EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52001PC0564(03)

Voorstel voor een Verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de interoperabiliteit van het Europese netwerk voor luchtverkeersbeheer

/* COM/2001/0564 def. - COD 2001/0237 */

PB C 25E van 29/01/2002, p. 512–525 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

52001PC0564(03)

Voorstel voor een Verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de interoperabiliteit van het Europese netwerk voor luchtverkeersbeheer /* COM/2001/0564 def. - COD 2001/0237 */

Publicatieblad Nr. 025 E van 29/01/2002 blz. 0512 - 0525


Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende de interoperabiliteit van het Europese netwerk voor luchtverkeersbeheer

(Door de Commissie ingediend)

2001/0237 (COD)

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende de interoperabiliteit van het Europese netwerk voor luchtverkeersbeheer

(Voor de EER relevante tekst)

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 80, lid 2,

Gezien het voorstel van de Commissie [1],

[1] PB C [...] van [...], blz. [...].

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité [2],

[2] PB C [...] van [...], blz. [...].

Gezien het advies van het Comité van de Regio's [3],

[3] PB C [...] van [...], blz. [...].

Volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag [4],

[4] PB C [...] van [...], blz. [...].

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Teneinde het gemeenschappelijk luchtruim tot stand te brengen, moeten maatregelen worden goedgekeurd met betrekking tot apparatuur, systemen en bijbehorende procedures, met als doelstelling te zorgen voor een naadloze werking van het luchtverkeersbeheernetwerk, consistent met de levering van luchtvaartnavigatiediensten zoals voorgeschreven door Verordening (EEG) nr. XXX/XX [dienstverleningsverordening] en de organisatie en gebruik van het luchtruim zoals voorgeschreven door Verordening (EEG) nr. XXX/XX [luchtruimverordening].

(2) Het verslag van de groep op hoog niveau inzake het gemeenschappelijk Europees luchtruim heeft de behoefte bevestigd een technische verordening tot stand te brengen op basis van de "nieuwe aanpak", in overeenstemming met Resolutie 85/C136/01 van de Raad van 7 mei 1985 [5], waarin essentiële eisen, regels en normen complementair en samenhangend zijn.

[5] Resolutie van de Raad van 7 mei 1985 betreffende een nieuwe aanpak op het gebied van de technische harmonisatie en normalisatie, PB C 136 van 4.6.1985.

(3) Verordening (EEG) nr. XXX/XX van het Europees Parlement en van de Raad stelt een kader vast voor de totstandbrenging van een gemeenschappelijk Europees luchtruim [6].

[6] PB C [...] van [...], blz. [...].

(4) Het luchtverkeersbeheernetwerk is een complexe en in hoge mate interactieve structuur, waarbij een groot aantal systemen en componenten op de grond, in de lucht en in de ruimte zijn betrokken, met inbegrip van faciliteiten, apparatuur en computer-hardware en -software, alsmede de personen die deze bedienen.

(5) Het verslag van de groep op hoog niveau inzake het gemeenschappelijk Europees luchtruim heeft bevestigd dat de laatste jaren weliswaar vooruitgang is geboekt op weg naar een naadloze werking van het luchtverkeersbeheernetwerk in Europa, maar dat de situatie nog steeds onbevredigend is, met een laag niveau van integratie tussen nationale luchtverkeersbeheersystemen en een trage invoering van nieuwe operationele en technologische concepten die nodig zijn om te zorgen voor de vereiste extra capaciteit.

(6) Deze lage mate van integratie op communautair niveau leidt tot een aantal ernstige vormen van inefficiëntie en extra kosten voor aankopen en onderhoud, en tot problemen bij de operationele coördinatie.

(7) Het feit dat bij aankopen in de eerste plaats nationale technische specificaties worden gehanteerd, die vaak zijn ontwikkeld in samenwerking tussen de luchtvaartnavigatiedienstverlener en de nationale producerende industrie, heeft geleid tot een versnippering van de markt voor apparatuur, hetgeen de industriële samenwerking op communautair niveau niet bevordert; tengevolge daarvan is met name de industrie getroffen, aangezien zij haar producten voor elke nationale markt in aanzienlijke mate moet aanpassen; deze praktijken maken de ontwikkeling en invoering van nieuwe technologie onnodig moeilijk en vertragen de invoering van nieuwe operationele concepten die nodig zijn om de capaciteit te vergroten.

(8) Het is derhalve in het belang van alle betrokkenen bij het luchtverkeersbeheer om een nieuwe, op partnerschap berustende aanpak te ontwikkelen, die een evenwichtige betrokkenheid van allen mogelijk maakt en creativiteit en het delen van kennis, ervaringen en risico's stimuleert; deze samenwerking moet erop gericht zijn in samenwerking met de producerende industrie een samenhangende verzameling communautaire specificaties vast te stellen waarmee kan worden voldaan aan de grootst mogelijke waaier van behoeften, waaruit luchtvaartnavigatiedienstverleners de elementen kunnen kiezen die het best passen bij hun omgeving en waarmee de locale aanpassingen zoveel mogelijk kunnen worden beperkt.

(9) Het is derhalve wenselijk om essentiële eisen vast te stellen die van toepassing zijn op de systemen en onderdelen van het luchtverkeersbeheernetwerk; gezien de complexiteit van het luchtverkeersbeheernetwerk, is het nodig gebleken dit verder te ontleden in een aantal systemen, zoals gedefinieerd in bijlage I.

(10) De ontwikkeling en goedkeuring van communautaire specificaties voor het luchtverkeersbeheernetwerk en de systemen en onderdelen daarvan, is een geschikt middel om de technische en operationele voorwaarden te definiëren die nodig zijn om aan de essentiële eisen te voldoen; de overeenstemming met deze communautaire specificaties leidt tot een vermoeden van overeenstemming met de essentiële eisen.

(11) Voor sommige systemen die van belang zijn voor het voldoen aan de essentiële eisen van deze verordening, moeten uitvoeringsregels worden vastgesteld; er kunnen ook uitvoeringssregels worden vastgesteld om de coördinatie en invoering van nieuwe concepten in het luchtverkeersbeheer te bevorderen; de naleving van de uitvoeringsregels moet permanent gewaarborgd zijn; deze uitvoeringsregels kunnen gebaseerd zijn op door internationale organisaties zoals EUROCONTROL of ICAO ontwikkelde regels en normen.

(12) Volgens de conclusies van de groep op hoog niveau inzake het gemeenschappelijk Europees luchtruim is EUROCONTROL de organisatie die beschikt over de benodigde deskundigheid om de Gemeenschap in haar rol als regelgever te ondersteunen; derhalve kan de ontwikkeling van de uitvoeringsregels door EUROCONTROL worden verricht in het kader van passende afspraken, waarbij EUROCONTROL de voorwaarden dient na te leven die zullen worden opgenomen in een kader voor samenwerking tussen de Commissie en EUROCONTROL.

(13) Teneinde te zorgen voor de scheiding tussen de regelgevende en normaliserende functies, zullen de communautaire specificaties voornamelijk worden ontwikkeld door de Europese normalisatie-instellingen, in samenwerking met de Europese organisatie voor burgerluchtvaartapparatuur (Eurocae), in de vorm van Europese normen.

(14) Eurocae is een organisatie zonder winstoogmerk die is belast met het opstellen van ontwerpen voor technische specificaties voor burgerluchtvaartapparatuur; het lidmaatschap ervan staat open voor alle betrokkenen bij de luchtvaartindustrie in Europa, met name luchtvaartnavigatiedienstverleners, luchtruimgebruikers en de producerende industrie; Eurocae moet formele betrekkingen aangaan met Europese normalisatie-instellingen zodat haar specificaties kunnen worden erkend als Europese normen volgens de procedures die zijn vastgesteld door de Europese normalisatie-instellingen.

(15) EUROCONTROL kan zo nodig ook volgens de algemene communautaire normalisatieprocedures communautaire specificaties ontwikkelen, voor zover wordt voldaan aan de beginselen van Resolutie 85/C136/01 van de Raad van 7 mei 1985; deze procedures houden ten minste in dat moet worden voldaan aan de beginselen van openheid, transparantie, onpartijdigheid, consensus, onderhoud, openbare toegang tot specificaties, efficiency, toerekenbaarheid en samenhang; gedetailleerde bepalingen dienaangaande zullen worden opgenomen in een document dat het kader voor de samenwerking met EUROCONTROL zal vormen.

(16) De procedures voor de beoordeling van de conformiteit of de geschiktheid voor gebruik van de onderdelen moeten gebaseerd zijn op de modules die zijn opgenomen in Besluit 93/465/EEG van de Raad [7]; indien nodig kunnen deze modules zo worden uitgebreid dat zij specifieke eisen van de betrokken industrie omvatten.

