluit van de Raad tot machtiging van de ondertekening van de voormelde overeenkomst voorgelegd. De Raad heeft dit besluit op 22 december 2003 vastgesteld; de hierbijgevoegde overeenkomst is, samen met de bijlagen ervan, op 16 januari 2004 te Brussel ondertekend. 8. Deze nieuwe overeenkomst is gebaseerd op de beginselen die bij de voorgaande overeenkomst zijn ingevoerd, met name wat betreft de bijdrage van de Zwitserse Bondsstaat tot de budgetten van de zesde kaderprogramma's (EG en Euratom). De overeenkomst is echter wel aangepast om rekening te houden met de specifieke kenmerken van de zesde kaderprogramma's (EG en Euratom). Bovendien zijn in bijlage C nieuwe bepalingen opgenomen inzake de samenwerking tussen de Gemeenschappen en de Zwitserse Bondsstaat bij de controle van de communautaire financiële middelen. 9. In verband met de inwerkingtreding van de zesde kaderprogramma's en gezien het feit dat geassocieerde staten jaarlijks een bijdrage leveren aan de respectieve budgetten ervan en rekening houdend met de voor de onderhandelingen over de hernieuwing benodigde tijd is tenslotte, onder voorbehoud van de sluiting van de overeenkomst, in de overeenkomst bepaald dat zij op 1 januari 2004 in werking treedt en vanaf die datum voorlopig wordt toegepast, wanneer zij niet tijdig kan worden gesloten. 10. De overeenkomst bepaalt dat de teksten in de elf op het moment van de ondertekening officiële talen authentiek zijn. De Verordeningen nr. 1/1958[1] verplichten de Europese Gemeenschap en de EURATOM-Gemeenschap ertoe de documenten van algemene strekking op te stellen in de officiële talen van alle lidstaten; dit zijn er na de uitbreiding 20. De Raad dient dus te bepalen dat de Commissie de overeenkomst op zodanige wijze sluit dat de versies in de talen van de nieuwe lidstaten authentiek zijn, zonder formele wijziging van de overeenkomst. Deze additionele overeenkomst zou de vorm moeten aannemen van een aan de overeenkomst gehechte briefwisseling. 11. Gezien het bovenstaande stelt de Commissie de Raad voor: 12. namens de Gemeenschap, na overleg met het Europees Parlement, de overeenkomst inzake wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Gemeenschappen enerzijds en de Zwitserse Bondsstaat anderzijds goed te keuren 13. de Zwitserse autoriteiten mede te delen dat door de Europese Gemeenschap de voor de inwerkingtreding van de overeenkomst nodige procedures zijn voltooid. 2005/0135 (CNS) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EN DE COMMISSIE betreffende de sluiting namens de Europese Gemeenschap en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie van de overeenkomst inzake wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Gemeenschappen enerzijds en de Zwitserse Bondsstaat anderzijds DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE EN DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN, Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 170, juncto artikel 300, lid 2, eerste alinea, eerste zin, Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name op artikel 101, tweede alinea, Gezien het voorstel van de Commissie, Gezien het advies van het Europees Parlement, Overwegende hetgeen volgt: 14. De Commissie heeft namens de Gemeenschappen onderhandelingen gevoerd over een overeenkomst inzake wetenschappelijke en technologische samenwerking met de Zwitserse Bondsstaat, waarbij ook is voorzien in een voorlopige toepassing van de hernieuwde overeenkomst 15. Deze overeenkomst is door de vertegenwoordigers van de partijen op 16 januari 2004 te Brussel ondertekend, onder voorbehoud van sluiting ervan op een latere datum 16. De Verordeningen nr. 1/1958[2] verplichten de Europese Gemeenschap en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie ertoe de documenten van algemene strekking op te stellen in de officiële talen van alle lidstaten; de Commissie zou de overeenkomst op zodanige wijze moeten sluiten dat de versies in de talen van de nieuwe lidstaten authentiek zijn, hetgeen zou moeten gebeuren in de vorm van een aan de overeenkomst gehechte briefwisseling. 17. Het is wenselijk deze overeenkomst goed te keuren, BESLUITEN: Artikel 1 De overeenkomst inzake wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Gemeenschappen en de Zwitserse Bondsstaat wordt goedgekeurd namens de Europese Gemeenschap en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie. De Commissie wordt gemachtigd met de Zwitserse Bondsstaat via een briefwisseling overeen te komen dat de overeenkomst in alle talen van de lidstaten na de uitbreiding van 1 mei 2004 authentiek is. De tekst van de overeenkomst wordt bij dit besluit gevoegd en de briefwisseling wordt aan de overeenkomst gehecht. Artikel 2 De voorzitter van de Raad, namens de Europese Gemeenschap, en de voorzitter van de Commissie, namens de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, verrichten de in artikel 14 van de overeenkomst bedoelde kennisgeving. Gedaan te Brussel, op [...] Voor de Raad Voor de Commissie De voorzitter De voorzitter OVEREENKOMST INZAKE WETENSCHAPPELIJKE EN TECHNOLOGISCHE SAMENWERKING TUSSEN DE EUROPESE GEMEENSCHAP EN DE EUROPESE GEMEENSCHAP VOOR ATOOMENERGIE ENERZIJDS EN DE ZWITSERSE BONDSSTAAT ANDERZIJDS DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, handelend namens de Europese Gemeenschap, en DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN, (hierna "de Commissie" genoemd) handelend namens de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, hierna samen "de Gemeenschappen" genoemd, enerzijds, en DE ZWITSERSE BONDSRAAD, handelend namens de Zwitserse Bondsstaat, hierna "Zwitserland" genoemd, anderzijds, hierna de "partijen" genoemd, OVERWEGENDE dat de nauwe banden tussen Zwitserland en de Europese Gemeenschappen de partijen tot voordeel strekken OVERWEGENDE het belang van wetenschappelijk en technologisch onderzoek voor de Gemeenschappen en voor Zwitserland en hun wederzijds belang bij samenwerking op dit gebied teneinde middelen beter te gebruiken en onnodig dubbel werk te vermijden OVERWEGENDE dat Zwitserland en de Gemeenschappen momenteel onderzoekprogramma's op gebieden van gemeenschappelijk belang ten uitvoer leggen OVERWEGENDE dat de Gemeenschappen en Zwitserland er belang bij hebben in deze programma's tot wederzijds voordeel van de partijen samen te werken OVERWEGENDE het belang dat de partijen erbij hebben de wederzijdse toegang van hun onderzoekentiteiten tot onderzoek-en technologische ontwikkelingsactiviteiten in Zwitserland enerzijds en de kaderprogramma's van de Gemeenschappen voor onderzoek-en technologische ontwikkeling anderzijds aan te moedigen OVERWEGENDE dat de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en Zwitserland in 1978 een samenwerkingsovereenkomst op het gebied van de beheerste thermonucleaire kernversmelting en de plasmafysica hebben gesloten (hierna de "fusieovereenkomst" genoemd) OVERWEGENDE dat de partijen op 8 januari 1986 een kaderovereenkomst voor wetenschappelijke en technologische samenwerking hebben gesloten, welke overeenkomst op 17 juli 1987 in werking is getreden (hierna de "kaderovereenkomst" genoemd) OVERWEGENDE dat in artikel 6 van de kaderovereenkomst is bepaald dat de in de kaderovereenkomst bedoelde samenwerking ten uitvoer dient te worden gelegd door middel van daartoe strekkende overeenkomsten OVERWEGENDE dat de Gemeenschappen en Zwitserland op 21 juni 1999 een overeenkomst inzake wetenschappelijke en technologische samenwerking[3] hebben ondertekend, welke overeenkomst op 31 december 2002 afliep