This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52005PC0113
Proposal for a Council Regulation establishing a Rapid Response and Preparedness Instrument for major emergencies {SEC(2005) 439}
Voorstel voor een verordening van de Raad van tot instelling van een Instrument voor snelle respons en paraatheid bij ernstige noodsituaties {SEC(2005) 439}
Voorstel voor een verordening van de Raad van tot instelling van een Instrument voor snelle respons en paraatheid bij ernstige noodsituaties {SEC(2005) 439}
/* COM/2005/0113 def. - CNS 2005/0052 */
Voorstel voor een verordening van de Raad van tot instelling van een Instrument voor snelle respons en paraatheid bij ernstige noodsituaties {SEC(2005) 439} /* COM/2005/0113 def. - CNS 2005/0052 */
Brussel, 6.4.2005 COM (2005) 113 definitief 2005/0052 (CNS) Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD van tot instelling van een Instrument voor snelle respons en paraatheid bij ernstige noodsituaties (door de Commissie ingediend) {SEC(2005) 439} TOELICHTING Context van het voorstel - Motivering en doel van het voorstel In haar op 14 juli 2004 goedgekeurde mededeling over de financiële vooruitzichten heeft de Commissie opgeroepen tot maatregelen op Europees niveau om op efficiënte en gecoördineerde wijze een gemeenschappelijke respons te bieden op noodsituaties van uiteenlopende aard. Gedacht werd aan solidariteitsacties en snelle interventies, waarbij zou worden voorzien in maatregelen voor onmiddellijk optreden en nazorg bij ernstige crises. Met dit voorstel wordt beoogd het onderdeel snelle reactie van de geïntegreerde aanpak van de Commissie te ontwikkelen, en daarbij te voorzien in financiële bijstand van de Gemeenschap ter ondersteuning en aanvulling van de stappen die door de lidstaten worden ondernomen voor bescherming van de bevolking, het milieu en eigendommen. In dit verband zal een bijdrage worden geleverd aan het efficiënter maken van de systemen voor paraatheid en respons bij ernstige noodsituaties, ongeacht de aard daarvan. Tevens zal hulp worden geboden bij het treffen van voorbereidingen op en het nemen van initiatieven ter bestrijding van de volksgezondheidseffecten van dergelijke situaties. Het onderdeel solidariteitsacties zal worden ontwikkeld via een aanvullend voorstel voor een “Solidariteitsfonds van de Europese Unie”. - Algemene context Diverse gebeurtenissen kunnen leiden tot ernstige noodsituaties met daadwerkelijke of potentiële catastrofale gevolgen voor de bevolking, eigendommen en het milieu. Dergelijke situaties kunnen worden veroorzaakt door een breed scala aan factoren en actoren; zij kunnen namelijk het gevolg zijn van menselijk handelen, met inbegrip van de exploitatie van industriële installaties en terroristische aanslagen, alsook van natuurverschijnselen zoals aardbevingen, overstromingen, stormen, enz. In dergelijke crisissituaties is gebleken dat de instanties voor civiele bescherming een essentiële rol vervullen doordat zij op zeer korte termijn kunnen reageren op ernstige noodsituaties en een bijdrage kunnen leveren aan de beheersing en verzachting van de gevolgen daarvan, meer bepaald door de tol aan doden en gewonden en de economische, materiële en milieuschade te helpen beperken. Of snelle respons doeltreffend is hangt in hoge mate af van de paraatheid voor het verzenden van adequate middelen en uitrusting en voor interventies ter plaatse; vandaar de noodzaak om aan de staat van paraatheid de nodige aandacht en passende steun te geven. De effectiviteit en efficiëntie van de instanties voor civiele bescherming in de lidstaten is duidelijk gebaat bij een bundeling van hun middelen en bij wederzijdse assistentie; een dergelijk gecoördineerde optreden zou ook ten goede komen aan de bevolking en de plaatselijke overheden in rampgebieden. De Gemeenschap heeft in dit verband een legitieme rol te vervullen, daar zij kan helpen de interventies naar een supranationaal niveau te tillen. Daartoe is in 2001 een communautair mechanisme ter vergemakkelijking van versterkte samenwerking bij bijstandsinterventies in het kader van de civiele bescherming ingesteld.[1] Dit mechanisme vergemakkelijkt het verlenen van ondersteuning in ernstige noodsituaties die een dringende respons behoeven door het inzetten van de nodige interventieteams, deskundigen en middelen via een versterkte communautaire structuur voor civiele bescherming; deze structuur omvat een waarnemings- en informatiecentrum en een gemeenschappelijk noodcommunicatie- en informatiesysteem. Ook biedt het de gelegenheid gevalideerde gegevens over noodsituaties te verzamelen, deze gegevens door te geven aan de lidstaten en ervaringen die met interventies zijn opgedaan, uit te wisselen. Het verstrekken van financiële steun van de Gemeenschap, wat op zichzelf niet nieuw is (zie hieronder), vormt duidelijk een nuttige bijdrage aan de acties en interventies van de instanties voor civiele bescherming, zij het dat terdege rekening dient te worden gehouden met het subsidiariteitsbeginsel (zie hieronder). - Bestaande bepalingen op het door het voorstel bestreken gebied De Gemeenschap heeft een reeks maatregelen en acties op het gebied van civiele bescherming ontwikkeld, met name: i) Beschikking 1999/847/EG van de Raad van 9 december 1999 betreffende een communautair actieprogramma voor civiele bescherming, die eind 2004 zou aflopen, maar tot eind 2006 is verlengd.[2] ii) Beschikking 2001/792/EG, Euratom van de Raad tot vaststelling van een communautair mechanisme voor de coördinatie van interventies op het gebied van civiele bescherming in noodsituaties.[3] Het eerstgenoemde instrument/programma is onderworpen aan een specifieke termijn en wordt gefinancierd uit specifieke meerjarenbudgetten; het loopt af in 2006. Het tweede instrument is niet van financiële aard; het voorziet in verplichtingen voor de lidstaten en de Commissie. Dit voorstel zal, wanneer het eenmaal is goedgekeurd, de nieuwe juridische grondslag vormen voor de toekenning van financiële steun van de Gemeenschap voor acties en maatregelen op het gebied van civiele bescherming die betrekking hebben op paraatheid en snelle respons. Daartoe bouwt het voorstel voort op de bestaande instrumenten, zij het dat de voor financiering in aanmerking komende acties ruimer worden genomen en gedetailleerder worden omschreven. Krachtens het voorstel zou een breed scala aan acties op het gebied van paraatheid en snelle respons kunnen worden gefinancierd, aangezien het op te zetten instrument acties zou kunnen financieren gaande van assistentie bij de opbouw van capaciteit, demonstratieprojecten en bewustmakings- en voorlichtingsacties tot opleiding en oefeningen, mobiliseren en uitzenden van deskundigen en het op korte termijn inzetten van adequate middelen en uitrusting. Ook is met name aandacht besteed aan het in kaart brengen van de acties voor logistieke ondersteuning, onder andere op het gebied van betrouwbare communicatiesystemen en –voorzieningen, die noodzakelijk zijn voor de correcte afhandeling van snelle interventies. Aangezien de activiteiten buiten de EU van het communautair mechanisme voor civiele bescherming onder het Stabiliteitsinstrument vallen, heeft het voorgestelde instrument alleen betrekking op de interne activiteiten van het mechanisme. Bovendien zijn, rekening houdend met de ontwikkeling van het desbetreffende communautaire regelgevingskader, in het voorstel nieuwe bepalingen inzake toezicht op de gefinancierde acties opgenomen die moeten zorgen voor een gezond financieel beheer van het instrument, alsook andere maatregelen om de financiële belangen van de Gemeenschap op passende wijze te beschermen. - Samenhang met andere beleidsonderdelen en doelstellingen van de Unie Het voorstel is tot op zekere hoogte een verlengstuk van de bestaande beleidsinstrumenten, die hoedanook aanvulling behoeven omdat zij in de tijd beperkt zijn. Samen met het nieuwe EUSF, waarvan het actieterrein is uitgebreid tot alle ernstige noodsituaties, ongeacht de oorzaak, vult het een leemte in de huidige wetgeving op en maakt het een collectief optreden van Gemeenschap mogelijk bij ernstige noodsituaties en crises. Bijzondere aandacht is besteed aan het vermijden van doublures met in het kader van andere communautaire beleidsonderdelen en instrumenten uitgevoerde acties. De nodige samenhang met andere communautaire beleidsonderdelen, met name op juridisch gebied en op het gebied van vrijheid en veiligheid en externe betrekkingen, wordt gegarandeerd door een aantal bepalingen die onder andere de reikwijdte van het instrument duidelijk afbakenen en dubbele financiering uitsluiten. Raadpleging van belanghebbende partijen en effectbeoordeling - Raadpleging van belanghebbende partijen Eerdere en lopende communautaire initiatieven op dit gebied zijn regelmatig beoordeeld, in nauw overleg met de belanghebbenden op het niveau van de lidstaten, en deze evaluaties zijn altijd positief geweest. De Europese Raad en de Raad hebben altijd het belang van de werkzaamheden in het kader van het mechanisme onderkend en hebben er herhaaldelijk bij de Commissie op aangedrongen haar inspanningen op dit gebied voort te zetten en te intensiveren. Ook het Europees Parlement heeft opgeroepen tot een verdere intensivering van de samenwerking op het gebied van civiele bescherming. - Bijeenbrengen en benutten van deskundigheid Er hoefde geen beroep te worden gedaan op externe deskundigheid. Juridische onderdelen van het voorstel - Samenvatting van de voorgestelde maatregelen Het voorstel beoogt de instelling van een Instrument voor snelle respons en paraatheid bij ernstige noodsituaties, dat moet bijdragen tot de ontwikkeling en uitvoering van communautaire maatregelen op het gebied van civiele bescherming door de doeltreffendheid van systemen voor paraatheid voor en respons op ernstige noodsituaties te helpen verbeteren. Het voorstel bevat bepalingen die aansluiten bij het bij uitstek financiële karakter daarvan; deze voorzien namelijk in regels en procedures met betrekking tot aspecten zoals: specifieke doelstellingen die financiering uit hoofde van het Instrument zou helpen realiseren; voor financiering door het Instrument in aanmerking komende acties; begunstigden; financiële en uitvoeringsmaatregelen; toezicht; bescherming van de financiële belangen van de Gemeenschap; relevante institutionele bepalingen. - Rechtsgrond Volgens artikel 3, lid 1, onder u), van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap omvat het optreden van de Gemeenschap maatregelen op het gebied van civiele bescherming. Interventies in het kader van de civiele bescherming zijn ook aan de orde bij stralingsincidenten; vandaar de noodzaak als rechtsgrond voor het voorstel ook het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratomverdrag) te nemen. Aangezien zowel in het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap als in het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie een ad hoc rechtsgrond voor maatregelen op het gebied van civiele bescherming ontbreekt, is dit voorstel gebaseerd op artikel 308 respectievelijk artikel 203 van genoemde Verdragen. Deze twee rechtsgronden zijn onderling verenigbaar en kunnen worden gecombineerd, aangezien zij voorzien in dezelfde besluitvormingsprocedure. - Subsidiariteitsbeginsel Het subsidiariteitsbeginsel is van toepassing aangezien het voorstel niet onder de exclusieve bevoegdheid van de Gemeenschap valt. Het voorstel is gerechtvaardigd uit het oogpunt van het subsidiariteitsbeginsel aangezien de doelstellingen daarvan niet voldoende door de lidstaten kunnen worden verwezenlijkt en de Gemeenschap dit beter kan doen. De doelstellingen van het voorstel kunnen om de volgende redenen niet voldoende door de lidstaten worden verwezenlijkt: Wanneer zich een noodsituatie voordoet, is een onmiddellijke respons noodzakelijk om de gevolgen daarvan te bestrijden. Geen enkel land is op elke eventualiteit voorbereid. Het is dan ook efficiënter en kosteneffectiever gebruik te maken van door andere staten aangeboden assistentie. Het nieuwe instrument zal het de lidstaten onder andere mogelijk maken op ernstige noodsituaties en crises te reageren, ook wanneer hun eigen middelen daarvoor ontoereikend zijn. Staten stemmen de omvang van hun middelen en uitrusting voor snelle respons doorgaans niet af op de ergst denkbare situatie, daar dit in de meeste gevallen hun financiële mogelijkheden te boven zou gaan. (Het is moeilijk om het hele jaar door grote interventieteams en een aanzienlijke hoeveelheid zwaar materieel, zoals blusvliegtuigen, paraat te houden terwijl sommige noodsituaties slechts sporadisch voorkomen, maar dan wel ernstige consequenties hebben, of zich in principe alleen tijdens een beperkte periode van het jaar voordoen.) Ook zou de verzoekende lidstaat, indien deze qua beschikbare middelen onvoldoende is voorbereid om adequaat op een ernstige noodsituatie te reageren, zijn paraatheid kunnen vergroten door gebruik te maken van de via het instrument beschikbaar gestelde ondersteuning. De doelstellingen van het voorstel kunnen om de volgende redenen beter door de Gemeenschap worden verwezenlijkt: Voor zover communautaire samenwerking het nationale beleid op het gebied van civiele bescherming ondersteunt en aanvult zal zij dit beleid effectiever helpen maken en zal zij een bijdrage leveren aan het bundelen van ervaring en het verlenen van wederzijdse assistentie, alsook aan het beperken van de tol aan doden, gewonden en materiële, economische en milieuschade in de hele Gemeenschap; op deze wijze zullen ook de doelstellingen sociale samenhang en solidariteit tastbaarder worden gemaakt. Het initiatief tot een snelle respons wordt genomen na een verzoek om bijstand van een lidstaat (of een andere deelnemende staat), waardoor het bij Beschikking 2001/792/EG ingestelde mechanisme wordt geactiveerd. Een dergelijk verzoek geeft aan dat het getroffen land zelf van mening is dat er behoefte is aan coördinatie door de Gemeenschap alsook aan wederzijdse assistentie door andere lidstaten (en deelnemende staten). Het voorstel voldoet bijgevolg aan het subsidiariteitsbeginsel aangezien het communautaire optreden gericht is op aanvulling en niet op vervanging van nationale capaciteit. - Evenredigheidsbeginsel Het voorstel is om de volgende reden(en) in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel: Het met het instrument nagestreefde doel is fundamenteel gunstig voor de instanties voor civiele bescherming aangezien deze financiële steun zullen