EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52005DC0222

Mededeling van de Commissie aan de Raad betreffende de onderhandelingen met het oog op de toetreding van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) tot een internationale kaderovereenkomst tussen de leden van het Generation IV International Forum op het gebied van kernenergieonderzoek

/* COM/2005/0222 def. */

52005DC0222

Mededeling van de Commissie aan de Raad betreffende de onderhandelingen met het oog op de toetreding van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) tot een internationale kaderovereenkomst tussen de leden van het Generation IV International Forum op het gebied van kernenergieonderzoek /* COM/2005/0222 def. */


[pic] | COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN |

Brussel, 25.5.2005

COM(2005) 222 definitief

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD

betreffende de onderhandelingen met het oog op de toetreding van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) tot een internationale kaderovereenkomst tussen de leden van het Generation IV International Forum op het gebied van kernenergieonderzoek

Voorstel voor een

BESLUIT VAN DE RAAD

betreffende de onderhandelingen met het oog op de toetreding van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) tot een internationale kaderovereenkomst tussen de leden van het Generation IV International Forum op het gebied van kernenergieonderzoek

(door de Commissie ingediend)

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD

betreffende de onderhandelingen met het oog op de toetreding van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) tot een internationale kaderovereenkomst tussen de leden van het Generation IV International Forum op het gebied van kernenergieonderzoek

Het "Generation IV"-initiatief is begin 2000 gelanceerd door het ministerie van Energie van de VS. Het heeft betrekking op ontwerpen voor één of meer kernenergiesystemen die kunnen worden geëxploiteerd op een manier die een concurrerende en betrouwbare energievoorziening waarborgt en waarbij wordt voldaan aan alle eisen op het gebied van de nucleaire veiligheid, het beheer van afvalstoffen, de non-proliferatie en de publieke perceptie. Verschillende Europese landen (het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk en Zwitserland), alsook Japan, Korea, Zuid-Afrika, Argentinië, Brazilië en Canada, zijn toegetreden tot dit initiatief. Daartoe hebben deze landen het Handvest van het Generation IV International Forum (GIF) ondertekend. Op 4 november 2002 (Besluit van de Commissie nr. C(2002) 4287) heeft de Commissie besloten dat de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) tot dit handvest toetreedt. Het handvest is vervolgens op 30 juli 2003 namens Euratom ondertekend. Verscheidene lidstaten hebben bedoelde toetreding met klem verdedigd omdat ook zij wilden deelnemen aan het onderzoek in kwestie. Aangezien zij lid zijn van Euratom is hun deelname daarmee mogelijk geworden. Dit maakt het mogelijk voor alle lidstaten die dat wensen, alsmede voor de landen die geassocieerd zijn met de Euratom-kaderprogramma's, om ervaring en deskundigheid op te bouwen en informatie te verwerven over de technische en veiligheidsaspecten van de kernreactorsystemen van de volgende generatie.

In de "Technology Roadmap", het voornaamste document waarin de technische inhoud van het uit te voeren onderzoek wordt beschreven, worden zes verschillende kernenergiesystemen aangewezen voor verdere ontwikkeling. De feitelijke onderzoekswerkzaamheden vinden plaats in afzonderlijke projecten die worden opgezet door onderzoeksinstellingen, industriële partners, enz. De integratie van de resultaten van al die projecten in één kernenergiesysteem moet op het passende niveau worden bestuurd en begeleid.

De uitvoering van deze onderzoekswerkzaamheden vereist een juridisch kader. Bij de start van het Generation IV-initiatief is op informele wijze van gedachten gewisseld over de inhoud van dit juridisch kader. Daarbij is onder meer gesproken over kwesties zoals het beheer van de onderzoeksprojecten, het gebruik van bestaande knowhow en bestaande intellectueleeigendomsrechten, de invoering van nieuwe intellectuele-eigendomsrechten, de beslechting van geschillen en de toetreding van nieuwe partijen. In dit stadium zijn de partijen tot de conclusie gekomen dat er een juridisch bindende kaderovereenkomst moet komen, op basis waarvan zes afzonderlijke overeenkomsten, één voor elk van de kernenergiesystemen, en vervolgens overeenkomsten voor elk afzonderlijk project kunnen worden vastgesteld.

De ontwerpteksten voor de geplande kaderovereenkomst, alsmede een schema voor de zes systeemovereenkomsten, werden verdeeld en aan commentaar onderworpen, maar daaruit is geen duidelijk resultaat voortgekomen.

