This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52003PC0364
Proposal for a Regulation of the European Parliament and of the Council on the statistics relating to the trading of goods between Member States
Voorstel voor een Verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de statistieken van het goederenverkeer tussen de lidstaten
Voorstel voor een Verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de statistieken van het goederenverkeer tussen de lidstaten
/* COM/2003/0364 def. - COD 2003/0126 */
Voorstel voor een Verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de statistieken van het goederenverkeer tussen de lidstaten /* COM/2003/0364 def. - COD 2003/0126 */
Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende de statistieken van het goederenverkeer tussen de lidstaten (door de Commissie ingediend) TOELICHTING 1. VOORGESCHIEDENIS VAN HET VOORSTEL Het systeem voor de verzameling van statistieken van de buitenlandse handel tussen lidstaten van de Europese Unie, Intrastat genoemd, werd ingevoerd bij Verordening (EEG) nr. 3330/91 van de Raad [1]; deze verordening is vanaf 1993 van toepassing, dat wil zeggen vanaf het moment waarop de interne markt was voltooid en de fysieke grenzen tussen de lidstaten waren opgeheven. [1] PB L 316 van 16.11.1991, blz. 1. Tot die datum werden de statistische gegevens betreffende het goederenverkeer, niet alleen met derde landen maar ook tussen lidstaten, aan de douaneaangiften ontleend. Door het wegvallen van deze volledige en goed gecontroleerde gegevensbron werd het noodzakelijk een nieuw systeem te ontwikkelen om een bevredigend informatieniveau te handhaven. De voltooiing van de interne markt deed namelijk niets af aan het nut van statistieken om de vooruitgang bij de integratie van de Europese economieën te evalueren en om het Europese bedrijfsleven te helpen bij de uitvoering van marktonderzoeken en de vaststelling van bedrijfsstrategieën; ook blijven deze statistieken een onmisbare gegevensbron voor de betalingsbalansstatistieken, de nationale rekeningen en conjunctuuronderzoeken. De hoofdkenmerken van het Intrastat-systeem waren vanaf het begin: -handhaving van gedetailleerde statistische gegevens over de handel; -rechtstreekse verzameling van gegevens bij ondernemingen die de bevoegde statistische dienst elke maand een samenvattende aangifte betreffende de voorgaande maand moeten toesturen; -nauwe koppeling aan het BTW-stelsel met betrekking tot de intracommunautaire handel, zodat de volledigheid en kwaliteit van de statistische gegevens kunnen worden geverifieerd; -een zo groot mogelijke beperking van de lasten voor ondernemingen door de invoering van drempels waaronder men van aangifte is vrijgesteld of een vereenvoudigde aangifte mag doen. In de lidstaten zijn er al vanaf het begin problemen bij de naleving van de communautaire voorschriften, hoewel niet overal in dezelfde mate. Met het oog op de moeilijkheden van bepaalde, met name zeer kleine, ondernemingen werd Intrastat in 1996 uitgekozen voor een proefproject in het kader van SLIM (vereenvoudiging van de regelgeving voor de interne markt), een initiatief van de voor de interne markt verantwoordelijke ministers. Bij de uitvoering van dat project bleek dat de belangen van de informatieplichtigen, die natuurlijk een vereenvoudiging van de formaliteiten nastreven, moeilijk in overeenstemming te brengen zijn met de belangen van de gebruikers, waarvan het merendeel snel over gedetailleerde informatie wil kunnen beschikken. In deze moeilijke situatie zijn de Commissie en de lidstaten niettemin tot een consensus gekomen en hebben zij het verzamelingssysteem twee keer gewijzigd, eerst door een beperking van het aantal statistische variabelen en vervolgens door vereenvoudiging van de toepassing van de goederennomenclatuur. In 1999 heeft Eurostat na uitvoerig overleg met de nationale overheidsdiensten en vertegenwoordigers van het bedrijfsleven een strategisch langetermijnplan goedgekeurd; dit