Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52000DC0790(02)

    Report from the Commission to the Council and the European Parliament in accordance with Article 35 of Regulation (EEC) No 1600/92 - Report on the progress made in the implementation of Poseima from 1992 to 1998

    52000DC0790(02)




    VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD EN HET EUROPEES PARLEMENT OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 35 - VAN VERORDENING (EEG) nr. 1600/92 - Verslag 1992-1998 over de vorderingen bij de tenuitvoerlegging van POSEIMA

    (door de Commissie ingediend)

    INLEIDING

    1. Sociaal-economische situatie

    1.1. Enkele algemene gegevens

    1.2. Gegevens met betrekking tot de landbouw

    2. Uitvoering van de kaderverordening voor de landbouwmaatregelen van POSEIMA

    2.1. Specifieke bevoorradingsregeling

    2.2. Steun voor agrarische producten van de Azoren en Madeira

    2.2.1. Gemeenschappelijke maatregelen voor beide regio's

    2.2.2. Maatregelen voor de productie op Madeira

    2.2.3. Maatregelen voor de productie op de Azoren

    2.3. Overige maatregelen

    2.3.1. Logo

    2.4. Budgettaire gegevens

    2.5. Uitzonderingsmaatregelen op structureel gebied

    2.6. Fytosanitaire maatregelen

    3. Maatregelen in het kader van het EOGFL-Oriëntatie

    4. Conclusies

    BIJLAGE 1 Specifieke bevoorradingsregeling

    BIJLAGE 2 Ontwikkeling van specifieke steunmaatregelen voor de lokale landbouwe

    BIJLAGE 3 Uitzonderingsmaatregelen op structureel gebied

    BIJLAGE 4 Maatregelen op fytosanitair gebied

    BIJLAGE 5 Maatregelen in het kader van het EOGFL-Orientatie

    INLEIDING

    1. Krachtens de Toetredingsakte van Portugal tot de Europese Gemeenschappen zijn vanaf het moment van toetreding de verdragsbepalingen en het gemeenschappelijk beleid, met name op landbouwgebied, integraal en onmiddellijk van toepassing op de autonome gebieden de Azoren en Madeira, enkele specifieke uitzonderingen in de toepassing van het gemeenschappelijk beleid daargelaten.

    In een bij de Toetredingsakte gevoegde gemeenschappelijke verklaring hebben de lidstaten de instellingen van de Gemeenschap uitgenodigd bijzondere aandacht te schenken aan het ontwikkelingsbeleid voor beide eilandengroepen.

    2. Bij Besluit nr. 91/315/EEG van de Raad van 26 juni 1991 [1] is een programma van speciaal op het afgelegen en insulaire karakter van de Madeira en de Azoren afgestemde maatregelen (POSEIMA) ingevoerd. Dit programma beoogt bij de toepassing van het gemeenschappelijk beleid voor de verschillende beleidsterreinen rekening te houden met de specifieke problemen die deze beide eilandengroepen kenmerken: de insulaire aard, de afgelegen ligging, de geringe oppervlakte, het moeilijke reliëf en klimaat, de economische afhankelijkheid van bepaalde producten, en de kleine lokale markten die verspreid over de regio het economische en sociale leven van deze ultraperifere regio's bepalen.

    [1] PB L 191 van 29-6-1991, blz. 5.

    3. Als symbool voor de solidariteit van de Gemeenschap met deze zeer afgelegen regio's, die absoluut noodzakelijk is voor een betere integratie in de interne markt, is POSEIMA opgezet als referentiekader voor de toepassing van het gemeenschappelijk beleid in deze beide regio's. Het is gebaseerd op het tweeledige beginsel dat de Azoren en Madeira deel uitmaken van de Gemeenschap, maar dat tegelijkertijd hun regionale identiteit, die verband houdt met hun bijzondere geografische ligging, wordt erkend.

    4. Teneinde een realistische inpassing van de Azoren en Madeira in de Gemeenschap mogelijk te maken, is in het kader van POSEIMA in de landbouw- en levensmiddelensector besloten tot een aantal acties die er met name op gericht zijn deze regio's gemakkelijker te kunnen bevoorraden en bepaalde lokale productieactiviteiten te ontwikkelen of in stand te houden. Dankzij dit programma kunnen acties in het kader van het GLB worden aangepast aan de specifieke problemen van de landbouwproductie op de Azoren en Madeira.

    5. Te dien einde heeft de Raad op 15 juni 1992 een kaderverordening [2] vastgesteld houdende specifieke maatregelen voor bepaalde landbouwproducten ten behoeve van de Azoren en Madeira. Deze maatregelen worden uitgevoerd via een groot aantal uitvoeringsverordeningen van de Commissie.

    [2] Verordening (EEG) nr. 1600/92 van de Raad, PB L 173 van 27-6-1992.

    6. Bovendien heeft de Gemeenschap, rekening houdende met het economische en sociale belang van bananen voor Madeira, bijzondere aandacht geschonken aan deze traditionele bedrijfskolom door specifieke structurele maatregelen uit voeren voordat Verordening (EEG) nr. 404/93 van de Raad (GMO in de bananensector) en de toepassingsverordeningen van de Commissie waren vastgesteld.

    7. In de gemeenschappelijke verklaring betreffende de ultraperifere gebieden van de Gemeenschap, die aan het Verdrag betreffende de Europese Unie is gehecht, is de aanpak van POSEIMA bekrachtigd. Aan het Verdrag van Amsterdam is een nieuw artikel toegevoegd, artikel 299, lid 2, dat van toepassing is op ultraperifere regio's en waarmee het specifieke kader dat de Gemeenschap op deze regio's kan toepassen, een permanent karakter krijgt. Dit verdrag is op 1 mei 1999 in werking getreden.

    8. In 1994 heeft de Commissie, overeenkomstig titel VI van POSEIMA en artikel 35 van Verordening (EEG) nr. 1600/92 een eerste verslag 1992/93 [3] bij de Raad en het Parlement ingediend over de vorderingen bij de tenuitvoerlegging van POSEIMA.

    [3] COM(94)476 def. van 9-12-1994.

    9. De Portugese autoriteiten hebben bij de Commissie verslagen met betrekking tot de uitvoering van dit programma en verzoeken om wijzigingen van Verordening (EEG) nr. 1600/92 van de Raad ingediend.

    10. In het kader van SEM 2000 heeft de Commissie een externe adviseur aangewezen om een evaluatieverslag op te stellen over het landbouwonderdeel van het POSEIMA-programma.

    11. Nu het programma acht jaar is uitgevoerd, is het dienstig per maatregel een totaalbalans op te stellen van de uitvoering en toepassing van elk van de bepalingen op landbouwgebied. In dit document wordt die balans opgesteld. Daarbij is rekening gehouden met de opgedane ervaring en de effecten van de gerealiseerde actie.

    12. Er zij op gewezen dat sommige van deze maatregelen golden voor beide eilandengroepen en andere specifiek voor één van beide.

    1. Sociaal-economische situatie

    1.1. Enkele algemene gegevens

    De Azoren

    De Azoren is een eilandengroep in het Noordelijk deel van Atlantische Oceaan, meer dan 1 500 km ten westen van Lissabon, halverwege Noord-Amerika en Europa. De Azoren bestaan uit 9 hoofdeilanden; de afstand tussen de verst van elkaar verwijderde eilanden bedraagt 560 km. Het grootste eiland is São Miguel (757 km ), gevolgd door Pico (446 km ) en Terceira (402 km ). De totale oppervlakte van de archipel bedraagt 2 335 km .

    Doordat het klimaat zeer vochtig is en het er veel waait, zijn het groene eilanden, die uitsluitend langs de kuststroken worden bewoond en bebouwd, en die vanaf een hoogte van 300 tot 400 m zijn bedekt met weiden en bossen.

    Het aantal inwoners bedraagt ongeveer 245 000. De gemiddelde bevolkingsdichtheid is hoog (105 inwoners per km ), maar varieert per eiland. Op de Azoren zijn geen grote steden. Er zijn slechts twee agglomeraties met meer dan 10 000 inwoners: Ponta Delgada op het eiland São Miguel, en Angra do Heroismo op het eiland Terceira. De bevolking woont over het algemeen verspreid.

    Het regionaal BBP (bruto binnenlands product) per inwoner bedraagt de helft van het gemiddelde in Europa (in 1996). Het werkloosheidspercentage bedraagt 7,2%.

