This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52003PC0731
Proposal for a Directive of the European Parliament and of the Council on waste (Codified version)
Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende afvalstoffen (gecodificeerde versie)
Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende afvalstoffen (gecodificeerde versie)
/* COM/2003/0731 def. - COD 2003/0283 */
Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende afvalstoffen (gecodificeerde versie) /* COM/2003/0731 def. - COD 2003/0283 */
Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende afvalstoffen (gecodificeerde versie) (door de Commissie ingediend) TOELICHTING 1. In de context van een Europa van de burgers hecht de Commissie groot belang aan het vereenvoudigen en verduidelijken van het Gemeenschapsrecht om het duidelijker en toegankelijker te maken voor de gewone burger, zodat deze nieuwe mogelijkheden krijgt en in staat wordt gesteld gebruik te maken van de specifieke rechten die hij aan het Gemeenschapsrecht kan ontlenen. Dit doel kan niet worden verwezenlijkt zolang talloze bepalingen die meermaals en vaak ingrijpend zijn gewijzigd, gedeeltelijk in het oorspronkelijke besluit en gedeeltelijk in de latere wijzigingsbesluiten te vinden zijn. Om dan na te gaan wat de geldende regels zijn, is veel zoekwerk vereist, waarbij een groot aantal besluiten moet worden vergeleken. Codificatie van meermaals gewijzigde regels is dan ook van essentieel belang om het Gemeenschapsrecht duidelijk en doorzichtig te maken. 2. Bij haar besluit van 1 april 1987 [1] heeft de Commissie daarom haar diensten opgedragen alle wetgevingbesluiten na maximaal tien wijzigingen te codificeren, waarbij zij erop wijst dat dit een minimumregel is en dat haar diensten ter wille van de duidelijkheid en het juiste begrip van de communautaire wetgeving ernaar zouden moeten streven de teksten waarvoor zij verantwoordelijkheid dragen, met nog kortere tussenpozen te codificeren. [1] COM(1987) 868 PV. 3. De conclusies van het voorzitterschap van de Europese Raad van Edinburgh (december 1992) hebben dit bevestigd [2] en het belang van codificatie onderstreept, omdat daarmee rechtszekerheid wordt verschaft omtrent de vraag welke wet op een gegeven moment op een bepaald onderwerp van toepassing is. [2] Zie bijlage 3 bij deel A van die conclusies. Bij codificatie moet het normale wetgevingsproces van de Gemeenschap volledig in acht worden genomen. Aangezien bij codificatie geen inhoudelijke wijzigingen in de betrokken wetteksten mogen worden aangebracht, zijn het Europees Parlement, de Raad en de Commissie bij Interinstitutioneel Akkoord van 20 december 1994 een versnelde werkmethode voor de codificatie van wetteksten overeengekomen. 4. Dit voorstel beoogt de codificatie van Richtlijn 75/442/EEG van de Raad van 15 juli 1975 betreffende afvalstoffen [3]. De nieuwe richtlijn vervangt de verschillende besluiten die erin zijn verwerkt [4]; dit voorstel laat de inhoud van de besluiten die worden gecodificeerd onverlet en beperkt zich er derhalve toe deze samen te voegen en daarin slechts de formele wijzigingen aan te brengen die voor de codificatie zelf vereist zijn. [3] Uitgevoerd overeenkomstig de mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad: Codificatie van het acquis communautaire, COM(2001) 645 def. [4] Zie bijlage III, deel A, bij dit voorstel. 5. Dit voorstel voor een codificatie is opgesteld op basis van een voorafgaande consolidatie, in alle officiële talen, van Richtlijn 75/442/EEG en de besluiten tot wijziging daarvan, met behulp van een gegevensverwerkingssysteem van het Bureau voor officiële publicaties der Europese Gemeenschappen. Voorzover de artikelen zijn vernummerd, is het verband tussen de oude en de nieuwe nummering weergegeven in een concordantietabel die is opgenomen in bijlage IV bij de gecodificeerde richtlijn. 2003/0283 (COD) 75/442/EEG (aangepast) Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende afvalstoffen (Voor de EER relevante tekst) HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Gelet op het Verdrag tot instelling van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 175 , Gezien het voorstel van de Commissie, Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité [5], [5] PB C [...] van [...], blz. [...]