OVERWEGENDE dat in artikel 9, lid 2, van die overeenkomst is voorzien in de hernieuwing van de overeenkomst met het oog op deelname aan nieuwe meerjarige kaderprogramma's voor onderzoek en technologische ontwikkeling onder onderling overeen te komen voorwaarden OVERWEGENDE dat het zesde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie, (2002-2006) (hierna het "zesde EG-kaderprogramma" genoemd) is vastgesteld bij besluit nr. 1513/2002/EG[4] en Verordening (EG) nr. 2321/2002[5] van het Europees Parlement en de Raad en bij de beschikkingen nr. 2002/834/EG[6], 2002/835/EG[7] en 2002/836/EG[8] van de Raad en dat het zesde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) voor onderzoeks-en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie, dat tevens bijdraagt tot de totstandbrenging van de Europese onderzoeksruimte (2002-2006) is vastgesteld bij besluit nr. 2002/668/Euratom[9], Verordening (Euratom) nr. 2322/2002[10] en bij de beschikkingen nr. 2002/837/Euratom[11] en 2002/838/Euratom[12] van de Raad (hierna de "zesde kaderprogramma's van de EG en Euratom" genoemd) OVERWEGENDE dat, onverminderd de bepalingen van de Verdragen tot oprichting van de Gemeenschappen, deze overeenkomst en alle daaronder vallende activiteiten op generlei wijze afbreuk zullen doen aan de bevoegdheden van de lidstaten om met Zwitserland bilaterale activiteiten op het gebied van wetenschap, technologie, onderzoek en ontwikkeling uit te voeren en in voorkomend geval daartoe overeenkomsten te sluiten, ZIJN OVEREENGEKOMEN HETGEEN VOLGT: ARTIKEL 1 Voorwerp van de overeenkomst 1. Onverminderd de fusieovereenkomst geldt voor de vorm van en de voorwaarden voor de Zwitserse deelname aan de uitvoering van de zesde kaderprogramma's van de EG en Euratom het bepaalde in deze overeenkomst. In Zwitserland gevestigde juridische entiteiten kunnen deelnemen aan alle specifieke programma's van de zesde kaderprogramma's van de EG en Euratom. 2. Zwitserse juridische entiteiten kunnen aan de activiteiten van het Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek deelname voorzover op deze deelneming lid 1 niet van toepassing is. 3. In de Europese Gemeenschappen gevestigde juridische entiteiten, met inbegrip van het Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek, kunnen aan Zwitserse onderzoekprogramma's en/of-projecten deelnemen wat betreft onderwerpen die overeenstemmen met die van de programma's van de zesde kaderprogramma's van de EG en Euratom. 4. Voor de doeleinden van deze overeenkomst wordt onder juridische entiteit verstaan natuurlijke persoon of rechtspersoon die overeenkomstig het nationale recht van zijn vestigingsplaats of het Gemeenschapsrecht is opgericht en die rechtspersoonlijkheid bezit en in eigen naam ongeacht welke rechten en plichten kan hebben. Hieronder vallen onder andere universiteiten, onderzoekorganisaties, industriële ondernemingen, met inbegrip van kleine en middelgrote ondernemingen, en personen. ARTIKEL 2 Vormen en middelen van samenwerking De samenwerking kan de volgende vormen aannemen: 1. Deelname van in Zwitserland gevestigde juridische entiteiten aan alle krachtens de zesde kaderprogramma's van de EG en Euratom aangenomen specifieke programma's overeenkomstig de voorwaarden die zijn neergelegd in de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekcentra en universiteiten aan de activiteiten van de Europese Gemeenschap op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie en de activiteiten van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie op het gebied van onderzoek en opleiding. Zwitserland komt naast de lidstaten van de Europese Unie in aanmerking voor elke actie voor gezamenlijke rekening van het zesde kaderprogramma van de EG die wordt uitgevoerd op basis van artikel 169 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, mits aan die actie voor gezamenlijke rekening wordt deelgenomen door ten minste twee lidstaten of geassocieerde kandidaat-lidstaten. 2. Financiële bijdrage van Zwitserland aan de begrotingen van de met het oog op de tenuitvoerlegging van de zesde kaderprogramma's van de EG en Euratom aangenomen programma's overeenkomstig artikel 5, lid 2. 3. Deelname van in de Gemeenschappen gevestigde juridische entiteiten aan door de Bondsraad goedgekeurde Zwitserse onderzoekprogramma's en/of-projecten in verband met onderwerpen die overeenstemmen met die van de zesde kaderprogramma's van de EG en Euratom, overeenkomstig de voorwaarden die zijn neergelegd in de onderscheiden Zwitserse voorschriften en met instemming van de partners in het specifieke project en het beheer van het corresponderende Zwitserse programma. In de Gemeenschappen gevestigde juridische entiteiten die aan Zwitserse onderzoekprogramma's en-projecten deelnemen, dragen hun eigen kosten met inbegrip van hun relatieve aandeel in de kosten van algemeen beheer en administratie van het project. 4. Naast de regelmatige verschaffing van informatie en documentatie over de tenuitvoerlegging van de zesde kaderprogramma's van de EG en Euratom en de Zwitserse programma's en/of projecten kan de samenwerking tussen de partijen de volgende vormen aannemen en met de volgende middelen plaatsvinden: a) regelmatige discussies over de hoofdlijnen en prioriteiten van het onderzoekbeleid en de onderzoekplanning in Zwitserland en de Gemeenschappen b) discussies over de vooruitzichten voor en de ontwikkeling van de samenwerking c) tijdige uitwisseling van informatie over de tenuitvoerlegging van programma's en onderzoekprojecten in Zwitserland en de Gemeenschappen en over de resultaten van de in het kader van deze overeenkomst verrichte werkzaamheden d) gezamenlijke vergaderingen e) bezoeken en uitwisselingen van onderzoekers, ingenieurs en technici f) geregelde permanente contacten tussen programma-of projectbeheerders in Zwitserland en de Gemeenschappen g) deelname van deskundigen aan seminars, symposia en workshops. ARTIKEL 3 Aanpassing De samenwerking kan te allen tijde met instemming van de partijen worden aangepast en uitgebreid. ARTIKEL 4 Intellectuele eigendomsrechten en verplichtingen 1. Onverminderd bijlage A en de toepasselijke wetgeving hebben in Zwitserland gevestigde juridische entiteiten die aan onderzoekprogramma's van de Gemeenschappen deelnemen met betrekking tot de eigendom, het gebruik en de verspreiding van informatie en intellectuele eigendom die uit deze deelname voortvloeien, dezelfde rechten en plichten als in de Europese Gemeenschappen gevestigde juridische entiteiten. Deze bepaling is niet van toepassing op resultaten van projecten die voor de inwerkingtreding van deze overeenkomst al begonnen waren. 2. Onverminderd bijlage A en de toepasselijke wetgeving hebben in de Gemeenschappen gevestigde juridische entiteiten die aan Zwitserse onderzoekprogramma's en/of-projecten deelnemen overeenkomstig artikel 2, onder 3, met betrekking tot de eigendom, het gebruik en de verspreiding van informatie en intellectuele eigendom die uit deze deelname voortvloeien, dezelfde rechten en plichten als in Zwitserland gevestigde juridische entiteiten die aan de betrokken programma's en/of projecten deelnemen. ARTIKEL 5 Financiële bepalingen 1. Verplichtingen die door de Gemeenschappen worden aangegaan vóór de inwerkingtreding van de overeenkomst, alsmede de daaruit voortvloeiende betalingen, brengen geen bijdrage van de zijde van Zwitserland mee. De financiële bijdrage van Zwitserland in verband met de deelname aan de uitvoering van de zesde kaderprogramma's van de EG en Euratom wordt vastgesteld in evenredigheid met en als aanvulling op het bedrag dat jaarlijks op de algemene begroting van de Europese Unie beschikbaar is voor vastleggingskredieten om te voldoen aan de financiële verplichtingen van de Commissie in verband met werkzaamheden die worden uitgevoerd in de vormen die nodig zijn voor de tenuitvoerlegging, het beheer en het functioneren van die programma's en activiteiten die onder deze overeenkomst vallen. 