EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52003PC0252

Voorstel voor een Richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke voorschriften der lidstaten inzake elektrisch materiaal bestemd voor gebruik binnen bepaalde spanningsgrenzen (gecodificeerde versie)

/* COM/2003/0252 def. - COD 2003/0094 */

52003PC0252

Voorstel voor een Richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke voorschriften der lidstaten inzake elektrisch materiaal bestemd voor gebruik binnen bepaalde spanningsgrenzen (gecodificeerde versie) /* COM/2003/0252 def. - COD 2003/0094 */


Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelCke voorschriften der lidstaten inzake elektrisch materiaal bestemd voor gebruik binnen bepaalde spanningsgrenzen (gecodificeerde versie)

(door de Commissie ingediend)

TOELICHTING

1. In de context van een Europa van de burgers hecht de Commissie groot belang aan het vereenvoudigen en verduidelijken van het Gemeenschapsrecht om het duidelijker en toegankelijker te maken voor de gewone burger, zodat deze nieuwe mogelijkheden krijgt en in staat wordt gesteld gebruik te maken van de specifieke rechten die hij aan het Gemeenschapsrecht kan ontlenen.

Dit doel kan niet worden verwezenlijkt zolang talloze bepalingen die meermaals en vaak ingrijpend zijn gewijzigd, gedeeltelijk in het oorspronkelijke besluit en gedeeltelijk in de latere wijzigingsbesluiten te vinden zijn. Om dan na te gaan wat de geldende regels zijn, is veel zoekwerk vereist, waarbij een groot aantal besluiten moet worden vergeleken.

Codificatie van meermaals gewijzigde regels is dan ook van essentieel belang om het Gemeenschapsrecht duidelijk en doorzichtig te maken.

2. Bij haar besluit van 1 april 1987 [1] heeft de Commissie daarom haar diensten opgedragen alle wetgevingbesluiten na maximaal tien wijzigingen te codificeren, waarbij zij erop wijst dat dit een minimumregel is en dat haar diensten ter wille van de duidelijkheid en het juiste begrip van de communautaire wetgeving ernaar zouden moeten streven de teksten waarvoor zij verantwoordelijkheid dragen, met nog kortere tussenpozen te codificeren.

[1] COM(1987) 868 PV.

3. De conclusies van het voorzitterschap van de Europese Raad van Edinburgh (december 1992) hebben dit bevestigd [2] en het belang van codificatie onderstreept, omdat daarmee rechtszekerheid wordt verschaft omtrent de vraag welke wet op een gegeven moment op een bepaald onderwerp van toepassing is.

[2] Zie bijlage 3 bij deel A van die conclusies.

Bij codificatie moet het normale wetgevingsproces van de Gemeenschap volledig in acht worden genomen.

Aangezien bij codificatie geen inhoudelijke wijzigingen in de betrokken wetteksten mogen worden aangebracht, zijn het Europees Parlement, de Raad en de Commissie bij Interinstitutioneel Akkoord van 20 december 1994 een versnelde werkmethode voor de codificatie van wetteksten overeengekomen.

4. Dit voorstel beoogt de codificatie van Richtlijn 73/23/EEG van de Raad van 19 februari 1973 betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelCke voorschriften der lidstaten inzake elektrisch materiaal bestemd voor gebruik binnen bepaalde spanningsgrenzen [3]. De nieuwe richtlijn vervangt de verschillende besluiten die erin zijn verwerkt [4]; dit voorstel laat de inhoud van de besluiten die worden gecodificeerd onverlet en beperkt zich er derhalve toe deze samen te voegen en daarin slechts de formele wijzigingen aan te brengen die voor de codificatie zelf vereist zijn.

[3] Uitgevoerd overeenkomstig de mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad: Codificatie van het Acquis communautaire, COM (2001) 645 def.

[4] Zie bijlage V, deel A, bij dit voorstel.