plan betrof alle statistieken over het goederenverkeer (niet alleen Intrastat) en beoogde met name een grotere betrouwbaarheid van de resultaten, een snellere beschikbaarheid van statistieken en een vollediger statistisch aanbod om beter tegemoet te komen aan de veranderende vraag. Dit nieuwe voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad, die de geldende regeling vanaf 2005 moet vervangen, past in het kader van de verbetering en aanpassing van het statistisch stelsel om beter in te spelen op de behoeften van de gebruikers en om meer rekening te houden met de lasten voor de informatieplichtigen. Het voorstel is opgesteld door een werkgroep van zes lidstaten, onder voorzitterschap van Eurostat. Het comité voor de statistiek van het goederenverkeer tussen lidstaten is regelmatig van de werkzaamheden van deze groep op de hoogte gehouden en twee keer over het voorstel geraadpleegd. Het Comité statistisch programma is van het voorstel in kennis gesteld. 2. KENMERKEN VAN HET VOORSTEL VOOR EEN VERORDENING De voornaamste kenmerken van de nieuwe regeling zijn: *de inhoud van de basisverordening is op dusdanige wijze vastgesteld en geformuleerd dat de regels duidelijker en eenvoudiger, dus voor niet-specialisten begrijpelijk zijn, maar toch voldoende precies zijn om verwarring bij de toepassing en vaststelling van de uitvoeringsmaatregelen te vermijden; *het toepassingsgebied van de nieuwe regeling is duidelijker afgebakend en beperkt zich tot communautaire statistieken, waarbij het de lidstaten vrijstaat om gedetailleerdere nationale statistieken op te stellen, wanneer daaraan op nationaal niveau behoefte bestaat; *in overeenstemming met het subsidiariteitsbeginsel laat de nieuwe regeling de lidstaten meer vrijheid bij de organisatie van de verzameling van de gegevens en biedt zij hun de mogelijkheid beter rekening te houden met de specifieke administratieve organisatie in hun land; *de inhoud van de te verzamelen gegevens, die reeds in het kader van het SLIM-initiatief werd aangepast, blijft ongewijzigd; hij is gevalideerd na analyse van de resultaten van drie studies (een opiniepeiling onder informatieplichtigen in zes lidstaten, een steekproefonderzoek van gebruikers van communautaire statistieken, een studie over problemen in verband met de goederennomenclatuur in Zweden); * het systeem van drempels is in vereenvoudigde vorm gehandhaafd, zodat op bevredigende wijze in de behoeften van de gebruikers kan worden voorzien, terwijl toch de last voor de informatieplichtigen, in het bijzonder het midden- en kleinbedrijf, beperkt blijft. *de nieuwe regeling bevat bepalingen betreffende termijnen voor de indiening van de gegevens en betreffende de totale dekking van de handel, teneinde beter tegemoet te komen aan de behoeften voor het macro-economisch en conjunctuurbeleid, met name die van de Europese Centrale Bank; *het systeem voor de verzameling van statistische gegevens blijft ook verder gekoppeld aan de bestaande belastingformaliteiten in het kader van het goederenverkeer tussen lidstaten; door deze koppeling kan met name de kwaliteit van de verzamelde informatie worden gecontroleerd; *er zijn bepalingen opgenomen met betrekking tot de kwaliteit van de statistische informatie; deze betreffen met name een evaluatie van de kwaliteit van de gegevens op basis van gemeenschappelijke indicatoren en periodieke verslagen met het oog op de transparantie; *wat de geheimhouding betreft, is bepaald dat de resultaten niet worden verspreid of dat zij worden verhuld, wanneer de informatieplichtigen daarom verzoeken; op die wijze wordt rekening gehouden met de lasten die voor de nationale overheidsdiensten uit de behandeling van vertrouwelijke gegevens voortvloeien en blijft de relevantie van statistieken op gedetailleerd productniveau behouden; deze bepalingen zijn afgestemd op de bepalingen die reeds in het kader van Extrastat van kracht zijn; *overeenkomstig Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden [2] is het comité dat is ingesteld om de Commissie bij de uitvoering van de nieuwe regeling bij te staan, een regelgevend comité en niet meer een comité van beheer zoals nu. [2] PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23. 