This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52005DC0127
Communication from the Commission to the European Parliament and to the Council concerning the implementation and continuation of the Pericles programme for the protection of the euro against counterfeiting
Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad betreffende de uitvoering en de voortzetting van het programma "Pericles" voor de bescherming van de euro tegen valsemunterij
Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad betreffende de uitvoering en de voortzetting van het programma "Pericles" voor de bescherming van de euro tegen valsemunterij
/* COM/2005/0127 def. */
Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad betreffende de uitvoering en de voortzetting van het programma "Pericles" voor de bescherming van de euro tegen valsemunterij /* COM/2005/0127 def. */
[pic] | COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN | Brussel, 6.4.2005 COM(2005) 127 definitief 2005/0029 (CNS)2005/0030 (CNS) MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende de uitvoering en de voortzetting van het programma "Pericles" voor de bescherming van de euro tegen valsemunterij Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD tot wijziging en uitbreiding van de werking van het Besluit van de Raad van 17 december 2001 tot vaststelling van een actieprogramma inzake uitwisselingen, bijstand en opleiding voor de bescherming van de euro tegen valsemunterij (programma "Pericles") Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD waarbij de toepassing van het Besluit van de Raad van […] tot wijziging en uitbreiding van de werking van het Besluit van de Raad van 17 december 2001 tot vaststelling van een actieprogramma inzake uitwisselingen, bijstand en opleiding voor de bescherming van de euro tegen valsemunterij (programma "Pericles") wordt uitgebreid tot de niet-deelnemende lidstaten (door de Commissie ingediend) MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende de uitvoering en de voortzetting van het programma "Pericles" voor de bescherming van de euro tegen valsemunterij 1. ALGEMENE OPMERKINGEN Het communautair programma "Pericles" inzake uitwisselingen, bijstand en opleiding voor de bescherming van de euro tegen valsemunterij is vastgesteld bij Besluit 2001/923/EG van de Raad van 17 december 2001; het is erop gericht de maatregelen die de lidstaten nemen of die vervat zijn in bestaande programma’s ter bestrijding van valsemunterij, te ondersteunen en aan te vullen. Die maatregelen omvatten uitwisseling van informatie (workshops, ontmoetingen en studiedagen), aanstelling en uitwisseling van personeel, en technische, wetenschappelijke en operationele bijstand. Artikel 1 van het Periclesbesluit bepaalt dat het programma geldt voor de periode van 1 januari 2002 tot en met 31 december 2005. De financiële referentie voor de uitvoering van het programma bedraagt volgens artikel 6 vier miljoen EUR. De Commissie dient overeenkomstig artikel 13, lid 3, van het besluit uiterlijk op 30 juni 2005 bij het Europees Parlement en de Raad de volgende documenten in: - een ten aanzien van de programmabeheerder onafhankelijk extern evaluatieverslag over de deugdelijkheid, de doeltreffendheid en de uitwerking van het programma; en tevens - een mededeling over de wenselijkheid om dit programma voort te zetten en aan te passen, vergezeld van een passend voorstel. Het evaluatieverslag over het programma "Pericles" is op 30 november 2004 ingediend. In deze mededeling is met de conclusies en aanbevelingen van dat evaluatieverslag rekening gehouden; zij verstrekt informatie over de uitvoering van het programma en is vergezeld van een voorstel om de werking van het oorspronkelijke besluit, met de nodige aanpassingen, te verlengen. 2. ONTWIKKELINGEN OP HET GEBIED VAN EUROVALSEMUNTERIJ Sedert het begin van de zomer 2003 is het aantal in omloop aangetroffen valse eurobiljetten stabiel gebleven op circa 50 000 per maand, hetgeen minder is dan vóór de invoering van de euro het geval was, minder dan het aantal valse dollarbiljetten en uitzonderlijk laag in vergelijking met de negen miljard echte eurobiljetten in omloop. Het aantal valse euromunten blijft inmiddels toenemen, maar is naar historische maatstaven eveneens nog altijd laag te noemen. Bovendien hebben de politiediensten een aantal geslaagde operaties uitgevoerd waarbij ateliers zijn ontmanteld en grote aantallen valse biljetten en munten in beslag zijn genomen voordat ze in omloop konden worden gebracht. In de tabellen 1a en 1b worden de ontwikkelingen op het gebied van de vervalsing van eurobiljetten en –munten samengevat weergegeven. Tabel 1a | Tabel 1b | In omloop aangetroffen valse eurobiljetten | In omloop aangetroffen valse euromunten | 2002 - 2004 | 2002 - 2004 | jan-jun 2002 | 21965 | jan-jun 2002 | 68 | jul-dec 2002 | 145153 | jul-dec 2002 | 2271 | Jaar 2002 | 167118 | Jaar 2002 | 2339 | jan-jun 2003 | 230534 | jan-jun 2003 | 8100 | jul-dec 2003 | 311925 | jul-dec 2003 | 18091 | Jaar 2003 | 542459 | Jaar 2003 | 26191 | jan-jun 2004 | 307000 | jan-jun 2004 | 36191 | jul-dec 2004 | 287000 | jul-dec 2004 | 38309 | Jaar 2004 | 594000 | Jaar 2004 | 74500 | Bron: ECB | Bron: Commissie | Dit globaal positieve resultaat is de vrucht van een langdurige voorbereiding op wetgevend en institutioneel gebied en illustratief voor de intensieve samenwerking die in EU-verband en in breder internationaal verband tot stand is gebracht. De Commissie heeft de basisbeginselen voor de bescherming van de euro reeds in 1998 neergelegd in een mededeling[1]. Op basis daarvan heeft de Raad in 2001 een basisverordening[2] vastgesteld waarbij de institutionele grondslagen voor het beschermingskader zijn gelegd; voorafgaand daaraan had de Raad in 2000 een kaderbesluit[3] genomen waarbij de bescherming van de euro door middel van strafrechtelijke sancties werd versterkt en tot op zekere hoogte werd geharmoniseerd. In 1999 was het mandaat