Eind november 2004 heeft het hoogste bestuurscomité van het GIF, namelijk de VS-voorzitter van de GIF-beleidsgroep, gesteld dat het op basis van de voorbije discussies over voldoende elementen beschikte om een ontwerp-kaderovereenkomst op te stellen en dat dit ontwerp in het kader van de interne inter-agency-procedure van de VS was goedgekeurd. De voorzitter van de beleidsgroep omschreef deze kaderovereenkomst nog steeds als een 'ontwerp', maar de voornaamste onderdelen ervan werden niet langer als onderhandelbaar beschouwd. De bespreking van de tekst werd evenwel nog even voortgezet, maar uitsluitend met het oog op de verduidelijking van de formulering van een aantal artikelen.

Na twee keer te zijn uitgesteld, heeft de winter-vergadering van de beleidsgroep uiteindelijk midden januari 2005 plaatsgevonden en vrij snel na deze vergadering, op 11 februari 2005, is een definitieve versie van de kaderovereenkomst opengesteld voor ondertekening. Aangezien het enige doel van deze kaderovereenkomst is een juridisch bindend kader te scheppen waarbinnen O&O-werkzaamheden op projectniveau kunnen plaatsvinden, heeft geen van de overige partijen bezwaar gemaakt tegen deze openstelling voor ondertekening.

In dit hele proces werd de Commissie echter voortdurend geconfronteerd met het systematische verzoek van het Department of State van de VS dat ertoe strekte te voorkomen dat multi-gouvernementele organisaties, zoals de Gemeenschap, deelnemen aan besprekingen waaraan één of meer van hun lidstaten deelnemen. Uiteindelijk heeft de Commissie de VS-autoriteiten ervan op de hoogte gesteld dat als deze bepaling niet werd geschrapt noch de Gemeenschap, noch het VK en Frankrijk de kaderovereenkomst zouden kunnen ondertekenen. Daarop is de ondertekening twee weken uitgesteld. Aangezien een compromis moest worden bereikt teneinde de ondertekening door het VK en Frankrijk te vergemakkelijken, heeft de Commissie ermee ingestemd om bij de eventuele toetreding van de Gemeenschap de volgende verklaring af te leggen:

"Door partij te worden bij deze kaderovereenkomst zal Euratom volledig deelnemen aan de samenwerking en aan alle besprekingen in het raam van deze kaderovereenkomst en van alle systeemovereenkomsten die zij ondertekent; Euratom zal echter geen consensus blokkeren die is bereikt door de overige partijen bij deze kaderovereenkomst of door andere ondertekenaars van systeemovereenkomsten die zowel zij als één of meer van haar lidstaten hebben ondertekend."

Bij deze verklaring wordt onderstreept dat de Gemeenschap een volwaardige partij is bij de kaderovereenkomst, maar dat zij op systematische wijze solidair zal zijn met haar lidstaten. Om die solidariteit te waarborgen zullen de Commissie en de lidstaten die partij zijn bij de kaderovereenkomst onderstaande verklaring afleggen, die zal gehecht worden aan de notulen van de Raad:

"De Commissie en de lidstaten die partij zijn bij de kaderovereenkomst – momenteel Frankrijk en het VK – zullen hun standpunten nauw coördineren en harmoniseren alvorens belangrijke besluiten te nemen bij de tenuitvoerlegging van deze kaderovereenkomst en van de relevante systeemovereenkomsten."

De Commissie zal geregelde vergaderingen, ten minste twee keer per jaar, organiseren die open staan voor alle lidstaten of onderzoeksinstellingen die willen bijdragen tot O&O in het kader van het GIF. Bij dit coördinatieproces zullen ook de landen die geassocieerd zijn bij het Euratom-kaderprogramma worden betrokken, onder meer dus ook Zwitserland dat tevens een GIF-lid is.

De Commissie is van mening dat de voorgestelde kaderovereenkomst aanvaardbaar is voor de Gemeenschap en heeft derhalve besloten ze overeenkomstig artikel 101, tweede alinea, van het Euratom-Verdrag aan de Raad voor te leggen.