Dit voorstel voor een codificatie is opgesteld op basis van een voorafgaande consolidatie, in alle officiële talen, van Richtlijn 73/23/EEG en de besluiten tot wijziging daarvan, met behulp van een gegevensverwerkingssysteem van het Bureau voor officiële publicaties der Europese Gemeenschappen. Voorzover de artikelen zijn vernummerd, is het verband tussen de oude en de nieuwe nummering weergegeven in een concordantietabel die is opgenomen in bijlage VI bij de gecodificeerde richtlijn.

73/23/EEG (aangepast)

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelCke voorschriften der lidstaten inzake elektrisch materiaal bestemd voor gebruik binnen bepaalde spanningsgrenzen

(Voor de EER relevante tekst)

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 95 ,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité [5],

[5] PB C [...] van [...], blz.

Volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag [6],

[6] PB C [...] van [...], blz.

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Richtlijn 73/23/EEG van de Raad van 19 februari 1973 betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelCke voorschriften der lidstaten inzake elektrisch materiaal bestemd voor gebruik binnen bepaalde spanningsgrenzen [7] is ingrijpend gewijzigd [8]. Ter wille van de duidelijkheid en een rationele ordening van de tekst, dient tot codificatie van deze richtlijn te worden overgegaan.

[7] PB L 77 van 26.3.1973, blz. 29. Richtlijn gewijzigd bij Richtlijn 93/68/EEG (PB L 220 van 30.8.1993, blz. 1).

[8] Zie bijlage V, deel A.

73/23/EEG Overweging (1)

(2) De in de lidstaten geldende voorschriften met het oog op de veiligheid bC gebruik van elektrisch materiaal binnen bepaalde spanningsgrenzen berusten op verschillen in inzicht, hetgeen tot handelsbelemmeringen aanleiding geeft.

73/23/EEG Overweging (2)

(3) In sommige lidstaten en voor bepaald elektrisch materiaal bedient de wetgever zich ter bereiking van dit veiligheidsoogmerk van preventieve en repressieve middelen in de vorm van bindende voorschriften.

73/23/EEG Overweging (3)

(4) In andere lidstaten verwCst de wetgever ter bereiking van dit zelfde oogmerk naar de door normalisatie-instituten uitgewerkte technische normen. Dit systeem biedt het voordeel van snelle aanpassing aan de technische vooruitgang zonder dat de veiligheid wordt veronachtzaamd.

73/23/EEG Overweging (4)

(5) Bepaalde lidstaten passen administratieve procedures toe waarbC normen worden erkend. Deze erkenning heeft geen invloed op de technische inhoud van de normen of op de begrenzing van hun gebruiksvoorwaarden. Een zodanige erkenning kan dus geen wCziging brengen in de gevolgen welke uit communautair oogpunt zCn verbonden aan een geharmoniseerde en gepubliceerde norm.

73/23/EEG Overweging (5)

(6) In communautair verband moet het vrCe handelsverkeer in elektrisch materiaal kunnen plaatsvinden wanneer dit materiaal voldoet aan bepaalde in alle lidstaten erkende veiligheidseisen. Het bewCs van het voldoen aan deze eisen kan, onverminderd enig ander bewCsmiddel, worden geleverd door verwCzing naar geharmoniseerde normen waarin deze zCn omschreven. Deze geharmoniseerde normen moeten in onderlinge overeenstemming worden opgesteld door organen die door elke lidstaat ter kennis worden gebracht van de andere lidstaten en de Commissie en moeten op grote schaal in de bekendheid worden gebracht. Door een dergelCke harmonisatie moeten de handelsbelemmeringen voortvloeiend uit afwCkingen tussen nationale normen kunnen worden opgeheven.