2. De evenredigheidsfactor voor het bepalen van de Zwitserse bijdrage aan de zesde kaderprogramma's van de EG en Euratom, met uitzondering van het fusieprogramma, wordt bepaald door de verhouding tussen het bruto binnenlands product van Zwitserland tegen marktprijzen en de som van de bruto binnenlandse producten van de lidstaten van de Europese Unie tegen marktprijzen. De Zwitserse bijdrage aan het fusieprogramma wordt zoals voorheen berekend op basis van de desbetreffende overeenkomst. Deze verhouding wordt berekend op basis van de meest recente statistieken van EUROSTAT die beschikbaar zijn op het ogenblik waarop het voorontwerp van de begroting van de Europese Unie voor dat jaar wordt bekendgemaakt. 3. De voorwaarden voor de financiële bijdrage van Zwitserland zijn uiteengezet in bijlage B. ARTIKEL 6 Onderzoekcomité Zwitserland/Gemeenschappen 1. Het bij de kaderovereenkomst opgerichte "Onderzoekcomité Zwitserland/ Gemeenschappen" controleert, beoordeelt en draagt zorg voor de juiste uitvoering van deze overeenkomst. Eventuele vraagstukken in verband met de uitvoering of interpretatie van deze overeenkomst worden aan dit comité voorgelegd. 2. Het comité kan besluiten de verwijzingen naar de communautaire teksten in bijlage C te wijzigen. ARTIKEL 7 Deelname 1. Onverminderd artikel 4 hebben in Zwitserland gevestigde juridische entiteiten die aan de zesde kaderprogramma's van de EG en Euratom deelnemen dezelfde contractuele rechten en plichten als in de Gemeenschappen gevestigde entiteiten. 2. Voor in Zwitserland gevestigde juridische entiteiten gelden dezelfde voorwaarden en regels voor de indiening en beoordeling van voorstellen en voor de toekenning en sluiting van contracten in communautaire programma's als voor contracten die in dezelfde programma's met in de Gemeenschappen gevestigde juridische entiteiten worden gesloten. 3. Bij de keuze van beoordelaars of onafhankelijke deskundigen voor de communautaire programma's voor onderzoek en technologische ontwikkeling wordt rekening gehouden met een passend aantal Zwitserse deskundigen. 4. Onverminderd artikel 1, lid 3, artikel 2, onder 3, en artikel 4, lid 2 en onverminderd de bestaande voorschriften en procedures zijn de voorwaarden en regels voor de deelname van in de Gemeenschappen gevestigde juridische entiteiten aan de programma's en/of projecten van Zwitserse onderzoekprogramma's als bedoeld in artikel 2, onder 3, gelijkwaardig aan die welke voor Zwitserse projectpartners gelden. Aan de deelname van een of meer in de Gemeenschappen gevestigde juridische entiteiten aan een project kunnen de Zwitserse autoriteiten de voorwaarde verbinden dat ten minste één Zwitserse entiteit deelneemt. ARTIKEL 8 Mobiliteit Elke partij garandeert in overeenstemming met de bestaande voorschriften en overeenkomsten de toegang en het verblijf van onderzoekers en-voorzover onmisbaar voor een succesvolle uitvoering van de betrokken activiteit-van een beperkt aantal van hun onderzoekpersoneel, dat in Zwitserland en in de Gemeenschappen deelneemt aan de activiteiten die onder deze overeenkomst vallen. ARTIKEL 9 Herziening en toekomstige samenwerking 1. Als de Gemeenschappen hun onderzoekprogramma's herzien of uitbreiden, kan deze overeenkomst onder onderling overeen te komen voorwaarden worden herzien of uitgebreid. De partijen wisselen vooraf informatie en standpunten uit in verband met een dergelijke herziening of uitbreiding en over alle zaken die direct of indirect gevolgen hebben voor de samenwerking van Zwitserland op de gebieden die deel uitmaken van de zesde kaderprogramma's van de EG en Euratom. Zwitserland wordt van de exacte inhoud van de herziene of uitgebreide programma's in kennis gesteld binnen twee weken nadat zij door de Gemeenschappen zijn aangenomen. Als de onderzoekprogramma's worden herzien of uitgebreid, kan Zwitserland de onderhavige overeenkomst opzeggen met een opzegtermijn van zes maanden. Deze kennisgeving van het voornemen om deze overeenkomst op te zeggen of uit te breiden, wordt binnen drie maanden na de vaststelling van het besluit van de Gemeenschappen gedaan. 2. Als de Gemeenschappen nieuwe meerjarige kaderprogramma's voor onderzoek en technologische ontwikkeling aannemen, kan deze overeenkomst onder onderling door de partijen overeen te komen voorwaarden worden herzien of hernieuwd. De partijen wisselen via het Onderzoekcomité Zwitserland/ Gemeenschappen informatie en standpunten uit in verband met het opstellen van dergelijke programma's of andere lopende en toekomstige onderzoekactiviteiten. ARTIKEL 10 Relatie met andere internationale overeenkomsten De bepalingen van deze overeenkomst blijven van kracht onverminderd de voordelen die voortvloeien uit andere internationale overeenkomsten die één van de partijen binden en enkel juridische entiteiten gevestigd op het grondgebied van die partij deze voordelen bieden. ARTIKEL 11 Territoriale toepassing Deze overeenkomst is van toepassing op het grondgebied waar de Verdragen tot oprichting van de Gemeenschappen van toepassing zijn en onder de in die Verdragen neergelegde voorwaarden, enerzijds, en op het grondgebied van Zwitserland anderzijds. ARTIKEL 12 Bijlagen De bijlagen A, B en C zijn een integrerend onderdeel van deze Overeenkomst. ARTIKEL 13 Wijziging en opzegging 1. Deze overeenkomst wordt hierbij gesloten voor de duur van de zesde kaderprogramma's van de EG en Euratom. 2. Deze overeenkomst kan alleen schriftelijk worden gewijzigd met instemming van beide partijen. Voor de inwerkingtreding van de wijzigingen geldt de procedure die ook op deze overeenkomst van toepassing is. 3. Elk van beide partijen kan deze overeenkomst te allen tijde beëindigen met een opzegtermijn van zes maanden. 4. Projecten en activiteiten die lopen op het ogenblik waarop deze overeenkomst wordt beëindigd en/of afloopt, worden onder de in deze overeenkomst neergelegde voorwaarden voortgezet totdat zij zijn voltooid. De partijen regelen in onderlinge overeenstemming de eventuele andere gevolgen van de beëindiging. ARTIKEL 14 Inwerkingtreding en voorlopige toepassing 1. Deze overeenkomst wordt door de partijen bekrachtigd of gesloten volgens hun onderscheiden regels. De overeenkomst wordt van kracht op de datum van de laatste kennisgeving van de voltooiing van de daartoe vereiste procedures en treedt in werking op 1 januari 2004. 