De kaderovereenkomst is een stap vooruit bij het opzetten van de internationale samenwerking op het gebied van systemen van de vierde generatie en zet de bepalingen van het GIF-handvest, dat een politiek akkoord zonder financiële implicaties is en dat dus door de Commissie zelf is ondertekend, om in een juridisch bindend document. De toetreding tot de kaderovereenkomst vergt goedkeuring door de Raad, aangezien hierbij de grondslagen worden gelegd voor een concrete onderzoekssamenwerking die, in afwezigheid van duidelijk vastgelegde voorwaarden voor een dergelijke samenwerking, nog niet van start is kunnen gaan. Bovendien bedraagt de looptijd van de kaderovereenkomst meer dan twee keer de looptijd van een kaderprogramma van de Gemeenschap en zijn er ten minste twee besluiten van de Raad vereist om richting te geven aan de bijdrage van de Gemeenschap aan het GIF die in overeenstemming moet zijn met het bepaalde in de besluiten van de Raad betreffende lopende en toekomstige kaderprogramma's.

Tenslotte moet worden aangestipt dat er geen dwingende bepalingen zijn met betrekking tot financiële transfers of speciale begrotingstoewijzingen tussen de partijen. De terzake geldende bepalingen hangen af van specifieke regels, praktijken en wensen van de partners. De enige relevante kosten zijn niet de directe kosten voor onderzoek, maar hebben betrekking op de technisch zeer gespecialiseerde diensten van het Nuclear Energy Agency (NEA) dat het kennisbeheer van het GIF zal verzorgen. Zij kunnen grotendeels worden gedekt door de detachering, op basis van vrijwilligheid, van geschikte personeelsleden naar het Technisch Secretariaat, uit O&O-organisaties die willen deelnemen aan specifieke GIF-projecten. Er zijn waarschijnlijk slechts beperkte bedragen nodig om het resterende deel van de kosten voor de secretariaatsdiensten van het NEA te dekken. De directe bijdrage van de Gemeenschap aan het GIF zal daarom worden toegewezen via de O&O-kaderprogramma's en zal beperkt blijven tot de bedragen zie zijn vastgelegd in de besluiten van de Raad tot vaststelling van deze programma's. Dit zal het mogelijk maken de Euratom-bijdrage voor O&O-activiteiten in het kader van GIF-projecten af te stemmen op de in de kaderprogramma's vastgelegde prioriteiten. Dit mag lidstaten of nationale O&O-organisaties die uit eigen middelen willen bijdragen aan het GIF er echter geenszins van weerhouden om hun bijdrage via de Gemeenschap te kanaliseren, ook als het gebieden betreft waarbij Euratom zelf niet betrokken is.

Het laatste punt waarop de Commissie de aandacht van de Raad wenst te vestigen is de taalregeling. Alle partners hebben aanvaard om uitsluitend de door het ministerie van Energie van de VS verspreide Engelse versie van de kaderovereenkomst als authentiek te aanvaarden. Aangezien de overeenkomst echter ook door de Regering van Canada zal worden ondertekend, was ook een Franse versie vereist. Die is uitgebracht door de Canadese autoriteiten en is gereviseerd door het NEA.

Gezien het bovenstaande wordt de Raad verzocht het aangehechte ontwerp-besluit vast te stellen.

TOELICHTING

Het initiatief "Generation IV International Forum" (GIF), dat begin 2000 is opgezet door het ministerie van Energie van de VS, heeft betrekking op ontwerpen voor één of meer kernenergiesystemen die kunnen worden geëxploiteerd op een manier die een concurrerende en betrouwbare energievoorziening waarborgt en waarbij wordt voldaan aan alle eisen op het gebied van de nucleaire veiligheid, het beheer van afvalstoffen, de non-proliferatie en de publieke perceptie. Momenteel heeft het GIF elf leden die het GIF-handvest hebben ondertekend: Argentinië, Brazilië, Canada, Euratom, Frankrijk, Japan, Korea, Zuid-Afrika, Zwitserland, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten van Amerika.

Het GIF-handvest is op 30 juli 2003 door Euratom ondertekend krachtens besluit nr. C(2002) 4287 van de Commissie. Verscheidene lidstaten hebben de toetreding van Euratom met klem verdedigd omdat ook zij willen deelnemen aan het in het kader van het GIF opgezette onderzoek. Het Euratom-lidmaatschap geeft alle lidstaten die dat wensen, alsmede de landen die geassocieerd zijn met de Euratom-kaderprogramma's, de mogelijkheid om deel te nemen aan de O&O-activiteiten van het GIF, ervaring en deskundigheid op te bouwen en informatie te verwerven over de technische en veiligheidsaspecten van de kernreactorsystemen van de volgende generatie.

De technologische aspecten met betrekking tot het GIF worden behandeld in de "Technology Roadmap", waaraan eind 2002 de laatste hand is gelegd en waarin zes verschillende kernenergiesystemen zijn geselecteerd voor verder onderzoek.

