Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52003PC0278

    Voorstel voor een Besluit van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een communautair actieprogramma ter bevordering van acties op het gebied van de bescherming van de financiële belangen van de Gemeenschap

    /* COM/2003/0278 def. - COD 2003/0152 */

    52003PC0278

    Voorstel voor een Besluit van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een communautair actieprogramma ter bevordering van acties op het gebied van de bescherming van de financiële belangen van de Gemeenschap /* COM/2003/0278 def. - COD 2003/0152 */


    Voorstel voor een BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot vaststelling van een communautair actieprogramma ter bevordering van acties op het gebied van de bescherming van de financiële belangen van de Gemeenschap

    (ingediend door de Commissie)

    TOELICHTING

    Inleiding

    Naarmate de bevoegdheden van de Gemeenschap en haar financiële middelen voor de uitoefening daarvan werden uitgebreid, is de noodzaak om de Gemeenschapsbegroting te beschermen tegen fraude of andere onwettige activiteiten een steeds belangrijker politieke prioriteit geworden. Zo is met het Verdrag van Maastricht in het EG-Verdrag een specifieke bepaling ter bescherming van de financiële belangen van de Gemeenschap opgenomen, die vervolgens door het Verdrag van Amsterdam nog is aangescherpt. Het huidige artikel 280 van het EG-Verdrag bepaalt met name dat de bescherming van de financiële belangen van de Gemeenschap, die tot de gedeelde bevoegdheid en verantwoordelijkheid van de Gemeenschap en de lidstaten behoort, op het gehele grondgebied van de Unie doeltreffend en gelijkwaardig behoort te zijn.

    In de afgelopen vijftien jaar hebben de Gemeenschap en de lidstaten hun inspanningen ter bestrijding van fraude en alle andere onwettige activiteiten waardoor de financiële belangen van de Gemeenschap worden geschaad, aanzienlijk opgevoerd. Van haar kant heeft de Gemeenschap daaraan met name bijgedragen door de oprichting in 1988 binnen de Commissie van een Eenheid voor de coördinatie van de fraudebestrijding (UCLAF), die in 1999 werd omgevormd tot het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) [1], alsmede door de vaststelling van een hele reeks wetgevende besluiten betreffende de bescherming van de financiële belangen van de Gemeenschap. Deze besluiten beogen met name de communautaire en de nationale wettelijke bepalingen zowel op preventief als op repressief gebied te verbeteren, de controlemiddelen van de Commissie te versterken en de samenwerking tussen alle bevoegde autoriteiten op het gebied van fraudebestrijding te vergemakkelijken.

    [1] Zie Besluit 1999/352 van de Commissie van 28.4.1999 houdende oprichting van het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF), en verder ook Verordening (EG) nr. 1073/99 van het Europees Parlement en de Raad alsmede Verordening (Euratom) nr. 1074/99 van de Raad, beide van 25.5.1999, betreffende onderzoeken door het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF), alle bekendgemaakt in PB L 136 van 31.5.1999.

    Daarnaast subsidieert de Gemeenschap tevens diverse activiteiten op het gebied van de bescherming van de financiële belangen van de Gemeenschap. Zo verleent de Commissie reeds verscheidene jaren financiële steun voor het functioneren van verenigingen die in de verschillende lidstaten zijn opgericht met het oog op de bevordering van de bescherming van de financiële belangen van de Gemeenschap, en werden talrijke studies, conferenties en opleidingen over dit onderwerp door de Gemeenschapsbegroting gefinancierd. Het is in ruime mate te danken aan het voorbereidende werk dat in het kader van deze gesubsidieerde activiteiten is verricht, dat de Commissie haar voorstel betreffende de instelling van het ambt van Europees openbaar aanklager voor de bescherming van de financiële belangen van de Gemeenschap [2] heeft kunnen indienen.

    [2] Zie de mededeling van de Commissie van 29.9.2000 betreffende de bescherming van de financiële belangen van de Gemeenschap: een Europees openbaar aanklager (COM (2000) 608 def.), alsmede het groenboek van de Commissie van 11.12.2001 betreffende de strafrechtelijke bescherming van de financiële belangen van de Gemeenschap en de instelling van het ambt van Europees openbaar aanklager (COM(2001) 715 def.).

    Doel van het ontwerpbesluit

    Het proces tot hervorming van de Commissie dat thans aan de gang is, en met name de vaststelling van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen [3], geven aanleiding tot de vaststelling van basisbesluiten voor een hele reeks subsidies die tot dusver gefinancierd werden zonder dat voor de toekenning ervan een specifiek basisbesluit bestond [4]. Onder de subsidies waarvoor voortaan een basisbesluit vereist is, zijn er ook een aantal die tot dusver door de Commissie werden toegekend in verband met de bescherming van de financiële belangen van de Gemeenschap.

    [3] PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

    [4] Zie de mededeling van de Commissie aan de Raad en aan het Europees Parlement van [...] voor meer bijzonderheden.

