Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52002PC0303

    Voorstel voor een Aanbeveling van de Raad inzake de preventie van roken en initiatieven ter verbetering van de bestrijding van het tabaksgebruik

    /* COM/2002/0303 def. */

    52002PC0303

    Voorstel voor een Aanbeveling van de Raad inzake de preventie van roken en initiatieven ter verbetering van de bestrijding van het tabaksgebruik /* COM/2002/0303 def. */


    Voorstel voor een AANBEVELING VAN DE RAAD inzake de preventie van roken en initiatieven ter verbetering van de bestrijding van het tabaksgebruik

    (door de Commissie ingediend)

    TOELICHTING

    INLEIDING

    1. Gezien het verband tussen tabaksgebruik en een aanzienlijk percentage vormen van kanker, hart- en vaatziekten en aandoeningen van de luchtwegen, vormt roken een ernstig probleem voor de volksgezondheid in Europa. Het aantal rokers, ongeveer een derde van de bevolking van de Gemeenschap, is groot. Het effect op de gezondheid is dan ook aanzienlijk: jaarlijks sterven er in de Gemeenschap omstreeks 500 000 personen als gevolg van roken. Roken heeft ook aantoonbare gevolgen voor de gezondheid van niet-rokers, met name voor de kwetsbare groepen.

    2. De Europese Gemeenschap is aan het eind van de jaren tachtig begonnen met de bestrijding van het tabaksgebruik. Sedert 1987 heeft het programma "Europa tegen kanker" een belangrijke rol gespeeld bij het nemen van maatregelen om het tabaksgebruik terug te dringen. Dit programma heeft in de opeenvolgende actieplannen onder meer Europa-wijde projecten tegen roken gesteund en pan-Europese netwerken ter preventie van roken opgezet.

    3. In 1989 zijn twee belangrijke wetgevingsmaatregelen goedgekeurd. Ten eerste zijn bij de richtlijn Televisie zonder grenzen [1] alle vormen van reclame voor tabaksproducten verboden. Tevens wordt hierin bepaald dat televisieprogramma's niet door natuurlijke of rechtspersonen mogen worden gesponsord die het produceren of verkopen van tabaksproducten als hoofdactiviteit hebben. Ten tweede zijn in 1989 in het kader van een richtlijn [2] tot harmonisatie van de bepalingen betreffende interne markt de eerste EG-voorschriften met betrekking tot de vermelding van een gezondheidswaarschuwing op tabaksproducten ingevoerd. Daarbij is uitgegaan van een hoog niveau van bescherming van de volksgezondheid.

    [1] Richtlijn 89/552/EEG

    [2] Richtlijn 89/622/EEG

    4. Vervolgens is in 1990 een richtlijn [3] goedgekeurd waarin voor de EG een maximumteergehalte voor sigaretten wordt vastgesteld. In 1992 zijn de etiketteringsvoorschriften aangepast om bijkomende waarschuwingen vast te stellen welke op de verpakkingseenheden van andere tabaksproducten dan sigaretten moeten voorkomen [4]. Bij die gelegenheid is het op de markt brengen van tabaksproducten voor oraal gebruik in de Gemeenschap verboden. Al deze maatregelen zijn later in de nieuwe richtlijn tabaksproducten opgenomen. Deze in juni 2001 [5] is aangenomen.

    [3] Richtlijn 90/239/EEG

    [4] Richtlijn 92/41/EEG

    [5] Richtlijn 2001/37/EG

    5. Wat de bescherming van niet-rokers tegen omgevingstabaksrook (ETS=Environmental Tobacco Smoke) betreft: de resolutie van de Raad van de ministers van volksgezondheid, in het kader van de Raad bijeen, van 18 juli 1989 betreffende het rookverbod in publieksruimten [6] verstrekte de lidstaten richtsnoeren voor de bescherming van niet-rokers [7]. In 1996 werd een verslag van de Commissie [8] gepubliceerd om de maatregelen te evalueren die naar aanleiding van deze resolutie in de lidstaten waren genomen. Uit het verslag kwam naar voren dat de lidstaten duidelijk het initiatief genomen hebben om de resolutie uit te voeren maar dat de getroffen maatregelen sterk uiteenlopen. Deze aanbeveling wijst op de noodzaak van bescherming tegen ETS, in het bijzonder van kwetsbare groepen, zoals kinderen, zwangere vrouwen en personen met aandoeningen aan de luchtwegen.