    Het toerisme is nog onvoldoende ontwikkeld, ook al wordt er elk jaar accommodatie bijgebouwd. De beroepsbevolking in de verschillende sectoren en het economische gewicht daarvan zijn:

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    Madeira

    De vulkanische archipel Madeira heeft een oppervlakte van 795 km en bestaat uit twee bewoonde eilanden, Madeira en Porto Santos, en daarnaast een aantal onbewoonde eilanden (de Desertas en de Selvagens). De archipel ligt middenin de Atlantische Oceaan, op 1000 km vanaf Lissabon en op 600 km van de Marokkaanse kust.

    De eilanden hebben een subtropisch, naar het mediterrane neigend klimaat, dat sterk wordt beïnvloed door de golfstroom.

    De 260 000 inwoners tellende bevolking is geconcentreerd op het eiland Madeira (98%): de bevolkingsdichtheid is zeer hoog: 324 inwoners per km .

    Het toerisme, dat zich concentreert in de hoofdstad van de archipel, Funchal (48 000 inwoners), is van oudsher de belangrijkste sector van de economie.

    Het BBP per inwoner bedraagt 54% van het gemiddelde in Europa en het werkloosheidspercentage is 5,5%.

    De beroepsbevolking in de verschillende sectoren en het economisch gewicht daarvan zijn:

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    1.2. Gegevens met betrekking tot de landbouw

    De Azoren

    De landbouwsector neemt in de economie van de Azoren een zeer belangrijke plaats in. Nadelige factoren hierbij zijn echter dat de landbouwgronden nog altijd sterk versnipperd zijn, dat de bedrijven klein zijn en dat zij moeten werken met te weinig en te gebrekkige apparatuur. De archipel telt ongeveer 18 000 agrarische bedrijven met een totale oppervlakte van 136 000 hectare, waarvan slechts 8% akkerbouw op percelen beneden de 300 meter; daarboven liggen permanente weidegronden en bossen. De agrarische bedrijven bestaan uit een aantal percelen (variërend van 3,5 op São Miguel tot 32 op Corvo) en de helft van de landbouwgrond wordt gepacht.

    De landbouw op de Azoren wordt vooral gekenmerkt door extensieve rundveehouderij op de weilanden, die 88% van de oppervlakte cultuurgrond (OCG) beslaan. De dierlijke productie levert 82% van de eindproductie van de landbouw, met als belangrijkste producten koemelk (60% van de agrarische eindproductie), gevolgd door rundvlees en export van kalveren.

    De belangrijkste gewassen zijn voedergewassen (met name maïs, 5 500 ha), druiven, aardappelen (1 500 ha), suikerbieten en tabak; in sommige gebieden wordt ook tamelijk veel ananas en thee verbouwd (São Miguel).

    Madeira

    De landbouw op Madeira wordt sterk bepaald door het reliëf: 88% van het grondgebied heeft hellingen van meer dan 16% (65% van het grondgebied hellingen van meer dan 25%). Dit berglandschap is te verdelen in 3 landbouwzones, afhankelijk van de hoogte: in de laagst gelegen gebieden (de beschutte kustgebieden) worden bananen en andere subtropische vruchten verbouwd; in de tweede zone worden wijn en tuinbouwgewassen verbouwd op de hellingen, en de hoogst gelegen gebieden worden gebruikt voor de teelt van maïs en fruit.

    Tot het niveau waarop landbouwgewassen kunnen worden geteeld (700 m hoogte), wordt de grond zeer intensief benut: er zijn ongeveer 17 000 bedrijven met samen een totale oppervlakte van ongeveer 13 000 ha, waarvan 7 500 ha cultuurgronden.

    Deze zeer kleine bedrijven (gemiddelde oppervlakte cultuurgrond = 0,43 ha) bestaan gemiddeld uit drie percelen; deze versnippering vormt een groot nadeel, want hierdoor kan niet worden gewerkt met een tractor en soms zelfs niet met een trekdier. Het zijn voornamelijk zeer arbeidsintensieve familiebedrijven, met gemiddeld 2,75 arbeidsjaareenheden per hectare cultuurgrond.

    De meeste bedrijven richten zich op eigen consumptie en verhandelen meestal slechts 50% van hun productie.

    Het gebied heeft een gunstig klimaat voor de groei van een zeer rijke schakering van landbouwproducten, ondanks dat het er elk jaar gedurende 3 tot 6 maanden niet regent. Omdat het er 's zomers zelden regent, moet de landbouw gebruik maken van irrigatie. Dankzij een zeer fijnmazig leidingennetwerk staat Madeira bovenaan op de nationale ranglijst van geïrrigeerde landbouwgronden (75% van de cultuurgrond).

    De plantaardige productie is duidelijk het belangrijkst (72% van de eindproductie van de landbouw): met name wijnbouw (2 200 ha), subtropische gewassen, zoals bananen (1 600 ha), ananas en suikerriet, maar er worden ook aardappelen en bloemen geteeld (30 ha); dit zijn de belangrijkste handelsproducten. In de veeteelt ligt het zwaartepunt bij intensieve productie, pluimvee en varkens (geen voedergewassen en weidegronden).

    Naast de structurele problemen en de sterke versnippering van het aanbod veroorzaken in deze op plantaardige producten gerichte en dus per definitie intensieve teelt ook de afgelegen ligging en het insulaire karakter aanzienlijk hogere kosten van de productiefactoren dan elders.

    2. Uitvoering van de kaderverordening voor de landbouwmaatregelen van POSEIMA

    2.1. Specifieke bevoorradingsregeling

    De specifieke bevoorradingsregeling erop gericht de bevoorrading van deze regio's te garanderen en het effect van de extra kosten voor de bevoorrading met landbouwproducten af te zwakken. Deze kosten zijn een gevolg van de insulaire aard en de afgelegen ligging van de regio's. Deze regeling is ontworpen om te voorzien de verbruiksbehoeften van de bevolking en om productie- en verwerkingsactiviteiten te helpen ontwikkelen; zij is erop gericht de landbouwactiviteiten en de plaatselijke verwerkingsindustrie in stand te houden en verder te ontwikkelen door de kosten van landbouwproductiemiddelen te verlagen.

    Beschrijving van de regeling

    Voor elk verkoopseizoen wordt een voorzieningsbalans opgesteld voor de landbouwproducten die van essentieel belang zijn voor de voeding en/of de verwerkende industrie op de eilandengroepen vermeld in bijlage I (Azoren) en II (Madeira) van de verordening. Daarbij wordt rekening gehouden met de behoeften van de lokale markt en met de lokale productie. De hoeveelheden producten waarvoor de specifieke bevoorradingsregeling geldt, worden regelmatig herzien naarmate de behoeften op de eilanden veranderen. De behoeften van industrieën die producten die zijn bestemd voor de lokale markten of die van oudsher worden uitgevoerd, verwerken of verpakken, kunnen worden geraamd in afzonderlijke voorzieningsbalansen.

    Teneinde op efficiënte wijze invulling te geven aan de doelstelling van POSEIMA om tot in het stadium van de eindgebruiker lagere prijzen te bewerkstelligen door leveranciers van verschillende oorsprong met elkaar te laten concurreren, worden uit derde landen geïmporteerde producten krachtens deze regeling vrijgesteld van douanerechten en wordt levering van deze producten uit de andere lidstaten mogelijk gemaakt tegen voorwaarden die voor de eindgebruiker vergelijkbaar zijn met het uit bovengenoemde vrijstelling voortvloeiende economische voordeel.

    Bijzondere aandacht wordt besteed aan de economische effecten, met name om te waarborgen dat de toegekende voordelen worden doorgegeven.

    De producten waarvoor de specifieke bevoorradingsregeling geldt, mogen niet opnieuw worden geëxporteerd of doorgestuurd naar de rest van de Gemeenschap. Als de producten worden verwerkt op de eilandengroepen, geldt het verbod echter niet voor zendingen of traditionele export. In dat geval wordt er geen enkele restitutie toegekend.

    De uitvoeringsbepalingen van de specifieke bevoorradingsregeling zijn vastgesteld in Verordening (EEG) nr. 1696/92 van de Commissie van 30 juni 1992 [4].

    [4] PB L 179 van 1-7-1992, blz. 6.