73/23/EEG Overweging (6)

(7) Het bewCs van de overeenstemming van het elektrisch materiaal met de geharmoniseerde normen kan, onverminderd enig ander bewCsmiddel, worden geacht te zijn geleverd door het aanbrengen of de afgifte van keurmerken respectievelCk certificaten onder verantwoordelCkheid van de bevoegde instanties of, bC gebreke daarvan, op grond van de door de fabrikant afgegeven verklaring van overeenstemming. De lidstaten moeten evenwel ter bevordering van de opheffing van de handelsbelemmeringen deze keurmerken of certificaten of genoemde verklaring erkennen als bewCselementen. Deze keurmerken of certificaten moeten met het oog hierop ter kennis van het publiek worden gebracht, met name door bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

73/23/EEG Overweging (7)

(8) Voor elektrisch materiaal waarvoor nog geen geharmoniseerde normen bestaan, kan het vrCe handelsverkeer bC wCze van overgang tot stand worden gebracht door zich te bedienen van normen of van veiligheidsvoorschriften die reeds door andere internationale organen of door een van de instanties die de geharmoniseerde normen vaststellen, zCn uitgewerkt.

73/23/EEG Overweging (8)

(9) Het kan voorkomen dat elektrisch materiaal in het vrCe verkeer wordt gebracht, hoewel het niet aan de veiligheidseisen voldoet en het is te dien einde wenselCk passende bepalingen vast te stellen om dit gevaar te verhelpen.

93/68/EEG art. 13, punt 1

(10) In Besluit 90/683/EEG van de Raad [9] zCn de modules vastgesteld voor de verschillende fasen van de overeenstemmingsbeoordelingsprocedures die in de richtlCnen voor technische harmonisatie moeten worden gebruikt.

[9] PB L 380 van 31.12.1990, blz. 13.

93/68/EEG art. 13, punt 1

(11) De keuze van procedures mag niet leiden tot lagere veiligheidsniveaus voor elektrisch materiaal dan die welke nu al in de gehele Gemeenschap gelden.

(12) Deze richtlijn dient de verplichtingen van de lidstaten met betrekking tot de in bijlage V, deel B, genoemde termijnen voor omzetting in nationaal recht van de aldaar genoemde richtlijnen, en voor toepassing ervan, onverlet te laten,

73/23/EEG

HEBBEN DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

Onder elektrisch materiaal in de zin van deze richtlCn wordt verstaan elektrisch materiaal bestemd voor een nominale wisselspanning tussen 50 V en 1 000 V en een nominale gelCkspanning tussen 75 V en 1 500 V, met uitzondering van het materiaal en de verschCnselen opgenomen in bClage II.

73/23/EEG (aangepast)

Artikel 2

1. De lidstaten treffen de nodige maatregelen opdat het elektrische materiaal slechts in de handel kan worden gebracht indien het, vervaardigd volgens de regels van goed vakmanschap op het gebied van de veiligheid die in de Gemeenschap gelden, bC correcte installatie en degelCk onderhoud en bC gebruik overeenkomstig de bestemming, de veiligheid van mensen, huisdieren en goederen niet in gevaar brengt.

2. In bClage I zCn de voornaamste elementen betreffende de in lid 1 bedoelde veiligheidsdoeleinden samengevat.

73/23/EEG

Artikel 3

De lidstaten treffen de nodige maatregelen opdat niet om veiligheidsredenen het vrCe verkeer binnen de Gemeenschap wordt verhinderd van het elektrische materiaal dat, op de in de artikelen 5, 6, 7 of 8 bepaalde wCze, voldoet aan de in artikel 2 vermelde bepalingen.

Artikel 4

De lidstaten zien erop toe dat de distributiebedrCven de aansluiting op het net en de stroomvoorziening aan de verbruikers, voor elektrisch materiaal niet afhankelCk stellen van strengere veiligheidseisen dan is bepaald in artikel 2.

