Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52001DC0677

    Verslag van de Commissie aan de Raad over de contingenteringsregeling voor de productie van aardappelzetmeel

    /* COM/2001/0677 def. */

    52001DC0677

    Verslag van de Commissie aan de Raad over de contingenteringsregeling voor de productie van aardappelzetmeel /* COM/2001/0677 def. */


    VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD over de contingenteringsregeling voor de productie van aardappelzetmeel

    (door de Commissie ingediend)

    1. Inleiding: noodzaak van het verslag

    Krachtens artikel 3, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1868/94 van de Raad van 27 juli 1994 tot vaststelling van een contingenteringsregeling voor de productie van aardappelzetmeel [1] moet de Commissie uiterlijk 31 oktober 2001 bij de Raad een verslag indienen over de contingentverdeling in de Gemeenschap, indien nodig vergezeld van passende voorstellen. In dit verslag moet rekening worden gehouden met eventuele wijzigingen in de compensatiebedragen en met de ontwikkeling van de markt voor aardappelzetmeel en van de markt voor graanzetmeel.

    [1] PB L 197 van 30.7.1994, blz. 4.

    In artikel 3, lid 2, van dezelfde verordening is bepaald dat de Raad op grond van artikel 37 van het Verdrag, uiterlijk op 31 december 2001 en vervolgens om de drie jaar, op basis van het in lid 1 bedoelde verslag, een beslissing neemt over de verdeling van het driejaarlijkse contingent over de lidstaten.

    De huidige contingenten zijn vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 1868/94 tot en met het einde van het verkoopseizoen 2001/02 (juni 2002).

    2. De contingenteringsregeling

    De regeling inzake prijzen en directe steun voor aardappelzetmeel is opgenomen in de marktordening voor granen (Verordening (EEG) nr. 1766/92 van de Raad [2]).

    [2] PB L 181 van 1.7.1992, blz. 21.

    Aardappelzetmeel is een rechtstreekse concurrent van graanzetmeel. Gelet op de in de graansector geldende productiebeperkingen, met name door braaklegging, en de stijging van de productie van aardappelzetmeel in het begin van de jaren '90 heeft de Raad de productie van aardappelzetmeel vanaf 1995/96 aan banden gelegd door de invoering van een contingenteringsregeling (Verordening (EG) nr. 1868/94), die het volgende omvat:

    - er wordt een contingent per lidstaat vastgesteld, dat vervolgens verder wordt verdeeld in subcontingenten per aardappelzetmeelfabrikant,

    - aardappeltelers ontvangen een betaling per ton zetmeel die de aan de aardappelzetmeelfabrikant geleverde hoeveelheid aardappelen oplevert; deze betaling is vergelijkbaar met de betaling per hectare voor granen,

    - de aardappelzetmeelfabrikanten ontvangen een premie voor het toegewezen subcontingent, ter compensatie van bepaalde nadelen van structurele aard voor de aardappelzetmeelindustrie ten opzichte van de graanzetmeelproducenten (minder bijproducten die voor extra inkomsten kunnen zorgen, kortere productieperiode, hogere kosten voor de verwerking van afvalstoffen); de premie wordt betaald op voorwaarde dat de fabrikant aan de aardappeltelers de minimumprijs voor de voor zetmeelproductie bestemde aardappelen heeft betaald.

    De zetmeelfabrikanten moeten met de aardappeltelers ieder jaar teeltcontracten sluiten om overschrijdingen van het subcontingent te voorkomen; in deze contracten worden met name de geraamde hoeveelheid te leveren zetmeel en de door de zetmeelfabrikant te betalen minimumprijs vastgelegd; een zetmeelfabrikant mag geen aardappelen afnemen die niet onder het teeltcontract vallen. Er geldt een flexibiliteit van 5%, maar de hoeveelheid geproduceerd aardappelzetmeel die het subcontingent overschrijdt, moet vóór 1 januari na het einde van het betrokken verkoopseizoen in ongewijzigde staat zonder restitutie uit de Gemeenschap worden geëxporteerd.

