EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52003PC0241

Voorstel voor een Richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende het doen staken van inbreuken in het raam van de bescherming van de consumentenbelangen (gecodificeerde versie)

/* COM/2003/0241 def. - COD 2003/0099 */

52003PC0241

Voorstel voor een Richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende het doen staken van inbreuken in het raam van de bescherming van de consumentenbelangen (gecodificeerde versie) /* COM/2003/0241 def. - COD 2003/0099 */


Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende het doen staken van inbreuken in het raam van de bescherming van de consumentenbelangen (gecodificeerde versie)

(door de Commissie ingediend)

TOELICHTING

1. In de context van een Europa van de burgers hecht de Commissie groot belang aan het vereenvoudigen en verduidelijken van het Gemeenschapsrecht om het duidelijker en toegankelijker te maken voor de gewone burger, zodat deze nieuwe mogelijkheden krijgt en in staat wordt gesteld gebruik te maken van de specifieke rechten die hij aan het Gemeenschapsrecht kan ontlenen.

Dit doel kan niet worden verwezenlijkt zolang talloze bepalingen die meermaals en vaak ingrijpend zijn gewijzigd, gedeeltelijk in het oorspronkelijke besluit en gedeeltelijk in de latere wijzigingsbesluiten te vinden zijn. Om dan na te gaan wat de geldende regels zijn, is veel zoekwerk vereist, waarbij een groot aantal besluiten moet worden vergeleken.

Codificatie van meermaals gewijzigde regels is dan ook van essentieel belang om het Gemeenschapsrecht duidelijk en doorzichtig te maken.

2. Bij haar besluit van 1 april 1987 [1] heeft de Commissie daarom haar diensten opgedragen alle wetgevingbesluiten na maximaal tien wijzigingen te codificeren, waarbij zij erop wijst dat dit een minimumregel is en dat haar diensten ter wille van de duidelijkheid en het juiste begrip van de communautaire wetgeving ernaar zouden moeten streven de teksten waarvoor zij verantwoordelijkheid dragen, met nog kortere tussenpozen te codificeren.

[1] COM(1987) 868 PV.

3. De conclusies van het voorzitterschap van de Europese Raad van Edinburgh (december 1992) hebben dit bevestigd [2] en het belang van codificatie onderstreept, omdat daarmee rechtszekerheid wordt verschaft omtrent de vraag welke wet op een gegeven moment op een bepaald onderwerp van toepassing is.

[2] Zie bijlage 3 bij deel A van die conclusies.

Bij codificatie moet het normale wetgevingsproces van de Gemeenschap volledig in acht worden genomen.

Aangezien bij codificatie geen inhoudelijke wijzigingen in de betrokken wetteksten mogen worden aangebracht, zijn het Europees Parlement, de Raad en de Commissie bij Interinstitutioneel Akkoord van 20 december 1994 een versnelde werkmethode voor de codificatie van wetteksten overeengekomen.

4. Dit voorstel beoogt de codificatie van Richtlijn 98/27/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 mei 1998 betreffende het doen staken van inbreuken in het raam van de bescherming van de consumentenbelangen [3]. De nieuwe richtlijn vervangt de verschillende besluiten die erin zijn verwerkt [4]; dit voorstel laat de inhoud van de besluiten die worden gecodificeerd onverlet en beperkt zich er derhalve toe deze samen te voegen en daarin slechts de formele wijzigingen aan te brengen die voor de codificatie zelf vereist zijn.

[3] Uitgevoerd overeenkomstig de mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad: Codificatie van het Acquis communautaire, COM (2001)645 def.

[4] Zie bijlage II, deel A, bij dit voorstel.

5. Dit voorstel voor een codificatie is opgesteld op basis van een voorafgaande consolidatie, in alle officiële talen, van Richtlijn 98/27/EG en de besluiten tot wijziging daarvan, met behulp van een gegevensverwerkingssysteem van het Bureau voor officiële publicaties der Europese Gemeenschappen. Voorzover de artikelen zijn vernummerd, is het verband tussen de oude en de nieuwe nummering weergegeven in een concordantietabel die is opgenomen in bijlage III bij de gecodificeerde richtlijn.

