EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52004SC0163

Verslag van de Commissie aan het Europees Parlement en aan de Raad over de ontwikkeling van de uitgaven van het EOGFL-Garantie - Alarmsysteem nr. 1/2004

/* SEC/2004/0163 def. */

52004SC0163

Verslag van de Commissie aan het Europees Parlement en aan de Raad over de ontwikkeling van de uitgaven van het EOGFL-Garantie - Alarmsysteem nr. 1/2004 /* SEC/2004/0163 def. */


VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN AAN DE RAAD over de ontwikkeling van de uitgaven van het EOGFL-Garantie - Alarmsysteem nr. 1/2004

1. KREDIETEN

1.1. Onder rubriek 1 (landbouw) vallende kredieten van de begroting 2004

De begroting 2004 is de eerste begroting waarvan de kredieten worden bepaald op basis van de door de Commissie ontplooide activiteiten. In de afdeling Garantie van het EOGFL zijn kredieten opgenomen voor drie activiteiten van de Commissie, namelijk: landbouw (beleidsterrein nr. 05), visserij (beleidsterrein nr. 11) en gezondheidszorg en consumentenbescherming (beleidsterrein nr. 17).

De onder rubriek 1 vallende begrotingskredieten die het Europees Parlement in december 2003 voor de EU-15 heeft vastgesteld, bedragen 44 761,4 miljoen euro.

De onder subrubriek 1a vallende kredieten voor alle betrokken beleidsterreinen, namelijk 05, 11 en 17, komen voor de EU-15 op 39 958,4 miljoen euro.

De onder subrubriek 1b vallende kredieten komen voor de EU-15 op 4 803,0 miljoen euro.

2. MAANDELIJKSE ONTWIKKELING VAN DE TE VERGOEDEN UITGAVEN

De onderstaande tabellen geven de maandelijkse ontwikkeling van de te vergoeden uitgaven ten opzichte van het uitgavenprofiel aan. De cijfers zijn gebaseerd op de uitgaven van de lidstaten in de periode van 16 oktober tot en met 30 november 2003.

2.1. Subrubriek 1a: Beleidsterreinen 05 (landbouw), 11 (visserij) en 17 (gezondheidszorg en consumentenbescherming)

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

2.2. Subrubriek 1b: Beleidsterrein 05 (landbouw) - Plattelandsontwikkeling

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

3. BESTEDING VAN DE KREDIETEN (VOORLOPIGE CIJFERS)

De besteding van de kredieten (voorlopige cijfers) in de eerste maand van het begrotingsjaar 2004 is aangegeven in de volgende tabel:

Begrotingsjaar 2004 - Besteding van de kredieten (voorlopige cijfers)

Uitgaven van de lidstaten in de periode van 16.10.2003 t/m 30.11.2003 die in januari 2004 ten laste van de EU-begroting worden gebracht

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

4. TOELICHTING

4.1. In januari 2004 te vergoeden uitgaven

Van de onder rubriek 1 vallende begrotingskredieten is in januari 2004 (uitgaven van de lidstaten van 16 oktober tot en met 30 november 2003) 19 414,3 miljoen euro besteed, dat is 43,4% van die kredieten. Deze te vergoeden uitgaven liggen

- voor subrubriek 1a 1 871,2 mln euro boven de indicator en

- voor subrubriek 1b 97,7 mln euro onder de indicator.

4.2. Monetaire factoren

Koers van de euro ten opzichte van de dollar

De bovenvermelde uitgaven zijn inclusief de gevolgen van de schommelingen van de koers van de euro ten opzichte van de dollar. Bij een groot deel van de uitvoerrestituties voor landbouwproducten, vooral die voor granen en suiker, en bij sommige vormen van interne steun zoals de steun voor katoen wordt de hoogte van de uitgaven mede bepaald door de koers van de euro ten opzichte van de dollar.

Overeenkomstig de verordening van de Raad betreffende de begrotingsdiscipline (Verordening (EG) nr. 2040/2000 van 26 september 2000) is de nota van wijzigingen voor de landbouwbegroting 2004 opgesteld op basis van de gemiddelde koers van de euro ten opzichte van de dollar in juli, augustus en september 2003, d.w.z. 1 euro = 1,12 $. In de periode van 1 augustus tot en met 30 november 2003 bedroeg de koers van de euro ten opzichte van de dollar gemiddeld 1 euro = 1,14 $, waarmee hij dus iets hoger was dan de koers die voor de opstelling van de begroting 2004 is gebruikt.