[7] Besluit 93/465/EEG van de Raad van 22.7.1993 betreffende de modules voor de verschillende fasen van de overeenstemmingsbeoordelingsprocedures en de voorschriften inzake het aanbrengen en het gebruik van de CE-markering van overeenstemming (PB nr. L 220 van 30.8.1993, blz. 23).

(17) De betreffende markt heeft een kleine omvang en bestaat uit systemen en onderdelen die vrijwel uitsluitend worden gebruikt ten behoeve van luchtverkeersbeheer en die niet zijn bestemd voor het brede publiek; het zou derhalve te ver gaan de CE-markering aan te brengen op onderdelen, aangezien de verklaring van overeenstemming van de fabrikant op basis van de beoordeling van de overeenstemming en/of geschiktheid voor gebruik voldoende is; dit laat de verplichting van de fabrikanten onverlet om op bepaalde onderdelen de CE-markering aan te brengen om te certificeren dat zij voldoen aan andere toepasselijke communautaire bepalingen;

(18) Een voorwaarde voor het in dienst nemen, vernieuwen of upgraden van luchtverkeersbeheersystemen is dat moet worden geverifieerd dat is voldaan aan de essentiële eisen; hiervoor wordt uitgegaan van uitvoeringsregels; het gebruik van communautaire specificaties schept een vermoeden van overeenstemming met de essentiële eisen; afhankelijk van het systeem kan de tussenkomst van een aangemelde instantie noodzakelijk worden geacht, met name om veiligheidsredenen;

(19) In overeenstemming met de conclusies in het verslag van de groep op hoog niveau inzake het gemeenschappelijk Europees luchtruim zal de Commissie de industrie raadplegen teneinde de totstandbrenging te bevorderen van een samenhangend strategisch beheerprogramma voor de invoering van nieuwe concepten in het luchtverkeersbeheer;

(20) De volledige toepassing van de bepalingen van deze verordening moet plaatsvinden in overeenstemming met een overgangsstrategie die ernaar moet streven de doelstelling van de naadloze werking van het luchtverkeersbeheernetwerk te behouden, zonder daarbij ongerechtvaardigde kostenbelemmeringen op te werpen voor het behoud van de bestaande infrastructuur;

(21) De interoperabiliteit binnen het communautaire luchtverkeersbeheernetwerk heeft een communautaire omvang; de afzonderlijke lidstaten zijn niet in staat om de vereiste maatregelen te treffen om die interoperabiliteit te verwezenlijken; het is derhalve overeenkomstig het subsidiariteitsbeginsel nodig dat deze maatregelen op communautair niveau worden getroffen.

(22) In het kader van de toepasselijke communautaire wetgeving dient rekening te worden gehouden met de noodzaak geharmoniseerde voorwaarden te waarborgen wat betreft de beschikbaarheid en het efficiënte gebruik van het radiospectrum dat nodig is voor de tenuitvoerlegging van het gemeenschappelijk Europees luchtruim, met inbegrip van aspecten van elektromagnetische compatibiliteit; er moet worden gezorgd voor een efficiënt en passend gebruik van de frequenties die uitsluitend worden toegewezen aan en beheerd door de luchtvaartsector.

(23) Richtlijn 93/65/EEG van de Raad betreffende de vaststelling en het gebruik van compatibele technische normen en specificaties voor de aanschaf van apparatuur en van systemen voor luchtverkeersafhandeling [8] is beperkt tot de verplichtingen van de aanbestedende diensten; deze verordening is ruimer in die zin dat zij ingaat op de verplichtingen van alle betrokkenen, met inbegrip van de luchtvaartnavigatiedienstverleners, luchtruimgebruikers, de producerende industrie en de luchthavens, en het zo mogelijk maakt regels op te stellen die op iedereen van toepassing zijn, alsook communautaire specificaties vast te stellen die, hoewel zij op vrijwillige basis worden toegepast, een vermoeden van overeenstemming met de essentiële eisen scheppen; derhalve dient Richtlijn 93/65/EEG bij deze verordening te worden ingetrokken.

[8] PB L 187 van 29.7.1993, blz. 52-56.

(24) Aangezien de voor de tenuitvoerlegging van deze verordening vereiste maatregelen maatregelen van algemene strekking zijn in de zin van artikel 2 van Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden [9], dienen zij te worden vastgesteld volgens de regelgevingsprocedure van artikel 5 van dat besluit.

[9] PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23.

(25) Krachtens artikel 2 van Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden23, moeten maatregelen voor de tenuitvoerlegging van deze verordening worden vastgesteld volgens de raadplegingsprocedure van artikel 3 van dat besluit,

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Deel I

Algemene bepalingen

Artikel 1 (Werkingssfeer)

1. Deze verordening is van toepassing op apparatuur, systemen en bijbehorende procedures voor de totstandbrenging van het luchtverkeersbeheernetwerk en het operationele concept daarvan, in overeenstemming met en binnen de werkingssfeer van Verordening XXX/XX tot vaststelling van een kader voor de totstandbrenging van het gemeenschappelijk Europees luchtruim.

2. Algemene voorwaarden die zijn verbonden met de rechten en verplichtingen van luchtvaartnavigatiedienstverleners in de zin van Verordening XXX/XX [dienstverleningsverordening] vallen niet binnen de werkingssfeer van deze verordening.

Artikel 2 (Doel)

1. Het hoofddoel van deze verordening is het definiëren van de voorwaarden waaraan moet worden voldaan om op het grondgebied van de Gemeenschap interoperabiliteit te bereiken tussen de verschillende systemen en onderdelen van het luchtverkeersbeheernetwerk, met inbegrip van hun naadloze werking en het ontwikkelen van en upgraden naar nieuwe technologie.

2. Bij het nastreven van het in lid 1 vermelde doel, dient deze verordening ook bij te dragen aan de geleidelijke totstandkoming van een gemeenschappelijke markt voor apparatuur, systemen en bijbehorende diensten.

Artikel 3 (Definities)

Ten behoeve van deze verordening gelden naast de definities van artikel 2 van Verordening (EEG) XXX/XX [kaderverordening] de volgende definities:

(a) "luchtverkeersbeheernetwerk", een systeem dat elementen op de grond en in de lucht omvat, en dat de levering van luchtvaartnavigatiediensten mogelijk maakt met als doelstelling luchtruimgebruikers in staat te stellen hun geplande vertrek- en aankomsttijden te realiseren en met zo min mogelijk beperkingen hun gewenste vluchtprofielen te volgen, zonder de overeengekomen mate van veiligheid in gevaar te brengen. Het gedeelte in de lucht bestaat uit de elementen die nodig zijn om een functionele integratie met het gedeelte op de grond mogelijk te maken. Het gedeelte op de grond omvat luchtverkeersdiensten, luchtverkeersstromenbeheer en luchtruimbeheer;

(b) "systemen", verwijst naar het feit dat het luchtverkeersbeheernetwerk bestaat uit systemen zoals beschreven in bijlage I, waarvoor essentiële eisen moeten worden vastgesteld; elk systeem bestaat uit een aantal onderdelen en heeft interfaces met andere systemen; het concept van een "onderdeel" beslaat zowel tastbare objecten als ontastbare objecten zoals software of procedures;

(c) "operationeel concept", de specificatie van de criteria voor het operationele gebruik van luchtvaartnavigatieapparatuur en -systemen; hiermee wordt informatie geleverd over de betrokken operationele elementen, de eisen met betrekking tot allen die bij het operationele gebruik daarvan zijn betrokken, de functies van apparatuur op de grond en in de lucht en de benodigde maatregelen om te zorgen voor een veilig en efficiënt luchtverkeersbeheer;

(d) "naadloze werking", de werking van het hele systeem op zodanige wijze dat het vanuit het standpunt van de gebruiker functioneert alsof het één enkel systeem zou zijn;

(e) "essentiële eisen", alle voorwaarden die worden genoemd in bijlage II van deze verordening en waaraan moet worden voldaan door het luchtverkeersbeheernetwerk, en de systemen en hun onderdelen daarvan;

(f) "communautaire specificatie", een Europese norm in de zin van artikel 1 van Richtlijn 98/34/EG of een door EUROCONTROL opgestelde technische specificatie waarvan de referentienummers zijn gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen en waarvan de naleving een vrijwillig karakter heeft;

(g) "uitvoeringsregels", de regels die voor een systeem of deel van een systeem gelden om te kunnen voldoen aan de essentiële eisen en te zorgen voor de naadloze werking van het luchtverkeersbeheernetwerk, met inbegrip van de interoperabiliteit daarvan;

(h) "nationale toezichthoudende instantie", de organisatie of organisaties, gescheiden en functioneel afhankelijk van de luchtvaartnavigatiedienstverleners, die door de lidstaten zijn belast met het toezicht op de luchtvaartnavigatiedienstverleners, in overeenstemming met artikel 5 van Verordening XXX/XX [dienstverleningsverordening];

(i) "upgrading", alle belangrijke wijzigingswerkzaamheden aan een systeem of deel van een systeem waarvoor het nodig is een verificatieverklaring in de zin van artikel 10 van deze verordening op te stellen;

(j) "hernieuwing", alle grotere vervangingswerkzaamheden aan een systeem of deel van een systeem waarvoor het nodig is een verificatieverklaring in de zin van artikel 10 van deze verordening op te stellen.