    De lidstaat moet zelf alle passende maatregelen nemen om te controleren of het toegekende voordeel inderdaad wordt doorgegeven. Daartoe kan deze eventueel de door de betrokken handelaren toegepaste winstmarges beoordelen. Om er zeker van te zijn dat het toegekende voordeel wordt doorgegeven, moet een zekerheid worden gesteld; deze wordt terugbetaald na de controles die in het hele afzettraject worden uitgevoerd tot bij de verkoop aan de landbouwers of bij de industrieën waaraan de steun wordt toegekend.

    De Portugese autoriteiten verstrekken de Commissie regelmatig gegevens om haar in staat te stellen het hele verloop te controleren en de voorzieningsbalansen af te stemmen op de behoeften van de eilanden.

    Bevindingen en analyses:

    Het gebruik van de regeling verschilt per regio.

    Op de Azoren zijn de producten waarvoor de specifieke bevoorradingsregeling geldt - met uitzondering van rijst voor direct verbruik - voornamelijk bestemd voor de verwerkende industrie: ruwe bietsuiker (raffinage), graan (meelproductie), mout (brouwerij) en gerst en maïs (diervoeders).

    Op Madeira is echter een aanzienlijk groter gedeelte van de productie bestemd voor rechtstreeks verbruik (rijst, plantaardige oliën, suiker, varkens- en rundvlees en melkproducten).

    Bovendien geldt de specifieke bevoorradingsregeling ook voor de levering van fokdieren die afkomstig zijn uit de Gemeenschap (artikel 4): Daarbij wordt steun verleend voor de levering van vermeerderingskuikens, broedeieren en raszuivere fokrunderen, varkens, schapen en geiten. Deze maatregelen zijn bedoeld om deze productietakken te consolideren of op gang te brengen, zodat de lokale productie kan worden versterkt door de productiekosten terug te dringen en de geringe zelfvoorzieningsgraad kan worden verhoogd.

    In Verordening (EEG) nr. 1600/92 wordt voor Madeira tevens voorzien in tijdelijke bevoorrading (verkoopseizoenen 1992/93 tot 1995/96) via een specifieke regeling voor: pootaardappelen (GN-code 0701 10 00) en mestrunderen voor consumptie in de archipel.

    De maatregel is in juni 1996 komen te vervallen, zonder dat de lokale productie zich voldoende heeft ontwikkeld om in de lokale behoeften te kunnen voorzien. In afwachting van de conclusies van de evaluatie en teneinde te voorkomen dat de toepassing van deze maatregel abrupt zou worden afgebroken, is deze door de Raad voorlopig verlengd tot 30 juni 1997 [5].

    [5] Verordening (EG) nr. 2348/96 van de Raad, PB L 320 van 11-12-1996.

    Op grond van de ervaring met de specifieke bevoorradingsregeling in de periode van 1992/93 tot 1997/98 kunnen een aantal constateringen worden gedaan en analyses worden gemaakt. De belangrijkste statistische gegevens zijn opgenomen in bijlage 1. De genoemde gebruikspercentages zijn gebaseerd op de verhouding certificaten/voorzieningsbalans.

    -Het belang van de specifieke bevoorradingsregeling blijkt uit het relatieve aandeel hiervan in de totale programma-uitgaven; deze bedraagt ongeveer 70%, maar dit percentage verschilt per regio: op Madeira vertegenwoordigt de regeling 94% van de uitgaven (6% voor specifieke productieondersteuning), terwijl deze beide soorten uitgaven op de Azoren ongeveer even hoog zijn (50%).

    -In elk geval geven de kosten van de specifieke bevoorradingsregeling sinds 1995 een dalende lijn te zien. Deze daling is toe te schrijven aan de daling van de steun per eenheid voor communautaire producten.

    Sinds de wijzigingen als gevolg van de hervorming van het GLB en van de communautaire verplichtingen na recente GATT-overeenkomsten (Uruguay-ronde), en met de geleidelijke verkleining van de verschillen tussen de wereldmarktprijzen en de prijzen in de Europese Unie, is de steun per eenheid bij de bevoorrading met communautaire producten, die met name gebaseerd is op exportprijzen, voor een bepaald aantal producten afgenomen. In 1995/96 is aanzienlijk minder steun verleend en voor bepaalde granen, met name zachte tarwe, is de steun zelfs tot nul gedaald. Deze ontwikkeling heeft ongerustheid doen ontstaan ten aanzien van de doelstelling om de extra kosten te ondervangen en zo de productiekosten te verlagen.

    -De Commissie heeft de effecten van deze veranderingen in de internationale context beheerd binnen de grenzen van de huidige wetgeving. Voorts heeft zij in het kader van SEM 2000 door externe adviseurs evaluaties laten uitvoeren m.b.t. de moeilijkheden bij de toepassing van de specifieke bevoorradingsregeling en de verslagen van de Commissie aan de Raad en aan het parlement over de toepassing van de betrokken regelingen laten voorbereiden.

    -In het externe evaluatierapport over het landbouwonderdeel van POSEIMA is geconcludeerd dat de mogelijkheden van Verordening (EEG) nr. 1600/92 van de Raad niet kunnen waarborgen dat bij de nieuwe marktsituaties het belangrijkste doel van de bijzondere bevoorradingsregeling, namelijk het opvangen van de extra kosten van deze regio's, wordt bereikt. Het ontbreekt aan objectieve normen om het economische effect van de afgelegenheid en het insulaire karakter van deze regio's te kwantificeren: de huidige berekeningsmethode voor steun aan communautaire producten leidt in bepaalde gevallen tot te hoge vergoedingen in vergelijking tot de extra bevoorradingskosten, terwijl in andere gevallen de steun achterblijft bij het bedrag van de extra kosten.

    -Vanuit economisch oogpunt kan worden vastgesteld dat de regeling heeft bijgedragen aan een daling van de prijzen in de beide eilandengroepen: op Madeira worden prijscontroles verricht overeenkomstig de auditnormen van de openbare sector en het door de Commissie opgestelde algemene model voor het controleren van de begunstigden van het EOGFL-garantie (Verordening (EEG) nr. 4045/89 van de Raad); op de Azoren worden contractueel overeengekomen prijsregelingen en de vastgestelde winstmarges gecontroleerd door de Inspectie Economische Activiteiten. In het algemeen wordt bij de prijsstelling rekening gehouden met de steun in het kader van de specifieke bevoorradingsregeling.

    Er hebben zich enkele problemen voorgedaan met de werking van de regeling; er zijn met name verschillen tussen de op sommige balansen vermelde ramingen en behoeften. Dit is toe te schrijven aan het feit dat wordt gewerkt op basis van ontoereikende statistische gegevens (waarin geen rekening wordt gehouden met bepaalde handelstransacties tussen Portugal en de autonome regio's), dat de situatie in het begin administratief zeer ingewikkeld was en dat het consumptiepatroon zowel kwantitatief als kwalitatief is gewijzigd. De problemen zijn weggewerkt, maar het is toch zaak dat de uitvoeringsbepalingen die zijn vastgesteld in Verordening (EEG) nr. 1696/92 van de Commissie [6] worden gewijzigd.

    [6] PB L 179 van 1-7-1992, blz. 6.

    2.2. Steun voor agrarische producten van de Azoren en Madeira

    POSEIMA voorziet in steunmaatregelen voor de productie, verwerking en afzet van landbouwproducten om traditionele activiteiten te behouden en te versterken of de diversificatie van producten te stimuleren. In sommige gevallen worden deze steunmaatregelen aangevuld met de specifieke bevoorradingregeling (productiemiddelen en fokdieren).

    De kosten van deze specifieke maatregelen ten behoeve van de lokale productie, ongeveer 30% van de totale programmakosten, zijn anders verdeeld: op Madeira is deze regeling voornamelijk ten goede gekomen aan de productie van consumptieaardappelen (72% van de steun) (bananen komen niet in aanmerking). Op de Azoren komen de maatregelen voornamelijk ten goede aan de rundveeteelt (74%) en de ananasteelt (19%).

    2.2.1. Gemeenschappelijke maatregelen voor beide regio's

    In de sector fruit, groenten, bloemen en levende planten (hoofdstukken 6, 7 en 8), alsmede voor thee (hoofdstuk 9) van de gecombineerde nomenclatuur, wordt een steunbedrag per hectare toegekend aan producenten die een programma van initiatieven uitvoeren gericht op de ontwikkeling en/of de diversificatie van de productie en/of de verbetering van de kwaliteit (artikel 11).

