EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32023R2674

Verordening (EU) 2023/2674 van het Europees Parlement en de Raad van 22 november 2023 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1217/2009 van de Raad wat betreft de omzetting van het informatienet inzake landbouwbedrijfsboekhoudingen in een informatienet inzake de duurzaamheid van landbouwbedrijven

PE/53/2023/REV/1

PB L, 2023/2674, 29.11.2023, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2023/2674/oj (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2023/2674/oj

European flag

Publicatieblad
van de Europese Unie

NL

Serie L


2023/2674

29.11.2023

VERORDENING (EU) 2023/2674 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

van 22 november 2023

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1217/2009 van de Raad wat betreft de omzetting van het informatienet inzake landbouwbedrijfsboekhoudingen in een informatienet inzake de duurzaamheid van landbouwbedrijven

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 43, lid 2,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (1),

Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure (2),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De analyse en ontwikkeling van de landbouwsector van de Unie en van het gemeenschappelijk landbouwbeleid vereisen objectieve, actuele en relevante informatie over de prestaties en de duurzaamheid van de bedrijven in de Unie. Het informatienet inzake landbouwbedrijfsboekhoudingen (ILB) is opgericht bij Verordening (EG) nr. 1217/2009 van de Raad (3).

(2)

De effectbeoordeling van de Commissie ter ondersteuning van de wetgevingsvoorstellen van 2018 voor het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) na-2020 stelde vast dat de verzameling van gegevens op landbouwbedrijfsniveau moet worden verbeterd.

(3)

In de mededeling van de Commissie van 20 mei 2020 getiteld “Een “van boer tot bord”-strategie voor een eerlijk, gezond en milieuvriendelijk voedselsysteem” heeft de Commissie het voornemen uitgesproken om het ILB om te zetten in een informatienet inzake de duurzaamheid van landbouwbedrijven (IDL), met het oog op de verzameling van duurzaamheidsgegevens op landbouwbedrijfsniveau. De omschakeling zal dat omgeschakelde informatienet in staat stellen de ontwikkeling van empirisch onderbouwd en prestatiegericht beleid en de analyse van de landbouwsectoren in de lidstaten en in de Unie als geheel te ondersteunen, de vooruitgang te meten en beleidsmakers waardevolle richtsnoeren te verschaffen. Het IDL zal ook bijdragen tot de analyse van de versterkte economische, milieu en sociale dimensies van het GLB, tot de verbetering van de adviesdiensten voor landbouwers en de benchmarking van de prestaties van landbouwbedrijven, en tot aan de transparantie en eerlijkheid in de agrovoedselvoorzieningsketen.

(4)

Om invulling te geven aan de doelstellingen van het GLB zoals uiteengezet in artikel 39 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) en om ervoor te zorgen dat de Unie haar huidige en toekomstige uitdagingen adequaat aanpakt, is het passend dat de drie dimensies van de duurzaamheid van de landbouw van de Unie worden bestreken, namelijk de economische, de milieu en de sociale dimensie, met name zoals bepaald in de artikelen 5 en 6 van Verordening (EU) 2021/2115 van het Europees Parlement en de Raad (4). Op grond van artikel 11 VWEU moeten gegevens over milieubescherming in het IDL worden geïntegreerd om bij te dragen tot de beoordeling van aanvullende aspecten in verband met de duurzaamheid van de landbouw in de Unie. Bovendien moet, om het verband met de uitvoering van de Agenda 2030 van de Verenigde Naties voor duurzame ontwikkeling te versterken, rekening worden gehouden met het kader dat de duurzameontwikkelingsdoelstellingen van de Verenigde Naties vormen voor de duurzaamheid van bedrijven, op basis van drie belangrijke aspecten: het economische, het milieu en het sociale aspect.

(5)

Bovenvermelde doeleinden kunnen slechts worden bereikt indien gebruik wordt gemaakt van een Unienetwerk voor de verzameling van duurzaamheidsgegevens van landbouwbedrijven, namelijk het IDL, dat steunt op gegevensverzamelaars die reeds bestaan in elke lidstaat en die het vertrouwen van de betrokken partijen genieten.