73/23/EEG (aangepast)

Artikel 5

De lidstaten nemen de nodige maatregelen opdat hun terzake bevoegde overheidsinstanties, met het oog op het in artikel 2 bedoelde in de handel brengen of het in artikel 3 bedoelde in het vrCe verkeer brengen, met name het elektrisch materiaal dat voldoet aan de veiligheidsvoorschriften van de geharmoniseerde normen, beschouwen als beantwoordende aan de bepalingen van artikel 2.

Normen worden aangemerkt als geharmoniseerd, wanneer zC, na in onderlinge overeenstemming te zCn vastgesteld door de organen waarvan door de lidstaten overeenkomstig artikel 11 , onder a), mededeling is gedaan, in het kader van de nationale procedures zCn gepubliceerd. ZC moeten worden bCgewerkt op grond van de technologische vooruitgang en de ontwikkeling van de regels van goed vakmanschap op het gebied van veiligheid.

73/23/EEG

De lCst der geharmoniseerde normen met bronvermelding wordt ter informatie bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

73/23/EEG (aangepast)

Artikel 6

1. Voorzover er nog geen geharmoniseerde normen in de zin van artikel 5 zCn vastgesteld en gepubliceerd, nemen de lidstaten de nodige maatregelen opdat hun terzake bevoegde overheidsinstanties met het oog op het in artikel 2 bedoelde in de handel brengen of het in artikel 3 bedoelde in het vrCe verkeer brengen, eveneens als beantwoordende aan de bepalingen van artikel 2 beschouwen, het elektrisch materiaal dat beantwoordt aan de veiligheidsvoorschriften van de «Commission Internationale des Réglementations en vue de l'approbation de l'équipement électrique» (CEE-él) (Internationale Commissie voor de keuring van elektrisch materiaal) of van de «International Electrotechnical Commission» (IEC) (Internationaal Elektrotechnisch Comité) ten aanzien waarvan de in de leden 2 en 3 bedoelde publicatieprocedure is gevolgd.

2. De in lid 1 bedoelde veiligheidsvoorschriften worden door de Commissie aan de lidstaten medegedeeld bC de inwerkingtreding van de onderhavige richtlCn en vervolgens op het ogenblik waarop zC worden gepubliceerd. De Commissie vermeldt, na overleg met de lidstaten, de voorschriften, en met name de varianten ten aanzien waarvan zC bekendmaking aanbeveelt.

3. Binnen drie maanden stellen de lidstaten de Commissie in kennis van hun eventuele bezwaren tegen de aldus medegedeelde voorschriften waarbC zC vermelden om welke veiligheidsredenen zC een bepaald voorschrift niet kunnen aanvaarden.

De veiligheidsvoorschriften waartegen geen bezwaar werd gemaakt, worden ter informatie bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 7

Voorzover er nog geen geharmoniseerde normen in de zin van artikel 5 of overeenkomstig artikel 6 bekendgemaakte veiligheidsvoorschriften bestaan, nemen de lidstaten de nodige maatregelen opdat hun terzake bevoegde overheidsinstanties met het oog op het in artikel 2 bedoelde in de handel brengen of het in artikel 3 bedoelde in het vrCe verkeer brengen, eveneens als beantwoordende aan de bepalingen van artikel 2 beschouwen , het elektrisch materiaal dat is gefabriceerd overeenkomstig de veiligheidsvoorschriften van de in de lidstaat waarin het is vervaardigd geldende normen, indien dit materiaal een even grote veiligheid biedt als die welke op hun eigen grondgebied is vereist.

73/23/EEG

Artikel 8

93/68/EEG art. 13, punt 2 (aangepast)

1. Het elektrische materiaal moet, voordat het in de handel wordt gebracht, voorzien zCn van de in artikel 10 bedoelde CE-markering, waarbC wordt verklaard dat het voldoet aan de voorschriften van deze richtlCn, met inbegrip van de in bClage IV beschreven overeenstemmingsbeoordelingsprocedure.