    De hoogte van de steun is maximaal 500 EUR als de inbreng van de lidstaat ten minste 300 EUR en die van de producenten ten minste 200 EUR bedraagt. Voorts moeten deze initiatieven passen in programma's met een looptijd van ten minste drie jaar, die een oppervlakte van ten minste 0,3 ha beslaan.

    De steunmaatregelen gelden niet voor de productie van bananen en consumptieaardappelen op Madeira en evenmin voor de productie van pootaardappelen en ananas op de Azoren.

    De toepassingsprocedures blijken in administratief opzicht log en de structuur en de steunbedragen hebben niet het gewenste stimulerend effect gehad.

    De maatregel is niet toegepast.

    In dezelfde sector wordt, teneinde het in de handel brengen op de gemeenschappelijke markt van op de eilanden geoogste producten te bevorderen, steun verleend voor de sluiting van seizoencontracten tussen enerzijds individuele producenten of groeperingen daarvan en anderzijds in de rest van de Gemeenschap gevestigde marktdeelnemers (artikel 12). De steun wordt verleend voor ten hoogste 3 000 ton per product per jaar voor elk van beide regio's. Het toegekende steunbedrag bedraagt 10% van de waarde van de in de handel gebrachte productie, franco gebied van bestemming geleverd (13% in het geval van joint ventures van producenten uit de regio en marktdeelnemers uit de rest van de Gemeenschap, die zich gedurende minimaal drie jaar in het samenwerkingsverband hebben verenigd). De balans van deze maatregel wordt samengevat in bijlage 2, tabel 1.

    De maatregel wordt door producenten in het algemeen positief beoordeeld, ondanks dat het moeilijk is contracten voor drie jaar op te stellen. Van deze mogelijkheid is geen gebruik gemaakt.

    De Gemeenschap draagt bij aan de financiering van een economische studie over de situatie en de vooruitzichten in de sector verwerkte groenten en fruit, met name tropische vruchten, in de beide eilandengroepen (artikel 13). Deze studie, die nog niet is uitgevoerd, zal naar verwachting helpen de knelpunten in de sector te identificeren en als basis dienen om deze sector verder te ontwikkelen. Er is gesproken over de mogelijkheid de financiering door de Gemeenschap, die thans voor de beide regio's wordt gecombineerd, te splitsen en aan elke regio individueel toe te wijzen ten behoeve van twee afzonderlijke en specifieke studies. Bovendien zou de studie zich ook op de sector verse groenten en fruit kunnen richten en niet alleen maar op verwerkte producten.

    2.2.2. Maatregelen voor de productie op Madeira

    In de veehouderijsector, en met name de sector rundvlees, voorziet de regeling in steunmaatregelen die erop gericht zijn een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van producten die afkomstig zijn van de traditionele veehouderij op Madeira, binnen de grenzen van de lokale consumptiebehoeften in de archipel, die aan de hand van een periodieke balans worden geraamd. Naast de bevoorrading met raszuivere fokrunderen en de tijdelijke bevoorrading met dieren die ter plaatse worden gemest (zie de specifieke bevoorradingsregeling), wordt op basis van deze maatregelen een bedrag van 48,3 EUR toegekend bovenop de basispremie voor het mesten van mannelijke runderen en de premie voor het aanhouden van zoogkoeien (artikel 14). De balans van de toepassing van dit artikel is vermeld in Bijlage 2, tabel 2.

    De steunmaatregel voor het mesten van mannelijke runderen is geleidelijk ingevoerd, maar de steunmaatregel voor zoogkoeien is door de veehouders weinig gebruikt. Dit is voornamelijk te wijten aan de structurele beperkingen van de sector, die zich kenmerkt door een zeer gering aantal dieren per bedrijf en zich grotendeels richt op melkproductie als voornaamste bron van inkomsten en eigen consumptie. Dit soort traditionele veeteelt reageert slechts in zeer geringe mate op nieuwe economische omstandigheden. Dit heeft ertoe geleid dat het doel van de aanvullingen op de runderpremies: "doeltreffende stimulering van de lokale productie", niet is bereikt. Invoer van vers rundvlees, waarvoor steun is verleend via de specifieke bevoorradingsregeling, is voor een deel in de plaats gekomen van lokale rundvleesproductie. De samenvattende balans van de ontwikkeling van de rundveesector in de archipel is opgenomen in bijlage 2, tabel 3.

    De in artikel 14 vastgestelde maatregelen hebben niet kunnen verhinderen dat de lokale productie van rundvlees tussen 1993 en 1998 met 17% is gedaald; en ook al lijkt die negatieve ontwikkeling tijdens de laatste verkoopseizoenen tot stilstand te zijn gekomen, toch komt de toename van de consumptie van vers vlees ten opzichte van die van diepgevroren vlees niet ten goed aan de lokale productie.

    Melkfabrieken ontvangen voor een hoeveelheid die nodig is om te voorzien in de consumptiebehoeften in de archipel steun voor de menselijke consumptie van ter plaatse vervaardigde verse koemelkproducten. Het steunbedrag ligt, na de agromonetaire aanpassingen thans op 8,14 EUR per 100 kg (artikel 15). De ontwikkeling van de maatregel is te zien in bijlage 2, tabel 4.

    De lokale melkproductie is in deze periode gedaald als gevolg van de vermindering van het aantal melkkoeien. De consumptie betreft in toenemende mate via de specifieke bevoorradingsregeling geïmporteerde producten; die invoer is tussen 1993 en 1997 met 18% toegenomen. De steun voor de melkfabriek was niet voldoende om het evenwicht tussen externe bevoorrading en lokale productie in stand te houden. De producentenprijs is vrijwel constant gebleven en de maatregel heeft steeds minder effect, omdat hij slechts op een klein gedeelte van de in de regio geproduceerde melk van toepassing is. Deze sector heeft te kampen met structurele problemen.

    Er wordt forfaitaire steun per hectare verleend voor de teelt van consumptieaardappelen betaald voor een maximale afgeoogste oppervlakte van 2 000 hectare per jaar (artikel 16). Het jaarlijkse steunbedrag bedraagt thans 596 EUR per hectare. De ontwikkeling van de maatregel is te zien in bijlage 2, tabel 5.

    De maatregel is volledig benut en heeft voor een zeer groot aantal begunstigden uitermate positief uitgewerkt. Zij heeft geleid tot een aanzienlijke stijging van de inkomsten van de aardappeltelers en van de reële verbetering van hun concurrentievermogen. Als gevolg van de structuur van de bedrijven en daarbij het nadeel van de zeer steile hellingen kan de teelt niet worden gemechaniseerd. Dit betekent dat de werkzaamheden zeer arbeidsintensief zijn en dat de productiekosten zeer hoog zijn (de regionale autoriteiten hebben gesignaleerd dat in de aardappelteelt de standaard bruto marge 9,3% lager is dan nationaal).

    Suikerriet wordt op Madeira op kleine percelen, waarop al het werk met de hand wordt verricht, geteeld voor de productie van suikerstroop (Mel de cana) of "rhum agricole" (ambachtelijk geproduceerde rum).

    Voor de teelt van suikerriet wordt in het kader van de uitvoering van een door de Portugese autoriteiten ingediend herstructureringsplan ter verbetering van de plantages, forfaitaire steun per hectare toegekend. De steun wordt betaald aan individuele planters of aan groeperingen of verenigingen van planters. Vanaf het zesde jaar waarin de regeling geldt, wordt de steun uitsluitend overgemaakt aan groeperingen of verenigingen van planters (artikel 17).

    De Gemeenschap financiert de voor steun in aanmerking komende uitgaven naar rata van 60% indien de overheid een bijdrage van ten minste 15% levert. Als deze bijdrage kleiner is, wordt de communautaire financiering dienovereenkomstig verminderd. Tabel 6 in bijlage 2 toont de ontwikkeling van de maatregel.

    Er wordt steun verleend voor directe verwerking van suikerriet tot suikerstroop of "rhum agricole". De steun wordt, naar gelang van het geval, uitgekeerd aan de fabrikant van suikerstroop of de distilleerder op voorwaarde dat deze aan de suikerrietproducent een nader te bepalen minimumprijs heeft betaald. De steun wordt toegekend voor een jaarproductie van maximaal 250 ton suikerstroop en 2500 hl "rhum agricole" van 71,8% (artikel 18). De ontwikkeling van de maatregel is weergegeven in bijlage 2, tabel 7.

