Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52004PC0640

    Voorstel voor een verordening van de Raad tot vaststelling van een herstelplan voor zwarte heilbot in het kader van de visserijorganisatie in het noordwestelijk deel van de Atlantische Oceaan

    /* COM/2004/0640 def. - CNS 2004/0229 */

    52004PC0640

    Voorstel voor een verordening van de Raad tot vaststelling van een herstelplan voor zwarte heilbot in het kader van de visserijorganisatie in het noordwestelijk deel van de Atlantische Oceaan /* COM/2004/0640 def. - CNS 2004/0229 */


    Brussel, 07.10.2004

    COM(2004) 640 definitief

    2004/0229 (CNS)

    .

    Voorstel voor een

    VERORDENING VAN DE RAAD

    tot vaststelling van een herstelplan voor zwarte heilbot in het kader van de visserijorganisatie in het noordwestelijk deel van de Atlantische Oceaan

    .

    (door de Commissie ingediend)

    TOELICHTING

    De Europese Gemeenschap is sinds 1979 verdragsluitende partij bij de Visserijorganisatie in het noordwestelijk deel van de Atlantische Oceaan.

    Na de sluiting van de belangrijkste takken van visserij op bodemvis in het begin van de jaren '90 is de visserij op zwarte heilbot de belangrijkste tak van visserij voor de EG-vloot in NAFO-wateren. Met 55 % van de quota in de internationale wateren van de NAFO is de EG de belangrijkste speler in deze tak van visserij.

    In juni 2003 heeft de Wetenschappelijke Raad van de NAFO aangegeven dat het bestand van de zwarte heilbot in een slechtere toestand verkeerde dan eerder was verwacht. De eerdere goede jaarklassen waren opgevist en aangezien op de korte en middellange termijn minder goede jaarklassen worden verwacht, zou de visserij-inspanning aanzienlijk moeten worden verminderd om te voorkomen dat dit bestand in de toekomst instort.

    Tijdens haar jaarvergadering in 2003 in Halifax, Canada, heeft de Visserijcommissie van de NAFO een 15-jarig herstelplan goedgekeurd voor de zwarte heilbot in NAFO-deelgebied 2 en sectoren 3KLMNO. Het doel van dit herstelplan is een exploiteerbare biomassa (van 5 jaar en ouder) van 140 000 ton gemiddeld, waardoor dit bestand op de langere termijn een stabiel rendement oplevert.

    Om het beoogde doel te bereiken, voorziet het herstelplan in een geleidelijke verlaging van de TAC: 42 000 ton in 2003, 20 000 ton in 2004, 19 000 ton in 2005, 18 500 ton in 2006 en 16 000 ton in 2007. De totaal toegestane vangsten voor de daaropvolgende jaren worden vastgesteld met inachtneming van de voortgang van het herstel van het bestand en kunnen worden aangepast op basis van het advies van de Wetenschappelijke Raad. Ook voorziet het plan in aanvullende controlemaatregelen om de doeltreffendheid van het plan te bevorderen.

    Het plan is door de Raad op voorlopige basis omgezet in Gemeenschapsrecht bij Verordening (EG) nr. 2287/2003 van 19 december 2003 tot vaststelling, voor 2004, van de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden welke in de wateren van de Gemeenschap en, voor vaartuigen van de Gemeenschap, in andere wateren met vangstbeperkingen van toepassing zijn, en tot vaststelling van de bij de visserij in acht te nemen voorschriften.

    Daarom moet dit plan worden toegepast door middel van een verordening van de Raad inzake meerjarige maatregelen voor zwarte heilbot gedurende de gehele looptijd van het herstelplan.

    2004/0229 (CNS)

    Voorstel voor een

    VERORDENING VAN DE RAAD

    tot vaststelling van een herstelplan voor zwarte heilbot in het kader vande visserijorganisatie in het noordwestelijk deel van de Atlantische Oceaan

    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 37,

    Gezien het voorstel van de Commissie[1],

    Gezien het advies van het Europees Parlement[2],

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1) Bij Verordening (EEG) nr. 3179/78 van de Raad van 28 december 1978 betreffende de sluiting door de Europese Economische Gemeenschap van de Overeenkomst inzake toekomstige multilaterale samenwerking op visserijgebied in het noordwestelijk deel van de Atlantische Oceaan[3] is deze overeenkomst (hierna "de NAFO-overeenkomst" te noemen) door de Gemeenschap goedgekeurd.

