Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 51996PC0548

    Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD tot wijziging van Richtlijn 92/12/EEG betreffende de algemene regeling voor accijnsprodukten, het voorhanden hebben en het verkeer daarvan en de controles daarop

    /* COM/96/0548 def. - CNS 96/0266 */

    PB C 51 van 21/02/1997, p. 11–12 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    51996PC0548

    Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD tot wijziging van Richtlijn 92/12/EEG betreffende de algemene regeling voor accijnsprodukten, het voorhanden hebben en het verkeer daarvan en de controles daarop /* COM/96/0548 DEF - CNS 96/0266 */

    Publicatieblad Nr. C 051 van 21/02/1997 blz. 0011


    Voorstel voor een richtlijn van de Raad tot wijziging van Richtlijn 92/12/EEG betreffende de algemene regeling voor accijnsproducten, het voorhanden hebben en het verkeer daarvan en de controles daarop (97/C 51/07) COM(96) 548 def. - 96/0266(CNS)

    (Door de Commissie ingediend op 13 november 1996)

    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 99,

    Gezien het voorstel van de Commissie,

    Gezien het advies van het Europees Parlement,

    Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité,

    Overwegende dat Richtlijn 92/12/EEG van de Raad (1) de algemene regeling behelst voor accijnsproducten, het voorhanden hebben en het verkeer daarvan en de controles daarop;

    Overwegende dat artikel 26 van de richtlijn voorziet in een afwijkende regeling op grond waarvan Denemarken accijnzen kan heffen op door particulieren onder betaling van accijnzen in een andere Lidstaat verkregen en voor eigen gebruik ingevoerde alcoholhoudende dranken en tabaksfabrikaten die bepaalde hoeveelheden overschrijden;

    Overwegende dat de Toetredingsakte (2) onder verwijzing naar artikel 26 van Richtlijn 92/12/EEG bepaalt dat Zweden en Finland onder dezelfde voorwaarden accijnzen mogen heffen op een uitgebreidere lijst van alcoholhoudende producten en tabaksfabrikaten;

    Overwegende dat deze afwijkende regelingen zijn toegekend, omdat in een Europa zonder grenzen waarin accijnstarieven beduidend variëren, een volledige en onmiddellijke opheffing van de voor accijnsproducten geldende beperkingen een onaanvaardbare verlegging van het handelsverkeer en van de inkomstenstroom, alsmede concurrentievervalsing teweeg zou brengen in de betrokken Lidstaten, die van oudsher de betrokken producten als belangrijke bron van inkomsten en met het oog op de volksgezondheid met hoge accijnzen belasten;

    Overwegende dat de afwijkende regelingen ". . ., mits een herzieningsmechanisme wordt ingesteld in de trant van wat is vastgesteld in artikel 28 terdecies van Richtlijn 77/388/EEG tot en met 31 december 1996" (3) werden toegestaan;

    Overwegende dat op 31 december 1996 de minimumtarieven in de Gemeenschap niettemin lager zullen uitvallen dan werd verwacht bij de toekenning van de afwijkende regelingen, zodat de afschaffing daarvan op de geplande datum meer problemen met zich zal brengen dan voorzien;

    Overwegende dat derhalve aan deze Lidstaten ter aanpassing meer tijd dient te worden verschaft door verlenging van de geldigheidsduur van artikel 26;

    Overwegende dat het in artikel 26 bepaalde echter een afwijking vormt ten opzichte van een grondbeginsel van de interne markt - het recht van zijn burgers om binnen de Gemeenschap voor eigen gebruik gekochte goederen te vervoeren zonder dat daarop opnieuw accijnzen worden geheven - zodat de effecten ervan tot een minimum beperkt dienen te worden;

    Overwegende dat het derhalve dienstig is om enerzijds te voorzien in de geleidelijke verruiming van de kwantitatieve maxima die mogen worden toegepast totdat zij op 30 juni 2002 volledig zullen worden afgeschaft, en anderzijds de periode zoals bedoeld in artikel 26, lid 2, tweede streepje, waar de eis wordt gesteld dat ingezetenen het grondgebied ten minste voor een bepaalde periode moeten hebben verlaten om in aanmerking te komen voor de vrijstelling, te verkorten van 36 tot 24 uur;

    Overwegende dat de betrokken Lidstaten zelf mogen besluiten over de nadere uitwerking van het verruimingsproces, gelet op alle relevante factoren;

    Overwegende dat de tenuitvoerlegging van dit proces daarentegen uiterlijk halverwege de daarvoor voorziene periode aan een onderzoek moet worden onderworpen,

    HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Richtlijn 92/12/EEG van de Raad wordt als volgt gewijzigd:

    Artikel 26 wordt vervangen door:

    "Artikel 26

    1. Onverminderd het bepaalde in artikel 8, worden Denemarken, Finland en Zweden tot 30 juni 2002 gemachtigd de specifieke bepalingen van de leden 2 en 3 van dit artikel toe te passen op bepaalde alcoholhoudende dranken en tabaksfabrikaten die particulieren voor eigen gebruik in andere Lidstaten hebben verworven en in hun grondgebied hebben binnengebracht.

    2. Met ingang van 1 januari 1997 zijn Denemarken, Finland en Zweden gemachtigd om dezelfde kwantitatieve beperkingen te blijven toepassen als die welke zij op 31 december 1996 hanteerden voor de hoeveelheid goederen die in hun grondgebied mag worden binnengebracht zonder verdere betaling van accijns. Deze beperkingen worden geleidelijk afgeschaft door de betrokken Lidstaten.

    3. Wanneer dergelijke goederen door ingezetenen worden ingevoerd in hun grondgebied, mogen Denemarken, Finland en Zweden de afwijkende regeling beperken tot personen die het grondgebied gedurende een periode van ten minste 24 uur hebben verlaten.

    4. Uiterlijk op 31 december 1999 brengt de Commissie bij de Raad en het Parlement verslag uit over de tenuitvoerlegging van dit artikel".

    Artikel 2

    1. De Lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op 1 januari 1997 aan deze richtlijn te voldoen. Zij stellen de Commissie daarvan in kennis.

    Wanneer de Lidstaten deze bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen naar de onderhavige richtlijn verwezen of wordt hiernaar verwezen bij de officiële bekendmaking van die bepalingen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de Lidstaten.

    2. De Lidstaten delen de Commissie de tekst van de belangrijke bepalingen van intern recht mede die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.

    Artikel 3

    Deze richtlijn is gericht tot de Lidstaten.

    (1) PB nr. L 76 van 23. 3. 1992, blz. 1.

    (2) PB nr. C 241 van 19. 8. 1994, blz. 339.

    (3) PB nr. L 76 van 23. 3. 1992, blz. 11.

    Top