2003/0126 (COD) Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende de statistieken van het goederenverkeer tussen de lidstaten HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 285, lid 1, Gezien het voorstel van de Commissie [3], [3] PB C [...] van [...], blz. [...]. Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité [4], [4] PB C [...] van [...], blz. [...]. Volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag [5], [5] PB C [...] van [...], blz. [...]. Overwegende hetgeen volgt: (1) Bij Verordening (EEG) nr. 3330/91 van de Raad van 7 november 1991 betreffende de statistieken van het goederenverkeer tussen lidstaten [6] is een geheel nieuw systeem voor het verzamelen van gegevens ingevoerd, dat twee keer is vereenvoudigd. Teneinde het systeem doorzichtiger en begrijpelijker te maken, dient Verordening (EEG) nr. 3330/91 door de onderhavige verordening te worden vervangen. [6] PB L 316 van 16.11.1991, blz. 1. (2) Dit systeem moet worden gehandhaafd, daar het communautaire beleid inzake de ontwikkeling van de interne markt en het onderzoek van hun bijzondere markten door de Europese ondernemingen nog steeds een voldoende gedetailleerd niveau aan statistische informatie verlangen. De analyse van de ontwikkeling van de Economische en Monetaire Unie vereist eveneens een snelle beschikbaarheid van de verzamelde gegevens. De lidstaten moeten zo nodig informatie kunnen verzamelen die aan hun eigen specifieke behoeften voldoet. (3) De regels betreffende het opstellen van statistieken over het goederenverkeer tussen de lidstaten dienen evenwel beter te worden geformuleerd, zodat de ondernemingen die de gegevens dienen te verschaffen, de nationale diensten die deze verzamelen, en de gebruikers deze regels gemakkelijker kunnen begrijpen. (4) Het systeem van drempels dient te worden gehandhaafd, doch in een vereenvoudigde vorm, teneinde op bevredigende wijze in de behoeften van de gebruikers te voorzien, terwijl de belasting voor degenen die de statistische informatie moeten verschaffen, in het bijzonder de kleine en middelgrote ondernemingen, beperkt blijft. (5) Het systeem voor het verzamelen van statistische gegevens dient nauw verbonden te blijven met de bestaande belastingformaliteiten in het kader van het goederenverkeer tussen de lidstaten. Deze band maakt het met name mogelijk de kwaliteit van de verzamelde informatie te onderzoeken. (6) De kwaliteit van de opgestelde statistische informatie, de evaluatie ervan aan de hand van indicatoren en de doorzichtigheid terzake zijn belangrijke doelstellingen die communautaire voorschriften noodzakelijk maken. Daar de doelstellingen van de voorgestelde maatregel, namelijk het scheppen van een regeling voor het systematisch ter beschikking stellen van communautaire statistieken over het goederenverkeer tussen de lidstaten, niet voldoende door de lidstaten kan worden verwezenlijkt en derhalve beter door de Gemeenschap kan worden verwezenlijkt, kan de Gemeenschap, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel, gaat deze verordening niet verder dan nodig is om deze doelstellingen te verwezenlijken. (8) Verordening (EG) nr. 322/97 van de Raad van 17 februari 1997 betreffende de communautaire statistiek [7] bepaalt het referentiekader voor de onderhavige verordening. Het zeer gedetailleerde niveau van de statistische informatie over het goederenverkeer tussen de lidstaten, vereist echter speciale geheimhoudingsvoorschriften. [7] PB L 52 van 22.2.1997, blz. 1. (9) Om de eenvormige toepassing van deze verordening te waarborgen, moet worden voorzien in een communautaire worden voorzien waarmee de uitvoeringsbepalingen van deze verordening binnen redelijke termijnen kunnen worden vastgesteld en de nodige technische aanpassingen kunnen