51994PC0010(20)

Voorstel voor een VERORDENING (EG) Nr. . . . VAN DE RAAD van . . .

tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 804/68 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector melk en zuivelprodukten (94/C 83/20)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 43,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europese Parlement,

Overwegende dat in artikel 6 van Verordening (EEG) nr. 804/68 van de Raad (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 230/94 (2), een interventieregeling voor boter is vastgesteld; dat de toepassing van deze regeling met name de concurrentiepositie van boter op de markt moet handhaven en in een zo rationeel mogelijke opslag moet voorzien; dat de kwaliteitsnormen waaraan boter moet voldoen, van doorslaggevend belang zijn voor het bereiken van deze doelstellingen;

Overwegende dat in Verordening (EEG) nr. 985/68 van de Raad van 15 juli 1968 houdende vaststelling van de algemene voorschriften betreffende de interventiemaatregelen op de markt voor boter en room (3), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 2045/91 (4), controlemaatregelen bij de inslag van de boter en na een bepaalde opslagperiode voorgeschreven zijn; dat intussen op internationaal en communautair niveau kwaliteitscontrolemethoden voor boter werden ontwikkeld; dat deze methoden derhalve niet langer buiten beschouwing gelaten kunnen worden en, om de interventie voor boter te rationaliseren en de voorschriften te vereenvoudigen, een enkele definitie van interventieboter moet worden vastgesteld; dat door de vaststelling van deze definitie artikel 27 van Verordening (EEG) nr. 804/68 kan worden geschrapt;

Overwegende dat niet mag worden afgeweken van de kenmerken voor boter die tot nu toe in de interventieregeling hebben gegolden; dat meer in het bijzonder, ten aanzien van de in artikel 6, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 804/68 bedoelde steun voor de particuliere opslag, de in artikel 8, lid 4, tweede alinea, van Verordening (EEG) nr. 985/68 gemaakte uitzondering voor gezouten boter moet worden gehandhaafd;

Overwegende dat ter wille van de eenvoudigheid en de duidelijkheid de algemene voorschriften van Verordening (EEG) nr. 985/68 moeten worden opgenomen in artikel 6 van Verordening (EEG) nr. 804/68 en eerstgenoemde verordening derhalve moet worden ingetrokken;

Overwegende dat in artikel 8 van Verordening (EEG) nr. 804/68 een interventieregeling voor bepaalde kaassoorten is vastgesteld; dat blijkens de opgedane ervaring de interventieaankoop van kaas wegens de korte houdbaarheid en het ontbreken van afzetmogelijkheden voor dit produkt, niet de juiste maatregel is voor sanering van de markt; dat anderzijds de markt kan worden gestabiliseerd via steun voor de particuliere opslag van die kaas;

Overwegende dat ook rekening moet worden gehouden met de ontwikkelingen op de markt voor zuivelprodukten en de wijzigingen in de interventieregelingen voor boter en magere-melkpoeder die al enige jaren van kracht zijn; dat derhalve de interventieaankoopregeling voor Grana-Padanokaas en Parmigiano-Reggianokaas moet worden afgeschaft; dat voorts in artikel 8 van Verordening (EEG) nr. 804/68 de algemene voorschriften inzake de steun voor de particuliere opslag moeten worden vastgesteld;

Overwegende dat derhalve artikel 5 van Verordening (EEG) nr. 804/68 moet worden gewijzigd en Verordening (EEG) nr. 971/68 van de Raad van 15 juli 1968 houdende vaststelling van de algemene voorschriften betreffende de interventiemaatregelen op de markt voor Grana-Padanokaas en Parmigiano-Reggianokaas (5), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 473/75 (6), moet worden ingetrokken,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EEG) nr. 804/68 wordt als volgt gewijzigd:

1. Artikel 5 wordt vervangen door:

"Artikel 5

Jaarlijks worden tegelijk met de vaststelling van de richtprijs voor melk en volgens dezelfde procedure een interventieprijs voor boter en een interventieprijs voor magere-melkpoeder vastgesteld.".

2. Artikel 6 wordt vervangen door:

"Artikel 6

1. Het door elke Lid-Staat aangewezen interventiebureau koopt tegen de interventieprijs, onder nader vast te stellen voorwaarden, de hem aangeboden natuurlijke boter aan die een vetgehalte van ten minste 82 % heeft, in de Gemeenschap rechtstreeks en uitsluitend uit koemelk bereid is, en aan bepaalde andere eisen voldoet.

De bovenbedoelde interventieprijs is die welke geldt op de dag waarop de boter is bereid en geldt voor boter die franco is geleverd aan een door het interventiebureau bepaald koelhuis op een nader vast te stellen maximumafstand van de plaats waar de boter was opgeslagen.

