This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 51998PC0489
Proposal for a Council Directive relating to the availability of consumer information on fuel economy in respect of the marketing of new passenger cars
Voorstel voor een richtlijn van de Raad betreffende de beschikbaarheid van consumenteninformatie over het brandstofverbruik bij de verhandeling van nieuwe personeauto's
Voorstel voor een richtlijn van de Raad betreffende de beschikbaarheid van consumenteninformatie over het brandstofverbruik bij de verhandeling van nieuwe personeauto's
/* COM/98/0489 def. - SYN 98/0272 */
PB C 305 van 03/10/1998, p. 2
(ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)
Voorstel voor een richtlijn van de Raad betreffende de beschikbaarheid van consumenteninformatie over het brandstofverbruik bij de verhandeling van nieuwe personeauto's /* COM/98/0489 def. - SYN 98/0272 */
Publicatieblad Nr. C 305 van 03/10/1998 blz. 0002
Voorstel voor een richtlijn van de Raad betreffende de beschikbaarheid van consumenteninformatie over het brandstofverbruik bij de verhandeling van nieuwe personenauto's (98/C 305/02) (Voor de EER relevante tekst) COM(1998) 489 def. - 98/0272(SYN) (Door de Commissie ingediend op 3 september 1998) DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 130 S, lid 1, Gezien het voorstel van de Commissie, Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité, Volgens de procedure van artikel 189 C van het Verdrag, in samenwerking met het Europees Parlement, (1) Overwegende dat artikel 130 R van het Verdrag een behoedzaam en rationeel gebruik van natuurlijke hulpbronnen voorschrijft; dat het rationeel gebruik van energie een van de voornaamste middelen is waarmee deze doelstelling kan worden verwezenlijkt en de milieuverontreiniging kan worden verminderd; (2) Overwegende dat de Gemeenschap erkent dat de concentraties van broeikasgassen in de atmosfeer op zodanige niveaus moeten worden gestabiliseerd, dat gevaarlijke antropogene effecten op het klimaatsysteem worden voorkomen; (3) Overwegende dat de Gemeenschap zich in het kader van het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatsverandering ertoe heeft verplicht de uitstoot van kooldioxide (CO2) tegen 2000 op het niveau van 1990 te stabiliseren; (4) Overwegende dat de Gemeenschap akkoord is gegaan met een vermindering van de uitstoot van een aantal broeikasgassen met 8 % ten opzichte van de niveaus van 1990 gedurende het tijdvak 2008-2012, zulks als onderdeel van het tijdens de te Kyoto in december 1997 gehouden Conferentie van de Partijen bij het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatsverandering; (5) Overwegende dat de Commissie een communautaire strategie heeft ter vermindering van de CO2-uitstoot van personenauto's en ter verbetering van het brandstofrendement heeft voorgesteld (1), die door de Raad in zijn conclusies van 25 juni 1996 is onderschreven; (6) Overwegende dat informatie van essentieel belang is voor het functioneren van de marktmechanismen en dat met de verschaffing van nauwkeurige, relevante en vergelijkbare informatie over het specifieke brandstofverbruik van personenauto's de keuze van de consument kan worden beïnvloed ten gunste van auto's die minder brandstof verbruiken en aldus minder CO2 in de atmosfeer brengen en dat de autofabrikanten er aldus toe kunnen worden bewogen het nodige te doen om het brandstofverbruik van hun producten te verminderen; (7) Overwegende dat het derhalve nodig is een brandstofverbruiksetiket te ontwikkelen voor alle op een verkooppunt uitgestalde personenauto's; (8) Overwegende dat overeenkomstig het subsidiariteitsbeginsel en het evenredigheidsbeginsel, zoals neergelegd in artikel 3 B van het Verdrag, de doelstellingen van de onderhavige richtlijn, die een onontbeerlijk onderdeel van bovengenoemde strategie van de Gemeenschap is, niet voldoende door de lidstaten kunnen worden