van Europol uitgebreid[4] met de bestrijding van valsemunterij. Met betrekking tot de strafrechtelijke sancties heeft de Commissie twee verslagen[5] gepubliceerd, waaruit blijkt dat het bovengenoemde kaderbesluit naar behoren wordt geïmplementeerd. Om de bestrijding van valsemunterij overzichtelijk te houden, alsook een nauwe samenwerking en efficiënte uitwisseling van informatie te bevorderen, zijn in alle lidstaten nationale centrale bureaus (NCB’s) opgericht. De ECB en Europol beschikken over databanken en communicatiesystemen. Ten behoeve van de technische analyse van nagemaakte betaalinstrumenten zijn gespecialiseerde entiteiten opgericht in de lidstaten, bij de ECB (bankbiljetten) en bij de Commissie (muntstukken). Het programma "Pericles" heeft via de uitwisseling van informatie en bevordering van samenwerking een significant aandeel in de resultaten die worden behaald op het gebied van de bescherming van de euro en de bestrijding van valsemunterij. Blijvende waakzaamheid is noodzakelijk om deze resultaten te consolideren en nog te verbeteren. Opleiding en technische bijstand spelen daarbij een belangrijke rol; daarom is er behoefte aan voortzetting van het programma "Pericles". 3. HET EVALUATIEVERSLAG Overeenkomstig artikel 13 van het Periclesbesluit is het programma geëvalueerd door de onafhankelijke accountant van het Europees Bureau voor Fraudebestrijding (OLAF), die op 30 november 2004 zijn evaluatieverslag indiende. Het onderzoek had betrekking op de stukken van 21 Periclesacties, die op initiatief van de lidstaten of de Commissie zijn uitgevoerd tot maart 2004. Aan de hand van vragenlijsten aan organisatoren en deelnemers, alsook van gesprekken met belanghebbenden, is de accountant tot de volgende hoofdconclusies gekomen[6]: - Het programma heeft bijgedragen tot een groter besef van de communautaire dimensie van de euro en tevens de deelnemers een beter inzicht verschaft in de relevante wet- en regelgeving, in het bijzonder de communautaire en ruimere Europese wetgeving. - De verschillende vormen van informatie-uitwisseling, werkmethoden/maatregelen zijn aan bod gekomen in de diverse workshops, ontmoetingen en studiedagen. - De doelgroepen van het programma zijn gedeeltelijk bereikt, vooral politieambtenaren hebben in groot aantal deelgenomen. Er was onvoldoende participatie van de banksector, gespecialiseerde juristen en kamers van koophandel. - De onderzochte activiteiten waren relevant te noemen en behoorden tot de hoofddoelstellingen van het programma. - De accountant constateerde dat sommige projecten bijzonder duur waren en lichtte er een aantal specifieke kostenposten uit. De accountant deed de volgende belangrijke aanbevelingen: - Het programma dient met nog eens vier jaar te worden verlengd, te kunnen beschikken over ten minste hetzelfde budget (1 miljoen EUR per jaar) en dezelfde maatregelen en doelgroepen te omvatten. Aan het einde van die termijn dient een tweede evaluatie plaats te vinden. - Het programma moet verder toegankelijk blijven voor alle lidstaten, maar voorrang dient (in eerste instantie) te worden gegeven aan die welke tot dusver slechts in geringe mate hebben deelgenomen of in het kader van het eerste programma geen acties hebben georganiseerd, evenals aan de nieuwe lidstaten. - De klemtoon dient te liggen op praktijkgerichte opleidingen. Uitwisselingen van personeel en specifieke training, onder andere via casestudies, moeten prioriteit krijgen. Deze activiteiten zijn ook de meest kosteneffectieve. - De samenwerking tussen de Europese instellingen/instanties (Commissie/OLAF, ECB en Europol) dient verder te worden ontwikkeld om overlappingen van verschillende programma’s te vermijden en de coördinatie tussen de belangrijkste actoren (politiediensten, banken, aanklagers) bij de bestrijding van eurovalsemunterij verder te verbeteren. - Wat betreft het effect van het programma op de convergentie van opleidingen voor opleiders op hoog niveau was het niet mogelijk een beoordeling te maken wegens ontoereikende informatie over de koppeling van de nationale strategieën en de activiteiten in het kader van Pericles. - Om een effectbeoordeling van het programma mogelijk te maken, onder andere wat betreft de convergentie van opleidingen voor opleiders op hoog niveau, adviseert de accountant om een strategiedocument op te stellen voordat het nieuwe Pericles van start gaat. 4. DE UITVOERING VAN HET PROGRAMMA Op basis van een referentiebedrag voor het programma "Pericles" van 4 miljoen EUR bedroegen de jaarlijkse toewijzingen van kredieten: 1,2 miljoen EUR in 2002, 0,9 miljoen EUR in 2003, 0,9 miljoen EUR in 2004 en 1,0 miljoen EUR in 2005. De uitvoering van het programma kwam traag op gang, hoofdzakelijk omdat de goedkeuring pas in december 2001 plaatsvond. Zodoende kon het eerste Periclesproject pas in oktober 2002 worden gerealiseerd en werd in 2002 nauwelijks 40% van de oorspronkelijk toegewezen begrotingskredieten effectief vastgelegd (de toewijzing werd in de loop van het jaar neerwaarts bijgesteld). Daarna kwam het programma op kruissnelheid en in 2003 en 2004 werden voor de volledige toewijzingen betalingsverplichtingen aangegaan. De vooruitzichten voor 2005 geven eveneens een volledige besteding van de resterende kredieten te zien. Volgens deze cijfers/prognoses zullen de vastleggingen over de periode 2002-2005 uitkomen op in totaal 80% van het oorspronkelijke referentiebedrag. De kerncijfers van de uitvoering van "Pericles" zijn samengebracht in tabel 2. TABEL 2 | PERICLES - UITVOERING 2002 – 2004 EN VOORUITZICHTEN VOOR 2005 | LS | 5 | COM | 2 | 2003 | 16 | PT, IT, DE, ES, FR, FI, EL | Politie, gerecht, financiële sector, handel | 753 | 875 701 | 900 000 | 97,3 % | LS | 2 | COM | 4 | 2004 | 15 | AT, FR, DE, EL, IT, ES, PT, | Politie, gerecht, financiële sector, banken | 586 | 879 263 | 900 000 | 97,7 % | LS | 11 | COM | 4 | 2005 (vooruitzichten) | 18 | SI, FR, DE, LT, IT, ES, LV, CY, PO | Politie, banken, gerecht, financiële