De uitvoering van deze onderzoekswerkzaamheden vereist een juridisch kader. De voor het GIF geplande juridische structuur omvat overeenkomsten op drie niveaus (een kaderovereenkomst, systeemovereenkomsten en tenslotte projectovereenkomsten binnen elk systeem) waarbinnen het onderzoek kan worden verricht en de resultaten kunnen worden uitgewisseld.

De kaderovereenkomst, waaraan begin 2005 de laatste hand is gelegd, is een stap vooruit bij het opzetten van de internationale samenwerking op het gebied van systemen van de vierde generatie en zet de bepalingen van het GIF-handvest (dat een politiek akkoord zonder financiële implicaties is en dat dus direct door de Commissie zelf kon worden ondertekend) om in een juridisch bindend document.

De toetreding tot de kaderovereenkomst vergt goedkeuring door de Raad, aangezien hierbij duidelijk de voorwaarden worden vastgelegd voor de concrete onderzoekssamenwerking in het kader van het GIF. Bovendien bedraagt de looptijd van de kaderovereenkomst meer dan twee keer de looptijd van een kaderprogramma van de Gemeenschap en zijn er ten minste twee besluiten van de Raad vereist om richting te geven aan de bijdrage van de Gemeenschap aan het GIF die in overeenstemming moet zijn met het bepaalde in de besluiten van de Raad betreffende lopende en toekomstige kaderprogramma's.

Voorstel voor een

BESLUIT VAN DE RAAD

betreffende de onderhandelingen met het oog op de toetreding van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) tot een internationale kaderovereenkomst tussen de leden van het Generation IV International Forum op het gebied van kernenergieonderzoek

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (hierna Euratom genoemd), en met name op artikel 10, tweede alinea,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) De Verenigde Staten van Amerika, het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Zwitserland, Japan, Zuid-Korea, Zuid-Afrika, Argentinië en Canada hebben het Generation IV International Forum (GIF) opgericht dat tot doel heeft concepten te ontwikkelen voor één of meer kernenergiesystemen die kunnen worden geëxploiteerd op een manier die een concurrerende en betrouwbare energievoorziening waarborgt en waarbij wordt voldaan aan alle eisen op het gebied van de nucleaire veiligheid, het beheer van afvalstoffen, de non-proliferatie en de publieke perceptie.

(2) Euratom is op 30 juli 2003 toegetreden tot het Generation IV International Forum .

(3) De in het raam van het GIF geplande internationale samenwerking en uitwisseling op het gebied van O&O inzake nucleaire technologie vereist een juridisch kader opdat de onderzoekswerkzaamheden op een wijze kunnen worden beheerd die juridische zekerheid waarborgt voor de deelnemers en met name opdat de bij de onderzoekswerkzaamheden ontstane rechten zoals de intellectuele-eigendomsrechten op passende wijze worden beschermd.

(4) Te dien einde zijn de partijen bij het GIF overeengekomen een kaderovereenkomst te sluiten waarbij de grondslagen worden gelegd voor de samenwerking en voor de vervolgens op te stellen systeem- en projectovereenkomsten.

(5) De financiële bijdrage van de Gemeenschap aan GIF-O&O-projecten blijft binnen de grenzen van de besluiten van de Raad inzake het Euratom-kaderprogramma.

(6) Alle lidstaten en openbare of particuliere onderzoeksinstellingen of bedrijven uit die lidstaten kunnen dankzij de toetreding van de Gemeenschap tot de kaderovereenkomst hun directe bijdragen aan de O&O-werkzaamheden kanaliseren,

BESLUIT:

Artikel 1

De Europese Commissie wordt gemachtigd te onderhandelen over de toetreding van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) tot de aangehechte kaderovereenkomst betreffende het Generation IV International Forum teneinde zowel een directe bijdrage van de Gemeenschap aan de GIF-O&O-activiteiten mogelijk te maken als het voor elke lidstaat en voor openbare of particuliere onderzoeksinstellingen of bedrijven uit die lidstaten mogelijk te maken hun bijdragen aan de GIF-O&O-werkzaamheden te kanaliseren.

Artikel 2

Indien de partijen bij het Generation IV International Forum deze toetreding zonder verdere opmerkingen aanvaarden, wordt de Commissie gemachtigd de aangehechte kaderovereenkomst namens de Gemeenschap te ondertekenen.

