Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52003PC0308

    Voorstel voor een Besluit van de Raad tot vaststelling van het in de Internationale Graanraad en het Comité voor voedselhulp namens de Gemeenschap in te nemen standpunt

    /* COM/2003/0308 def. */

    52003PC0308

    Voorstel voor een Besluit van de Raad tot vaststelling van het in de Internationale Graanraad en het Comité voor voedselhulp namens de Gemeenschap in te nemen standpunt /* COM/2003/0308 def. */


    Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD tot vaststelling van het in de Internationale Graanraad en het Comité voor voedselhulp namens de Gemeenschap in te nemen standpunt

    (door de Commissie ingediend)

    TOELICHTING

    De Internationale Graanovereenkomst 1995 omvat twee onderdelen, namelijk het Graanhandelsverdrag (1995) en het Voedselhulpverdrag (1999).

    Het Voedselhulpverdrag van 1999 is door de Gemeenschap gesloten bij Besluit 2000/421/EG van de Raad. Dat verdrag blijft van kracht tot en met 30 juni 2003, na de verlenging ervan bij het besluit van het Comité voor voedselhulp op 9 december 2002. Hoewel het in het belang is van zowel de Commissie als de lidstaten dat bepaalde wijzigingen in het huidige verdrag worden aangebracht, is overeengekomen dat deze wijzigingen de komende twee jaar tussen de leden zullen worden besproken in het kader van het Voedselhulpverdrag. Dit verdrag kan derhalve worden verlengd bij een besluit van het Comité voor voedselhulp.

    Het Graanhandelsverdrag van 1995 is in 2001 met twee jaar verlengd. Dit verdrag loopt af in juni 2003, tenzij het opnieuw met een termijn van ten hoogste twee jaar wordt verlengd.

    Financiële consequenties

    De bijdrage van de Gemeenschap in de huishoudelijke uitgaven van de Internationale Graanovereenkomst, die geldt voor de twee Verdragen, is opgenomen in post B7-8210 van de begroting van de Europese Unie.

    Conclusies

    - De Commissie stelt de Raad voor haar te machtigen namens de Europese Gemeenschap overeenkomstig artikel XXV, onder b), van het Voedselhulpverdrag 1999 te stemmen voor een verlenging van het verdrag met maximaal twee jaar.

    - Los van dit standpunt stelt de Commissie voor dat de Raad de Commissie machtigt om namens de Europese Gemeenschap overeenkomstig artikel 33, lid 2, van het Graanhandelsverdrag 1995 te stemmen voor een verlenging van dit verdrag met een periode van maximaal twee jaar.

    De verlenging van beide verdragen is in het belang van de Gemeenschap. De Commissie, die de Gemeenschap vertegenwoordigt in het Comité voor voedselhulp en in de Internationale Graanraad, zou derhalve bij een besluit van de Raad moeten worden gemachtigd om voor een dergelijke verlenging te stemmen.

    Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD tot vaststelling van het in de Internationale Graanraad en het Comité voor voedselhulp namens de Gemeenschap in te nemen standpunt

    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 181, juncto artikel 300, lid 2,

    Gezien het voorstel van de Commissie,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1) Het Voedselhulpverdrag 1999 is bij Besluit 2000/421/EG van de Raad [1] door de Gemeenschap gesloten en is bij besluit van het Voedselhulpcomité in december 2002 verlengd. Dit verdrag loopt af op 30 juni 2003, tenzij het bij besluit van het Comité voor voedselhulp nogmaals met ten hoogste twee jaar wordt verlengd. De verlenging van dit verdrag is in het belang van de Gemeenschap en van de lidstaten. Daarom moet de Commissie, die de Gemeenschap bij het Voedselhulpverdrag vertegenwoordigt, bij besluit van de Raad gemachtigd worden voor die verlenging te stemmen.

    [1] PB L 163 van 4.7.2000, blz. 37.