sector, handel | 888 | 987 000 | 1 000 000 | 98,7 % | LS | 13 | COM | 5 | TOTAAL (ramingen) | 56 | 2593 | 3 216 869 | 4 000 000 | 80,4 % | LS | 41 | COM | 15 | Gedurende de eerste drie jaar van uitvoering van het programma zijn 38 projecten gelanceerd. In 2005 staan nog eens 18 acties van de lidstaten en de Commissie op stapel. Van de in totaal 56 projecten zijn er 41 afkomstig van de bevoegde instanties van de lidstaten en 15 van de Commissie/OLAF. Het merendeel van de acties heeft de vorm van workshops, ontmoetingen en studiedagen, alsook van gespecialiseerde opleidingen. Uitwisseling van personeel heeft echter aan belang gewonnen en behoort nu tot de mainstream van Pericles. Het is waarschijnlijk dat deze categorie activiteiten door de uitbreiding nog belangrijker zal worden, hetgeen ook in overeenstemming is met de aanbevelingen van het evaluatieverslag. Het lopende Periclesprogramma omvat slechts één technische studie, die in 2005 op grotere schaal zou worden voortgezet. Tabel 3 geeft de indeling naar type maatregel. TABEL 3 | PERICLES – INDELING NAAR TYPE MAATREGEL 2002 – 2005 | Begrotings-jaar | Workshop, studiedag | Uitwisseling van personeel | Studies | Totaal | 2002 | 6 | 1 | - | 7 | 2003 | 11 | 4 | 1 | 16 | 2004 | 10 | 5 | - | 15 | 2005 (vooruit-zichten) | 12 | 5 | 1 | 18 | TOTAAL (ramingen) | 39 | 15 | 2 | 56 | Aan deze evenementen namen haast 2600 personen deel. In een eerste fase waren de deelnemers bijna overwegend politieambtenaren, overeenkomstig de prioritaire doelstelling om hechtere professionele banden te smeden ten behoeve van een efficiëntere bestrijding van de eurovalsemunterij. Het evaluatieverslag (blz. 10 en 11) leert in dat verband dat, tot maart 2004, 65% van de deelnemers afkomstig was van politiediensten. Vanaf 2003 wordt een grotere participatie van gerechtelijke autoriteiten waargenomen, terwijl in 2004 en 2005 de deelneming vanuit de financiële sector (publieke sector, centrale banken van de lidstaten, commerciële banken en overige financiële instellingen) prominenter wordt. Deze ontwikkeling is in overeenstemming met de aanbevelingen van het evaluatieverslag; terzelfder tijd wordt ook het organiseren van studiebijeenkomsten over meer technische thema's aangemoedigd. Bij het beheer van het programma is ernaar gestreefd overlapping wat de deelnemers betreft te vermijden, en volgens het evaluatieverslag is dit ook gelukt. De deelnemers aan de acties zijn volgens het evaluatieverslag afkomstig uit 76 verschillende landen, met een meerderheid uit de lidstaten. Voorts wordt gewezen op de lage participatiegraad van sommige landen, waaronder een aantal uit de eurozone. Dat kan meer met organisatorische factoren dan met structurele redenen te maken hebben; er wordt momenteel een inspanning geleverd om de situatie te verhelpen. Wat het organiseren van activiteiten betreft zijn er verschillen tussen de landen: Italië bijvoorbeeld, is verantwoordelijk voor 21% van het totale aantal. Met ingang van 2005 zijn de nieuwe lidstaten begonnen met het organiseren van Periclesacties. Zoals het evaluatieverslag eveneens vermeldt (blz. 14), bestreken de georganiseerde Periclesacties alle voor de bescherming van de euro relevante gebieden: politie, gerecht, financiële partners, technische aspecten, en bevorderden zij de totstandbrenging van netwerken die de bestrijding van valsemunterij doeltreffender maken. De ECB, de Commissie, Europol en, in bepaalde gevallen, Eurojust, Interpol en de geheime diensten van de Verenigde Staten leveren bijdragen aan de Periclesacties. Wat die aspecten van de eurobescherming betreft waarvoor de lidstaten bevoegd zijn, is systematisch een beroep gedaan op de deskundigheid van de respectieve gespecialiseerde diensten. De Periclesacties vinden overwegend binnen de EU plaats. Daarnaast is een aantal acties georganiseerd in derde landen of kandidaat-lidstaten, overeenkomstig specifieke behoeften op het gebied van de bescherming van de euro. Zo zijn er acties opgezet in Colombia, voor alle Latijns-Amerikaanse landen, en in Bulgarije, ook ten behoeve van andere landen van Zuid-Oost-Europa. Daarmee is gevolg gegeven aan de in het Periclesbesluit (artikel 3) vervatte eis van een grensoverschrijdende en multidisciplinaire aanpak, waarbij dit laatste aspect wordt nagestreefd zowel wat de professionele background van de deelnemers als wat de inhoud van de acties betreft. Overeenkomstig artikel 5 van het besluit wordt het programma ten uitvoer gelegd en gecoördineerd in nauwe samenwerking tussen de Commissie en de lidstaten. De coördinatie van de Pericles- en andere opleidingsacties vindt plaats in het kader van de deskundigengroep "eurovalsemunterij" van de Commissie, waarin deskundigen van alle lidstaten en kandidaat-lidstaten samenwerken en waaraan Europol, de ECB en Interpol hun medewerking verlenen. Dit is in overeenstemming met de zevende overweging van het Periclesbesluit. In de praktijk zijn de acties die door de Commissie op communautair niveau en door de lidstaten worden ondernomen ter bescherming van de euro, thans bijna volledig gecentraliseerd in het kader van Pericles en heeft het programma ook het specifieke begrotingsonderdeel “Bescherming van de euro” van de Commissie grotendeels vervangen. Een klein aantal acties die op de bestrijding van valsemunterij zijn gericht, maakt deel uit van andere programma’s van de Gemeenschap, zoals TAIEX en Twinning. Het betreft overwegend acties waarbij één land of één thema betrokken is (waardoor deze niet in aanmerking komen voor Pericles); deze acties worden door de bevoegde dienst van de Commissie, in overleg met de lidstaten, systematisch met Pericles gecoördineerd. De Periclesacties hebben niet alleen de gevoeligheid voor en de kennis van de problematiek vergroot, maar ook tot bepaalde, o.a. structurele verbeteringen in de lidstaten en in derde landen geleid. Zo zijn in diverse landen nationale centrale bureaus voor de bestrijding van valsemunterij