2. Wanneer de procedures voor de bekrachtiging of sluiting van de ondertekende overeenkomst niet in 2003 worden voltooid, passen de partijen deze overeenkomst op voorlopige basis toe vanaf 1 januari 2004 totdat de overeenkomst in werking is getreden. Indien een partij de andere partij meedeelt dat zij de overeenkomst niet zal sluiten, wordt hierbij overeengekomen dat: - de Gemeenschappen Zwitserland zijn bijdrage aan de algemene begroting van de Europese Unie, als bedoeld in artikel 2, onder 2, zullen terugbetalen - bedragen die door de Gemeenschap zijn vastgelegd in verband met de deelname van in Zwitserland gevestigde juridische entiteiten aan werkzaamheden onder contract, met inbegrip van in artikel 2, onder 1, bedoelde vergoedingen, worden evenwel door de Gemeenschappen in mindering gebracht op de bovengenoemde terugbetaling - projecten en activiteiten die in het kader van deze voorlopige toepassing zijn opgezet en die op het ogenblik van de bovengenoemde mededeling gaande zijn, worden onder de in deze overeenkomst neergelegde voorwaarden voortgezet totdat zij zijn voltooid. Deze overeenkomst is opgesteld in tweevoud in de Deense, de Duitse, de Engelse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Italiaanse, de Nederlandse, de Portugese, de Spaanse en de Zweedse taal, zijnde alle teksten gelijkelijk authentiek. Gedaan te Voor de Europese Gemeenschappen Voor de Zwitserse Bondsstaat BIJLAGE A BEGINSELEN INZAKE DE TOEKENNING VAN INTELLECTUELE-EIGENDOMSRECHTEN I. WERKINGSSFEER Voor de toepassing van deze overeenkomst heeft "intellectuele eigendom" de betekenis die daaraan wordt toegekend in artikel 2 van het Verdrag tot oprichting van de Wereldorganisatie voor de intellectuele eigendom, gesloten te Stockholm op 14 juli 1967. In de zin van deze overeenkomst wordt onder kennis verstaan de resultaten, met inbegrip van informatie, al dan niet beschermbaar, alsmede de auteursrechten of aan de genoemde resultaten verbonden rechten ten gevolge van de aanvraag of eventuele toekenning van octrooien, tekeningen en modellen, kwekersrechten, aanvullende beschermingscertificaten of soortgelijke vormen van bescherming. II. INTELLECTUELE-EIGENDOMSRECHTEN VAN DE JURIDISCHE ENTITEITEN VAN DE PARTIJEN 1. Elke partij zorgt ervoor dat de intellectuele eigendomsrechten van juridische entiteiten van de andere partij die deelnemen aan activiteiten die overeenkomstig deze overeenkomst worden uitgevoerd, en aanverwante rechten en plichten die uit een dergelijke deelname voortvloeien, worden behandeld in overeenstemming met de terzake geldende internationale overeenkomsten die op de partijen van toepassing zijn, met inbegrip van de TRIPS-overeenkomst (overeenkomst inzake de handelsaspecten van de intellectuele eigendom, die door de Wereldhandelsorganisatie wordt beheerd), de Conventie van Bern (Akte van Parijs 1971) en de Conventie van Parijs (Akte van Stockholm 1967). 2. Juridische entiteiten uit Zwitserland die aan werkzaamheden onder contract van de zesde kaderprogramma's van de EG en Euratom deelnemen, hebben met betrekking tot intellectuele eigendom rechten en plichten onder de voorwaarden die zijn vastgelegd in Verordening (EG) nr. 2321/2002 van het Europees Parlement en de Raad[13], Verordening (Euratom) nr. 2322/2002 van de Raad[14] en in het met de Gemeenschappen gesloten contract, waarbij moet worden voldaan aan het bepaalde in punt 1. Indien Zwitserland deelneemt aan werkzaamheden onder contract van het zesde EG-kaderprogramma die op grond van artikel 169 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap ten uitvoer worden gelegd, heeft Zwitserland dezelfde rechten en plichten met betrekking tot intellectuele eigendom als de deelnemende lidstaten, zoals vastgelegd in de desbetreffende verordening van het Europees Parlement en de Raad en in het met de Europese Gemeenschap gesloten contract, waarbij moet worden voldaan aan het bepaalde in punt 1. 3. Juridische entiteiten uit de Europese Unie die aan Zwitserse onderzoekprojecten en/of programma's deelnemen, hebben met betrekking tot intellectuele eigendom dezelfde rechten en plichten als in Zwitserland gevestigde juridische entiteiten die aan deze onderzoekprojecten of programma's deelnemen, waarbij moet worden voldaan aan het bepaalde in punt 1. III. INTELLECTUELE-EIGENDOMSRECHTEN VAN DE PARTIJEN 1. Tenzij door de partijen uitdrukkelijk anderszins overeengekomen, zijn de volgende regels van toepassing op kennis die door de partijen is voortgebracht in het kader van werkzaamheden als bedoeld in artikel 2, onder 4, van deze overeenkomst: a) De partij die deze kennis voortbrengt, is daarvan de eigenaar. Indien hun respectieve aandeel in het werk niet kan worden vastgesteld, is die kennis de gezamenlijke eigendom van de partijen. b) De partij die eigenaar is van die kennis, verleent de andere partij toegangsrechten daartoe voor de uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 2, onder 4, van deze overeenkomst. Deze toegangsrechten worden vrij van royalty's verleend. 2. Tenzij door de partijen uitdrukkelijk anderszins overeengekomen, zijn de volgende regels van toepassing op wetenschappelijke publicaties van de partijen: a) Indien een partij in tijdschriften, artikelen, rapporten, boeken, video-opnamen of computerprogramma's wetenschappelijke en technische gegevens, informatie en resultaten publiceert, die het resultaat zijn van in het kader van deze overeenkomst uitgevoerde werkzaamheden, wordt de andere partij een wereldwijd geldend, niet-exclusief, onherroepelijk recht met vrijstelling van royalty's verleend om die werken te vertalen, te bewerken, te verspreiden en openbaar te maken. b) Op alle voor publicatie bestemde exemplaren van gegevens en informatie die door het auteursrecht worden beschermd en die in het kader van dit punt tot stand zijn gekomen, dient de naam van de auteur(s) van het werk te worden vermeld, tenzij de auteur uitdrukkelijk daarvan af wenst te zien. Ook moet op een duidelijk zichtbare plaats worden verwezen naar de gezamenlijke steun van de partijen. 3. Tenzij door de partijen uitdrukkelijk anderszins overeengekomen, zijn de volgende regels van toepassing op niet openbaar te maken informatie van de partijen: a) Wanneer aan de andere partij informatie betreffende in het kader van deze overeenkomst uitgevoerde werkzaamheden wordt meegedeeld, stelt elke partij vast welke informatie zij niet openbaar wenst te maken. b) De ontvangende partij kan onder eigen verantwoordelijkheid, speciaal ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze overeenkomst, niet openbaar te maken informatie meedelen aan instanties of personen die onder haar gezag vallen. c) Indien de partij die niet openbaar te maken gegevens verstrekt, hiermee schriftelijk instemt, mag de ontvangende partij deze gegevens op een ruimere schaal verspreiden dan volgens punt 3b) is toegestaan. De partijen werken samen procedures uit voor het aanvragen en verkrijgen van voorafgaande schriftelijke toestemming voor de verspreiding op ruimere schaal; elke partij verleent deze goedkeuring voor zover dit in het kader van haar binnenlands beleid en haar nationale voorschriften en wetten mogelijk is. d) Niet op schrift gestelde niet openbaar te maken gegevens of andere vertrouwelijke informatie die worden verstrekt tijdens studiedagen en andere bijeenkomsten van vertegenwoordigers van de partijen, welke in het kader van deze overeenkomst plaatsvinden, of gegevens verkregen door de indienstneming van personeel, het gebruik van voorzieningen of werkzaamheden onder contract, blijven vertrouwelijk, wanneer de ontvanger van dergelijke niet openbaar te maken of anderszins vertrouwelijke gegevens is gewezen op het vertrouwelijke karakter van de meegedeelde informatie, voordat deze mededeling plaatsvond, overeenkomstig punt 3a). e) Elke partij zorgt ervoor dat niet openbaar te maken informatie die zij in overeenstemming met de punten 3a) en 3d) ontvangt, wordt beschermd zoals in deze overeenkomst is bepaald. Indien één van de partijen zich realiseert dat zij niet in staat is, of redelijkerwijs verwacht niet in staat te zullen zijn, om de in de punten 3a) en 3d) vervatte bepalingen inzake niet-verspreiding na te leven, stelt zij de andere partij daarvan onmiddellijk in kennis. De partijen plegen vervolgens overleg om een passende gedragslijn vast te stellen. BIJLAGE B FINANCIËLE REGELS VOOR DE IN ARTIKEL 5 VAN DEZE OVEREENKOMST BEDOELDE FINANCIËLE BIJDRAGE VAN ZWITSERLAND I. VASTSTELLING VAN DE FINANCIËLE BIJDRAGE 1. Zo spoedig mogelijk en uiterlijk voor 1 september van elk jaar deelt de Europese Commissie Zwitserland, samen met de nodige achtergrondinformatie, het volgende mede: a) de bedragen van de vastleggingskredieten op de staat van uitgaven van het voorontwerp van de begroting van de Europese Unie die betrekking hebben op de beide kaderprogramma's, b) het op basis van het voorontwerp van de begroting geraamde bedrag van de bijdrage van Zwitserland in verband met zijn deelname aan de beide kaderprogramma's. Om de interne begrotingsprocedures te vergemakkelijken, verschaffen de diensten van de Commissie echter uiterlijk op 30 mei van elk jaar reeds de corresponderende indicatieve bedragen. 