    (2) De NAFO-overeenkomst biedt een passend kader voor multilaterale samenwerking op het gebied van de rationele instandhouding en beheer van visbestanden in het in deze overeenkomst vastgestelde gebied.

    (3) Tijdens zijn bijeenkomst in juni 2003 heeft de Wetenschappelijke Raad van de NAFO aangegeven dat het bestand van de zwarte heilbot snel kleiner werd, en een sterke verlaging van de TAC aanbevolen.

    (4) Tijdens haar 25e jaarvergadering van 15 tot en met 19 september 2003 heeft de Visserijorganisatie voor het noordwestelijk deel van de Atlantische Oceaan (Northwest Atlantic Fisheries Organisation, NAFO) een 15-jarig herstelplan goedgekeurd voor de zwarte heilbot in NAFO-deelgebied 2 en sectoren 3KLMNO (hierna "het herstelplan" te noemen). Het herstelplan heeft hetzelfde doel als de herstelplannen waarin is voorzien bij artikel 5 van Verordening (EG) nr. 2371/2002 van de Raad van 20 december 2002 inzake de instandhouding en de duurzame exploitatie van de visbestanden in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid[4].

    (5) Om het bestand te herstellen, voorziet het herstelplan in een verlaging van de TAC tot en met 2007 en in controlemaatregelen om de doeltreffendheid van het plan te bevorderen.

    (6) Het herstelplan is voorlopig ten uitvoer gelegd bij Verordening (EG) nr. 2287/2003 van 19 december 2003 tot vaststelling, voor 2004, van de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden welke in de wateren van de Gemeenschap en, voor vaartuigen van de Gemeenschap, in andere wateren met vangstbeperkingen van toepassing zijn, en tot vaststelling van de bij de visserij in acht te nemen voorschriften[5], in afwachting van een verordening van de Raad inzake meerjarige maatregelen voor het herstel van het zwarteheilbotbestand.

    (7) Daarom is het noodzakelijk het herstelplan op een permanente basis toe te passen. Daartoe moet een procedure worden vastgesteld voor het mededelen van de lijst van vaartuigen waarvoor overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1627/94 van de Raad van 27 juni 1994 tot vaststelling van algemene bepalingen inzake speciale visdocumenten[6] een speciaal visdocument is afgegeven.

    (8) Ter naleving van de controlemaatregelen van het herstelplan, moeten kapiteins van vaartuigen van de Gemeenschap worden verplicht verslag uit te brengen en moet elke lidstaat worden verplicht zijn quota toe te wijzen aan zijn vaartuigen waarvoor een vergunning is afgegeven.

    (9) Om ervoor te zorgen dat het herstelplan op doeltreffende wijze wordt toegepast en aansluit bij herstelplannen die de Raad voor andere gebieden heeft goedgekeurd, zijn aanvullende controlemaatregelen nodig. Deze maatregelen moeten de verplichting dat vaartuigen vooraf melden wanneer zij een door de lidstaat aangewezen haven zullen binnenvaren en de beperking van de toegestane afwijking omvatten.

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1Onderwerp

    Bij deze verordening worden de algemene beginselen en de voorwaarden vastgesteld voor de toepassing door de Gemeenschap van een herstelplan voor het zwarteheilbotbestand in NAFO-deelgebied 2 en sectoren 3KLMNO.

    Het doel van dit herstelplan is een exploiteerbare biomassa (van 5 jaar en ouder) van 140 000 ton gemiddeld, waardoor de visserij op zwarte heilbot op de langere termijn een stabiel rendement oplevert.

    Artikel 2Definities

    In deze verordening wordt verstaan onder:

    a) "NAFO-deelgebied 2": het geografisch gebied als vastgesteld in bijlage III, onder 3a) van de NAFO-overeenkomst;

    b) "Sectoren 3KLMNO": het geografisch gebied als vastgesteld in bijlage III, onder 4b) van de NAFO-overeenkomst.

    Artikel 3Totaal toegestane vangsten (TACs)

    1. De totaal toegestane vangsten ("TACs") voor het zwarteheilbotbestand in NAFO-deelgebied 2 en sectoren 3KLMNO bedragen:

    a) 19 000 ton in 2005;

    b) 18 500 ton in 2006; en

    c) 16 000 ton in 2007.

    Wanneer de NAFO evenwel besluit dat deze TACs geen garantie bieden voor een duurzame visserij van dat bestand, past de Raad op voorstel van de Commissie en bij gekwalificeerde meerderheid de in de eerste alinea vastgestelde TAC aan in overeenstemming met het besluit van de NAFO.