opgericht; er zijn twee Pericles-studiedagen georganiseerd om de (toenmalige) toetredende landen te helpen bij hun inspanningen om het acquis op dit specifieke gebied in praktijk te brengen; er is een gedragscode opgesteld inzake pers en voorlichting; één van de workshops heeft geresulteerd in een voorstel van de lidstaten voor een aanbeveling van de Raad. * * * In overeenstemming met de bovenstaande analyse en met de conclusies van het evaluatieverslag is deze mededeling vergezeld van een voorstel om het programma "Pericles", met de nodige aanpassingen, voort te zetten. TOELICHTING Overeenkomstig artikel 13 van het Besluit van de Raad van 17 december 2001 tot vaststelling van een actieprogramma inzake uitwisselingen, bijstand en opleiding voor de bescherming van de euro tegen valsemunterij (programma "Pericles") en op grond van het evaluatieverslag over dit programma van 30 november 2004 wordt voorgesteld de werking van dat besluit, met de nodige wijzigingen, te verlengen. De voorgestelde duur van de verlenging is zes jaar en het referentiebedrag blijft ongewijzigd op één miljoen euro per jaar. De voorgestelde wijzigingen betreffen de verhoging van het aandeel in de kosten dat uit de Gemeenschapsbegroting wordt gefinancierd, flexibiliteit wat het aantal aanvragen per lidstaat betreft en coördinatie, en de inhoudelijke verruiming van de technische en operationele ondersteuning tot administratieve bijstand bij opsporingsactiviteiten, waarbij Europol als intermediair zou optreden. Voorgestelde verlenging en financiering In overeenstemming met de aanbevelingen van de Pericles-evaluatie is het dienstig het programma te verlengen, rekening houdende met de noodzaak om: - waakzaam te blijven opdat het aantal nagemaakte eurobiljetten gelijk blijft of wordt teruggedrongen en een toename van het aantal nagemaakte euromuntstukken die het vertrouwen van het publiek zou aantasten, wordt voorkomen; - nieuw personeel op te leiden/voor te lichten en de opleidingen uit te breiden tot groepen die minder profijt hebben gehad van het programma, zoals financiële operatoren, openbare aanklagers en technisch personeel; - het betrokken personeel op te leiden wat betreft de kenmerken van de nieuwe generatie eurobiljetten, die eind dit decennium in omloop zal worden gebracht; - in het bijzonder intensief werk te maken van opleiding en technische bijstand in de nieuwe lidstaten, met voorrang voor die welke als eerste de euro als eenheidsmunt zullen introduceren. De volledige besteding van de kredieten voor Pericles in de laatste drie jaren van de programmalooptijd geeft het belang van de voortzetting van deze faciliteit aan. De voortzetting van Pericles is op basis van een presentatie door de beoordelaar van het programma besproken in de vergadering van de deskundigengroep “eurovalsemunterij” van de Commissie van 16 november 2004. De groep stemt unaniem in met de voortzetting van het programma. Er wordt voorgesteld om de looptijd met nog eens zes jaar, tot eind 2011, te verlengen. Daaraan liggen de volgende overwegingen ten grondslag: - in de evaluatie wordt gewezen op de behoefte om nieuwe toetredingen tot de eurozone op te vangen. De actuele vooruitzichten zijn dat sommige van de nieuwe EU-lidstaten in 2010 tot de eurozone zullen toetreden. Het programma moet tot minstens een jaar na de laatste serie toetredingen lopen; - er is behoefte aan een stabiel kader voor opleiding/informatie-uitwisseling en technische bijstand. De lidstaten hebben doorgaans een nationaal opleidingsprogramma voor het basispersoneel, dat wordt aangevuld met een opleiding op Europees niveau in het kader van Pericles. Voor een efficiënt beheer van beide niveaus is een Europees kader op middellange termijn nodig Inzake het budget voor het programma is rekening gehouden, enerzijds, met het grotere aantal potentiële begunstigden en, anderzijds, met de vaststelling dat een deel van het in aanmerking komende personeel reeds opgeleid is en dat een verdere rationalisatie van de uitgaven waarschijnlijk is. Beide factoren samen resulteren in het voorstel om het budget ongewijzigd te handhaven op één miljoen euro per jaar, of 6 miljoen euro in totaal. Dienovereenkomst wordt voorgesteld om de termijn in artikel 1, lid 2, van het Periclesbesluit te vervangen door 31 december 2011, en in artikel 6 een referentiebedrag van 6 miljoen EUR vast te stellen. Voorgestelde wijzigingen 1. Het communautaire financieringspercentage verhogen tot 80% (artikelen 10 en 11) In de praktijk blijkt dat de lidstaten, en in het bijzonder die met beperktere financiële middelen, moeilijkheden ondervinden om de nationale bijdrage van 30% rond te krijgen. Daardoor is een aantal zinvol geoordeelde acties niet of als initiatief van de Commissie uitgevoerd. Daarnaast heeft het bevoegde comité bij de beoordeling van projecten in een aantal gevallen vastgesteld dat de bijdrage van de lidstaten kunstmatig hoog leek en heeft het passende wijzigingen voorgesteld. De beoordelaar van het programma heeft met betrekking tot een aantal projecten eveneens gewezen op de behoefte aan rationalisatie van de kosten. Omdat de lidstaten nu meer vertrouwd zijn met de uitvoering van het programma, mag ervan worden uitgegaan dat dit wijzigingsvoorstel niet zal resulteren in een toename van het totale uitgekeerde steunbedrag. Een maximum van 80% geldt ook voor bijstand aan overheidsdiensten in het kader van het vergelijkbare communautaire programma "Hercules" ter bescherming van de financiële belangen van de Gemeenschap[7]. Derhalve wordt voorgesteld om het percentage van 70% in de artikelen 10 en 11 te vervangen door 80%. 