verwezenlijkt en derhalve beter door de Gemeenschap kunnen worden verwezenlijkt; dat deze richtlijn zich beperkt tot het vereiste minimum om deze doelstellingen te bereiken en niet verder gaat dan hiertoe nodig is; (9) Overwegende dat een brandstofverbruiksetiket gegevens zou moeten bevatten over het brandstofverbruik en de specifieke CO2-uitstoot die zijn bepaald in overeenstemming met de geharmoniseerde normen en methoden, vastgelegd in Richtlijn 80/1268/EEG van de Raad van 16 december 1980 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten inzake het brandstofverbruik van motorvoertuigen (2) laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 93/116/EG van de Commissie (3); (10) Overwegende dat het nodig is dat zowel in het verkooppunt als door een hiertoe aangewezen instantie elke lidstaat in een hiertoe geschikte vorm aanvullende genormaliseerde informatie over het brandstofverbruik van alle versies op de markt voor nieuwe personenauto's wordt verschaft; dat dergelijke informatie van nut kan zijn voor de consument die, alvorens de toonzaal binnen te gaan, zijn aankoopbeslissing reeds heeft geformuleerd of die zonder tussenkomst van een dealer of zonder bezoek aan een toonzaal tot aankoop van een personenauto wenst over te gaan; (11) Overwegende dat het belangrijk is dat potentiële autokopers in het verkooppunt bewust worden gemaakt van de meest brandstofefficiënte auto's die een gegeven dealer kan leveren; (12) Overwegende dat alle door fabrikanten en dealers aangemaakte en bij de verhandeling van nieuwe personenauto's gebruikte reclamemateriaal de relevante brandstofverbruiksgegevens voor de desbetreffende voertuigen zou moeten bevatten, HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD: Artikel 1 Deze richtlijn beoogt te verzekeren dat gegevens over het branstofverbruik van nieuwe personenauto's die in de Gemeenschap ter verkoop of ter leasing worden aangeboden, voor de consument beschikbaar worden gesteld. Artikel 2 In deze richtlijn gelden de volgende definities: "personenauto": een motorvoertuig van categorie M1, zoals gedefinieerd in bijlage 1 bij Richtlijn 70/156/EEG van de Raad (4), dat wordt gebruikt voor het vervoer van personen en dat, naast de plaats van de bestuurder, niet meer dan acht zitplaatsen telt. Deze definitie geldt niet voor voertuigen die binnen de werkingssfeer van Richtlijn 92/61/EEG van de Raad (5) vallen; "nieuwe personenauto": iedere personenauto welke nog niet eerder is verkocht aan een persoon die deze heeft gekocht zonder hierbij de bedoeling te hebben deze weer aan een derde te verkopen of te leveren; "certificaat van overeenstemming": het in artikel 6 van Richtlijn 70/156/EEG genoemde document dat in iedere nieuwe passagiersauto aanwezig moet zijn en zonder hetwelk een personenauto niet verkocht, geregistreerd of in het verkeer kan worden gebracht; "dealer": een persoon of onderneming welke nieuwe personenauto's verkoop of least. Deze term heeft geen betrekking op mensen of organisaties die uitsluitend autofinancieringen verzorgen; "verkooppunt": een plaats zoals een autotoonzaal of een terrein buiten, waar personenauto's zijn uitgestald en aan potentiële klanten ten verkoop of ter leasing worden aangeboden; "officieel brandstofverbruik": het brandstofverbruik gemeten overeenkomstig het bepaalde in Richtlijn 80/1268/EEG; "officieel specifieke CO2-uitstoot": de specifieke CO2-uitstoot bepaald overeenkomstig het bepaalde in Richtlijn 80/1268/EEG; "brandstofverbruiksetiket": een etiket met gegevens ten behoeve van de consument over het officiële brandstofverbruik en de officiële specifieke CO2-uitstoot van de auto waarop het is aangebracht; "brandstofverbruiksgids": een verzameling van de officiële brandstofverbruiksgegevens en de officiële specifieke CO2-uitstoot voor ieder merk, iedere variant en iedere versie van een nieuwe personenauto dat of die op de markt voor nieuwe auto's