EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 51998PC0255

Voorstel voor een besluit van de Raad betreffende het sluiten van overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Raad van Europa voor de instelling, overeenkomstig artikel 7, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1035/97 van de Raad van 2 juni 1997 houdende oprichting van een Europees Waarnemingscentrum voor racisme en vreemdelingenhaat, van een nauwe samenwerking tussen het Waarnemingscentrum en de Raad van Europa

/* COM/98/0255 def. - CNS 98/0143 */

PB C 171 van 05/06/1998, p. 10 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

51998PC0255

Voorstel voor een besluit van de Raad betreffende het sluiten van overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Raad van Europa voor de instelling, overeenkomstig artikel 7, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1035/97 van de Raad van 2 juni 1997 houdende oprichting van een Europees Waarnemingscentrum voor racisme en vreemdelingenhaat, van een nauwe samenwerking tussen het Waarnemingscentrum en de Raad van Europa /* COM/98/0255 def. - CNS 98/0143 */

Publicatieblad Nr. C 171 van 05/06/1998 blz. 0010


Voorstel voor een besluit van de Raad betreffende het sluiten van de overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Raad van Europa voor de instelling, overeenkomstig artikel 7, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1035/97 van de Raad van 2 juni 1997 houdende oprichting van een Europees Waarnemingscentrum voor racisme en vreemdelingenhaat, van een nauwe samenwerking tussen het Waarnemingscentrum en de Raad van Europa (98/C 171/05) COM(1998) 255 def. - 98/0143(CNS)

(Door de Commissie ingediend op 5 mei 1998)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1035/97 van de Raad van 2 juni 1997 houdende oprichting van een Europees Waarnemingscentrum voor racisme en vreemdelingenhaat, inzonderheid op artikel 7, lid 3, in combinatie met artikel 228, lid 2, eerste zin, en lid 3, eerste alinea, van het EG-Verdrag,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europees Parlement,

Overwegende dat de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Raad van Europa voor de instelling, overeenkomstig artikel 7, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1035/97, van een nauwe samenwerking tussen het Waarnemingscentrum en de Raad van Europa dient te worden goedgekeurd.

BESLUIT:

Artikel 1

De Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Raad van Europa, als bedoeld in artikel 7, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1035/97 van de Raad van 2 juni 1997 houdende oprichting van een Europees Waarnemingscentrum voor racisme en vreemdelingenhaat, wordt namens de Europese Gemeenschap goedgekeurd.

De tekst van de Overeenkomst is in de bijlage bij dit besluit opgenomen.

Artikel 2

De voorzitter van de Raad is gemachtigd de persoon aan te wijzen die bevoegd is deze overeenkomst te ondertekenen teneinde daardoor de Gemeenschap te binden.

ONTWERPOVEREENKOMST TUSSEN DE EUROPESE GEMEENSCHAP EN DE RAAD VAN EUROPA VOOR DE INSTELLING VAN EEN NAUWE SAMENWERKING TUSSEN HET WAARNEMINGSCENTRUM EN DE RAAD VAN EUROPA OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 7, LID 3, VAN VERORDENING (EG) NR. 1035/97 VAN DE RAAD VAN 2 JUNI 1997 HOUDENDE OPRICHTING VAN EEN EUROPEES WAARNEMINGSCENTRUM VOOR RACISME EN VREEMDELINGENHAAT

DE EUROPESE GEMEENSCHAP EN DE RAAD VAN EUROPA,

Overwegende dat de Raad van de Europese Unie op 2 juni 1997 Verordening (EG) nr. 1035/97 houdende oprichting van een Europees Waarnemingscentrum voor racisme en vreemdelingenhaat (het Waarnemingscentrum) heeft vastgesteld;

Overwegende dat het doel van het Waarnemingscentrum erin bestaat de Gemeenschap en haar lidstaten objectieve, betrouwbare en vergelijkbare gegevens over de verschijnselen van racisme, vreemdelingenhaat en antisemitisme op Europees niveau te verstrekken;

Overwegende dat de Raad van Europa reeds over grote ervaring op dit gebied beschikt;

Overwegende dat het Waarnemingscentrum bij de uitoefening van zijn activiteiten rekening dient te houden met de reeds door de Raad van Europa uitgevoerde activiteiten en ervoor dient te zorgen dat het daaraan een meerwaarde toevoegt; dat het bijgevolg dienstig is dat nauwe banden worden gelegd tussen de Raad van Europa en met name de Europese commissie tegen racisme en onverdraagzaamheid (ECRI);

Overwegende dat het Waarnemingscentrum krachtens Verordening (EG) nr. 1035/97 zijn werkzaamheden dient te coördineren met die van de Raad van Europa, wat zijn werkprogramma betreft;

Overwegende dat het aan de Raad van Europa is om een onafhankelijke persoonlijkheid als lid van de raad van bestuur van het Waarnemingscentrum aan te wijzen,

ZIJN HET VOLGENDE OVEREENGEKOMEN:

I. Uitwisseling van informatie en gegevens

1. Er worden op regelmatige basis contacten gelegd tussen de directeur van het Europees Waarnemingscentrum voor racisme en vreemdelingenhaat (hierna "Waarnemingscentrum" genoemd) en het Secretariaat-generaal van de Raad van Europa, met name het secretariaat van de Europese commissie tegen racisme en onverdraagzaamheid (hierna "ECRI" genoemd), en wel op een geëigend niveau.

2. Het Waarnemingscentrum en de ECRI dragen er zorg voor dat de in het kader van hun activiteiten verzamelde informatie en gegevens wederzijds ter beschikking worden gesteld. Deze terbeschikkingstelling heeft geen betrekking op de gegevens en de respectievelijk door beide instanties uitgevoerde werkzaamheden van vertrouwelijke aard.

3. De wederzijds door het Waarnemingscentrum en de ECRI ter beschikking gestelde informatie en gegevens kunnen door elk van beide instanties bij de uitvoering van hun eigen werkzaamheden worden gebruikt.

4. Het Waarnemingscentrum en de ECRI zorgen op wederzijdse basis, via hun netwerken, voor de grootst mogelijke verspreiding van de resultaten van hun respectieve werkzaamheden.

5. Het Waarnemingscentrum en de ECRI zorgen voor de regelmatige uitwisseling van informatie over de voorgestelde, in uitvoering zijnde of voltooide activiteiten.

II. Samenwerking

6. Er vindt regelmatig overleg plaats tussen het Waarnemingscentrum en de ECRI om te zorgen voor een coördinatie van hun activiteiten, met name wat de opstelling van het werkprogramma van het Waarnemingscentrum betreft. Dit overleg is bedoeld om te zorgen voor de complementariteit van de respectieve programma's van beide organen en om zoveel mogelijk onnodig dubbel werk te voorkomen.

7. Op grond van dit overleg kan bovendien worden overeengekomen dat het Waarnemingscentrum en de ECRI gezamenlijke en/of aanvullende activiteiten over onderwerpen van gemeenschappelijke belang uitvoeren. Deze samenwerking beoogt de optimalisering van alle beschikbare middelen, met name wat de wetenschappelijke onderzoekprojecten betreft.

III. Aanwijzing door de Raad van Europa van een persoonlijkheid in de raad van bestuur van het Waarnemingscentrum

8. De Secretaris-generaal van de Raad van Europa wijst onder de leden van de ECRI een onafhankelijke persoonlijkheid als lid van de raad van bestuur van het Waarnemingscentrum alsmede zijn plaatsvervanger aan.

Deze kwestie wordt behandeld in de context van de regelmatige contacten tussen de Europese Commissie en de Secretaris-generaal van de Raad van Europa.

Top