    [6] PB C 189 van 26.7.1989, blz. 1.

    [7] Voor de bescherming tegen omgevingstabaksrook op de werkplek zijn twee andere richtlijnen van belang. Ten eerste een richtlijn van de Raad van 1989 betreffende de minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid voor arbeidsplaatsen. Deze verlangt van de werkgever dat hij zijn werknemers in hun rustzones tegen passief roken beschermt. Ten tweede een richtlijn van de Raad inzake de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid op het werk van werkneemsters tijdens de zwangerschap, na de bevalling en tijdens de lactatie. PB L 393 van 30.12.1989, blz. 1. Richtlijn 92/85/EEG van de Raad van 19 oktober 1992 inzake de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid op het werk van werkneemsters tijdens de zwangerschap, na de bevalling en tijdens de lactatie PB L 348 van 28.11.1992, blz. 1.

    [8] Verslag van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement, het Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's over de maatregelen die naar aanleiding van de resolutie van de Raad en de ministers van volksgezondheid van de lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, genomen zijn om roken in publieksruimtes te verbieden. Doc. COM (96) 0573 def.

    RECENTE ONTWIKKELING OP HET GEBIED VAN HET BELEID TER BESTRIJDING VAN TABAKSGEBRUIK

    6. Het Comité van vooraanstaande kankerdeskundigen van de Commissie nam tijdens een bijeenkomst in oktober 1996 [9] aanbevelingen aan inzake op communautair niveau benodigde initiatieven ter bestrijding van het tabaksgebruik. De Resolutie van de Raad van 26 november 1996 betreffende de terugdringing van het roken in de Europese Gemeenschap [10] heeft een overzicht gegeven van de hiertoe getroffen maatregelen en geeft richtsnoeren voor acties in de toekomst.

    [9] COM(1996) 609 def. - Bijlage

    [10] PB C 374 van 11.12.1996, blz. 4.

    7. De Commissie stelde in haar mededeling betreffende de preventie van roken van december 1996 [11] een reeks maatregelen voor om de preventie van roken in de Gemeenschap te intensiveren. Hierin wordt een aantal mogelijkheden uiteengezet voor preventieve maatregelen en wetgeving op dit gebied, waarbij de nadruk ligt op de preventie van roken, zowel in het kader van de volksgezondheid als in het hele communautaire beleid en alle communautaire activiteiten. Daarnaast is in 1996 [12] het Raadgevend Comité voor kankerpreventie opgericht. Dit moet de Commissie adviseren bij het nemen van maatregelen ter bestrijding van het roken.

    [11] COM(1996) 609 def. - Bijlage

    [12] Besluit 96/469/EG van de Raad

    8. In aansluiting op de opmerkingen van het Europees Parlement en de Raad diende de Commissie in oktober 1999 een verslag [13] in over de follow-up van haar mededeling van 1996. Dit verslag bevat een analyse van het beleid en de praktijken van de lidstaten met betrekking tot een reeks maatregelen ter bestrijding van tabaksgebruik. Een aantal hiervan is in dit voorstel voor een aanbeveling van de Raad opgenomen.

    [13] COM(1999) 407 def. - Bijlage

    9. In de conclusies van de Raad van 18 november 1999 betreffende de bestrijding van het tabaksgebruik [14] werd erop gewezen dat een totaalstrategie moet worden ontwikkeld. De Commissie werd verzocht om aan de opstelling van deze strategie mee te werken. Een aantal van de in deze conclusies van de Raad voorgestelde maatregelen worden in dit voorstel naar voren gebracht, in het bijzonder enkele initiatieven ter bescherming van minderjarigen (waaronder regelgeving betreffende verkoopvoorwaarden, elektronische verkoop en verkoopautomaten).