in een lidstaat verkrijgbaar is; "reclamemateriaal": al het drukwerk dat fabrikanten en dealers van nieuwe auto's gebruiken bij de afzet van, het adverteren voor en het bevorderen van de verkoop van hun voertuigen. Hieronder vallen ten minste technische handboeken, brochures, reclame in kranten en tijdschriften, in de vakpers en op affiches; "merk": het handelsmerk van de persoon of instantie welke, wat de typegoedkeuring betreft, verantwoordelijk is voor alle aspecten van het voertuigtype en dat op het certificaat van overeenstemming is vermeld; "variant": auto's welke behoren tot hetzelfde type, zoals omschreven in bijlage II B bij Richtlijn 70/156/EEG, maar welke in bepaalde toelaatbare opzichten van elkaar verschillen; "versies": auto's welke tot dezelfde variant behoren, zoals omschreven in bijlage II B bij Richtlijn 70/156/EEG, maar die in bepaalde toelaatbare opzichten van elkaar verschillen; "gemiddelde brandstofprijs": een enkele, met het oog op deze richtlijn te gebruiken referentieprijs, van benzine of dieselbrandstof welke representatief is voor de heersende prijzen van deze brandstoffen in elke lidstaat. Artikel 3 De lidstaten stellen op 1 januari van ieder jaar met het oog op deze richtlijn een gemiddelde brandstofprijs voor benzine en dieselolie vast en zorgen ervoor dat deze gegevens vrij beschikbaar zijn, en wel voor alle personen of organisaties die bij de tenuitvoerlegging van de bepalingen van deze richtlijn zijn betrokken. Artikel 4 De lidstaten zorgen ervoor, dat een brandstofverbruiksetiket dat aan de vereisten van bijlage I voldoet, in het verkooppunt op duidelijk zichtbare wijze op de voorruit van alle nieuwe personenauto's wordt aangebracht. Dit etiket behoeft echter niet te worden aangebracht op personenauto's waarvan het officiële brandstofverbruik en de officiële specifieke CO2-uitstootgegevens niet in het certificaat van overeenstemming worden opgegeven. Artikel 5 De lidstaten zorgen ervoor, dat er ten minste eenmaal per jaar, in overeenstemming met de vereisten van bijlage II, een brandstofverbruiksgids word uitgebracht. Deze gids in compact, draagbaar en op aanvraag van een consument kosteloos verkrijgbaar in het verkooppunt, alsmede bij een binnen iedere lidstaat aan te wijzen instantie. De lidstaat zorgt er tevens voor, dat deze gids langs elektronische weg, zoals op Internet, toegankelijk is en dat de gids voortdurend word geactualiseerd aan de hand van de veranderingen die zich voordoen in de in een lidstaat te koop aangeboden personenautoversies. Artikel 6 De lidstaten zorgen ervoor, dat iedere dealer, voor elk in het verkooppunt te koop aangeboden merk, een affiche met een lijst van officiële brandstofverbruiksgegevens en officiële specifieke CO2-uitstootgegevens uithangt voor alle in het verkooppunt te koop aangeboden nieuwe personenauto's. Deze affiche wordt op een duidelijk zichtbare plaats aangebracht en voldoet in uiterlijk aan het bepaalde in bijlage III. Artikel 7 De lidstaten zorgen ervoor, dat al het reclamemateriaal de officiële brandstofverbruiksgegevens bevat van de voertuigen waarop het betrekking heeft, zulks in overeenstemming met het bepaalde in bijlage IV. Artikel 8 De lidstaten zorgen ervoor, dat het aanbrengen van andere merktekens, symbolen of opschriften betreffende het brandstofverbruik, welke niet met de voorschriften van deze richtlijn in overeenstemming zijn, verboden is, wanneer dit bij potentiële gebruikers van nieuwe personenauto's verwarring zou wekken. Artikel 9 De lidstaten doen de Commissie mededeling van de bevoegde instantie of instanties die verantwoordelijk zijn voor de uitvoering en werking van het in deze richtlijn beschreven consumenteninformatiesysteem. Artikel 10 Eventueel nodige wijzigingen om de bijlagen, bij deze richtlijn aan de vooruitgang van de techniek aan te passen, worden door de Commissie vastgesteld volgens de in artikel 11 beschreven