73/23/EEG (aangepast)

2. In geval van betwisting kan de fabrikant of de importeur een door een overeenkomstig artikel 11 , onder b), medegedeeld orgaan opgesteld rapport overleggen inzake het overeenkomen van het elektrisch materiaal met de bepalingen van artikel 2.

93/68/EEG artikel 13, punt 3 (aangepast)

3. Indien elektrisch materiaal met betrekking tot andere aspecten onder andere richtlCnen valt die voorzien in het aanbrengen van de CE-markering, geeft deze markering aan dat dit materiaal geacht wordt ook aan de voorschriften van deze andere richtlCnen te voldoen.

Indien echter in een of meer van deze richtlCnen gedurende een overgangsperiode de fabrikant de keuze van de toe te passen regeling wordt gelaten, geeft de CE-markering alleen aan dat het elektrische materiaal aan de voorschriften van de door de fabrikant toegepaste richtlCnen voldoet. In dat geval moeten de in het Publicatieblad van de Europese Unie bekendgemaakte referenties van de toegepaste richtlCnen worden vermeld op de door deze richtlCnen vereiste documenten, handleidingen of gebruiksaanwCzingen die bC dit elektrische materiaal zCn gevoegd.

73/23/EEG (aangepast)

Artikel 9

1. Indien een lidstaat om veiligheidsredenen het op de markt brengen van elektrisch materiaal verbiedt of het vrCe verkeer ervan belemmert, stelt hC de overige betrokken lidstaten en de Commissie onverwCld daarvan in kennis en deelt daarbC de beweegredenen van zCn beslissing mede en geeft onder meer aan:

a) of het niet voldoen aan artikel 2 het gevolg is van een leemte in de in artikel 5 bedoelde geharmoniseerde normen, in de in artikel 6 bedoelde bepalingen, of in de in artikel 7 bedoelde normen;

b) of het niet voldoen aan artikel 2 het gevolg is van het slecht toepassen van genoemde normen of publicaties of van het niet naleven van de in artikel 2 bedoelde regels van goed vakmanschap.

2. Indien andere lidstaten bezwaren inbrengen tegen de beslissing, bedoeld in lid 1, treedt de Commissie onverwCld in overleg met de betrokken lidstaten.

3. Indien binnen drie maanden na de datum van de mededeling, bedoeld in lid 1, geen overeenstemming is bereikt, wint de Commissie het advies in van één van de overeenkomstig artikel 11 , onder b), medegedeelde organen dat zCn zetel buiten het grondgebied van de betrokken lidstaten heeft, en niet is opgetreden in het kader van de procedure van artikel 8. In het advies wordt aangegeven in hoeverre de bepalingen van artikel 2 niet zCn nageleefd.

4. De Commissie deelt het advies van het in lid 3 bedoelde orgaan mede aan alle lidstaten; binnen een maand kunnen deze hun op- en aanmerkingen aan de Commissie doen toekomen. De Commissie neemt terzelfder tCd van de op- en aanmerkingen van de betrokken partCen ten aanzien van genoemd advies kennis.

5. Na kennis genomen te hebben van deze op- en aanmerkingen kan de Commissie eventueel de dienstige aanbevelingen of adviezen formuleren.

93/68/EEG artikel 13, punt 4 (aangepast)

Artikel 10

1. De in bClage III bedoelde CE-markering wordt door de fabrikant of zCn in de Gemeenschap gevestigde gevolmachtigde zichtbaar, gemakkelCk leesbaar en onuitwisbaar aangebracht op het elektrische materiaal, dan wel op de verpakking, de gebruiksaanwCzing of het garantiebewCs.

2. Op elektrisch materiaal mogen geen andere markeringen worden aangebracht die derden kunnen misleiden omtrent de betekenis of de grafische vorm van de CE-markering. Op het elektrische materiaal, de verpakking, de gebruiksaanwCzing of het garantiebewCs mogen andere markeringen worden aangebracht op voorwaarde dat de zichtbaarheid en de leesbaarheid van de CE-markering niet worden verminderd.

