EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32024D1854

Besluit (EU) 2024/1854 van de Raad van 21 juni 2024 betreffende het namens de Europese Unie in het Gemengd Comité EU-ICAO in te nemen standpunt over het besluit inzake de vaststelling van een bijlage IV, inzake capaciteitsopbouw, technische bijstand en uitvoeringsondersteuning, bij het memorandum van samenwerking tussen de Europese Unie en de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie, dat een kader voor versterkte samenwerking vormt

ST/10316/2024/INIT

PB L, 2024/1854, 5.7.2024, ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2024/1854/oj (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2024/1854/oj

European flag

Publicatieblad
van de Europese Unie

NL

L-serie


2024/1854

5.7.2024

BESLUIT (EU) 2024/1854 VAN DE RAAD

van 21 juni 2024

betreffende het namens de Europese Unie in het Gemengd Comité EU-ICAO in te nemen standpunt over het besluit inzake de vaststelling van een bijlage IV, inzake capaciteitsopbouw, technische bijstand en uitvoeringsondersteuning, bij het memorandum van samenwerking tussen de Europese Unie en de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie, dat een kader voor versterkte samenwerking vormt

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 100, lid 2, in samenhang met artikel 218, lid 9,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Het Verdrag inzake de internationale burgerluchtvaart (het “Verdrag van Chicago”), waarbij het internationale luchtvervoer wordt geregeld, is op 4 april 1947 in werking getreden. Bij dat verdrag is de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie (International Civil Aviation Organization — ICAO) opgericht. De lidstaten van de Unie zijn staten die partij zijn bij het Verdrag van Chicago en zijn lid van de ICAO.

(2)

Het memorandum van samenwerking tussen de Unie en de ICAO tot vaststelling van een kader voor versterkte samenwerking (1) (het “memorandum van samenwerking”) is op 29 maart 2012 in werking getreden.

(3)

Op grond van het memorandum van samenwerking kan het daarbij opgerichte Gemengd Comité bijlagen bij het memorandum van samenwerking vaststellen.

(4)

Tijdens zijn volgende vergadering zal het Gemengd Comité EU-ICAO naar verwachting een besluit nemen inzake de vaststelling van een bijlage IV, inzake capaciteitsopbouw, technische bijstand en uitvoeringsondersteuning, bij het memorandum van samenwerking,. Die nieuwe bijlage IV moet voorzien in het opzetten van een regelmatige dialoog over capaciteitsopbouw, technische bijstand en uitvoeringsondersteuning, met inbegrip van opleidingsactiviteiten, op de gebieden die onder het memorandum van samenwerking vallen, teneinde synergieën tot stand te brengen en, waar passend, die activiteiten te coördineren.

(5)

Aangezien de nieuwe bijlage IV inzake capaciteitsopbouw, technische bijstand en uitvoeringsondersteuning bindend zal zijn voor de Unie, is het passend het standpunt te bepalen dat namens de Unie moet worden ingenomen in het Gemengd Comité over de vaststelling van die bijlage; het standpunt houdt in dat de vaststelling van die bijlage moet worden gesteund,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Het namens de Europese Unie in het Gemengd Comité EU-ICAO in te nemen standpunt over de vaststelling van een nieuwe bijlage IV, inzake capaciteitsopbouw, technische bijstand en uitvoeringsondersteuning, bij het memorandum van samenwerking, op grond van artikel 7.3, punt c), van het memorandum van samenwerking tussen de Europese Unie en de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie, dat een kader voor versterkte samenwerking vormt, wordt gebaseerd op het aan dit besluit gehechte ontwerpbesluit van het Gemengd Comité EU-ICAO.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de datum van de vaststelling ervan.

Gedaan te Luxemburg, 21 juni 2024.

Voor de Raad

De voorzitter

V. VAN PETEGHEM


(1)   PB L 232 van 9.9.2011, blz. 2.


ONTWERP

BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ EU-ICAO

van …

inzake de vaststelling van een bijlage IV, inzake capaciteitsopbouw, technische bijstand en uitvoeringsondersteuning, bij het memorandum van samenwerking tussen de Europese Unie en de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie, dat een kader voor versterkte samenwerking vormt

HET GEMENGD COMITÉ EU-ICAO,

Gezien het Memorandum van samenwerking tussen de Europese Unie en de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie tot vaststelling van een kader voor versterkte samenwerking (het “memorandum van samenwerking”), dat op 29 maart 2012 in werking is getreden, en met name artikel 7.3, punt c),

Overwegende dat het passend is een bijlage inzake capaciteitsopbouw, technische bijstand en uitvoeringsondersteuning op te nemen in het memorandum van samenwerking, op de gebieden die onder het memorandum van samenwerking vallen,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De bijlage bij dit besluit wordt hierbij vastgesteld, en vormt een integrerend deel van het memorandum van samenwerking.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de datum van de vaststelling ervan.