procedure en na raadpleging van consumentenorganisaties en andere belanghebbenden. Teneinde dit aanpassingsproces te vergemakkelijken, legt iedere lidstaat, vijf jaar na de inwerkingtreding van deze richtlijn, de Commissie een verslag voor over de doeltreffendheid van het in deze richtlijn bepaalde. Artikel 11 De Commissie wordt bijgestaan door het comité opgericht krachtens artikel 10 van Richtlijn 92/75/EEG van de Raad (6). De vertegenwoordiger van de Commissie legt het comité een ontwerp voor van de te nemen maatregelen. Het comité brengt binnen een termijn die de voorzitter kan vaststellen naar gelang van de urgentie van de materie advies uit over dit ontwerp, zo nodig door middel van een stemming. Het advies wordt in de notulen opgenomen; voorts heeft iedere lidstaat het recht te verzoeken dat zijn standpunt in de notulen wordt vermeld. De Commissie houdt zoveel mogelijk rekening met het door het comité uitgebrachte advies. Zij brengt het comité op de hoogte van de wijze waarop zij met zijn advies rekening heeft gehouden. Artikel 12 1. De lidstaten doen de nodige bepalingen in werking treden om uiterlijk op 31 december 1999 aan deze richtlijn te voldoen. Zij stellen de Commissie hiervan onverwijld in kennis. Wanneer de lidstaten de in de eerste alinea bedoelde bepalingen aannemen, wordt hierbij naar deze richtlijn verwezen of wordt hiernaar verwezen bij de officiële bekendmaking van die bepalingen. 2. De lidstaten doen de Commissie mededeling van de voornaamste bepalingen van intern recht die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen. Artikel 13 De lidstaten stellen de sancties vast ter bestraffing van inbreuken op deze richtlijn en nemen alle nodige maatregelen om te verzekeren dat aan deze richtlijn de hand wordt gehouden. De aldus vastgestelde sancties moeten doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn. De lidstaten stellen de Commissie uiterlijk op de in artikel 12 bedoelde datum van die bepalingen in kennis en delen haar eventuele latere wijzigingen onverwijld mede. Artikel 14 Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen. Artikel 15 Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten. (1) COM(95) 689 def. (2) PB L 375 van 31.12.1980, blz. 36. (3) PB L 329 van 30.12.1993, blz. 39. (4) PB L 42 van 23.2.1970, blz. 1. (5) PB L 225 van 10.8.1992, blz. 72. (6) PB L 297 van 13.10.1992, blz. 16. BIJLAGE I BESCHRIJVING VAN HET BRANDSTOFVERBRUIKSETIKET De lidstaten dienen er minimaal op toe te zien dat alle brandstofverbruiksetiketten op hun grondgebied: 1. voldoen aan een genormaliseerd vormvoorschrift, om zo gemakkelijker door de consument te kunnen worden herkend: 2. het A4-formaat (297 mm×210 mm) hebben; 3. merk, versie en brandstoftype van de personenauto waarop zij bevestigd zijn vermelden; 4. het officiële brandstofverbruik en de officiële specifieke CO2-uitstoot vermelden (het officiële brandstofverbruik zal worden uitgedrukt in liters per 100 km (l/100 km), mijl per gallon (mpg), kilometers per liter (km/l), of als een geschikte combinatie hiervan, een en ander tot op één decimaal nauwkeurig; de officiële specifieke CO2-uitstoot moet tot het dichtstbijzijnde gehele getal in gram per kilometer (g/km) worden afgerond); 5. een raming opgegeven van de brandstofkosten per 10 000 afgelegde kilometers of per 6 000 mijl voor het voertuig en brandstoftype in kwestie (bij de berekening van de brandstofkosten zal de, jaarlijks in iedere lidstaat vastgestelde gemiddelde brandstofprijs moeten worden gebruikt; de raming van de brandstofkosten moet vergezeld gaan van een uitleg van de onderliggende hypothesen en de bij de berekening gebruikte brandstofprijs; in deze uitleg moet verwezen worden naar de door de beproevingscyclus van Richtlijn 80/1268/EEG gesimuleerde rijomstandigheden, verder moet hierbij een toelichting worden gegeven op de wijze van berekening van de gemiddelde brandstofprijs