(6)

Momenteel worden voornamelijk gegevens verzameld om de economische aspecten van bedrijven te beoordelen. De algehele duurzaamheid van bedrijven moet echter worden beoordeeld, onder meer op basis van milieugegevens die verband houden met bodem, lucht, water en biodiversiteit, alsook gegevens over de sociale dimensie van de landbouw, met bijzondere aandacht voor de situatie van vrouwen en jongeren die landbouwer zijn of werkzaam zijn in de landbouw. Het is passend de belangrijkste categorieën economische, milieu- en sociale gegevens en binnen deze categorieën de gerelateerde gegevensthema’s die in het IDL kunnen worden verzameld en gebundeld, in een bijlage bij Verordening (EG) nr. 1217/2009 vast te stellen. Die gegevensthema’s moeten verband houden met de behoeften van het GLB en moeten relevant zijn voor de beoordeling van de duurzaamheid van de landbouw en de bedrijven in de Unie. Om rekening te houden met toekomstige uitdagingen op het gebied van duurzaamheid, moet de bevoegdheid om handelingen vast te stellen overeenkomstig artikel 290 VWEU aan de Commissie worden gedelegeerd om die bijlage te wijzigen, onder meer door thema’s te wijzigen en nieuwe thema’s toe te voegen, rekening houdend met de relevantie van de te verzamelen en te bundelen gegevens en de administratieve lasten voor de nationale autoriteiten en de bedrijven. Voorts moet de Commissie bij het toevoegen van nieuwe thema’s voorzien in een minimumperiode van ten minste één jaar vóór de toepassing van de desbetreffende uitvoeringshandeling over variabelen, teneinde de lidstaten voldoende tijd te geven om de gegevensverzameling voor te bereiden. Bovendien mag de Commissie in de eerste drie jaar vanaf de datum van inwerkingtreding van deze verordening geen nieuwe thema’s toevoegen.

(7)

Om de sociale dimensie van duurzaamheid te beschrijven, moeten bepaalde soorten persoonsgegevens worden verzameld van personen die in de landbouwsector werkzaam zijn. Dergelijke informatie moet dienen ter ondersteuning van de analyse van thema’s die verband houden met de specifieke doelstellingen van het GLB op grond van artikel 6, lid 1, punten g) en h), van Verordening (EU) 2021/2115. De verwerking van dergelijke persoonsgegevens moet beperkt blijven tot de gegevenscategorieën die strikt noodzakelijk zijn voor de verwezenlijking van de doelstellingen van Verordening (EG) nr. 1217/2009 zoals gewijzigd bij deze verordening, overeenkomstig Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad (5), met name artikel 9, lid 1, en Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad (6), met name artikel 10, lid 1.

(8)

De Commissie moet de resultaten van analyses van de staat van de duurzaamheid van de landbouw van de Unie publiceren, met name om het gebruik van die resultaten voor benchmarkingdoeleinden mogelijk te maken. Adviesdiensten die op basis van IDL-gegevens aan bedrijven met boekhouding worden verstrekt, kunnen waardevol zijn en zo een aanzienlijke stimulans bieden voor deelname aan het IDL, mits het advies gebaseerd is op relevante gegevens die zo recent mogelijk zijn, rekening houdend met op wetenschap gebaseerde ontwikkelingen en de recentst beschikbare kennis inzake beste praktijken. De verspreiding van in Verordening (EG) nr. 1217/2009 zoals gewijzigd bij deze verordening geaggregeerde IDL-gegevens over milieuthema’s, onder de daarin gestelde voorwaarden, moet dienen voor de actieve en systematische verspreiding van milieu-informatie onder het publiek zoals vereist bij Richtlijn 2003/4/EG van het Europees Parlement en de Raad (7) en Verordening (EG) nr. 1367/2006 van het Europees Parlement en de Raad (8).