worden aangebracht. (10) De voor de uitvoering van deze verordening vereiste maatregelen worden vastgesteld overeenkomstig Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden [8], [8] PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23. HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD : Artikel 1 Doel Deze verordening stelt een gemeenschappelijke regeling vast voor de systematische voortbrenging van communautaire statistieken betreffende het goederenverkeer tussen de lidstaten. Artikel 2 Definities Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder: a) "goederen": alle roerende goederen, met inbegrip van elektrische stroom; b) "bijzondere goederen of bewegingen": de goederen en bewegingen die wegens hun aard bijzondere bepalingen vereisen, met name complete fabrieksinstallaties; schepen en luchtvaartuigen; producten van de zee; aan schepen en luchtvaartuigen geleverde goederen; deelzendingen; militaire goederen; goederen bestemd voor of afkomstig van installaties op volle zee; ruimtevaartuigen; delen van automobielen en van luchtvaartuigen; afval; c) "nationale diensten": nationale instituten voor de statistiek en andere organisaties die door de lidstaten met de opstelling van communautaire statistieken over het goederenverkeer tussen de lidstaten zijn belast; d) "communautaire goederen": i) goederen die geheel zijn verkregen in het douanegebied van de Gemeenschap, zonder toevoeging van goederen van herkomst uit derde landen of uit gebieden die geen deel uitmaken van het douanegebied van de Gemeenschap, ii) goederen die afkomstig zijn uit landen of gebieden die geen deel uitmaken van het douanegebied van de Gemeenschap, maar die zich in een lidstaat in het vrije verkeer bevinden, iii) goederen die in het douanegebied van de Gemeenschap zijn verkregen, hetzij uitgaande van de uitsluitend in punt ii) bedoelde goederen hetzij uitgaande van de in de punten i) en ii) bedoelde goederen; e) "lidstaat van verzending": de lidstaat gedefinieerd als zijn statistisch registratiegebied vanwaar goederen naar een andere lidstaat worden verzonden; f) "lidstaat van aankomst": de lidstaat gedefinieerd als zijn statistisch registratiegebied waar goederen uit een andere lidstaat aankomen; g) "goederen in gewoon verkeer tussen lidstaten": communautaire goederen die van de ene naar een andere lidstaat worden verzonden, maar die onderweg naar de lidstaat van bestemming rechtstreeks door een derde lidstaat worden vervoerd of daar een tussenstop maken om redenen die uitsluitend verband houden met het vervoer van de goederen. Artikel 3 Toepassingsgebied 1. De statistieken van de handel tussen de lidstaten betreffen verzendingen en aankomsten van goederen. 2. Verzendingen omvatten goederen die de lidstaat van verzending verlaten om te worden vervoerd naar een bestemming in een andere lidstaat. Daarbij gaat het om: a) communautaire goederen, met uitzondering van goederen in gewoon verkeer tussen lidstaten; b) goederen die in de lidstaat van verzending onder de douaneregeling actieve veredeling of onder de regeling behandeling onder douanetoezicht geplaatst zijn. 3. Aankomsten omvatten goederen die de lidstaat van aankomst binnenkomen en oorspronkelijk zijn verzonden uit een andere lidstaat. Daarbij gaat het om: a) communautaire goederen, met uitzondering van goederen in gewoon verkeer tussen lidstaten; b) goederen die eerder in de lidstaat van verzending onder de douaneregeling actieve veredeling of onder de regeling behandeling onder douanetoezicht waren geplaatst en die in de lidstaat van aankomst onder de douaneregeling actieve veredeling of onder de regeling behandeling onder douanetoezicht geplaatst blijven of in het vrije verkeer worden gebracht. 4. Op bijzondere goederen of bewegingen kunnen andere of bijzondere voorschriften van toepassing zijn, die overeenkomstig de in artikel 14, lid 2, bedoelde procedure door de Commissie worden vastgesteld. 