Deel II

Essentiële communautaire specificaties en uitvoeringsregels

Artikel 4 (Essentiële eisen)

Het Europese ATM-netwerk en de systemen en onderdelen ervan moeten voldoen aan de essentiële eisen van bijlage II van deze verordening.

Artikel 5 (communautaire specificaties)

1. Er bestaat een vermoeden van overeenstemming met de essentiële eisen van bijlage II van deze verordening voor systemen of onderdelen die voldoen aan de relevante communautaire specificaties of delen daarvan waarvan de referentienummers zijn gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

2. Wanneer een lidstaat of de Commissie van mening is dat de overeenstemming met een communautaire specificatie geen overeenstemming garandeert met de essentiële eisen van bijlage II van deze verordening die de betreffende communautaire specificatie geacht wordt te bestrijken, legt de Commissie of de betreffende lidstaat de kwestie voor aan het comité waarnaar in artikel 16, lid 4, van deze verordening wordt verwezen.

3. Wanneer er sprake is van tekortkomingen van Europese normen met betrekking tot de essentiële eisen, kan worden besloten tot gedeeltelijke of volledige verwijdering van de betreffende normen uit de publicaties die deze bevatten of tot wijziging ervan, volgens de procedure van artikel 5 van Richtlijn 98/34/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 juni 1998 betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften [10].

[10] PB L 204 van 21.7.1998, blz. 37-48.

4. Wanneer er sprake is van tekortkomingen van door EUROCONTROL opgestelde technische specificaties met betrekking tot de essentiële eisen, kan worden besloten tot gedeeltelijke of volledige verwijdering van de betreffende specificaties uit de publicaties die deze bevatten of tot wijziging ervan, volgens de procedure van artikel 16, lid 4, van deze verordening.

Artikel 6 (Uitvoeringsregels)

1. Er worden uitvoeringsregels opgesteld:

- voor systemen die van essentieel belang zijn om de doelstellingen van deze verordening te bereiken,

- ter ondersteuning van de gecoördineerde en snelle invoering van nieuwe operationele concepten of technologie in luchtverkeersbeheer.

2. Zo nodig, in het bijzonder voor de behandeling van categorieën van systemen of om bepaalde problemen met prioriteit op te lossen of om de evolutionaire invoering van nieuwe technologie te weerspiegelen, mag een systeem worden bestreken door meer dan één uitvoeringsregel. In dit geval zijn de bepalingen van dit artikel ook van toepassing op het betreffende deel van het systeem. Omgekeerd kan het bereiken van bepaalde operationele prestaties in delen van het netwerk het nodig maken regels op te stellen die eisen stellen aan meer dan één systeem.

3. De systemen moeten voldoen aan de betreffende uitvoeringsregels; deze conformiteit moet tijdens het gebruik van elk systeem voortdurend worden gehandhaafd.

4. Voor zover nodig om te voldoen aan de in artikel 2 gegeven doelstellingen, moet elke uitvoeringsregel:

- alle specifieke eisen voor naadloze werking, met inbegrip van interoperabiliteit, veiligheid of prestaties vaststellen die van wezenlijk belang zijn om de doelstellingen van deze verordening te bereiken;

- per geval de in Besluit 93/465/EEG opgenomen modules of, in voorkomend geval, de specifieke procedures aangeven die moeten worden gehanteerd voor de beoordeling van hetzij de overeenstemming, hetzij de geschiktheid voor het gebruik van de onderdelen die van wezenlijk belang zijn voor naadloos aansluitende operaties, veiligheid of prestaties, alsmede voor de verificatie van de systemen.

5. Wanneer een lidstaat of de Commissie van mening is dat de overeenstemming met een uitvoeringsregel geen overeenstemming garandeert met de essentiële eisen van bijlage II van deze verordening waarvoor de betreffende uitvoeringsregel bedoeld is, legt de Commissie of de betreffende lidstaat de kwestie voor aan het comité waarnaar in artikel 16, lid 2, van deze verordening wordt verwezen.

6. Wanneer er sprake is van tekortkomingen van uitvoeringsregels met betrekking tot de essentiële eisen, kan worden besloten tot gedeeltelijke of volledige verwijdering van de betreffende regels uit de publicaties die deze bevatten, of tot wijziging ervan, volgens de procedure van artikel 16, lid 2, van deze verordening.

Deel III

Procedures

Artikel 7 (Procedures voor communautaire specificaties)

1. Communautaire specificaties bestaan uit hetzij Europese normen, hetzij technische specificaties van EUROCONTROL.

Europese normen worden in opdracht van de Commissie opgesteld door de normalisatie-instellingen in samenwerking met Eurocae en in overeenstemming met de bepalingen van artikel 6, lid 4, van Richtlijn 98/34/EG.

Op bepaalde gespecialiseerde gebieden, met name in verband met zaken die betrekking hebben op de interne coördinatie tussen luchtvaartnavigatiedienstverleners, bijvoorbeeld de procedures, kan de Commissie EUROCONTROL verzoeken technische specificaties op te stellen volgens een lijst die wordt opgesteld volgens de procedure van artikel 16, lid 4, van deze verordening.

2. De Commissie maakt de verwijzingen naar de in lid 1 bedoelde Europese normen bekend in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

3. De verwijzingen naar de in lid 2 bedoelde technische specificaties van EUROCONTROL worden, na raadpleging van het "Comité voor het gemeenschappelijk luchtruim" volgens de procedure van artikel 16, lid 4, van deze verordening, bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Artikel 8 (Procedures voor uitvoeringsregels)

1. Bij de voorbereiding van de in artikel 6 van deze verordening bedoelde uitvoeringsregels kan de Commissie in voorkomend geval EUROCONTROL verzoeken ontwerp-maatregelen op te stellen op basis van een door de Commissie vastgesteld werkprogramma. Er worden uitvoeringsregels goedgekeurd en volgens de procedure van artikel 16, lid 2, van deze verordening aan herziening onderworpen. Zij worden in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen bekendgemaakt.

2. Bij het opstellen, goedkeuren en herzien van uitvoeringsregels wordt rekening gehouden met de geschatte kosten van de technische oplossingen waarmee eraan kan worden voldaan, teneinde de best haalbare oplossing te kunnen vaststellen. Daartoe wordt bij elk ontwerp van uitvoeringsregels een schatting van de kosten en baten van deze oplossingen voor alle betrokkenen alsmede voor het Europese luchtverkeersbeheernetwerk gevoegd.

3. Voor elke uitvoeringsregel die wordt goedgekeurd, wordt de datum van inwerkingtreding vastgesteld volgens de procedure van artikel 16, lid 2, van deze verordening. Wanneer het nodig is dat verschillende betrokkenen tegelijkertijd optreden om te voldoen aan de doelstelling van deze verordening, kan de datum van inwerkingtreding ook een streefdatum zijn waarop alle betrokkenen moeten zijn voorzien van systemen die voldoen aan de betreffende uitvoeringsregel.

Deel IV

Controle van de overeenstemming

Artikel 9 (EG-verklaring van overeenstemming of geschiktheid voor gebruik van onderdelen)

1. Er bestaat een vermoeden van overeenstemming met de essentiële eisen van deze verordening voor de onderdelen, als beschreven in bijlage III van deze verordening, waarvoor een EG-verklaring van overeenstemming of van geschiktheid voor gebruik is afgegeven,.

2. Teneinde de EG-verklaring van overeenstemming of geschiktheid voor gebruik op te stellen, moet de fabrikant of zijn in de Gemeenschap gevestigde gemachtigde vertegenwoordiger, de bepalingen toepassen die zijn vastgelegd in de relevante uitvoeringsregels. Wanneer dit wordt vereist door de uitvoeringsregel, wordt de beoordeling van het onderdeel gecontroleerd door de aangemelde instantie waar de fabrikant of zijn gemachtigde vertegenwoordiger de aanvraag heeft ingediend.

3. Wanneer op onderdelen ook andere communautaire voorschriften betreffende andere aspecten van toepassing zijn, moet de EG-verklaring van overeenstemming of geschiktheid voor gebruik vermelden dat de betrokken onderdelen eveneens aan de eisen van die andere voorschriften voldoen.