(9)

Artikel 8, lid 1, punt c), van Verordening (EU) 2022/2379 van het Europees Parlement en de Raad (9) en artikel 4, lid 1, punt c), van Verordening (EU) 2018/1091 van het Europees Parlement en de Raad (10) bieden de lidstaten de mogelijkheid om andere bronnen te gebruiken voor statistische enquêtes. In bijlage I bij Verordening (EG) nr. 138/2004 van het Europees Parlement en de Raad (11) wordt het gebruik van ILB-gegevens vermeld. Op basis van die mogelijkheden en met het oog op het hergebruik van gegevens en meer efficiëntie is het nuttig de lidstaten toe te staan IDL-gegevens voor statistische doeleinden te gebruiken.

(10)

Om gegevens te kunnen verzamelen voor het IDL waarvan de reikwijdte groter is dan het ILB, is het passend de huidige definities aan te passen. Meer bepaald moet de definitie van “landbouwer” worden herzien om te bepalen wie juridisch verantwoordelijk is voor het bedrijf, en moeten de definities van “landbouwbedrijf” en “bedrijf” beter geschikt worden gemaakt voor analytische doeleinden, teneinde te voorzien in samenhang met soortgelijke definities die voor statistische doeleinden worden gebruikt. De definitie van “individuele gegevens” moet het concept weerspiegelen dat gegevens van zowel natuurlijke personen als rechtspersonen moeten worden beschermd wanneer dergelijke gegevens het mogelijk maken die personen direct of indirect te identificeren. De definitie van “geaggregeerde gegevens” moet duidelijk verwijzen naar gegevens van meerdere bedrijven, wat het belangrijkste kenmerk van de aggregatietechniek is.

(11)

De lidstaten of de verantwoordelijke nationale autoriteiten moeten ernaar streven om de wijze van gegevensverzameling zo veel mogelijk te moderniseren. Bovendien moeten geharmoniseerde gegevens worden verzameld en moet overlapping worden voorkomen met gegevens die reeds zijn verzameld, bijvoorbeeld via statistieken over de landbouwinput en -output of het GLB. Om de administratieve lasten voor landbouwers en gegevensverzamelaars te verminderen, teneinde overlapping van gegevensverzoeken en gegevensverzameling te voorkomen en de IDL-gegevensreeks te verrijken, moet het beginsel van “éénmaal verzamelen en meermaals hergebruiken van gegevens” worden toegepast. Richtlijn (EU) 2019/1024 van het Europees Parlement en de Raad (12) moet in aanmerking worden genomen voor de toepassing van dat beginsel. Bovendien moet het gebruik van digitale oplossingen, met inbegrip van het hergebruik van gegevens en het delen van gegevens met andere bronnen, worden bevorderd en altijd als de eerste-keuze-oplossing worden beschouwd wanneer dit bevorderlijk is voor een brede deelname van landbouwers en de nauwkeurigheid van de verzamelde gegevens. Daartoe moet worden onderzocht of de beschikbare digitale instrumenten voor gegevensverzameling kunnen worden ontwikkeld of geoptimaliseerd. Er moet worden voorzien in een mogelijke uitbreiding van het systeem voor gegevensverzameling wanneer het uitsluitend op bureaus voor landbouwbedrijfsboekhouding is gebaseerd teneinde milieu- en sociale variabelen te verzamelen.

(12)