    [14] PB C 86 van 24.3.2000, blz. 4.

    10. Zoals boven is opgemerkt, hebben het Europees Parlement en de Raad op 5 juni 2001 [15] een richtlijn goedgekeurd, waarin de bestaande communautaire richtlijnen over de reglementering van tabaksproducten zijn opgenomen en verscheidene nieuwe voorschriften, in het bijzonder met betrekking tot tabaksadditieven en misleidende beschrijvingen, zijn toegevoegd. Bovendien heeft de Commissie op 14 mei 2001 een voorstel voor een richtlijn inzake de reclame en sponsoring voor tabaksproducten [16] goedgekeurd, dat op het ogenblik in het kader van de medebeslissingsprocedure door het Europees Parlement en de Raad wordt behandeld. Beide teksten beogen, uitgaande van een hoog niveau van de bescherming van de volksgezondheid, de voorwaarden voor de oprichting en de werking van de interne markt te verbeteren en knelpunten die een soepele functionering hiervan verhinderen, weg te nemen.

    [15] Besluit nr. 2001/37/EG van het Europees Parlement en de Raad van 5 juni 2001

    [16] COM(2001) 283 def. - Bijlage

    11. Dit voorstel van de Commissie voor een aanbeveling van de Raad heeft betrekking op andere aspecten van de bestrijding van tabaksgebruik. Deze betreffen de verbetering van de volksgezondheid, de preventie van ziekten en aandoeningen bij de mens en het wegnemen van bronnen van gevaar voor de menselijke gezondheid. Ook wordt hierin rekening gehouden met de onderhandelingen met het oog op de sluiting van de Kaderovereenkomst inzake de bestrijding van het tabaksgebruik door de Wereldgezondheidsorganisatie en de noodzaak om de samenhang met bestaande en voorgestelde besluiten te waarborgen.

    12. Richtlijn 98/43/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 juli 1998 betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten op het gebied van de reclame en sponsoring van tabaksproducten [17] werd bij arrest van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen in zaak C-376/98 [18] nietig verklaard. Het voorstel voor een nieuwe richtlijn, dat op 14 mei 2001 door de Commissie is goedgekeurd (zie punt 10), moet de nietig verklaarde richtlijn vervangen. Het toepassingsgebied hiervan is echter kleiner. Bepaalde maatregelen ter bestrijding van het tabaksgebruik die wel onder de vernietigde richtlijn vielen, vallen niet onder de nieuwe, in het bijzonder bepaalde vormen van reclame en sponsoring. Volgens de uitspraak van het Hof rechtvaardigt de regelgeving met betrekking tot de interne markt momenteel geen harmonisatie. Omdat deze vormen van reclame echter een belangrijke rol spelen bij het aanprijzen van tabaksgebruik, vooral omdat zij jongeren bereiken, zijn maatregelen tegen deze reclame-. sponsoring- en promotiemethoden in dit voorstel voor een aanbeveling van de Raad opgenomen.

    [17] Richtlijn 98/43/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 juli 1998 betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten op het gebied van de reclame en sponsoring van tabaksproducten - PB L 213, 30.7.1998, blz.9

    [18] Zaak C-376/98 van 5 oktober 2000, Duitsland tegen Europees Parlement en de Raad