    Dit voorstel heeft ten doel in een dergelijk basisbesluit te voorzien door het vaststellen van een communautair actieprogramma voor de verlening van subsidies op dit gebied door de Commissie. Uiteraard blijft ook in de toekomst gelden dat dergelijke subsidies dienen te worden toegekend met inachtneming van de primaire verantwoordelijkheid van de lidstaten terzake, zoals tot op heden steeds is gebeurd. De communautaire subsidies dienen niet in de plaats te komen van die van de lidstaten, maar behoren daarentegen een meerwaarde te bieden om te garanderen dat rekening wordt gehouden met de Europese dimensie van de bescherming van de financiële belangen van de Gemeenschap. Grootschalige economische en financiële misdrijven vereisen een communautaire aanpak, waarbij rekening wordt gehouden met de transnationale en pluridisciplinaire aspecten. Die aanpak moet in de eerste plaats gericht zijn op de samenhang tussen de gesubsidieerde activiteiten, teneinde een gelijkwaardige beschermingsgraad te bieden met inachtneming van de specifieke tradities van elke lidstaat.

    Rechtsgrondslag van het ontwerpbesluit

    De Commissie stelt voor een besluit vast te stellen dat zijn grondslag vindt in artikel 280, lid 4, van het EG-Verdrag, dat de communautaire wetgever ertoe machtigt "de nodige maatregelen (te nemen) op het gebied van de preventie en bestrijding van fraude waardoor de financiële belangen van de Gemeenschap worden geschaad, om in de lidstaten een doeltreffende en gelijkwaardige bescherming te bieden". Gelet op het beoogde doel en op de noodzaak de thans geleverde inspanningen inzake subsidiëring van activiteiten op dit gebied voort te zetten, kan dit ontwerpbesluit worden beschouwd als een maatregel die nodig is in de zin van artikel 280, lid 4, van het EG-Verdrag en zijn het subsidiariteitsbeginsel en het evenredigheidsbeginsel in acht genomen.

    Belangrijkste kenmerken van het ontwerpbesluit

    Het ontwerpbesluit beoogt de vaststelling van een actieprogramma ter bevordering van acties op het gebied van de bescherming van de financiële belangen van de Gemeenschap ("HERCULE"-programma [5]). Dit programma heeft enerzijds betrekking op subsidies voor specifieke acties, zoals bijvoorbeeld studies, conferenties of opleidingen, en anderzijds op exploitatiesubsidies die worden verleend aan organisaties die op dit gebied actief zijn, zoals verenigingen die zijn opgericht ter bevordering van de bescherming van de financiële belangen van de Gemeenschap.

    [5] "HERCULE" is de Franse naam van de Griekse held Herakles die bekend staat om zijn buitengewone prestaties. Bij het verrichten van zijn twaalf werken zegeviert hij over onoverwinnelijk geachte tegenstanders.

    De begunstigden van deze subsidies dienen te voldoen aan bepaalde voorwaarden die in dit ontwerpbesluit en in de bijlage daarbij zijn beschreven. Zij moeten met name gevestigd zijn in een van de lidstaten van de Unie of in andere Europese of naburige landen waarmee de Gemeenschap akkoorden heeft gesloten die de financiële belangen van de Gemeenschap kunnen raken. Deze werkingssfeer is verantwoord en noodzakelijk om tegemoet te komen aan de behoeften van een doeltreffende bescherming van de financiële belangen van de Gemeenschap, ook buiten de huidige lidstaten, aangezien de betrokkenheid van de Unie in deze andere landen, met name in het kader van de uitbreiding, bijzonder groot is. De keuze van de begunstigden geschiedt door middel van een oproep tot het indienen van voorstellen, overeenkomstig de prioriteiten die zijn vastgelegd in elk jaarlijks subsidieprogramma, waarin de algemene criteria van het bij dit ontwerpbesluit vastgestelde communautaire actieprogramma nader worden omschreven.

    Voorgesteld wordt dat het communautaire actieprogramma de periode van januari 2004 tot december 2008 bestrijkt. De voor dit programma uitgetrokken bedragen zijn gebaseerd op de bedragen die in het kader van de begroting van de Europese Gemeenschappen voor 2003 ter beschikking zijn gesteld en die in totaal 3.375.000 euro vertegenwoordigen. Om rekening te houden met de uitbreiding, die normaliter moet leiden tot een verhoging van het aantal acties en organisaties die voor subsidiëring in aanmerking komen, wordt voorgesteld te voorzien in een gemiddeld jaarlijks bedrag van 4.297.000 euro, hetgeen neerkomt op een totale financiële enveloppe van 21.485.000 euro over vijf jaar.

    2003/0152 (COD)

    Voorstel voor een BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot vaststelling van een communautair actieprogramma ter bevordering van acties op het gebied van de bescherming van de financiële belangen van de Gemeenschap

    HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 280, lid 4,

    Gezien het voorstel van de Commissie [6],

    [6] PB C [...] van [...], blz. [...].