    De toepassingsvoorwaarden zijn vastgesteld in Verordening (EG) nr. 97/95 van de Commissie [3] waarin nadere uitleg wordt gegeven over verschillende aspecten, zoals de inhoud van een teeltcontract, het minimale zetmeelgehalte van de aardappelen, de bepaling van het gewicht en het zetmeelgehalte van aardappelen bij levering aan de aardappelzetmeelfabrikant, de bepalingen betreffende de uitvoer zonder restitutie, de voorwaarden betreffende controles en de bijbehorende sancties, de toepasselijke regels in geval van fusie, overdracht en aanvang of beëindiging van activiteiten van aardappelzetmeelfabrikanten.

    [3] PB L 16 van 24.1.1995, blz. 3.

    3. Besluiten in het kader van Agenda 2000

    Verordening (EG) nr. 1868/94 is gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1252/1999 van de Raad [4] als onderdeel van de besluiten over prijzen in het kader van Agenda 2000, samen met de vaststelling van de minimumprijs en van het bedrag van de betaling aan de aardappeltelers als bedoeld in artikel 8 van Verordening (EG) nr. 1766/92 van de Raad, zoals gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1253/1999 van de Raad [5]; de compensatie voor de prijsdaling in de aardappelzetmeelsector is vastgesteld op een hoger niveau dan die in de graanzetmeelsector, waarbij het evenwicht op de begroting is gewaarborgd door de bij Verordening (EG) nr. 1868/94 voor de verkoopseizoenen 2000/01 en 2001/02 vastgestelde contingenten te verlagen.

    [4] PB L 160 van 26.6.1999, blz. 15.

    [5] PB L 160 van 26.6.1999, blz. 18.

    De minimumprijs en het bedrag van de betaling aan de aardappeltelers, die zijn vastgesteld in artikel 8 van Verordening (EG) nr. 1766/92 van de Raad, kunnen vanaf het verkoopseizoen 2002/03 worden aangepast (tussentijdse aanpassing van Agenda 2000) op grond van de laatste verlaging van de interventieprijs voor granen.

    4. Ontwikkeling van de aardappelzetmeelproductie en -contingenten

    In onderstaande tabellen 1 en 2 wordt een overzicht gegeven van de productie van aardappelzetmeel in het kader van de contingenteringsregeling, en van de verschillende contingenten per lidstaat.

    Tabel 1 Ontwikkeling van de aardappelzetmeelproductie in het kader van de contingenteringsregeling(1)

    x 1000 ton

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    (1) Zoals gedefinieerd in Verordening (EG) nr. 1868/94 en Verordening (EG) nr. 97/95, met inbegrip van de maximale flexibiliteit van 5%, en met uitzondering van de zonder restitutie uitgevoerde hoeveelheden.

    Bron: Mededelingen van de lidstaten overeenkomstig artikel 20 van Verordening (EG) nr. 97/95.

    Tabel 2 Ontwikkeling van de voor de aardappelzetmeelproductie vastgestelde contingenten

    x 1000 ton

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    (1) Van de reserve van 110.000 ton is 104 554 ton toegewezen.

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    Bron: Artikel 2 van Verordening (EG) nr. 1868/94 van de Raad, laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1252/1999 (Agenda 2000).

    Sinds in 1996/97 ook de reserve voor Duitsland in aanmerking is genomen (om rekening te kunnen houden met de productie die het gevolg was van niet terug te draaien investeringsverbintenissen van vóór 31 januari 1994), varieert de aardappelzetmeelproductie nog maar zeer weinig, van 1,8 tot 1,9 miljoen ton per jaar, behalve in 1998/99, toen de productie als gevolg van ongunstige klimatologische omstandigheden daalde tot 1,66 miljoen ton.