    13. Voorts bevat de voorgestelde aanbeveling, die de maatregelen in het voorstel van de Commissie voor een richtlijn inzake reclame voor tabaksproducten en sponsoring op dat gebied aanvult, de bepaling dat de lidstaten de uitgaven van de tabaksindustrie aan de promotie van haar producten aan een onderzoek dienen te onderwerpen om zo beter te kunnen toezien op de toepassing van reclamerestricties en eventuele omzeiling daarvan. Zoals eerder is opgemerkt, moest het toepassingsgebied van een richtlijn inzake tabaksreclame tot enkele vormen van reclame met grensoverschrijdende effecten worden beperkt. In 1999 werd in een verslag [19] van de Wereldbank de conclusie getrokken dat reclame tot een hoger sigarettengebruik leidt en dat wetgeving die reclame verbiedt, het verbruik terugdringt, mits dit verbod voor alle media en alle vormen van gebruik van merknamen en logo's geldt. Een geringer sigarettengebruik zou direct zowel op de korte als op de lange termijn de volksgezondheid ten goede komen. Om het effect van wetgeving van de lidstaten en de Gemeenschap inzake tabaksreclame en vrijwillige beperkingen met betrekking tot die reclame op de volksgezondheid te kunnen beoordelen moet worden nagegaan in hoeverre de tabaksindustrie uitwijkt naar andere vormen van reclame, sponsoring en promotieactiviteiten.

    [19] World Bank, « Curbing the Epidemic : Governments and the Economics of Tobacco Control », 1999, Washington DC

    Deze informatie is immers nodig voor de planning van toekomstige bestrijdingsmaatregelen door de nationale autoriteiten en de Europese Gemeenschap met als uiteindelijk doel een betere bescherming van de gezondheid van de Europese burgers.

    14. Met name moet worden gewezen op de beschikbaarheid van tabaksproducten voor kinderen en jongeren. Hieronder valt: de toepassing van leeftijdscriteria voor rechtstreekse verkoop, verkoop via automaten, zelfbediening, afstandsverkoop (bijv. via internet. De verkoop via dit medium zou moeten worden beperkt tot sites die door controle van volwassenen beschermd zijn. Daarbij zou gebruik moeten worden gemaakt van doeltreffende methoden om de leeftijd van de koper vast te stellen) en de verkoop van sigaretten in pakjes van minder dan 20 stuks (om lagere prijzen per pakje te voorkomen, waardoor kinderen en jongeren gemakkelijker aan sigaretten zouden kunnen komen).

    15. Dit voorstel beoogt een aantal maatregelen om de toegang van kinderen en jongeren tot tabaksproducten te beperken. Het adviseert tabaksverkoop op afstand, zoals verkoop via internet, te beperken tot enkele sites die door controle van volwassenen beschermd zijn. Verder adviseert het de toegang van kinderen en jongeren tot verkoopautomaten, d.w.z. tot de tabaksproducten die deze automaten verkopen, doeltreffend te reglementeren (door ze in ruimtes te plaatsen die alleen toegankelijk zijn voor personen boven de in het nationaal recht voor aankoop van tabaksproducten voorgeschreven leeftijd of door andere toegangsrestricties met een gelijksoortig effect, bijv. controle door volwassenen voordat de automaat het tabaksproduct afgeeft). Bovendien zouden verkoopautomaten niet mogen worden gebruikt voor reclame aangezien zij zowel door gebruikers als niet-gebruikers worden gezien.

    16. De maatregelen in de voorgestelde aanbeveling zijn volledig in overeenstemming met de onderhandelingen in het kader van de sluiting van een kaderovereenkomst inzake de bestrijding van het tabaksgebruik door de Wereldgezondheidsorganisatie. [20]. De ontwerpen van de onderhavige kaderovereenkomst omvatten namelijk o.a. bepalingen, strekkende tot een volledig verbod op alle vormen van directe en indirecte reclame, beperking van de toegang van minderjarigen tot tabaksverkoopautomaten, het verbod op de verkoop van sigaretten per stuk of in pakjes van minder dan 20 stuks en de eis aan de tabaksindustrie om hun uitgaven aan reclame openbaar te maken.

    [20] Internetadres: http://www.who.int/gb/fctc/

    Voorstel voor een AANBEVELING VAN DE RAAD inzake de preventie van roken en initiatieven ter verbetering van de bestrijding van het tabaksgebruik

    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 152, lid 4, onder b),

    Gezien het voorstel van de Commissie [21],

    [21] PB C [...] van [...], blz. [...].