3. Onverminderd artikel 9:

a) ontstaat, wanneer een lidstaat vaststelt dat de CE-markering ten onrechte is aangebracht, voor de fabrikant of zCn in de Gemeenschap gevestigde gevolmachtigde de verplichting om onder de door de lidstaat gestelde voorwaarden het product in overeenstemming te brengen met de bepalingen inzake de CE-markering en aan de overtreding een einde te maken;

b) treft de lidstaat, indien de tekortkoming blCft bestaan, alle nodige maatregelen om overeenkomstig artikel 9 het in de handel brengen van het betrokken product te beperken of te verbieden dan wel het uit de handel te laten nemen.

73/23/EEG (aangepast)

Artikel 11

Elke lidstaat stelt de overige lidstaten en de Commissie in kennis van:

a) de lCst van de in artikel 5 bedoelde organen;

b) de lCst van de organen die overeenkomstig het bepaalde in artikel 8 , lid 2, een rapport opstellen of overeenkomstig het bepaalde in artikel 9 een advies uitbrengen;

c) de vindplaats van de in artikel 5, tweede alinea, bedoelde publicatie.

Elke wCziging van deze gegevens wordt door elke lidstaat aan de andere lidstaten en de Commissie medegedeeld.

73/23/EEG

Artikel 12

Deze richtlCn is niet van toepassing op elektrisch materiaal dat bestemd is voor uitvoer naar derde landen.

73/23/EEG (aangepast)

Artikel 13

De lidstaten delen de Commissie de tekst van de belangrCke bepalingen van intern recht mede die zC op het onder deze richtlCn vallende gebied vaststellen.

Artikel 14

Richtlijn 73/23/EEG, zoals gewijzigd bij de in bijlage V, deel A, genoemde richtlijn, wordt ingetrokken, onverminderd de verplichtingen van de lidstaten met betrekking tot de in bijlage V, deel B, genoemde termijnen voor omzetting in nationaal recht van de aldaar genoemde richtlijnen en voor toepassing ervan.

Verwijzingen naar de ingetrokken richtlijn gelden als verwijzingen naar de onderhavige richtlijn en worden gelezen volgens de in Bijlage VI opgenomen concordantietabel.

Artikel 15

Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

73/23/EEG Artikel 14

Artikel 16

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel,

Voor het Europees Parlement Voor de Raad

De Voorzitter De Voorzitter

73/23/EEG

BBLAGE I

HOOFDELEMENTEN VAN DE VEILIGHEIDSDOELEINDEN VOOR ELEKTRISCH MATERIAAL, BESTEMD VOOR GEBRUIK BINNEN BEPAALDE SPANNINGSGRENZEN

1. Algemene eisen

a) De voornaamste kenmerken waarvan bekendheid en inachtneming noodzakelCk zCn voor gebruik overeenkomstig de bestemming en zonder gevaar, zCn op het elektrisch materiaal aangegeven of, indien dit niet mogelCk is, op een bCgevoegde gebruiksaanwCzing.

b) Het fabrieksmerk of het handelsmerk is duidelCk op het elektrisch materiaal of, wanneer zulks onmogelCk is, op de verpakking aangebracht.

c) Het elektrisch materiaal alsmede de samenstellende delen daarvan zCn zodanig geconstrueerd dat zC veilig en behoorlCk kunnen worden aangesloten.

d) Het elektrisch materiaal is zodanig ontworpen en geconstrueerd dat, bC juist gebruik en behoorlCk onderhoud, de beveiliging tegen de gevaren, beschreven in de punten 2 en 3 van deze bClage, gewaarborgd is.