en moet worden uitgelegd dat het kostencijfer voor 10 000 afgelegde kilometers (6 000 mijl) geldt, zodat de consument gemakkelijk kan uitrekenen hoeveel hij voor een bepaald voertuig aan brandstofkosten kwijt zal zijn); 6. de volgende tekst betreffende de beschikbaarheid van een brandstofverbruiksgids bevatten: "Een brandstofverbruiksgids met brandstofverbruiksgegevens voor alle nieuwe auto's is gratis verkrijgbaar bij uw dealer"; 7. de volgende tekst bevatten: "Naast de brandstofefficiëntie van een auto zijn ook het rijgedrag en andere, niet-technische factoren bepalend voor de brandstofzuinigheid en de CO2-uitstoot van een auto. CO2 is het broeikasgas dat bij de wereldwijde klimaatsverandering de belangrijkste rol speelt". BIJLAGE II BESCHRIJVING VAN DE BRANDSTOFVERBRUIKSGIDS De lidstaten dienen erop toe te zien dat de brandstofverbruiksgids minimaal de volgende informatie bevat: 1. het officiële brandstofverbruik en de officiële specifieke CO2-uitstoot (het officiële brandstofverbruik wordt uitgedrukt in liters per 100 kilometer (l/100 km), mijl per gallon (mpg), kilometer per liter (km/l) of als een geschikte combinatie hiervan, een en ander tot op één decimaal nauwkeurig; de officiële specifieke CO2-uitstoot wordt tot het dichtstbijzijnde gehele cijfer, in gram per kilometer (g/km) afgerond); 2. een duidelijk overzicht van de tien meest brandstofefficiënte nieuwe autoversies, in volgorde van toenemende specifieke CO2-uitstoot voor elk brandstoftype (benzine en dieselolie) (in deze lijst moeten het merk, de variant en de versie, de officiële specifieke CO2-uitstoot, het officiële brandstofverbruik en de brandstofkosten per 10 000 afgelegde kilometers (of 6 000 mijl) voor het voertuig in kwestie worden genoemd); 3. de officiële specifieke CO2-uitstoot, welke tot het dichtstbijzijnde gehele cijfer, in gram per kilometer (g/km) moet worden afgerond; het brandstofverbruik moet worden uitgedrukt in liters per 100 kilometer (l/100 km), mijl per gallon (mpg), kilometer per liter (km/l) of als een geschikte combinatie hiervan; alle brandstofverbruiksgegevens moeten tot op één decimaal nauwkeurig zijn; bij de berekening van de brandstofkosten dient de, jaarlijks in iedere lidstaat vastgestelde gemiddelde brandstofprijs te worden gebruikt; de raming van de brandstofkosten moet vergezeld gaan van een uitleg van de onderliggende hypothesen en de bij de berekening gebruikte brandstofprijs; in deze uitleg zal verwezen worden naar de rijomstandigheden gesimuleerd in de beproevingscyclus van Richtlijn 80/1268/EEG; verder moet hierbij een toelichting worden gegeven op de wijze van berekening van de gemiddelde brandstofprijs en moet worden uitgelegd dat het kostencijfer voor 10 000 afgelegde kilometers (6 000 mijl) geldt, zodat de consument gemakkelijk kan uitrekenen hoeveel hij voor een bepaald voertuig aan brandstofkosten kwijt zal zijn.); >RUIMTE VOOR DE TABEL> 4. adviezen betreffende niet-technische maatregelen die de automobilist zelf kan nemen om het brandstofverbruik van zijn of haar voertuig te verbeteren; bijvoorbeeld: geen agressief rijgedrag, langzamer rijden, anticiperend remmen, correcte bandenspanning, minder stationair draaien, geen overbelading van het voertuig, enz.; 5. een uitleg van de effecten van broeikasgasuitstoot, potentiële klimaatsveranderingen en de rol die motorvoertuigen hierbij spelen, alsmede een verwijzing naar de verschillende, voor de consument beschikbare brandstofopties en het milieueffect hiervan, een en ander gebaseerd op de jongste wetenschappelijke bevindingen en wettelijke vereisten. BIJLAGE III BESCHRIJVING VAN DE IN HET VERKOOPPUNT AAN TE BRENGEN AFFICHE De lidstaat dient erop toe te zien dat de dealers een affiche ophangen met een lijst van alle op het verkooppunt te koop aangeboden nieuwe automodellen, gerangschikt naar officieel brandstofverbruik. Dealers die meer dan één merk verkopen moeten