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1) Artikel 152 van het Verdrag bepaalt dat het optreden van de Gemeenschap, dat een aanvulling vormt op het nationale beleid, gericht dient te zijn op verbetering van de volksgezondheid, preventie van ziekten en aandoeningen bij de mens en het wegnemen van bronnen van gevaar voor de menselijke gezondheid.

    (2) De resolutie van de Raad en van de ministers van Volksgezondheid van de lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, van 18 juli 1989 betreffende het rookverbod in publieksruimtes [22] bood de lidstaten richtsnoeren voor de bescherming van niet-rokers tegen omgevingstabakrook. In aansluiting op het verslag van de Commissie over de maatregelen van de lidstaten naar aanleiding van dit initiatief [23] versterkt onderhavige aanbeveling deze bescherming en stelt zij in het bijzonder de kwetsbare groepen vast.

    [22] PB C 189, 26.7.1989, blz. 1

    [23] Verslag van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement, het Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's over de maatregelen die naar aanleiding van de resolutie van de Raad en de ministers van volksgezondheid van de lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, betreffende het rookverbod in publieksruimtes genomen zijn . Doc. COM (96) 0573 def.

    (3) In de resolutie van de Raad van 26 november 1996 betreffende de terugdringing van het roken in de Europese Gemeenschap [24] wordt erkend dat er een doeltreffende strategie ontwikkeld moet worden om het tabaksgebruik te beperken en dat die een aantal van de in deze aanbeveling naar voren gebrachte aspecten moet omvatten.

    [24] PB C 374, 11.12.1996, blz. 4

    (4) In de conclusies van de Raad [25] van 18 november 1999 over de terugdringing van het tabaksgebruik wordt erop gewezen dat een totaalstrategie moet worden ontwikkeld die enkele van de in deze aanbeveling uiteengezette maatregelen ter bescherming van minderjarigen bevat (voorschriften voor verkoopvoorwaarden, elektronische verkoop en verkoopautomaten).

    [25] PB C 86, 24.3.2000, blz. 4

    (5) De aanbevolen acties zijn noodzakelijk omdat elk jaar in de Europese Gemeenschap 500.000 mensen aan de gevolgen van roken sterven en het aantal kinderen en jongeren dat gaat roken, zorgwekkend toeneemt. Roken is schadelijk voor de gezondheid. Rokers raken verslaafd aan nicotine en krijgen ziekten en aandoeningen die tot de dood en arbeidsongeschiktheid leiden, zoals longkanker, kanker aan andere organen, ischemische hartziekten, andere aandoeningen aan de bloedsomloop, aandoeningen aan de ademwegen en emfyseem.

    (6) Preventie van roken en bestrijding van tabaksgebruik zijn inmiddels prioritaire doelstellingen van het volksgezondheidsbeleid van de lidstaten en de Europese Gemeenschap. Roken is desondanks nog steeds de voornaamste vermijdbare doodsoorzaak in de Europese Unie en de vorderingen bij de terugdringing van het tabaksgebruik en het roken zijn tot nu toe teleurstellend. Bovendien stimuleren reclame-, marketing- en promotiestrategieën van de tabaksindustrie het tabaksgebruik waardoor de reeds hoge sterfte en morbiditeit als gevolg van het gebruik van tabaksproducten nog verder stijgt. Enkele van deze strategieën lijken zich te richten op schoolgaande jongeren ter vervanging van het grote aantal rokers dat jaarlijks sterft. Er is namelijk vastgesteld dat 60% van de rokers begint te roken beneden de 13 jaar en 90% beneden de 18 jaar.

    (7) Met het programma Europa tegen kanker [26] wil de Europese Gemeenschap onder meer de gezondheid van haar burgers verbeteren door het aantal kankergevallen en andere met roken verband houdende ziekten omlaag te brengen.