98/27/EG (aangepast)

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende het doen staken van inbreuken in het raam van de bescherming van de consumentenbelangen

(Voor de EER relevante tekst)

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 95 ,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité [5],

[5] PB C

Volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag [6],

[6] PB C

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Richtlijn 98/27/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 mei 1998 betreffende het doen staken van inbreuken in het raam van de bescherming van de consumentenbelangen [7] is herhaaldelijk en ingrijpend gewijzigd [8]. Ter wille van de duidelijkheid en een rationele ordening van de tekst dient tot codificatie van deze richtlijn te worden overgegaan.

[7] PB L 166 van 11.6.1998, blz. 51. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2002/65/EG (PB L 271 van 9.10.2002, blz. 16).

[8] Zie bijlage II, deel A.

98/27/EG Overweging (1)

(2) Een aantal richtlijnen die in bijlage I bij deze richtlijn worden opgesomd behelzen voorschriften inzake de bescherming van de belangen van de consument.

98/27/EG Overweging (2)

(3) Met de thans bestaande mechanismen om de naleving van deze richtlijnen te waarborgen, zowel op nationaal als op communautair niveau, kan niet altijd worden bereikt dat inbreuken waardoor de collectieve belangen van consumenten worden geschaad, tijdig worden beëindigd. Onder collectieve belangen wordt verstaan belangen die niet de cumulatie behelzen van belangen van individuen die door een inbreuk zijn geschaad. Een en ander vormt geen beletsel voor het instellen van individuele vorderingen door individuen die schade hebben geleden door een inbreuk.

98/27/EG Overweging (3)

(4) Wanneer het erom gaat praktijken die in strijd zijn met de toepasselijke nationale bepalingen te doen staken, kan aan de doeltreffendheid van de nationale maatregelen waarbij de betrokken richtlijnen in nationale wetgeving worden omgezet, waaronder beschermende maatregelen die verdergaan dan door de richtlijnen wordt voorgeschreven, mits zij verenigbaar zijn met het Verdrag en met deze richtlijnen, afbreuk worden gedaan wanneer die praktijken gevolgen hebben in een andere lidstaat dan die waar zij hun oorsprong vinden.

98/27/EG Overweging (4)

(5) Deze moeilijkheden kunnen de goede werking van de interne markt schaden, daar het voldoende is het vertrekpunt van een ongeoorloofde praktijk te verleggen naar een ander land om deze tegen elke vorm van rechtshandhaving te vrijwaren. Dit houdt een verstoring van de mededinging in.

98/27/EG Overweging (5)

(6) Die moeilijkheden kunnen het vertrouwen van de consument in de interne markt ondermijnen en kunnen de mogelijkheden tot het instellen van een actie door organisaties die de collectieve belangen van consumenten behartigen of door onafhankelijke openbare lichamen die zijn belast met de bescherming van de collectieve belangen van consumenten die door inbreuken op het Gemeenschapsrecht worden geschaad, beperken.

98/27/EG Overweging (6)

(7) Deze inbreuken overschrijden dikwijls de grenzen tussen de lidstaten. Het is dringend noodzakelijk de nationale bepalingen die gericht zijn op het doen staken van die ongeoorloofde praktijken, ongeacht het land waar de inbreuk gevolgen heeft gehad, in zekere mate onderling aan te passen. Wat dit betreft, laat de rechtsmacht de regels van het internationaal privaatrecht en de verdragen die tussen de lidstaten van kracht zijn onverlet, evenwel met inachtneming van de algemene verplichtingen van de lidstaten uit hoofde van het Verdrag, in het bijzonder die met betrekking tot de goede werking van de interne markt.

98/27/EG Overweging (7)

(8) De doelstelling van het voorgenomen optreden kan slechts door de Gemeenschap worden verwezenlijkt. Bijgevolg dient deze te handelen.

98/27/EG Overweging (8) (aangepast)

(9) Gelet op artikel 5, derde alinea, van het Verdrag, mag het optreden van de Gemeenschap niet verder gaan dan wat nodig is om de doelstellingen van het Verdrag te verwezenlijken. Overeenkomstig deze bepaling dienen de specifieke kenmerken van de nationale rechtsordes zoveel mogelijk in aanmerking te worden genomen door de lidstaten de mogelijkheid te bieden een keuze te maken uit verschillende mogelijkheden met gelijkwaardige gevolgen. De rechterlijke of administratieve instanties die bevoegd zijn uitspraak te doen in de in deze richtlijn bedoelde procedures zijn gerechtigd de gevolgen van eerdere beslissingen te onderzoeken.