    2. De quota worden aan de lidstaten toegewezen overeenkomstig de procedure van artikel 20, lid 1, van Verordening (EG) nr. 2371/2002.

    Artikel 4Verbod met betrekking tot zwarte heilbot

    Het is vaartuigen van de Gemeenschap niet toegestaan op zwarte heilbot te vissen in NAFO-deelgebied 2 en sectoren 3KLMNO en in dat gebied gevangen zwarte heilbot aan boord te hebben, over te laden of aan te voeren, tenzij

    a) zij een door hun vlaggenlidstaat afgegeven speciaal visdocument aan boord hebben en

    b) ingeschreven staan in het vlootregister van de NAFO.

    Artikel 5Speciale visdocumenten voor zwarte heilbot

    1. De lidstaten zorgen ervoor dat vaartuigen waarvoor een speciaal visdocument als bedoeld in artikel 4 is afgegeven, worden opgenomen in een lijst met hun naam en het in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 2090/98[7] gedefinieerde interne nummer.

    2. Elke lidstaat zendt de in lid 1 bedoelde lijst en alle daaropvolgende wijzigingen in computerleesbare vorm toe aan de Commissie.

    3. Wijzigingen in de in lid 1 bedoelde lijst worden ten minste vijf dagen vóór de datum waarop het aan de lijst toegevoegde vaartuig deelgebied 2 en sectoren 3KLMNO binnen vaart, aan de Commissie meegedeeld. De Commissie zendt deze wijzigingen onverwijld door aan het secretariaat van de NAFO.

    4. Elke lidstaat verdeelt zijn quota voor zwarte heilbot onder de vaartuigen die op de in lid 1 bedoelde lijst staan vermeld. De lidstaten stellen de Commissie elk jaar uiterlijk op 15 december van de toewijzing van de quota in kennis.

    Artikel 6Mededelingen

    1. De kapiteins van de in artikel 5, lid 1, bedoelde vissersvaartuigen delen de vlaggenlidstaat het volgende mee:

    a) de hoeveelheden zwarte heilbot aan boord op het moment dat het vaartuig van de Gemeenschap NAFO-deelgebied 2 en sectoren 3KLMNO binnenvaart. Deze mededeling vindt niet vroeger dan 12 uur en niet later dan 6 uur vóór het binnenvaren van het gebied plaats;

    b) de wekelijkse hoeveelheden zwarte heilbot aan boord. Deze mededeling vindt voor de eerste maal niet later dan de zevende dag middernacht volgende op de datum waarop het vaartuig deelgebied 2 en de sectoren 3KLMNO is binnengevaren, dan wel, wanneer de visreis binnen deelgebied 2 en sectoren 3KLMNO langer duurt dan zeven dagen, ten laatste op de maandag plaats voor vangsten die gedurende de voorgaande week eindigend op zondag middernacht in deelgebied 2 en de sectoren 3KLMNO zijn opgehaald;

    c) de hoeveelheden zwarte heilbot aan boord op het moment dat het vaartuig van de Gemeenschap NAFO-deelgebied 2 en sectoren 3KLMNO verlaat. Deze mededeling vindt niet vroeger dan 12 uur en niet later dan 6 uur vóór het verlaten van het gebied plaats, en moet vergezeld gaan van het aantal visdagen en de totale vangst in het gebied.

    d) de hoeveelheden zwarte heilbot die bij iedere overlading tijdens het verblijf van het vaartuig in NAFO-deelgebied 2 en sectoren 3KLMNO zijn geladen of gelost. Deze mededeling vindt niet later dan 24 uur na het voltooien van de overlading plaats.

    2. Na ontvangst sturen de lidstaten de in lid 1, onder a), c) en d), bedoelde mededelingen door aan de Commissie.

    3. Wanneer wordt geoordeeld dat met de overeenkomstig lid 1, onder b), meegedeelde hoeveelheden zwarte heilbot 70 % van de quota van de lidstaten is opgebruikt, delen de kapiteins de onder b) bedoelde gegevens dagelijks mee.

    Artikel 7Gescheiden opslag van zwarte heilbot

    1. De dagelijkse hoeveelheden zwarte heilbot die tijdens het verblijf van het vaartuig in deelgebied 2 en sectoren 3KLMNO aan boord worden gehouden, worden gescheiden van de andere vangsten aan boord opgeslagen en voorzien van duidelijke etiketten.