    Gezien het advies van de Rekenkamer [7],

    [7] PB C [...] van [...], blz. [...].

    Overeenkomstig de procedure van artikel 251 van het Verdrag [8],

    [8] PB C [...] van [...], blz. [...].

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1) De Gemeenschap en de lidstaten stellen zich ten doel fraude en alle andere onwettige activiteiten waardoor de financiële belangen van de Gemeenschap worden geschaad, te bestrijden. Voor het bereiken van dat doel dienen alle beschikbare middelen te worden aangewend, zonder afbreuk te doen aan de huidige taakverdeling en het huidige evenwicht inzake verantwoordelijkheden tussen het nationale niveau en het communautaire niveau.

    (2) De acties en organisaties die met name ten doel hebben betere informatie te verspreiden, studies uit te voeren, opleidingen te verstrekken dan wel technische of wetenschappelijke bijstand te verlenen op het gebied van fraudebestrijding, dragen in aanzienlijke mate bij tot de verbetering van de bescherming van de financiële belangen van de Gemeenschap.

    (3) Bijgevolg dienen specifieke acties op dit gebied te worden aangemoedigd en dienen organisaties die op dit gebied actief zijn te worden ondersteund door middel van exploitatiesubsidies. Uit de reeds opgedane ervaring blijkt dat, naast de op nationaal niveau ondernomen aanmoedigingsactiviteiten, ook een ondersteuning op communautair niveau van belang is.

    (4) De ondersteuning van organisaties en acties is tot en met 2003 gebeurd via de begrotingsplaatsen A03600 A03010 "Conferenties, congressen en vergaderingen in het kader van de werkzaamheden van de verenigingen van Europese juristen voor de bescherming van de financiële belangen van de Gemeenschap" en B5-910 "Algemene acties op het gebied van de fraudebestrijding" van de algemene begroting van de Europese Unie.

    (5) Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen [9] legt de verplichting op dat voor deze bestaande acties een basisbesluit wordt vastgesteld.

    [9] PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

    (6) Bijgevolg dient een dergelijk basisbesluit te worden vastgesteld en dienen alle thans beschikbare vormen van ondersteuning te worden gerationaliseerd en aangevuld door de vaststelling van dit besluit, dat voorziet in een gestructureerd, specifiek en multidisciplinair communautair actieprogramma voor een bepaalde termijn.

    (7) Dit programma dient een werkingssfeer te hebben die zich uitstrekt tot alle lidstaten en naburige landen, aangezien het van belang is een doeltreffende en gelijkwaardige bescherming van de financiële belangen van de Gemeenschap ook ruimer dan alleen in de lidstaten te waarborgen.

    (8) Bij de vaststelling van de vormen van ondersteuning die zullen worden aangewend, dient voorts rekening te worden gehouden met de specifieke aard van de organisaties die actief zijn op het gebied van de bescherming van de financiële belangen van de Gemeenschap.

    (9) Dit besluit legt voor de gehele looptijd van het programma een financiële enveloppe vast, die, in de zin van punt 33 van het interinstitutioneel akkoord van 6 mei 1999 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie over de begrotingsdiscipline en de verbetering van de begrotingsprocedure [10], voor de begrotingsautoriteit het voornaamste referentiepunt vormt.

    [10] PB C 172 van 18.6.1999, blz. 1.

    (10) De Commissie dient aan het Europees Parlement en aan de Raad verslag uit te brengen over de verwezenlijking van de doelstellingen van dit programma.

    (11) Dit besluit is in overeenstemming met het subsidiariteitsbeginsel en het evenredigheidsbeginsel.

    (12) Dit besluit laat alle subsidies onverlet die op het gebied van de bescherming van de financiële belangen van de Gemeenschap worden toegekend op basis van programma's betreffende de repressieve gerechtelijke aanpak,

    BESLUITEN:

    Artikel 1 - [Doel van het programma]

    1. Dit besluit stelt een communautair actieprogramma vast ter bevordering van acties op het gebied van de bescherming van de financiële belangen van de Gemeenschap. Dit programma wordt het HERCULE-programma genoemd.

    2. Het programma wil een bijdrage leveren aan de bescherming van de financiële belangen van de Gemeenschap door het bevorderen van acties en het ondersteunen van organisaties volgens de algemene criteria die in de bijlage zijn beschreven en die in elk jaarlijks subsidieprogramma nader worden uitgewerkt. Het houdt rekening met de transnationale en pluridisciplinaire aspecten. Het beoogt in de eerste plaats de inhoudelijke samenhang van de acties te waarborgen om zo, op basis van een denkoefening over betere praktijken, te komen tot een doeltreffende en gelijkwaardige bescherming met respect voor de specifieke tradities van elke lidstaat.