. Gezien het advies van het Comité van de Regio's [6], [6] PB C [...] van [...], blz. [...]. Volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag [7], [7] PB C [...] van [...], blz. [...]. Overwegende hetgeen volgt: (1) Richtlijn 75/442/EEG van de Raad van 15 juli 1975 betreffende afvalstoffen [8] is herhaaldelijk en ingrijpend gewijzigd [9]. Ter wille van de duidelijkheid en een rationele ordening van de tekst dient tot codificatie van deze richtlijn te worden overgegaan. [8] PB L 194 van 25.7.1975, blz. 39. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1882/2003 (PB L 284 van 31.10.2003, blz. 1) [9] Zie bijlage III, deel A. 75/442/EEG overweging 3 (aangepast) (2) Iedere regeling op het gebied van het afvalbeheer moet als voornaamste doelstelling hebben de gezondheid van de mens en het milieu te beschermen tegen de schadelijke invloeden veroorzaakt door het ophalen, het transport, de behandeling, de opslag en het storten van afvalstoffen. 91/156/EEG overweging 3 (3) Het is ter wille van een doeltreffender afvalbeheer in de Gemeenschap noodzakelijk de terminologie te harmoniseren en over een vaste definitie van afvalstoffen te beschikken. 75/442/EEG overweging 6 (aangepast) (4) Een doeltreffende en samenhangende regeling inzake verwijdering en nuttige toepassing van afvalstoffen zou in beginsel moeten worden toegepast op roerende goederen waarvan de houder zich ontdoet , voornemens is zich te ontdoen of zich moet ontdoen . 75/442/EEG overweging 4 en 91/156/EEG overweging 6 (aangepast) (5) Het is van belang de terugwinning van afvalstoffen en het gebruik van teruggewonnen materialen te bevorderen ten einde de natuurlijke hulpbronnen te beschermen. Het kan nodig zijn specifieke voorschriften vast te stellen voor afvalstoffen die opnieuw kunnen worden gebruikt. 91/156/EEG overweging 4 (6) De lidstaten moeten ter wille van een hoog niveau van milieubescherming niet alleen stappen nemen om te waarborgen dat de verwijdering en de nuttige toepassing van afvalstoffen op verantwoorde wijze geschiedt, doch moeten daarnaast ook maatregelen treffen om het ontstaan van afvalstoffen te beperken, met name door schone technologieën en recycleerbare en opnieuw te gebruiken producten te bevorderen, rekening houdend met de bestaande of potentiële marktmogelijkheden voor de nuttige toepassing van afvalstoffen. 91/156/EEG overweging 7 (7) De Gemeenschap als geheel moet op het gebied van afvalverwijdering zelfverzorgend worden en het is wenselijk dat de lidstaten afzonderlijk daarnaar streven. 91/156/EEG overweging 8 (aangepast) (8) In de lidstaten dienen plannen voor het beheer van afvalstoffen te worden opgesteld om deze doelstellingen te verwezenlijken. 91/156/EEG overweging 9 (9) Het vervoer van afvalstoffen moet worden ingeperkt en de lidstaten mogen daartoe in het kader van hun beheersplannen de nodige maatregelen nemen. 91/156/EEG overweging 10 (10) Ter wille van een hoog beschermingsniveau en een doeltreffend toezicht moet worden voorzien in een vergunnings- en controlestelsel voor ondernemingen die zich bezighouden met de verwijdering en nuttige toepassing van afvalstoffen. 91/156/EEG overweging 11 (11) Bepaalde inrichtingen die hun afval zelf behandelen of die voor een nuttige toepassing van afvalstoffen zorgen, kunnen onder bepaalde voorwaarden en vooropgesteld dat zij de milieubeschermingsvoorschriften in acht nemen, van de vereiste vergunning worden vrijgesteld. Die inrichtingen dienen geregistreerd te worden. 91/156/EEG overweging 12 (12) Ook andere ondernemingen die met afvalstoffen te maken hebben, zoals ophalers, vervoerders of makelaars, moeten aan een vergunnings- of registratieplicht en aan een passende controle worden onderworpen, ten einde de afvalstoffen vanaf hun ontstaan tot aan hun definitieve verwijdering onder toezicht te houden. 