Gedaan te Brussel, op

Voor de Raad

De Voorzitter

BIJLAGE

KADEROVEREENKOMST

VOOR

INTERNATIONALE SAMENWERKING OP HET GEBIED VAN ONDERZOEK EN ONTWIKKELING VOOR KERNENERGIESYSTEMEN VAN DE VIERDE GENERATIE

De partijen bij deze kaderovereenkomst,

GELET OP de verwachte toename van de wereldwijde energievraag en de bijdrage die de ontwikkeling en verspreiding van innoverende technologieën en brandstoffen kan leveren om op een duurzame wijze aan de toekomstige energiebehoeften van de wereld te voldoen;

OVERWEGENDE dat de samenwerking van talrijke landen op het gebied van onderzoek en ontwikkeling met het oog op de ontwikkeling van geavanceerde kernenergiesystemen van de volgende generatie de voortgang naar de daadwerkelijke realisatie van dergelijke systemen kan versnellen;

OVERWEGENDE dat de partijen of hun ministeries, departementen, agentschappen of andere instanties een Handvest voor het Generation IV International Forum (hierna "het GIF" genoemd) hebben ondertekend als grondslag voor internationale samenwerking op het gebied van onderzoek en ontwikkeling voor de volgende generatie van kernenergiesystemen (hierna "Generatie IV-systemen" genoemd);

OVERWEGENDE dat de GIF-leden om dit handvest ten uitvoer te leggen een permanente beheersstructuur hebben opgezet, bestaande uit een beleidsgroep, een groep van deskundigen en een secretariaat;

OVERWEGENDE dat het GIF een "Technology Roadmap for Generation IV Nuclear Energy systems: Technical Roadmap Report" (december 2002) (hierna de "Technology Roadmap" genoemd) heeft gepubliceerd waarin de zes meest veelbelovende Generatie IV-systemen zijn omschreven en een overzicht is gegeven van het onderzoek en de ontwikkeling die vereist zijn om deze systemen tot technische wasdom te brengen;

OPMERKENDE dat de Generatie IV-systemen zijn: gasgekoelde snelle reactoren, loodgekoelde snelle reactoren, gesmolten-zoutreactoren, natriumgekoelde snelle reactoren, met superkritisch water gekoelde reactoren en 'Very-High-Temperature'-reactoren;

WENSENDE het onderzoek en de ontwikkeling in samenwerkingsverband tussen de partijen en hun ministeries, departementen, agentschappen en andere instanties, samen met de industriële, academische, gouvernementele en niet-gouvernementele sectoren van de internationale onderzoekswereld, te vergemakkelijken om de ontwikkeling van de in de Technology Roadmap omschreven Generatie IV-systemen vooruit te helpen; en

WIJZENDE op het Unieverdrag van Parijs van 20 maart 1883 tot bescherming van de industriële eigendom, zoals gewijzigd;

ZIJN HET VOLGENDE OVEREENGEKOMEN:

ARTIKEL I

Doelstelling

1. De doelstelling van deze kaderovereenkomst is een raamwerk vast te stellen voor internationale samenwerking om het bereiken van de doelstellingen en de visie van het GIF te bevorderen en te vergemakkelijken, meer bepaald de ontwikkeling van ontwerpen voor één of meer Generatie IV-systemen waarvoor in een later stadium vergunning kan worden verleend en die kunnen worden gebouwd en geëxploiteerd op een wijze die een concurrerende en betrouwbare energievoorziening waarborgt voor de landen waarin dergelijke systemen worden gebouwd, terwijl tegelijk wordt voldaan aan alle eisen op het gebied van de nucleaire veiligheid, het beheer van afvalstoffen, de non-proliferatie en de publieke perceptie.

2. De samenwerking in het raam van deze kaderovereenkomst geschiedt uitsluitend voor vreedzame doeleinden en met inachtneming van de non-proliferatiedoelstellingen en de desbetreffende internationale verplichtingen van de partijen, en verloopt op basis van gelijkwaardigheid, wederzijds voordeel en wederkerigheid.