    Artikel 2 - [Toegang tot het programma]

    1. Om in aanmerking te komen voor een communautaire subsidie voor een actie op het gebied van de bescherming van de financiële belangen van de Gemeenschap, moet de begunstigde van die subsidie de in de bijlage genoemde bepalingen in acht nemen. De actie moet in overeenstemming zijn met de beginselen die ten grondslag liggen aan de communautaire activiteiten op het gebied van de bescherming van de financiële belangen van de Gemeenschap en rekening houden met de specifieke criteria die zijn vastgesteld in de oproepen tot het indienen van voorstellen, overeenkomstig de prioriteiten die zijn vastgelegd in het jaarlijkse subsidieprogramma, waarin de in de bijlage genoemde algemene criteria nader zijn beschreven.

    2. Om in aanmerking te komen voor een communautaire exploitatiesubsidie op grond van het vaste werkprogramma van een organisatie die een doel van algemeen Europees belang nastreeft op het gebied van de bescherming van de financiële belangen van de Gemeenschap, moet die organisatie de in de bijlage genoemde algemene criteria in acht nemen.

    Artikel 3 - [Deelneming van landen buiten de Gemeenschap]

    Behalve voor die welke in de lidstaten zijn gevestigd, staat deelneming aan het communautaire actieprogramma ook open voor begunstigden en organisaties die gevestigd zijn:

    a) in de landen waarvoor op de top van Kopenhagen in 2002 is aanvaard dat zij in 2004 tot de Europese Unie toetreden;

    b) in de EVA/EER-landen, op de in de EER-Overeenkomst vastgestelde voorwaarden;

    c) in Roemenië en Bulgarije, op de voorwaarden die zijn vastgesteld in de Europese overeenkomsten, de aanvullende protocollen daarbij en de besluiten van de respectieve associatieraden;

    d) in Turkije;

    e) in de Balkanlanden die deelnemen aan het stabilisatie- en associatieproces voor de landen van Zuidoost-Europa [11];

    [11] Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, Albanië, Servië en Montenegro, Bosnië-Herzegovina en Kroatië.

    f) in sommige landen van het Gemenebest van Onafhankelijke Staten [12].

    [12] Belarus, Moldavië, Russische Federatie, Oekraïne.

    Artikel 4 - [Keuze van de begunstigden]

    1. Bij de toekenning van subsidies voor acties vindt de keuze van de begunstigde organisaties plaats door middel van een oproep tot het indienen van voorstellen, op basis van de prioriteiten van het jaarlijkse subsidieprogramma, waarin de in de bijlage bedoelde algemene criteria nader worden omschreven. Bij de toekenning van een subsidie voor een actie in het kader van dit programma wordt rekening gehouden met de in de bijlage genoemde algemene criteria.

    2. Bij de toekenning van exploitatiesubsidies vindt de keuze van de begunstigde organisaties plaats door middel van een oproep tot het indienen van voorstellen. De toekenning van een exploitatiesubsidie op grond van het vaste werkprogramma van een begunstigde organisatie geschiedt met inachtneming van de in de bijlage genoemde algemene criteria. Op grond van de oproep tot het indienen van voorstellen stelt de Commissie overeenkomstig artikel 116 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 de lijst van begunstigde organisaties en ontvangen bedragen vast.

    Artikel 5 - [Toekenning van de subsidie]

    1. Subsidies voor acties mogen niet dienen tot volledige financiering van de subsidiabele kosten. Het bedrag van een subsidie voor een actie die op grond van dit programma wordt toegekend, mag niet meer bedragen dan 90% van de subsidiabele kosten van de organisatie voor het kalenderjaar waarvoor de subsidie wordt verleend.

    2. Het bedrag van een exploitatiesubsidie die op grond van dit programma wordt toegekend, mag niet meer bedragen dan 70% van de subsidiabele kosten van de organisatie voor het kalenderjaar waarvoor de subsidie wordt verleend.

    Overeenkomstig artikel 113, lid 2, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 heeft een aldus toegekende exploitatiesubsidie in geval van verlenging van een degressief karakter. Bij toekenning van een subsidie aan een organisatie die het voorgaande jaar reeds een soortgelijke exploitatiesubsidie heeft ontvangen, ligt het percentage van de communautaire medefinanciering dat in de nieuwe subsidie vervat is, minstens tien punten lager dan het percentage van de communautaire medefinanciering dat in de subsidie van het vorige jaar vervat was.

    Artikel 6 - [Financiële bepalingen]

    1. Dit programma gaat in op 1 januari 2004 en loopt af op 31 december 2008.

    2. De financiële enveloppe voor de uitvoering van dit programma bedraagt voor de periode 2004 tot en met 2008 21,485 miljoen euro.

    3. De jaarlijkse kredieten worden door de begrotingsautoriteit vrijgemaakt binnen de perken van de financiële vooruitzichten.

    Artikel 7 - [Follow-up en evaluatie]

    Uiterlijk op 31 december 2009 dient de Commissie bij het Europees Parlement en de Raad een verslag in over de verwezenlijking van de doelstellingen van dit programma. Dit verslag gaat uit van de door de begunstigden bereikte resultaten en evalueert met name de doeltreffendheid waarvan zij blijk geven bij het verwezenlijken van de in artikel 1 en in de bijlage beschreven doelstellingen.