75/442/EEG overweging 8 (13) Het deel van de kosten dat niet door de opbrengst van afvalstoffen wordt gedekt, moet worden gedragen overeenkomstig het beginsel dat de vervuiler betaalt. (14) De voor de uitvoering van dit besluit vereiste maatregelen dienen te worden vastgesteld overeenkomstig Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden [10]. [10] PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23. (15) Deze richtlijn dient de verplichtingen van de lidstaten met betrekking tot de in bijlage III, deel B, genoemde termijnen voor omzetting in nationaal van de aldaar genoemde richtlijnen onverlet te laten, 75/442/EEG HEBBEN DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD: 91/156/EEG art. 1, punt 1 (aangepast) Artikel 1 1. In deze richtlijn wordt verstaan onder: 91/156/EEG art. 1, punt 1 a) «afvalstof»: elke stof of elk voorwerp behorende tot de in bijlage I genoemde categorieën waarvan de houder zich ontdoet, voornemens is zich te ontdoen of zich moet ontdoen; b) «producent»: elke persoon wiens activiteit afvalstoffen heeft voortgebracht («eerste producent») en/of elke persoon die voorbehandelingen, vermengingen of andere bewerkingen heeft verricht die leiden tot wijziging in de aard of de samenstelling van die afvalstoffen; c) «houder»: de producent van de afvalstoffen of de natuurlijke of rechtspersoon die de afvalstoffen in bezit heeft; d) «beheer»: inzameling, vervoer, nuttige toepassing en verwijdering van afvalstoffen, met inbegrip van het toezicht op die handelingen en de nazorg voor de stortplaatsen na sluiting; e) «verwijdering»: alle in bijlage II A bedoelde handelingen; f) «nuttige toepassing»: alle in bijlage II B bedoelde handelingen; g) «inzameling»: het ophalen, sorteren en/of samenvoegen van afvalstoffen ten einde deze te vervoeren. 91/156/EEG art. 1, punt 1 (aangepast) 2. Voor de toepassing van lid 1, punt a), stelt de Commissie volgens de in artikel 18. lid 2, bedoelde procedure een lijst op van de afvalstoffen die tot de categorieën van bijlage I behoren. Deze lijst wordt periodiek opnieuw bezien en zo nodig volgens dezelfde procedure gewijzigd. 91/156/EEG art. 1, punt 1 Artikel 2 1. Buiten de werkingssfeer van deze richtlijn vallen de volgende stoffen: a) gasvormige effluenten die in de atmosfeer worden uitgestoten; b) wanneer zij reeds onder andere voorschriften vallen: i) radioactieve afvalstoffen; ii) afvalstoffen die ontstaan bij de opsporing, winning, behandeling en opslag van delfstoffen, alsmede bij de exploitatie van steengroeven; iii) kadavers en de volgende landbouwafvalstoffen: fecaliën en andere natuurlijke en niet gevaarlijke stoffen die in de landbouw worden gebruikt; iv) afvalwater, met uitzondering van afvalstoffen in vloeibare toestand; v) afgedankte explosieven. 2. Bijzondere of aanvullende specifieke bepalingen voor het beheer van bepaalde categorieën afvalstoffen kunnen in bijzondere richtlijnen worden vastgesteld. Artikel 3 1. De lidstaten nemen passende maatregelen ter bevordering van: a) in de eerste plaats de preventie of de vermindering van de productie en de schadelijkheid van afvalstoffen, met name door: 91/156/EEG art. 1, punt 1 (aangepast) i) de ontwikkeling van schone technologieën die een zuiniger gebruik maken van de natuurlijke hulpbronnen; ii) de technische ontwikkeling en het op de markt brengen van producten die zodanig zijn ontworpen dat fabricage, gebruik en definitieve verwijdering niet of zo weinig mogelijk bijdragen tot een toename van de hoeveelheid en de mate van schadelijkheid van de afvalstoffen en tot het gevaar van verontreiniging; iii) de ontwikkeling van adequate technieken voor de definitieve verwijdering van gevaarlijke stoffen in afvalstoffen die bestemd zijn voor nuttige toepassing; b) in de tweede plaats: i) de nuttige toepassing van de afvalstoffen door recycling, hergebruik, terugwinning dan wel andere handelingen gericht op het verkrijgen van secundaire grondstoffen, of ii) het gebruik van afvalstoffen als energiebron. 