4.3. Marktfactoren

Subrubriek 1a

De besteding voor subrubriek 1a ligt zowel voor plantaardige producten als voor dierlijke producten boven de indicator. De overbesteding voor plantaardige producten is hoofdzakelijk toe te schrijven aan de sectoren akkerbouwgewassen en olijfolie. Voor dierlijke producten zijn vooral de sectoren rundvlees en schapenvlees verantwoordelijk voor de overbesteding. Over een en ander dienen de volgende opmerkingen te worden gemaakt:

Artikel 05 02 03: Rechtstreekse betalingen voor akkerbouwgewassen // Verschil: +943 mln euro (+5,5%)

// (uitgaven: 14 022 mln euro)

(indicator: 13 079 mln euro)

In verband met de droge zomer in sommige lidstaten heeft de Commissie bijzondere maatregelen (Verordening (EG) nr. 1577/2003 van de Commissie van 8 september 2003) vastgesteld waarbij die lidstaten werd toegestaan om reeds vanaf 16 oktober 2003 een voorschot van maximaal 50% van de areaalbetalingen voor akkerbouwgewassen en voor braaklegging uit te keren in plaats van te wachten tot 16 november 2003, begindatum van de normale betalingsperiode. De overbesteding ten opzichte van de indicator is het gevolg van deze vervroegde betaling van steun door de betrokken lidstaten. Op dit moment wordt verwacht dat deze overbesteding van tijdelijke aard zal zijn.

Artikel 05 02 05: Suiker // Verschil: -145 mln euro (-8,5%)

// (uitgaven: 174 mln euro)

(indicator: 319 mln euro)

Deze onderbesteding in vergelijking met de indicator komt doordat minder suiker met restituties is uitgevoerd dan was verwacht. Die export bedroeg namelijk slechts 75% van de voor de betrokken periode verwachte hoeveelheid.

Artikel 05 02 06: Olijfolie // Verschil: +379 mln euro (+16,0%)

// (uitgaven: 757 mln euro)

(indicator: 379 mln euro)

Deze overbesteding komt doordat de voorschotten op de productiesteun voor olijfolie in een sneller tempo zijn uitbetaald dan het tempo waarop de indicator is gebaseerd. De verwachting is dat de situatie zich in de komende maanden zal normaliseren. Waarschijnlijk zal deze steun worden toegekend voor de vooraf bepaalde maximumhoeveelheden olijfolie.

Artikel 05 03 02: Rundvlees // Verschil: +406 mln euro (+5,1%)

// (uitgaven: 1 730 mln euro)

(indicator: 1 324 mln euro)

In verband met de droge zomer in sommige lidstaten heeft de Commissie die lidstaten bij Verordening (EG) nr. 1503/2003 van 27 augustus 2003 toestemming gegeven om het voorschot op de rundvleespremies voor 2003 te betalen in het EOGFL-jaar 2003 in plaats van in het EOGFL-jaar 2004. Uit de overbesteding in vergelijking met de indicator voor het genoemde artikel van de begroting 2004 blijkt dat de betrokken lidstaten die premies aan het begin van het nieuwe EOGFL-jaar sneller zijn gaan betalen. Op dit moment wordt verwacht dat deze overbesteding van tijdelijke aard zal zijn.

Artikel 05 03 03: Schapen- en geitenvlees // Verschil: +618 mln euro (+40,4%)

// (uitgaven: 1 036 mln euro)

(indicator: 418 mln euro)

In verband met de droge zomer in sommige lidstaten heeft de Commissie die lidstaten bij Verordening (EG) nr. 1503/2003 van 27 augustus 2003 toestemming gegeven om de schapen- en geitenpremies voor 2003 volledig of voor een deel in het EOGFL-jaar 2003 te betalen in plaats van in het EOGFL-jaar 2004. Uit de overbesteding in vergelijking met de indicator voor het bovengenoemde artikel van de begroting 2004 blijkt dat de betrokken lidstaten die premies aan het begin van het nieuwe EOGFL-jaar sneller zijn gaan betalen. Op dit moment wordt verwacht dat deze overbesteding van tijdelijke aard zal zijn.

5. CONCLUSIES

Besteding van de kredieten tot en met 31 januari 2004

Blijkens de in januari 2004 te vergoeden uitgaven (uitgaven van de lidstaten van 16 oktober tot en met 30 november 2003) is voor subrubriek 1a sprake van een overbesteding. De oorzaak daarvan ligt bij bepaalde afzonderlijke begrotingsartikelen en op dit moment wordt verwacht dat deze overbesteding van tijdelijke aard zal zijn. De onderbesteding voor subrubriek 1b geeft op dit moment geen aanleiding tot opmerkingen.

Top