ARTIKEL II

Vormen van samenwerking

De vormen van samenwerking in het raam van deze kaderovereenkomst zijn onder meer, maar moeten niet beperkt blijven tot:

a) gemeenschappelijk onderzoek en technologische ontwikkeling;

b) uitwisseling van technische informatie en gegevens inzake wetenschappelijke en technologische activiteiten en methoden alsook resultaten van onderzoek en ontwikkeling;

c) steun voor de organisatie van technologische demonstraties;

d) gezamenlijk uitvoering van proeven/experimenten;

e) deelname van personeel (inclusief wetenschappers, ingenieurs en andere specialisten) aan experimenten, analyses, ontwerpactiviteiten en andere activiteiten van onderzoek en ontwikkeling, uitgevoerd in onderzoekscentra, universitaire instellingen, laboratoria en andere faciliteiten;

f) uitwisseling of uitlening van stalen, materialen en apparatuur ten behoeve van experimenten, onderzoek en evaluatie;

g) organisatie van en deelname aan seminars, wetenschappelijke conferenties en andere vergaderingen;

h) financiële bijdragen voor het opzetten van de nodige experimenteerfaciliteiten; en

i) opleiding en verdere vorming van wetenschappers en technische deskundigen.

ARTIKEL III

Tenuitvoerlegging

1. Waar dit passend is, bevorderen en vergemakkelijken de partijen de ontwikkeling van directe contacten en van samenwerking tussen overheidsagentschappen, hogescholen, universiteiten, centra, instellingen en instituten voor wetenschappelijk onderzoek, particuliere ondernemingen en intergouvernementele organisaties.

2. Na ondertekening van deze kaderovereenkomst of nederlegging van een akte van toetreding wijst elke partij zichzelf of één of meer van haar ministeries, departementen, agentschappen of andere instanties aan als haar uitvoerende instantie(s) voor de verwezenlijking van de in artikel I van deze kaderovereenkomst omschreven doelstelling. De uitvoerende instanties worden genoemd in de bijlage, die een integrerend onderdeel van deze kaderovereenkomst vormt.

3. Een partij mag (een) extra uitvoerende instantie(s) aanwijzen of haar uitvoerende instantie(s) wijzigen door schriftelijke kennisgeving aan de depositaris (zie artikel XI). De aanwijzing van de extra of gewijzigde uitvoerende instantie treedt in werking overeenkomstig artikel XII, lid 4.

ARTIKEL IV

Systeemovereenkomsten

1. De uitvoerende instanties van twee of meer partijen mogen een systeemovereenkomst opzetten voor elk van de zes in de Technology Roadmap genoemde Generatie IV-systemen, op voorwaarde tenminste dat:

a) er uitsluitend één systeemovereenkomst is voor elk Generatie IV-systeem; en

b) wanneer een partij meer dan één uitvoerende instantie heeft, uitsluitend één daarvan de systeemovereenkomst ondertekent.

2. Bij elke systeemovereenkomst, die wordt beheerst door de bepalingen van deze kaderovereenkomst en daarmee in overeenstemming is, wordt een samenwerkingskader ingesteld voor onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteiten met het oog op de vaststelling van de levensvatbaarheid en prestaties van het Generatie IV-systeem in kwestie.

3. Elke systeemovereenkomst bevat uitvoeringsbepalingen betreffende onder meer:

a) de op te zetten samenwerking;

b) het beheer van de onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteiten die worden ondernomen om de doelstelling van het GIF te behalen;

c) de financiële regelingen;

d) de bescherming, het gebruik en de openbaarmaking van achtergrondinformatie waarop eigendomsrechten berusten;

e) adequate en doelmatige bescherming van de intellectuele-eigendomsrechten die bij de samenwerking in het raam van deze kaderovereenkomst ontstaan of geleverd worden, inclusief bepalingen voor de beslechting van geschillen betreffende de intellectuele-eigendomsrechten.

4. In geval van inconsistentie tussen een systeemovereenkomst en deze kaderovereenkomst, hebben de bepalingen van de kaderovereenkomst voorrang.

ARTIKEL V

Projectovereenkomsten

1. E lke systeemovereenkomst wordt ten uitvoer gelegd via één of meer projectovereenkomsten voor onderzoeks- en ontwikkelingsprojecten (O&O-projecten) die worden opgezet om de levensvatbaarheid en prestaties vast te stellen van het Generatie IV-systeem waarop het project betrekking heeft.

2. Uitvoerende instanties mogen toetreden tot projectovereenkomsten. Andere instanties uit de publieke en particuliere sector mogen toetreden tot projectovereenkomsten na goedkeuring, met eenparigheid van stemmen, door het systeem-stuurcomité dat door de ondertekenaars van elke systeemovereenkomst wordt opgericht voor het beheer van de O&O-samenwerking voor elk Generatie IV-systeem.

3. In elke projectovereenkomst moeten bepaalde kwesties worden behandeld zoals, onder meer, de werkingssfeer, de geraamde kosten, het voorgestelde tijdschema, het projectbeheer, de intellectuele-eigendomsrechten, de rapportering en de opzegging door ondertekenende partijen.