    Artikel 8 - [Inwerkingtreding]

    Dit besluit treedt in werking op de dag volgende op die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Gedaan te Brussel, [...]

    Voor het Europees Parlement Voor de Raad

    De Voorzitter De Voorzitter

    [...] [...]

    BIJLAGE

    1. ONDERSTEUNDE ACTIVITEITEN

    De in artikel 1 genoemde algemene doelstelling betreft de versterking van de communautaire actie op het gebied van de voorkoming en bestrijding van fraude die de financiële belangen van de Gemeenschap schaadt, door het bevorderen van acties en het ondersteunen van het functioneren van entiteiten die op dit gebied werkzaam zijn.

    Acties van organisaties die kunnen bijdragen tot een versterking en een grotere doeltreffendheid van de communautaire activiteiten in de zin van artikel 2 van dit besluit, zijn met name:

    - de organisatie van studiedagen en conferenties;

    - de aanmoediging van wetenschappelijke studies en debatten over het communautaire beleid op dit gebied;

    - de coördinatie van activiteiten met betrekking tot de bescherming van de financiële belangen van de Gemeenschap;

    - opleiding en sensibilisering;

    - de verspreiding van wetenschappelijke kennis over hetgeen de Gemeenschap doet;

    - de ontwikkeling en de terbeschikkingstelling van specifieke informatica-instrumenten;

    - technische bijstand;

    - de aanmoediging en de intensivering van de uitwisseling van gegevens.

    2. UITVOERING VAN DE ONDERSTEUNDE ACTIVITEITEN

    De activiteiten van de entiteiten die in aanmerking komen om op grond van het programma een communautaire subsidie te ontvangen, behoren met name tot de specifieke acties ter versterking van de communautaire actie op het gebied van de bescherming van de financiële belangen, welke een doelstelling van algemeen Europees belang op dit gebied dan wel een doelstelling die past in het kader van het beleid van de Europese Unie terzake nastreven.

    De betrokken entiteiten zijn, overeenkomstig artikel 2 van dit besluit:

    - Elke nationale of regionale overheidsdienst van de lidstaten of van de landen buiten de Unie als bedoeld in artikel 3 van dit besluit, die de actie van de Gemeenschap op het gebied van de bescherming van haar financiële belangen bevordert;

    - Elke onderzoek- en onderwijsinstelling die sedert minstens een jaar rechtspersoonlijkheid bezit, die gevestigd of werkzaam is in de lidstaten of in de landen buiten de Unie als bedoeld in artikel 3 van dit besluit, en die de versterking van de actie van de Gemeenschap ter bescherming van haar financiële belangen bevordert;

    - Elke organisatie zonder winstoogmerk die sedert minstens een jaar rechtspersoonlijkheid bezit, die op wettige wijze is opgericht in een lidstaat of een land buiten de Unie als bedoeld in artikel 3 van dit besluit, en die de versterking van de actie van de Gemeenschap ter bescherming van haar financiële belangen bevordert.

    Een jaarlijkse exploitatiesubsidie kan worden toegekend om de uitoefening van de vaste activiteiten van een dergelijke organisatie te ondersteunen.

    3. KEUZE VAN DE BEGUNSTIGDEN

    De organisaties waaraan uit hoofde van punt 2 van de bijalge bij dit programma een subsidie voor een actie of een exploitatiesubsidie wordt toegekend, worden gekozen op basis van oproepen tot indienen van voorstellen.

    4. KENMERKEN OP BASIS WAARVAN SUBSIDIEAANVRAGEN WORDEN BEOORDEELD

    Aanvragen voor subsidiëring van specifieke acties of aanvragen voor een exploitatiesubsidie worden beoordeeld op basis van:

    - de mate waarin de voorgenomen actie beantwoordt aan de doelstellingen van dit programma;

    - de complementariteit van de actie met andere gesubsidieerde activiteiten;

    - de haalbaarheid van de voorgenomen actie, d.w.z. de concrete mogelijkheid om haar met de voorgestelde middelen te realiseren;

    - de kosten-batenverhouding van de voorgenomen actie;

    - de toegevoegde waarde van de voorgenomen activiteit;

    - de omvang van het met de voorgenomen actie beoogde publiek;

    - de transnationale en pluridisciplinaire aspecten van de voorgenomen actie;

    - het geografische bereik van de voorgenomen activiteit.

    5. SUBSIDIABELE KOSTEN

    Overeenkomstig punt 2 van dit programma worden voor het vaststellen van de subsidie alleen de subsidiabele kosten die noodzakelijk zijn voor een goede uitvoering van de betrokken actie in aanmerking genomen.

    6. CONTROLES EN AUDITS

    6.1. De ontvanger van een exploitatiesubsidie houdt alle bewijsstukken van de uitgaven die worden gedaan in de loop van het jaar waarvoor de subsidie is toegekend, en met name de gecertificeerde rekeningen, ter beschikking van de Commissie gedurende een periode van vijf jaar te rekenen vanaf de datum van de laatste betaling. De begunstigde van een subsidie zorgt ervoor dat in voorkomend geval de bewijsstukken die zich bij de partners of de leden bevinden ter beschikking worden gesteld van de Commissie.