ontvangen. De in verband daarmee aan de begunstigden opgelegde procedures en verplichtingen blijven beperkt tot wat strikt noodzakelijk is voor een juridisch correct en gezond financieel beheer; er worden namelijk geen bijkomende eisen gesteld naast die waarin is voorzien bij de desbetreffende communautaire regelgeving (in dit geval het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen). Bepalingen inzake toezicht en bescherming van de financiële belangen van de Gemeenschap zijn echter hoe dan ook vereist. De administratieve last voor de communautaire en nationale instanties is beperkt en blijft binnen de perken van wat noodzakelijk is om de Commissie in staat te stellen haar algehele verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de begroting van de Gemeenschap te vervullen. Zo gelden geen specifieke vormvereisten (bovenop de door het Financieel Reglement gestelde eisen) voor het indienen van financieringsaanvragen. Tevens is er nauwlettend op toegezien dat de procedures die bij een snelle respons op ernstige noodsituaties moeten worden gevolgd voldoende flexibel zijn om dringende acties mogelijk te maken. - Keuze van het instrument Voorgesteld wordt te kiezen voor een verordening. Een andere besluitvorm zou niet adequaat zijn aangezien een aantal verplichtingen waarin het voorstel voorziet qua aard en inhoud alleen op te leggen zijn via een rechstreeks toepasselijk juridisch instrument. Gevolgen voor de begroting Het voorgestelde instrument beoogt de financiering van activiteiten op het gebied van civiele bescherming die betrekking hebben op paraatheid en snelle respons. Wat betreft paraatheid dienen de volgende acties te worden gefinancierd: - opleiding, oefeningen, workshops, uitwisseling van personeel en deskundigen, voor een geraamd bedrag van EUR 8,665 tot 12,915 miljoen per jaar; - totstandbrenging en onderhoud van veilige communicatiesystemen en -voorzieningen, voor een geraamd bedrag van EUR 1 miljoen per jaar; - studies, onderzoeken, opstelling van modellen, scenario’s en noodplannen; assistentie bij capaciteitsopbouw; demonstratieprojecten; technologieoverdracht; bewustmakings- en voorlichtingsacties; communicatieacties; beschikbaarstelling van adequate middelen en uitrusting; toezicht en evaluatie, voor een geraamd bedrag van EUR 2,635 tot 3,875 miljoen per jaar. De totale raming voor paraatheid bedraagt EUR 12,3 tot 17,79 miljoen per jaar. Deze raming is gebaseerd op de kosten van de in 2004/05 in deze sector uitgevoerde acties. Wat betreft snelle respons dienen de volgende acties via het voorgestelde instrument te worden gefinancierd: - vervoer en bijbehorende logistieke ondersteuning voor deskundigen, contactpersonen, waarnemers, interventieteams, uitrusting en mobiele voorzieningen, voor een geraamd bedrag van EUR 2,4 tot 6 miljoen per jaar - mobilisering en uitzending van deskundigen, contactpersonen en waarnemers, voor een geraamd bedrag van EUR 0,3 tot 0,4 miljoen per jaar - mobilisering op korte termijn van adequate middelen en uitrusting, voor een geraamd bedrag tot EUR 4,81 miljoen per jaar. De totale raming voor respons op rampen bedraagt EUR 2,7 tot 11,21 miljoen per jaar. Deze raming is gebaseerd op de kosten van de in 2004/05 in deze sector uitgevoerde acties. Het totale jaarlijkse budget voor dit instrument wordt bijgevolg geraamd op EUR 15 tot 29 miljoen. Voorts dient een bedrag van EUR 1 miljoen per jaar te worden uitgetrokken voor de financiering van de in het kader van het instrument geplande acties voor technische bijstand. Het totale geraamde bedrag voor de hele periode van 7 jaar komt dus op EUR 173 miljoen. 2005/0052 (CNS) Voorstel voor een VERORDENING (EG, Euratom) nr. …/… VAN DE RAAD van tot instelling van een Instrument voor snelle respons en paraatheid bij ernstige noodsituaties [Voor de EER relevante tekst] DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 308, lid 1, Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name op artikel 203, Gezien het voorstel van de Commissie[4], Gezien het advies van het Europees Parlement[5], Overwegende hetgeen volgt: 1. Volgens artikel 3, lid 1, onder u), van het EG-Verdrag omvat het optreden van de Gemeenschap maatregelen op het gebied van civiele bescherming. 2. Daartoe is een communautair mechanisme voor de coördinatie van interventies op het gebied van civiele bescherming in noodsituaties ingesteld bij Beschikking 2001/792/EG, Euratom van de Raad.[6] 3. Er moet een Instrument voor snelle respons en paraatheid bij ernstige noodsituaties worden ingesteld in het kader waarvan financiële steun kan worden verleend om de doeltreffendheid van systemen voor paraatheid voor en respons op ernstige noodsituaties te helpen verbeteren, met name binnen de context van Beschikking 2001/792/EG. 4. Dit Instrument zal de concrete invulling van de solidariteit van de Gemeenschap ten aanzien van door ernstige noodsituaties getroffen landen mogelijk maken door verstrekking van wederzijdse assistentie in de vorm van de inzet van interventiemiddelen van de lidstaten te vergemakkelijken. 5. Ernstige noodsituaties kunnen het gevolg zijn van natuur-, industriële en technologische rampen, of van terroristische daden. 6. Dit Instrument moet ook een bijdrage leveren aan de paraatheid en snelleresponscapaciteit van de Gemeenschap in geval van ernstige noodsituaties die nadelige gevolgen kunnen hebben voor de volksgezondheid, maar mag daarbij niet van invloed zijn op de acties en maatregelen waarin is voorzien bij Besluit […]/2005 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een communautair actieprogramma op het gebied van volksgezondheid en consumentenbescherming (2007/2013).[7] 7. Ter wille van de samenhang is het passend dat snelleresponsacties die buiten de Gemeenschap worden uitgevoerd, vallen onder Verordening (EG) nr. […]/2005 van de Raad van […] tot instelling van een stabiliteitsinstrument.[8] Om dezelfde reden mogen acties die vallen onder Besluit […]/2005 van de Raad tot vaststelling van het specifieke programma “Terrorismebestrijding: preventie, paraatheid en beheersing van de gevolgen” of betrekking hebben op ordehandhaving en bescherming van de interne veiligheid, niet onder het Instrument vallen. 8. Om een doeltreffende toepassing van het Instrument te waarborgen is het dienstig dat acties waarvoor financiële steun wordt verleend, het potentieel in zich hebben om tijdig een praktische bijdrage te leveren aan de paraatheid voor en de snelle respons op ernstige noodsituaties. Bijgevolg moeten criteria voor de beoordeling van dat potentieel worden vastgesteld. 9. De toekenning van contracten voor overheidsopdrachten en van subsidies uit hoofde van deze verordening moet verlopen overeenkomstig Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen[9]. Gezien de specifieke aard van de acties op het gebied van civiele bescherming moet worden bepaald dat subsidies ook aan natuurlijke personen kunnen worden verleend. 10. Derde landen moeten aan het Instrument kunnen deelnemen, aangezien dit daardoor efficiënter en effectiever zou functioneren. 11. Om de Commissie beter in staat te stellen de uitvoering van deze verordening te volgen moeten op initiatief van de Commissie uitgaven voor toezicht, controle, audit en evaluatie in dat verband kunnen worden gefinancierd. 12. Er moeten passende regelingen worden vastgesteld om te zorgen voor een adequaat toezicht op de uitvoering van de acties waarvoor uit hoofde van het Instrument financiële steun wordt ontvangen. 13. Tevens moeten passende maatregelen worden getroffen om onregelmatigheden en fraude te voorkomen en moeten de nodige stappen worden ondernomen om verloren gegane, ten onrechte betaalde of onjuist gebruikte middelen terug te vorderen overeenkomstig Verordening (EG, Euratom) nr. 2988/95 van de Raad van 18 december 1995 betreffende de bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen[10], en Verordening (Euratom, EG) nr. 2185/96 van de Raad van 11 november 1996 betreffende de controles en verificaties ter plaatse die door de Commissie worden uitgevoerd ter bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen tegen fraudes en andere onregelmatigheden.[11] 14. De toepassing van deze verordening moet regelmatig worden geëvalueerd. 15. De voor de uitvoering van deze verordening noodzakelijke maatregelen moeten worden vastgesteld overeenkomstig Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden.[12] 16. Gezien de omvang en de effecten van de uit hoofde van het Instrument te financieren acties kunnen de doelstellingen van de voorgestelde maatregel, rekening houdend met de uit de toepassing van deze verordening voortvloeiende voordelen qua beperking van het aantal doden en gewonden en van de economische, materiële en milieuschade, niet in voldoende mate door de lidstaten worden gehaald en kunnen zij bijgevolg beter op communautair niveau worden gerealiseerd. De Gemeenschap kan derhalve maatregelen treffen overeenkomstig het in artikel 5 van het EG-Verdrag opgenomen subsidiariteitsbeginsel. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel, gaat deze verordening niet verder dan wat nodig is om deze doelstellingen te verwezenlijken. 17. Het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie voorzien voor de aanneming van de onderhavige verordening in geen andere bevoegdheden dan die waarin is voorzien bij artikel 308, respectievelijk artikel 203, HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD: Artikel 1 Onderwerp Bij deze verordening wordt, voor de periode van 1 januari 2007 tot en met 31 december 2013, een Instrument voor snelle respons en paraatheid, hierna te noemen “het Instrument”, ingesteld ter ondersteuning en aanvulling van de door de lidstaten gedane inspanningen voor de bescherming van de bevolking, het milieu en eigendommen in ernstige noodsituaties. Deze verordening bevat regels voor de toekenning van financiële steun uit hoofde van het Instrument voor acties die bedoeld zijn om de paraatheid van de Gemeenschap voor ernstige noodsituaties te verhogen. Ook voorziet zij in speciale bepalingen voor de verlening van financiële steun bij ernstige noodsituaties, om een snelle en effectieve respons daarop te vergemakkelijken. Artikel 2 Toepassingsgebied 1. Deze verordening is van toepassing op de paraatheid voor ernstige noodsituaties, ongeacht de aard daarvan. Tevens is zij van toepassing op de beheersing van de onmiddellijke gevolgen van ernstige noodsituaties in de Gemeenschap en in landen die deelnemen aan het bij Beschikking 2001/792/EG ingestelde mechanisme. Ook is zij van toepassing op de paraatheid voor en snelle respons op ernstige noodsituaties die nadelige gevolgen kunnen hebben voor de volksgezondheid. 2. Deze richtlijn heeft geen betrekking op: (a) acties in het kader van Verordening (EG) nr. […]/2005; (b) acties en maatregelen in het kader van Besluit […]/2005; (c) acties in het kader van Besluit […]/2005 of die betrekking hebben op wets- en ordehandhaving en bescherming van de interne veiligheid. Artikel 3 Definities In de zin van deze verordening wordt verstaan onder: (1) “ernstige noodsituatie”: elke situatie die nadelige gevolgen voor de bevolking, eigendommen of het milieu heeft of kan hebben en aanleiding kan zijn tot een verzoek om bijstand; (2) “snelle respons”: elke actie die tijdens of na een ernstige noodsituatie wordt ondernomen om de onmiddellijke gevolgen daarvan te bestrijden; (3) “paraatheid”: elke actie die van tevoren wordt ondernomen om te zorgen voor een effectieve snelle respons. Artikel 4 In aanmerking komende acties De volgende acties komen in aanmerking vooor financiële steun uit hoofde van het Instrument: (1) studies, onderzoeken, opstelling van modellen, scenario’s en noodplannen; (2) ondersteuning van capaciteitsopbouw; (3) opleiding, oefeningen, workshops, uitwisseling van personeel en deskundigen; (4) demonstratieprojecten; (5) technologieoverdracht; (6) bewustmakings- en voorlichtingsacties; (7) communicatieacties en maatregelen om de Europese respons een sterker profiel te geven; (8) beschikbaarstelling van adequate middelen en uitrusting; (9) totstandbrenging en onderhoud van veilige communicatiesystemen en -voorzieningen; (10) toezicht en evaluatie. (11) vervoer en bijbehorende logistieke ondersteuning voor deskundigen, contactpersonen, waarnemers, interventieteams, uitrusting en mobiele voorzieningen; (12) mobilisering en uitzending van deskundigen, contactpersonen en waarnemers; (13) mobilisering op korte termijn van adequate middelen en uitrusting; (14) het opzetten en vervoeren van mobiele laboratoria, hoogbeveiligde mobiele voorzieningen en medische beschermingsuitrusting. Artikel 5 Criteria Bij het nemen van een besluit over het al dan niet toekennen van financiële steun uit hoofde van het Instrument ten behoeve van een bepaalde actie, wordt in de eerste plaats rekening gehouden met het potentieel van die actie om tijdig een praktische bijdrage te leveren aan een of meer van de volgende aspecten: (1) ontwikkeling van strategieën, procedures en systemen voor evaluatie van de behoefte aan en bevordering van de opbouw van adequate middelen en uitrusting die snel kunnen worden ingezet bij een ernstige noodsituatie; (2) het opzetten van mechanismen en procedures voor de overdracht van adequate middelen en uitrusting aan staten en internationale organisaties die daarom verzoeken; (3) zorgen voor de beschikbaarheid van adequate middelen en uitrusting voor bescherming tegen de gevolgen van ernstige noodsituaties; (4) bevordering van prompte en effectieve operationele samenwerking tussen nationale diensten voor civiele bescherming; (5) stimulering, bevordering en ondersteuning van de uitwisseling van knowhow en ervaring met betrekking tot de beheersing van de onmiddellijke gevolgen van ernstige noodsituaties, alsook van de daarmee samenhangende technologie; (6) zorgen dat op het moment zelf specifieke kennis wordt ingebracht bij ernstige noodsituaties; (7) verbetering en facilitering van de beschikbaarheid en het vervoer van teams en uitrusting; (8) facilitering van assistentie en respons op het gebied van de volksgezondheid; (9) zorgen voor de beschikbaarheid en het vervoer van mobiele laboratoria en hoogbeveiligde mobiele voorzieningen. Artikel 6 Begunstigden Financiële steun uit hoofde van deze verordening kan worden verleend aan privaat- of publiekrechtelijke natuurlijke of rechtspersonen. Artikel 7 Financieringsvormen en uitvoeringsprocedures 1. Financiële steun uit hoofde van het Instrument kan de vorm aannemen van subsidies of contracten voor overheidsopdrachten, die worden toegekend overeenkomstig Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002, hierna te noemen “het Financieel Reglement”. 