Artikel 10 (EG-verklaring van verificatie van systemen)

1. Het in dienst nemen, vernieuwen of upgraden van de systemen die het communautaire luchtverkeersbeheernetwerk uitmaken, is onderworpen aan een controle om na te gaan dat deze systemen zodanig worden ontworpen, ontwikkeld, geïnstalleerd en gebruikt dat wordt voldaan aan de erop betrekking hebbende essentiële eisen wanneer zij in het Europese luchverkeersbeheernetwerk worden geïntegreerd.

2. Voorafgaand aan het in dienst nemen dient de luchtvaartnavigatiedienstverlener bij de betreffende nationale toezichthoudende instantie een EG-verklaring van verificatie in, waarin de overeenstemming met de essentiële eisen wordt bevestigd en die vergezeld gaat van een technisch dossier, waarvan de componenten in bijlage IV van deze verordening worden vermeld. Dit technisch dossier omvat de resultaten van de verificatie door een aangemelde instantie wanneer dit wordt vereist door de van toepassing zijnde uitvoeringsregels.

3. In het geval van upgrading waarbij boordcomponenten zijn betrokken, dienen de luchtruimgebruikers een verklaring betreffende de overeenstemming met de voorschriften van deze verordening in op het ogenblik waarop zij een veiligheidsgoedkeuring door de nationale toezichthoudende instantie aanvragen.

Artikel 11 (Vrijwaringsclausule)

1. Wanneer de nationale toezichthoudende instantie van mening is dat een onderdeel dat is voorzien van de EG-verklaring van overeenstemming of van geschiktheid voor gebruik, of een systeem dat vergezeld gaat van de EG-verklaring van verificatie, wanneer het voor het beoogde doel wordt gebruikt waarschijnlijk niet zal voldoen aan de essentiële eisen, treft zij alle nodige maatregelen om het toepassingsgebied ervan te beperken, het gebruik ervan te verbieden of het uit de markt te nemen. De nationale toezichthoudende instantie stelt de Commissie onmiddellijk in kennis van alle dergelijke maatregelen, en geeft daarbij haar redenen aan, met name of de niet-overeenstemming te wijten is aan:

- het niet voldoen aan de essentiële eisen waarnaar wordt verwezen in bijlage II van deze verordening;

- onjuiste toepassing van de toepassingsregels of communautaire specificaties;

- tekortkomingen in de toepassingsregels of communautaire specificaties.

2. De Commissie treedt zo spoedig mogelijk in overleg met de betrokken partijen. Wanneer de Commissie na dit overleg vaststelt dat de maatregel gerechtvaardigd is, stelt zij de lidstaat die daartoe het initiatief heeft genomen en de overige lidstaten daarvan onmiddellijk in kennis. Wanneer het besluit waarnaar in lid 1 wordt verwezen gerechtvaardigd is door tekortkomingen in de toepassingsregels of communautaire specificaties, wordt de procedure toegepast waarnaar in de artikelen 5 en 6 van deze verordening wordt verwezen. Wanneer de Commissie na dit overleg vaststelt dat de maatregel niet gerechtvaardigd is, stelt zij de lidstaat die daartoe het initiatief heeft genomen, alsmede de fabrikant of diens in de Gemeenschap gevestigde gemachtigde vertegenwoordiger, daarvan onmiddellijk in kennis.

3. Wanneer een onderdeel dat is voorzien van de EG-verklaring van overeenstemming of van geschiktheid voor gebruik, of een systeem dat vergezeld gaat van de verklaring van verificatie niet voldoet aan de voorschriften, neemt de lidstaat passende maatregelen tegen degene die de EG-verklaring van overeenstemming of van geschiktheid voor gebruik, of de EG-verklaring van verificatie heeft opgesteld.

Artikel 12 (Aangemelde instanties)

1. De lidstaten stellen de Commissie en de andere lidstaten in kennis van de instanties die verantwoordelijk zijn voor het uitvoeren van de procedures voor de beoordeling van de overeenstemming of geschiktheid voor gebruik waarnaar in artikel 9 van deze verordening wordt verwezen en de verificatieprocedures waarnaar in artikel 10 van deze verordening wordt verwezen, waarbij zij voor elke instantie het gebied aangeven waarvoor deze verantwoordelijk is, onder vermelding van de van tevoren bij de Commissie aangevraagde identificatienummers. De Commissie maakt de lijst van deze instanties met hun respectieve identificatienummer en de onder hun verantwoordelijkheid vallende gebieden bekend in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen en draagt zorg voor de bijwerking van deze lijst.

2. De lidstaten passen voor de beoordeling van de aan te melden instanties de criteria toe van bijlage V van deze verordening. De instanties die voldoen aan de beoordelingscriteria welke in de relevante Europese normen zijn opgenomen, worden geacht aan de genoemde criteria te voldoen.

3. Indien een instantie niet meer voldoet aan de criteria van bijlage V van deze verordening, trekt de betrokken lidstaat de erkenning van die instantie in. Hij brengt de Commissie en de overige lidstaten daarvan onverwijld op de hoogte.

4. Onverminderd het bepaalde in de leden 1, 2 en 3, mogen de lidstaten besluiten de organisatie(s) die is(zijn) erkend in overeenstemming met artikel 4 van Verordening XXX/XX [dienstverleningsverordening] als aangemelde instantie(s) aan te melden.

Deel V

Slotbepalingen

Artikel 13 (Herziening van de bijlagen)

Om de maatregelen in overeenstemming te brengen met technische ontwikkelingen, met vooruitgang die wordt geboekt bij de definitie van een toekomstig operationeel concept waarnaar in artikel 14 van deze verordening wordt verwezen, mogen aanpassingen worden aangebracht aan de bijlagen I en II van deze verordening volgens de procedure van artikel 10, lid 5, van Verordening XXX/XX [kaderverordening].

Artikel 14 (Invoering van nieuwe technologie en overleg met de industrie)

1. De Commissie werkt aan de definitie van een toekomstig operationeel concept voor tenuitvoerlegging in het kader van deze verordening, teneinde een veilig en efficiënt luchtruimgebruik gedurende alle vluchtfasen tot stand te brengen.

2. Ter ondersteuning van de spoedige invoering van het toekomstig concept waarnaar in lid 1 wordt verwezen, raadpleegt de Commissie betrokkenen, met inbegrip van luchtvaartnavigatiedienstverleners, luchtruimgebruikers en de producerende industrie, teneinde een strategisch beheerprogramma voor de invoering van nieuwe concepten en technologieën in het communautaire luchtverkeersbeheernetwerk tot stand te brengen dat ruime steun geniet.

3. Bij de uitvoering van haar taken kan de Commissie advies inwinnen bij de industrie door middel van het proces waarnaar in lid 2 wordt verwezen, teneinde zich te vergewissen van de haalbaarheid, evenredigheid en kostenefficiëntie van uitvoeringsregels en communautaire specificaties die krachtens deze verordening voor goedkeuring worden ingediend.

Artikel 15 (Overgangsbepalingen)

1. Met ingang van 1 januari 2003 zijn de essentiële eisen van bijlage II van deze verordening van toepassing op het in dienst nemen, vernieuwen en upgraden van systemen en onderdelen van het luchtverkeersbeheernetwerk.

2. Overeenstemming met de essentiële eisen van bijlage II is verplicht voor alle systemen en onderdelen die op 1 januari 2009 in gebruik zijn.

Artikel 16 (Procedures voor het Comité voor het gemeenschappelijk luchtruim)

1. De Commissie wordt bijgestaan door het "Comité voor het gemeenschappelijk luchtruim", zoals bepaald in artikel 7 van Verordening (EEG) nr. XXX/XX [kaderverordening]

2. Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is de regelgevingsprocedure van artikel 5 van Besluit 1999/468/EG van toepassing, met inachtneming van artikel 7, lid 3, en artikel 8 van dat besluit.

3. De in artikel 5, lid 6, van Besluit 1999/468/EG bedoelde termijn bedraagt één maand [11]."

[11] Niet meer dan 3 maanden.

4. Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is de raadplegingsprocedure van artikel 3 van Besluit 1999/468/EG van toepassing, met inachtneming van artikel 7, lid 3, en artikel 8 van dat besluit.

Deel VI

Inwerkingtreding

Artikel 17 (Intrekking van Richtlijn 93/65/EEG van de Raad)

1. Richtlijn 93/65/EEG van de Raad en Richtlijn 97/15/EG van de Commissie van 25 maart 1997 tot bekrachtiging van EUROCONTROL-normen en tot wijziging van Richtlijn 93/65/EEG van de Raad [12] worden hierbij ingetrokken.

[12] PB L 95 van 10.4.1997, blz. 16.

2. De bijlagen I, II en III van Verordening (EG) nr. 2082/2000 van de Commissie van 6 september 2000 tot bekrachtiging van EUROCONTROL-normen en tot wijziging van Richtlijn 97/15/EG [13] worden hierbij goedgekeurd als uitvoeringsregels in de zin van artikel 6 van deze verordening.

[13] PB L 254 van 9.10.2000, blz. 1.