    6.2. De Commissie heeft het recht, hetzij rechtstreeks door tussenkomst van haar vertegenwoordigers, hetzij door tussenkomst van enig ander gekwalificeerd orgaan van haar keuze, een audit te verrichten van het gebruik dat van de subsidie is gemaakt. Deze audits kunnen gedurende de volledige looptijd van de overeenkomst plaatsvinden en gedurende een periode van vijf jaar te rekenen van de datum waarop het saldo van de subsidie werd betaald. De resultaten van deze audits kunnen in voorkomend geval aanleiding geven tot een terugvorderingsactie van de Commissie.

    6.3. Het personeel van de Commissie en door de Commissie gemachtigde derden hebben in het kader van deze audits toegang tot in het bijzonder de kantoren van de begunstigde en tot alle noodzakelijke informatie, met inbegrip van elektronische informatie.

    6.4. De Rekenkamer en het Europees Bureau voor Fraudebestrijding (OLAF) hebben dezelfde rechten en met name hetzelfde toegangsrecht als de Commissie.

    6.5. Ter bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen tegen fraude en andere onregelmatigheden is de Commissie krachtens Verordening (EURATOM, EG) nr. 2185/96 van de Raad [13] gemachtigd in het kader van dit programma controles en verificaties ter plaatse te verrichten. In voorkomend geval wordt een onderzoek ingesteld door het Europees Bureau voor Fraudebestrijding (OLAF) overeenkomstig het bepaalde in Verordening (EG) nr. 1073/1999 van het Europees Parlement en de Raad [14].

    [13] PB L 292 van 15.11.1996, blz. 2.

    [14] PB L 136 van 31.5.1999, blz. 1.

    7. BEHEER VAN HET PROGRAMMA

    Op grond van een kosten-batenanalyse kan de Commissie besluiten het beheer van het programma geheel of gedeeltelijk uit te besteden aan een uitvoerend bureau, met inachtneming van artikel 55 van het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen; zij kan tevens een beroep doen op deskundigen en op elke andere vorm van technische en administratieve bijstand die geen uitoefening van openbaar gezag inhoudt. Deze uitbesteding geschiedt in het kader van contracten voor de uitvoering van specifieke diensten. Voorts kan zij studies financieren en bijeenkomsten van deskundigen organiseren die de uitvoering van het programma kunnen vergemakkelijken, alsmede informatie-, bekendmakings- en verspreidingsacties ondernemen die rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van het doel van het programma.

    FINANCIEEL MEMORANDUM BIJ HET BESLUIT

    Beleidsgebied(en): Fraudebestrijding

    Activiteit(en): ter bevordering van de bescherming van de financiële belangen van de Gemeenschap

    Benaming van de actie:

    Bevordering van acties op het gebied van de bescherming van de financiële belangen van de Gemeenschap

    1. BEGROTINGSPLAATS(EN) + OMSCHRIJVING(EN)

    Nomenclatuur:

    24.02.04 (ex COM A03600 A03010 in 2003) Ondersteuning van de werkzaamheden van de verenigingen van Europese juristen voor de bescherming van de financiële belangen van de Gemeenschap.

    24.02.05 (voor een deel ex B5-910 in 2003) Algemene acties op het gebied van de fraudebestrijding door middel van medefinanciering.

    2. ALGEMENE CIJFERS

    2.1 Totale toewijzing voor de actie (deel B): 21,485 miljoen EUR aan VK

    2.2 Duur:

    2004-2008

    2.3 Meerjarenraming van de uitgaven:

    voor wat betreft rubriek 3:

    a) Tijdschema vastleggingskredieten/betalingskredieten (financiering uit de begroting) (cf. punt 6.1.1)

    in miljoen EUR (tot op 3 decimalen nauwkeurig)

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    b) Technische en administratieve bijstand en ondersteuningsuitgaven (cf. punt 6.1.2)

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    voor wat betreft rubriek 5:

    in miljoen EUR (tot op 3 decimalen nauwkeurig)

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    c) Financiële gevolgen in verband met de personele middelen en andere huishoudelijke uitgaven (cf. punten 7.2 en 7.3)

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    De aangewende personele middelen zijn bestaande middelen (2 A, 4 B, 3 C).

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    2.4 Verenigbaarheid met de financiële programmering en de financiële vooruitzichten

    |X| Voorstel verenigbaar met de bestaande financiële programmering.

    | | Dit voorstel vereist een herprogrammering van de betrokken rubriek van de financiële vooruitzichten.

    | | inclusief, in voorkomend geval, een beroep op de bepalingen van het interinstitutioneel akkoord.