2. Versoepeling van de beperking één land-één project van het type “seminar” (artikel 12) De bepaling dat lidstaten per jaar maximaal één project van het type “seminar” mogen indienen, heeft geleid tot een asymmetrie in de uitvoering, aangezien de opleidings- en de samenwerkingsbehoeften en de overeenkomstige mogelijkheden van land tot land verschillen. Doordat zij grotere aantallen personeelsleden moeten opleiden, besteden grotere landen doorgaans meer financiële en andere middelen aan opleiding en studiedagen, onder meer in het kader van Pericles. Dit heeft ertoe geleid, bij de geldende programmabepalingen, dat landen die meer dan één project per jaar willen organiseren, deze op kunstmatige wijze onder de noemer van één project hebben gegroepeerd, hetgeen de beoordeling en de uitvoering van de actie heeft bemoeilijkt. Daarom wordt voorgesteld deze beperking te versoepelen door artikel 12, lid 1, tweede alinea, als volgt te wijzigen: “In de regel dienen de lidstaten per jaar maximaal een project in …”. Indien als gevolg van deze versoepeling meer dan één project wordt ingediend door een lidstaat, dient de bevoegde nationale autoriteit de coördinatie daarvan op zich te nemen. Daartoe wordt voorgesteld om een alinea aan artikel 12, lid 1, toe te voegen. 3. Mogelijkheid om administratieve uitgaven in verband met grensoverschrijdende opsporingsactiviteiten te financieren (artikel 3, lid 3) Het huidige programma bevat geen uitdrukkelijke bepaling inzake de financiering van administratieve uitgaven in verband met grensoverschrijdende opsporingsactiviteiten. Het betreft hier de financiering van in het kader van politie-onderzoeken noodzakelijke démarches (beloning van informatieverstrekking e.d.) of werkzaamheden zoals het huren van voertuigen of apparatuur, reis- en verblijfkosten van politie- of andere functionarissen enz. Tot dusver ging het om bescheiden bedragen (minder dan 50 000 EUR), gefinancierd door de ECB in verband met de namaak van eurobiljetten. Het is mogelijk dat de ECB wat betreft politieoperaties deze bevoegdheid aan Europol overdraagt. Dat neemt niet weg dat er behoefte aan financiering van dergelijke uitgaven zou blijven op de gebieden waarvoor de ECB geen financiering verstrekt, zoals namaak van euromuntstukken en uitgaven voor andere dan politiefunctionarissen (o.a. gerechtelijke en douanefunctionarissen). Daarom wordt voorgesteld om aan artikel 3, lid 3, een punt d) toe te voegen, betreffende de mogelijkheid om na toetsing door Europol administratieve bijstand in het kader van grensoverschrijdende opsporingsactiviteiten mede te financieren wanneer deze niet door andere Europese instellingen wordt gefinancierd. Deze mogelijkheid, met name wat betreft de uitgaven in verband met muntstukken, is op verzoek van Europol en de lidstaten besproken door de deskundigengroep “valsemunterij”, die een gunstig advies heeft uitgebracht. De betrokken financiering zou prioritair worden gericht op acties buiten de eurozone en maximaal 100 000 EUR per jaar bedragen. 4. Wijziging van termijnen Er wordt voorgesteld de termijnen in artikel 13, lid 3, als volgt te wijzigen: - onder a), “30 juni 2005” vervangen door “30 juni 2011”; - onder b), een nieuwe termijn van 30 juni 2012 vaststellen. In artikel 15, de datum waarop het besluit van toepassing wordt, vaststellen op 1 januari 2006. 2005/0029 (CNS) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD tot wijziging en uitbreiding van de werking van het Besluit van de Raad van 17 december 2001 tot vaststelling van een actieprogramma inzake uitwisselingen, bijstand en opleiding voor de bescherming van de euro tegen valsemunterij (programma "Pericles") DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 123, lid 4, derde zin, Gezien het voorstel van de Commissie[8], Gezien het advies van het Europees Parlement[9], Gezien het advies van de Europese Centrale Bank[10], Overwegende hetgeen volgt: (1) Overeenkomstig artikel 13, onder a), van het Besluit van de Raad (2001/923/EG) van 17 december 2001 tot vaststelling van een actieprogramma inzake uitwisselingen, bijstand en opleiding voor de bescherming van de euro tegen valsemunterij (programma "Pericles")[11] dient de Commissie "uiterlijk op 30 juni 2005, een ten aanzien van de programmabeheerder onafhankelijk extern evaluatieverslag over de deugdelijkheid, de doeltreffendheid en de uitwerking van het programma en een mededeling over de wenselijkheid om dit programma voort te zetten en aan te passen, vergezeld van een passend voorstel" bij het Europees Parlement en de Raad in. (2) Het bij artikel 13 van dat besluit vereiste evaluatieverslag is op 30 november 2004 verschenen. De conclusies daarvan luiden, dat het programma zijn doelstellingen heeft bereikt en dat het aanbeveling verdient het programma te verlengen voor minstens nog eens vier jaar, met eenzelfde jaarlijks budget van één miljoen euro. (3) In dit besluit wordt een referentiebedrag in de zin van punt 34 van het interinstitutioneel akkoord van 6 mei 1999 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie over de begrotingsdiscipline en de verbetering van de begrotingsprocedure opgenomen voor de gehele looptijd van het programma met dien verstande dat dit de in het Verdrag vastgestelde bevoegdheden van de begrotingsautoriteit onverlet laat. (4) Met de voortzetting van het programma wordt tegemoet gekomen aan de behoefte om de waakzaamheid, de opleidingen en de technische bijstand op een peil te handhaven dat de bescherming van de euro verzekert. Een verlenging met zes jaar kan, mits de nieuwe financiële vooruitzichten worden goedgekeurd, een stabiel kader verschaffen voor de planning van de programma’s van de lidstaten, hetgeen in het bijzonder van belang is in een periode waarin nieuwe landen aan de euro zullen deelnemen. (5) De doeltreffendheid van het programma wat betreft de bescherming van de euro kan worden vergroot indien de technische bijstand, met participatie van Europol, wordt uitgebreid met administratieve bijstand voor grensoverschrijdende opsporingsactiviteiten, en indien meer flexibiliteit wordt toegestaan wat betreft het percentage van de kosten dat door de Gemeenschap wordt gedragen en het aantal projecten dat per lidstaat mag worden voorgesteld. (6) Besluit 2001/923/EG moet dan ook dienovereenkomstig worden gewijzigd, BESLUIT: Artikel 1 Wijzigingen Besluit 2001/923/EG van de Raad van 17 december 2001 tot vaststelling van een actieprogramma inzake uitwisselingen, bijstand en opleiding voor de bescherming van de euro tegen valsemunterij (programma "Pericles") wordt als volgt gewijzigd: 1. Aan artikel 1, lid 2, wordt de volgende alinea toegevoegd: “De geldigheidsduur van het programma wordt verlengd van het 1 Januari 2006 tot en met 31 December 2011.”