    (2) Het Graanhandelsverdrag 1995 is door de Gemeenschap gesloten bij Besluit 96/88/EG van de Raad [2] en is in juni 1999 bij Besluit 1999/C262/01 van de Raad [3] gewijzigd en verlengd voor een periode van twee jaar. Dit verdrag is bij een besluit van de Internationale Graanraad in juni 2001 verlengd en blijft van kracht tot en met 30 juni 2003, tenzij het nogmaals met ten hoogste twee jaar wordt verlengd. Verlenging van het verdrag is in het belang van de Gemeenschap en van de lidstaten. Daarom moet de Commissie, die de Gemeenschap bij het Graanhandelsverdrag vertegenwoordigt, bij besluit van de Raad worden gemachtigd voor die verlenging te stemmen,

    [2] PB L 21 van 27.1.1996, blz. 47.

    [3] PB C 262 van 16.9.1999, blz. 1.

    BESLUIT:

    Enig artikel

    1. De Europese Gemeenschap is voor een nieuwe verlenging van het Graanhandelsverdrag 1995 met maximaal twee jaar.

    2. De Europese Gemeenschap is voor een nieuwe verlenging van het Voedselhulpverdrag 1999 met maximaal twee jaar.

    3. De Commissie wordt hierbij gemachtigd dit standpunt in de Internationale Graanraad en in het Comité voor voedselhulp naar voren te brengen.

    Gedaan te Brussel,

    Voor de Raad

    De Voorzitter

    FINANCIEEL MEMORANDUM BIJ HET BESLUIT

    Beleidsgebied: Externe aspecten van bepaalde communautaire beleidssectoren

    Activiteiten: Internationale landbouwovereenkomsten

    Benaming van de actie: Bijdrage van de Europese Gemeenschap aan de Internationale Graanraad

    1. BEGROTINGSPLAATSEN + OMSCHRIJVINGEN: Artikel B7-8210 Internationale landbouwovereenkomsten

    2. ALGEMENE CIJFERS

    2.1. Totale toewijzing voor de actie (deel B): EUR 850 000 voor de twee verlengingsjaren

    2.2. Duur: 1.7.2003 tot en met 30.6.2005

    2.3. Verenigbaarheid met de financiële programmering en de financiële vooruitzichten

    X Voorstel verenigbaar met de bestaande financiële programmering.

    2.4. Financiële gevolgen voor de ontvangsten:

    X Geen enkele financiële implicatie (betreft technische aspecten in verband met de tenuitvoerlegging van een maatregel)

    3. BEGROTINGSKENMERKEN

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    4. RECHTSGRONDSLAG

    Artikel 181 van het Verdrag, juncto artikel 300, lid 2.

    Besluit 96/88/EG van de Raad van 27.1.1996 (PB L 21 van 27.1.1996), Besluit 2001/C195/01 (PB C 195 van 11.7.2001) en 2000/421/EG (PB L 163 van 4.7.2000).

    5. BESCHRIJVING EN MOTIVERING

    5.1. Doel van het communautaire optreden

    Vanwege de economische betekenis van de internationale landbouwovereenkomsten, inzonderheid voor de landbouwsector, moet de EG partij zijn bij die overeenkomsten, die een belangrijk middel zijn om wereldwijde ontwikkelingen te volgen, en om de belangen van de Gemeenschap met betrekking tot de betrokken producten te behartigen.

    De communautaire lidmaatschapscontributie draagt ertoe bij dat de Internationale Graanraad zijn doelstellingen kan verwezenlijken. De Internationale Graanraad, die verantwoordelijk is voor het beheer van het Graanhandelsverdrag van 1995 en het Voedselhulpverdrag van 1999 bevordert de doelstellingen van de verdragen, zoals internationale samenwerking, uitwisseling van statistische informatie, opstelling van marktprognoses, enzovoorts, en, wat het Voedselhulpverdrag betreft, garandeert dat de Unie de ontwikkelingslanden een minimumhoeveelheid voedselhulp. Het is derhalve in het belang van de EG partij te zijn bij deze verdragen.

    De lidmaatschapscontributie wordt jaarlijks vastgesteld en is verschuldigd zolang de EG partij is bij de verdragen.

    Het is duidelijk dat als de EG dezelfde acties zou moeten ondernemen als nu door de IGR worden ondernomen, de totale kosten daarvan veel hoger zouden zijn dan de lidmaatschapsbijdragen.

    5.2. Voorgenomen acties en wijze van financiering uit de begroting

    De EG draagt jaarlijks lidmaatschapsgelden af aan de Internationale Graanraad.