Om de opstelling van de bedrijfsformulieren efficiënter te maken en de lasten voor de bedrijven met boekhouding te verminderen, moeten de verbindingsorganen tijdig en kosteloos gebruik kunnen maken van nationale gegevensbronnen die kunnen worden gebruikt voor relevante gegevens om de bedrijfsformulieren zoals gedefinieerd en uiteengezet in Verordening (EG) nr. 1217/2009 zoals gewijzigd bij deze verordening op te stellen. Het gebruik van dergelijke gegevensbronnen is noodzakelijk voor de uitvoering van de taken van de verbindingsorganen. Daartoe is het passend nadere regels vast te stellen voor de toegang tot dergelijke gegevensbronnen en het gebruik van andere methoden voor het compileren van gegevens of innovatieve benaderingen, waaronder het opzetten van mechanismen voor samenwerking tussen gegevensverwerkende entiteiten in de betrokken lidstaat. Deze verordening moet voorzien in een lijst van relevante, op nationaal niveau beschikbare gegevensbronnen die de verbindingsorganen kunnen gebruiken om bedrijfsformulieren op te stellen. Om ervoor te zorgen dat de lijst actueel en relevant blijft, moet aan de Commissie de bevoegdheid worden overgedragen om overeenkomstig artikel 290 VWEU handelingen vast te stellen om die lijst te wijzigen. Met name gegevensreeksen die zijn afgeleid van de bij Verordening (EU) 2018/1091 vastgestelde geïntegreerde landbouwstatistieken en de bij Verordening (EU) 2022/2379 vastgestelde statistieken over landbouwinput en -output moeten aan die lijst worden toegevoegd wanneer het delen van gegevens uit die gegevensbronnen wettelijk mogelijk is.

(13)

Naast de gegevens in het bedrijfsformulier voor bedrijven met boekhouding moeten de lidstaten de Commissie de nodige middelen verschaffen om de capaciteit voor het analyseren van duurzaamheidsaspecten te vergroten door de gegevens uit het bedrijfsformulier aan te vullen met de inhoud van gegevens voor monitoring en evaluatie van strategische GLB-plannen (DME) die overeenkomstig de op grond van artikel 133 van Verordening (EU) 2021/2115 vastgestelde uitvoeringshandeling zijn verkregen of van het bij Verordening (EU) 2021/2116 van het Europees Parlement en de Raad (13) ingestelde geïntegreerd beheers- en controlesysteem (GBCS), zonder daarbij de administratieve lasten voor de lidstaten en de bedrijven met boekhouding te vergroten. Aangezien de benaderingen en methodologieën voor het verzamelen en compileren van gegevens kunnen verschillen tussen het IDL en andere datareeksen, bijvoorbeeld op het gebied van definities en referentietijden, kan het nodig zijn om bij het analyseren van de gegevens rekening te houden met consistentieproblemen. In dit verband moet de verplichting van de lidstaten worden opgevat als een verplichting om de gegevens in die gegevensreeksen te verstrekken, maar niet om volledige consistentie met het IDL te waarborgen. Om de lijst van gegevensreeksen zo actueel mogelijk te houden, moet de bevoegdheid om handelingen vast te stellen overeenkomstig artikel 290 VWEU aan de Commissie worden gedelegeerd om die lijst van gegevensreeksen te wijzigen en nieuwe passende en relevante gegevensreeksen toe te voegen die geschikt zijn om op Unieniveau aan elkaar te worden gekoppeld, waarbij zij de relevantie van de te verzamelen en te compileren gegevens en de administratieve lasten voor de nationale autoriteiten en bedrijven met boekhouding in overweging moet nemen en naar behoren moet motiveren.

(14)

Wat DME betreft, gaat het bijvoorbeeld om uitgesplitste gegevens over GLB-interventies. Wat gegevens in het GBCS betreft, gaat het bijvoorbeeld om bodembedekking in landbouwgebieden, gewassen, landschapselementen en landbeheer volgens biologische landbouwpraktijken. De identificatie van bedrijven in DME en GBCS wordt op nationaal niveau door de autoriteiten van de lidstaten beheerd aan de hand van specifieke identificatiecodes. Op basis van die identificatiecodes kunnen de nationale autoriteiten dergelijke gegevens op het niveau van de individuele landbouwbedrijven aan elkaar koppelen. De lidstaten moeten ervoor kiezen de Commissie hetzij die koppelingen, hetzij de in die gegevensreeksen opgenomen relevante gegevens over het bedrijf met boekhouding toe te zenden. Wanneer de lidstaten ervoor kiezen de relevante gegevens toe te zenden, moeten die gegevens het IDL-nummer bevatten, zodat de relevante inhoud op Unieniveau kan worden samengevoegd met bedrijfsformulieren. Er moet worden gespecificeerd hoe deze gegevens op het niveau van individuele landbouwbedrijven aan elkaar zullen worden gekoppeld, ook met het oog op gegevensbescherming. Teneinde uniforme voorwaarden voor de uitvoering van het gebruik van gegevens uit die gegevensreeksen te waarborgen, moeten aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden verleend om een lijst op te stellen van de gegevens die uit die gegevensreeksen moeten worden geëxtraheerd, alsook om nadere regels vast te stellen met technische specificaties en termijnen voor de toezending van gegevens. Die gegevens moeten verband houden met het doel van Verordening (EG) nr. 1217/2009, zoals gewijzigd bij deze verordening, alsook met een of meer van de thema’s die daarin zijn vermeld.