    Beide maatregelen hebben een positieve uitwerking gehad, die heeft geleid tot verbetering van het concurrentievermogen, van de bruto inkomen van de telers en verhoging van de productie; dit ondanks het feit dat over de desbetreffende periode het aantal gevallen waarin steun is verleend geleidelijk is afgenomen.

    Deze toename van de rietsuikerproductie (22% tussen 1994 en 1997) kwam voornamelijk tot uitdrukking in een toename van de stroopproductie, een sector die thans meer dan 60% van het geproduceerde suikerriet verwerkt, terwijl de verwerking tot "rhum agricole" is afgenomen (hoewel de steun per verwerkte eenheid riet in het geval van rum veel hoger ligt).

    De wijnbouwsector op Madeira kent vier soorten steun :

    -er worden drie soorten steun verleend om de productie van Madeira-wijn te steunen; de steun voor de hoeveelheden die nodig zijn om de traditionele productie van deze regio in stand te houden (artikel 21),

    -er wordt forfaitaire steun per hectare toegekend voor de instandhouding van de teelt van wijnstokrassen voor de productie van "v.q.p.r.d."-wijnen in de traditionele productiegebieden (artikel 22).

    Voor het verzoeten van de likeurwijn wordt steun verleend om elders in de Gemeenschap geconcentreerde gerectificeerde most te kopen. Bij de vaststelling van het bedrag wordt rekening gehouden met de uit de geografische ligging van Madeira voortvloeiende omstandigheden ten aanzien van de voorziening, en met name de kosten die hiermee gemoeid zijn, de prijzen van de producten op de markt van de Gemeenschap en op de wereldmarkt, en met het economisch aspect van de beoogde steun.

    Er wordt steun verleend voor de aankoop bij de interventiebureaus van door distillatie verkregen wijnalcohol [7]. Het bedrag van de steun wordt vastgesteld bij inschrijving en de voorwaarden van deze specifieke afzet worden zodanig vastgesteld dat de markt voor alcohol en gedistilleerde dranken in de Gemeenschap niet wordt verstoord.

    [7] Verordening (EEG) nr. 822/87 van de Raad, PB L 84 van 27-3-1987, blz. 1.

    Er wordt geen restitutie toegekend voor de uitvoer van druivenmost en wijnalcohol vanuit Madeira.

    Tot slot wordt steun toegekend voor de rijping van likeurwijnen voor een jaarlijkse hoeveelheid van ten hoogste 20 000 hectoliter. Deze steun wordt uitgekeerd voor likeurwijnen die gedurende ten minste vijf jaar rijpen. De steun wordt voor elke partij uitgekeerd over een periode van drie wijnoogstjaren. De steun bedraagt 0,020 EUR per hectoliter per dag.

    Op Madeira wordt geen steun verleend voor de inkoop van wijnalcohol. Voor de andere twee maatregelen is de ontwikkeling weergegeven in bijlage 2, tabel 8.

    Wat betreft de forfaitaire steun voor de instandhouding van de wijnbouw ten behoeve van de productie van "v.q.p.r.d."-wijnen, die thans - na de agromonetaire aanpassingen - 476,76 EUR per hectare bedraagt, is de ontwikkeling weergegeven in bijlage 2, tabel 9.

    De maatregelen hebben een positief effect gehad. Door toepassing ervan kon het reële bruto inkomen van de wijnproducenten worden verbeterd, ook al was deze ontwikkeling minder gunstig dan in Portugal als geheel.

    Volgens de regionale autoriteiten vormt de steun voor inkoop van geconcentreerde gerectificeerde most 6% van de totale inkoopkosten en vormt de steun bij de rijping van Madeira-likeurwijn ongeveer 20% van de rijpingskosten over vijf jaar. De edele druivensoorten van Madeira (Malvasia, Cândida, Boal da Madeira. Verdelho, Sercial en Terrantez) worden gekenmerkt door geringe productiviteit (minder dan 50% van die van de andere druivensoorten in de regio) en door hogere productiekosten (+60%) als gevolg van het systeem van geleiding en de wijze van snoeien, alsmede door de grotere gevoeligheid voor schimmelziekten.

    Aangezien de producenten niet zijn georganiseerd, zou een voorlopige toestemming van de Commissie gegeven kunnen worden om de steun aan de individuele producenten te betalen via het Wijninstituut van Madeira.

    2.2.3. Maatregelen voor de productie op de Azoren

    Er wordt steun verleend ter stimulering van de belangrijkste traditionele economische activiteiten van de Azoren in de sectoren rundvee en zuivel (artikel 24).

    -In de rundvleessector voorziet de verordening in de toekenning van een aanvulling van 48,3 EUR op de premie die wordt toegekend voor het mesten van manlijke runderen en de premie voor het aanhouden van het zoogkoeien. De ontwikkeling van deze maatregel wordt getoond in bijlage 2, tabel 10. Het effect van de maatregelen was zeer positief: de rundvleesproductie op de Azoren is tussen 1992 en 1997 bijna 20% toegenomen en het concurrentievermogen van de vleesproductie, alsmede het reële bruto inkomen van de producenten gaven een zeer aanzienlijke stijging te zien.

    -In de zuivelsector wordt voor het aanhouden van melkvee een specifieke premie toegekend voor maximaal 78 000 stuks. Deze premie wordt uitgekeerd aan de veehouder en bedraagt 80 EUR per dier dat op de dag van indiening van de aanvraag in bezit is van de veehouder. Tabel 11 van bijlage 2 laat de ontwikkeling van de maatregel zien. De maatregel is volledig benut en zorgt voor 58% van het totale bedrag van de aan de Azoren toegekende lokale productiesteun; het effect ervan is zeer positief geweest. Tevens zij erop gewezen dat de opneming van fokdieren in de specifieke bevoorradingsregeling heeft geleid tot verbetering van de genetische kwaliteit van de veestapel. De steunmaatregelen en de productiviteitsverbetering hebben geleid tot 20% stijging van het reële bruto inkomen van de producenten tussen 1992 en 1997. De melkproductie is met zo'n 30% gestegen (dat is 5% meer dan de stijging van de melkproductie in Portugal over diezelfde periode). In het verkoopseizoen 1999/2000 hebben de Azoren voor het eerst hun melkquotum overschreden.

    -Er wordt steun verleend voor de particuliere opslag van op traditionele wijze geproduceerde São Jorge-kaas die ten minste drie maanden en Ilha-kaas die ten minste 45 dagen oud is. Daarmee worden de essentiële traditionele economische activiteiten van de Azoren in de zuivelsector geholpen [8]. Tot nu toe zijn uitsluitend opslagcontracten voor Ilha-kaas ondertekend; voor São Jorge-kaas is geen steun aangevraagd; gezien de voorwaarden voor een opslagcontract (opslagperiode minder dan 60 dagen na 90 dagen rijping) en de vraag naar dit soort kaas is steun momenteel overbodig. De ontwikkeling van deze maatregel is weergegeven in bijlage 2, tabel 12.

    [8] Verordening (EEG) nr. 2174/92 van de Commissie, PB L 217 van 31-7-1992, blz. 64.

    Ter stimulering van de suikerbietenproductie wordt een forfaitaire steun per hectare toegekend voor maximaal de oppervlakte die nodig is voor een productie van 10 000 ton witte suiker per jaar. De steun bedraagt 500 EUR per ingezaaide en afgeoogste hectare.

    Daarnaast wordt voor de verwerking van op de Azoren geoogste suikerbieten tot witte suiker specifieke steun toegekend voor een jaarlijkse productie van in totaal 10 000 ton geraffineerde suiker. Het steunbedrag, dat kan worden aangepast, bedraagt thans 20 EUR per 100 kg geraffineerde suiker (artikel 25). De ontwikkeling van de maatregelen is weergegeven in bijlage 2, tabel 13.

    De steun per hectare heeft tussen 1992 en 1996 een positief resultaat gehad; de negatieve ontwikkeling in de daarop volgende jaren zou zijn te wijten aan de ongunstige weersomstandigheden. Over het effect van de maatregel op de productie en op het bruto inkomen van de producenten bestaat geen enkele twijfel.