2. Zodra de algemene begroting definitief is vastgesteld, deelt de Commissie Zwitserland de bovenstaande met de deelname van Zwitserland corresponderende bedragen op de staat van uitgaven mede. II. BETALINGSPROCEDURES 1. Uiterlijk op 15 juni en 15 november van elk begrotingsjaar doet de Commissie aan Zwitserland een verzoek tot storting in verband met de bijdrage van Zwitserland in het kader van deze overeenkomst. Dit verzoek tot storting betreft de betaling van onderscheidenlijk: - zes twaalfden van de bijdrage van Zwitserland uiterlijk op 20 juli, en - zes twaalfden van de bijdrage van Zwitserland uiterlijk op 15 december. In het laatste jaar van de beide kaderprogramma's wordt het volledige bedrag van de bijdrage van Zwitserland evenwel uiterlijk op 20 juli betaald. 2. De bijdrage van Zwitserland wordt uitgedrukt en betaald in euro. 3. Zwitserland betaalt zijn bijdrage in het kader van deze overeenkomst volgens het in punt 1 vermelde tijdschema. Voor elke te late betaling wordt interest betaald ten belope van de Interbank Offered Rate voor één maand in euro (EURIBOR) als gegeven op pagina 248 van Telerate. Dit percentage wordt met 1,5 % verhoogd voor elke maand achterstand. De verhoogde interest geldt voor de gehele periode van de betalingsachterstand. De interest is evenwel pas verschuldigd als de betaling meer dan dertig dagen na de in punt 1 genoemde termijnen plaatsvindt. 4. Reiskosten van Zwitserse vertegenwoordigers en deskundigen in verband met hun deelname aan de werkzaamheden van onderzoekcomités en in verband met de tenuitvoerlegging van de beide kaderprogramma's worden door de Commissie vergoed op dezelfde grondslag en volgens de procedures die gelden voor vertegenwoordigers en deskundigen van de lidstaten van de Gemeenschappen. III. VOORWAARDEN VOOR DE TENUITVOERLEGGING 1. De financiële bijdrage van Zwitserland aan de beide kaderprogramma's overeenkomstig artikel 5 van de overeenkomst blijft normaliter gedurende het betrokken begrotingsjaar ongewijzigd. 2. Bij de afsluiting van de rekeningen over elk begrotingsjaar (n) gaat de Commissie in het kader van de opstelling van de jaarrekening over tot een regularisering van de rekeningen in verband met de bijdrage van Zwitserland, rekening houdend met wijzigingen die zich in de loop van het begrotingsjaar hebben voorgedaan door overschrijvingen, annuleringen, overboekingen of aanvullende en gewijzigde begrotingen. Deze regularisering vindt plaats ten tijde van de eerste betaling voor het jaar n+1. De laatste regularisering vindt evenwel uiterlijk plaats in juli van het vierde jaar na de afloop van de beide kaderprogramma's. Betalingen van Zwitserland worden ten gunste van de programma's van de Gemeenschappen als in de begroting opgenomen ontvangsten geboekt onder de passende begrotingslijn van de staat van ontvangsten van de algemene begroting van de Europese Unie. IV. INFORMATIE 1. Uiterlijk op 31 mei van elk begrotingsjaar (n+1) wordt de staat van de kredieten voor de beide kaderprogramma's in verband met het voorgaande begrotingsjaar (n) opgesteld en ter informatie aan Zwitserland toegezonden in de voor de jaarrekening van de Commissie gebruikelijke opmaak. 2. De Commissie deelt Zwitserland alle andere algemene financiële gegevens over de uitvoering van de beide kaderprogramma's mee die ter beschikking van geassocieerde staten worden gesteld. BIJLAGE C FINANCIËLE CONTROLE VAN DE ZWITSERSE DEELNEMERS AAN DE PROGRAMMA'S VAN DE GEMEENSCHAPPEN IN HET KADER VAN DEZE OVEREENKOMST I. RECHTSTREEKSE CONTACTEN De Commissie neemt rechtstreeks contact op met de in Zwitserland gevestigde deelnemers aan de zesde kaderprogramma's van de EG en Euratom en met hun subcontractanten. Deze kunnen alle dienstige informatie en documentatie die zij moeten verstrekken op grond van de in deze overeenkomst genoemde instrumenten en de ter uitvoering daarvan gesloten contracten, rechtstreeks aan de Commissie toezenden. II. AUDITS 1. Overeenkomstig de Verordeningen (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van 25 juni 2002 en (EG, Euratom) nr. 2342/2002 van 23 december 2002 en de andere regels waarnaar deze overeenkomst verwijst, kan in de met de in Zwitserland gevestigde deelnemers aan het programma gesloten contracten worden bepaald dat functionarissen van de Commissie of andere door haar gemachtigde personen bij hen en hun subcontractanten te allen tijde wetenschappelijke, financiële, technologische of andere audits kunnen uitvoeren. 2. Aan de functionarissen van de Commissie en andere door haar gemachtigde personen wordt passende toegang geboden tot lokaties, werken en documenten en tot alle nodige informatie, inclusief informatie in elektronische vorm, om deze audits uit te voeren. Dit toegangsrecht wordt uitdrukkelijk vermeld in de contracten die worden gesloten ingevolge de in deze overeenkomst vermelde instrumenten. 3. De Europese Rekenkamer heeft dezelfde rechten als de Commissie. 4. De audits kunnen ook worden uitgevoerd na afloop van de zesde kaderprogramma's van de EG en Euratom of deze overeenkomst, overeenkomstig de in de betrokken contracten neergelegde voorwaarden. 5. De Zwitserse financiële controledienst (Eidgenössische Finanzkontrolle) wordt van tevoren in kennis gesteld van de audits die op het Zwitserse grondgebied worden uitgevoerd. Deze kennisgeving is geen juridische voorwaarde voor de uitvoering van de audits. III. CONTROLES TER PLAATSE 1. In het kader van deze overeenkomst is de Commissie (OLAF) gemachtigd om overeenkomstig de regels en voorwaarden van Verordening (EG, Euratom) nr. 2185/96 van de Raad van 11 november 1996 op het Zwitserse grondgebied controles en verificaties ter plaatse uit te voeren. 2. De controles en verificaties ter plaatse worden door de Commissie voorbereid en uitgevoerd in nauwe samenwerking met de Eidgenössische Finanzkontrolle of andere door de Eidgenössische Finanzkontrolle aangewezen bevoegde Zwitserse instanties, die tijdig in kennis worden gesteld van het voorwerp, het doel en de juridische grondslag van de controles en verificaties, zodat zij alle nodige hulp kunnen bieden. De functionarissen van de bevoegde Zwitserse instanties kunnen daartoe deelnemen aan de controles en verificaties ter plaatse. 3. Wanneer de betrokken Zwitserse instanties dat verlangen, worden de controles en verificaties ter plaatse gezamenlijk door de Commissie en henzelf uitgevoerd. 4. Wanneer de deelnemers aan de zesde kaderprogramma's van de EG en Euratom zich verzetten tegen een controle of verificatie ter plaatse, verlenen de Zwitserse instanties aan de controleurs van de Commissie, in overeenstemming met de nationale voorschriften, de nodige bijstand om hen in staat te stellen hun taken wat de controles en verificaties ter plaatse betreft uit te voeren. 