2. Wat subsidies betreft, stelt de Commissie jaarlijkse werkprogramma’s vast met specifieke bepalingen over de doelstellingen, het tijdschema voor de uitnodiging of uitnodigingen tot het indienen van voorstellen, het indicatieve bedrag, het maximale steunpercentage en de verwachte resultaten. 3. Wat overheidsopdrachten betreft, worden de desbetreffende contracten, met inbegrip van raamcontracten voor mobilisering van de nodige middelen voor de uitvoering van snelleresponsacties, in de jaarlijkse werkprogramma’s opgenomen. 4. De jaarlijkse werkprogramma’s worden vastgesteld volgens de in artikel 13, lid 2, bedoelde procedure. 5. De begroting van het Instrument wordt door de Commissie op gecentraliseerde wijze uitgevoerd en de uitvoeringstaken worden direct door haar diensten verricht overeenkomstig artikel 53, lid 2, van het Financieel Reglement. Artikel 8 Deelname van derde landen Staten die geen lidstaten van de Europese Unie zijn, kunnen aan dit Instrument deelnemen wanneer bestaande overeenkomsten en procedures dit toelaten. Artikel 9 Complementariteit tussen financiële instrumenten 1. Acties waarvoor financiële steun uit hoofde van het Instrument wordt ontvangen, komen niet in aanmerking voor steun uit hoofde van andere communautaire financiële instrumenten. De aanvragers van financiële steun uit hoofde van het Instrument en de begunstigden van die steun verstrekken de Commissie informatie over eventueel uit andere bronnen, inclusief begrotingen van de Gemeenschap, ontvangen financiële steun, alsook over lopende aanvragen voor het ontvangen van dergelijke steun. 2. Er wordt gestreefd naar synergie en complementariteit met andere instrumenten van de Europese Unie of de Gemeenschap. Artikel 10 Technische assistentie op initiatief van de Commissie 1. Op initiatief van de Commissie kan het Instrument ook uitgaven dekken voor activiteiten op het gebied van toezicht, controle, audit en evaluatie die rechtstreeks noodzakelijk zijn voor de uitvoering van deze verordening. Deze uitgaven kunnen met name betrekking hebben op studies, bijeenkomsten, voorlichtingsactiviteiten, publicaties, informaticanetwerken (en bijbehorende uitrusting) voor informatieuitwisseling alsook elke andere vorm van technische en administratieve assistentie die de Commissie nodig heeft voor de uitvoering van deze verordening. De in de eerste en tweede alinea bedoelde uitgaven mogen niet meer dan 4% van de begroting bedragen. 2. De begroting voor de in lid 1 bedoelde acties wordt door de Commissie op gecentraliseerde wijze uitgevoerd en de uitvoeringstaken worden direct door haar diensten verricht overeenkomstig artikel 53, lid 2, van het Financieel Reglement. Artikel 11 Toezicht 1. Onverminderd de audits die door de Rekenkamer worden uitgevoerd in overleg met de bevoegde nationale controle-instanties of diensten overeenkomstig artikel 248 van het EG-Verdag of artikel 160 C van het Euratom-Verdrag, en onverminderd eventuele uit hoofde van artikel 279, lid 1, onder b), van het EG-Verdrag of artikel 183, lid 1, onder b), van het Euratom-Verdrag georganiseerde controles, mogen ambtenaren en andere personeelsleden van de Commissie controles ter plaatse, met inbegrip van steekproefsgewijze controles, uitvoeren met betrekking tot uit hoofde van deze verordening gefinancierde acties. 2. In de uit deze verordening voortvloeiende contracten en subsidieregelingen wordt met name voorzien in toezicht en financiële controle door de Commissie (of een door haar gemachtigde vertegenwoordiger) en in audits door de Rekenkamer, inclusief controles ter plaatse, overeenkomstig de bepalingen van het Financieel Reglement. 3. Gedurende een periode van vijf jaar, te rekenen vanaf de laatste betaling voor een gegeven actie, houdt de begunstigde van financiële steun alle documenten met betrekking tot uitgaven voor de actie in kwestie ter beschikking van de Commissie. 4. Op basis van de resultaten van de in lid 1 bedoelde steekproefsgewijze controles past de Commissie, indien nodig, de omvang van de oorspronkelijk goedgekeurde financiële steun en de daaraan verbonden voorwaarden, alsook het tijdschema van de betalingen aan. 5. De Commissie doet al het nodige om te verifiëren of de gefinancierde acties correct en in overeenstemming met deze verordening en met het Financieel Reglement worden uitgevoerd. Artikel 12 Bescherming van de financiële belangen van de Gemeenschap 18. De Commissie ziet erop toe dat bij de tenuitvoerlegging van uit hoofde van deze verordening gefinancierde acties de financiële belangen van de Gemeenschap worden gevrijwaard door de toepassing van maatregelen ter voorkoming van fraude, corruptie en andere illegale handelingen, door de uitvoering van doeltreffende controles en de terugvordering van onverschuldigd uitbetaalde bedragen en, indien onregelmatigheden worden vastgesteld, door doeltreffende, evenredige en afschrikkende sancties, overeenkomstig de bepalingen van de Verordeningen (EG, Euratom) nr. 2988/95 en (Euratom, EG) nr. 2185/96 van de Raad en van Verordening (EG) nr. 1073/1999 van het Europees Parlement en de Raad.[13] 19. Ten aanzien van uit hoofde van dit Instrument gefinancierde communautaire acties zijn Verordening (EG, Euratom) nr. 2988/95 en Verordening (Euratom, EG) nr. 2185/96 van toepassing op elke inbreuk op het Gemeenschapsrecht, met inbegrip van inbreuken op een uit hoofde van het Instrument vastgelegde contractuele verplichting, die bestaat in een handeling of een nalaten van een marktdeelnemer waardoor de algemene begroting van de Gemeenschappen of de door de Gemeenschappen beheerde begrotingen worden of zouden kunnen worden benadeeld door een onverschuldigde uitgave. 20. De Commissie vermindert de voor een actie toegekende financiering, schorst de uitbetaling ervan of vordert deze terug indien zij onregelmatigheden vaststelt, met inbegrip van de niet-naleving van de bepalingen van deze verordening of van de individuele beschikking of het contract waarbij de financiële steun in kwestie werd toegekend, of indien aan het licht komt dat, zonder dat de Commissie daarvoor schriftelijk om toestemming werd verzocht, de actie werd gewijzigd op een manier die in strijd is met de aard of de uitvoeringsvoorwaarden van het project. 21. Indien de termijnen niet werden gerespecteerd of indien slechts een deel van de toegekende financiële steun gerechtvaardigd blijkt in het licht van de voortgang die met de uitvoering van de actie wordt gemaakt, verzoekt de Commissie de begunstigde om binnen een vastgestelde termijn zijn opmerkingen kenbaar te maken. Indien de begunstigde geen bevredigend antwoord geeft, kan de Commissie de resterende financiële steun schrappen en de terugbetaling van de reeds uitbetaalde bedragen eisen. 22. Alle onverschuldigd uitbetaalde bedragen worden aan de Commissie terugbetaald. Bedragen die niet tijdig worden terugbetaald, worden verhoogd met een achterstandsrente overeenkomstig de in het Financieel Reglement vastgestelde voorwaarden. Artikel 13 Comité 23. De Commissie wordt bijgestaan door een comité dat is samengesteld uit vertegenwoordigers van de lidstaten en dat wordt voorgezeten door een vertegenwoordiger van de Commissie, hierna te noemen “het Comité”. 24. Bij verwijzing naar dit lid zijn de artikelen 4 en 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing. De in artikel 4, lid 2, van Besluit 1999/468/EG bedoelde termijn wordt vastgesteld op drie maanden. 3. Het Comité stelt zijn reglement van orde vast. Artikel 14 Evaluatie 1. Er vindt een geregelde voortgangscontrole plaats van de acties waarvoor uit hoofde van het Instrument steun wordt ontvangen, teneinde de uitvoering daarvan te bewaken. 2. De Commissie dient de volgende documenten in bij het Europees Parlement en de Raad: (a) uiterlijk op 31 december 2010, een tussentijds evaluatieverslag over de behaalde resultaten en de kwalitatieve en kwantitatieve aspecten van de uitvoering van deze verordening; (b) uiterlijk op 31 december 2011, een mededeling over de voortzetting van deze verordening; (c) uiterlijk op 31 maart 2015, een verslag van de evaluatie achteraf. Artikel 15 Inwerkingtreding Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie . Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 2007. Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat. Gedaan te Brussel, Voor de Raad De Voorzitter […] LEGISLATIVE FINANCIAL STATEMENT 25. NAME OF THE PROPOSAL Proposal for a Council Regulation establishing a Rapid Response and Preparedness Instrument for major emergencies 26. ABM / ABB FRAMEWORK Policy Area(s) concerned and associated Activity/Activities: 07 03 – Environmental programmes and projects. More specifically, the proposal relates to civil protection: preparedness and response to disasters. 27. BUDGET LINES 28. Budget lines (operational lines and related technical and administrative assistance lines (ex- B..A lines)) including headings : 07 03 06 01: Community action programme in the field of civil protection. This also includes expenditure actions in the framework of the Community civil protection Mechanism. 07 03 09: Community cooperation in the field of marine pollution 29. Duration of the action and of the financial impact: 2007-2013. 30. Budgetary characteristics ( add rows if necessary ) : Budget line | Type of expenditure | New | EFTA contribution | Contributions from applicant countries | Heading in financial perspective | 07 03 06 01 | Non-comp | Diff[14]/ [15] | NO | YES– [contribution by EEA countries (Liechtenstein, Iceland and Norway)] | /NO – [contribution by Bulgaria and Romania] | No 3 | 07 03 09 | Non-comp | Diff[16]/ [17] | NO | YES– [contribution by EEA countries (Liechtenstein, Iceland and Norway)] | NO | No 3 | 31. SUMMARY OF RESOURCES 32. Financial Resources 33. Summary of commitment appropriations (CA) and payment appropriations (PA) EUR million (to 3 decimal places) | Total number of human resources | 47 | 47 | 47 | 47 | 47 | 47 | 47 | 34. CHARACTERISTICS AND OBJECTIVES 35. Need to be met in the short or long term The general objective of the proposal is to support and complement the efforts of Member States in the field of rapid response and preparedness, in particular in the context of the Community Civil Protection Mechanism. The following specific needs are targeted: - the need to ensure a strong, effective and well-coordinated European response by the Community Civil Protection Mechanism to major disasters; - the need to improve preparedness for emergencies , i.a. through the implementation of a more robust training system that enables national professionals to participate effectively in European interventions in the framework of the Community Civil Protection Mechanism; - the need to improve the interoperability of means and systems, including civil-military interoperability, i.a. through simulations exercises and by developing strategies for improved interoperability; - the need to ensure greater availability of civil protection resources for European assistance by working with Member States on establishing scenarios, developing assistance modules and filling gaps in resources availability (e.g., standby arrangements); - the need to improve awareness and information to the public on risks, risk management and the appropriate behaviour in case of emergencies; - the need to strengthen the analytical, assessment and operational planning capacity of the Monitoring and Information Centre so as to enable it to respond more rapidly and effectively to disasters; - the need to strengthen on site coordination of assistance and to ensure better integration of military resources in civil protection interventions; - the need to enhance communication and coordination between the many different actors involved in emergency response; - the need to ensure better visibility of European assistance, i.a. through common insignia for on site personnel; - the need to enhance the transportation capacity for European assistance in order to maximise the impact of European interventions in countries affected by disaster; - the need to strengthen the logistical base of the Monitoring and Information Centre, allowing it to hire equipment that is necessary to ensure a rapid response. - Value-added of Community involvement and coherence of the proposal with other financial instruments and possible synergy European cooperation in this field allows Member States to pool resources and efforts on a larger European scale, in a collective effort to maximise the protection of people, property and the environment in the event of major disasters. When disaster strikes within the EU, the authorities of the affected Member States can benefit from immediate and tangible assistance through the Community Civil Protection Mechanism. The proposal is also aimed at improving the effectiveness of assistance in response to disasters. Improving the Mechanism and building a more robust rapid reaction capability allows the Union to express its solidarity with those affected by disasters. 