5. Een aantal goederen, waarvan de lijst door de Commissie overeenkomstig de in artikel 14, lid 2, bedoelde procedure wordt vastgesteld, blijft in de statistieken buiten beschouwing. Artikel 4 Statistisch registratiegebied 1. Het statistisch registratiegebied van de lidstaten komt overeen met hun douanegebied, zoals omschreven in artikel 3 van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad [9]. [9] PB L 302 van 19.10.1992, blz.1. 2. In afwijking van lid 1 maakt Helgoland deel uit van het statistisch registratiegebied van Duitsland. Artikel 5 Gegevensbronnen 1. Op de verstrekking van statistische informatie over verzendingen en aankomsten van communautaire goederen waarvoor geen enig document voor fiscale of douanedoeleinden vereist is, is een speciaal systeem voor het verzamelen van gegevens, hierna "systeem Intrastat" genoemd, van toepassing. 2. Statistische informatie over verzendingen en aankomsten van andere goederen wordt ten minste een keer per maand door de douane rechtstreeks aan de nationale diensten verstrekt. 3. Voor de bijzondere goederen of bewegingen kunnen andere informatiebronnen dan het systeem Intrastat of douaneaangiften worden gebruikt. 4. Iedere lidstaat organiseert zelf de wijze waarop de informatieplichtigen Intrastat-gegevens verstrekken. Om het hun gemakkelijker te maken, scheppen de Commissie (Eurostat) en de lidstaten de nodige voorwaarden ter bevordering van de automatische gegevensverwerking en elektronische gegevensoverdracht. Artikel 6 Referentieperiode De referentieperiode voor de ingevolge artikel 5 te verstrekken informatie is de kalendermaand van verzending of van aankomst van de goederen. De referentieperiode kan volgens door de Commissie overeenkomstig de in artikel 14, lid 2, bedoelde procedure vastgestelde bepalingen worden aangepast om rekening te houden met het verband met de Belasting over de toegevoegde waarde (BTW) - en douaneverplichtingen. Artikel 7 Informatieplichtigen in het kader van het systeem Intrastat 1. Tot het verstrekken van Intrastat-informatie zijn verplicht: a) de natuurlijke of rechtspersonen die in de lidstaat van verzending BTW-plichtig zijn en die: i) de overeenkomst, - met uitzondering van een vervoerovereenkomst, - die tot verzending van de goederen leidt, hebben gesloten of, bij gebreke hiervan, ii) de goederen verzenden of doen verzenden, of, bij gebreke hiervan, iii) in het bezit zijn van de goederen die worden verzonden; b) de natuurlijke of rechtspersonen die in de lidstaat van aankomst BTW-plichtig zijn en die: i) de overeenkomst - met uitzondering van een vervoerovereenkomst - die tot de levering van de goederen leidt, hebben gesloten of, bij gebreke hiervan, ii) de goederen in ontvangst nemen of doen nemen, of, bij gebreke hiervan, iii) in het bezit zijn van de goederen die worden geleverd. 2. Informatieplichtigen kunnen de verplichting tot het verstrekken van de informatie aan een derde overdragen, zonder dat deze overdracht hun verantwoordelijkheid ter zake vermindert. 3. Informatieplichtigen die niet aan de verplichtingen krachtens deze verordening op hen rustende verplichtingen, kan een door de lidstaten vastgestelde sanctie worden opgelegd. Artikel 8 Registers 1. De nationale diensten leggen een register van deelnemers aan het intracommunautaire goederenverkeer aan, waarin ten minste bij verzendingen de afzenders en bij aankomsten de geadresseerden worden ingeschreven, en beheren dit register. 2. Voor de vaststelling van de in artikel 7 bedoelde informatieplichtigen en het onderzoek van de verstrekte informatie levert de bevoegde belastingadministratie in een lidstaat aan de nationale dienst: a) ten minste één keer per maand de lijsten van natuurlijke en rechtspersonen die hebben verklaard in de betrokken periode goederen aan andere lidstaten te hebben geleverd of goederen afkomstig uit andere lidstaten te hebben verworven. De lijsten vermelden de totale waarde van deze goederen die de natuurlijke of rechtspersoon voor fiscale doeleinden heeft aangegeven; b) uit eigen beweging of op verzoek van de nationale dienst, de hem ingevolge belastingvoorschriften verstrekte informatie die de kwaliteit van de statistieken zou kunnen verbeteren. De Commissie stelt overeenkomstig de in artikel 14, lid 2, bedoelde procedure vast hoe deze informatie wordt geleverd. De nationale diensten behandelen de hun medegedeelde informatie volgens de regels die de belastingadministratie dienaangaande toepast. 