Gedaan te …, …

Voor het Gemengd Comité EU-ICAO

De voorzitters

Voor de Europese Unie

Voor de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie

BIJLAGE

BIJLAGE IV BIJ HET MEMORANDUM VAN SAMENWERKING

CAPACITEITSOPBOUW, TECHNISCHE BIJSTAND EN UITVOERINGSONDERSTEUNING

1.   DOELSTELLINGEN

1.1

De partijen komen overeen samen te werken bij de opbouw van luchtvaartcapaciteit en het verlenen van technische bijstand en uitvoeringsondersteuning, afhankelijk van het relevante beleid en de relevante besluiten van de partijen, teneinde de verwezenlijking van de strategische doelstellingen van de ICAO wereldwijd te ondersteunen op de gebieden die vallen onder het memorandum van samenwerking tussen de Europese Unie (EU) en de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie (ICAO), dat een kader biedt voor versterkte samenwerking en dat op 29 maart 2012 in werking is getreden, en met name punt 5 en punt 7.3, c).

1.2

Gezien de rol van capaciteitsopbouw, technische bijstand en uitvoeringsondersteuning bij de wereldwijde verwezenlijking van de strategische doelstellingen van de ICAO en het waarborgen van de wereldwijde naleving van de normen en aanbevolen praktijken van de ICAO, komen de partijen overeen informatie uit te wisselen over hun respectieve activiteiten op het gebied van capaciteitsopbouw, technische bijstand en uitvoeringsondersteuning, teneinde mogelijke synergieën en samenwerkingsactiviteiten vast te stellen.

2.   TOEPASSINGSGEBIED

2.1

Om de in de leden 1.1 en 1.2 genoemde doelstellingen te verwezenlijken, komen de partijen overeen, in aanvulling op de in de bijlagen I, II en III bij het memorandum van samenwerking vastgestelde samenwerking, samen te werken op de volgende gebieden:

Het opzetten van een regelmatige dialoog over capaciteitsopbouw, technische bijstand en uitvoeringsondersteuning, met inbegrip van opleidingsactiviteiten, op de gebieden die onder het memorandum van samenwerking tussen de EU en de ICAO vallen, teneinde synergieën tot stand te brengen en, indien passend, die activiteiten te coördineren;

Het ondersteunen en faciliteren van de activiteiten van de partijen op het gebied van capaciteitsopbouw, technische bijstand en uitvoeringsondersteuning, onder meer door:

de uitvoering, indien passend, van gezamenlijke activiteiten op het gebied van capaciteitsopbouw, ontwikkeling van technische bijstand en uitvoeringsondersteuning;

de terbeschikkingstelling van deskundigen en andere ondersteuning in natura, naargelang het geval;

de ontwikkeling en levering van capaciteitsopbouw, producten ter ondersteuning van de ontwikkeling en uitvoering van technische bijstand, en opleidingen;

deelname aan technische projecten, indien dat passend wordt geacht.

Het bevorderen van regionale samenwerking;

Voor zover passend het bevorderen van de activiteiten van de respectieve partijen, onder meer door de relevante organen van de partijen informatie te verstrekken over de uitgevoerde activiteiten.

3.   UITVOERING

3.1

Overeenkomstig punt 3.3 en punt 4.1, a), van het memorandum van samenwerking stellen de partijen, indien nodig, werkregelingen vast om de in de punten 2.1 en 5 van deze bijlage bedoelde samenwerkingsactiviteiten daadwerkelijk uit te voeren. Die werkregelingen worden vastgesteld door het Gemengd Comité op grond van punt 7.3, c), van het memorandum van samenwerking.

4.   DIALOOG

4.1

De partijen komen ten minste eenmaal per jaar bijeen op het niveau van de directeur van het ICAO-Bureau voor capaciteitsontwikkeling en -ondersteuning, waar passend bijgestaan door andere ICAO-directeuren, en van de vertegenwoordiger van de Europese Unie bij de ICAO, bijgestaan door de EASA-vertegenwoordiger en de relevante diensten van de Europese Commissie, naargelang het geval, om verslag uit te brengen over die uitwisselingen aan de vergaderingen van het Gemengd Comité EU-ICAO. De vertegenwoordigers van de EU-lidstaten in de ICAO-Raad en andere entiteiten kunnen worden uitgenodigd om aan die dialoog deel te nemen.