    [26] - Besluit nr. 646/96/EG van het Europees Parlement en van de Raad van 29 maart 1996 tot vaststelling van een actieplan voor kankerbestrijding in het kader van de actie op het gebied van de volksgezondheid (1996-2000), PB L 095, 16.04.1996, blz. 9

    (8) Richtlijn 2001/37/EG van het Europees Parlement en de Raad van 5 juni 2001 betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten inzake de productie, de presentatie en de verkoop van tabaksproducten [27] en het voorstel voor een richtlijn inzake de reclame voor tabaksproducten en de sponsoring op dat gebied [28] die betrekking hebben op de bestrijding van tabaksgebruik in het kader van de voltooiing en consolidering van de interne markt en het wegnemen van knelpunten die een soepele functionering hiervan verhinderen, gaan uit van een hoog niveau van bescherming van de volksgezondheid.

    [27] Richtlijn 2001/37/EG van het Europees Parlement en de Raad van 5 juni 2001 betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten inzake de productie, de presentatie en de verkoop van tabaksproducten - PB L 194, 18.7.2001, blz. 26 PB L 194 van 18.07.2001, blz. 26.

    [28] Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad van 6 juli 1998 betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten inzake reclame voor tabaksproducten en sponsoring op dat gebied COM/2001/0283 def blz.97 PB C 270 van 25.09.2001, blz. 4.

    (9) Enkele maatregelen die deel uit zouden moeten maken van een totaalbeleid ter bestrijding van het tabaksgebruik, zoals het verbod op bordreclame, affichereclame en bioscoopreclame, kunnen op grond van de voorschriften voor de interne markt nu nog niet worden geharmoniseerd. Als het vrije verkeer van goederen of de vrijheid van dienstverlening wordt belemmerd of de concurrentie wordt verstoord, zou harmonisatie in de toekomst wel mogelijk zijn.

    (10) Het bovenstaande wijst erop dat een totaalaanpak van de bestrijding van roken nodig is om de ziekten in de Gemeenschap die het gevolg zijn van roken, te verminderen.

    (11) Het is van essentieel belang dat in het kader van een totaalbeleid ter bestrijding van tabaksgebruik maatregelen worden genomen die met name ten doel hebben de vraag naar tabaksproducten bij kinderen en jongeren te verminderen. Deze maatregelen kunnen acties omvatten ter beperking van het aanbod van tabak aan kinderen en jongeren en van de blootstelling van kinderen en jongeren aan bepaalde vormen van reclame-, marketing- en promotiestrategieën voor tabaksproducten, waarbij men er rekening moet houden dat zulke strategieën ook impact hebben op andere leeftijdsgroepen.

    (12) Bepaalde vormen van verkoop en distributie van tabaksproducten bevorderen de toegang van kinderen en jongeren tot deze producten en dienen daarom door de lidstaten te worden gereglementeerd.

    (13) Omdat zowel consumenten als niet-consumenten de verkoopautomaten zien, mogen die niet voor reclame of voor het aanprijzen van tabaksproducten worden gebruikt.

    (14) Twee andere belangrijke maatregelen van de Europese Commissie hebben betrekking op reclame en sponsoring van tabaksproducten. De richtlijn Televisie zonder grenzen [29] van 1989 verbiedt alle vormen van televisiereclame voor tabaksproducten en bepaalt dat televisieprogramma's niet door natuurlijke of rechtspersonen mogen worden gesponsord die als hoofdactiviteit tabaksproducten produceren of verkopen. Het huidige voorstel voor een richtlijn inzake reclame en sponsoring van tabaksproducten [30] verbiedt ook tabaksreclame in de pers, andere gedrukte publicaties, op de radio en via de diensten van de informatiemaatschappij en sponsoring van radioprogramma's en evenementen waarbij verscheidene lidstaten betrokken zijn of die op andere wijze grensoverschrijdende effecten hebben.

    [29] Richtlijn 89/552/EEG van de Raad van 3 oktober 1989 betreffende de coördinatie van bepaalde wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in de lidstaten inzake de uitoefening van televisie-omroepactiviteiten (PB L 298 van 17.10.89, blz. 23). PB L 298 van 17.10.1989, blz. 23.