5. De Commissie stelt de Eidgenössische Finanzkontrolle onverwijld in kennis van elk feit of elke verdenking in verband met een onregelmatigheid waarvan zij in verband met de uitvoering van de controle of verificatie ter plaatse kennis heeft gekregen. De Commissie stelt in ieder geval de bovengenoemde instantie in kennis van het resultaat van deze controles en verificaties. IV. INFORMATIE EN OVERLEG 1. Met het oog op een goede uitvoering van deze bijlage wisselen de bevoegde Zwitserse en communautaire instanties regelmatig informatie uit en plegen zij op verzoek van een van hen overleg. 2. De bevoegde Zwitserse instanties stellen de Commissie onverwijld in kennis van elk feit of elke verdenking waarvan zij kennis hebben gekregen betreffende onregelmatigheden in verband met de sluiting en uitvoering van de contracten die worden gesloten ingevolge de in deze overeenkomst genoemde instrumenten. V. VERTROUWELIJKHEID Ingevolge deze bijlage meegedeelde of verkregen informatie, in eender welke vorm, valt onder het beroepsgeheim en wordt op dezelfde wijze beschermd als soortgelijke informatie wordt beschermd krachtens het Zwitserse recht en de overeenkomstige bepalingen die gelden voor de Instellingen van de Gemeenschappen. Deze informatie mag niet worden meegedeeld aan andere personen dan die welke binnen de Instellingen van de Gemeenschappen of in de lidstaten of Zwitserland op grond van hun functie op de hoogte moeten zijn van deze informatie, en mag niet worden gebruikt voor andere doeleinden dan het waarborgen van een doeltreffende bescherming van de financiële belangen van de partijen. VI. ADMINISTRATIEVE MAATREGELEN EN SANCTIES Onverminderd de toepassing van het Zwitserse strafrecht kan de Commissie administratieve maatregelen en sancties opleggen in overeenstemming met de Verordeningen (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van 25 juni 2002 en (EG, Euratom) nr. 2342/2002 van 23 december 2002 en Verordening (EG, Euratom) nr. 2988/95 van de Raad van 18 december 1995 betreffende de bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen. VII. INVORDERING EN TENUITVOERLEGGING Besluiten die de Commissie ingevolge het zesde EG-kaderprogramma neemt binnen het toepassingsgebied van deze overeenkomst, welke voor natuurlijke of rechtspersonen, met uitzondering van de staten, een geldelijke verplichting inhouden, vormen in Zwitserland executoriale titel. De formule van tenuitvoerlegging wordt, zonder andere controle dan de verificatie van de authenticiteit van de titel, aangebracht door de autoriteit die daartoe door de Zwitserse regering wordt aangewezen. Van de aanwijzing geeft zij kennis aan de Commissie. De tenuitvoerlegging vindt plaats volgens de Zwitserse regels. De rechtsgeldigheid van het besluit dat executoriale titel vormt, wordt ter controle voorgelegd aan het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen. Arresten van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen die worden gewezen ingevolge een arbitrageclausule in een contract onder de zesde kaderprogramma's van de EG en Euratom vormen onder dezelfde voorwaarden executoriale titel. BIJLAGE D ONTWERP VAN BRIEFWISSELING [pic] | EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL ONDERZOEK De Directeur-generaal | Brussel,RTD/AM/IB D(2004) Ambassadeur van de Zwitserse Bondsstaat Ref.: W&T-associatieovereenkomst tussen de EU en de Zwitserse Bondsstaat Betreft: aanpassing van de overeenkomst na uitbreiding van de EU op 1.5.2004 Excellentie, Na de uitbreiding van de Europese Unie tot 25 lidstaten op 1 mei 2004 moeten wij onze rechtsteksten (overeenkomsten enz.) in overeenstemming brengen met het toetredingsverdrag en de desbetreffende wetgeving, van toepassing na de toetredingsdatum. De overeenkomst inzake wetenschappelijke en technologische samenwerking waarbij Zwitserland met de zesde kaderprogramma's wordt geassocieerd en die op 16 januari 2004 voor EU-15 en EURATOM-15 is ondertekend, wordt geacht te zijn gesloten door EU-25 en EURATOM-25. Het is bijgevolg onze gemeenschappelijke interpretatie dat de term Europese Gemeenschap in de bestaande teksten van de overeenkomst vanaf 1.5.2004 geacht wordt te verwijzen naar de 25 lidstaten. Juridisch gezien zijn de versies in de talen van de nieuwe lidstaten niet authentiek krachtens de overeenkomst, maar is deze toch bindend voor de nieuwe lidstaten. Aangezien Verordening nr. 1 tot regeling van het taalgebruik in de EU de Gemeenschap verplicht documenten van algemene strekking op te stellen in de 20 officiële talen, heeft de Raad bepaald dat de versies in de talen van de nieuwe lidstaten eveneens authentiek zijn, zonder formele wijziging van de overeenkomst. Een formele briefwisseling, die bij het “Bureau Overeenkomsten” van de Raad als officieel wordt geregistreerd, moet deze procedure legaliseren. Gelieve mij te bevestigen of de autoriteiten van uw land deze "gemeenschappelijke interpretatie" delen waardoor deze procedure wordt gelegaliseerd. Met het oog op een vlotte afwikkeling zou ik het op prijs stellen indien u dit zo spoedig mogelijk doet. Ik hoop dat u hiervoor begrip heeft en zie uw standpunt over dit onderwerp van gemeenschappelijk belang gaarne tegemoet. Met bijzondere hoogachting,Achilleas MITSOS LEGISLATIVE FINANCIAL STATEMENT 18. NAME OF THE PROPOSAL: Proposal for a Decision of the Council and of the Commission on the signature on behalf of the European Community and the European Atomic Energy Community of the Agreement on Scientific And Technological Cooperation between the European Communities of the one part and the Swiss Confederation of the other part 19. ABM/ABB FRAMEWORK Policy area(s) concerned and associated activity/activities: 08.81 Policy strategy and coordination for DG RTD 20. BUDGET LINES 21. Budget lines (operational lines and related technical and administrative assistance lines (ex-BA lines)) including headings: 22. Participation in indirect action by Swiss entities, as well as costs in connection with the implementation of the Agreement (workshops, seminars, meetings) will be charged to the specific budget lines for the specific programmes of the Framework Programmes of the European Community and of the European Atomic Energy Community (xx 01.05.03). 23. Swiss participationChapter 60 (revenue), Articles 10.02.05, 10.03.04, 02.03.03, 06.06.04, 08.12.03, 09.04.04, 11.05.02 (expenditure) (Title 3).Switzerland's contribution to the Framework Programmes’ budget will be proportionate to its GDP compared with that of the Union (see point 2.5), with the exception of its contribution to the budget of the priority thematic area of research "Controlled thermonuclear fusion" in the Euratom Framework Programme, where its contribution will be proportionate to its GDP compared with the sum of its GDP plus that of the Union. It will be allocated to the various specific programmes of the Framework Programme in proportion to their budgets. 24. Duration of the action and of the financial impact: 1 January 2004 to 31 December 2006. Renewal arrangements are laid down in Article 9 of the Agreement. 