36. Objectives, expected results and related indicators of the proposal in the context of the ABM framework The objectives are set out in the draft Regulation. They contribute to the Commission’s overall policy of enhancing security of EU citizens and showing solidarity with those affected by disasters. Response to disasters The specific objectives of actions in this area are to mobilise expertise, to facilitate transportation and associated logistical support and to mobilise equipment and means. The actions will result in: - The sending of experts in case of disasters to assist the affected country in the assessment of the needs on site and to liaise with the competent authorities of the affected country; - Transportation of European civil protection assistance in the event of disasters as well as associated logistical support; - The mobilisation of equipment and means. Relevant indicators are the delivery of European assistance in case of disasters, its positive impact on the immediate consequences, its timeliness and effectiveness. Preparedness Preparedness actions encompass all activities and measures taken in advance, within the EU and the participating countries, to ensure effective rapid response and to mitigate the adverse consequences of disasters. They will ensure the following concrete results (per year): - training courses (including general training courses in the context of the Mechanism as well as training courses focusing on specific issues or for a specialised audience) to provide experts and team leaders with the knowledge and tools needed to participate effectively in Community interventions and to develop a common European intervention culture; - command post exercises and full-scale exercises to test interoperability, train civil protection officials and create a common intervention culture; - the exchange of experts to enhance understanding of European civil protection and to share information and experience; - workshops to enhance information sharing and promote a common understanding of civil protection issues; - projects, studies, surveys, modelling, scenario-building and contingency planning, capacity building assistance; demonstration projects; technology transfer; awareness and dissemination actions; communication actions; provision of adequate means and equipment and monitoring assessment and evaluation. - Method of Implementation (indicative) Show below the method(s)[19] chosen for the implementation of the action. X Centralised Management X Directly by the Commission ٱ Indirectly by delegation to: ٱ Executive Agencies ٱ Bodies set up by the Communities as referred to in art. 185 of the Financial Regulation ٱ National public-sector bodies/bodies with public-service mission ٱ Shared or decentralised management ٱ With Member states ٱ With Third countries ٱ Joint management with international organisations (please specify) Relevant comments: 37. MONITORING AND EVALUATION 38. Monitoring system 39. Evaluation 40. Ex-ante evaluation 41. Measures taken following an intermediate/ex-post evaluation (lessons learned from similar experiences in the past) This proposal builds upon: - the results of the Community civil protection Action Programme; - the results of the Community civil protection Mechanism; - the results of the Marine Pollution Community Framework; - the Communication on reinforcing the civil protection capacity of the EU of 25 March 2004: COM(2004)200 final; - on the experience gained in emergencies handled by the Mechanism in the past three years, and in particular on the evaluation made of the Community intervention following the floods in Central Europe (2002) and France (2003), the Prestige accident (2002), the forest fires in France and Portugal (2003, 2004) as well as various interventions outside the Union; - on the EU Action Plan, adopted by the Council on 31 January 2005, in which it draws lessons from experience in South Asia for the future. - Terms and frequency of future evaluation Actions receiving financial assistance under the Instrument shall be monitored regularly. The Commission shall submit to the EP and the Council: (a) and interim evaluation report no later than 31 December 2010; (b) a communication on the continuation of this Regulation no later than 31 December 2011; (c) an ex-post evaluation no later than 31 March 2015. 42. ANTI-FRAUD measures Potential beneficiaries and contractors shall comply with the provisions of the Financial Regulation and provide the evidence of their financial and legal soundness. For grants, they are required to supply provisional statements of income and expenditure related to the project/activity for which funding is requested. Payments are made on the basis of the terms and conditions related to the grant agreement and on the basis of expenditure and income statements duly certified by the beneficiary and checked by the relevant service of the Commission. On the spot controls are also possible and beneficiaries are required to keep all details and supporting documents for a period of 5 years after the completion of the project. 43. DETAILS OF RESOURCES 44. Objectives of the proposal in terms of their financial cost Commitment appropriations in EUR million (to 3 decimal places) 47. Description of tasks deriving from the action Civil protection policy Types of post | Staff require-ments | Description of tasks | Officials or Temporary staff | A B C | 7 3 | - to provide input to and follow up the inter-institutional processes on civil protection policy and related issues, such as terrorism (e.g., the Hague Programme); - to establish standard operating procedures with the military (e.g., EUMS) and to ensure appropriate liaison with the Civil-Military Cell; - to work closely with other Commission services (TREN, SANCO, JLS) on related policy issues and rapid alert systems; - to contribute to counter-terrorism issues, including the Security Research Programme and other security- and civil protection-related research programmes, and to liaise with DG JLS policies; - to develop policy initiatives on prevention, to promote horizontal action on prevention and to ensure an effective integration of disaster prevention in sectoral policies; - to finance and monitor projects promoting disaster prevention. | Total | 10 | Preparedness Types of post | Staff require-ments | Description of tasks | Officials or Temporary staff | A B C | 5 3 4 | - to implement a robust training system that enables civil protection professionals to participate effectively in European civil protection interventions: to develop and refine training curricula; to develop and organise training courses for specific target groups (e.g., assessment experts, volunteers, etc.) to develop and organise training course on specific issues; to develop training materials; - to run exercises to test procedures, systems and their interoperability; - to implement a system for the exchange of experts between national civil protection administrations; - to evaluate the responses to emergencies (“lessons learnt”) and bringing forward proposals for improvements; - to finance and monitor projects aimed at enhancing preparedness, including public information, and to ensure an effective and systematic follow-up to project results; - to develop strategies for the promotion of interoperability of systems and means, including civil-military interoperability; - to work closely with other Commission services (including JRC, INFSO, ENTR, JLS) on the development of early warning systems, emergency planning and coordinated alert systems for Europe. - to work with Member States to improve preparedness for emergencies, including developing early warning systems, emergency planning and coordinated alert systems; - to undertake awareness activities aimed at relevant authorities; - to enhance public information, in particular on risks and the appropriate behaviour in case of emergencies; - to enhance psycho-social aftercare for first responders and victims; - to manage contracts and organise financing related to preparedness. | Total | 12 | Monitoring and Information Centre Types of post | Staff require-ments | Description of tasks | Officials or Temporary staff | A B C | 5 12 5 | - to ensure the smooth operation of the Monitoring and Information Centre; - to ensure a genuine “around the clock” duty system, thus assuring immediate reaction to emergencies, with sufficient staff as back-up to ensure adequate staffing at all stages of an event; - to prepare templates, manuals of procedures, mailing lists and technical infrastructure for emergency interventions; - to implement and maintain CECIS, to manage databases, and provide IT assistance; - to receive, maintain and analyse updates of the military database; - to coordinate with ARGUS and the Central Crisis Centre; - to establish scenarios and the likely resources required for various types of disasters; - to ensure availability of civil protection resources by working with Member States on filling gaps in resources availability; - developing a modular approach with Member States, for example ensure that pre-designated teams and equipment are on call; - organising transportation of resources, when needed, or at least assuring financial compensation; - to handle all aspects of communication between the many different actors involved in an emergency, including: liasing with the local emergency management centres, etc., to coordinate and ensure the arrival of assistance (this would include the many details of such work, from landing rights for aircraft to logistical details for intervention teams); issuing full and regular information on the situation and developments; - to manage contracts and organise finances. | Total | 22 | 48. Sources of human resources (statutory) (When more than one source is stated, please indicate the number of posts originating from each of the sources) ٱ Posts currently allocated to the management of the programme to be replaced or extended ٱ Posts pre-allocated within the APS/PDB exercise for year n ٱ Posts to be requested in the next APS/PDB procedure ٱ Posts to be redeployed using existing resources within the managing service (internal redeployment) ٱ Posts required for year n although not foreseen in the APS/PDB exercise of the year in question 49. Other Administrative expenditure included in reference amount (XX 01 04/05 – Expenditure on administrative management) EUR million (to 3 decimal places) Officials and temporary staff (XX 01 01) | 5,076 | 5,076 | 5,076 | 5,076 | 5,076 | 5,076 | 5,076 | Staff financed by Art XX 01 02 ) | Total cost of Human Resources and associated costs (NOT in reference amount) | 5,076 | 5,076 | 5,076 | 5,076 | 5,076 | 5,076 | 5,076 | 50. Calculation– Officials and Temporary agents: Each FTE rated at 108.000€ per FTE (47 staff) 51. Other administrative expenditure not included in reference amount EUR million (to 3 decimal places) | 2007 |2008 |2009 |2010 |2011 |2012 |2013 |TOTAL | | XX 01 02 11 01 – Missions |0,080 |0,080 |0,080 |0,080 |0,080 |0,080 |0,080 |0,560 | | XX 01 02 11 02 – Meetings & Conferences |0,360 |0,360 |0,360 |0,360 |0,360 |0,360 |0,360 |2,520 | | XX 01 02 11 03 – Committees |0,300 |0,300 |0,300 |0,300 |0,300 |0,300 |0,300 |2,100 | | XX 01 02 11 04 – Studies & consultations |0,150 |0,150 |0,150 |0,150 |0,150 |0,150 |0,150 |1,050 | | XX 01 02 11 05 - Information systems |0,225 |0,225 |0,225 |0,225 |0,225 |0,225 |0,225 |1,575 | | 2 Total Other Management Expenditure (XX 01 02 11) |1,115 |1,115 |1,115 |1,115 |1,115 |1,115 |1,115 |7,805 | | 3 Other expenditure of an administrative nature (specify including reference to budget line) | | | | | | | | | |XX.010301.03 Equipment of the Data Centre |0,030 |0,030 |0,030 |0,030 |0,030 |0,030 |0,030 |0,210 | |XX.010301.04 Services and operating expenditure of the Data Centre |0,045 |0,045 |0,045 |0,045 |0,045 |0,045 |0,045 |0,315 | | 3. Total Other expenditure of an administrative nature |0,075 |0,075 |0,075 |0,075 |0,075 |0,075 |0,075 |0,525 | | Total Administrative expenditure, other than human resources and associated costs (NOT included in reference amount) |1,190 |1,190 |1,190 |1,190 |1,190 |1,190 |1,190 |8,330 | | Calculation - Other administrative expenditure not included in reference amount Missions in 2007: 80 missions x €1,000 = 80,000 Meetings in 2007: 12 meetings with 30 participating countries x €1,000 = 360,000 Committees in 2007: 10 committee meetings with 30 countries x €1,000 = 300,000 Studies and consultations: 1 study x €150,000 = 150,000 Information systems: 300.000 € per year. The costs included here relate to the hosting of the CECIS by the Commission, as well as to the purchase and maintenance of IT and communication tools necessary to make the Monitoring and Information Centre (MIC) fully operational. The MIC is a crisis centre linking the national civil protection centres, hosted and operated within the premises of the Commission. It is managed directly by the Commission and aims at supporting and facilitating the mobilisation of civil protection assistance in the event of major disasters. To perform its general functions, as set out in Council Decision 2001/792, the MIC needs to receive alerts of all disasters immediately and needs to be in a position to quickly assess and analyse its possible impact. This requires the use of advanced information systems, including geographic information systems, and communication tools, linking the MIC to all existing disaster alert systems. Softwares, IT applications and communication tools are needed to support the MIC’s general functioning and ensure full interoperability with early warning and disaster alert systems. [1] Beschikking 2001/792/EG,Euratom van de Raad van 23 oktober 2001 tot vaststelling van een communautair mechanisme ter vergemakkelijking van versterkte samenwerking bij bijstandsinterventies in het kader van de civiele bescherming(PB L 297 van 15.11.2001, blz. 7). [2] PB L 327 van 21.12.1999, blz. 53. [3] PB L 297 van 15.11.2001, blz. 7. [4] PB C […] van […], blz. […]. [5] PB C […] van […], blz. […]. [6] PB L 297 van 15.11.2001, blz. 7. [7] PB L […] van […], blz. […]. [8] PB L […] van […], blz. […]. [9] PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1. [10] PB L 312 van 23.12.1995, blz. 1. [11] PB L 292 van 15.11.1996, blz. 2. [12] PB C 184 van 17.7.1999, blz. 23. [13] PB L 136 van 31.5.1999, blz. 1. [14] Differentiated appropriations [15] Non-differentiated appropriations hereafter referred to as NDA [16] Differentiated appropriations [17] Non-differentiated appropriations hereafter referred to as NDA [18] Expenditure that does not fall under Chapter xx 01 of the Title xx concerned. [19] If more than one method is indicated please provide additional details in the "Relevant comments" section of this point [20] Based on an estimated number of 10 disasters per year within the EU and the participating countries and an estimated average of 7-8 experts per disaster. [21] Based on an estimated number of 6 flights per disaster and the financial data provided in the study ”Survey of the needs and existing markets in the field of air transport for members of Community intervention teams” of October 2004. [22] Based on estimated number of 10 disasters per year. The available budget will allow financing transportation in 4 of these disasters. [23] In the future, the Commission will continue to finance the general training courses in the framework of the Mechanism. In addition, it will finance specific training courses for specific experts or on specific issues [24] Includes studies, surveys, modelling, scenario building and contingency planning; capacity building assistance; demonstration projects; technology transfer; awareness and dissemination actions; communication actions; provision of adequate means and equipment and monitoring assessment and evaluation. [25] Cost of which is NOT covered by the reference amount [26] Cost of which is NOT covered by the reference amount [27] Cost of which is included within the reference amount