    [30] Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad van 6 juli 1998 betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten (ingediend door de Commissie op grond van de artikelen 47(2). 55 en 95 van het EG-Verdrag ). COM(2001) 283 def. PB C 270 van 25.09.2001, blz. 97.

    (15) Deze aanbeveling heeft betrekking op andere vormen van reclame-, marketing- en promotiemethoden van de tabaksindustrie die kinderen en jongeren kunnen bereiken. Deze methoden omvatten het gebruik van merknamen van tabak op andere producten dan tabak of voor diensten ("brand-stretching") en/of op kleding ("merchandising"), de distributie van promotieartikelen (zoals asbakken, aanstekers, parasols e.d.) en monsters tabak, het gebruik van reclameborden en/of affiches (reclame in de openlucht of "statische" reclame), bioscoopreclame voor tabak en alle andere vormen van reclame en sponsoring of praktijken die direct of indirect ten doel hebben tabaksproducten aan te prijzen. Immers deze activiteiten die een middel zijn om tabaksproducten te promoten en het reeds bestaande verbod op reclame in bepaalde media te omzeilen, dienen specifiek door de autoriteiten van de lidstaten te worden gereglementeerd.

    (16) De Wereldgezondheidsorganisatie [31] en de Wereldbank [32] raden landen aan om alle vormen van reclame en promotie voor tabak te verbieden. Als slechts enkele vormen van directe reclame voor tabak verboden worden, gebruikt de tabaksindustrie vaak haar reclame-uitgaven voor marketing-, sponsoring- en promotiestrategieën en zoekt zij naar nieuwe en indirecte manieren om tabaksproducten te promoten, vooral bij jongeren. Zij is daarin zeer vindingrijk. Hierdoor kan het effect van het gedeeltelijke reclameverbod op het tabaksgebruik gering zijn. Bovendien heeft de Wereldbank geconcludeerd dat reclame tot een hoger sigarettengebruik leidt en dat wetgeving die reclame verbiedt, de consumptie vermindert, mits dit verbod voor alle media en elk gebruik van merknamen en logo's geldt [33]. Een geringer sigarettengebruik zou direct zowel op de korte als op de lange termijn de volksgezondheid ten goede komen. Informatie over de totale uitgaven van de tabaksindustrie aan de promotie van tabaksproducten is daarom een belangrijk vereiste om na te gaan of het beleid ter bestrijding van het tabaksverbruik vanuit het oogpunt van de volksgezondheid effectief is. Met deze informatie kan worden vastgesteld of de opgelegde restricties worden omzeild, vooral door budgetten naar nieuwe of nog niet aan restricties gebonden vormen van promotie te sluizen. De tabaksindustrie zou moeten worden verplicht om regelmatig deze uitgaven op te geven.

    [31] Wereldgezondheidsorganisatie, Tobacco Free Initiative Internet <www.tobacco.who.int>

    [32] World Bank, « Curbing the Epidemic : Governments and the Economics of Tobacco Control », 1999, Washington DC

    [33] World Bank, « Curbing the Epidemic : Governments and the Economics of Tobacco Control », 1999, Washington DC

    (17) Gelet op de risico's die aan passief roken verbonden zijn, zouden de lidstaten niet-rokers moeten beschermen tegen omgevingstabaksrook, vooral de kwetsbare groepen, zoals personen met aandoeningen aan de luchtwegen, zwangere vrouwen en kinderen.

    (18) De lidstaten moeten doorgaan met het uitwerken van strategieën en maatregelen om roken te bestrijden, zoals intensivering van gezondheidseducatieprogramma's om de mensen beter te doen begrijpen wat de risico's van roken zijn, en de uitvoering van andere preventieprogramma's om roken te ontmoedigen.

    (19) Een groot aantal onderwerpen in de kaderovereenkomst inzake de bestrijding van het tabaksgebruik van de Wereldgezondheidsorganisatie waarover thans wordt onderhandeld, zijn in deze aanbeveling opgenomen. Het is daarom van belang dat de maatregelen in deze aanbeveling in overeenstemming zijn met de ontwerp- kaderovereenkomst.