3. De bevoegde belastingadministratie wijst de BTW-plichtigen op hun mogelijke verplichtingen die als informatieplichtigen uit hoofde van het systeem Intrastat op hen rusten. Artikel 9 In het kader van het systeem Intrastat te verzamelen gegevens 1. De nationale diensten verzamelen de volgende informatie: a) het identificatienummer dat overeenkomstig artikel 22, lid 1, onder c), in de versie van artikel 28 nonies van Richtlijn 77/388/EEG van de Raad [10] aan de informatieplichtige is toegekend; [10] PB L 145 van 13.6.1977, blz. 1. b) de referentieperiode; c) de aard van de beweging (aankomst, verzending); d) de goederen, volgens de achtcijfercode van de gecombineerde nomenclatuur zoals vastgesteld bij Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad [11]; [11] PB L 256 van 7.9.1987, blz. 1. e) de partner-lidstaat; f) de waarde van de goederen; g) de hoeveelheid goederen; h) de aard van de transactie. De definities van de in de eerste alinea, onder e) tot en met h), vastgestelde gegevens zijn opgenomen in de bijlage. De Commissie stelt zo nodig overeenkomstig de in artikel 14, lid 2 bedoelde procedure, nadere bepalingen vast aangaande het verzamelen van deze informatie, en in het bijzonder aangaande de te gebruiken codes. 2. De lidstaten kunnen ook andere gegevens verzamelen, zoals: a) de identificatie van de goederen op een gedetailleerder niveau dan in de gecombineerde nomenclatuur; b) het land van oorsprong, bij aankomsten; c) het gebied van oorsprong, bij verzendingen, en het gebied van bestemming, bij aankomsten; d) de leveringsvoorwaarden; e) de wijze van vervoer; f) het statistisch stelsel. De definities van in de eerste alinea, b) tot en met f) bedoelde gegevens zijn opgenomen in de bijlage. De Commissie stelt zo nodig volgens de in artikel 14, lid 2, bedoelde procedure nadere bepalingen vast aangaande het verzamelen van deze informatie, en in het bijzonder aangaande de te gebruiken codes. Artikel 10 Vereenvoudiging van het systeem Intrastat 1. Om aan de behoeften van de gebruikers van statistische informatie te voldoen zonder de deelnemers aan het economisch verkeer buitensporig te belasten, stellen de lidstaten jaarlijks in jaarwaarden van intracommunautaire handel uitgedrukte drempels vast beneden welke de informatieplichtigen van het verstrekken van Intrastat-informatie zijn vrijgesteld, of vereenvoudigde informatie kunnen verstrekken. 2. Elke lidstaat stelt de drempels voor de aankomsten en verzendingen afzonderlijk vast. 3. Bij de vaststelling van de drempels beneden welke de informatieplichtigen van het verstrekken van Intrastat-zijn vrijgesteld, zien een de lidstaten erop toe dat de in artikel 9, eerste alinea, onder a) tot en met f), bedoelde informatie zodanig door de informatieplichtigen wordt verstrekt, dat ten minste 98% van de waarde van de totale handel van de betrokken lidstaten wordt gedekt. 4. De lidstaten mogen andere drempels vaststellen beneden welke voor informatieplichtigen de volgende vereenvoudigingen kunnen gelden: a) de hoeveelheid goederen behoeft niet te worden opgegeven; b) de aard van de transactie behoeft niet te worden opgegeven; c) de mogelijkheid maximaal tien gedetailleerde onderverdelingen van de gecombineerde nomenclatuur die naar waarde het meest worden gebruikt, op te geven en de andere producten volgens door de Commissie, overeenkomstig de in artikel 14, lid 2, bedoelde procedure vastgestelde voorschriften samen te voegen. Elke lidstaat die deze drempels hanteert, ziet erop toe dat de handel van de betrokken informatieplichtigen niet meer dan 6% van zijn totale handel bedraagt. 