(15)

Wat het in artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1217/2009 vastgestelde waarnemingsgebied betreft, moeten de voornaamste criteria voor de representativiteit van de boekhoudkundige gegevens en de selectiecriteria voor enquêtes worden gehandhaafd, terwijl aanvullende informatie wordt toegevoegd voor de andere aspecten van duurzaamheid en niet uit het oog wordt verloren dat de resulterende enquête mogelijk niet representatief is wat milieu- of sociale variabelen betreft.

(16)

Het IDL moet gebaseerd zijn op vrijwillige deelname. Aangezien bepaalde lidstaten echter problemen ondervinden met de deelname van bedrijven aan het IDL, moeten de lidstaten nationale regels kunnen vaststellen om dat probleem aan te pakken zonder landbouwers sancties op te leggen. De lidstaten moeten landbouwers aanmoedigen om aan het IDL deel te nemen door middel van stimulansen die zij in een specifiek plan uiteenzetten. Deze stimulansen kunnen onder meer de vorm aannemen van financiële bijdragen, feedback over bedrijfsprestaties, of advies op basis van IDL-informatie.

(17)

De omzetting van het ILB in het IDL moet het mogelijk maken om gegevens van het bedrijf met boekhouding te benchmarken met geaggregeerde gegevens wanneer de gegevens betrekking hebben op meerdere bedrijven met boekhouding en worden gepresenteerd in de vorm van regionale, nationale, uniale of sectorale gemiddelden. Wat boekhoudkundige gegevens betreft, vormen de boekhoudingen van bedrijven de primaire bron om hun inkomen te beoordelen of hun bedrijfsvoering te onderzoeken. De regionale, nationale, uniale of sectorale gemiddelden moeten ook op het niveau van de lidstaten beschikbaar worden gesteld om de kennis over de landbouwsituatie te vergroten. De verzamelde gegevens moeten ook kunnen worden gebruikt om beter op maat gesneden adviesdiensten en feedback aan landbouwers te verstrekken teneinde de landbouwbedrijfsvoering te faciliteren en de duurzaamheid van de bedrijven te verbeteren.

(18)

IDL-gegevens moeten betrekking hebben op landbouwactiviteiten en andere rechtstreeks met de bedrijven verband houdende winstgevende activiteiten, zodat alle relevante aspecten van de activiteiten van bedrijven kunnen worden bestreken. Ook activiteiten buiten het landbouwbedrijf moeten in aanmerking worden genomen als noodzakelijke indicatie van de algehele levensvatbaarheid en duurzaamheid van het bedrijf. In dat geval moet de granulariteit van de verzamelde gegevens strikt beperkt blijven tot wat noodzakelijk is om het belang van de activiteiten buiten het landbouwbedrijf in verhouding tot landbouwactiviteiten te analyseren. Bij het opstellen van de bedrijfsformulieren mogen geen gegevens over particuliere activa in aanmerking worden genomen.