    2.5 Financiële gevolgen voor de ontvangsten

    |X| Geen enkele financiële implicatie (betreft technische aspecten in verband met de tenuitvoerlegging van een maatregel)

    3. BEGROTINGSKENMERKEN

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    Opmerking: De actie is nieuw in deze vorm; zij bouwt echter voort op communautaire initiatieven die in een andere vorm al verscheidene jaren lopen, en heeft in hoofdzaak ten doel deze een rechtsgrondslag te verschaffen. Het gaat om de oude begrotingsplaatsen COM- A03600 A03010 (rubriek PF 5) en B5-910 (rubriek PF 3).

    4. RECHTSGRONDSLAG

    Voorstel voor een Besluit van het Europees Parlement en de Raad, door de Commissie aangenomen op [...].

    5. BESCHRIJVING EN MOTIVERING

    5.1 Doel van het communautaire optreden [15]

    [15] Zie het afzonderlijke oriënterend document voor meer informatie.

    5.1.1 Doelstellingen

    Naarmate de bevoegdheden van de Gemeenschap en haar financiële middelen voor de uitoefening daarvan werden uitgebreid, is de noodzaak om de Gemeenschapsbegroting te beschermen tegen fraude of andere onwettige activiteiten een prioriteit geworden. Zo is met het Verdrag van Maastricht in het EG-Verdrag een specifieke bepaling ter bescherming van de financiële belangen van de Gemeenschap opgenomen, die vervolgens door het Verdrag van Amsterdam nog is aangescherpt. Het huidige artikel 280 van het EG-Verdrag bepaalt met name dat de bescherming van de financiële belangen van de Gemeenschap, die tot de gedeelde bevoegdheid en verantwoordelijkheid van de Gemeenschap en de lidstaten behoort, op het gehele grondgebied van de Unie doeltreffend en gelijkwaardig behoort te zijn.

    De begrotingsplaatsen COM- A03600 A03010 en B5-910 van de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen voor het begrotingsjaar 2003 en voor de vorige begrotingsjaren hebben hierop betrekking. Op grond van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen dient een communautair actieprogramma te worden vastgesteld voor de verlening van subsidies door de Commissie op dit gebied.

    De subsidies dienen ook in de toekomst te worden toegekend met inachtneming van de primaire verantwoordelijkheid van de lidstaten terzake, zoals tot op heden steeds is gebeurd. De communautaire subsidies dienen niet in de plaats te komen van die van de lidstaten, maar behoren daarentegen een meerwaarde te bieden om te garanderen dat rekening wordt gehouden met de Europese dimensie van de bescherming van de financiële belangen van de Gemeenschap. Grootschalige economische en financiële misdrijven vereisen een communautaire aanpak, waarbij rekening wordt gehouden met de transnationale en pluridisciplinaire aspecten. Die aanpak moet in de eerste plaats gericht zijn op de samenhang tussen de gesubsidieerde activiteiten, teneinde een gelijkwaardige beschermingsgraad te bieden met inachtneming van de specifieke tradities van de staten die bij de communautaire actie betrokken zijn.

    5.1.2 Genomen maatregelen die onder de evaluatie ex ante vallen

    Dit voorstel komt in hoofdzaak tegemoet aan de technische noodzaak om te voorzien in een rechtsgrondslag voor subsidies voor acties die op dit gebied traditioneel worden toegekend uit deel A van de begroting.

    5.2 Voorgenomen acties en wijze van financiering uit de begroting

    Het algemene doel van het voorstel bestaat erin de bescherming van de financiële belangen van de Gemeenschap aan te scherpen en te verbeteren.

    Dit doel moet worden bereikt via bepaalde activiteiten van overheidsdiensten of organisaties die kunnen bijdragen tot een versterking en een grotere doeltreffendheid van de communautaire activiteiten op het gebied van de bescherming van de financiële belangen van de Gemeenschap, en met name tot het verbeteren en garanderen van een gelijkwaardige beschermingsgraad met inachtneming van de specifieke tradities van de staten die bij de communautaire actie betrokken zijn.

    Doelgroep(en) (indien mogelijk aantal begunstigden vermelden):

    - Elke nationale of regionale overheidsdienst van de lidstaten of van de landen buiten de Unie als bedoeld in artikel 3 van dit besluit, die de actie van de Gemeenschap op het gebied van de bescherming van haar financiële belangen bevordert;

    - Elke onderzoek- en onderwijsinstelling die gevestigd of werkzaam is in de lidstaten of in de landen buiten de Unie als bedoeld in artikel 3 van dit besluit, en die de actie van de Gemeenschap ter bescherming van haar financiële belangen bevordert;

    - Elke organisatie zonder winstoogmerk met eigen rechtspersoonlijkheid die op wettige wijze is opgericht in een lidstaat of een land buiten de Unie als bedoeld in artikel 3 van dit besluit, en die de actie van de Gemeenschap ter bescherming van haar financiële belangen bevordert.