    Wat betreft de steun die is toegekend aan uitsluitend de lokale verwerkingsindustrie, zij erop gewezen dat deze maatregel bestaat naast de specifieke bevoorradingsregeling (aanvoer van ruwe suiker teen behoeve van raffinage ter plaatse). Deze beide steunmaatregelen zijn gunstig voor de lokale industrie, met name de specifieke bevoorradingsregeling, en hebben ervoor gezorgd dat de winstgevendheid van deze industrie, die onmisbaar is om de suikerbietenteelt op de Azoren in stand te houden, kon worden gewaarborgd.

    Naast de in de GMO vastgestelde premie wordt, voor maximaal 250 ton, een aanvullende premie toegekend voor het tabaksbladeren van de soort Burley P. Deze premie, die 0,2 EUR per kilogram tabaksbladeren bedraagt, wordt betaald aan de kopers (artikel 26). De ontwikkeling van deze maatregel is weergegeven in bijlage 2, tabel 14.

    De maatregel heeft goed gewerkt en de toename van de concurrentiekracht als gevolg van het gecombineerde effect van de GLB-steun en de aanvullende POSEIMA-steun heeft zeer positieve gevolgen gehad voor het reële bruto inkomen van de telers en voor de tabaksproductie op de Azoren; het areaal en de productie in de tabaksteelt zijn tussen 1992 en 1997 met respectievelijk 30% en 38% toegenomen.

    Voor de teelt van pootaardappelen gelden twee soorten maatregelen (artikel 27):

    -er wordt steun verleend voor de productie ten bedrage van 500 EUR per hectare, tot een maximumoppervlakte van 200 hectare,

    -voor het in de handel brengen van pootaardappelen wordt onder dezelfde voorwaarden als die van artikel 12 steun toegekend ( sluiting van seizoencontracten tussen lokale producenten en marktpartijen elders in de Gemeenschap). De ontwikkeling van deze maatregelen is te zien in bijlage 2, tabel 15.

    Het ziet ernaar uit dat deze maatregelen niet het gewenste effect hebben gehad op de pootaardappelsector. Het areaal dat in aanmerking komt voor de steun per hectare is afgenomen en het aantal begunstigde telers is verminderd. De steun voor het in de handel brengen is slechts drie seizoenen gebruikt

    Voor de productie van cichorei vallend onder GN-code 1212 99 10 is 500 EUR steun per hectare verleend, tot een maximum van 400 hectare (artikel 27). De ontwikkeling van deze maatregel is weergegeven in bijlage 2, tabel 16.

    Na een positieve ontwikkeling tussen 1992 en 1995 bleek het gunstige effect van de steun op het concurrentievermogen voor dit gewas onvoldoende om de handhaving van het productieniveau te waarborgen en het areaal en de productie zijn de laatste seizoenen sterk teruggelopen.

    In de wijnbouwsector wordt steun per hectare toegekend voor de instandhouding van de teelt van wijnstokrassen voor de productie van v.q.p.r.d.-wijnen in de traditionele productiegebieden (artikel 29). De steun, die met ingang van het verkoopseizoen 97/98 uitsluitend zou moeten worden verleend aan producentengroeperingen, bedraagt na de agromonetaire aanpassingen 476,76 EUR/ha [9]. De ontwikkeling van de maatregel is weergegeven in bijlage 2, tabel 17.

    [9] Verordening (EEG) nr. 2537/95, PB L 260 van 31-10-1995.

    De maatregel is, gezien de positieve ontwikkeling van het aantal hectares en het aantal wijnbouwers dat er gebruik van heeft gemaakt, nuttig geweest. Bij gebrek aan organisaties van wijnbouwers zou de Commissie voorlopig toestemming kunnen geven om de steun aan individuele producenten uit te keren via de Wijnbouwcommissie van de Azoren.

    Voor de ananasproductie is steun verleend ten bedrage van 1 EUR per kilogram tot een maximum van 2 000 ton per jaar (artikel 30). De ontwikkeling van deze maatregel is weergegeven in bijlage 2, tabel 18.

    Deze steun voor de ananasproductie vormde destijds bijna 2/3 van alle steun voor de land- en tuinbouw van de hele archipel. De hierdoor bereikte verbetering van de concurrentiekracht heeft een zeer positieve uitwerking gehad op het productievolume en op de reële verbetering van het bruto inkomen van de telers.

    2.3. Overige maatregelen

    Op grond van POSEIMA en Verordening (EEG) nr. 1600/92 van de Raad gelden bepaalde uitzonderingen ten opzichte van het GLB, om bij te dragen aan de instandhouding van de plaatselijke productie:

    -vrijstelling van de distillatieverplichting in de wijnsector en het niet toepassen van vrijwillige distillatie en de rooipremie.

    2.3.1. Logo

    Teneinde ruimere bekendheid te geven aan voor de ultraperifere gebieden specifieke producten en om het gebruik ervan te bevorderen, wordt in het kader van de POSEI-programma's een grafisch symbool ingevoerd, waarvoor door de Commissie in december 1993 een inschrijving is gehouden. Nadat het logo in 1994 was gekozen, zijn de voorwaarden voor het gebruik van dit logo vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 1418/96 van de Commissie [10].

    [10] Verordening (EG) nr. 1418/96 van de Commissie, PB L 182 van 23-7-1996, blz. 9.

    De Commissie heeft in 1998 een promotiecampagne voor dit logo gevoerd, om bekendheid te geven aan het bestaan, de betekenis en de voordelen van het gebruik hiervan.

    2.4. Budgettaire gegevens

    Voor de financiering van het landbouwgedeelte van POSEIMA zijn specifieke begrotingslijnen vastgesteld in de communautaire begroting. De begrotingskredieten en de feitelijke uitgaven zijn vermeld in bijlage 2, tabel 19.

    Bij deze uitgaven in het kader van het EOGFL-Garantie dienen gederfde inkomsten voor de communautaire begroting te worden opgeteld, die bestaan uit de vrijstelling van douanerechten voor de producten uit derde landen die vallen onder de specifieke bevoorradingsregeling.

    De totaalkosten van POSEIMA zijn samengevat in bijlage 2, tabel 20.

    Uit deze gegevens blijkt het volgende:

    -in de verslagperiode is ongeveer 70% van de gemiddelde totale kosten besteed aan de specifieke bevoorradingsregeling, tegen 30% voor de maatregelen voor de landbouwproductie. Deze verdeling verschilt echter per regio: op de Azoren zijn de uitgaven ongeveer gelijk verdeeld over deze beide soorten maatregelen, maar op Madeira vergt de specifieke bevoorradingsregeling 94% van het totaal,

    -de kosten van de specifieke bevoorradingsregeling zijn gedaald door de daling van de steunbedragen voor communautaire producten; tegenover deze daling staat een toename van de gederfde inkomsten (vrijstellingen voor producten uit derde landen),

    -de kosten van de maatregelen ter ondersteuning van de lokale productie hebben zich op de Azoren min of meer gestabiliseerd op ongeveer tweeduizend miljoen escudo's, wat neerkomt op rond de 10 miljoen EUR per jaar, terwijl op Madeira de inwerkingtreding van deze maatregelen geleidelijker is verlopen, hetgeen een indicatie lijkt dat er enkele problemen zijn geweest met de toepassing.

    De totale kosten van het in 1992 opgezette systeem hebben over de betrokken periode in het totaal gemiddeld ongeveer 40 miljoen EUR bedragen.

    De begrotingskredieten van het EOGFL-Garantie zijn altijd hoger geweest dan de feitelijke uitgaven. Hieruit blijkt hoe moeilijk het is om balansen voor specifieke bevoorradingsregelingen goed te keuren die corresponderen met de lokale behoeften, en met de opstartfase en het verdere gebruik van steunmaatregelen voor landbouwproducten. Inmiddels zijn alle maatregelen op kruissnelheid gekomen en heeft het gebruik ervan zich gestabiliseerd; desondanks zou een betere aanpassing van sommige van die maatregelen aan de regionale realiteit leiden tot toename van de uitgaven.