5. Onder bepaalde door de Commissie volgens de in artikel 14, lid 2, bedoelde procedure vastgestelde voorwaarden, mogen de lidstaten de voor kleine afzonderlijke transacties verstrekte informatie vereenvoudigen. 6. De informatie over de door de lidstaten te hanteren drempels wordt de Commissie (Eurostat) uiterlijk op 31 oktober voorafgaande aan het jaar van toepassing ervan meegedeeld. Artikel 11 Geheimhouding Wanneer de informatieplichtige bij de nationale diensten daartoe een verzoek indient, worden statistische resultaten waaruit indirect blijkt op wie deze betrekking hebben, niet verspreid of worden deze resultaten zodanig aangepast dat de verspreiding ervan het belang van de statistische geheimhouding niet schaadt. Artikel 12 Toezending van de gegevens aan de Commissie 1. De lidstaten zenden hun maandelijkse statistieken over de handel tussen de lidstaten aan de Commissie (Eurostat) toe, uiterlijk: a) 40 kalenderdagen na einde van de referentiemaand, voor de verzamelde gegevens die door de Commissie dienen bepaald te worden; b) 70 kalenderdagen na het einde van de referentiemaand, voor de gedetailleerde resultaten, die overeenkomen met de in artikel 9, eerste alinea, onder b) tot en met h) bedoelde gegevens. Wat de waarde van de goederen betreft, hebben deze resultaten alleen betrekking op de statistische waarde, zoals gedefinieerd in de bijlage. De lidstaten verstrekken de Commissie (Eurostat) de gegevens die vertrouwelijk zijn. 2. De lidstaten delen de Commissie (Eurostat) maandstatistieken mede over hun totale goederenverkeer, zo nodig met behulp van schattingen. 3. De lidstaten verstrekken de Commissie (Eurostat) de gegevens in elektronische vorm volgens een uitwisselingsnorm. De wijze waarop deze informatie in de praktijk bij de Commissie wordt ingediend, wordt volgens de in artikel 14, lid 2, bedoelde procedure door de Commissie vastgesteld. Artikel 13 Kwaliteit 1. De lidstaten nemen de nodige maatregelen om de kwaliteit van de ingediende gegevens overeenkomstig de van kracht zijnde kwaliteitsindicatoren en -normen te waarborgen. 2. De lidstaten dienen bij de Commissie (Eurostat) een jaarverslag in over de kwaliteit van de doorgezonden gegevens. 3. De indicatoren en normen voor de beoordeling van de gegevenskwaliteit, de structuur van de door de lidstaten in te dienen kwaliteitsverslagen en alle nodige maatregelen ter beoordeling en verbetering van de gegevenskwaliteit worden door de Commissie volgens de in artikel 14, lid 2, bedoelde vastgesteld. Artikel 14 Comité 1. De Commissie wordt bijgestaan door een comité voor de statistiek van het goederenverkeer tussen de lidstaten (het "Intrastat-comité"), hierna het "comité" genoemd. 2. Wanneer naar dit lid wordt verwezen, zijn de artikelen 5 en 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing, met inachtneming van de bepalingen van artikel 8 van dat besluit. De in artikel 5, lid 6, van Besluit 1999/468/EG bedoelde termijn wordt op drie maanden vastgesteld. 3. Het comité stelt zijn reglement van orde vast. Artikel 15 Slotbepalingen Verordening (EEG) nr. 3330/91 wordt ingetrokken. Verwijzingen naar de ingetrokken verordening gelden als verwijzingen naar de onderhavige verordening. Artikel 16 Inwerkingtreding Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie. Zij is van toepassing met ingang van [1 januari 2005] . Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat. Gedaan te Brussel, [...] Voor het Europees Parlement Voor de Raad De Voorzitter De Voorzitter [...] [...] BIJLAGE Statistische definities 1) Partner-lidstaat a) Bij aankomsten is de partner-lidstaat de lidstaat van herkomst, dat wil zeggen de lidstaat van verzending als goederen rechtstreeks uit een andere lidstaat het land binnenkomen. Als de goederen voordat ze de lidstaat van aankomst bereiken, door een of meer andere lidstaten zijn vervoerd en er het voorwerp zijn geweest van een tussenstop of een rechtshandeling die geen verband houden met het vervoer ervan (bv. eigendomsoverdracht), wordt de laatste lidstaat waar een dergelijke tussenstop of juridische transacties heeft plaatsgevonden als de lidstaat van oorsprong aangemerkt; b) Bij verzendingen is de partner-lidstaat de lidstaat van bestemming, dat wil zeggen de laatste lidstaat, zoals bekend op het moment van verzending, waarheen de goederen worden verzonden. 