25. Budgetary characteristics ( add rows if necessary ): Budget line | Type of expenditure | New | EFTA contribution | Contributions from applicant countries | Heading in financial perspective | xx.01.05.03 | NCE | NDA[15] | NO | YES | YES | No 3 | 26. SUMMARY OF RESOURCES 27. Financial resources 28. Summary of commitment appropriations (CA) and payment appropriations (PA) EUR million (to 3 decimal places) Expenditure type | Section No | Year n | n + 1 | n + 2 | n + 3 | n + 4 | n + 5 and later | Total | Operational expenditure [16] | Commitment appropriations (CA) | 8.1 | a | Payment appropriations (PA) | b | Administrative expenditure included in reference amount [17] | Technical & administrative assistance (NDA) | 8.2.4 | c | TOTAL REFERENCE AMOUNT | Commitment appropriations | a+c | Payment appropriations | b+c | Administrative expenditure not included in reference amount [18] | Human resources and associated expenditure (NDA) | 8.2.5 | d | Administrative costs, other than human resources and associated costs, not included in reference amount (NDA) | 8.2.6 | e | Total indicative financial cost of action TOTAL CA including cost of human resources | a+c+d+e | TOTAL PA including cost of human resources | b+c+d+e | Co-financing details If the proposal involves co-financing by Member States, or other bodies (please specify which), an estimate of the level of this co-financing should be indicated in the table below (additional lines may be added if different bodies are foreseen for the provision of the co-financing): EUR million (to 3 decimal places) Co-financing body | Year n | n + 1 | n + 2 | n + 3 | n + 4 | n + 5 and later | Total | …………………… | f | TOTAL CA including co-financing | a+c+d+e+f | 29. Compatibility with financial programming X Proposal is compatible with existing financial programming. ( Proposal will entail reprogramming of the relevant heading in the financial perspective. ( Proposal may require application of the provisions of the Interinstitutional Agreement [19] (flexibility instrument or revision of the financial perspective). 30. Financial impact on revenue ( Proposal has no financial implications on revenue X Proposal has financial impact – the effect on revenue is as follows: NB: All details and observations relating to the method of calculating the effect on revenue are shown in a separate annex. EUR million (to one decimal place) Prior to action [Year n-1] | Situation following action | Total number of human resources | 1 | 1 | 1 | Use of existing human resources. The Commission is not requesting additional staff to manage the agreement. 31. CHARACTERISTICS AND OBJECTIVES Details of the context of the proposal are required in the Explanatory Memorandum. This section of the Legislative Financial Statement should include the following specific additional information: 32. Need to be met in the short or long term This legislative proposal is the last stage before the ratification of the agreement aimed at fully associating Switzerland in the activities of the Sixth Framework Programme. 33. Value-added of Community involvement and coherence of the proposal with other financial instruments and possible synergy Community funding is indispensable as the planned cooperation forms part of the implementation of the Framework Programmes, including the budget section: participation by Switzerland in the specific programmes and administrative expenditure by the Community side (missions by experts and EU officials; organisation of workshops, seminars and meetings in the European Community and Switzerland). 34. Objectives, expected results and related indicators of the proposal in the context of the ABM framework The Agreement should enable Switzerland and the Community to derive mutual benefit from the scientific and technical progress achieved through their reciprocal research programmes, with participation by the Swiss scientific community and industry in programmes under the Framework RTD Programmes of the European Communities and non-subsidised participation in Swiss publicly financed research activities by entities established in the Community. Beneficiaries in the European Community and Switzerland will be the scientific community, industry and the population generally, thanks to the direct and indirect impact of cooperation. 35. Method of implementation (indicative) X Centralised management X directly by the Commission ( indirectly by delegation to: ( Executive Agencies, ( bodies set up by the Communities, as referred to in Art. 185 of the Financial Regulation, ( national public-sector bodies/bodies with a public-service mission. ( Shared or decentralised management ( with Member States ( with third countries ( Joint management with international organisations (please specify) Comments: 36. MONITORING AND EVALUATION 37. Monitoring system The Commission departments will regularly evaluate all the actions carried out under the cooperation agreement, which will also be subject to a joint annual evaluation by the Community and Switzerland. This evaluation will cover: (a) Performance indicators - number of proposals put forward by Switzerland per specific programme compared with the number of proposals selected for funding under the programme - number of proposals put forward by Switzerland compared with the number of proposals selected for funding under the Framework Programmes - number of proposals put forward under the specific programmes of the Framework Programmes compared with the relative share (1%) of Switzerland's participation in those programmes - number of Swiss proposals selected for funding in the specific programmes of the Framework Programme compared with Switzerland's relative participation in those programmes. (b) Gathering of information: On the basis of data from the specific programmes of the Framework Programmes. (c) Overall evaluation: At the end of the Sixth Framework Programmes, the Commission will evaluate all the cooperation actions covered by the Agreement. 38. Evaluation 39. Ex-ante evaluation A study on the impact of the agreement associating Switzerland in the Fifth Framework Programmes was carried out in order to evaluate the merits of its association in FP6. 40. Measures taken following an intermediate/ex-post evaluation (lessons learned from similar experiences in the past) The relevant partners on both sides will be informed about the practical arrangements for taking part in the specific programmes under the Framework Programmes. The information will be passed on in accordance with the recommendations of the Joint Cooperation Committee. 41. Terms and frequency of future evaluation The Parties to the Agreement will evaluate the application thereof annually in the meetings of the Joint Research Committee referred to in Article 6 thereof. Renewal of this Agreement will also be submitted for assessment by each of the Parties, which could include an impact assessment entrusted to third parties. 