voor elk merk een afzonderlijke affiche aanbrengen. De affiche dient aan de volgende minimale vereisten te voldoen: 1. minimale afmetingen: 70 cm×50 cm; 2. de informatie op de affiche moet gemakkelijk leesbaar zijn; 3. nieuwe autoversies moeten per brandstoftype (benzine of diesel) worden gegroepeerd. Voor ieder model op de lijst moeten het merk, de versie, de officiële CO2-uitstoot, het officiële brandstofverbruik en de brandstofkosten per 10 000 afgelegde kilometers (6 000 mijl) worden vermeld. Voorts moeten voor elk brandstoftype de versies in volgorde van toenemende CO2-uitstoot worden gerangschikt, waarbij het meest brandstofefficiënte voertuig bovenaan komt te staan; 4. de officiële specifieke CO2-uitstoot moet tot het dichtstbijzijnde gehele cijfer, in gram per kilometer (g/km) worden afgerond. Het brandstofverbruik moet worden uitgedrukt in liters per 100 kilometer (l/100 km), mijl per gallon (mpg), kilometer per liter (km/l) of als geschikte combinatie hiervan. Alle brandstofverbruiksgegevens moeten tot op één decimaal nauwkeurig zijn. Bij de berekening van de brandstofkosten zal de, jaarlijks in iedere lidstaat vastgestelde gemiddelde brandstofprijs moeten worden gebruikt. De raming van de brandstofkosten moet vergezeld gaan van een uitleg van de onderliggende hypotheses en de bij de berekening gebruikte brandstofprijs. In deze uitleg moet verwezen worden naar de rijomstandigheden gesimuleerd in de beproevingscyclus van in Richtlijn 80/1268/EEG; verder moet hierbij een toelichting moeten worden gegeven op de wijze van berekening van de gemiddelde brandstofprijs en moet worden uitgelegd dat het kostencijfer voor 10 000 afgelegde kilometers (6 000 mijl) geldt, zodat de consument gemakkelijk kan uitrekenen hoeveel hij voor een bepaald voertuig aan brandstofkosten kwijt zal zijn. Alle brandstofverbruiksgegevens moeten tot op een decimaal nauwkeurig zijn. Bovengenoemde lijst zou de volgende vorm kunnen krijgen: >RUIMTE VOOR DE TABEL> 5. de affiche dient de volgende tekst betreffende de beschikbaarheid van een brandstofverbruiksgids te bevatten: "Een brandstofverbruiksgids met brandstofverbruiksgegevens voor alle nieuwe auto's is gratis verkrijgbaar bij uw dealer"; 6. de affiche moet verder van de volgende tekst zijn voorzien: "Naast de brandstofefficiëntie van een auto zijn ook het rijgedrag en andere, niet-technische factoren bepalend voor de brandstofzuinigheid en de CO2-uitstoot van een auto. CO2 is het broeikasgas dat bij de wereldwijde klimaatverandering de belangrijkste rol speelt". BIJLAGE IV DE OPNEMING VAN BRANDSTOFVERBRUIKSGEGEVENS IN HET RECLAMEMATERIAAL De lidstaten dienen erop toe te zien dat in al het reclamemateriaal de officiële brandstofverbruiksgegevens van de betrokken voertuigen worden vermeld. Deze informatie zou minimaal aan de volgende vereisten moeten voldoen: 1. de gegevens moeten gemakkelijk leesbaar zijn en mogen niet minder opvallen dan het hoofdbestanddeel van de in het reclamemateriaal verstrekte informatie; 2. de gegevens moeten, zelfs bij vluchtige inzage van het materiaal, gemakkelijk te begrijpen zijn; 3. officiële brandstofverbruiksgegevens moeten worden verschaft voor alle verschillende autoversies waarop het reclamemateriaal betrekking heeft. Indien het om meer dan één versie gaat, kunnen óf de officiële brandstofverbruiksgegevens voor alle versies worden opgenomen óf een reeks gegevens variërend van het slechtste tot en met het beste brandstofverbruik. Het brandstofverbruik moet worden uitgedrukt in liters per 100 kilometers (l/100 km), in mijlen per gallon (mpg), kilometers per liter (km/l) of als een geschikte combinatie hiervan. Alle cijfergegevens moeten tot op één decimaal nauwkeurig zijn. Indien het reclamemateriaal alleen betrekking heeft op de algemene merknaam en niet op bepaalde versies of voertuigen in het bijzonder, behoeven geen brandstofverbruiksgegevens te worden vermeld.