    Deze bijdragen worden betaald zolang de EG medeondertekenaar van de betrokken verdragen blijft.

    De Europese Gemeenschap en de lidstaten participeren volledig in de activiteiten van de IGR en trekken volop profijt van de voordelen van het lidmaatschap.

    6. FINANCIËLE GEVOLGEN

    6.1. Totale financiële gevolgen voor deel B

    VK in miljoenen euro's (tot op 3 decimalen nauwkeurig): EUR 0,850 miljoen voor de tweejarige periode, waarvan 0,400 miljoen voor 2003 en 0,450 miljoen voor 2004.

    6.2. Berekening

    In de uitgaven voor de toepassing van de twee Verdragen wordt voorzien via jaarlijkse bijdragen van alle leden van het Graanverdrag. De bijdrage van elk lid voor elk begrotingsjaar wordt vastgesteld naar verhouding van het aantal stemmen dat hem is toegewezen ten opzichte van het totaal aantal stemmen waarover de leden beschikken, op basis van 655 GBP per stem voor 2002/03. Het aantal stemmen dat aan elk lid is toegewezen wordt aangepast op basis van de samenstelling van de Raad op het tijdstip waarop de betrokken begroting wordt vastgesteld. Het totaal aantal stemmen van het Verdrag bedraagt 2000, waarvan de Gemeenschap er 411 bezit voor 2002/03, maar vermoedelijk 379 voor 2003/04 en 409 voor 2004/05 (na de uitbreiding). Voor 2004/05 wordt gerekend met een verhoging van 5 % van de bijdrage per stem. Deze verhoging met 5 % bestaat uit twee verhogingen met telkens 2,5 % tijdens de verlengingsperiode. De kosten bedragen derhalve 379 x 671 GBP = 254 451 GBP voor 2003/04 en 411 x 688 GBP = 282 665 GBP voor 2004/05 (EUR 832.529,80 tegen een wisselkoers van EUR 1,55 = 1 GBP). De geraamde kosten zijn naar boven afgerond om rekening te houden met de schommelingen in de wisselkoers van het pond sterling en een eventuele wijziging van de stemmenverdeling.

    7. GEVOLGEN VOOR HET PERSONEELSBESTAND EN DE ADMINISTRATIEVE UITGAVEN

    7.1. Gevolgen voor de personele middelen

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    7.2. Algemene financiële gevolgen in verband met de personele middelen

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    * In de personeelsbehoeften en de administratieve behoeften zal worden voorzien met de financiële middelen die aan het DG dat het Verdrag beheert zijn toegewezen in het kader van de jaarlijkse toewijzingsprocedure. De bedragen stemmen overeen met de totale uitgaven gedurende 12 maanden.

    8. TOEZICHT EN EVALUATIE

    8.1. Follow-upsysteem

    De diensten van de Commissie zullen volledig deelnemen aan de administratieve commissies en de Raad van de IGR; deze organen zijn verantwoordelijk voor de vaststelling van de begrotingsbijdragen.

    Een verslag van deze vergadering en van de genomen besluiten wordt bekendgemaakt en is vrij toegankelijk voor alle leden.

    8.2. Procedure en periodiciteit van de voorgeschreven evaluatie

    Wegens het bijzondere karakter van de voorgestelde maatregel (verlenging van een bijdrage van de Gemeenschap in de huishoudelijke uitgaven van de Internationale Graanovereenkomst) en het betrekkelijk gering bedrag, lijkt het niet verantwoord een externe evaluatie hiervan uit te voeren. De gegrondheid en het nut om verder bij te dragen in de huishoudelijke begroting van dit Verdrag zullen periodiek intern worden geëvalueerd op basis van de actieve deelname van de Gemeenschap aan de beheerscomités en aan de Internationale Graanraad.

    9. FRAUDEBESTRIJDINGSMAATREGELEN

    De betalingen worden rechtstreeks op de bankrekening van de IGR overgemaakt, uitsluitend na ontvangst van een schriftelijk verzoek daartoe, en nadat is geverifieerd of het verzoek overeenkomt met het bedrag dat in de Internationale Graanraad is afgesproken.

    Top