    BEVEELT DE LIDSTATEN AAN:

    1. Passende wettelijke en bestuursrechtelijke maatregelen te nemen of vrijwillige afspraken te bevorderen om de tabaksverkoop aan kinderen en jongeren te beperken, waaronder:

    (a) invoering van de verplichting voor tabaksverkopers om vast te stellen of de kopers van tabaksproducten de vereiste leeftijd hebben als de nationale wetgeving een minimumleeftijd voorschrijft;

    (b) verwijdering van tabaksproducten uit de schappen van zelfbedieningszaken;

    (c) beperking van de toegang tot verkoopautomaten door deze automaten in ruimtes te plaatsen waar alleen personen mogen komen die de vereiste leeftijd hebben om tabaksproducten te kopen, als de nationale wetgeving een minimumleeftijd voorschrijft;

    (d) beperking van tabaksverkoop op afstand, bijv. via internet, tot enkele sites waarop volwassenen controle hebben;

    (e) verbod op de verkoop van sigaretten per stuk of in pakjes met minder dan 20 stuks.

    2. Passende wetgevende en bestuursrechtelijke maatregelen te nemen om vrijwillige afspraken te bevorderen ter voorkoming dat de volgende vormen van reclame en promotie kinderen en jongeren bereiken:

    (a) het gebruik van merknamen van tabak voor andere producten dan tabak of voor diensten;

    (b) het gebruik van promotie-artikelen (asbakken, aanstekers, parasols enz.) en monsters tabak;

    (c) het gebruik van borden, affiches en andere reclametechnieken voor binnen en buiten (zoals reclame op verkoopautomaten van tabak);

    (d) het gebruik van bioscoopreclame; en

    (e) andere vormen van reclame, sponsoring of methoden om direct of indirect tabaksproducten aan te prijzen.

    3. Passende maatregelen te nemen door wetgeving of andere met de nationale praktijken en voorwaarden in overeenstemming zijnde methoden in te voeren om de producenten, importeurs en handelaren in tabakswaren te verplichten de lidstaten informatie te verstrekken over hun uitgaven aan niet door de nationale of communautaire wetgeving verboden reclame, marketing, sponsoring en promotiecampagnes.

    4. Wetgeving, vrijwillige afspraken of andere afdoende maatregelen op het juiste overheids- en niet-overheidsniveau ten uitvoer te leggen die adequate bescherming bieden tegen blootstelling aan omgevingstabaksrook op afgesloten werkplekken en in openbare ruimtes en het openbaar vervoer, met speciale aandacht voor de groepen die in het bijzonder risico lopen, zoals kinderen, zwangere vrouwen en personen met aandoeningen aan de luchtwegen.

    5. De ontwikkeling van strategieën en maatregelen om het roken terug te dringen voort te zetten, bijv. intensivering van gezondheidseducatieprogramma's en algemene programma's om het gebruik van tabaksproducten te ontmoedigen.

    6. Alle passende procedures toe te passen om de naleving van de in deze aanbeveling genoemde maatregelen te controleren.

    7. De Commissie om de twee jaar in kennis te stellen van de naar aanleiding van deze aanbeveling genomen maatregelen.

    VERZOEKT DE COMMISSIE:

    1. de ontwikkelingen en maatregelen in de lidstaten en op communautair niveau te volgen en beoordelen;

    2. uiterlijk aan het einde van het vijfde jaar na goedkeuring van deze aanbeveling aan de hand van de door de lidstaten verstrekte informatie verslag uit te brengen over de tenuitvoerlegging van deze maatregelen;

    3. na te gaan in hoeverre de in deze aanbeveling neergelegde maatregelen doeltreffend zijn en te bezien of verdere maatregelen noodzakelijk zijn, met name indien er op de interne markt verschillen worden geconstateerd op gebieden die onder deze aanbeveling vallen.

    Gedaan te Brussel,

    Voor de Raad

    De voorzitter

    Top