Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 51998PC0768

    Voorstel voor een beschikking van de Raad betreffende een communautair actieprogramma voor civiele bescherming

    /* COM/98/0768 def. - CNS 98/0354 */

    PB C 28 van 03/02/1999, p. 29 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    51998PC0768

    Voorstel voor een beschikking van de Raad betreffende een communautair actieprogramma voor civiele bescherming /* COM/98/0768 def. - CNS 98/0354 */

    Publicatieblad Nr. C 028 van 03/02/1999 blz. 0029


    Voorstel voor een beschikking van de Raad betreffende een communautair actieprogramma voor civiele bescherming (1999/C 28/07) COM(1998) 768 def. - 98/0354(CNS)

    (Door de Commissie ingediend op 16 december 1998)

    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 235,

    Gezien het voorstel van de Commissie,

    Gezien het advies van het Europees Parlement,

    Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité,

    Gezien het advies van het Comité van de Regio's,

    Overwegende dat dank zij de maatregelen die door de Gemeenschap op dit gebied sinds 1985 zijn genomen, de samenwerking tussen de lidstaten geleidelijk kon worden ontwikkeld; dat de sedert 1987 aangenomen resoluties (1) en de Beschikking van de Raad van 19 december 1997 (2) tot invoering van een communautair actieprogramma voor civiele bescherming de grondslag voor deze samenwerking vormen;

    Overwegende dat de verschillende door de Gemeenschap genomen maatregelen om het programma ten uitvoer te leggen bijdragen tot de bescherming van personen, het milieu en goederen in geval van natuur- en technologische rampen;

    Overwegende dat het door de Commissie voorgestelde communautaire beleids- en actieprogramma met betrekking tot milieu en duurzame ontwikkeling (3) voorschrijft dat de activiteiten van de Gemeenschap zullen worden opgevoerd, in het bijzonder op het gebied van milieurampen.

    Overwegende dat het communautaire actieprogramma een bijdrage zal blijven leveren om samenwerking op dit gebied nog effectiever te ontwikkelen; dat het programma grotendeels gebaseerd moet zijn op de ervaring die op dit gebied reeds is opgedaan;

    Overwegende dat, overeenkomstig het subsidiariteitsbeginsel, de communautaire samenwerking het nationale beleid op het gebied van civiele bescherming ondersteunt en aanvult om het effectiever te maken; dat er met uitwisseling van ervaringen en wederzijdse bijstand toe kan worden bijgedragen dat er minder doden en gewonden vallen en dat de in de gehele Gemeenschap geleden economische en milieuschade beperkt kan blijven;

    Overwegende dat het communautaire actieprogramma zal zorgen voor doorzichtigheid en voor consolidatie en intensivering van het voortdurend streven naar de verwezenlijking van de doelstellingen van het Verdrag;

    Overwegende dat maatregelen om risico's en schade te voorkomen, alsmede informatie te verstrekken en de civiele-beschermingsinstanties in de lidstaten voor te bereiden, belangrijk zijn en de paraatheid bij ongevallen verhogen; dat het ook belangrijk is communautaire maatregelen te nemen ter verbetering van de technieken en methoden om in noodsituaties in te grijpen en later de schade te herstellen;

    Overwegende dat het eveneens belangrijk is het nodige voor de Europese burgers te doen, zodat deze zichzelf beter kunnen beschermen;

    Overwegende dat de Commissie bij het beheer van het actieprogramma door een raadgevend comité zal worden bijgestaan;

    Overwegende dat de bepalingen van deze beschikking vanaf 1 januari 2000 in de plaats komen van het actieprogramma dat is ingevoerd bij de beschikking van de Raad van 19 december 1997 en afloopt op 31 december 1999;

    Overwegende dat het Verdrag voor de aanneming van de onderhavige beschikking in geen andere bevoegdheden voorziet dan in die van artikel 235;

    HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    1. Er wordt een communautair actieprogramma voor civiele bescherming (hierna"het programma" te noemen) ingevoerd voor de periode van 1 januari 2000 tot en met 31 december 2004.

    2. Het programma is bedoeld ter ondersteuning en aanvulling van de werkzaamheden van de lidstaten op nationaal, regionaal en lokaal niveau met het oog op de bescherming van personen, het milieu en goederen in geval van natuur- en technologische rampen. Doel is ook samenwerking en wederzijdse bijstand tussen de lidstaten op dit gebied te bevorderen.