Voorstel voor een verordening van de Raad van tot instelling van een Instrument voor snelle respons en paraatheid bij ernstige noodsituaties {SEC(2005) 439} /* COM/2005/0113 def. - CNS 2005/0052 */
Brussel, 6.4.2005 COM (2005) 113 definitief 2005/0052 (CNS) Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD van tot instelling van een Instrument voor snelle respons en paraatheid bij ernstige noodsituaties (door de Commissie ingediend) {SEC(2005) 439} TOELICHTING Context van het voorstel - Motivering en doel van het voorstel In haar op 14 juli 2004 goedgekeurde mededeling over de financiële vooruitzichten heeft de Commissie opgeroepen tot maatregelen op Europees niveau om op efficiënte en gecoördineerde wijze een gemeenschappelijke respons te bieden op noodsituaties van uiteenlopende aard. Gedacht werd aan solidariteitsacties en snelle interventies, waarbij zou worden voorzien in maatregelen voor onmiddellijk optreden en nazorg bij ernstige crises. Met dit voorstel wordt beoogd het onderdeel snelle reactie van de geïntegreerde aanpak van de Commissie te ontwikkelen, en daarbij te voorzien in financiële bijstand van de Gemeenschap ter ondersteuning en aanvulling van de stappen die door de lidstaten worden ondernomen voor bescherming van de bevolking, het milieu en eigendommen. In dit verband zal een bijdrage worden geleverd aan het efficiënter maken van de systemen voor paraatheid en respons bij ernstige noodsituaties, ongeacht de aard daarvan. Tevens zal hulp worden geboden bij het treffen van voorbereidingen op en het nemen van initiatieven ter bestrijding van de volksgezondheidseffecten van dergelijke situaties. Het onderdeel solidariteitsacties zal worden ontwikkeld via een aanvullend voorstel voor een “Solidariteitsfonds van de Europese Unie”. - Algemene context Diverse gebeurtenissen kunnen leiden tot ernstige noodsituaties met daadwerkelijke of potentiële catastrofale gevolgen voor de bevolking, eigendommen en het milieu. Dergelijke situaties kunnen worden veroorzaakt door een breed scala aan factoren en actoren; zij kunnen namelijk het gevolg zijn van menselijk handelen, met inbegrip van de exploitatie van industriële installaties en terroristische aanslagen, alsook van natuurverschijnselen zoals aardbevingen, overstromingen, stormen, enz. In dergelijke crisissituaties is gebleken dat de instanties voor civiele bescherming een essentiële rol vervullen doordat zij op zeer korte termijn kunnen reageren op ernstige noodsituaties en een bijdrage kunnen leveren aan de beheersing en verzachting van de gevolgen daarvan, meer bepaald door de tol aan doden en gewonden en de economische, materiële en milieuschade te helpen beperken. Of snelle respons doeltreffend is hangt in hoge mate af van de paraatheid voor het verzenden van adequate middelen en uitrusting en voor interventies ter plaatse; vandaar de noodzaak om aan de staat van paraatheid de nodige aandacht en passende steun te geven. De effectiviteit en efficiëntie van de instanties voor civiele bescherming in de lidstaten is duidelijk gebaat bij een bundeling van hun middelen en bij wederzijdse assistentie; een dergelijk gecoördineerde optreden zou ook ten goede komen aan de bevolking en de plaatselijke overheden in rampgebieden. De Gemeenschap heeft in dit verband een legitieme rol te vervullen, daar zij kan helpen de interventies naar een supranationaal niveau te tillen. Daartoe is in 2001 een communautair mechanisme ter vergemakkelijking van versterkte samenwerking bij bijstandsinterventies in het kader van de civiele bescherming ingesteld.[1] Dit mechanisme vergemakkelijkt het verlenen van ondersteuning in ernstige noodsituaties die een dringende respons behoeven door het inzetten van de nodige interventieteams, deskundigen en middelen via een versterkte communautaire structuur voor civiele bescherming; deze structuur omvat een waarnemings- en informatiecentrum en een gemeenschappelijk noodcommunicatie- en informatiesysteem. Ook biedt het de gelegenheid gevalideerde gegevens over noodsituaties te verzamelen, deze gegevens door te geven aan de lidstaten en ervaringen die met interventies zijn opgedaan, uit te wisselen. Het verstrekken van financiële steun van de Gemeenschap, wat op zichzelf niet nieuw is (zie hieronder), vormt duidelijk een nuttige bijdrage aan de acties en interventies van de instanties voor civiele bescherming, zij het dat terdege rekening dient te worden gehouden met het subsidiariteitsbeginsel (zie hieronder). - Bestaande bepalingen op het door het voorstel bestreken gebied De Gemeenschap heeft een reeks maatregelen en acties op het gebied van civiele bescherming ontwikkeld, met name: i) Beschikking 1999/847/EG van de Raad van 9 december 1999 betreffende een communautair actieprogramma voor civiele bescherming, die eind 2004 zou aflopen, maar tot eind 2006 is verlengd.[2] ii) Beschikking 2001/792/EG, Euratom van de Raad tot vaststelling van een communautair mechanisme voor de coördinatie van interventies op het gebied van civiele bescherming in noodsituaties.[3] Het eerstgenoemde instrument/programma is onderworpen aan een specifieke termijn en wordt gefinancierd uit specifieke meerjarenbudgetten; het loopt af in 2006. Het tweede instrument is niet van financiële aard; het voorziet in verplichtingen voor de lidstaten en de Commissie. Dit voorstel zal, wanneer het eenmaal is goedgekeurd, de nieuwe juridische grondslag vormen voor de toekenning van financiële steun van de Gemeenschap voor acties en maatregelen op het gebied van civiele bescherming die betrekking hebben op paraatheid en snelle respons. Daartoe bouwt het voorstel voort op de bestaande instrumenten, zij het dat de voor financiering in aanmerking komende acties ruimer worden genomen en gedetailleerder worden omschreven. Krachtens het voorstel zou een breed scala aan acties op het gebied van paraatheid en snelle respons kunnen worden gefinancierd, aangezien het op te zetten instrument acties zou kunnen financieren gaande van assistentie bij de opbouw van capaciteit, demonstratieprojecten en bewustmakings- en voorlichtingsacties tot opleiding en oefeningen, mobiliseren en uitzenden van deskundigen en het op korte termijn inzetten van adequate middelen en uitrusting. Ook is met name aandacht besteed aan het in kaart brengen van de acties voor logistieke ondersteuning, onder andere op het gebied van betrouwbare communicatiesystemen en –voorzieningen, die noodzakelijk zijn voor de correcte afhandeling van snelle interventies. Aangezien de activiteiten buiten de EU van het communautair mechanisme voor civiele bescherming onder het Stabiliteitsinstrument vallen, heeft het voorgestelde instrument alleen betrekking op de interne activiteiten van het mechanisme. Bovendien zijn, rekening houdend met de ontwikkeling van het desbetreffende communautaire regelgevingskader, in het voorstel nieuwe bepalingen inzake toezicht op de gefinancierde acties opgenomen die moeten zorgen voor een gezond financieel beheer van het instrument, alsook andere maatregelen om de financiële belangen van de Gemeenschap op passende wijze te beschermen. - Samenhang met andere beleidsonderdelen en doelstellingen van de Unie Het voorstel is tot op zekere hoogte een verlengstuk van de bestaande beleidsinstrumenten, die hoedanook aanvulling behoeven omdat zij in de tijd beperkt zijn. Samen met het nieuwe EUSF, waarvan het actieterrein is uitgebreid tot alle ernstige noodsituaties, ongeacht de oorzaak, vult het een leemte in de huidige wetgeving op en maakt het een collectief optreden van Gemeenschap mogelijk bij ernstige noodsituaties en crises. Bijzondere aandacht is besteed aan het vermijden van doublures met in het kader van andere communautaire beleidsonderdelen en instrumenten uitgevoerde acties. De nodige samenhang met andere communautaire beleidsonderdelen, met name op juridisch gebied en op het gebied van vrijheid en veiligheid en externe betrekkingen, wordt gegarandeerd door een aantal bepalingen die onder andere de reikwijdte van het instrument duidelijk afbakenen en dubbele financiering uitsluiten. Raadpleging van belanghebbende partijen en effectbeoordeling - Raadpleging van belanghebbende partijen Eerdere en lopende communautaire initiatieven op dit gebied zijn regelmatig beoordeeld, in nauw overleg met de belanghebbenden op het niveau van de lidstaten, en deze evaluaties zijn altijd positief geweest. De Europese Raad en de Raad hebben altijd het belang van de werkzaamheden in het kader van het mechanisme onderkend en hebben er herhaaldelijk bij de Commissie op aangedrongen haar inspanningen op dit gebied voort te zetten en te intensiveren. Ook het Europees Parlement heeft opgeroepen tot een verdere intensivering van de samenwerking op het gebied van civiele bescherming. - Bijeenbrengen en benutten van deskundigheid Er hoefde geen beroep te worden gedaan op externe deskundigheid. Juridische onderdelen van het voorstel - Samenvatting van de voorgestelde maatregelen Het voorstel beoogt de instelling van een Instrument voor snelle respons en paraatheid bij ernstige noodsituaties, dat moet bijdragen tot de ontwikkeling en uitvoering van communautaire maatregelen op het gebied van civiele bescherming door de doeltreffendheid van systemen voor paraatheid voor en respons op ernstige noodsituaties te helpen verbeteren. Het voorstel bevat bepalingen die aansluiten bij het bij uitstek financiële karakter daarvan; deze voorzien namelijk in regels en procedures met betrekking tot aspecten zoals: specifieke doelstellingen die financiering uit hoofde van het Instrument zou helpen realiseren; voor financiering door het Instrument in aanmerking komende acties; begunstigden; financiële en uitvoeringsmaatregelen; toezicht; bescherming van de financiële belangen van de Gemeenschap; relevante institutionele bepalingen. - Rechtsgrond Volgens artikel 3, lid 1, onder u), van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap omvat het optreden van de Gemeenschap maatregelen op het gebied van civiele bescherming. Interventies in het kader van de civiele bescherming zijn ook aan de orde bij stralingsincidenten; vandaar de noodzaak als rechtsgrond voor het voorstel ook het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratomverdrag) te nemen. Aangezien zowel in het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap als in het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie een ad hoc rechtsgrond voor maatregelen op het gebied van civiele bescherming ontbreekt, is dit voorstel gebaseerd op artikel 308 respectievelijk artikel 203 van genoemde Verdragen. Deze twee rechtsgronden zijn onderling verenigbaar en kunnen worden gecombineerd, aangezien zij voorzien in dezelfde besluitvormingsprocedure. - Subsidiariteitsbeginsel Het subsidiariteitsbeginsel is van toepassing aangezien het voorstel niet onder de exclusieve bevoegdheid van de Gemeenschap valt. Het voorstel is gerechtvaardigd uit het oogpunt van het subsidiariteitsbeginsel aangezien de doelstellingen daarvan niet voldoende door de lidstaten kunnen worden verwezenlijkt en de Gemeenschap dit beter kan doen. De doelstellingen van het voorstel kunnen om de volgende redenen niet voldoende door de lidstaten worden verwezenlijkt: Wanneer zich een noodsituatie voordoet, is een onmiddellijke respons noodzakelijk om de gevolgen daarvan te bestrijden. Geen enkel land is op elke eventualiteit voorbereid. Het is dan ook efficiënter en kosteneffectiever gebruik te maken van door andere staten aangeboden assistentie. Het nieuwe instrument zal het de lidstaten onder andere mogelijk maken op ernstige noodsituaties en crises te reageren, ook wanneer hun eigen middelen daarvoor ontoereikend zijn. Staten stemmen de omvang van hun middelen en uitrusting voor snelle respons doorgaans niet af op de ergst denkbare situatie, daar dit in de meeste gevallen hun financiële mogelijkheden te boven zou gaan. (Het is moeilijk om het hele jaar door grote interventieteams en een aanzienlijke hoeveelheid zwaar materieel, zoals blusvliegtuigen, paraat te houden terwijl sommige noodsituaties slechts sporadisch voorkomen, maar dan wel ernstige consequenties hebben, of zich in principe alleen tijdens een beperkte periode van het jaar voordoen.) Ook zou de verzoekende lidstaat, indien deze qua beschikbare middelen onvoldoende is voorbereid om adequaat op een ernstige noodsituatie te reageren, zijn paraatheid kunnen vergroten door gebruik te maken van de via het instrument beschikbaar gestelde ondersteuning. De doelstellingen van het voorstel kunnen om de volgende redenen beter door de Gemeenschap worden verwezenlijkt: Voor zover communautaire samenwerking het nationale beleid op het gebied van civiele bescherming ondersteunt en aanvult zal zij dit beleid effectiever helpen maken en zal zij een bijdrage leveren aan het bundelen van ervaring en het verlenen van wederzijdse assistentie, alsook aan het beperken van de tol aan doden, gewonden en materiële, economische en milieuschade in de hele Gemeenschap; op deze wijze zullen ook de doelstellingen sociale samenhang en solidariteit tastbaarder worden gemaakt. Het initiatief tot een snelle respons wordt genomen na een verzoek om bijstand van een lidstaat (of een andere deelnemende staat), waardoor het bij Beschikking 2001/792/EG ingestelde mechanisme wordt geactiveerd. Een dergelijk verzoek geeft aan dat het getroffen land zelf van mening is dat er behoefte is aan coördinatie door de Gemeenschap alsook aan wederzijdse assistentie door andere lidstaten (en deelnemende staten). Het voorstel voldoet bijgevolg aan het subsidiariteitsbeginsel aangezien het communautaire optreden gericht is op aanvulling en niet op vervanging van nationale capaciteit. - Evenredigheidsbeginsel Het voorstel is om de volgende reden(en) in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel: Het met het instrument nagestreefde doel is fundamenteel gunstig voor de instanties voor civiele bescherming aangezien deze financiële steun zullen ontvangen. De in verband daarmee aan de begunstigden opgelegde procedures en verplichtingen blijven beperkt tot wat strikt noodzakelijk is voor een juridisch correct en gezond financieel beheer; er worden namelijk geen bijkomende eisen gesteld naast die waarin is voorzien bij