2. Behoudens indien de bepalingen van Richtlijn 98/34/EG van het Europees Parlement en de Raad [11] van toepassing zijn, stellen de lidstaten de Commissie in kennis van de maatregelen die ter verwezenlijking van de doelstellingen van lid 1 worden overwogen. De Commissie stelt de andere lidstaten en het in artikel 18, lid 1, bedoelde comité in kennis van deze maatregelen. [11] Ö PB L 204 van 21.7.1998, blz. 37 Õ. Artikel 4 1. De lidstaten nemen de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat de nuttige toepassing of de verwijdering van de afvalstoffen plaatsvindt zonder gevaar voor de gezondheid van de mens en zonder dat procédés of methoden worden aangewend die nadelige gevolgen voor het milieu kunnen hebben en met name: a) zonder risico voor water, lucht, bodem, fauna en flora; b) zonder geluids- of stankhinder te veroorzaken; c) zonder schade te berokkenen aan natuur- en landschapsschoon. 2. De lidstaten nemen de nodige maatregelen om het onbeheerd achterlaten of het ongecontroleerd lozen of verwijderen van afvalstoffen te verbieden. 91/156/EEG art. 1, punt 1 Artikel 5 1. De lidstaten nemen, wanneer dat noodzakelijk of dienstig blijkt te zijn in samenwerking met andere lidstaten, de nodige maatregelen om een geïntegreerd en toereikend net van verwijderingsinstallaties op te zetten, waarbij rekening wordt gehouden met de beste beschikbare technologieën die geen overmatig hoge kosten veroorzaken. Met dit net moet de Gemeenschap als geheel zelfverzorgend op het gebied van afvalverwijdering kunnen worden en moeten de lidstaten afzonderlijk naar dit doel kunnen streven, waarbij rekening wordt gehouden met geografische omstandigheden of met de behoefte aan speciale installaties voor bepaalde soorten afval. 2. Met dit net moet het bovendien mogelijk zijn afvalstoffen te verwijderen in een van de meest nabije, daartoe geschikte installaties met behulp van de meest geschikte methoden en technologieën om een hoog niveau van bescherming van het milieu en de volksgezondheid te waarborgen. Artikel 6 De lidstaten dienen de bevoegde instanties in te stellen of aan te wijzen die belast zijn met de tenuitvoerlegging van de bepalingen van deze richtlijn. Artikel 7 1. Om de in de artikelen 3, 4 en 5 vermelde doelstellingen te verwezenlijken dienen de in artikel 6 bedoelde instanties zo spoedig mogelijk een of meer plannen voor het beheer van afvalstoffen op te stellen. Deze plannen betreffen met name: 91/156/EEG art. 1, punt 1 (aangepast) a) soort, hoeveelheid en oorsprong van nuttig toe te passen of te verwijderen afvalstoffen; b) algemene technische voorschriften; c) alle speciale bepalingen voor bijzondere afvalstoffen; d) de locaties of installaties die geschikt zijn voor de verwijdering. 2. De in lid 1 bedoelde plannen kunnen bijvoorbeeld behelzen: a) de namen van de natuurlijke of rechtspersonen die gemachtigd zijn afvalstoffen te beheren; b) de raming van de kosten van de handelingen gericht op nuttige toepassing of verwijdering; c) maatregelen waarmee de rationalisatie van de inzameling, sortering en behandeling van de afvalstoffen kan worden gestimuleerd. 3. De lidstaten werken bij de opstelling van deze plannen eventueel samen met de andere betrokken lidstaten en de Commissie. Zij delen deze aan de Commissie mede. 4. De lidstaten mogen de nodige maatregelen nemen om vervoer van afvalstoffen dat niet in overeenstemming is met hun afvalbeheersplannen, te voorkomen. Zij stellen de Commissie en de lidstaten in kennis van deze maatregelen. Artikel 8 De lidstaten nemen de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat iedere houder van afvalstoffen: a) deze afgeeft aan een particuliere of openbare ophaler of een onderneming die de in bijlage II A of II B bedoelde handelingen verricht, of b) zelf zorg draagt voor de nuttige toepassing of de verwijdering van de afvalstoffen in overeenstemming met de bepalingen van deze richtlijn. 91/156/EEG art. 1, punt 1 Artikel 9 1. Voor de toepassing van de artikelen 4, 5 en 7 moet iedere inrichting of onderneming die de in bijlage II A bedoelde handelingen verricht, een vergunning hebben van de in artikel 6 bedoelde bevoegde instantie. Deze vergunning heeft met name betrekking op: 91/156/EEG art. 1, punt 1 (aangepast) a) soort en hoeveelheid afvalstoffen; b) de technische eisen; c) de te nemen voorzorgsmaatregelen inzake veiligheid; d) de plaats waar de afvalstoffen worden verwijderd; e) de behandelingsmethode. 