98/27/EG Overweging (9)

(10) Een van deze keuzemogelijkheden dient in te houden dat een of meer onafhankelijke openbare organen, die speciaal met de bescherming van de collectieve belangen van de consument zijn belast, de in deze richtlijn bedoelde rechtsvorderingen kunnen instellen. Een andere keuzemogelijkheid dient in te houden dat deze rechtsvorderingen ingesteld kunnen worden door organisaties die de bescherming van de collectieve belangen van de consumenten als doelstelling hebben, overeenkomstig de bij de nationale wetgeving vastgestelde criteria.

98/27/EG Overweging (10) (aangepast)

(11) De lidstaten moeten kunnen kiezen tussen beide mogelijkheden of deze kunnen combineren wanneer zij op nationaal niveau de voor de toepassing van deze richtlijn bevoegde lichamen en/of organisaties aanwijzen.

98/27/EG Overweging (11)

(12) Met het oog op intracommunautaire inbreuken is het beginsel van wederzijdse erkenning op deze lichamen en/of organisaties van toepassing. De lidstaten dienen, op verzoek van hun nationale instanties, de Commissie de naam en de doelstelling mede te delen van hun nationale instanties die, overeenkomstig de bepalingen van deze richtlijn, bevoegd zijn tot het instellen van een rechtsvordering in hun eigen land.

98/27/EG Overweging (12)

(13) Het is de taak van de Commissie om de lijst van deze bevoegde instanties in het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken. Tot bekendmaking van het tegendeel wordt een bevoegde instantie waarvan de naam voorkomt op die lijst geacht ontvankelijk te zijn.

98/27/EG Overweging (13)

(14) De lidstaten moeten kunnen bepalen dat de partij die voornemens is een verbodsactie in te stellen, voorafgaand overleg moet voeren met de andere partij, teneinde deze de mogelijkheid te geven die inbreuk te staken. De lidstaten dienen eveneens te kunnen bepalen dat dit voorafgaand overleg samen met een door de lidstaten aangewezen onafhankelijk openbaar orgaan dient plaats te vinden.

98/27/EG Overweging (14)

(15) Ingeval de lidstaten bepalen dat voorafgaand overleg dient plaats te vinden dient een termijn van twee weken vanaf de ontvangst van het verzoek om overleg te worden aangehouden, waarna de verzoekende partij zich onverwijld tot de bevoegde rechterlijke of administratieve instantie kan wenden indien de inbreuk nog niet is gestaakt.

98/27/EG Overweging (15)

(16) Het is wenselijk dat de Commissie verslag uitbrengt over de werking van deze richtlijn, in het bijzonder over het toepassingsgebied ervan en over het functioneren van het voorafgaand overleg.

98/27/EG Overweging (16)

(17) De toepassing van deze richtlijn mag geen afbreuk doen aan de toepassing van de communautaire mededingingsregels.

(18) Deze richtlijn dient de verplichtingen van de lidstaten met betrekking tot de in bijlage II, deel B, genoemde termijnen voor omzetting in nationaal recht van de aldaar genoemde richtlijnen onverlet te laten,

98/27/EG

HEBBEN DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

Toepassingsgebied

1. Deze richtlijn heeft tot doel de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten betreffende verbodsacties als bedoeld in artikel 2 ter bescherming van de collectieve belangen van consumenten, die zijn opgenomen in de in bijlage I genoemde richtlijnen, teneinde de goede werking van de interne markt te waarborgen.

2. Voor de toepassing van deze richtlijn wordt onder «inbreuk» verstaan: elke handeling die strijdig is met de bepalingen van de in bijlage I vermelde richtlijnen, als omgezet in de interne rechtsorde van de lidstaten en waardoor de in lid 1 bedoelde collectieve belangen worden geschaad.