Artikel 18

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, op [...]

Voor het Europees Parlement Voor de Raad

De Voorzitter De Voorzitter

[...] [...]

BIJLAGE I

LIJST VAN LUCHTVAARTNAVIGATIESYSTEMEN

Ten behoeve van deze verordening wordt het luchtverkeersbeheernetwerk onderverdeeld in zeven systemen.

Wanneer dit nodig is wordt onder het systeem niet alleen het deel op de grond verstaan, maar ook de apparatuur die in de lucht wordt meegevoerd en de procedures die betrekking hebben op luchtverkeersbeheeroperaties, en de apparatuur en procedures van luchthavens die betrekking hebben op luchtverkeersbeheeroperaties.

1. Apparatuur en procedures die worden gebruikt voor het verkeersstromenbeheer.

2. Apparatuur en procedures die worden gebruikt voor het luchtruimbeheer.

3. Apparatuur en procedures voor de luchtverkeerscontrole, in het bijzonder voor vluchtgegevensverwerkingssystemen, bewakingsgegevensverwerkingssystemen en de mens/machine-interface.

4. Communicatieapparatuur en -procedures voor communicatie van grond-tot-grond, lucht-tot-grond en lucht-tot-lucht.

5. Navigatieapparatuur en -procedures.

6. Bewakingsapparatuur en -procedures.

7. Apparatuur en procedures voor aëronautische en meteorologische informatie.

BIJLAGE II

ESSENTIËLE EISEN

Deel A: Algemene eisen

1. Naadloze werking

Luchtverkeersbeheersystemen en onderdelen daarvan moeten op zodanige wijze worden ontworpen, gebouwd, onderhouden en geëxploiteerd dat te allen tijde en voor alle vluchtfasen kan worden gezorgd voor de naadloze werking van het luchtverkeersbeheernetwerk in de gehele Gemeenschap. Naadloze werking kan met name worden uitgedrukt in termen van informatie-uitwisseling, een gemeenschappelijk begrip van informatie, vergelijkbare verwerkingsprestaties en de bijbehorende procedures, die gemeenschappelijke operationele prestaties mogelijk maken die zijn overeengekomen voor het geheel of voor delen van het luchtverkeersbeheernetwerk.

2. Ondersteuning van nieuwe operationele concepten

Het luchtverkeersbeheernetwerk en de systemen en onderdelen daarvan moeten op gecoördineerde wijze ondersteuning bieden voor nieuwe overeengekomen operationele concepten die de kwaliteit van luchtvaartnavigatiediensten verbeteren, met name wat betreft veiligheid en capaciteit, terdege rekening houdend met de technologische ontwikkeling en de veilige invoering van die nieuwe concepten.

3. Veiligheid

Met de ontwikkeling van systemen en operaties van het luchtverkeersbeheernetwerk moeten overeengekomen, hoge veiligheidsniveaus worden bereikt. Daartoe moeten overeengekomen veiligheidsbeheermethoden tot stand worden gebracht. Er moet een geharmoniseerde verzameling van veiligheidseisen voor de systemen en hun onderdelen worden gedefinieerd, teneinde de overeengekomen veiligheidsniveaus te kunnen bereiken.

4. Geïntegreerde civiel/militaire operaties

Wanneer dat nodig is voor een efficiënt gebruik van het luchtruim, moeten het luchtverkeersbeheernetwerk en de systemen en onderdelen daarvan ondersteuning bieden voor geïntegreerde civiel/militaire operaties.

5. Milieueisen

Bij de ontwikkeling van systemen en operaties in het luchtverkeersbeheernetwerk moeten in overeenstemming met het van toepassing zijnde communautaire recht de milieueffecten ervan zoveel mogelijk worden beperkt.

6. Systeemconstructiebeginselen

Systemen moeten worden ontworpen, gebouwd en onderhouden op basis van gezonde engineering-beginselen, met name die welke betrekking hebben op een hoge mate van beschikbaarheid, redundantie en foutentolerantie van kritieke onderdelen.

Deel B : Specifieke eisen

1. Apparatuur en procedures die worden gebruikt voor het luchtruimbeheer

1.2. Naadloze werking

Informatie met betrekking tot pre-tactische en tactische aspecten van de beschikbaarheid van luchtruim moet op een correcte en snelle wijze aan alle betrokkenen worden geleverd, teneinde te zorgen voor een efficiënte toewijzing en gebruik van luchtruim door alle luchtruimgebruikers. Hierbij moet rekening worden gehouden met nationale veiligheidseisen.

1.3. Veiligheid

Het ontwerp, de invoering, het onderhoud en het gebruik van apparatuur en procedures voor luchtruimbeheer moeten voldoen aan de van kracht zijnde veiligheidseisen voor de betrokken onderdelen van het netwerk (of de betrokken volumes van het luchtruim).

1.4. Geïntegreerde civiel/militaire operaties

Apparatuur en procedures die worden gebruikt voor luchtruimbeheer dienen de geleidelijke invoering van geïntegreerde civiel/militaire operaties, met name het flexibel gebruik van luchtruim, te ondersteunen en te bevorderen.

2. Apparatuur en procedures die worden gebruikt voor het verkeersstromenbeheer.

2.1 Naadloze werking

Apparatuur en procedures moeten de bidirectionele uitwisseling van correcte, samenhangende en relevante strategische en pre-tactische vluchtinformatie ondersteunen en dialoogcapaciteiten bieden met het oog op een geoptimaliseerd gebruik van het luchtruim.

Er moet worden gezorgd voor de levering van accurate en relevante tactische vluchtinformatie met betrekking tot alle vluchtfasen, teneinde het gebruik van het luchtruim verder te optimaliseren.

2.2. Veiligheid

Om ervoor te zorgen dat de belasting van het netwerk binnen de grenzen blijft die worden voorgeschreven door de normen inzake vliegafstand en veiligheid, moeten de apparatuur en procedures de vraag naar luchtruimgebruik in overeenstemming brengen met de beschikbare luchtruimcapaciteit en daarbij een optimaal gebruik van het luchtruim mogelijk maken.

2.3. Geïntegreerde civiel/militaire operaties

Apparatuur en procedures dienen de geleidelijke invoering van geïntegreerde civiel/militaire operaties, met name het flexibel gebruik van luchtruim, te ondersteunen en te bevorderen.

3. Apparatuur en procedures voor de luchtverkeerscontrole

3.1. Algemene eisen

3.1.1. Systeemconstructiebeginselen

De systemen moeten worden ontworpen, gebouwd en onderhouden op basis van gezonde engineering-beginselen, met name die welke betrekking hebben op modulariteit ter ondersteuning van de onderlinge uitwisselbaarheid van onderdelen.

3.1.2. Veiligheid

De systemen moeten op zodanige wijze worden ontworpen, gebouwd, onderhouden en gebruikt dat een hoog niveau van veiligheid kan worden behouden, zowel onder nominale als onder minder goede operationele omstandigheden, in het bijzonder bij de invoering van een steeds hogere mate van automatisering.

De systemen moeten op zodanige wijze worden ontworpen, gebouwd, onderhouden en gebruikt dat zij bij falen voorzien in een geleidelijke en goedverlopende overgang tussen de nominale niveaus van automatisering en een gereduceerd niveau van automatisering.

3.2. Vluchtgegevensverwerkingssystemen

3.2.1. Naadloze werking

Vluchtgegevensverwerkingssystemen moeten interoperabel zijn ten aanzien van de snelle uitwisseling van juiste en samenhangende informatie, en beschikken over gemeenschappelijke operationele interpretaties van die informatie, teneinde te zorgen voor een samenhangend en consistent planningsproces en voor een efficiënt gebruik van hulpbronnen bij de tactische coördinatie in heel de Gemeenschap gedurende alle vluchtfasen.

Teneinde te zorgen voor een veilige, vloeiend verlopende en snelle verwerking in de gehele Gemeenschap, moeten de prestaties van de verwerking van de vluchtgegevens equivalent zijn en geschikt voor een bepaalde omgeving (oppervlakte, terminal-manoeuvreergebied, en-route), met bekende verkeerskenmerken en gebruikt onder een bepaald operationeel concept, met name wat betreft de nauwkeurigheid en foutentolerantie van de verwerkingsresultaten.

3.2.2. Ondersteuning van nieuwe operationele concepten

Vluchtgegevensverwerkingssystemen dienen geschikt te zijn voor de geleidelijke invoering van geavanceerde operationele concepten voor alle vluchtfasen, met name die welke betrekking hebben op besluitvorming in samenwerkingsverband, verhoogde mate van automatisering en het delegeren van de verantwoordelijkheid inzake vluchtafstand naar de partijen in de lucht.

De kenmerken van de intensief van automatisering gebruik makende gereedschappen moeten zodanig zijn dat zij een samenhangende en efficiënte pre-tactische en tactische verwerking van de vluchtinformatie in delen van het netwerk mogelijk maken.