2. Beveiliging tegen gevaren die aan het elektrisch materiaal verbonden kunnen zCn

Er worden technische maatregelen overeenkomstig punt 1 vastgesteld opdat:

a) personen en huisdieren afdoende worden beschermd tegen gevaar van verwonding of andere schade die kan worden toegebracht door directe of indirecte aanraking;

b) geen temperaturen, boogontladingen of stralingen optreden die gevaar zouden kunnen opleveren;

c) personen, huisdieren en voorwerpen afdoende worden beveiligd tegen gevaren van niet-elektrische aard die, naar de ervaring leert, door het elektrisch materiaal kunnen worden veroorzaakt;

d) de isolatie berekend is op de te verwachten belastingen.

3. Bescherming tegen de gevaren die kunnen ontstaan door invloeden van buiten op elektrisch materiaal

Er worden technische maatregelen overeenkomstig punt 1 vastgesteld, opdat:

a) het elektrisch materiaal voldoet aan de gestelde mechanische eisen, zodat personen, huisdieren en voorwerpen geen gevaar lopen;

b) het elektrisch materiaal bestand is tegen niet-mechanische invloeden in de te verwachten milieusituatie, zodat personen, huisdieren en voorwerpen geen gevaar lopen;

c) personen, huisdieren en voorwerpen niet in gevaar worden gebracht bC de te verwachten overbelasting van het elektrisch materiaal.

BBLAGE II

MATERIAAL EN VERSCHBNSELEN DIE NIET ONDER DE RICHTLBN VALLEN

Elektrisch materiaal bestemd voor gebruik in explosieve omgeving.

Elektro-radiologisch en elektro-medisch materiaal.

Elektrisch gedeelte van personen- en goederenliften.

Elektriciteitsmeters.

Contactdozen en contactstoppen voor huishoudelCk gebruik.

Voedingen voor elektrische afrasteringen.

Radio-elektrische storingen.

Gespecialiseerd elektrisch materiaal bestemd om in schepen of vliegtuigen of bC de spoorwegen te worden gebruikt dat beantwoordt aan de veiligheidsvoorschriften die zCn vastgesteld door internationale instellingen waarbC de lidstaten zCn aangesloten.

93/68/EEG artikel 13, punt 6

BBLAGE III

CE-MARKERING VAN OVEREENSTEMMING EN EG-VERKLARING VAN OVEREENSTEMMING

A. CE-markering van overeenstemming

De CE-markering van overeenstemming bestaat uit de initialen CE in de volgende grafische vorm:

>REFERENTIE NAAR EEN GRAFIEK>

- BC verkleining of vergroting van de CE-markering moeten de verhoudingen van bovenstaande gegradueerde afbeelding in acht worden genomen.

- De onderscheiden onderdelen van de CE-markering moeten nagenoeg dezelfde hoogte hebben, die minimaal 5 mm bedraagt.

B. EG-verklaring van overeenstemming

De EG-verklaring van overeenstemming moet de volgende gegevens bevatten:

- naam en adres van de fabrikant of zCn in de Gemeenschap gevestigde gevolmachtigde,

- beschrCving van het elektrische materiaal,

- verwCzing naar de geharmoniseerde normen,

- vermelding van, in voorkomend geval, de specificaties waarop de verklaring van overeenstemming betrekking heeft,

- identiteit van de ondertekenaar die gemachtigd is verplichtingen voor de fabrikant of diens in de Gemeenschap gevestigde gevolmachtigde aan te gaan,

- de laatste twee cCfers van het jaar waarin de CE-markering is aangebracht.

BBLAGE IV

INTERNE FABRICAGECONTROLE

1. De interne fabricagecontrole is de procedure waarbC de fabrikant of zCn in de Gemeenschap gevestigde gevolmachtigde, die aan de verplichtingen van punt 2 voldoet, garandeert en verklaart dat het elektrische materiaal voldoet aan de desbetreffende eisen van deze richtlCn. De fabrikant of zCn in de Gemeenschap gevestigde gevolmachtigde brengt op ieder product de CE-markering aan en stelt een verklaring van overeenstemming op.