91/156/EEG art. 1, punt 1 2. De vergunningen kunnen voor een bepaalde periode worden verleend; zij kunnen worden verlengd en er kunnen voorwaarden en verplichtingen aan worden verbonden, of zij kunnen, met name indien de overwogen verwijderingsmethode uit milieubeschermingsoogpunt niet aanvaardbaar is, worden geweigerd. Artikel 10 Voor de toepassing van artikel 4 moet iedere inrichting of onderneming die de in bijlage II B vermelde handelingen verricht, een vergunning hebben. 91/156/EEG art. 1, punt 1 (aangepast) Artikel 11 1. Onverminderd de bepalingen van Richtlijn 91/689/EEG van de Raad [12] , kunnen van de in artikel 9 of artikel 10 bedoelde vergunning worden vrijgesteld: [12] Ö PB L 377 van 31.12.1991, blz. 20 Õ. a) inrichtingen of ondernemingen die hun afvalstoffen op de plaats van productie in eigen beheer verwijderen en b) inrichtingen of ondernemingen die afvalstoffen nuttig toepassen. 2. De in lid 1 bedoelde vrijstelling kan alleen worden verleend: a) indien de bevoegde instanties algemene voorschriften per type activiteit hebben uitgevaardigd waarin soort en hoeveelheid afvalstoffen zijn vastgesteld en is aangegeven onder welke voorwaarden de activiteit kan worden vrijgesteld van een vergunning en b) indien de soorten of de hoeveelheden afvalstoffen en de wijzen van verwijdering of nuttige toepassing van dien aard zijn dat aan de voorwaarden van artikel 4 wordt voldaan. 3. De in lid 1 bedoelde inrichtingen of ondernemingen dienen zich bij de bevoegde instanties te laten registreren. 4. De lidstaten stellen de Commissie in kennis van de krachtens lid 2, onder a), uitgevaardigde algemene voorschriften. 91/156/EEG art. 1, punt 1 Artikel 12 Inrichtingen of ondernemingen die beroepsmatig afvalstoffen inzamelen of vervoeren of die ten behoeve van anderen regelingen treffen voor de verwijdering of nuttige toepassing van afvalstoffen (handelaars of makelaars), dienen zich, indien zij niet aan een vergunning zijn onderworpen, bij de bevoegde instanties te laten registreren. Artikel 13 Inrichtingen of ondernemingen die de in de artikelen 9 tot en met 12 bedoelde handelingen verrichten, worden op passende wijze periodiek gecontroleerd door de bevoegde instanties. 91/156/EEG art. 1, punt 1 (aangepast) Artikel 14 1. Iedere inrichting of onderneming als bedoeld in de artikelen 9 en 10 moet: a) voor de in bijlage I bedoelde afvalstoffen en de in bijlage II A of II B bedoelde handelingen een register bijhouden waarin hoeveelheid, aard, oorsprong, en waar van toepassing bestemming, frequentie van de inzameling, wijze van vervoer en wijze van behandeling van de afvalstoffen zijn vermeld; b) deze gegevens op verzoek aan de in artikel 6 bedoelde bevoegde instanties verstrekken. 2. De lidstaten mogen ook van de producenten verlangen dat zij de bepalingen van lid 1 naleven. 91/156/EEG art. 1, punt 1 Artikel 15 Overeenkomstig het beginsel «de vervuiler betaalt» komen de kosten van de verwijdering van afvalstoffen voor rekening van: 91/156/EEG art. 1, punt 1 (aangepast) a) de houder die afvalstoffen afgeeft aan een ophaler of onderneming als bedoeld in artikel 9, en/of b) de voorgaande houders of de producent van het product dat tot ontstaan van de afvalstoffen heeft geleid. 91/692/EEG art. 5 en bijlage VI, onder b) (aangepast) Artikel 16 Elke drie jaar lichten de lidstaten de Commissie in over de tenuitvoerlegging van deze richtlijn in het kader van een verslag dat per sector wordt uitgebracht en ook de andere communautaire richtlijnen op dit gebied bestrijkt. Dit verslag wordt opgesteld aan de hand van een vragenlijst of een schema, uitgewerkt door de Commissie volgens de procedure van artikel 6 van Richtlijn 91/692/EEG van de Raad [13]. Zes maanden vóór de aanvang van de verslagperiode wordt de vragenlijst of het schema aan de lidstaten toegezonden. Het verslag wordt aan de Commissie voorgelegd binnen negen maanden na de periode van drie jaar waarop het betrekking heeft. [13] PB L 377 van 31.12.1991, blz. 48. Binnen negen maanden na ontvangst van de verslagen van de lidstaten publiceert de Commissie een verslag over de tenuitvoerlegging van de richtlijn in de Gemeenschap. 