Systemen op de grond en in de lucht en hun onderdelen ter ondersteuning van besluitvorming in samenwerkingsverband en van het delegeren van de verantwoordelijkheid inzake vluchtafstand naar de partijen in de lucht moeten op zodanige wijze worden ontworpen, gebouwd, onderhouden en gebruikt dat zij interoperabel zijn ten aanzien van de snelle uitwisseling van juiste en samenhangende informatie en beschikken over gemeenschappelijke interpretaties van de actuele en de toekomstige operationele situatie.

3.2.3. Veiligheid

Bij het ontwerpen, bouwen, onderhouden en gebruiken van vluchtgegevensverwerkingssystemen moet een hoge mate van veiligheid worden bereikt, zowel onder nominale als onder minder goede operationele omstandigheden, teneinde het aantal ongevallen of met risico verbonden zijnde incidenten dat aan het luchtverkeersbeheer te wijten is, voor alle vluchtfasen en voor het hele Europese luchtverkeersbeheernetwerk te verminderen.

Voor vangnetten moeten overeengekomen gemeenschappelijke prestatiekenmerken gelden die zijn gebaseerd op de overeengekomen veiligheidsniveaus voor het gehele netwerk of onderdelen daarvan.

3.2.4. Geïntegreerde civiel/militaire operaties

Het ontwerpen, bouwen, onderhouden en gebruiken van vluchtgegevensverwerkingssystemen moet de snelle uitwisseling van juiste en samenhangende informatie tussen civiele en militaire partners ondersteunen voor alle vluchtfasen en voor het gehele Europese luchtverkeersbeheernetwerk, en moet hen zoveel mogelijk een vergelijkbare werkomgeving bieden.

3.3. Systemen voor de verwerking van bewakingsgegevens

3.3.1. Naadloze werking

Systemen voor de verwerking van bewakinggegevens moeten op zodanige wijze worden ontworpen, gebouwd, onderhouden en gebruikt dat wordt voorzien in de vereiste kwaliteit van de dienstverlening binnen een bepaalde omgeving (oppervlakte, terminalmanoeuvreergebied, en-route) met bekende verkeerskenmerken, met name wat betreft de nauwkeurigheid en betrouwbaarheid van de berekende resultaten, en de juistheid, integriteit, beschikbaarheid, continuïteit en actualiteit van de informatie op de werkplaats van de verkeersleider.

Systemen voor de verwerking van bewakingsgegevens moeten voorzien in de snelle onderlinge uitwisseling van relevante, nauwkeurige, consistente en samenhangende informatie teneinde te zorgen voor een optimaal verloop van de operaties in verschillende delen van het netwerk.

3.3.2. Ondersteuning van nieuwe operationele concepten

Het moet mogelijk zijn om in systemen voor de verwerking van bewakingsgegevens nieuwe bronnen van bewakingsinformatie op te nemen naarmate deze beschikbaar komen, op zodanige wijze dat de algemene kwaliteit van de dienstverlening kan worden gegarandeerd.

3.4. Mens/machine-interface

3.4.1. Naadloze werking

Mens/machine-interfaces van op de grond gebaseerde luchtverkeersbeheersystemen moeten op zodanig wijze worden ontworpen, gebouwd, onderhouden en gebruikt dat zij alle verkeersleiders een vergelijkbare werkomgeving bieden.

3.4.2. Veiligheid

Mens/machine-interfaces moeten op zodanige wijze worden ontworpen, gebouwd, onderhouden en gebruikt dat de aan de verkeersleider gegeven taken consistent zijn met de menselijke capaciteiten, zowel onder normale als onder minder goede operationele omstandigheden, op een wijze die verenigbaar is met de vereiste veiligheidsniveaus.

4. Communicatieapparatuur en -procedures voor communicatie van grond-tot-grond, van lucht-tot-grond en van lucht-tot-lucht.

4.1. Naadloze werking

Communicatiesystemen moeten op zodanige wijze worden ontworpen, gebouwd, onderhouden en gebruikt dat de vereiste prestaties worden bereikt binnen een bepaald volume luchtruim of voor een specifieke toepassing, met name wat betreft de verwerkingstijd van de communicatie, de integriteit, de beschikbaarheid en de continuïteit van de functionaliteit.

Het communicatienetwerk in de gehele Gemeenschap moet zodanig zijn dat wordt voldaan aan de eisen ten aanzien van de kwaliteit van de dienstverlening, bedekkingsgebied en redundantie.

4.2. Ondersteuning van nieuwe operationele concepten

Communicatiesystemen moeten de overeengekomen invoering van geavanceerde operationele concepten ondersteunen voor alle vluchtfasen, met name die welke betrekking hebben op besluitvorming in samenwerkingsverband en het delegeren van de verantwoordelijkheid inzake vluchtafstand naar partijen in de lucht.

4.3. Milieueisen

Bij het bepalen van de locatie en bij de exploitatie van op de grond gebaseerde communicatiesystemen moet rekening worden gehouden met milieueisen.

Op de grond gebaseerde communicatiesystemen moeten op zodanige wijze worden ontworpen, gebouwd, geïnstalleerd, onderhouden en gebruikt dat zij elektromagnetisch immuun zijn en geen interferenties veroorzaken met de installaties, apparatuur en openbare of particuliere netwerken in hun normale omgeving.

5. Navigatieapparatuur en -procedures

5.1. Naadloze werking

Navigatiesystemen moeten op zodanige wijze worden ontworpen, gebouwd, onderhouden en gebruikt dat de vereiste horizontale en verticale nauwkeurigheid van de navigatie wordt bereikt voor een bepaalde omgeving (oppervlakte, terminalmanoeuvreergebied, en-route), met bekende verkeerskenmerken en geëxploiteerd in het kader van een bepaald operationeel concept.

5.2. Veiligheid

Navigatiesystemen moeten op zodanige wijze worden ontworpen, gebouwd, onderhouden en gebruikt dat de veiligheid is gegarandeerd op het niveau dat is vastgesteld voor het netwerk of voor delen daarvan, met inbegrip van het niveau dat geldt voor specifieke minder goede operationele omstandigheden.

5.3. Milieueisen

Bij het bepalen van de locatie en bij de exploitatie van op de grond gebaseerde navigatiesystemen moet rekening worden gehouden met milieueisen en moet worden voldaan aan de voorschriften inzake elektromagnetische compatibiliteit.

Op de grond gebaseerde navigatiesystemen moeten op zodanige wijze worden ontworpen, gebouwd, geïnstalleerd, onderhouden en gebruikt dat zij elektromagnetisch immuun zijn en geen interferenties veroorzaken met de installaties, apparatuur en openbare of particuliere netwerken in hun normale omgeving.

6. Bewakingsapparatuur en -procedures

6.1. Naadloze werking

Bewakingssystemen moeten op zodanige wijze worden ontworpen, gebouwd, onderhouden en gebruikt dat daarmee de vereiste minimale scheiding wordt bereikt die van toepassing is voor een gegeven omgeving (oppervlakte, terminalmanoeuvreergebied, en-route) met bekende verkeerskenmerken en gebruikt in het kader van een bepaald operationeel concept, met name wat betreft de nauwkeurigheid op de werkplaats van de verkeersleider, bedekkingsgebied, reikwijdte en kwaliteit van dienstverlening.

Het bewakingsnetwerk in de gehele Gemeenschap moet voldoen aan de eisen met betrekking tot nauwkeurigheid, bedekkingsgebied en redundantie, met inbegrip van de beschikbaarheid van informatie, om te zorgen voor geoptimaliseerde operaties in de verschillende delen van het netwerk.

6.2. Milieueisen

Bij het bepalen van de locatie en bij de exploitatie van op de grond gebaseerde bewakingssystemen moet rekening worden gehouden met milieueisen.

Op de grond gebaseerde bewakingssystemen moeten op zodanige wijze worden ontworpen, gebouwd, geïnstalleerd, onderhouden en gebruikt dat zij elektromagnetisch immuun zijn en geen interferenties veroorzaken met de installaties, apparatuur en openbare of particuliere netwerken in hun normale omgeving.

7. Apparatuur en procedures voor aëronautische en meteorologische informatie

7.1. Naadloze werking

Er moet worden gezorgd voor de geleidelijke beschikbaarheid van nauwkeurige en consistente aëronautische informatie in elektronische vorm op basis van een gemeenschappelijk overeengekomen en genormaliseerd datamodel.

Er moet tijdig worden gezorgd voor de beschikbaarheid van nauwkeurige, volledige en actuele meteorologische informatie op basis van een gemeenschappelijk overeengekomen dataset.

7.2. Ondersteuning van nieuwe operationele concepten

Er moet voor worden gezorgd dat tijdig nauwkeurige, volledige en actuele aëronautische informatie beschikbaar komt en wordt gebruikt ter ondersteuning van de voortdurende verbetering van de efficiency van het luchtruimgebruik.