2. De fabrikant stelt de in punt 3 beschreven technische documentatie samen; deze wordt door de fabrikant of zCn in de Gemeenschap gevestigde gevolmachtigde gedurende ten minste tien jaar na de vervaardiging van het laatste product voor controledoeleinden ter beschikking gehouden van de bevoegde nationale instanties op het grondgebied van de Gemeenschap.

Indien noch de fabrikant noch zCn gevolmachtigde in de Gemeenschap gevestigd is, rust deze verplichting op de persoon die ermee is belast het elektrische materiaal in de Gemeenschap in de handel te brengen.

3. Op grond van de technische documentatie moet kunnen worden beoordeeld of het elektrische materiaal voldoet aan de eisen van deze richtlCn. Voorzover dat voor deze beoordeling nodig is, dient de technische documentatie tevens inzicht te verschaffen in het ontwerp, de fabricage en de werking van het elektrische materiaal; zC bevat:

- een algemene beschrCving van het elektrisch materiaal;

- ontwerp- en fabricagetekeningen, alsmede schema's van delen, onderdelen, leidingen, enz.;

- beschrCvingen en toelichtingen die nodig zCn voor het begrCpen van genoemde tekeningen en schema's en van de werking van het elektrisch materiaal;

- een lCst van de normen die geheel of gedeeltelCk zCn toegepast en een beschrCving van de oplossingen die zCn gekozen om uit veiligheidsoogpunt aan deze richtlCn te voldoen ingeval de normen niet zCn toegepast;

- de resultaten van de ontwerpberekeningen, onderzoeken, enz.;

- de keuringsrapporten.

4. De fabrikant of zCn gevolmachtigde bewaart samen met de technische documentatie een afschrift van de verklaring van overeenstemming.

5. De fabrikant neemt alle nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat het fabricageproces waarborgt dat de producten in overeenstemming zCn met de in punt 2 bedoelde technische documentatie en met de desbetreffende eisen van deze richtlCn.

BIJLAGE V

Deel A

Ingetrokken richtlijn met de achtereenvolgende wijzigingen daarvan (bedoeld in artikel 14)

Richtlijn 73/23/EEG van de Raad // (PB L 77 van 26.3.1973, blz. 29)

Richtlijn 93/68/EEG van de Raad // (PB L 220 van 30.8.1993, blz. 1) Slechts artikel 1, punt 12, en artikel 13

Deel B

Termijnen voor omzetting in nationaal recht en toepassing (bedoeld in artikel 14)

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

BIJLAGE VI

Concordantietabel

Richtlijn 73/23/EEG // De onderhavige Richtlijn

Artikelen 1 - 7 // Artikelen 1 - 7

Artikel 8, lid 1 // Artikel 8, lid 1

Artikel 8, lid 2 // Artikel 8, lid 2

Artikel 8, lid 3, punt a) // Artikel 8, lid 3, eerste alinea

Artikel 8, lid 3, punt b) // Artikel 8, lid 3, tweede alinea

Artikel 9, lid 1, eerste streepje // Artikel 9, lid 1, punt a)

Artikel 9, lid 1, tweede streepje // Artikel 9, lid 1, punt b)

Artikel 9, leden 2 tot en met5 // Artikel 9, leden 2 tot en met5

Artikel 10 // Artikel 10

Artikel 11, eerste streepje // Artikel 11, punt a)

Artikel 11, tweede streepje // Artikel 11, punt b)

Artikel 11, derde streepje // Artikel 11, punt c)

Artikel 12 // Artikel 12

Artikel 13, lid 1 // -

Artikel 13, lid 2 // Artikel 13

- // Artikel 14

- // Artikel 15

Artikel 14 // Artikel 16

Bijlagen I - IV // Bijlagen I - IV

- // Bijlage V

- // Bijlage VI

Top