. 2. Aan artikel 3, lid 3, wordt het volgende punt d) toegevoegd: “d) administratieve bijstand voor grensoverschrijdende opsporingsactiviteiten, na voorafgaande toetsing door Europol, mits deze bijstand niet wordt verstrekt door andere Europese instellingen.”. 3. De eerste alinea van artikel 6 komt te luiden: “De financiële referentie voor de uitvoering van het communautaire actieprogramma voor het in artikel 1, lid 2, laatste zin, bedoelde tijdvak bedraagt 6 miljoen EUR. ”. 4. De eerste zin van artikel 10, lid 1, komt te luiden: “De Gemeenschap financiert tot 80% van de in artikel 3, lid 2, bedoelde operationele steun, met name: ”. 5. In artikel 11 wordt “70%” vervangen door “80%”. 6. Het begin van artikel 12, lid 1, tweede alinea, komt te luiden: “In de regel dienen de lidstaten …”. 7. Aan artikel 12, lid 1, wordt de volgende alinea drie toegevoegd: “Indien meer dan één project wordt ingediend door een lidstaat, neemt de bevoegde nationale autoriteit als omschreven in artikel 2, onder b), vierde streepje, van Verordening (EG) nr. 1338/2001 de coördinatie daarvan op zich.”. 8. In artikel 13, lid 3, onder a), wordt de datum “30 juni 2005” vervangen door “30 juni 2011”. 9. Artikel 13, lid 3, onder b), komt te luiden: “na de uitvoering van het programma en uiterlijk op 30 juni 2006 en 2012 respectievelijk, een gedetailleerd verslag over de uitvoering en de resultaten van het programma, en met name over de toegevoegde waarde van de financiële bijstand van de Gemeenschap. Artikel 2 Toepassing Dit besluit is van toepassing in de deelnemende lidstaten als gedefinieerd in Verordening (EG) nr. 974/98. Artikel 3 Inwerkingtreding Dit besluit treedt in werking op de dag van zijn bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie . Het is van toepassing met ingang van 1 januari 2006. Gedaan te Brussel, […] Voor de Raad De voorzitter 2005/0030 (CNS) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD waarbij de toepassing van het Besluit van de Raad van […] tot wijziging en uitbreiding van de werking van het Besluit van de Raad van 17 december 2001 tot vaststelling van een actieprogramma inzake uitwisselingen, bijstand en opleiding voor de bescherming van de euro tegen valsemunterij (programma "Pericles") wordt uitgebreid tot de niet-deelnemende lidstaten DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 308, Gezien het voorstel van de Commissie[12], Gezien het advies van het Europees Parlement[13], Overwegende hetgeen volgt: (1) Bij de goedkeuring van Besluit […][14] bepaalde de Raad dat dit besluit van toepassing was in de deelnemende lidstaten als gedefinieerd in Verordening (EG) nr. 974/98 van 3 mei 1998 over de invoering van de euro[15]. (2) De uitwisselingen van informatie en personeel en de maatregelen op het gebied van bijstand en opleiding die in het kader van het programma "Pericles" ten uitvoer worden gelegd, dienen evenwel in de gehele Gemeenschap een uniform karakter te hebben; daarom dienen de nodige bepalingen te worden aangenomen om hetzelfde beschermingsniveau voor de euro te garanderen in de lidstaten waar de euro niet de officiële munteenheid is, BESLUIT: Artikel 1 De werking van Besluit […] wordt uitgebreid tot de andere lidstaten dan de deelnemende lidstaten, die zijn gedefinieerd in Verordening (EG) nr. 974/1998. Artikel 2 Dit besluit treedt in werking op de dag van zijn bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie . Gedaan te Brussel, […] Voor de Raad De voorzitter ANNEX LEGISLATIVE FINANCIAL STATEMENT 1. NAME OF THE PROPOSAL : Council Decision of […] amending and extending Council Decision of 17 December 2001 establishing an exchange, assistance and training programme for the protection of the euro against counterfeiting (the ‘Pericles’ programme) 2. ABM / ABB FRAMEWORK Policy Area(s) concerned and associated Activity/Activities: Fight against fraud. 3. BUDGET LINES 3.1. Budget lines (operational lines and related technical and administrative assistance lines (ex- B..A lines)) including headings : 24 02 02 Pericles 3.2. Duration of the action and of the financial impact: From 1 January 2006 until 31 December 2011 3.3. Budgetary characteristics (add rows if necessary) : Budget line | Type of expenditure | New | EFTA contribution | Contributions from applicant countries | Heading in financial perspective | 24 02 02 | Non Comp | Diff | NO | NO | NO | No 3 | 4. SUMMARY OF RESOURCES 4.1. Financial Resources 4.1.1. Summary of commitment appropriations (CA) and payment appropriations (PA) EUR million (to 3 decimal places) Expenditure type | Section no. | Year n | n + 1 | n + 2 | n + 3 | n + 4 | n + 5 and later | Total | Operational expenditure[16] | Commitment Appropriations (CA) | 8.1 | a | 1,000 | 1,000 | 1,000 | 1,000 | 1,000 | 1,000 | 6,000 | Payment Appropriations (PA) | b | 0,500 | 1,000 | 1,000 | 1,000 | 1,000 | 1,500 | 6,000 | Administrative expenditure within reference amount[17]: none | TOTAL REFERENCE AMOUNT | Commitment Appropriations | a+c | 1,000 | 1,000 | 1,000 | 1,000 | 1,000 | 1,000 | 6,000 | Payment Appropriations | b+c | 0,500 | 1,000 | 1,000 | 1,000 | 1,000 | 1,500 | 6,000 | Administrative expenditure not included in reference amount[18] | Human resources and associated expenditure (NDA) | 8.2.5 | d | 0,207 | 0,207 | 0,207 | 0,207 | 0,207 | 0,207 | 1,242 | Administrative costs, other than human resources and associated costs, not included in reference amount (NDA) | 8.2.6 | e | 0,090 | 0,090 | 0,090 | 0,090 | 0,090 | 0,090 | 0,540 | Total indicative financial