Er moet voor worden gezorgd dat tijdig nauwkeurige, volledige en actuele meteorologische informatie beschikbaar komt en wordt gebruikt ter ondersteuning van de voortdurende verbetering van de efficiency van het luchtruimgebruik.

7.3. Veiligheid

Er moet tijdig worden gezorgd voor de uitwisseling van nauwkeurige en consistente aëronautische informatie, met name tussen onderdelen of systemen in de lucht en op de grond.

BIJLAGE III

ONDERDELEN

EG-verklaring

- van overeenstemming

- van geschiktheid voor gebruik

1. Onderdelen

De EG-verklaring is van toepassing op de onderdelen die van essentieel belang zijn om de doelstellingen van deze verordening te bereiken. Deze onderdelen worden omschreven in de uitvoeringsregels in overeenstemming met de bepalingen van artikel 6 van deze verordening.

2. Werkingssfeer

De EG-verklaring beslaat:

- hetzij de beoordeling door een aangemelde instantie (of instanties) van de intrinsieke overeenstemming met de communautaire specificaties van een onderdeel, geïsoleerd beschouwd,

- hetzij de beoordeling door een aangemelde instantie (of instanties) van de geschiktheid voor gebruik van een onderdeel, beschouwd binnen de luchtverkeersbeheeromgeving.

De beoordelingsprocedures die worden toegepast door de aangemelde instanties bij de ontwerp- en productiefasen, worden gebaseerd op de modules die zijn gedefinieerd in Besluit 93/465/EEG, in overeenstemming met de voorwaarden waarnaar in de uitvoeringsregels wordt verwezen.

3. Inhoud van de EG-verklaring

De EG-verklaring van overeenstemming of geschiktheid voor gebruik en de begeleidende documenten moeten worden gedateerd en ondertekend.

De verklaring moet worden geschreven in dezelfde taal als de instructies en dient het volgende te bevatten:

- verwijzing naar de verordening en in voorkomend geval naar andere toegepaste communautaire voorschriften;

- naam en adres van de fabrikant of van zijn in de Gemeenschap gevestigde gemachtigde vertegenwoordiger (geef de handelsnaam en het volledige adres en, in het geval van een gemachtigde vertegenwoordiger, tevens de handelsnaam van de fabrikant);

- beschrijving van het onderdeel;

- beschrijving van de procedure die is gevolgd om de overeenstemming of de geschiktheid voor gebruik vast te stellen (artikel 9 van deze verordening);

- alle relevante beschrijvingen waaraan het onderdeel voldoet, met name de gebruiksvoorwaarden;

- indien van toepassing, naam en adres van de aangemelde instantie of instanties die betrokken zijn bij de procedure voor het vaststellen van de overeenstemming of geschiktheid voor gebruik, alsmede de datum van het beproevingscertificaat, voor zover van toepassing samen met de geldigheidsduur en -voorwaarden van het certificaat;

- indien van toepassing, verwijzing naar de gevolgde communautaire specificaties;

- aanwijzing van een tot ondertekening gemachtigd persoon die namens de fabrikant of diens in de Gemeenschap gevestigde gemachtigde vertegenwoordiger van de fabrikant verplichtingen mag aangaan.

BIJLAGE IV

SYSTEMEN

EG-verklaring van verificatie van systemen

Verificatieprocedure voor systemen

1. Inhoud van de verklaring van verificatie van systemen

De EG-verklaring van verificatie en de begeleidende documenten moeten worden gedateerd en ondertekend.

De verklaring moet worden geschreven in dezelfde taal als het technisch dossier en dient het volgende te bevatten:

- verwijzing naar de verordening en in voorkomend geval naar andere toegepaste communautaire voorschriften;

- naam en adres van de fabrikant of van zijn in de Gemeenschap gevestigde gemachtigde vertegenwoordiger (geef de handelsnaam en het volledige adres en in het geval van een gemachtigde vertegenwoordiger, tevens de handelsnaam van de fabrikant);

- een korte beschrijving van het systeem;

- beschrijving van de procedure die is gevolgd om de overeenstemming vast te stellen (artikel 10 van deze verordening);

- indien van toepassing, naam en adres van de aangemelde instantie die de verificatieprocedure heeft uitgevoerd;

- de referenties van de documenten die in het technisch dossier zijn opgenomen;

- indien van toepassing, verwijzing naar communautaire specificaties;

- alle van toepassing zijnde tijdelijke of definitieve bepalingen waaraan de systemen moeten voldoen en met name, voor zover van toepassing, alle eventuele operationele beperkingen of voorwaarden;

- indien tijdelijk: geldigheidsduur van de EG-verklaring;

- naam van de ondertekenaar.

2. Verificatieprocedure voor systemen

De verificatie van systemen is de procedure waarmee een luchtvaartnavigatiedienstverlener, dan wel een aangemelde instantie wanneer dit wordt voorgeschreven door de van toepassing zijnde uitvoeringsregel, controleert en verklaart dat een systeem:

- voldoet aan deze verordening,

- voldoet aan andere communautaire voorschriften,

en in gebruik mag worden genomen.

Het systeem wordt gecontroleerd in elk van de volgende fasen:

- algemeen ontwerp,

- ontwikkeling en integratie van het systeem, met name de assemblage van onderdelen en algemene aanpassingen,

- operationele systeemintegratie.

Wanneer hierbij een aangemelde instantie is betrokken, stelt deze een certificaat van overeenstemming op voor de contractsluitende partij of voor de in de Gemeenschap gevestigde gemachtigde vertegenwoordiger daarvan. De contractsluitende partij stelt dan de verklaring van verificatie op ten behoeve van de nationale toezichthoudende instantie.

3. Technisch dossier

Het technisch dossier dat de verklaring van verificatie vergezelt, moet alle noodzakelijke documenten bevatten met betrekking tot de kenmerken van het systeem, met inbegrip van de voorwaarden en beperkingen betreffende het gebruik, alsmede, voor zover van toepassing, de documenten ter certificatie van de overeenstemming van de onderdelen.

De volgende documenten dienen er ten minste in te worden opgenomen:

- Verwijzing naar de relevante onderdelen van de technische specificaties die bij de aankoop werden gebruikt en die zorgen voor overeenstemming met de van toepassing zijnde uitvoeringsregels, en, voor zover van toepassing, de communautaire specificaties.

- Lijst van onderdelen die essentieel zijn voor naadloze werking, veiligheid of prestaties, zoals bedoeld in artikel 6 van deze verordening.

- Afschriften van de EG-verklaringen van overeenstemming of geschiktheid voor gebruik die in overeenstemming met artikel 9 van de verordening bij de hierboven genoemde onderdelen moeten worden geleverd en, indien van toepassing, een afschrift van de verslagen van de tests en proeven die door de aangemelde instanties zijn uitgevoerd.

- Wanneer een aangemelde instantie betrokken was bij de verificatie van het systeem (of systemen), een door die instantie ondertekend certificaat dat verklaart dat het systeem voldoet aan deze verordening en waarin alle punten van voorbehoud worden vermeld die tijdens de uitvoering van de activiteiten zijn opgetekend en later niet zijn ingetrokken.

- Wanneer er geen aangemelde instantie bij was betrokken, een verslag over de tests en de installatieconfiguraties waarvan gebruik werd gemaakt om na te gaan of er sprake was van overeenstemming met de essentiële eisen en alle eventuele bijzondere eisen uit de relevante uitvoeringsregels.

4. Indiening

Het technisch dossier moet bij de verklaring van verificatie worden gevoegd die de contractsluitende partij naar de nationale toezichthoudende instanties stuurt.

Een afschrift van het technisch dossier moet worden bewaard door de contractsluitende partij gedurende de gehele periode waarin het systeem in gebruik is. Dit moet naar elke andere lidstaat worden gezonden die daarom vraagt.

BIJLAGE V

AANGEMELDE INSTANTIES

1. De instantie, de directeur daarvan en het met de controles belaste personeel mogen noch rechtstreeks, noch als gemachtigden betrokken zijn bij het ontwerp, de fabricage, de marketing of het onderhoud van de onderdelen of systemen of bij het gebruik ervan. Uitwisseling van technische informatie tussen de fabrikant of constructeur en de instantie wordt door deze bepaling niet uitgesloten.

2. De instantie en het personeel dat met de controles is belast, dienen de controles met de grootst mogelijke beroepsintegriteit en technische bekwaamheid uit te voeren; zij dienen vrij te zijn van elke pressie en beïnvloeding, met name van financiële aard, die hun beoordeling of de uitkomst van hun keuring kan beïnvloeden, inzonderheid door personen of groepen die belang hebben bij de resultaten van de controles.