91/156/EEG art. 1, punt 1 (aangepast) Artikel 17 De wijzigingen die noodzakelijk zijn voor de aanpassing van de bijlagen bij deze richtlijn aan de wetenschappelijke en technische vooruitgang worden vastgesteld overeenkomstig de in artikel 18 , lid 2, bedoelde procedure. 1882/2003 art. 3, en bijlage III punt 1 (aangepast) Artikel 18 1. De Commissie wordt bijgestaan door een comité. 2. Wanneer naar dit lid wordt verwezen, zijn de artikelen 5 en 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing, met inachtneming van artikel 8 van dat besluit. De in artikel 5, lid 6, van Besluit 1999/468/EG bedoelde termijn wordt vastgesteld op drie maanden. 3. Het comité stelt zijn reglement van orde vast. 75/442/EEG art. 20 (aangepast) 1 91/156/EEG art. 1, punt 2 Artikel 1 19 De lidstaten stellen de Commissie in kennis van de tekst van de belangrijkste bepalingen van intern recht die zij invoeren op het door deze richtlijn bestreken gebied. Artikel 20 Richtlijn 75/442/EEG, zoals gewijzigd bij de in bijlage III, deel A, genoemde besluiten, wordt ingetrokken, onverminderd de verplichtingen van de lidstaten met betrekking tot de in bijlage III, deel B, genoemde termijnen voor omzetting in nationaal recht van de aldaar genoemde richtlijnen. Verwijzingen naar de ingetrokken richtlijn gelden als verwijzingen naar de onderhavige richtlijn en worden gelezen volgens de concordantietabel in bijlage IV. Artikel 21 Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie. 75/442/EEG art. 21 (aangepast) 1 91/156/EEG art. 1, punt 2 Artikel 1 22 Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten. Gedaan te Brussel, op [...] Voor het Europees Parlement Voor de Raad De Voorzitter De Voorzitter [...] [...] 91/156/EEG art. 1, punt 3 BIJLAGE I CATEGORIEËN AFVALSTOFFEN Q1 Productie- of consumptieresiduen die niet hieronder nader zijn gespecificeerd Q2 Producten die niet aan de normen voldoen Q3 Producten waarvan de ge- of verbruiksdatum is verstreken Q4 Stoffen die per ongeluk zijn geloosd, weggelekt en dergelijke. Hieronder vallen ook stoffen en materialen die als gevolg van dergelijke incidenten zijn verontreinigd Q5 Stoffen die zijn besmet of verontreinigd als gevolg van vooraf geplande activiteiten (bijvoorbeeld residuen van schoonmaakwerkzaamheden, verpakkingsmateriaal, houders enz.) Q6 Onbruikbaar materiaal (bijvoorbeeld lege batterijen, uitgewerkte katalysatoren enz.) Q7 Stoffen die onbruikbaar zijn geworden (bijvoorbeeld verontreinigde zuren, verontreinigde oplosmiddelen, uitgewerkte hardingszouten enz.) Q8 Bij industriële procédés ontstane residuen (bijvoorbeeld slakken, distillatieresiduen enz.) Q9 Residuen van afvalzuivering (bijvoorbeeld slib afkomstig van gaswassing, stof afkomstig van luchtfilters, gebruikte filters enz.) Q10 Residuen van de fabricage/bewerking van producten (bijvoorbeeld bij het draaien of frezen overgebleven residuen enz.) Q11 Bij winning en bewerking van grondstoffen overgebleven residuen (bijvoorbeeld residuen van mijnbouw of oliewinning enz.) Q12 Verontreinigde stoffen (bijvoorbeeld met PCB's verontreinigde olie enz.) Q13 Alle materialen, stoffen of producten waarvan het gebruik van rechtswege is verboden Q14 Producten die voor de houder niet of niet meer bruikbaar zijn (bijvoorbeeld artikelen die zijn afgedankt door landbouw, huishoudens, kantoren, winkels, bedrijven enz.) Q15 Verontreinigde materialen, stoffen of producten die afkomstig zijn van bodemsaneringsactiviteiten Q16 Alle stoffen, materialen of producten die niet onder de hierboven vermelde categorieën vallen. 