Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52004PC0330

    Voorstel voor een besluit van de Raad over de algemene aanpak van de herverdeling van de financiële middelen in het kader van Verordening (EG) nr. 1268/1999 inzake steunverlening door de Gemeenschap voor pretoetredingsmaatregelen op het gebied van landbouw en plattelandsontwikkeling in de kandidaat-lidstaten in Midden- en Oost-Europa gedurende de pretoetredingsperiode

    /* COM/2004/0330 def. */

    52004PC0330

    Voorstel voor een besluit van de Raad over de algemene aanpak van de herverdeling van de financiële middelen in het kader van Verordening (EG) nr. 1268/1999 inzake steunverlening door de Gemeenschap voor pretoetredingsmaatregelen op het gebied van landbouw en plattelandsontwikkeling in de kandidaat-lidstaten in Midden- en Oost-Europa gedurende de pretoetredingsperiode /* COM/2004/0330 def. */


    Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD over de algemene aanpak van de herverdeling van de financiële middelen in het kader van Verordening (EG) nr. 1268/1999 inzake steunverlening door de Gemeenschap voor pretoetredingsmaatregelen op het gebied van landbouw en plattelandsontwikkeling in de kandidaat-lidstaten in Midden- en Oost-Europa gedurende de pretoetredingsperiode

    (door de Commissie ingediend)

    TOELICHTING

    De Europese Raad heeft in december 2002 in Kopenhagen de toetredingsonderhandelingen afgerond voor acht landen (Tsjechië, Estland, Hongarije, Letland, Litouwen, Polen, Slowakije en Slovenië) die momenteel bijstand ontvangen in het kader van Verordening (EG) nr. 1268/1999 van de Raad inzake steunverlening door de Gemeenschap voor pretoetredingsmaatregelen op het gebied van landbouw en plattelandsontwikkeling (SAPARD). Deze landen zullen op 1 mei 2004 lid van de Europese Unie worden.

    Bijgevolg zullen in de periode 2004-2006 alleen Bulgarije en Roemenië nog van de SAPARD-middelen profiteren.

    Bovendien heeft de Europese Raad, doordat hij in Kopenhagen de door de Commissie voorgestelde [COM(2002) 624 definitief] draaiboeken voor Bulgarije en Roemenië heeft onderschreven, ermee ingestemd dat de financiële middelen voor pretoetredingssteun worden verhoogd en dat de verdeelsleutel voor toewijzingen aan die twee landen op 70 % voor Roemenië en 30 % voor Bulgarije wordt vastgesteld.

    Wat de verhoging van de financiële middelen betreft, hebben het Europees Parlement en de Raad op 19 mei 2003 besloten de financiële vooruitzichten in verband met de uitbreiding aan te passen (Besluit 2003/429/EG [1]). In een bijlage bij de aangepaste financiële vooruitzichten is onder meer voor elk van de jaren 2004, 2005 en 2006 een totaal maximum aan vastleggingskredieten voor de drie pretoetredingsinstrumenten SAPARD, ISPA en PHARE vastgesteld (rubriek 7).

    [1] PB L 147 van 14.6.2003, blz. 25.

    Om het respectieve aandeel van Roemenië en Bulgarije in de betrokken financiële toewijzingen aan te geven zijn nog juridisch bindende besluiten nodig. In het geval van SAPARD moet dat besluit worden vastgesteld overeenkomstig de tweede alinea van artikel 15 van Verordening (EG) nr. 1268/1999, die als volgt luidt: "De Raad neemt op voorstel van de Commissie met gekwalificeerde meerderheid van stemmen een besluit over de algemene aanpak van de herverdeling.".

    Daarom wordt de Raad verzocht overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EG) nr. 1268/1999 zijn goedkeuring te hechten aan het bijgaande voorstel voor een besluit van de Raad over de algemene aanpak van de herverdeling van de voor het SAPARD-instrument beschikbare financiële middelen tussen Roemenië en Bulgarije.

    Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD over de algemene aanpak van de herverdeling van de financiële middelen in het kader van Verordening (EG) nr. 1268/1999 inzake steunverlening door de Gemeenschap voor pretoetredingsmaatregelen op het gebied van landbouw en plattelandsontwikkeling in de kandidaat-lidstaten in Midden- en Oost-Europa gedurende de pretoetredingsperiode

    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

    Gelet op Verordening (EG) nr. 1268/1999 van de Raad van 21 juni 1999 inzake steunverlening door de Gemeenschap voor pretoetredingsmaatregelen op het gebied van landbouw en plattelandsontwikkeling in de kandidaat-lidstaten in Midden- en Oost-Europa gedurende de pretoetredingsperiode [2], en met name op artikel 15, tweede alinea,

    [2] PB L 161 van 26.6.1999, blz. 87. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 696/2003 (PB L 99 van 17.4.2003, blz. 24).

    Gezien het voorstel van de Commissie,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1) De Europese Raad heeft op 12 en 13 december 2002 in Kopenhagen ingestemd met de onderhandelingsresultaten, die tot gevolg zullen hebben dat acht landen die momenteel profiteren van het bepaalde in Verordening (EG) nr. 1268/1999, in 2004 tot de Gemeenschap toetreden. Bijgevolg zullen in de periode van 2004 tot en met 2006 alleen Bulgarije en Roemenië verder profiteren van vastleggingen op grond van die verordening.

    (2) Door de door de Commissie voorgestelde draaiboeken voor Bulgarije en Roemenië te onderschrijven heeft de Europese Raad er in Kopenhagen mee ingestemd dat het respectieve procentuele aandeel van die landen in toewijzingen op 30/70 wordt vastgesteld voor het PHARE-programma dat is ingesteld bij Verordening (EEG) nr. 3906/89 van de Raad van 18 december 1989 betreffende economische hulp ten gunste van de Republiek Hongarije en de Volksrepubliek Polen [3], voor het speciale pretoetredingsprogramma op het gebied van landbouw en plattelandsontwikkeling (SAPARD) dat is ingesteld bij Verordening (EG) nr. 1268/1999 van de Raad, en voor het pretoetredingsinstrument voor structuurbeleid (ISPA) dat is ingesteld bij Verordening (EG) nr. 1267/1999 van de Raad [4].

    [3] PB L 375 van 23.12.1989, blz. 11. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 807/2003 (PB L 122 van 16.5.2003, blz. 36).

    [4] PB L 161 van 26.6.1999, blz. 73. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2500/2001 (PB L 342 van 27.12.2001, blz. 1).

    (3) Bij die verhouding wordt rekening gehouden met de behoeften en het vermogen om bijstand te absorberen als bedoeld in artikel 15, eerste alinea, van Verordening (EG) nr. 1268/1999 en met de in artikel 7, lid 3, van die verordening vastgestelde criteria voor de financiële toewijzing aan elke kandidaat-lidstaat.

    (4) De Raad dient overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EG) nr. 1268/1999 de algemene aanpak vast te stellen van de herverdeling van de voor het SAPARD-instrument beschikbare financiële middelen tussen de resterende begunstigde landen, namelijk Roemenië en Bulgarije,

    BESLUIT:

    Enig artikel

    Voor de periode van 2004 tot en met 2006 wordt de verdeling van de voor het SAPARD-instrument beschikbare financiële middelen tussen Roemenië en Bulgarije vastgesteld op 70 % voor Roemenië en 30 % voor Bulgarije.

    Gedaan te Brussel,

    Voor de Raad

    De voorzitter

    Top