4.2

Tijdens de in punt 4.1 bedoelde dialoog wisselen de partijen informatie uit over hun respectieve activiteiten op het gebied van capaciteitsopbouw, technische bijstand en uitvoeringsondersteuning op de gebieden die onder het memorandum van samenwerking tussen de EU en de ICAO vallen, identificeren zij mogelijke synergieën en streven zij indien passend naar coördinatie van hun respectieve activiteiten, zoals nader toegelicht in punt 5.

4.3

De in punt 4.2 bedoelde dialoog wordt ten minste eenmaal per kwartaal aangevuld met een uitwisseling op technisch niveau tussen de door elke partij aan te wijzen contactpunten.

5.   ONDERSTEUNING EN FACILITERING VAN ACTIVITEITEN

5.1

De partijen komen overeen, onder meer als resultaat van de in punt 4 bedoelde dialoog, om de activiteiten van de partijen op het gebied van capaciteitsopbouw, ontwikkeling van technische bijstand en uitvoeringsondersteuning te ondersteunen en te vergemakkelijken.

5.2

Indien passend kunnen gezamenlijke activiteiten op het gebied van capaciteitsopbouw, ontwikkeling van technische bijstand en uitvoeringsondersteuning worden ondernomen.

5.3

Die ondersteuning kan de vorm aannemen van het ter beschikking stellen van deskundigen met bewezen technische expertise op de relevante gebieden.

5.4

Die ondersteuning kan ook de vorm aannemen van de ontwikkeling en levering van capaciteitsopbouw, producten ter ondersteuning van de ontwikkeling en uitvoering van technische bijstand, opleiding en deelname aan technische projecten, indien dat passend wordt geacht.

5.5

Die ondersteuning omvat, voor zover passend, samenwerking ter plaatse tussen de relevante regionale bureaus van de ICAO en de teams die worden uitgezonden in het kader van door de EU gefinancierde activiteiten op het gebied van capaciteitsopbouw, ontwikkeling van technische bijstand of uitvoeringsondersteuning.

5.6

Het gebruik van de respectieve logo’s wordt overwogen wanneer dat relevant is voor de activiteit, met inachtneming van de regels en procedures van elke partij.

6.   REGIONALE SAMENWERKING

6.1

Bij hun activiteiten die gericht zijn op een snellere uitvoering van de normen en aanbevolen praktijken van de ICAO geven de partijen prioriteit aan de regionale benaderingen die mogelijkheden bieden voor betere processen op het gebied van kostenefficiëntie, toezicht en/of normalisatie.

7.   BEVORDERING VAN ACTIVITEITEN

7.1

De partijen bevorderen voor zover passend hun respectieve activiteiten. Dat kan met name inhouden dat zij informatie over de overeenkomstig deze bijlage uitgevoerde activiteiten verstrekken aan hun relevante organen, zoals de ICAO-Raad, het betrokken management van de Europese Commissie of relevante EASA-organen.

8.   EVALUATIE

8.1

De toepassing van deze bijlage wordt door de partijen regelmatig geëvalueerd, waarbij zij, voor zover nodig, rekening houden met relevante ontwikkelingen in het beleid of de regelgeving.

8.2

Eventuele herzieningen van deze bijlage moeten worden goedgekeurd door het op grond van punt 7 van het memorandum van samenwerking opgerichte Gemengd Comité.

9.   INWERKINGTREDING, WIJZIGINGEN EN BEËINDIGING

9.1

Deze bijlage treedt in werking op de datum waarop ze door het Gemengd Comité wordt vastgesteld en blijft van kracht tot ze wordt beëindigd. De beëindiging heeft geen gevolgen voor de uitvoering van lopende activiteiten, tenzij anderszins overeengekomen door de partijen.

9.2

Werkregelingen die op grond van deze bijlage zijn overeengekomen, worden van kracht op de datum waarop ze door het Gemengd Comité zijn vastgesteld.

9.3

Voor wijzigingen of de beëindiging van werkregelingen die op grond van deze bijlage zijn vastgesteld, moet overeenstemming worden bereikt in het Gemengd Comité.

9.4

Deze bijlage kan te allen tijde door elk van beide partijen worden beëindigd. Zes maanden nadat de ene partij de andere schriftelijk in kennis heeft gesteld van de beëindiging, wordt die van kracht, tenzij de kennisgeving van de beëindiging met wederzijdse instemming van de partijen wordt ingetrokken vóór de opzegtermijn van zes maanden is verstreken.

9.5

Niettegenstaande de andere bepalingen van dit punt, houdt beëindiging van het memorandum van samenwerking in dat tegelijkertijd eveneens deze bijlage en alle op grond van deze bijlage vastgestelde werkregelingen worden beëindigd.

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2024/1854/oj

ISSN 1977-0758 (electronic edition)


Top