4. Elke projectovereenkomst is in overeenstemming met en valt onder de bepalingen van de systeemovereenkomst waaronder het project valt, en van deze kaderovereenkomst.

5. In geval van inconsistentie tussen een systeemovereenkomst en een projectovereenkomst, hebben de bepalingen van de systeemovereenkomst voorrang. In geval van inconsistentie tussen een systeemovereenkomst of een projectovereenkomst, enerzijds, en deze kaderovereenkomst, anderzijds, hebben de bepalingen van de kaderovereenkomst voorrang.

ARTIKEL VI

Vergemakkelijking van het verkeer van personen, apparatuur en materiaal; gebruik van gegevens

Met het oog op de samenwerking in het raam van deze kaderovereenkomst vergemakkelijkt elke partij, binnen de grenzen van haar internationale verplichtingen en nationale wet- en regelgeving:

a) de toegang tot en het verlaten van haar grondgebied van het geschikte personeel en materiaal en de geschikte apparatuur van andere partijen, gebruikt in de samenwerking in het raam van deze kaderovereenkomst; en

b) de uitwisseling en het gebruik van wetenschappelijke en technologische gegevens die worden verworven bij O&O in het raam van deze kaderovereenkomst.

ARTIKEL VII

Beschikbaarheid van middelen

De activiteiten van elke partij in het raam van deze kaderovereenkomst zijn afhankelijk van de beschikbaarheid van de nodige financiële, personele en andere middelen.

ARTIKEL VIII

Toepasselijke wetgeving

Elke partij organiseert de samenwerking in het raam van deze kaderovereenkomst overeenkomstig de op haar van toepassing zijnde wet- en regelgeving.

ARTIKEL IX

Openbaarmaking van informatie

De wetenschappelijke en technologische informatie die resulteert uit de samenwerking in het raam van deze kaderovereenkomst, afgezien van de informatie die om redenen van nationale veiligheid of om commerciële of industriële redenen niet publiek wordt gemaakt, wordt beschikbaar gemaakt voor de wetenschappelijke wereld via de gebruikelijke kanalen en in overeenstemming met de normale procedures van de partijen en hun respectieve deelnemende ministeries, departementen, agentschappen en andere instanties.

ARTIKEL X

Geschillenbeslechting

1. Elk geschil betreffende de interpretatie of toepassing van deze kaderovereenkomst wordt beslecht via raadpleging tussen of onder de betrokken partijen.

2. Elk geschil tussen twee of meer ondertekenaars van projectovereenkomsten wordt beslecht in overeenstemming met methode(n) waarover de bij de projectovereenkomst betrokken partijen schriftelijk overeenstemming hebben bereikt.

ARTIKEL XI

Depositaris

1. De oorspronkelijke tekst van deze kaderovereenkomst wordt neergelegd bij de Secretaris-generaal van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling, die hierbij wordt aangewezen als depositaris. De depositaris vervult zijn taken in overeenstemming met artikel 77 van het Verdrag van Wenen van 23 mei 1969 inzake het verdragenrecht.

2. Zodra deze kaderovereenkomst in werking is getreden overeenkomstig artikel XII, lid 2, zendt de depositaris een gewaarmerkt afschrift van de kaderovereenkomst toe aan de Secretaris-generaal van de Verenigde Naties ter registratie en publicatie overeenkomstig artikel 102 van het Handvest van de Verenigde Naties; op diezelfde wijze zendt de depositaris gewaarmerkte afschriften toe van alle in werking tredende wijzigingen van deze kaderovereenkomst.

ARTIKEL XII

Inwerkingtreding, wijziging, verlenging en beëindiging

1. Deze kaderovereenkomst staat uitsluitend op 28 februari 2005 open voor ondertekening. Een staat waarvan één of meer van de ministeries, departementen, agentschappen of andere instanties GIF-lid is, of elk GIF-lid dat bestaat uit meer dan één staat, kan partij worden bij deze kaderovereenkomst door:

a) ondertekening zonder voorbehoud ten aanzien van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring; of

b) ondertekening onder voorbehoud ten aanzien van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring, gevolgd door nederlegging van een akte van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring; of

c) nederlegging van een akte van toetreding overeenkomstig artikel XIV, lid 1.