    2.5. Uitzonderingsmaatregelen op structureel gebied

    In dit verband moet worden gewezen op de uitzonderingen die zijn voorzien (artikel 32) bij de toepassing van Verordening (EEG) nr. 2328/91 van de Raad, tegenwoordig Verordening (EG) nr. 950/97 betreffende de verbetering van de doeltreffendheid van de landbouwstructuur. (Zie voor een beknopte beschrijving bijlage 3). Deze uitzonderingen zijn komen te vervallen in de nieuwe verordening betreffende plattelandsontwikkeling (EG) nr. 1257/99, in verband met de flexibiliteit daarvan. Alleen in overweging (53) van de verordening betreffende "plattelandsontwikkeling" wordt verwezen naar de specifieke behoeften van deze regio's, maar de tekst van de verordening bevat geen regeling dienaangaande. De verzoeken om flexibiliteit, aanpassingen of uitzonderingen en de oplossingen die daarvoor kunnen worden aangedragen moeten worden bestudeerd tijdens het onderzoek in het kader van de vaststelling van uitvoeringsprogramma's.

    2.6. Fytosanitaire maatregelen

    In artikel 33 van Verordening (EEG) nr. 1600/92 wordt bepaald dat de bevoegde autoriteiten bij de Commissie programma's moeten indienen voor bestrijding van organismen die schadelijk zijn voor planten of plantaardige producten (zie voor een korte beschrijving van deze maatregelen bijlage 4).

    3. Maatregelen in het kader van het EOGFL-Oriëntatie

    Deze financieringen behoren niet tot het onderwerp van dit verslag, maar worden beknopt beschreven in bijlage 5, teneinde een samenhangend overzicht te geven van alle acties van de Gemeenschap ten gunste van de landbouwsector op de Azoren en Madeira.

    4. Conclusies

    Het landbouwgedeelte van de POSEI-programma's is van groot belang, het is vernieuwend en het is afgestemd op de plaatselijke omstandigheden. Over het geheel genomen kan geconstateerd worden dat deze maatregelen een deel van de problemen van de productiekosten hebben kunnen opvangen. Deze maatregelen, die een aanvulling zijn op de ondersteuning via het GLB, hebben een kwantitatieve zowel als kwalitatieve verbetering van de lokale productie mogelijk gemaakt.

    De moeilijkheden die zijn geconstateerd tijdens de uitvoering van de landbouwmaatregelen en de verzoeken die de Portugese autoriteiten hebben ingediend bij de Commissie rechtvaardigen bepaalde aanpassingen. Een deel van deze wijzigingen valt onder de bevoegdheden van de Commissie, maar voor andere moet de kaderverordening landbouw van POSEIMA worden aangepast door de Raad. In de lijn van dit verslag is de Commissie dan ook voornemens een voorstel voor een verordening van de Raad in te dienen op basis van een drieledige aanpak:

    -aanpassing van de speciale bevoorradingsregeling, met name de lijst met in aanmerking komende producten, rekening houdende met de ontwikkeling van de geconstateerde behoeften in deze regio's en met de huidige context; aanpassing van de maatregelen waarvan in de praktijk is gebleken dat ze slecht zijn afgestemd op de regionale realiteit om zo het stimulerende effect en de effectiviteit ervan te vergroten,

    -invoering van nieuwe maatregelen, teneinde, met inachtneming van de doelstellingen van POSEIMA, rekening te houden met de lokale bijzonderheden en behoeften.

    BIJLAGE 1 Specifieke bevoorradingsregeling

    Uitvoering van de goedgekeurde balansen per verkoopseizoen (Bron: Ministerie van Economische Zaken - Direcçao-Geral das Relações Económicas Internacionais - Lissabon)

    1992/1993 - AZOREN

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    1993/1994 - AZOREN

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    1994/1995 - AZOREN

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    1995/1996 - AZOREN

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    1996/1997 - AZOREN

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    1997/1998 - AZOREN

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    1992/1993 - MADEIRA

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    * - 01/07/92 tot en met 31/10/93

    1993/1994 - MADEIRA

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    * - 01/11/93 tot 31/10/94 ** - Onverminderd een herziening van genoemde balans in de loop van het boekjaar, kunnen de voor elk van de in deze bijlage genoemde producten vastgestelde hoeveelheden worden overschreden met maximaal 20%, voor zover de totale hoeveelheid in acht wordt genomen. Deze bepaling kan betrekking hebben op granen, olijfoliën en verwerkte vruchten en groenten.

    1994/1995 - MADEIRA

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    * - 01/11/94 tot 31/10/95 ** - 01/09/94 tot 31/8/95 *** - Onverminderd een herziening van genoemde balans in de loop van het boekjaar, kunnen de voor elk van de in deze bijlage genoemde producten vastgestelde hoeveelheden worden overschreden met maximaal 20%, voor zover de totale hoeveelheid in acht wordt genomen. Deze bepaling kan betrekking hebben op granen, olijfoliën en verwerkte vruchten en groenten.

    1995/1996 - MADEIRA

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    * - 01/11/95 tot 31/10/96

    1996/1997 - MADEIRA

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    * - 01/11/96 tot 31/10/97 ** - Onverminderd een herziening van genoemde balans in de loop van het boekjaar, kunnen de voor elk van de in deze bijlage genoemde producten vastgestelde hoeveelheden worden overschreden met maximaal 20%, voor zover de totale hoeveelheid in acht wordt genomen. Deze bepaling kan betrekking hebben op granen, olijfoliën en verwerkte vruchten en groenten.

    1997/1998 - MADEIRA

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    * - 01/11/97 tot 31/10/98 ** - Onverminderd een herziening van genoemde balans in de loop van het boekjaar, kunnen de voor elk van de in deze bijlage genoemde producten vastgestelde hoeveelheden worden overschreden met maximaal 20%, voor zover de totale hoeveelheid in acht wordt genomen. Deze bepaling kan betrekking hebben op granen, olijfoliën en verwerkte vruchten en groenten.

    BIJLAGE 2 Ontwikkeling van specifieke steunmaatregelen voor de lokale landbouwers

    Tenzij anders vermeld, zijn de statistische gegevens in deze bijlage verstrekt door de autonome regio Madeira en de autonome regio de Azoren

    Tabel 1 Balans van artikel 12: steun voor het in de handel brengen van vruchten, groenten en planten buiten de Azoren en Madeira*

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    *Voor alle producten samen.

    Tabel 2 Balans van de uitvoering van artikel 14: aanvullende steun voor het mesten van mannelijke runderen en voor het aanhouden van zoogkoeien (Madeira)

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    Tabel 3 Ontwikkeling van de rundveesector op Madeira

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    Tabel 4 Ontwikkeling van artikel 15: steun voor menselijke consumptie van melkproducten - Madeira

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    Tabel 5 Ontwikkeling van artikel 16: forfaitaire steun per hectare voor de teelt van consumptieaardappelen - Madeira

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    Tabel 6 Ontwikkeling van artikel 17: forfaitaire steun per hectare voor de teelt van suikerriet - Madeira

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    Tabel 7 Ontwikkeling van artikel 18: steun voor de rechtstreekse verwerking van suikerriet tot suikerstroop of "rhum agricole" - Madeira

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    Tabel 8 Ontwikkeling van artikel 21: steun voor de productie van Madeira-likeurwijnen

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    Tabel 9 Ontwikkeling van artikel 22: forfaitaire steun per hectare voor instandhouding van de wijnbouw - Madeira

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    Tabel 10 Ontwikkeling van artikel 24 (rundvleessector): aanvulling op de mestpremie voor mannelijke runderen en de premie voor zoogkoeien - Azoren

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    Tabel 11 Ontwikkeling van artikel 24 (melksector): specifieke premie voor melkkoeien - Azoren

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    Tabel 12 Ontwikkeling van artikel 24: steun voor de particuliere opslag van kaas - Azoren

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    Tabel 13 Ontwikkeling van artikel 25: forfaitaire steun per hectare (suikerbieten) en specifieke steun voor de verwerking van op de Azoren geoogste bieten tot witte suiker

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    Tabel 14 Ontwikkeling van artikel 26: aanvullende premie voor kopers van tabaksbladeren van de soort Burley P. - Azoren

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    Tabel 15 Ontwikkeling van artikel 27: steun voor de productie en het in de handel brengen van pootaardappelen - Azoren

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    Tabel 16 Ontwikkeling van artikel 27: steun voor de productie van cichorei - Azoren

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    Tabel 17 Ontwikkeling van artikel 29: forfaitaire steun per hectare voor de instandhouding van de wijnbouw ten behoeve van de productie van "v.q.p.r.d."-wijnen - Azoren

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    Tabel 18 Ontwikkeling van artikel 30: steun voor de ananasteelt - Azoren

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    Tabel 19 Uitgaven en kredieten van de begrotingslijnen van het landbouwgedeelte van POSEIMA

    (miljoenen EUR)

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    Bron: EOGFL-Garantie

    Tabel 20 POSEIMA-steunbedrag over 7 verkoopseizoenen

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    SBR = specifieke bevoorradingsregeling

    Bron: IDOM-AGRO.GES, gebaseerd op door de Portugese overheid verstrekte gegevens

    BIJLAGE 3 Uitzonderingsmaatregelen op structureel gebied

    Er zij op worden gewezen dat in artikel 32 is bepaald dat er uitzonderingen mogelijk zijn bij de toepassing van Verordening (EEG) nr. 2328/91 van de Raad, de latere Verordening (EG) nr. 950/97, met betrekking tot de verbetering van de doeltreffendheid van de landbouwstructuren [11]. Deze uitzonderingen zijn ongedaan gemaakt door de nieuwe Verordening inzake plattelandsontwikkeling (EG) nr. 1257/1999).