de desbetreffende communautaire regelgeving (in dit geval het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen). Bepalingen inzake toezicht en bescherming van de financiële belangen van de Gemeenschap zijn echter hoe dan ook vereist. De administratieve last voor de communautaire en nationale instanties is beperkt en blijft binnen de perken van wat noodzakelijk is om de Commissie in staat te stellen haar algehele verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de begroting van de Gemeenschap te vervullen. Zo gelden geen specifieke vormvereisten (bovenop de door het Financieel Reglement gestelde eisen) voor het indienen van financieringsaanvragen. Tevens is er nauwlettend op toegezien dat de procedures die bij een snelle respons op ernstige noodsituaties moeten worden gevolgd voldoende flexibel zijn om dringende acties mogelijk te maken. - Keuze van het instrument Voorgesteld wordt te kiezen voor een verordening. Een andere besluitvorm zou niet adequaat zijn aangezien een aantal verplichtingen waarin het voorstel voorziet qua aard en inhoud alleen op te leggen zijn via een rechstreeks toepasselijk juridisch instrument. Gevolgen voor de begroting Het voorgestelde instrument beoogt de financiering van activiteiten op het gebied van civiele bescherming die betrekking hebben op paraatheid en snelle respons. Wat betreft paraatheid dienen de volgende acties te worden gefinancierd: - opleiding, oefeningen, workshops, uitwisseling van personeel en deskundigen, voor een geraamd bedrag van EUR 8,665 tot 12,915 miljoen per jaar; - totstandbrenging en onderhoud van veilige communicatiesystemen en -voorzieningen, voor een geraamd bedrag van EUR 1 miljoen per jaar; - studies, onderzoeken, opstelling van modellen, scenario’s en noodplannen; assistentie bij capaciteitsopbouw; demonstratieprojecten; technologieoverdracht; bewustmakings- en voorlichtingsacties; communicatieacties; beschikbaarstelling van adequate middelen en uitrusting; toezicht en evaluatie, voor een geraamd bedrag van EUR 2,635 tot 3,875 miljoen per jaar. De totale raming voor paraatheid bedraagt EUR 12,3 tot 17,79 miljoen per jaar. Deze raming is gebaseerd op de kosten van de in 2004/05 in deze sector uitgevoerde acties. Wat betreft snelle respons dienen de volgende acties via het voorgestelde instrument te worden gefinancierd: - vervoer en bijbehorende logistieke ondersteuning voor deskundigen, contactpersonen, waarnemers, interventieteams, uitrusting en mobiele voorzieningen, voor een geraamd bedrag van EUR 2,4 tot 6 miljoen per jaar - mobilisering en uitzending van deskundigen, contactpersonen en waarnemers, voor een geraamd bedrag van EUR 0,3 tot 0,4 miljoen per jaar - mobilisering op korte termijn van adequate middelen en uitrusting, voor een geraamd bedrag tot EUR 4,81 miljoen per jaar. De totale raming voor respons op rampen bedraagt EUR 2,7 tot 11,21 miljoen per jaar. Deze raming is gebaseerd op de kosten van de in 2004/05 in deze sector uitgevoerde acties. Het totale jaarlijkse budget voor dit instrument wordt bijgevolg geraamd op EUR 15 tot 29 miljoen. Voorts dient een bedrag van EUR 1 miljoen per jaar te worden uitgetrokken voor de financiering van de in het kader van het instrument geplande acties voor technische bijstand. Het totale geraamde bedrag voor de hele periode van 7 jaar komt dus op EUR 173 miljoen. 2005/0052 (CNS) Voorstel voor een VERORDENING (EG, Euratom) nr. …/… VAN DE RAAD van tot instelling van een Instrument voor snelle respons en paraatheid bij ernstige noodsituaties [Voor de EER relevante tekst] DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 308, lid 1, Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name op artikel 203, Gezien het voorstel van de Commissie[4], Gezien het advies van het Europees Parlement[5], Overwegende hetgeen volgt: 1. Volgens artikel 3, lid 1, onder u), van het EG-Verdrag omvat het optreden van de Gemeenschap maatregelen op het gebied van civiele bescherming. 2. Daartoe is een communautair mechanisme voor de coördinatie van interventies op het gebied van civiele bescherming in noodsituaties ingesteld bij Beschikking 2001/792/EG, Euratom van de Raad.[6] 3. Er moet een Instrument voor snelle respons en paraatheid bij ernstige noodsituaties worden ingesteld in het kader waarvan financiële steun kan worden verleend om de doeltreffendheid van systemen voor paraatheid voor en respons op ernstige noodsituaties te helpen verbeteren, met name binnen de context van Beschikking 2001/792/EG. 4. Dit Instrument zal de concrete invulling van de solidariteit van de Gemeenschap ten aanzien van door ernstige noodsituaties getroffen landen mogelijk maken door verstrekking van wederzijdse assistentie in de vorm van de inzet van interventiemiddelen van de lidstaten te vergemakkelijken. 5. Ernstige noodsituaties kunnen het gevolg zijn van natuur-, industriële en technologische rampen, of van terroristische daden. 6. Dit Instrument moet ook een bijdrage leveren aan de paraatheid en snelleresponscapaciteit van de Gemeenschap in geval van ernstige noodsituaties die nadelige gevolgen kunnen hebben voor de volksgezondheid, maar mag daarbij niet van invloed zijn op de acties en maatregelen waarin is voorzien bij Besluit […]/2005 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een communautair actieprogramma op het gebied van volksgezondheid en consumentenbescherming (2007/2013).[7] 7. Ter wille van de samenhang is het passend dat snelleresponsacties die buiten de Gemeenschap worden uitgevoerd, vallen onder Verordening (EG) nr. […]/2005 van de Raad van […] tot instelling van een stabiliteitsinstrument.[8] Om dezelfde reden mogen acties die vallen onder Besluit […]/2005 van de Raad tot vaststelling van het specifieke programma “Terrorismebestrijding: preventie, paraatheid en beheersing van de gevolgen” of betrekking hebben op ordehandhaving en bescherming van de interne veiligheid, niet onder het Instrument vallen. 8. Om een doeltreffende toepassing van het Instrument te waarborgen is het dienstig dat acties waarvoor financiële steun wordt verleend, het potentieel in zich hebben om tijdig een praktische bijdrage te leveren aan de paraatheid voor en de snelle respons op ernstige noodsituaties. Bijgevolg moeten criteria voor de beoordeling van dat potentieel worden vastgesteld. 9. De toekenning van contracten voor overheidsopdrachten en van subsidies uit hoofde van deze verordening moet verlopen overeenkomstig Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen[9]. Gezien de specifieke aard van de acties op het gebied van civiele bescherming moet worden bepaald dat subsidies ook aan natuurlijke personen kunnen worden verleend. 10. Derde landen moeten aan het Instrument kunnen deelnemen, aangezien dit daardoor efficiënter en effectiever zou functioneren. 11. Om de Commissie beter in staat te stellen de uitvoering van deze verordening te volgen moeten op initiatief van de Commissie uitgaven voor toezicht, controle, audit en evaluatie in dat verband kunnen worden gefinancierd. 12. Er moeten passende regelingen worden vastgesteld om te zorgen voor een adequaat toezicht op de uitvoering van de acties waarvoor uit hoofde van het Instrument financiële steun wordt ontvangen. 13. Tevens moeten passende maatregelen worden getroffen om onregelmatigheden en fraude te voorkomen en moeten de nodige stappen worden ondernomen om verloren gegane, ten onrechte betaalde of onjuist gebruikte middelen terug te vorderen overeenkomstig Verordening (EG, Euratom) nr. 2988/95 van de Raad van 18 december 1995 betreffende de bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen[10], en Verordening (Euratom, EG) nr. 2185/96 van de Raad van 11 november 1996 betreffende de controles en verificaties ter plaatse die door de Commissie worden uitgevoerd ter bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen tegen fraudes en andere onregelmatigheden.[11] 14. De toepassing van deze verordening moet regelmatig worden geëvalueerd. 15. De voor de uitvoering van deze verordening noodzakelijke maatregelen moeten worden vastgesteld overeenkomstig Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden.[12] 16. Gezien de omvang en de effecten van de uit hoofde van het Instrument te financieren acties kunnen de doelstellingen van de voorgestelde maatregel, rekening houdend met de uit de toepassing van deze verordening voortvloeiende voordelen qua beperking van het aantal doden en gewonden en van de economische, materiële en milieuschade, niet in voldoende mate door de lidstaten worden gehaald en kunnen zij bijgevolg beter op communautair niveau worden gerealiseerd. De Gemeenschap kan derhalve maatregelen treffen overeenkomstig het in artikel 5 van het EG-Verdrag opgenomen subsidiariteitsbeginsel. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel, gaat deze verordening niet verder dan wat nodig is om deze doelstellingen te verwezenlijken. 17. Het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie voorzien voor de aanneming van de onderhavige verordening in geen andere bevoegdheden dan die waarin is voorzien bij artikel 308, respectievelijk artikel 203, HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD: Artikel 1 Onderwerp Bij deze verordening wordt, voor de periode van 1 januari 2007 tot en met 31 december 2013, een Instrument voor snelle respons en paraatheid, hierna te noemen “het Instrument”, ingesteld ter ondersteuning en aanvulling van de door de lidstaten gedane inspanningen voor de bescherming van de bevolking, het milieu en eigendommen in ernstige noodsituaties. Deze verordening bevat regels voor de toekenning van financiële steun uit hoofde van het Instrument voor acties die bedoeld zijn om de paraatheid van de Gemeenschap voor ernstige noodsituaties te verhogen. Ook voorziet zij in speciale bepalingen voor de verlening van financiële steun bij ernstige noodsituaties, om een snelle en effectieve respons daarop te vergemakkelijken. Artikel 2 Toepassingsgebied 1. Deze verordening is van toepassing op de paraatheid voor ernstige noodsituaties, ongeacht de aard daarvan. Tevens is zij van toepassing op de beheersing van de onmiddellijke gevolgen van ernstige noodsituaties in de Gemeenschap en in landen die deelnemen aan het bij Beschikking 2001/792/EG ingestelde mechanisme. Ook is zij van toepassing op de paraatheid voor en snelle respons op ernstige noodsituaties die nadelige gevolgen kunnen hebben voor de volksgezondheid. 2. Deze richtlijn heeft geen betrekking op: (a) acties in het kader van Verordening (EG) nr. […]/2005; (b) acties en maatregelen in het kader van Besluit […]/2005; (c) acties in het kader van Besluit […]/2005 of die betrekking hebben op wets- en ordehandhaving en bescherming van de interne veiligheid. Artikel 3 Definities In de zin van deze verordening wordt verstaan onder: (1) “ernstige noodsituatie”: elke situatie die nadelige gevolgen voor de bevolking, eigendommen of het milieu heeft of kan hebben en aanleiding kan zijn tot een verzoek om bijstand; (2) “snelle respons”: elke actie die tijdens of na een ernstige noodsituatie wordt ondernomen om de onmiddellijke gevolgen daarvan te bestrijden; (3) “paraatheid”: elke actie die van tevoren wordt ondernomen om te zorgen voor een effectieve snelle respons. Artikel 4 In aanmerking komende acties De volgende acties komen in aanmerking vooor financiële steun uit hoofde van het Instrument: (1) studies, onderzoeken, opstelling van modellen, scenario’s en noodplannen; (2) ondersteuning van capaciteitsopbouw; (3) opleiding, oefeningen, workshops, uitwisseling van personeel en deskundigen; (4) demonstratieprojecten; (5) technologieoverdracht; (6) bewustmakings- en voorlichtingsacties; (7) communicatieacties en maatregelen om de Europese respons een sterker profiel te geven; (8) beschikbaarstelling van adequate middelen en uitrusting; (9) totstandbrenging en onderhoud van veilige communicatiesystemen en -voorzieningen; (10) toezicht en evaluatie. (11) vervoer en bijbehorende logistieke ondersteuning voor deskundigen, contactpersonen, waarnemers, interventieteams, uitrusting en mobiele voorzieningen; (12) mobilisering en uitzending van deskundigen, contactpersonen en waarnemers; (13) mobilisering op korte termijn van adequate middelen en uitrusting; (14) het opzetten en vervoeren van mobiele laboratoria, hoogbeveiligde mobiele voorzieningen en medische beschermingsuitrusting. Artikel 5 Criteria Bij het nemen van een besluit over het al dan niet toekennen van financiële steun uit hoofde van het Instrument ten behoeve van een bepaalde actie, wordt in de eerste plaats rekening gehouden met het potentieel van die actie om tijdig een praktische bijdrage te leveren aan een of meer van de volgende aspecten: (1) ontwikkeling van strategieën, procedures en systemen voor evaluatie van de behoefte aan en bevordering van de opbouw van adequate middelen en uitrusting die snel kunnen worden ingezet bij een ernstige noodsituatie; (2) het opzetten van mechanismen en procedures voor de overdracht van adequate middelen en uitrusting aan staten en internationale organisaties die daarom verzoeken; (3) zorgen voor de beschikbaarheid van adequate middelen en uitrusting voor bescherming tegen de gevolgen van ernstige noodsituaties; (4) bevordering van prompte en effectieve operationele samenwerking tussen nationale diensten voor civiele bescherming; (5) stimulering, bevordering en ondersteuning van de uitwisseling van knowhow en ervaring met betrekking tot de beheersing van de onmiddellijke gevolgen van ernstige noodsituaties, alsook van de daarmee samenhangende technologie; (6) zorgen dat op het moment zelf specifieke kennis wordt ingebracht bij ernstige noodsituaties; (7) verbetering en facilitering van de beschikbaarheid en het vervoer van teams en uitrusting; (8) facilitering van assistentie en respons op het gebied van de volksgezondheid; (9) zorgen voor de beschikbaarheid en het vervoer van mobiele laboratoria en hoogbeveiligde mobiele voorzieningen. Artikel 6 Begunstigden Financiële steun uit hoofde van deze verordening kan worden verleend aan privaat- of publiekrechtelijke natuurlijke of rechtspersonen. Artikel 7 Financieringsvormen en uitvoeringsprocedures 1. Financiële steun uit hoofde van het Instrument kan de vorm aannemen van subsidies of contracten voor overheidsopdrachten, die worden toegekend overeenkomstig Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002, hierna te noemen “het Financieel Reglement”. 