Artikel 2

Verbodsacties

1. De lidstaten wijzen de rechterlijke of administratieve instanties aan die bevoegd zijn om uitspraak te doen in door de in artikel 3 bedoelde bevoegde instanties ingestelde procedures, die erop zijn gericht dat:

a) zo spoedig mogelijk, zo nodig in het kader van een kort geding, wordt gelast een inbreuk te doen staken, respectievelijk die inbreuk wordt verboden;

b) zo nodig maatregelen worden getroffen zoals volledige of gedeeltelijke bekendmaking van de beslissing in een passend geachte vorm en/of publicatie van een rechtzetting, die gericht zijn op het beëindigen van de aanhoudende gevolgen van de inbreuk;

c) voorzover de rechtsorde van de betrokken lidstaat dit toestaat, de in het ongelijk gestelde gedaagde ertoe wordt veroordeeld, ingeval deze zich niet binnen de door de rechterlijke of administratieve instantie vastgestelde termijn naar de uitspraak voegt, aan de schatkist of aan een bij of krachtens de nationale wetgeving aangewezen begunstigde een bepaald bedrag per dag vertraging of een ander in de nationale wetgeving voorzien bedrag ter waarborging van de naleving van de uitspraken te betalen.

2. Deze richtlijn doet geen afbreuk aan de regels van het internationaal privaatrecht ten aanzien van het toepasselijke recht, hetgeen normaliter tot gevolg zal hebben dat hetzij het recht van de lidstaat waar de inbreuk zijn oorsprong vindt, hetzij het recht van de lidstaat waar de inbreuk gevolgen heeft, van toepassing is.

Artikel 3

Tot het instellen van acties bevoegde instanties

In deze richtlijn wordt onder «bevoegde instantie» verstaan: elk lichaam dat of elke organisatie die volgens de wetgeving van een lidstaat naar behoren is opgericht en een rechtmatig belang heeft om de in artikel 1 bedoelde bepalingen te doen naleven, en in het bijzonder:

a) een of meer onafhankelijke openbare lichamen die, in de lidstaten waar dergelijke lichamen bestaan, specifiek met de bescherming van de in artikel 1 bedoelde belangen zijn belast; en/of

b) organisaties die als doelstelling hebben om de in artikel 1 bedoelde belangen volgens de criteria van hun nationaal recht te beschermen.

98/27/EG (aangepast)

Artikel 4

Intracommunautaire inbreuken

1. Iedere lidstaat treft maatregelen die nodig zijn om te bereiken dat bij een inbreuk die haar oorsprong vindt in deze lidstaat, elke bevoegde instantie uit een andere lidstaat waar de door die bevoegde instantie beschermde belangen door de inbreuk worden geschaad, zich onder overlegging van de in lid 3 van dit artikel bedoelde lijst tot de in artikel 2 bedoelde rechterlijke of administratieve instantie kan wenden. De rechterlijke of administratieve instanties aanvaarden deze lijst als bewijs van ontvankelijkheid van de bevoegde instantie, onverminderd hun recht om na te gaan of de doelstelling van de bevoegde instantie het instellen van een actie in een specifiek geval rechtvaardigt.

2. Met het oog op intracommunautaire inbreuken delen de lidstaten, onverminderd de rechten die door de nationale wetgeving aan andere instanties zijn toegekend, op verzoek van hun bevoegde instanties die voldoen aan de eisen van artikel 3, aan de Commissie mee dat deze instanties bevoegd zijn tot het instellen van een actie overeenkomstig artikel 2. De lidstaten delen de Commissie de naam en de doelstelling van deze bevoegde instanties mee.

3. De Commissie stelt een lijst op van de in lid 2 bedoelde bevoegde instanties, met vermelding van hun doelstelling. Deze lijst wordt in het Publicatieblad van de Europese Unie bekendgemaakt; elke in deze lijst aangebrachte wijziging wordt onverwijld bekendgemaakt; om de zes maanden wordt een bijgewerkte versie van de lijst bekendgemaakt.

98/27/EG

Artikel 5

Voorafgaand overleg

1. De lidstaten mogen bepalingen invoeren of handhaven waarbij de partij die voornemens is een verbodsactie in te stellen, deze procedure alleen kan beginnen nadat zij heeft getracht, in overleg hetzij met de gedaagde, hetzij met zowel de gedaagde als een bevoegde instantie in de zin van artikel 3, onder a), van de lidstaat waar het verbod wordt nagestreefd, de inbreuk te doen staken. Het is aan de lidstaat om te besluiten of de partij die de verbodsactie wenst in te stellen, de bevoegde instantie moet raadplegen. Indien niet binnen twee weken na de ontvangst van het verzoek tot overleg wordt bereikt dat de inbreuk wordt gestaakt, kan de betrokken partij onverwijld een verbodsactie instellen.