    2. De kapiteins van vissersvaartuigen verlenen de nodige bijstand aan inspecteurs van de lidstaten om deze in staat te stellen de in het logboek vermelde vangstgegevens te toetsen aan de aan boord gehouden vangsten van zwarte heilbot.

    Artikel 8Toegestane afwijking bij de raming van de in het logboek vermelde hoeveelheden

    In afwijking van artikel 5, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 2807/83 van de Commissie[8] en artikel 9, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 2868/88 van de Commissie[9] is de toegestane afwijking bij de raming van de aan boord gehouden hoeveelheden (in kg) 5 % van de in het logboek genoteerde hoeveelheden.

    Artikel 9Aangewezen havens

    1. Het is niet toegestaan hoeveelheden zwarte heilbot aan te voeren in andere dan de door de verdragsluitende partijen van de NAFO aangewezen havens.

    2. Elke lidstaat wijst de havens aan waar zwarte heilbot mag worden aangevoerd en stelt de in dit verband geldende inspectie- en toezichtprocedures vast, met inbegrip van de voorwaarden voor de registratie en de opgave van de aangevoerde hoeveelheden zwarte heilbot bij iedere aanvoer.

    3. Elke lidstaat zendt de Commissie elk jaar uiterlijk op 15 december een lijst toe van de aangewezen havens en de in dit verband geldende inspectie- en toezichtprocedures als bedoeld in lid 2. De Commissie zendt die informatie onverwijld door aan het secretariaat van de NAFO.

    4. De Commissie zendt alle lidstaten onverwijld een lijst toe van de in lid 2 bedoelde aangewezen havens en van de havens die zijn aangewezen door de overige verdragsluitende partijen van de NAFO.

    Artikel 10Voorafgaande kennisgeving

    Elke lidstaat verplicht de kapiteins van vissersvaartuigen of hun vertegenwoordigers, vóórdat zij een aangewezen haven binnenvaren, de bevoegde autoriteiten van de lidstaat waarvan zij de haven wensen te gebruiken, ten minste 48 uur vóór de geschatte aankomsttijd in de haven de volgende gegevens mede te delen:

    a) tijdstip van aankomst in de aangewezen haven;

    b) een kopie van het in artikel 4, onder a) bedoelde speciale visdocument;

    c) de hoeveelheden (in kilogram levend gewicht) zwarte heilbot aan boord;

    d) het gebied of de gebieden in het NAFO-gebied waar de vangsten zijn gedaan.

    Artikel 11Inspectie in de haven

    1. De lidstaten zien erop toe dat alle vaartuigen die een aangewezen haven aandoen om in deelgebied 2 en sectoren 3KLMNO gevangen zwarte heilbot aan te voeren en/of over te laden, worden onderworpen aan een inspectie in de haven overeenkomstig de haveninspectieregeling van de NAFO.

    2. Het is niet toegestaan vangsten van vaartuigen als bedoeld in lid 1 te lossen en/of over te laden voordat de inspecteurs ter plaatse zijn.

    3. Alle geloste hoeveelheden dienen per soort te worden gewogen alvorens naar de koelopslag of enige andere bestemming te worden vervoerd.

    4. De lidstaten doen het betrokken haveninspectieverslag uiterlijk zeven werkdagen na de datum waarop de inspectie is voltooid, aan de NAFO toekomen met een kopie aan de Commissie.

    Artikel 12Verbod op aanvoer of overlading voor vaartuigen van niet-verdragsluitende partijen

    De lidstaten verbieden de aanvoer en overlading van zwarte heilbot door vaartuigen van niet-verdragsluitende partijen die in het gereglementeerde gebied van de NAFO hebben gevist.

    Artikel 13Inwerkingtreding

    Deze verordening treedt in werking op de zevende dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 2005.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel, [...]

    Voor de Raad

    De voorzitter

    [1] PB C [...] van [...], blz. [...]

    [2] PB C [...] van [...], blz. [...]

    [3] PB L 378 van 30.12.1978, blz., 1. Verordening als gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 653/80(PB L 74 van 20.3.1980, blz. 1).

    [4] PB L 358 van 31.12.2002, blz., 59.

    [5] PB L 344 van 31.12.2003, blz., 1.

    [6] PB L 171 van 6.7.1994, blz. 7.

    [7] PB L 266 van 1.10.1998, blz., 27.

    [8] PB L 276 van 10.10.1983, blz., 1.

    [9] PB L 257 van 17.9.1988, blz., 20.

    Top