2. Wat subsidies betreft, stelt de Commissie jaarlijkse werkprogramma’s vast met specifieke bepalingen over de doelstellingen, het tijdschema voor de uitnodiging of uitnodigingen tot het indienen van voorstellen, het indicatieve bedrag, het maximale steunpercentage en de verwachte resultaten. 3. Wat overheidsopdrachten betreft, worden de desbetreffende contracten, met inbegrip van raamcontracten voor mobilisering van de nodige middelen voor de uitvoering van snelleresponsacties, in de jaarlijkse werkprogramma’s opgenomen. 4. De jaarlijkse werkprogramma’s worden vastgesteld volgens de in artikel 13, lid 2, bedoelde procedure. 5. De begroting van het Instrument wordt door de Commissie op gecentraliseerde wijze uitgevoerd en de uitvoeringstaken worden direct door haar diensten verricht overeenkomstig artikel 53, lid 2, van het Financieel Reglement. Artikel 8 Deelname van derde landen Staten die geen lidstaten van de Europese Unie zijn, kunnen aan dit Instrument deelnemen wanneer bestaande overeenkomsten en procedures dit toelaten. Artikel 9 Complementariteit tussen financiële instrumenten 1. Acties waarvoor financiële steun uit hoofde van het Instrument wordt ontvangen, komen niet in aanmerking voor steun uit hoofde van andere communautaire financiële instrumenten. De aanvragers van financiële steun uit hoofde van het Instrument en de begunstigden van die steun verstrekken de Commissie informatie over eventueel uit andere bronnen, inclusief begrotingen van de Gemeenschap, ontvangen financiële steun, alsook over lopende aanvragen voor het ontvangen van dergelijke steun. 2. Er wordt gestreefd naar synergie en complementariteit met andere instrumenten van de Europese Unie of de Gemeenschap. Artikel 10 Technische assistentie op initiatief van de Commissie 1. Op initiatief van de Commissie kan het Instrument ook uitgaven dekken voor activiteiten op het gebied van toezicht, controle, audit en evaluatie die rechtstreeks noodzakelijk zijn voor de uitvoering van deze verordening. Deze uitgaven kunnen met name betrekking hebben op studies, bijeenkomsten, voorlichtingsactiviteiten, publicaties, informaticanetwerken (en bijbehorende uitrusting) voor informatieuitwisseling alsook elke andere vorm van technische en administratieve assistentie die de Commissie nodig heeft voor de uitvoering van deze verordening. De in de eerste en tweede alinea bedoelde uitgaven mogen niet meer dan 4% van de begroting bedragen. 2. De begroting voor de in lid 1 bedoelde acties wordt door de Commissie op gecentraliseerde wijze uitgevoerd en de uitvoeringstaken worden direct door haar diensten verricht overeenkomstig artikel 53, lid 2, van het Financieel Reglement. Artikel 11 Toezicht 1. Onverminderd de audits die door de Rekenkamer worden uitgevoerd in overleg met de bevoegde nationale controle-instanties of diensten overeenkomstig artikel 248 van het EG-Verdag of artikel 160 C van het Euratom-Verdrag, en onverminderd eventuele uit hoofde van artikel 279, lid 1, onder b), van het EG-Verdrag of artikel 183, lid 1, onder b), van het Euratom-Verdrag georganiseerde controles, mogen ambtenaren en andere personeelsleden van de Commissie controles ter plaatse, met inbegrip van steekproefsgewijze controles, uitvoeren met betrekking tot uit hoofde van deze verordening gefinancierde acties. 2. In de uit deze verordening voortvloeiende contracten en subsidieregelingen wordt met name voorzien in toezicht en financiële controle door de Commissie (of een door haar gemachtigde vertegenwoordiger) en in audits door de Rekenkamer, inclusief controles ter plaatse, overeenkomstig de bepalingen van het Financieel Reglement. 3. Gedurende een periode van vijf jaar, te rekenen vanaf de laatste betaling voor een gegeven actie, houdt de begunstigde van financiële steun alle documenten met betrekking tot uitgaven voor de actie in kwestie ter beschikking van de Commissie. 4. Op basis van de resultaten van de in lid 1 bedoelde steekproefsgewijze controles past de Commissie, indien nodig, de omvang van de oorspronkelijk goedgekeurde financiële steun en de daaraan verbonden voorwaarden, alsook het tijdschema van de betalingen aan. 5. De Commissie doet al het nodige om te verifiëren of de gefinancierde acties correct en in overeenstemming met deze verordening en met het Financieel Reglement worden uitgevoerd. Artikel 12 Bescherming van de financiële belangen van de Gemeenschap 18. De Commissie ziet erop toe dat bij de tenuitvoerlegging van uit hoofde van deze verordening gefinancierde acties de financiële belangen van de Gemeenschap worden gevrijwaard door de toepassing van maatregelen ter voorkoming van fraude, corruptie en andere illegale handelingen, door de uitvoering van doeltreffende controles en de terugvordering van onverschuldigd uitbetaalde bedragen en, indien onregelmatigheden worden vastgesteld, door doeltreffende, evenredige en afschrikkende sancties, overeenkomstig de bepalingen van de Verordeningen (EG, Euratom) nr. 2988/95 en (Euratom, EG) nr. 2185/96 van de Raad en van Verordening (EG) nr. 1073/1999 van het Europees Parlement en de Raad.[13] 19. Ten aanzien van uit hoofde van dit Instrument gefinancierde communautaire acties zijn Verordening (EG, Euratom) nr. 2988/95 en Verordening (Euratom, EG) nr. 2185/96 van toepassing op elke inbreuk op het Gemeenschapsrecht, met inbegrip van inbreuken op een uit hoofde van het Instrument vastgelegde contractuele verplichting, die bestaat in een handeling of een nalaten van een marktdeelnemer waardoor de algemene begroting van de Gemeenschappen of de door de Gemeenschappen beheerde begrotingen worden of zouden kunnen worden benadeeld door een onverschuldigde uitgave. 20. De Commissie vermindert de voor een actie toegekende financiering, schorst de uitbetaling ervan of vordert deze terug indien zij onregelmatigheden vaststelt, met inbegrip van de niet-naleving van de bepalingen van deze verordening of van de individuele beschikking of het contract waarbij de financiële steun in kwestie werd toegekend, of indien aan het licht komt dat, zonder dat de Commissie daarvoor schriftelijk om toestemming werd verzocht, de actie werd gewijzigd op een manier die in strijd is met de aard of de uitvoeringsvoorwaarden van het project. 21. Indien de termijnen niet werden gerespecteerd of indien slechts een deel van de toegekende financiële steun gerechtvaardigd blijkt in het licht van de voortgang die met de uitvoering van de actie wordt gemaakt, verzoekt de Commissie de begunstigde om binnen een vastgestelde termijn zijn opmerkingen kenbaar te maken. Indien de begunstigde geen bevredigend antwoord geeft, kan de Commissie de resterende financiële steun schrappen en de terugbetaling van de reeds uitbetaalde bedragen eisen. 22. Alle onverschuldigd uitbetaalde bedragen worden aan de Commissie terugbetaald. Bedragen die niet tijdig worden terugbetaald, worden verhoogd met een achterstandsrente overeenkomstig de in het Financieel Reglement vastgestelde voorwaarden. Artikel 13 Comité 23. De Commissie wordt bijgestaan door een comité dat is samengesteld uit vertegenwoordigers van de lidstaten en dat wordt voorgezeten door een vertegenwoordiger van de Commissie, hierna te noemen “het Comité”. 24. Bij verwijzing naar dit lid zijn de artikelen 4 en 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing. De in artikel 4, lid 2, van Besluit 1999/468/EG bedoelde termijn wordt vastgesteld op drie maanden. 3. Het Comité stelt zijn reglement van orde vast. Artikel 14 Evaluatie 1. Er vindt een geregelde voortgangscontrole plaats van de acties waarvoor uit hoofde van het Instrument steun wordt ontvangen, teneinde de uitvoering daarvan te bewaken. 2. De Commissie dient de volgende documenten in bij het Europees Parlement en de Raad: (a) uiterlijk op 31 december 2010, een tussentijds evaluatieverslag over de behaalde resultaten en de kwalitatieve en kwantitatieve aspecten van de uitvoering van deze verordening; (b) uiterlijk op 31 december 2011, een mededeling over de voortzetting van deze verordening; (c) uiterlijk op 31 maart 2015, een verslag van de evaluatie achteraf. Artikel 15 Inwerkingtreding Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie . Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 2007. Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat. Gedaan te Brussel, Voor de Raad De Voorzitter […] LEGISLATIVE FINANCIAL STATEMENT 25. NAME OF THE PROPOSAL Proposal for a Council Regulation establishing a Rapid Response and Preparedness Instrument for major emergencies 26. ABM / ABB FRAMEWORK Policy Area(s) concerned and associated Activity/Activities: 07 03 – Environmental programmes and projects. More specifically, the proposal relates to civil protection: preparedness and response to disasters. 27. BUDGET LINES 28. Budget lines (operational lines and related technical and administrative assistance lines (ex- B..A lines)) including headings : 07 03 06 01: Community action programme in the field of civil protection. This also includes expenditure actions in the framework of the Community civil protection Mechanism. 07 03 09: Community cooperation in the field of marine pollution 29. Duration of the action and of the financial impact: 2007-2013. 30. Budgetary characteristics ( add rows if necessary ) : Budget line | Type of expenditure | New | EFTA contribution | Contributions from applicant countries | Heading in financial perspective | 07 03 06 01 | Non-comp | Diff[14]/ [15] | NO | YES– [contribution by EEA countries (Liechtenstein, Iceland and Norway)] | /NO – [contribution by Bulgaria and Romania] | No 3 | 07 03 09 | Non-comp | Diff[16]/ [17] | NO | YES– [contribution by EEA countries (Liechtenstein, Iceland and Norway)] | NO | No 3 | 31. SUMMARY OF RESOURCES 32. Financial Resources 33. Summary of commitment appropriations (CA) and payment appropriations (PA) EUR million (to 3 decimal places) | Total number of human resources | 47 | 47 | 47 | 47 | 47 | 47 | 47 | 34. CHARACTERISTICS AND OBJECTIVES 35. Need to be met in the short or long term The general objective of the proposal is to support and complement the efforts of Member States in the field of rapid response and preparedness, in particular in the context of the Community Civil Protection Mechanism. The following specific needs are targeted: - the need to ensure a strong, effective and well-coordinated European response by the Community Civil Protection Mechanism to major disasters; - the need to improve preparedness for emergencies , i.a. through the implementation of a more robust training system that enables national professionals to participate effectively in European interventions in the framework of the Community Civil Protection Mechanism; - the need to improve the interoperability of means and systems, including civil-military interoperability, i.a. through simulations exercises and by developing strategies for improved interoperability; - the need to ensure greater availability of civil protection resources for European assistance by working with Member States on establishing scenarios, developing assistance modules and filling gaps in resources availability (e.g., standby arrangements); - the need to improve awareness and information to the public on risks, risk management and the appropriate behaviour in case of emergencies; - the need to strengthen the analytical, assessment and operational planning capacity of the Monitoring and Information Centre so as to enable it to respond more rapidly and effectively to disasters; - the need to strengthen on site coordination of assistance and to ensure better integration of military resources in civil protection interventions; - the need to enhance communication and coordination between the many different actors involved in emergency response; - the need to ensure better visibility of European assistance, i.a. through common insignia for on site personnel; - the need to enhance the transportation capacity for European assistance in order to maximise the impact of European interventions in countries affected by disaster; - the need to strengthen the logistical base of the Monitoring and Information Centre, allowing it to hire equipment that is necessary to ensure a rapid response. - Value-added of Community involvement and coherence of the proposal with other financial instruments and possible synergy European cooperation in this field allows Member States to pool resources and efforts on a larger European scale, in a collective effort to maximise the protection of people, property and the environment in the event of major disasters. When disaster strikes within the EU, the authorities of the affected Member States can benefit from immediate and tangible assistance through the Community Civil Protection Mechanism. The proposal is also aimed at improving the effectiveness of assistance in response to disasters. Improving the Mechanism and building a more robust rapid reaction capability allows the Union to express its solidarity with those affected by disasters. 