    Over de hele periode is de productie dicht bij de hoeveelheid van het contingent gebleven, met de volgende minimale en maximale afwijking:

    1998/99 : - 11% als gevolg van de slechte weersomstandigheden

    2000/01 : + 2% door de verlaging van het contingent (Agenda 2000) en de gunstige weersomstandigheden

    Het verkoopseizoen 2000/01 is tamelijk voorspoedig verlopen: volgens bronnen in de sector hebben vanwege de rijke zetmeelaardappeloogst en de gunstige marktvooruitzichten als gevolg van de betrekkelijk kleine voorraden aan het begin van het seizoen, verscheidene aardappelzetmeelfabrikanten gebruik gemaakt van de op grond van artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1868/94 toegestane flexibiliteit van 5%; bovendien hebben verscheidene aardappelzetmeelfabrikanten meer geproduceerd dan de beschikbare contingenten, zodat zij deze hoeveelheden overeenkomstig artikel 6, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1868/94 vóór 1 januari 2002 zonder restitutie moeten uitvoeren (totaal van de betrokken hoeveelheden: 15 000 t).

    De eerste gegevens over het verkoopseizoen 2001/02 duiden op een daling van de zetmeelaardappelproductie als gevolg van de minder gunstige weersomstandigheden; bijgevolg zal de aardappelzetmeelproductie naar verwachting lager uitvallen dan de contingenten, zelfs na de verlaging op basis van de in het kader van de flexibiliteit tijdens het voorgaande verkoopseizoen gebruikte hoeveelheden; de markt ziet er volgens bronnen in de sector minder gunstig uit, met name door de grotere voorraden aan het begin van het seizoen.

    Tabel 3 en de grafiek hieronder geven een overzicht voor de gehele EU van de ontwikkeling van de aardappelzetmeelproductie ten opzichte van het contingent. Met uitzondering van de verkoopseizoenen 1995/96 en 1998/99 (slechte weersomstandigheden) lag de productie dicht bij het vastgestelde contingent.

    Tabel 3 Ontwikkeling van de productie en van het basiscontingent voor aardappelzetmeel

    x

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    1000 ton

    Grafiek: Ontwikkeling van de productie en van het basiscontingent voor aardappelzetmeel

    >REFERENTIE NAAR EEN GRAFIEK>

    5. Ontwikkeling van de sector voor aardappelzetmeel en graanzetmeel

    5.1. Uitvoer van aardappelzetmeel en graanzetmeel

    Een groot deel van de productie van de sector aardappelzetmeel en graanzetmeel, met inbegrip van afgeleide producten, wordt afgezet op de wereldmarkt.

    De onderstaande twee tabellen schetsen de ontwikkeling van de uitvoer voor de belangrijkste producten van de sector.

    Tabel 4a is een uittreksel uit de gegevensbank van EUROSTAT/COMEXT; bepaalde hoeveelheden zijn echter buiten beschouwing gelaten vanwege hun in statistisch opzicht vertrouwelijke aard.

    Tabel 4a Ontwikkeling van de uitvoer van aardappelzetmeel en graanzetmeel

    x 1000 t zetmeelequivalent

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    Bron: EUROSTAT/COMEXT.

    Tabel 4b bevat een andere evaluatie op basis van de mededelingen door de lidstaten aan DG LANDBOUW (uitvoercertificaten voor de producten van bijlage I van het Verdrag) enerzijds en aan DG ONDERNEMINGEN (betaling van uitvoerrestituties voor producten die niet onder bijlage I van het Verdrag vallen) anderzijds.

    Tabel 4b Ontwikkeling van de uitvoer van aardappelzetmeel en graanzetmeel

    x 1000 ton zetmeelequivalent

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    Bronnen: - voor zetmeel "in ongewijzigde staat" en glucose: DG LANDBOUW / lidstaten, uitvoercertificaat aanvragen,

    - voor gemodificeerd zetmeel: DG ONDERNEMINGEN / lidstaten, maandelijkse mededelingen over betalingen.

    Volgens tabel 4b is de totale betrokken uitvoer gestegen van ongeveer 1,1 miljoen ton in 1995 tot 1,4 miljoen ton in 2000, met alleen een achteruitgang in 1996 en 1999. De twee belangrijkste categorieën zijn "zetmeel in ongewijzigde staat", met een stijging van 0,5 tot 0,6 miljoen ton, en "gemodificeerd zetmeel", dat hoofdzakelijk op basis van aardappelzetmeel en maïszetmeel wordt geproduceerd, en waarvan de productie is gestegen van 0,4 tot meer dan 0,5 miljoen ton over dezelfde periode; de uitvoer van glucose, hoofdzakelijk geproduceerd op basis van maïs- en tarwezetmeel, is tussen 1995 en 2000 gestegen van 0,2 tot 0,3 miljoen ton.