96/350/EG art. 1 BIJLAGE II A VERWIJDERINGSHANDELINGEN NB: In deze bijlage wordt een overzicht gegeven van verwijderingshandelingen zoals die in de praktijk plaatsvinden. Overeenkomstig artikel 4 moeten de afvalstoffen worden verwijderd zonder gevaar voor de gezondheid van de mens en zonder dat procédés of methoden worden aangewend die nadelige gevolgen voor het milieu kunnen hebben. D 1 Storten op of in de bodem (b.v. op een vuilstortplaats, enz.) D 2 Uitrijden (b.v. biodegradatie van vloeibaar of slibachtig afval in de bodem, enz.) D 3 Injectie in de diepe ondergrond (b.v. injectie van verpompbare afvalstoffen in putten, zoutkoepels of natuurlijk gevormde holten, enz.) D 4 Opslag in waterbekkens (b.v. het lozen van vloeibaar of slibachtig afval in putten, vijvers of lagunen, enz.) D 5 Verwijderen op speciaal ingerichte locaties (b.v. in afzonderlijke beklede, afgedekte cellen die onderling en van de omgeving afgeschermd zijn, enz.) D 6 Lozen in wateren, behalve zeeën en oceanen D 7 Verwijderen in zeeën en oceanen, inclusief inbrengen in de bodem D 8 Biologische behandeling op een niet elders in deze bijlage aangegeven wijze waardoor verbindingen of mengsels ontstaan die worden verwijderd op een van de onder D 1 tot en met D 12 vermelde methodes D 9 Fysisch-chemische behandeling op een niet elders in deze bijlage aangegeven wijze, waardoor verbindingen of mengsels ontstaan die worden verwijderd op een van de onder D 1 tot en met D 12 vermelde methodes (b.v. verdampen, drogen, calcineren, enz.) D 10 Verbranding op het land D 11 Verbranding op zee D 12 Permanente opslag (b.v. plaatsen van houders in mijnen, enz.) D 13 Vermengen vóór een van de onder D 1 tot en met D 12 vermelde behandelingen D 14 Herverpakken vóór een van de onder D 1 tot en met D 13 vermelde behandelingen D 15 Opslag in afwachting van een van de onder D 1 tot en met D 14 vermelde behandelingen (met uitsluiting van voorlopige opslag voorafgaande aan inzameling op de plaats van productie) BIJLAGE II B NUTTIGE TOEPASSING NB: In deze bijlage wordt een overzicht gegeven van handelingen voor de nuttige toepassing van afvalstoffen zoals die in de praktijk plaatsvinden. Overeenkomstig artikel 4 moeten de afvalstoffen nuttig worden toegepast zonder gevaar voor de gezondheid van de mens en zonder dat procédés of methoden worden aangewend die nadelige gevolgen voor het milieu kunnen hebben. R 1 Hoofdgebruik als brandstof of een andere wijze van energieopwekking R 2 Terugwinning van oplosmiddelen R 3 Recycling/terugwinning van organische stoffen die niet als oplosmiddel worden gebruikt (met inbegrip van compostbemesting en bemesting met andere biologisch omgezette stoffen) R 4 Recycling/terugwinning van metalen en metaalverbindingen R 5 Recycling/terugwinning van andere anorganische stoffen R 6 Terugwinning van zuren of basen R 7 Terugwinning van bestanddelen die worden gebruikt om vervuiling tegen te gaan R 8 Terugwinning van bestanddelen uit katalysatoren R 9 Herraffinage van olie en ander hergebruik van olie R 10 Uitrijden voor landbouwkundige of ecologische verbetering R 11 Gebruik van afvalstoffen die bij een van de onder R 1 tot en met R 10 genoemde behandelingen vrijkomen R 12 Uitwisseling van afvalstoffen voor een van de onder R 1 tot en met R 11 genoemde behandelingen R 13 Opslag van afvalstoffen bestemd voor een van de onder R 1 tot en met R 12 genoemde behandelingen (met uitsluiting van voorlopige opslag voorafgaande aan inzameling op de plaats van productie) BIJLAGE III Deel A Ingetrokken richtlijn met de achtereenvolgende wijzigingen ervan (bedoeld in artikel 20) Richtlijn 75/442/EEG van de Raad (PB L 194 van 25.7.1975, blz. 47) // Richtlijn 91/156/EEG van de Raad (PB L 78 van 26.3.1991, blz. 32) // Richtlijn 91/692/EEG van de Raad (PB L 377 van 31.12.1991, blz. 48) // uitsluitend wat de verwijzing naar Richtlijn 75/442/EEG in bijlage VI betreft Beschikking 96/350/EG van de Commissie (PB L 135 van 6.6.1996, blz. 32) // Verordening (EG) nr. 1882/2003 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 284 van 31.10.2003, blz. 1) // uitsluitend bijlage III, punt 1 Deel B Termijnen voor omzetting in nationaal recht (bedoeld in artikel 20) Richtlijn // Omzettingstermijn 75/442/EEG // 17 juli 1977 91/156/EEG // 1 april 1993 91/692/EEG // 1 januari 1995 BIJLAGE IV Concordantietabel Richtlijn 75/442/EEG // De onderhavige richtlijn Artikel 1, aanhef // Artikel 1, lid 1, aanhef Artikel 1, onder a), eerste alinea // Artikel 1, lid 1, onder a) Artikel 1, onder a), tweede alinea // Artikel 1, lid 2 Artikel 1, onder b) tot en met g) // Artikel 1, lid 1, onder b) tot en met g) Artikel 2 // Artikel 2 Artikel 3, lid 1, aanhef // Artikel 3, lid 1, aanhef Artikel 3, lid 1, onder a), aanhef // Artikel 3, lid 1, onder a), aanhef Artikel 3, lid 1, onder a), eerste streepje // Artikel 3, lid 1, onder a) i) Artikel 3, lid 1, onder a), tweede streepje // Artikel 3, lid 1, onder a) ii) Artikel 3, lid 1, onder a), derde streepje // Artikel 3, lid 1, onder a) iii) Artikel 3, lid 1, onder b), aanhef // Artikel 3, lid 1, onder b), aanhef Artikel 3, lid 1, onder b), eerste streepje // Artikel 3, lid 1, onder b) i) Artikel 3, lid 1, onder b), tweede streepje // Artikel 3, lid 1, onder b) ii) Artikel 3, lid 2 // Artikel 3, lid 2 Artikel 4, eerste alinea, aanhef // Artikel 4, lid 1, aanhef Artikel 4, eerste alinea, eerste streepje // Artikel 4, lid 1, onder a) Artikel 4, eerste alinea, tweede streepje // Artikel 4, lid 1, onder b) Artikel 4, eerste alinea, derde streepje // Artikel 4, lid 1, onder c) Artikel 4, tweede alinea // Artikel 4, lid 2 Artikel 5 // Artikel 5 Artikel 6 // Artikel 6 Artikel 7, lid 1, eerste alinea, aanhef // Artikel 7, lid 1, aanhef Artikel 7, lid 1, eerste alinea, eerste streepje // Artikel 7, lid 1, onder a) Artikel 7, lid 1, eerste alinea, tweede streepje // Artikel 7, lid 1, onder b) Artikel 7, lid 1, eerste alinea, derde streepje // Artikel 7, lid 1, onder c) Artikel 7, lid 1, eerste alinea, vierde streepje // Artikel 7, lid 1, onder d) Artikel 7, lid 1, tweede alinea, aanhef // Artikel 7, lid 2, aanhef Artikel 7, lid 1, tweede alinea, eerste streepje // Artikel 7, lid 2, onder a) Artikel 7, lid 1, tweede alinea, tweede streepje // Artikel 7, lid 2, onder b) Artikel 7, lid 1, tweede alinea, derde streepje // Artikel 7, lid 2, onder c) Artikel 7, lid 2 // Artikel 7, lid 3 Artikel 7, lid 3 // Artikel 7, lid 4 Artikel 8, aanhef // Artikel 8, aanhef Artikel 8, eerste streepje // Artikel 8, onder a) Artikel 8, tweede streepje // Artikel 8, onder b) Artikel 9, lid 1, eerste alinea // Artikel 9, lid 1, eerste alinea Artikel 9, lid 1, tweede alinea, aanhef // Artikel 9, lid 1, tweede alinea, aanhef Artikel 9, lid 1, tweede alinea, eerste streepje // Artikel 9, lid 1, tweede alinea, onder a) Artikel 9, lid 1, tweede alinea, tweede streepje // Artikel 9, lid 1, tweede alinea, onder b) Artikel 9, lid 1, tweede alinea, derde streepje // Artikel 9, lid 1, tweede alinea, onder c) Artikel 9, lid 1, tweede alinea, vierde streepje // Artikel 9, lid 1, tweede alinea, onder d) Artikel 9, lid 1, tweede alinea, vijfde streepje // Artikel 9, lid 1, tweede alinea, onder e) Artikel 9, lid 2 // Artikel 9, lid 2 Artikel 10 // Artikel 10 Artikel 11, lid 1, eerste alinea // Artikel 11, lid 1, eerste alinea Artikel 11, lid 1, tweede alinea, aanhef // Artikel 11, lid 2, aanhef Artikel 11, lid 1, tweede alinea, eerste streepje // Artikel 11, lid 2, onder a) Artikel 11, lid 1, tweede alinea, tweede streepje // Artikel 11, lid 2, onder b) Artikel 11, lid 2 // Artikel 11, lid 3 Artikel 11, lid 3 // Artikel 11, lid 4 Artikel 12 // Artikel 12 Artikel 13 // Artikel 13 Artikel 14, eerste alinea, aanhef // Artikel 14, lid 1, aanhef Artikel 14, eerste alinea, eerste streepje // Artikel 14, lid 1, onder a) Artikel 14, eerste alinea, tweede streepje // Artikel 14, lid 1, onder b) Artikel 14, tweede alinea // Artikel 14, lid 2 Artikel 15, aanhef // Artikel 15, aanhef Artikel 15, eerste streepje // Artikel 15, onder a) Artikel 15, tweede streepje // Artikel 15, onder b) Artikel 16, eerste alinea // Artikel 16, eerste alinea Artikel 16, tweede alinea // ___ Artikel 16, derde alinea // Artikel 16, tweede alinea Artikel 17 // Artikel 17 Artikel 18 // Artikel 18 Artikel 19 // ________ Artikel 20 // Artikel 19 ________ // Artikel 20 ________ // Artikel 21 Artikel 21 // Artikel 22 Bijlage I // Bijlage I Bijlage II A // Bijlage II A Bijlage II B // Bijlage II B _______ // Bijlage III _______ // Bijlage IV