EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52004PC0390

Voorstel voor een verordening van de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2287/2003 wat betreft de visserij op kabeljauw in de Oostzee

/* COM/2004/0390 def. */

52004PC0390

Voorstel voor een verordening van de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2287/2003 wat betreft de visserij op kabeljauw in de Oostzee /* COM/2004/0390 def. */


Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2287/2003 wat betreft de visserij op kabeljauw in de Oostzee

(door de Commissie ingediend)

TOELICHTING

Bij Verordening (EG) nr. 2287/2003 zijn voor 2004 de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden welke in de wateren van de Gemeenschap en, voor vaartuigen van de Gemeenschap, in andere wateren met vangstbeperkingen van toepassing zijn, en de bij de visserij in acht te nemen voorschriften vastgesteld. Deze verordening moet worden gewijzigd naar aanleiding van enkele recente besluiten van de Internationale Visserijcommissie voor de Oostzee (IBSFC) om de duur van het verbod op de vangst van kabeljauw in de Oostzee van de periode van 1 juni tot en met 31 augustus 2004 terug te brengen tot de periode van 15 juni tot en met 15 augustus 2004.

Het onderhavige voorstel is bedoeld om de nodige wijzigngen aan te brengen in bijlage IV bij Verordening (EG) nr. 2287/2003.

Om de vissers in staat te stellen hun activiteiten voor dit visseizoen te plannen, wordt de Commissie verzocht dit voorstel zo spoedig mogelijk goed te keuren en aan de Raad toe te zenden.

Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2287/2003 wat betreft de visserij op kabeljauw in de Oostzee

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 2371/2002 van de Raad van 20 december 2002 inzake de instandhouding en de duurzame exploitatie van de visbestanden in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid [1], en met name op artikel 20,

[1] PB L 358 van 31.12.2002, blz. 59.

Gezien het voorstel van de Commissie [2],

[2] PB C [...] van [...], blz. [...].

Overwegende hetgeen volgt:

(1) In mei 2004 heeft de Internationale Visserijcommissie voor de Oostzee (IBSFC) een aanbeveling goedgekeurd om de duur van het verbod op de vangst van kabeljauw in de Oostzee van de periode van 1 juni tot en met 31 augustus 2004 terug te brengen tot de periode van 15 juni tot en met 15 augustus 2004. Deze aanbeveling moet in communautaire wetgeving worden omgezet.

(2) Verordening (EG) nr. 2287/2003 van 19 december 2003 tot vaststelling, voor het jaar 2004, van de vangstmogelijkheden die gelden voor bepaalde visbestanden en groepen visbestanden in de wateren van de Gemeenschap en, wat vaartuigen van de Gemeenschap betreft, in andere wateren met vangstbeperkingen, en tot vaststelling voorts van de bij de visserij in acht te nemen voorschriften [3], moet dienovereenkomstig worden gewijzigd,

[3] PB L 344 van 31.12.2003, blz. 1.

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Punt 4 van bijlage IV bij Verordening (EEG) nr. 2287/2003 wordt vervangen door:

" 4. Verbod om in de zomer in de Oostzee op kabeljauw te vissen

Van 15 juni 2004 tot en met 15 augustus 2004 is het verboden in de Oostzee, de Belten en de Øresund op kabeljauw te vissen. "

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 1 juni 2004.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, op

Voor de Raad

De Voorzitter

Top