    [11] Verordening (EEG) nr. 2328/91 van de Raad, PB L 218 van 6-8-1991, zoals vervangen door Verordening (EEG) nr. 950/97 van de Raad, PB L 142 van 2-6-1997.

    -De voorwaarden voor toekenning van investeringssteun ten behoeve van agrarische ondernemingen, alsmede ter bevordering van de productie van varkens, eieren en pluimvee zijn versoepeld, erop toeziend dat zij verenigbaar blijven met de eisen met betrekking tot het welzijn van dieren en de bescherming van het milieu en onder voorbehoud dat de productie wordt bestemd voor de interne markt van deze regio's.

    -Koeien waarvan de melk is bestemd voor de lokale markt kunnen tot een maximum van 20 eenheden in aanmerking worden genomen bij de berekening van de compenserende vergoeding. De compenserende vergoeding kan worden toegekend aan boeren die ten minste een halve hectare nuttige landbouwgrond exploiteren, voor alle gewassen.

    In hetzelfde artikel 32 wordt bepaald dat uitzonderingen kunnen worden aangevraagd, zowel met betrekking tot Verordening (EG) 951/97 (voorheen 866/90) [12] inzake de verbetering van de voorwaarden inzake verwerking en afzet van land- en bosbouwproducten, als met betrekking tot de selectiecriteria voor investeringen die zijn vastgesteld bij Beschikking 94/173/EG van de Commissie.

    [12] Verordening (EEG) nr. 866/90 van de Raad van 29-3-1990, zoals vervangen door Verordening (EG) nr. 951/97 van de Raad, PB L 142 van 2-6-1997.

    Bij beschikking C(1998) 967 van de Commissie van 20 april 1998 zijn uitzonderingen goedgekeurd.

    In het programma voor deze gemeenschappelijke maatregel zijn uit het EOGFL-Oriëntatie subsidies ten bedrage van 22 miljoen EUR gereserveerd voor een totaalbedrag aan investeringen van 56 miljoen EUR.

    Artikel 27 inzake uitzonderingen voor structuurmaatregelen in het kader van het landbouwgedeelte van POSEIMA is met de hervorming van de fondsen komen te vervallen in verband met de flexibiliteit van de nieuwe Verordening (EG) nr. 1257/1999. Alleen in overweging (53) van de verordening "plattelandsontwikkeling" wordt verwezen naar de specifieke behoeften van deze regio's, maar de tekst van de verordening bevat daarover geen bepaling. De verzoeken om flexibiliteit, aanpassingen of uitzonderingen en de oplossingen die hiervoor kunnen worden aangedragen, moeten worden bestudeerd bij het onderzoek als onderdeel van de programmering.

    BIJLAGE 4 Maatregelen op fytosanitair gebied

    MADEIRA

    -1993: Totaal: 2 000 000, waarvan 1 500 000 EG en 500 000 Madeira (in ECU; koers van de ecu op 1.8.1993: 198,230 escudo's)

    -1995: Totaal: 1 200 000, waarvan 900 000 EG en 300 000 Madeira (in ECU; koers van de ecu op 1.6.1995: 196,159 escudo's)

    -1996: Totaal: 800 000, waarvan 600 000 EG en 200 000 Madeira (in ECU; koers van de ecu op 1.3.1996: 196,329)

    -1997: Totaal: 1 066 666 waarvan 650 000 EG en 416 666 Madeira (in ECU; koers van de ecu op 1.2.1997: 195,106 escudo's)

    -1998: Totaal: 666 667, waarvan 500 000 EG en 166 667 Madeira (in ECU; koers van de ecu op 1.4.1998: 203,243 escudo's)

    Maatregelen:

    bestrijding door steriele-mannetjestechniek van het fruitvliegje (Ceratitis capitata) bestrijding van de witte citrusvlieg (Aleurothixus floccosus) bestrijding van Trialeurodes vaporariorum (tot 1997)

    AZOREN

    -1994: Totaal: 666 666, waarvan 500 000 EG en 166 666 Azoren (in ECU; koers van de ecu op 1.3.1994: 197,279 escudo's)

    -1995: Totaal: 866 667, waarvan 650 000 EG en 216 667 Azoren (in ECU; koers van de ecu op 1.6.1995: 196,159 escudo's)

    -1996: Totaal: 667 246, waarvan 500 000 EG en 167 246 Azoren (in ECU; koers van de ecu op 1.3.1996: 196,329 escudo's)

    Maatregel: bestrijding van de Popillia japonica

    BIJLAGE 5 Maatregelen in het kader van het EOGFL-Orientatie

    Deze maatregelen en de financiering vallen niet onder dit verslag, maar worden hier beknopt beschreven, teneinde een samenhangend overzicht te geven van alle acties van de Gemeenschap ten gunste van de landbouwsector op de Azoren en Madeira.

    Periode 1989-1993

    De autonome regio's de Azoren en Madeira hebben in deze periode bijstand ontvangen via een aantal maatregelen voor medefinanciering door de Gemeenschap.

    De specifieke programma's die zijn goedgekeurd in het kader van PEDAP 1985/1995 (Specifiek programma voor de ontwikkeling van de landbouw in Portugal) omvatten met name verbetring van de infrastructuur (plattelandswegen, electriciteitsnet, irrigatie), verbetering van de weiden op de Azoren, omschakeling en herstructurering van de bananenteelt op Madeira.

    In het kader van de structuurmaatregelen op grond van de POSEIMA-verordening van 29 juni 1991 zijn programma's vastgesteld voor de hierna genoemde acties. Madeira: verbetering en modernisering van de afzetstructuur voor bananen (11 000 000 EUR); de Azoren: modernisering van de productie van Pico-kaas en mechanisatie (5 000 000 EUR).

    In het kader van het Communautaire bestek 1989/1993 voor de Azoren en Madeira is met een bijdrage van 2 708 000 EUR van het EOGFL-Oriëntatie het Operationele programma voor de herstructurering van de wijnbouw in deze regio's uitgevoerd.

    Periode 1994-1999

    In het kader van de programma's van de Structuurfondsen (Communautair bestek 1994/1999) hebben Madeira en de Azoren bijstand ontvangen via

    -het Operationele programma van doelstelling 1 voor Madeira (bijstand van het EOGFL-Oriëntatie 59 723 000 EUR). De gesubsidieerde maatregelen betroffen met name irrigatie, plattelandswegen, omschakeling en diversificatie van de productie, opleiding, onderzoek en voorlichting, verwerking en afzet van landbouwproducten, verbetering van de bossen,

    -het Operationele programma van doelstelling 1 voor de Azoren (bijstand van het EOGFL-Oriëntatie 147 967 000 EUR). De gesubsidieerde maatregelen betroffen met name verbetering van de infrastructuur van de bedrijven, plattelandswegen, waterleidingnet, elektriciteitsnet, investeringen op landbouwbedrijven, opleiding, verwerking en afzet van landbouwproducten, verbetering van bossen, en herstel van vervallen bos.

    Periode 2000-2006

    Voor deze periode was voor beide regio's opnieuw een Operationeel programma van doelstelling 1 gepland, dat dezelfde soort maatregelen zal omvatten als de eerdere programma's. De geplande bijstand uit het EOGFL-Oriëntatie bedraagt voor Madeira, respectievelijk de Azoren: 79 853 000 respectievelijk 133 554 000 EUR.

    Top