2. Voor de particuliere opslag van room van in de Gemeenschap geproduceerde koemelk en van de in lid 1 bedoelde boter wordt steun verleend door het interventiebureau van de Lid-Staat waar de voor de steun in aanmerking komende boter of room is opgeslagen. Daarnaast komt echter ook boter met een vetgehalte van ten minste 80 % en een zoutgehalte van ten hoogste 2 % voor de steun in aanmerking.

Voor de vaststelling van het steunbedrag wordt uitgegaan van de opslagkosten en de verwachte ontwikkeling van de prijs voor verse boter en koelhuisboter. Wanneer zich bij de uitslag een ongunstige marktontwikkeling blijkt te hebben voorgedaan, die niet bij de inslag voorzien kon worden, kan de steun worden verhoogd.

De steun voor de particuliere opslag wordt afhankelijk gesteld van het sluiten van een opslagcontract volgens nader vast te stellen bepalingen. Op grond van de marktsituatie kan de Commissie volgens de procedure van artikel 30 besluiten de hoeveelheid room of boter waarvoor contracten voor de particuliere opslag zijn gesloten, gedeeltelijk of geheel weer op de markt te laten brengen.

3. De door de interventiebureaus aangekochte boter wordt afgezet tegen een minimumprijs en onder zodanige, nog nader vast te stellen voorwaarden, dat het evenwicht op de markt niet verstoord wordt en dat de kopers een gelijke behandeling en een gelijke toegang tot de te verkopen boter gegarandeerd wordt. Wanneer de te verkopen boter voor uitvoer bestemd is, kunnen bijzondere voorwaarden worden vastgesteld om te waarborgen dat de bestemming van het produkt niet wordt gewijzigd en om rekening te houden met de bijzondere vereisten voor deze verkopen.

Wanneer door de interventiebureaus aangekochte boter in de loop van een melkprijsjaar niet tegen normale voorwaarden kan worden afgezet, onderzoekt de Commissie de situatie en treft zij de nodige maatregelen volgens de procedure van artikel 30. Voor zover dit op grond van die maatregelen verantwoord is, worden eveneens bijzondere maatregelen genomen voor de handhaving van de afzetmogelijkheden van produkten waarvoor de in lid 2 bedoelde steun werd verleend.

4. De interventieregeling wordt zodanig toegepast dat:

- de concurrentiepositie van boter op de markt gehandhaafd blijft;

- de oorspronkelijke kwaliteit van de boter zoveel mogelijk behouden blijft;

- het produkt op de meest rationele wijze wordt opgeslagen.

5. De uitvoeringsbepalingen van dit artikel worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 30.".

3. Artikel 8 wordt vervangen door:

"Artikel 8

1. Onder nader te bepalen voorwaarden wordt steun verleend voor de particuliere opslag van:

a) Grana-Padanokaas die ten minste 9 maanden oud is,

b) Parmigiano-Reggianokaas die ten minste 15 maanden oud is,

c) Provolonekaas die ten minste 3 maanden oud is,

indien deze kaassoorten voldoen aan bepaalde vereisten.

2. Voor de vaststelling van de steun voor de particuliere opslag wordt uitgegaan van de opslagkosten en de verwachte ontwikkeling van de marktprijzen.

3. Het interventiebureau dat is aangewezen door de Lid-Staat waarin genoemde kaassoorten bereid worden en recht hebben op de benaming van oorsprong, voert de op grond van lid 1 genomen maatregelen uit.

De steun voor de particuliere opslag wordt afhankelijk gesteld van het sluiten van een opslagcontract met het interventiebureau. Dit contract wordt opgesteld volgens nader vast te stellen bepalingen.

Op grond van de marktsituatie kan de Commissie volgens de procedure van artikel 30 besluiten dat het interventiebureau de opgeslagen hoeveelheid kaas gedeeltelijk of geheel weer op de markt moet laten brengen.

4. De uitvoeringsbepalingen van dit artikel, en met name het bedrag van de steun alsmede de voorschriften betreffende het opslagcontract en de controle op de opslag, worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 30.".

4. Artikel 27 wordt geschrapt.

Artikel 2

Verordening (EEG) nr. 971/68 wordt ingetrokken. Zij blijft echter van toepassing voor de afzet van de vóór de inwerkingtreding van de onderhavige verordening aangekochte hoeveelheden.

Verordening (EEG) nr. 985/68 wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 1995. Zij blijft echter van toepassing om de nakoming van de vóór die datum aangegane verplichtingen te waarborgen.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te . . .

Voor de Raad

. . .

(1) PB nr. L 148 van 28. 6. 1968, blz. 13.

(2) PB nr. L 30 van 3. 2. 1994, blz. 1.

(3) PB nr. L 169 van 18. 7. 1968, blz. 1.

(4) PB nr. L 187 van 13. 7. 1991, blz. 1.

(5) PB nr. L 166 van 17. 7. 1968, blz. 8.

(6) PB nr. L 52 van 28. 2. 1975, blz. 23.