    Specifieke (kwantificeerbare) doelstellingen voor de programmeringsperiode):

    - Bevordering van de verspreiding van kennis op het gebied van de bescherming van de financiële belangen van de Gemeenschap;

    - Aanmoediging van het wetenschappelijk onderzoek op dit gebied;

    - Verbetering van de opleiding en sensibilisering op dit gebied;

    - Bevordering van de coördinatie van activiteiten op dit gebied;

    - Ontwikkeling van de gegevensuitwisseling op dit gebied;

    - Ondersteuning van de technische bijstand op dit gebied.

    Concrete maatregelen die moeten worden genomen om de actie ten uitvoer te leggen:

    De doelstellingen van de communautaire actie zullen worden bereikt door het ondersteunen van entiteiten die de bescherming van de financiële belangen van de Gemeenschap bevorderen.

    Verwezenlijkingen op korte termijn:

    De verwezenlijkingen op korte termijn zijn hetgeen de begunstigden in het kader van het jaarlijkse werkprogramma tot stand brengen, zoals het organiseren van conferenties, het uitvoeren van studies enz.

    Verwachte gevolgen voor de verwezenlijking van de algemene doelstelling:

    Het belangrijkste gevolg is een verbetering van de bescherming van de financiële belangen van de Gemeenschap in de lidstaten en in de landen die in het voorstel worden genoemd.

    5.3 Tenuitvoerlegging

    Rechtstreeks beheer door de Commissie (OLAF).

    6. FINANCIËLE GEVOLGEN

    6.1 Totale financiële gevolgen voor deel B (voor de gehele programmeringsperiode)

    6.1.1 Financiering

    VK in miljoen EUR (tot op 3 decimalen nauwkeurig)

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    6.2 Berekening van de kosten per overwogen maatregel in deel B (voor de gehele programmeringsperiode) [16]

    [16] Zie het afzonderlijke oriënterend document voor meer informatie.

    VK in miljoen EUR (tot op 3 decimalen nauwkeurig)

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    7. GEVOLGEN VOOR HET PERSONEELSBESTAND EN DE ADMINISTRATIEVE UITGAVEN

    7.1 Gevolgen voor de personele middelen

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    7.2 Algemene financiële gevolgen in verband met de personele middelen

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    De bedragen stemmen overeen met de totale uitgaven gedurende 12 maanden.

    7.3 Andere huishoudelijke uitgaven die uit de actie voortvloeien

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    De bedragen stemmen overeen met de totale uitgaven gedurende 12 maanden.

    (1) De aard van het comité en de groep waar het deel van uitmaakt, vermelden.

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    8. TOEZICHT EN EVALUATIE

    8.1 Follow-upsysteem

    Uiterlijk op 31 december 2009 dient de Commissie bij het Europees Parlement en de Raad een verslag in over de verwezenlijking van de doelstellingen van dit programma. Dit verslag gaat uit van de door de begunstigden bereikte resultaten en evalueert met name de doeltreffendheid waarvan zij blijk geven bij het verwezenlijken van de in artikel 1 van het voorstel en in de bijlage beschreven doelstellingen.

    8.2 Procedure en periodiciteit van de voorgeschreven evaluatie

    Er vindt jaarlijks een evaluatie plaats. De eindbetaling hangt af van de goedkeuring van het financieel en uitvoeringsverslag dat door de gesubsidieerde organisaties wordt ingediend.

    De evaluatie heeft betrekking op de relevantie, de doeltreffendheid en de kosten-batenverhouding van de uitgevoerde acties, afgewogen tegen de in artikel 1 van dit ontwerpbesluit genoemde doelstellingen. Het is tevens de bedoeling de impact van het programma in zijn geheel te beoordelen.

    Bij de evaluatie wordt daarenboven gekeken naar de complementariteit tussen de acties ter uitvoering van het programma en die welke in het kader van andere beleidsonderdelen, instrumenten en communautaire acties worden opgezet.

    9. FRAUDEBESTRIJDINGSMAATREGELEN

    Ter bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen tegen fraude en andere onregelmatigheden is de Commissie krachtens Verordening (EURATOM, EG) nr. 2185/96 van de Raad [17] gemachtigd in het kader van dit programma controles en verificaties ter plaatse te verrichten. In voorkomend geval wordt een onderzoek ingesteld door het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) overeenkomstig het bepaalde in Verordening (EG) nr. 1073/1999 van het Europees Parlement en de Raad [18].

    [17] PB L 292 van 15.11.1996, blz. 2.

    [18] PB L 136 van 31.5.1999, blz. 1.

    De ontvanger van een exploitatiesubsidie houdt alle bewijsstukken van de uitgaven die worden gedaan in de loop van het jaar waarvoor de subsidie is toegekend, en met name de gecertificeerde rekeningen, ter beschikking van de Commissie gedurende een periode van vijf jaar te rekenen vanaf de datum van de laatste betaling. De begunstigde van een subsidie zorgt ervoor dat in voorkomend geval de bewijsstukken die zich bij de partners of de leden bevinden ter beschikking worden gesteld van de Commissie.

    De diensten van de Commissie voeren geregeld controles op stukken en controles ter plaatse uit.

    Top