cost of intervention TOTAL CA including cost of Human Resources | a+c+d+e | 1,297 | 1,297 | 1,297 | 1,297 | 1,297 | 1,297 | 7,782 | TOTAL PA including cost of Human Resources | b+c+d+e | 0,797 | 1,297 | 1,297 | 1,297 | 1,297 | 1,797 | 7,782 | Co-financing details If the proposal involves co-financing by Member States, or other bodies (please specify which), an estimate of the level of this co-financing should be indicated in the table below (additional lines may be added if different bodies are foreseen for the provision of the co-financing): The programme will be implemented as a Commission initiative by 20% and as initiative of Member States by 80%. In view of the proposed co-financing proportions (80% Community – 20% beneficiary) the amount of subsidy is increased proportionally by the national contribution. EUR million (to 3 decimal places) Co-financing body Competent national authorities | Year n | n + 1 | n + 2 | n + 3 | n + 4 | n + 5 and later | Total | 20% by Member States | f | 0,324 | 0,324 | 0,324 | 0,324 | 0,324 | 0,324 | 1,944 | TOTAL CA including co-financing | a+c+d+e+f | 1,621 | 1,621 | 1,621 | 1,621 | 1,621 | 1,621 | 9,726 | 4.1.2. Compatibility with Financial Programming ( The proposal is compatible with existing financial programming for the first year of its implementation. For the remainder of the period the financial perspectives are currently under discussion. 4.1.3. Financial impact on Revenue ( Proposal has no financial implications on revenue 5. CHARACTERISTICS AND OBJECTIVES Details of the context of the proposal are required in the Explanatory Memorandum. This section of the Legislative Financial Statement should include the following specific complementary information: 5.1. Need to be met in the short or long term: Continuation of the facility for training and technical assistance for the protection of the euro; provision of a medium term framework for the planning of Member States. 5.2. Value-added of Community involvement and coherence of the proposal with other financial instruments and possible synergy : Emphasis on the Community dimension of the protection of the euro; strengthening cooperation and awareness on the importance of the protection of the euro against counterfeiting. 5.3. Objectives, expected results and related indicators of the proposal in the context of the ABM framework : Maintain the current overall level of training and technical assistance in the form of Pericles actions. 5.4. Method of Implementation (indicative) Show below the method(s) [19] chosen for the implementation of the action. ( Centralised Management ( Directly by the Commission 6. MONITORING AND EVALUATION 6.1. Monitoring system The Commission keeps detailed the Pericles projects and analyses periodically its implementation. 6.2. Evaluation 6.2.1. Ex-ante evaluation The proposal for the extension of Pericles is based on the evaluation of the programme during the first years of its implementation. This is summarised in section 3 of the Communication (p. 4). In particular, the evaluator recommended that: the programme should continue for a further 4 years at least with the same budget (€ 1 million per year); the programme should give priority to those Member States with low participation or who did not organise actions in the first programme, as well as the new Member States. Emphasis should be put on practical training. There should be a prioritisation in favour of staff exchanges and specific training, including case studies. Co-operation between the European institutions/bodies (Commission/OLAF, ECB and Europol) should be further developed. With a view to enabling the assessment of the effect of the programme, among others on the convergence of high level training for trainers, the evaluator recommends the preparation of a strategy document, to be finalised before the new Pericles enters into effect. With regard to individual projects, an ex-ante evaluation is carried out by the Pericles Evaluation Committee (Commission). 6.2.2. Measures taken following an intermediate/ex-post evaluation (lessons learned from similar experiences in the past): The proposal for the extension of Pericles takes into consideration the conclusions reached by the programme evaluator (section 3, p. 4) namely: - The programme has improved awareness of the Community dimension of the euro and has also developed a greater understanding amongst the participants of the related laws and instruments and in particular of the relevant Community and broader European law. - With regard to the range of information exchanges and methodologies/measures, most have been presented in the various workshops, meetings and seminars. - The target groups for the programme have been reached in part with a very high participation by law enforcement officials; attendance by commercial banking sector, specialist lawyers or chambers of commerce was not sufficient. - The activities examined were considered relevant to and among the main objectives of the programme. - In terms of costs, the evaluator found that some of the projects were particularly costly and highlighted specific cost items. With regard to individual projects, the beneficiaries of each project selected submit a final and a financial report to the Commission. The Commission analyses the reports and evaluates, also on the basis of its attendance in the actions, the way in which they have been implemented and the impact they have had in order to gauge whether the objectives have been achieved. 6.2.3. Terms and frequency of future evaluation . The programme will undergo an independent evaluation in 2011 and a detailed report on its implementation will be sent to the Council and the European Parliament by June 2012. 