2) Hoeveelheid goederen De hoeveelheid goederen wordt op twee wijzen uitgedrukt: a) in nettomassa, dat wil zeggen de eigen massa van de goederen ontdaan van alle verpakkingen; b) volgens bijkomende maatstaven, dat wil zeggen de mogelijke meeteenheden van hoeveelheid behalve de nettomassa, zoals genoemd in de jaarlijkse verordening van de Commissie tot wijziging van de gecombineerde nomenclatuur. 3) Waarde van de goederen De waarde van de goederen kan op twee wijzen worden uitgedrukt: a) de maatstaf van heffing, dat wil zeggen de waarde die krachtens Richtlijn 77/388/EEG van de Raad voor belastingdoeleinden wordt bepaald; b) de statistische waarde, dat wil zeggen de aan de grens van de lidstaten berekende waarde, die ook de incidentele kosten (vracht, verzekering) omvat, maar bij verzendingen alleen voor het trajectgedeelte op het grondgebied van de lidstaat van verzending en bij aankomsten voor het trajectgedeelte buiten het grondgebied van de lidstaat van aankomst. Bij verzendingen is dit de fob-waarde ("free on board") en bij aankomsten de cif-waarde ("cost, insurance, freight"). 4) Aard van de transactie Onder "aard van de transactie" verstaat men de verschillende kenmerken (aan- of verkoop, veredelingsbewerking enz.) die van nut zijn om de transacties van elkaar te onderscheiden. 5) Land van oorsprong Onder het "land van oorsprong" wordt het land verstaan waar de goederen hun oorsprong hebben (alleen bij aankomsten). Goederen hebben hun oorsprong in het land waar zij in hun geheel zijn verkregen of geproduceerd. Als bij de vervaardiging van goederen twee of meer landen betrokken waren, zijn die goederen van oorsprong uit het land waar, in een daartoe ingerichte onderneming, de laatste ingrijpende en economisch verantwoorde verwerking of bewerking heeft plaatsgevonden die hetzij tot de fabricage van een nieuw product heeft geleid, hetzij een belangrijk fabricatiestadium vertegenwoordigt. 6) Gebied van oorsprong of bestemming a) Onder "gebied van oorsprong", bij verzending, wordt verstaan het gebied in de lidstaat van verzending waar de goederen zijn vervaardigd, gemonteerd, geassembleerd, verwerkt, gerepareerd of onderhouden; indien dit niet bekend is, is het gebied van oorsprong het gebied vanwaar de goederen zijn verzonden, of, indien dit niet bekend is, het gebied waar het handelsproces is geschied; b) Onder "gebied van bestemming", bij aankomsten, wordt verstaan het gebied in de lidstaat van aankomst waar de goederen zullen worden verbruikt, gemonteerd, geassembleerd, verwerkt, gerepareerd of onderhouden; indien dit niet bekend is, is het gebied van bestemming het gebied waarheen de goederen worden verzonden of, indien dit niet bekend is, het gebied waar het handelsproces zal geschieden. 7) Leveringsvoorwaarden Onder "leveringsvoorwaarden" worden verstaan de bepalingen van de verkoopovereenkomst waarin de verplichtingen van de verkoper en de koper worden gespecificeerd volgens de Incoterms van de Internationale Kamer van Koophandel (cif, fob enz.). 8) Wijze van vervoer De "wijze van vervoer" wordt bij verzendingen bepaald door het actieve vervoermiddel waarmee de goederen worden verondersteld het statistische registratiegebied van de lidstaat van verzending te zullen verlaten en bij aankomsten door het actieve vervoermiddel waarmee de goederen worden verondersteld het statistische registratiegebied van de lidstaat van aankomst te zijn binnengekomen. 9) Statistisch stelsel Onder "statistisch stelsel" worden de verschillende kenmerken verstaan die van nut zijn om de verschillende vormen van aankomsten of verzendingen voor statistische doeleinden van elkaar te onderscheiden.