3. De instantie dient te beschikken over het nodige personeel en de nodige middelen om de met de uitvoering van de controles verbonden technische en administratieve taken op passende wijze te vervullen; tevens dient de instantie toegang te hebben tot het nodige materiaal voor bijzondere controles.

4. Het personeel dat met de keuring is belast, moet beschikken over:

- solide technische en beroepsopleiding,

- voldoende kennis van de vereisten met betrekking tot de keuringen die zij uitvoeren en voldoende ervaring met dergelijke opdrachten,

- de vereiste vaardigheid en kennis om de verklaringen, testrapporten en verslagen waarmee wordt aangetoond dat de keuringen werden uitgevoerd op te stellen.

5. De onpartijdigheid van het personeel dat met de controle is belast moet gewaarborgd zijn. Hun bezoldiging mag niet afhangen van het aantal uitgevoerde keuringen, noch van de resultaten van die keuringen.

6. De instantie dient te beschikken over een wettelijke aansprakelijkheidsverzekering, tenzij de aansprakelijkheid ervan in overeenstemming met nationaal recht door de staat wordt overgenomen, of wanneer de lidstaat zelf rechtstreeks verantwoordelijk is voor de keuringen.

7. Het personeel van de instantie is gebonden aan het beroepsgeheim met betrekking tot alle informatie die het verkrijgt bij de uitvoering van zijn taken in het kader van deze verordening.

EFFECTBEOORDELINGSFORMULIER HET EFFECT VAN HET VOORSTEL OP HET BEDRIJFSLEVEN MET SPECIALE AANDACHT VOOR HET MIDDEN- EN KLEINBEDRIJF (MKB)

Titel van het voorstel

Voorstel voor de totstandbrenging van een gemeenschappelijk Europees luchtruim

referentienummer van het document

Niet van toepassing

Voorstel

1. Waarom is, gelet op het subsidiariteitsbeginsel, communautaire wetgeving op dit gebied noodzakelijk en wat zijn de voornaamste doelstellingen-

De prestaties van het Europese ATM-systeem (Air Traffic Management) zijn in de afgelopen jaren steeds slechter geworden, en in 1999 bereikten de vertragingen in het luchtverkeer catastrofale proporties, waarbij één op de drie vluchten vertraging ondervond, met een gemiddelde vertraging van 20 minuten. Ongeveer de helft van deze vertragingen werd geweten aan de ATM-sector. De redenen voor de vertragingen hebben te maken met de buitensporige versnippering van de systemen, procedures en planning tussen de lidstaten en hun nationale dienstverlener. Hieruit blijkt dat de levering van luchtverkeersbeheerdiensten niet zodanig is georganiseerd dat kan worden voldaan aan Europese eisen en dat er sprake is van steeds terugkerende structurele problemen die het onmogelijk maken op korte termijn en op efficiënte wijze in nieuwe capaciteit te voorzien.

De hoofddoelen van deze communautaire wetgeving zijn:

- herstructureren van de regelingen voor de levering van luchtvaartnavigatiediensten teneinde te zorgen voor een goede scheiding tussen de regelgevende en dienstverlenende functies;

- de Gemeenschap in staat te stellen regelgevende verantwoordelijkheden op zich te nemen op het gebied van veiligheid, prestaties, economie, interoperabiliteit en luchtruim;

- een optimale samenwerking te garanderen tussen alle betrokkenen in deze sector en met name om de civiel/militaire betrekkingen te verbeteren, hetgeen moet leiden tot uniforme processen voor de planning, het ontwerp, het beheer en de toewijzing van Europees luchtruim;

- een verbeterde samenwerking te verzekeren met andere internationale organisaties en staten buiten de Gemeenschap bij een bredere aanpak van ATM-kwesties.

Effect op het bedrijfsleven

2. Waarop is het voorstel van invloed-

De gehele luchtvaartgemeenschap: nationale luchtvaartinstanties, organisaties van ATM-dienstverleners, luchtvaartondernemingen, exploitanten van luchthavens en de producerende industrie, waaronder zowel leveranciers van "third party"-software als van hardware-componenten vallen.

- Welke bedrijfstakken-

Voornamelijk de luchtvaartnavigatiedienstensector.

Welke bedrijfsomvang (met welk aandeel van kleine en middelgrote bedrijven)-

Leveranciers van luchtvaartnavigatiediensten en fabrikanten van apparatuur zijn in het algemeen grote organisaties met duizenden werknemers. De jaarlijkse pan-Europese lopende kosten bedragen 4 miljard euro. De typische investeringskosten voor één enkele grote dienstverlener bedragen tussen 800 miljoen euro en 1,5 miljard euro over een periode van tien jaren.

Zijn er bijzondere geografische gebieden van de Gemeenschap waar deze bedrijven voorkomen-

Nee

3. Wat moeten de bedrijven doen om aan de voorgestelde wetgeving te voldoen-

De meeste bedrijven of ondernemingen zullen er geen invloed van ondervinden. Verbeterde normalisatieprocessen zullen echter een verbetering inhouden van de rentabiliteit voor de fabricerende industrie, naarmate de ATM-productlijnen verder worden geharmoniseerd.

De status van luchtvaartnavigatiedienstverlener zal echter veranderen, naarmate hun steeds grotere economische belang erkenning vindt. De regelgevende of met het openbaar belang verband houdende functies zullen worden gescheiden van de leveranciers en opnieuw worden gebundeld bij nationale toezichthoudende instanties en bij de Gemeenschap.

4. Welke economische gevolgen zal het voorstel waarschijnlijk hebben-

De herstructurering van de ATM-sector is opgezet om de efficiency en effectiviteit van deze sector te verbeteren, de vertragingen te verminderen en de productiviteit te verhogen via een verhoogde mate van automatisering. Een kwantitatieve indicatie van de economische voordelen kan worden gegeven. De totale economische kosten die zijn verbonden met de vertragingen werden geschat op 6 miljard euro in 1999.

Dit houdt in dat een verlaging met 10% van door ATM veroorzaakte vertragingen de totale economische kosten zal verminderen met een bedrag dat kan oplopen tot 600 miljoen euro per jaar. Er zijn dus aanzienlijke baten mogelijk die zullen leiden tot een verbeterd gebruik van vloten, lagere rechtstreekse exploitatiekosten voor luchtvaartmaatschappijen en minder tijd die wordt verloren door passagiers, bedrijven enz. Er zullen ook minder externe kosten zijn, met name die welke zijn verbonden met milieuvervuiling bij luchthavens.

5. Bevat het voorstel maatregelen om rekening te houden met de bijzondere situatie van kleine en middelgrote bedrijven (minder zware of andere eisen enz.)-

Niet rechtstreeks, maar de luchtvaartnavigatiedienstverleners zullen zich zakelijker gaan opstellen in hun managements- en aankoopstrategieën. Dit zal de tendens versterken om onderzoek en ontwikkeling van nieuwe hulpmiddelen te concentreren op het verhogen van de ATM-productiviteit. Naar verwachting zullen nieuwe investeringen worden gestimuleerd en zullen de grote fabrikanten nieuwe "hoogtechnologische" producten ontwikkelen, waarvan kleine/middelgrote gespecialiseerde "third party" softwarebedrijven waarschijnlijk zullen kunnen profiteren.

Raadpleging

6. Geef een overzicht van de organisaties die over het voorstel zijn geraadpleegd en zet hun standpunten in grote lijnen uiteen.

Na de goedkeuring van de mededeling van de Commissie over de totstandbrenging van het gemeenschappelijk Europees luchtruim werd een groep op hoog niveau van de lidstaten ingesteld om de kwesties te bestuderen en aanbevelingen voor veranderingen te doen. De groep op hoog niveau werd voorgezeten door de vice-voorzitter van de Commissie, mevrouw De Palacio, en kwam in de loop van het jaar 2000 bijeen. Daarnaast werd ook een industrieel overlegforum (Industry and Consultation Board) ingesteld met een goede representatieve vertegenwoordiging van alle onderdelen van de luchtvaartindustrie, zoals: Association of European Airlines (AEA) , International Air Carrier Association (IACA), European Regional Airlines Association (ERA), International Council of Aircraft Owner and Pilot Associations (IAOPA), European Business Aviation Association (EBAA), European Association of Aerospace Industries (AECMA), European Organisation for Civil Aviation Equipment (EUROCAE), International Air Transport Association (IATA), European Cockpit Association (ECA), Airport Council International (ACI), International Federation of Air Traffic Controllers' Associations (IFATCA), International Federation of Airline Pilots Association (IFALPA), Federation of Air Transport User Representatives in Europe (FATURE), European Transport Workers' Federation (ETF), Air Traffic Controllers European Union Co-ordination (ATCEUC) en International Federation of Air Traffic Safety Engineers Association (IFATSE).

Het verslag van de groep op hoog niveau inzake het gemeenschappelijk Europees luchtruim werd in november 2000 afgesloten.

Top