2. De door de lidstaten voor het voorafgaand overleg vastgestelde regeling wordt ter kennis van de Commissie gebracht en in het Publicatieblad van de Europese Unie bekendgemaakt.

98/27/EG (aangepast)

Artikel 6

Verslagen

1. Uiterlijk op 21 juli 2003 en nadien om de drie jaar legt de Commissie aan het Europees Parlement en aan de Raad een verslag voor over de toepassing van deze richtlijn.

2. In haar eerste verslag onderzoekt de Commissie met name:

a) de werkingssfeer van deze richtlijn in verband met de bescherming van de collectieve belangen van personen die een handels-, een industriële of een ambachtelijke activiteit of een vrij beroep uitoefenen;

b) de werkingssfeer van deze richtlijn als bepaald bij de in bijlage I genoemde richtlijnen;

c) of het in artikel 5 bedoelde voorafgaand overleg daadwerkelijk tot een doeltreffende bescherming van de consumenten heeft bijgedragen.

Voorzover nodig gaat dit verslag vergezeld van voorstellen tot wijziging van deze richtlijn.

98/27/EG (aangepast)

Artikel 7

Voorschriften die een ruimere mogelijkheid tot het instellen van acties bieden

Deze richtlijn belet de lidstaten niet voorschriften te handhaven of vast te stellen waarbij op nationaal niveau aan bevoegde instanties, alsmede aan iedere betrokkene een ruimere mogelijkheid wordt geboden om een actie in te stellen.

98/27/EG (aangepast)

Artikel 8

Tenuitvoerlegging

De lidstaten delen de Commissie de tekst van de bepalingen van intern recht mee die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.

Artikel 9

Intrekking

Richtlijn 98/27/EG, zoals gewijzigd bij de in bijlage II, deel A, genoemde richtlijnen, wordt ingetrokken, onverminderd de verplichtingen van de lidstaten met betrekking tot de in bijlage II, deel B, genoemde termijnen voor omzetting in nationaal recht van de aldaar genoemde richtlijnen.

Verwijzingen naar de ingetrokken richtlijn gelden als verwijzingen naar de onderhavige richtlijn en worden gelezen volgens de in bijlage III opgenomen concordantietabel

98/27/EG Artikel 9

Artikel 10

Inwerkingtreding

Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

98/27/EG Artikel 10

Artikel 11

Adressaten

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, [...]

Voor het Europees Parlement Voor de Raad

De Voorzitter De Voorzitter

[...] [...]

98/27/EG Bijlage

BIJLAGE I

LIJST VAN DE IN ARTIKEL 1 BEDOELDE RICHTLIJNEN [9]

[9] De Richtlijnen nrs. 1, 6, 8 en 11 bevatten specifieke bepalingen betreffende het doen staken van inbreuken.

98/27/EG (aangepast)

1. Richtlijn 84/450/EEG van de Raad van 10 september inzake misleidende reclame en vergelijkende reclame (PB L 250 van 19.9.1984, blz. 17) gewijzigd bij Richtlijn 97/55/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 290 van 23.10.1997, blz. 18) .

2. Richtlijn 85/577/EEG van de Raad van 20 december 1985 betreffende de bescherming van de consument bij buiten verkoopruimten gesloten overeenkomsten (PB L 372 van 31. 12. 1985, blz. 31).

3. Richtlijn 87/102/EEG van de Raad van 22 december 1986 betreffende de harmonisatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen der lidstaten inzake het consumentenkrediet (PB L 42 van 12. 2. 1987, blz. 48), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 98/7/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 101 van 1.4.1998, blz. 17).

4. Richtlijn 89/552/EEG van de Raad van 3 oktober 1989 betreffende de coördinatie van bepaalde wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in de lidstaten inzake de uitoefening van televisieomroepactiviteiten: de artikelen 10 tot en met 21 (PB L 298 van 17.10.1989, blz. 23), gewijzigd bij Richtlijn 97/36/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 202 van 30.7.1997, blz. 60).

5. Richtlijn 90/314/EEG van de Raad van 13 juni 1990 betreffende pakketreizen, met inbegrip van vakantiepakketten en rondreispakketten (PB L 158 van 23.6.1990, blz. 59).