2. Deze kaderovereenkomst treedt in werking wanneer drie partijen tot uiting hebben gebracht dat zij ermee instemmen door de kaderovereenkomst gebonden te zijn: door ondertekening zonder voorbehoud ten aanzien van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring; dan wel door nederlegging van een akte van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring. Daarna zal deze kaderovereenkomst voor een ondertekenaar in werking treden op de datum van nederlegging van zijn akte van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring; voor nieuwe partijen zal zij in werking treden overeenkomstig de bepalingen van artikel XIV, lid 3.

3. Onverminderd het bepaalde in lid 5 van dit artikel blijft deze kaderovereenkomst gedurende een periode van 10 jaar van kracht en kan zij, met instemming van de partijen en overeenkomstig de door de partijen vast te stellen procedures, voor aanvullende periodes worden verlengd.

4. Deze kaderovereenkomst kan, met instemming van alle partijen, op ieder moment worden gewijzigd. Met uitzondering van het bepaalde in lid 2 van artikel XIV, treedt een wijziging in werking voor alle partijen 30 dagen na de datum van ontvangst door de depositaris van de laatste schriftelijke kennisgeving van aanvaarding van de wijziging.

5. Met instemming van alle partijen kan deze kaderovereenkomst op ieder moment worden beëindigd. De beëindiging gaat in 30 dagen na de datum van ontvangst door de depositaris van de laatste schriftelijke kennisgeving van aanvaarding van de beëindiging.

ARTIKEL XIII

Opzegging

1. Een partij kan deze kaderovereenkomst opzeggen mits de depositaris daarvan zes maanden tevoren in kennis wordt gesteld. Vervolgens wordt de bijlage bij deze kaderovereenkomst gewijzigd om de naam van de desbetreffende partij en van haar uitvoerende instantie(s) te schrappen, in overeenstemming met de door de partijen vastgelegde procedures.

2. Opzegging van de kaderovereenkomst door een partij impliceert opzegging door haar uitvoerende instantie van elke systeemovereenkomst die bedoelde uitvoerende instantie heeft ondertekend.

ARTIKEL XIV

Nieuwe partijen

1. Na de inwerkingtreding van deze kaderovereenkomst kan elke staat waarvan één of meer van de ministeries, departementen, agentschappen of andere instanties GIF-lid is, en kan elk GIF-lid dat bestaat uit meer dan één staat, partij worden bij deze kaderovereenkomst door nederlegging bij de depositaris van een akte van toetreding en een schriftelijke kennisgeving met betrekking tot de uitvoerende instantie(s) die wordt/worden aangewezen overeenkomstig artikel III, lid 2.

2. Wanneer een nieuwe partij haar akte van toetreding en kennisgeving neerlegt overeenkomstig lid 1 van dit artikel, zendt de depositaris een voorstel voor een wijziging van de bijlage rond waarin de door die partij aangewezen uitvoerende instantie(s) wordt/worden gespecificeerd. Een dergelijke wijziging treedt in werking 90 dagen na de datum van ontvangst door de depositaris van de kennisgeving van die partij, mits geen andere partij bij de depositaris bezwaar maakt tegen bedoelde wijziging. Ingeval de depositaris een bezwaar tegen de voorgestelde wijziging ontvangt, treedt die wijziging niet in werking en zendt de nieuwe partij de depositaris een herziene schriftelijke kennisgeving van haar uitvoerende instantie(s) toe, waarbij dezelfde procedure wordt gevolgd.

3. Voor een nieuwe partij treedt deze kaderovereenkomst in werking 90 dagen na de ontvangst door de depositaris van het akte van toetreding van de staat waarvan één of meer van de ministeries, departementen, agentschappen of andere instanties GIF-lid is, of van het GIF-lid dat bestaat uit meer dan één staat.

4. Elke partij die toetreedt tot deze kaderovereenkomst nadat een wijziging daarvan in werking is getreden, wordt partij bij de kaderovereenkomst zoals gewijzigd.

ARTIKEL XV

Slotbepaling

Iedere in het raam van deze kaderovereenkomst opgezette samenwerking die bij het verstrijken of de beëindiging van deze kaderovereenkomst niet is voltooid, kan tot het einde worden voortgezet overeenkomstig de bepalingen van deze kaderovereenkomst.

TEN BLIJKE WAARVAN de ondergetekenden, daartoe naar behoren gemachtigd, deze kaderovereenkomst hebben ondertekend.

GEDAAN te Washington, in één enkel oorspronkelijk exemplaar, de achtentwintigste februari 2005, in de Engelse en de Franse taal, beide teksten zijnde gelijkelijk authentiek.

BIJLAGE

[pic]

[pic]

Top