    Artikel 2

    1. De Commissie zorgt voor de tenuitvoerlegging van de in het kader van het programma genomen maatregelen.

    2. Volgens de procedure van artikel 4 en op basis van onder andere de door de lidstaten aan de Commissie verstrekte informatie wordt een voortschrijdend driejarenplan voor de uitvoering van het programma vastgesteld, dat jaarlijks wordt herzien. De Commissie kan naast de in het kader van het programma genomen maatregelen waar nodig voor aanvullende activiteiten zorgen. Deze aanvullende acitviteiten worden in het licht van de gestelde prioriteiten en de beschikbare financiële middelen geëvalueerd.

    3. De bijlage bevat een overzicht van de in het kader van het programma genomen maatregelen en de financiële regelingen voor de bijdrage van de Gemeenschap.

    Artikel 3

    1. In het voortschrijdend plan voor de uitvoering van het programma worden de verschillende uit te voeren maatregelen vermeld.

    2. De verschillende maatregelen worden in eerste instantie op basis van de volgende criteria geselecteerd:

    a) bijdrage tot het voorkomen van risico's en schade aan personen, het milieu en goederen in geval van natuur- en technologische rampen;

    b) bijdrage tot een grotere paraatheid van de civiele-beschermingsinstanties in de lidstaten, zodat deze in noodsituaties beter kunnen ingrijpen;

    c) de mate waarin ze bijdragen tot een verbetering van de technieken en methoden om op een noodsituatie te reageren en later de verontreiniging op te ruimen;

    d) bijdrage tot voorlichting, onderwijs en bewustmaking van de burgers, zodat deze zichzelf beter kunnen beschermen.

    3. Elke maatregel wordt uitgevoerd in nauwe samenwerking met de bevoegde instanties op nationaal, regionaal en lokaal niveau in de lidstaten.

    4. Waar nodig wordt met maatregelen in het kader van dit programma beoogd een bijdrage te leveren tot de integratie van civiele-beschermingsdoeleinden in andere beleidslijnen en maatregelen van de Gemeenschap en de lidstaten.

    5. Bij iedere maatregel dient rekening te worden gehouden met de stand van het communautair en nationaal onderzoek op de gebieden in kwestie.

    Artikel 4

    Voor de tenuitvoerlegging van het programma wordt de Commissie bijgestaan door een raadgevend comité, dat uit vertegenwoordigers van de lidstaten bestaat en door de vertegenwoordiger van de Commissie wordt voorgezeten.

    De vertegenwoordiger van de Commissie legt het comité voorstellen voor maatregelen voor. Het comité brengt over deze voorstellen advies uit en wel binnen een termijn die de voorzitter op basis van de urgentie van het vraagstuk in kwestie kan vaststellen, waarbij, in voorkomend geval, een stemming kan worden gehouden.

    Het advies wordt in de notulen opgenomen; bovendien heeft elke lidstaat het recht te verlangen dat zijn standpunt eveneens in deze notulen wordt opgenomen.

    De Commissie houdt zoveel mogelijk met het door het comité uitgebrachte advies rekening. Zij deelt het comité mede op welke wijze zij met dit advies rekening heeft gehouden.

    De Commissie kan tevens andere aangelegenheden in verband met civiele bescherming aan het raadgevend comité voorleggen.

    Artikel 5

    De Commissie evalueert halverwege en vóór het einde van de looptijd de tenuitvoerlegging van het programma en brengt uiterlijk op 30 september 2002 en 31 maart 2004 verslag uit bij de Raad en het Europees Parlement.

    Artikel 6

    Deze beschikking is van toepassing met ingang van 1 januari 2000.

    Artikel 7

    Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.

    (1) PC C 176 van 4.7.1987, blz. 1; PB C 44 van 23.2.1989, blz. 3; PB C 315 van 14.12.1990, blz. 1; PB C 313 van 10.11.1994, blz. 1.

    (2) PB L 8 van 14.1.1998, blz. 20.

    (3) PB C 138 van 17.5.1993, blz. 5.

    BIJLAGE

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    Top