7. ANTI-FRAUD MEASURES The careful examination at the Evaluation Committee, the discussions at the Commission’s relevant group and the financial analysis constitute guarantees against fraud. In addition, the beneficiaries are government agencies, usually law enforcement, which minimises the likelihood of fraud. The Commission may carry out on-the-spot checks and inspections under this programme in accordance with Council Regulation (Euratom, EC) N° 2185/96[20]. Where necessary, investigations are conducted by the European Anti-Fraud Office (OLAF) and governed by European Parliament and Council Regulation (EC) N° 1073/1999[21]. The beneficiary of an operation grant must keep available for the Commission all the supporting documents, including the audited financial statement, regarding expenditure incurred during the grant year for a period of five years following the last payment. The beneficiary of a grant must ensure that, where applicable, supporting documents in the possession of partners or members are made available to the Commission. 8. DETAILS OF RESOURCES 8.1. Objectives of the proposal in terms of their financial cost Commitment appropriations in EUR million (to 3 decimal places) The needs for human and administrative resources shall be covered within the allocation granted to the managing service in the framework of the annual allocation procedure. 8.2.2. Description of tasks deriving from the action Evaluation of applications: management of the evaluation committee, contacts with applicants; participation at events. Coordination: continuous monitoring of the implementation of Pericles; presentations at the relevant groups (Member States, ECB, Europol); contribution to the preparation of projects. Preparation and implementation of the Pericles actions under a Commission initiative. 8.2.3. Sources of human resources (statutory) (When more than one source is stated, please indicate the number of posts originating from each of the sources) ( Posts currently allocated to the management of the programme to be replaced or extended 8.2.4. Other Administrative expenditure included in reference amount (XX 01 04/05 – Expenditure on administrative management) EUR million (to 3 decimal places) Budget line (number and heading) | Year n | Year n+1 | Year n+2 | Year n+3 | Year n+4 | Year n+5 and later | TOTAL | Other technical and administrative assistance | - intra muros | - extra muros | Total Technical and administrative assistance | 8.2.5. Financial cost of human resources and associated costs not included in the reference amount EUR million (to 3 decimal places) Type of human resources | Year n | Year n+1 | Year n+2 | Year n+3 | Year n+4 | Year n+5 and later | Officials and temporary staff (A3 01 01) | 0,162 | 0,162 | 0,162 | 0,162 | 0,162 | 0,162 | Staff financed by Art A3 01 02 (auxiliary, END, contract staff, etc.) (specify budget line) | 0,045 | 0,045 | 0,045 | 0,045 | 0,045 | 0,045 | Total cost of Human Resources and associated costs (NOT in reference amount) | 0,207 | 0,207 | 0,207 | 0,207 | 0,207 | 0,207 | Calculation– Officials and Temporary agents Reference should be made to Point 8.2.1, if applicable 0,25A x 108.000 € +1B x 108.000 + 0,25C x 108.000 = 162.000 Calculation– Staff financed under art. A3 01 02 Reference should be made to Point 8.2.1, if applicable 1 END x 45.000 8.2.6 Other administrative expenditure not included in reference amount EUR million (to 3 decimal places) | XX 01 02 11 02 – Meetings & Conferences | XX 01 02 11 03 – Committees | 0,060 | 0,060 | 0,060 | 0,060 | 0,060 | 0,060 | 0,360 | XX 01 02 11 04 – Studies & consultations | XX 01 02 11 05 - Information systems | 2 Total Other Management Expenditure (A3 01 02 11) | 0,090 | 0,090 | 0,090 | 0,090 | 0,090 | 0,090 | 0,540 | Total Administrative expenditure, other than human resources and associated costs (NOT included in reference amount) | 0,090 | 0,090 | 0,090 | 0,090 | 0,090 | 0,090 | 0,540 | Calculation - Other administrative expenditure not included in reference amount Missions 20 x 1.500 € and 4 meetings x 15.000 €
[1] Mededeling van de Commissie van 22 juli 1998 aan de Raad, het Europees Parlement en de ECB, getiteld "Bescherming van de euro – bestrijding van valsemunterij", COM(98) 474def.
[2] Verordening (EG) nr. 1338/2001 van de Raad van 28 juni 2001 tot vaststelling van maatregelen die noodzakelijk zijn voor de bescherming van de euro tegen valsemunterij, en Verordening (EG) nr. 1339/2001 van de Raad van 28 juni 2001 houdende uitbreiding van de werking van Verordening (EG) nr. 1338/2001 tot de lidstaten die de euro niet als munteenheid hebben aangenomen, PB L 181 van 4.7.2001.
[3] Kaderbesluit van de Raad van 29 mei 2000 tot versterking, door middel van strafrechtelijke en andere sancties, van de bescherming tegen valsemunterij in verband met het in omloop brengen van de euro, PB L 140 van 29.5.2000.
[4] Besluit van de Raad van 29 april 1999 waarbij het mandaat van Europol wordt uitgebreid tot de bestrijding van valsemunterij en de vervalsing van betaalmiddelen, PB C 149 van 28.5.1999, blz. 16.
[5] Verslag van de Commissie COM(2001) 771 van 13.12.2001 en Tweede verslag van de Commissie COM(2003) 532 van 3.9.2003.
[6] Evaluatieverslag, blz. 4, 21, 22 en 23.
[7] Besluit nr. 804/2004/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 (PB nr. L 143 van 30.4.2004, blz. 9).
[8] PB C […] van […], blz. […].
[9] PB C […] van […], blz. […].
[10] PB C […] van […], blz. […].
[11] PB L 339 van 21.12.2001, blz. 50-54.
[12] PB C […] van […], blz. […].
[13] PB C […] van […], blz. […].
[14] Zie bladzijde … van dit Publicatieblad.
[15] PB L 139 van 11.5.1998, blz.1.
[16] Expenditure that does not fall under Chapter xx 01 of the Title xx concerned.
[17] Expenditure within article xx 01 04 of Title xx.
[18] Expenditure within chapter xx 01 other than articles xx 01 04 or xx 01 05.
[19] If more than one method is indicated please provide additional details in the "Relevant comments" section of this point
[20] OJ L 292, 15.11.1996, p. 2.
[21] OJ L 136 du 31.5.1999, p. 1.
[22] Cost of which is NOT covered by the reference amount
[23] Cost of which is NOT covered by the reference amount