    De uitvoer van aardappelzetmeel en daarvan afgeleide producten is gedurende de betrokken periode gestegen, met een duidelijk grotere vraag naar specifieke producten.

    Er zijn ook bepaalde hoeveelheden aardappelzetmeel en graanzetmeel geëxporteerd in de vorm van verschillende producten (andere dan gemodificeerd zetmeel) die niet onder bijlage I vallen; aangezien het echter om zeer uiteenlopende producten gaat, zijn deze in de tabellen 4a en 4b buiten beschouwing gelaten.

    5.2. De productie van aardappelzetmeel en graanzetmeel

    Tabel 5 Ontwikkeling van de productie van aardappelzetmeel en graanzetmeel (raming)

    x miljoen ton

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    Bronnen: - voor graanzetmeel: Vereniging van Graanzetmeelproducenten van de EU,

    - voor aardappelzetmeel: mededelingen van de lidstaten overeenkomstig artikel 20 van Verordening (EG) nr. 97/95, met inbegrip van de productie buiten de contingenten, met name verliezen door producten van een mindere dan de bij Verordening (EG) nr. 97/95 vastgestelde kwaliteit.

    Sinds 1995/96 groeit de productie van graan- en aardappelzetmeel in de Gemeenschap gemiddeld ongeveer 5% per jaar, hoofdzakelijk dankzij het tarwezetmeel; aangezien de productie van aardappelzetmeel wordt beperkt door de contingenteringsregeling, daalt het aandeel van het aardappelzetmeel in de totale productie van zetmeelproducten langzaam maar zeker tot onder de 25%.

    6. Voorstel

    Op basis van de gegevens van dit verslag, met name wat het marktevenwicht tussen aardappelzetmeel en graanzetmeel betreft, stelt de Commissie voor de in 2001/02 geldende contingenten voor een periode van drie jaar te handhaven.

    Overeenkomstig artikel 3, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1868/94 van de Raad moet de Commissie uiterlijk 31 oktober 2001 bij de Raad een verslag indienen over de contingentverdeling in de Gemeenschap, indien nodig vergezeld van passende voorstellen. De Commissie wil er echter aan herinneren dat de Rekenkamer onlangs, namelijk op 1 oktober 2001, een verslag over de aardappelzetmeel- en graanzetmeelsector heeft gepubliceerd. In dit verslag heeft de Rekenkamer opmerkingen gemaakt en aanbevelingen gedaan die de Commissie nu zorgvuldig bestudeert om hieraan gevolg te kunnen geven. Gelet op de uiterste datum van 31 oktober is het echter niet mogelijk gebleken de analyse te voltooien en daaruit de nodige conclusies te trekken, zodat de Commissie deze gegevens en de op grond daarvan wellicht noodzakelijke verbeteringen nog niet in dit verslag en in het voorstel voor een verordening heeft kunnen verwerken.

    Ook heeft de Commissie opdracht gegeven voor de studie over de zetmeelsector; waaraan nu nog wordt gewerkt; de Commissie verwacht dat het eindrapport in de komende maanden beschikbaar zal zijn. Zodra dit rapport gepubliceerd is, zal de Commissie dus ook daarmee rekening moeten houden en er de nodige conclusies aan moeten verbinden.

    Verder wil de Commissie eraan herinneren dat in artikel 8 van Verordening (EG) nr. 1766/92 van de Raad, zoals gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1253/1999 van de Raad, is bepaald dat de minimumprijs en de compensatiebedragen voor aardappeltelers moeten worden bijgesteld op grond van de laatste verlaging van de interventieprijs voor granen in het kader van Agenda 2000 (tussentijdse beoordeling).

    Het voorstel om de contingenten te handhaven wordt derhalve gedaan onder voorbehoud van eventueel op basis van bovengenoemde, nog te bestuderen verslagen noodzakelijke maatregelen.

    Top