98/27/EG Bijlage punt 7

6. Richtlijn 93/13/EEG van de Raad van 5 april 1993 betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten (PB L 95 van 21.4.1993, blz. 29).

98/27/EG Bijlage punt 8

7. Richtlijn 94/47/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 oktober 1994 betreffende de bescherming van de verkrijger voor wat bepaalde aspecten betreft van overeenkomsten inzake de verkrijging van een recht van deeltijds gebruik van onroerende goederen (PB L 280 van 29.10.1994, blz. 83).

98/27/EG Bijlage punt 9 (aangepast)

8. Richtlijn 97/7/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 1997 betreffende de bescherming van de consument bij op afstand gesloten overeenkomsten (PB L 144 van 4.6.1997, blz. 19), gewijzigd bij Richtlijn 2002/65/EG (PB L 271 van 9.10.2002, blz. 16) .

1999/44/EG Art. 10

9. Richtlijn 1999/44/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 mei 1999 betreffende bepaalde aspecten van de verkoop van en de garanties voor consumptiegoederen (PB L 171 van 7.7.1999, blz. 12).

2000/31/EG Art. 18, lid 2

10. Richtlijn 2000/31/EG van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2000 betreffende bepaalde juridische aspecten van de diensten van de informatiemaatschappij, met name de elektronische handel, in de interne markt («Richtlijn elektronische handel») (PB L 178 van 17.7.2000, blz. 1).

98/27/EG (aangepast)

11. Richtlijn 2001/83/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 november 2001 tot vaststelling van een communautair wetboek betreffende geneesmiddelen voor menselijk gebruik: de artikelen 86 tot en met 100 (PB L 311van 28.11.2001, blz. 67).

2002/65/EG Art. 19

12. Richtlijn 2002/65/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 september 2002 betreffende de verkoop op afstand van financiële diensten aan consumenten en tot wijziging van de Richtlijnen 90/619/EEG, 97/7/EG en 98/27/EG van de Raad (PB L 271 van 9.10.2002, blz. 16).

BIJLAGE II

Deel A Ingetrokken richtlijn met de achtereenvolgende wijzigingen daarvan (bedoeld in artikel 9)

Richtlijn 98/27/EG van het Europees Parlement en de Raad // (PB L 166 van 11.06.1998, blz. 51)

Richtlijn 1999/44/EG van het Europees Parlement en de Raad, uitsluitend artikel 10 // (PB L 171 van 7.7.1999, blz. 12)

Richtlijn 2000/31/EG van het Europees Parlement en de Raad, uitsluitend artikel 18, lid 2 // (PB L 178 van 17.7.2000, blz. 1)

Richtlijn 2002/65/EG van het Europees Parlement en de Raad, uitsluitend artikel 19 // (PB L 271 van 9.10.2002, blz. 16)

Deel B Termijnen voor omzetting in nationaal recht (bedoeld in artikel 9)

Richtlijn // Omzettingstermijn

Richtlijn 98/27/EG // 1 januari 2001

Richtlijn 1999/44/EG // 1 januari 2002

Richtlijn 2000/31/EG // 17 januari 2002

Richtlijn 2002/65/EG // 9 oktober 2004

Annexe III

CONCORDANTIETABEL

Richtlijn 98/27/EG // De onderhavige richtlijn

Artikelen 1-5

Artikel 6, lid 1

Artikel 6, lid 2, eerste alinea, eerste streepje

Artikel 6, lid 2, eerste alinea, tweede streepje

Artikel 6, lid 2, eerste alinea, derde streepje

Artikel 6, lid 2, tweede alinea

Artikel 7

Artikel 8, lid 1

Artikel 8, lid 2

---------------------------------------

Artikel 9

Artikel 10

Annexe

---------------------------------------

--------------------------------------- // Artikelen 1-5

Artikel 6, lid 1

Artikel 6, lid 2, eerste alinea, punt a)

Artikel 6, lid 2, eerste alinea, punt b)

Artikel 6 lid 2, eerste alinea, punt c)

Artikel 6, lid 2, tweede alinea

Artikel 7

---------------------------------------

Artikel 8

Artikel 9

Artikel 10

Artikel 11

Annexe I

Annexe II

Annexe III

Top