36. Objectives, expected results and related indicators of the proposal in the context of the ABM framework The objectives are set out in the draft Regulation. They contribute to the Commission’s overall policy of enhancing security of EU citizens and showing solidarity with those affected by disasters. Response to disasters The specific objectives of actions in this area are to mobilise expertise, to facilitate transportation and associated logistical support and to mobilise equipment and means. The actions will result in: - The sending of experts in case of disasters to assist the affected country in the assessment of the needs on site and to liaise with the competent authorities of the affected country; - Transportation of European civil protection assistance in the event of disasters as well as associated logistical support; - The mobilisation of equipment and means. Relevant indicators are the delivery of European assistance in case of disasters, its positive impact on the immediate consequences, its timeliness and effectiveness. Preparedness Preparedness actions encompass all activities and measures taken in advance, within the EU and the participating countries, to ensure effective rapid response and to mitigate the adverse consequences of disasters. They will ensure the following concrete results (per year): - training courses (including general training courses in the context of the Mechanism as well as training courses focusing on specific issues or for a specialised audience) to provide experts and team leaders with the knowledge and tools needed to participate effectively in Community interventions and to develop a common European intervention culture; - command post exercises and full-scale exercises to test interoperability, train civil protection officials and create a common intervention culture; - the exchange of experts to enhance understanding of European civil protection and to share information and experience; - workshops to enhance information sharing and promote a common understanding of civil protection issues; - projects, studies, surveys, modelling, scenario-building and contingency planning, capacity building assistance; demonstration projects; technology transfer; awareness and dissemination actions; communication actions; provision of adequate means and equipment and monitoring assessment and evaluation. - Method of Implementation (indicative) Show below the method(s)[19] chosen for the implementation of the action. X Centralised Management X Directly by the Commission ٱ Indirectly by delegation to: ٱ Executive Agencies ٱ Bodies set up by the Communities as referred to in art. 185 of the Financial Regulation ٱ National public-sector bodies/bodies with public-service mission ٱ Shared or decentralised management ٱ With Member states ٱ With Third countries ٱ Joint management with international organisations (please specify) Relevant comments: 37. MONITORING AND EVALUATION 38. Monitoring system 39. Evaluation 40. Ex-ante evaluation 41. Measures taken following an intermediate/ex-post evaluation (lessons learned from similar experiences in the past) This proposal builds upon: - the results of the Community civil protection Action Programme; - the results of the Community civil protection Mechanism; - the results of the Marine Pollution Community Framework; - the Communication on reinforcing the civil protection capacity of the EU of 25 March 2004: COM(2004)200 final; - on the experience gained in emergencies handled by the Mechanism in the past three years, and in particular on the evaluation made of the Community intervention following the floods in Central Europe (2002) and France (2003), the Prestige accident (2002), the forest fires in France and Portugal (2003, 2004) as well as various interventions outside the Union; - on the EU Action Plan, adopted by the Council on 31 January 2005, in which it draws lessons from experience in South Asia for the future. - Terms and frequency of future evaluation Actions receiving financial assistance under the Instrument shall be monitored regularly. The Commission shall submit to the EP and the Council: (a) and interim evaluation report no later than 31 December 2010; (b) a communication on the continuation of this Regulation no later than 31 December 2011; (c) an ex-post evaluation no later than 31 March 2015. 42. ANTI-FRAUD measures Potential beneficiaries and contractors shall comply with the provisions of the Financial Regulation and provide the evidence of their financial and legal soundness. For grants, they are required to supply provisional statements of income and expenditure related to the project/activity for which funding is requested. Payments are made on the basis of the terms and conditions related to the grant agreement and on the basis of expenditure and income statements duly certified by the beneficiary and checked by the relevant service of the Commission. On the spot controls are also possible and beneficiaries are required to keep all details and supporting documents for a period of 5 years after the completion of the project. 43. DETAILS OF RESOURCES 44. Objectives of the proposal in terms of their financial cost Commitment appropriations in EUR million (to 3 decimal places) 47. Description of tasks deriving from the action Civil protection policy Types of post | Staff require-ments | Description of tasks | Officials or Temporary staff | A B C | 7 3 | - to provide input to and follow up the inter-institutional processes on civil protection policy and related issues, such as terrorism (e.g., the Hague Programme); - to establish standard operating procedures with the military (e.g., EUMS) and to ensure appropriate liaison with the Civil-Military Cell; - to work closely with other Commission services (TREN, SANCO, JLS) on related policy issues and rapid alert systems; - to contribute to counter-terrorism issues, including the Security Research Programme and other security- and civil protection-related research programmes, and to liaise with DG JLS policies; - to develop policy initiatives on prevention, to promote horizontal action on prevention and to ensure an effective integration of disaster prevention in sectoral policies; - to finance and monitor projects promoting disaster prevention. | Total | 10 | Preparedness Types of post | Staff require-ments | Description of tasks | Officials or Temporary staff | A B C | 5 3 4 | - to implement a robust training system that enables civil protection professionals to participate effectively in European civil protection interventions: to develop and refine training curricula; to develop and organise training courses for specific target groups (e.g., assessment experts, volunteers, etc.) to develop and organise training course on specific issues; to develop training materials; - to run exercises to test procedures, systems and their interoperability; - to implement a system for the exchange of experts between national civil protection administrations; - to evaluate the responses to emergencies (“lessons learnt”) and bringing forward proposals for improvements; - to finance and monitor projects aimed at enhancing preparedness, including public information, and to ensure an effective and systematic follow-up to project results; - to develop strategies for the promotion of interoperability of systems and means, including civil-military interoperability; - to work closely with other Commission services (including JRC, INFSO, ENTR, JLS) on the development of early warning systems, emergency planning and coordinated alert systems for Europe. - to work with Member States to improve preparedness for emergencies, including developing early warning systems, emergency planning and coordinated alert systems; - to undertake awareness activities aimed at relevant authorities; - to enhance public information, in particular on risks and the appropriate behaviour in case of emergencies; - to enhance psycho-social aftercare for first responders and victims; - to manage contracts and organise financing related to preparedness. | Total | 12 | Monitoring and Information Centre Types of post | Staff require-ments | Description of tasks | Officials or Temporary staff | A B C | 5 12 5 | - to ensure the smooth operation of the Monitoring and Information Centre; - to ensure a genuine “around the clock” duty system, thus assuring immediate reaction to emergencies, with sufficient staff as back-up to ensure adequate staffing at all stages of an event; - to prepare templates, manuals of procedures, mailing lists and technical infrastructure for emergency interventions; - to implement and maintain CECIS, to manage databases, and provide IT assistance; - to receive, maintain and analyse updates of the military database; - to coordinate with ARGUS and the Central Crisis Centre; - to establish scenarios and the likely resources required for various types of disasters; - to ensure availability of civil protection resources by working with Member States on filling gaps in resources availability; - developing a modular approach with Member States, for example ensure that pre-designated teams and equipment are on call; - organising transportation of resources, when needed, or at least assuring financial compensation; - to handle all aspects of communication between the many different actors involved in an emergency, including: liasing with the local emergency management centres, etc., to coordinate and ensure the arrival of assistance (this would include the many details of such work, from landing rights for aircraft to logistical details for intervention teams); issuing full and regular information on the situation and developments; - to manage contracts and organise finances. | Total | 22 | 48. Sources of human resources (statutory) (When more than one source is stated, please indicate the number of posts originating from each of the sources) ٱ Posts currently allocated to the management of the programme to be replaced or extended ٱ Posts pre-allocated within the APS/PDB exercise for year n ٱ Posts to be requested in the next APS/PDB procedure ٱ Posts to be redeployed using existing resources within the managing service (internal redeployment) ٱ Posts required for year n although not foreseen in the APS/PDB exercise of the year in question 49. Other Administrative expenditure included in reference amount (XX 01 04/05 – Expenditure on administrative management) EUR million (to 3 decimal places) Officials and temporary staff (XX 01 01) | 5,076 | 5,076 | 5,076 | 5,076 | 5,076 | 5,076 | 5,076 | Staff financed by Art XX 01 02 ) | Total cost of Human Resources and associated costs (NOT in reference amount) | 5,076 | 5,076 | 5,076 | 5,076 | 5,076 | 5,076 | 5,076 | 50. Calculation– Officials and Temporary agents: Each FTE rated at 108.000€ per FTE (47 staff) 51. Other administrative expenditure not included in reference amount EUR million (to 3 decimal places) | 2007 |2008 |2009 |2010 |2011 |2012 |2013 |TOTAL | | XX 01 02 11 01 – Missions |0,080 |0,080 |0,080 |0,080 |0,080 |0,080 |0,080 |0,560 | | XX 01 02 11 02 – Meetings & Conferences |0,360 |0,360 |0,360 |0,360 |0,360 |0,360 |0,360 |2,520 | | XX 01 02 11 03 – Committees |0,300 |0,300 |0,300 |0,300 |0,300 |0,300 |0,300 |2,100 | | XX 01 02 11 04 – Studies & consultations |0,150 |0,150 |0,150 |0,150 |0,150 |0,150 |0,150 |1,050 | | XX 01 02 11 05 - Information systems |0,225 |0,225 |0,225 |0,225 |0,225 |0,225 |0,225 |1,575 | | 2 Total Other Management Expenditure (XX 01 02 11) |1,115 |1,115 |1,115 |1,115 |1,115 |1,115 |1,115 |7,805 | | 3 Other expenditure of an administrative nature (specify including reference to budget line) | | | | | | | | | |XX.010301.03 Equipment of the Data Centre |0,030 |0,030 |0,030 |0,030 |0,030 |0,030 |0,030 |0,210 | |XX.010301.04 Services and operating expenditure of the Data Centre |0,045 |0,045 |0,045 |0,045 |0,045 |0,045 |0,045 |0,315 | | 3. Total Other expenditure of an administrative nature |0,075 |0,075 |0,075 |0,075 |0,075 |0,075 |0,075 |0,525 | | Total Administrative expenditure, other than human resources and associated costs (NOT included in reference amount) |1,190 |1,190 |1,190 |1,190 |1,190 |1,190 |1,190 |8,330 | | Calculation - Other administrative expenditure not included in reference amount Missions in 2007: 80 missions x €1,000 = 80,000 Meetings in 2007: 12 meetings with 30 participating countries x €1,000 = 360,000 Committees in 2007: 10 committee meetings with 30 countries x €1,000 = 300,000 Studies and consultations: 1 study x €150,000 = 150,000 Information systems: 300.000 € per year. The costs included here relate to the hosting of the CECIS by the Commission, as well as to the purchase and maintenance of IT and communication tools necessary to make the Monitoring and Information Centre (MIC) fully operational. The MIC is a crisis centre linking the national civil protection centres, hosted and operated within the premises of the Commission. It is managed directly by the Commission and aims at supporting and facilitating the mobilisation of civil protection assistance in the event of major disasters. To perform its general functions, as set out in Council Decision 2001/792, the MIC needs to receive alerts of all disasters immediately and needs to be in a position to quickly assess and analyse its possible impact. This requires the use of advanced information systems, including geographic information systems, and communication tools, linking the MIC to all existing disaster alert systems. Softwares, IT applications and communication tools are needed to support the MIC’s general functioning and ensure full interoperability with early warning and disaster alert systems. [1] Beschikking 2001/792/EG,Euratom van de Raad van 23 oktober 2001 tot vaststelling van een communautair mechanisme ter vergemakkelijking van versterkte samenwerking bij bijstandsinterventies in het kader van de civiele bescherming(PB L 297 van 15.11.2001, blz. 7). [2] PB L 327 van 21.12.1999, blz. 53. [3] PB L 297 van 15.11.2001, blz. 7. [4] PB C […] van […], blz. […]. [5] PB C […] van […], blz. […]. [6] PB L 297 van 15.11.2001, blz. 7. [7] PB L […] van […], blz. […]. [8] PB L […] van […], blz. […]. [9] PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1. [10] PB L 312 van 23.12.1995, blz. 1. [11] PB L 292 van 15.11.1996, blz. 2. [12] PB C 184 van 17.7.1999, blz. 23. [13] PB L 136 van 31.5.1999, blz. 1. [14] Differentiated appropriations [15] Non-differentiated appropriations hereafter referred to as NDA [16] Differentiated appropriations [17] Non-differentiated appropriations hereafter referred to as NDA [18] Expenditure that does not fall under Chapter xx 01 of the Title xx concerned. [19] If more than one method is indicated please provide additional details in the "Relevant comments" section of this point [20] Based on an estimated number of 10 disasters per year within the EU and the participating countries and an estimated average of 7-8 experts per disaster. [21] Based on an estimated number of 6 flights per disaster and the financial data provided in the study ”Survey of the needs and existing markets in the field of air transport for members of Community intervention teams” of October 2004. [22] Based on estimated number of 10 disasters per year. The available budget will allow financing transportation in 4 of these disasters. [23] In the future, the Commission will continue to finance the general training courses in the framework of the Mechanism. In addition, it will finance specific training courses for specific experts or on specific issues [24] Includes studies, surveys, modelling, scenario building and contingency planning; capacity building assistance; demonstration projects; technology transfer; awareness and dissemination actions; communication actions; provision of adequate means and equipment and monitoring assessment and evaluation. [25] Cost of which is NOT covered by the reference amount [26] Cost of which is NOT covered by the reference amount [27] Cost of which is included within the reference amount