42. ANTI-FRAUD MEASURES When the implementation of the Framework Programmes calls for the use of external contractors or entails granting financial contributions to third parties, the Commission will carry out financial audits, where appropriate, in particular if it has reasons to doubt the realistic nature of work performed or described in the activity reports. The Community's financial audits will be carried out either by its own staff or by accounting experts approved according to the law of the audited party. The Community will choose the latter freely, while avoiding any risks of conflicts of interest which might be indicated to it by the party subject to the audit. In addition, the Commission will make sure, in carrying out the research activities, that the financial interests of the European Communities are protected by effective checks and, in case of detected irregularities, deterrent and proportionate measures and sanctions. In order to achieve this aim, rules on checks, measures and sanctions, with reference to Regulations Nos 2988/95, 2185/96, 1073/99 and 1074/99, will be incorporated in all contracts used in the implementation of the Framework Programmes. In particular, the following points will have to be provided for in the contracts : the introduction of specific contractual clauses to protect the financial interests of the EC in carrying out checks and controls in relation to the work performed the participation of administrative inspectors in the field of fraud-fighting, in accordance with Regulations Nos 2185/96, 1073/1999 and 1074/1999 the application of administrative sanctions for all intentional or negligent irregularities in the implementation of the contracts , in accordance with Framework Regulation No 2988/95, including a black-listing mechanism the fact that possible recovery orders in case of irregularities and fraud be enforceable according to Article 256 of the EC Treaty and Article 164 of the EAEC Treaty. In addition and as routine measures, a control programme in respect of scientific and budgetary aspects will be carried out by the DG Research staff responsible. Local inspections will be carried out by the European Court of Auditors. Finally, Annex C to the draft Agreement provides for recognition by Switzerland of the Community's right to conduct on-the-spot inspections on the premises of Swiss entities receiving funds from the Framework Programmes, together with recognition of the enforceability of recovery orders issued on the basis of Article 256 of the EC Treaty, the enforceability of judgments of the Court of Justice of the European Communities and arrangements for cooperation between the Swiss and Community authorities. 43. DETAILS OF RESOURCES 44. Objectives of the proposal in terms of their financial cost Commitment appropriations in EUR million (to 3 decimal places) 46. Description of tasks deriving from the action Management of the agreement will entail frequent missions by EU experts and officials to Switzerland 47. Sources of human resources (statutory) (When more than one source is stated, please indicate the number of posts originating from each of the sources) X Posts currently allocated to the management of the programme to be replaced or extended ( Posts pre-allocated within the APS/PDB exercise for year n ( Posts to be requested in the next APS/PDB procedure ( Posts to be redeployed using existing resources within the managing service (internal redeployment) ( Posts required for year n although not foreseen in the APS/PDB exercise of the year in question 48. Other administrative expenditure included in reference amount (XX 01 04/05 – Expenditure on administrative management) EUR million (to 3 decimal places) Budget line (number and heading) | Year n | Year n+1 | Year n+2 | Year n+3 | Year n+4 | Year n+5 and later | TOTAL | Other technical and administrative assistance | -intra muros | -extra muros | Total technical and administrative assistance | 49. Financial cost of human resources and associated costs not included in the reference amount EUR million (to 3 decimal places) Type of human resources | Year n | Year n+1 | Year n+2 | Year n+3 | Year n+4 | Year n+5 and later | Officials and temporary staff (XX 01 01) | Staff financed by Art XX 01 02 (auxiliary, END, contract staff, etc.) (specify budget line) | Total cost of Human Resources and associated costs (NOT in reference amount) | Calculation– Officials and temporary agents Reference should be made to Point 8.2.1, if applicable Calculation– Staff financed under Art. XX 01 02 Reference should be made to Point 8.2.1, if applicable 8.2.6 Other administrative expenditure not included in reference amount EUR million (to 3 decimal places) | XX 01 02 11 02 – Meetings & Conferences | XX 01 02 11 03 – Committees[26] | XX 01 02 11 04 – Studies & consultations | XX 01 02 11 05-Information systems | 2 Total other management expenditure (XX 01 02 11) | 3 Other expenditure of an administrative nature (specify including reference to budget line) | Total administrative expenditure, other than human resources and associated costs (NOT included in reference amount) | Calculation- Other administrative expenditure not included in reference amount Annex Method of calculating the effect on revenue Switzerland's contribution to the EC and Euratom Framework Programmes will be proportionate to the ratio between its GDP and that of the Union, with the exception of its contribution to the budget of the priority thematic area of research "Controlled thermonuclear fusion" in the Euratom Framework Programme, where its contribution will be proportionate to the ratio between its GDP and the sum of its GDP and that of the Union. This distinction laid down in Article 5(2) of the Agreement is maintained. Estimated contribution to 6th FPs based on 2001 GDP (EUROSTAT, statistics in focus-theme 2: GDP 2001 (Mio €) GDP EUR 15 | 8.859.870,929 | GDP Switzerland | 274.662,029 | Ratio (hors “Fusion”) | 3.100 % | Ratio “Fusion” | 3.007 % | Estimated Contribution (€million) Year | Budget: Budget (EC + Euratom except Fusion) | Contribution EC + Euratom except Fusion) | Budget: (Fusion) | Contribution (Fusion) | Total estimated contribution | 2004 2005 2006 | 4.156,7 4.344,6 4.476,0 | 128,9 134,7 138,7 | 153,3 155,4 159,0 | 4,6 4,7 4,8 | 133,5 139,4 143,5 | Total | 12.977,3 | 402,3 | 467,7 | 14,1 | 416,4 | - Enlarging the budget to EUR 25 will have an effect both on calculation of the proportionality factor and on the total budgets for 2004 to 2006 (adaptation of the Sixth Framework Programme). - The proportionality factors for 2005 and 2006 will also be adjusted in line with GDP trends at the time of publication of each preliminary draft budget. - Only operating expenditure is counted in the case of the Fusion Programme. The corresponding administrative expenditure is not charged action by action, but for the Euratom Framework Programme as a whole, in accordance with the ABB structure. [1] PB 401/58 6/10/1958 en PB 385/58 6/10/1958 [2] PB 401 van 6.10.1958 en PB 385 van 6.10.1958. [3] PB L 114 van 30.4.2002, blz. 468. [4] PB L 232 van 29.8.2002, blz. 1. [5] PB L 355 van 30.12.2002, blz. 23. [6] PB L 294 van 29.10.2002, blz. 1. [7] PB L 294 van 29.10.2002, blz. 44. [8] PB L 294 van 29.10.2002, blz. 60. [9] PB L 232 van 29.8.2002, blz. 34. [10] PB L 355 van 30.12.2002, blz. 35. [11] PB L 294 van 29.10.2002, blz. 74. [12] PB L 294 van 29.10.2002, blz. 86. [13] PB L 355 van 30.12.2002, blz. 23. [14] PB L 355 van 30.12.2002, blz. 35. [15] Non-differentiated appropriations. [16] Expenditure that does not fall under Chapter xx 01 of the Title xx concerned. [17] Expenditure within article xx 01 04 of Title xx. [18] Expenditure within chapter xx 01 other than articles xx 01 04 or xx 01 05 [19] See points 19 and 24 of the Interinstitutional agreement. [20] Additional columns should be added if necessary i.e. if the duration of the action exceeds 6 years. [21] As described under Section 5.3 [22] Cost of which is NOT covered by the reference amount [23] Cost of which is NOT covered by the reference amount [24] Cost of which is included within the reference amount [25] Reference should be made to the specific legislative financial statement for the Executive Agency(ies) concerned. [26] Specify the type of committee and the group to which it belongs.