(19)

Om te zorgen voor uniforme voorwaarden voor de uitvoering van het bedrijfsformulier, en met name dat de gegevens in de bedrijfsformulieren vergelijkbaar zijn, moeten aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden toegekend om te bepalen over welke variabelen gegevens moeten worden gecompileerd, het rapportagejaar, de vorm en opmaak van bedrijfsformulieren en om de regels voor de toezending van de gegevens aan de Commissie vast te stellen. Bij de vaststelling van die variabelen moet de Commissie ernaar streven bestaande gegevensbronnen te gebruiken en de haalbaarheid van de variabelen onderzoeken aan de hand van input van de lidstaten over mogelijke gegevensbronnen en methoden, teneinde de lasten voor de lidstaten en bedrijven met boekhouding te beperken. Hoewel ernaar wordt gestreefd dat de verzamelde gegevens vergelijkbaar zijn en nuttig zijn voor analytische doeleinden, is het met het oog op het verkrijgen van een volledige en uniforme Uniebrede gegevensreeks passend om rekening te houden met specifieke omstandigheden van de lidstaten, en daarom moeten specifieke en gerechtvaardigde vrijstellingen mogelijk zijn.

(20)

Het bestaande, door de Commissie opgezette geautomatiseerde gegevenssysteem moet blijven functioneren voor de overdracht en verificatie van gegevens tussen de lidstaten en de Commissie en voor de analyse van de gegevens, zowel op het niveau van individuele landbouwbedrijven als op geaggregeerd niveau. Dat geautomatiseerde gegevenssysteem moet worden aangepast om de Commissie of de lidstaten in staat te stellen gegevens op het niveau van individuele landbouwbedrijven te combineren tussen het IDL en andere gegevensreeksen, zoals DME en GBCS. Teneinde te zorgen voor uniforme voorwaarden voor de tenuitvoerlegging van dat geautomatiseerde gegevenssysteem, moeten aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden toegekend ten aanzien van gedetailleerde regels voor de opslag, de verwerking, het hergebruik en het delen van gegevens binnen de Commissie.

(21)

Om het bereidheidsniveau van landbouwers om deel te nemen aan de gegevensverzameling te vergroten en om individuele gegevens te beschermen tegen ongeoorloofd of ongepast gebruik, moet worden verduidelijkt dat individuele gegevens alleen mogen worden gebruikt voor analytische doeleinden die verband houden met de GLB-doelstellingen en de duurzaamheid van de landbouw in de Unie, en, indien de lidstaten dat beslissen, voor statistische doeleinden. Elk ander gebruik van de individuele gegevens door de lidstaten of de Commissie, met name voor controles overeenkomstig Verordening (EU) 2021/2116 of voor belastingdoeleinden, moet worden verboden.

(22)

Wanneer IDL-gegevens en gegevens uit andere gegevensreeksen door de Commissie of verbindingsorganen worden gedeeld, is het van het grootste belang te zorgen voor gegevensbescherming en landbouwers, zowel natuurlijke personen als rechtspersonen, de zekerheid te bieden dat hun individuele gegevens en alle andere individuele bijzonderheden die op grond van Verordening (EG) nr. 1217/2009 zoals gewijzigd bij deze verordening worden verkregen, zullen worden geanonimiseerd om te voorkomen dat zij worden geïdentificeerd. Daarom moet worden gespecificeerd dat IDL-gegevens en gegevens uit andere gegevensreeksen openbaar mogen worden gemaakt mits zij zowel geaggregeerd als geanonimiseerd zijn. Wat de gegevens uit andere gegevensreeksen betreft, moet bovendien worden verduidelijkt dat zij alleen openbaar zullen worden gemaakt in geaggregeerde en geanonimiseerde vorm voor de toepassing van Verordening (EG) nr. 1217/2009 zoals gewijzigd bij deze verordening en zonder afbreuk te doen aan de regels voor die gegevensreeksen waarin de desbetreffende specifieke Uniewetgeving voorziet.

(23)

Het moet mogelijk zijn om voor onderzoeksdoeleinden toegang te verlenen tot gepseudonimiseerde gegevens, in het belang van de wetenschappelijke vooruitgang op landbouwgebied in de Unie en om de uitdagingen waarmee de landbouw in de Unie wordt geconfronteerd, te helpen aanpakken. Om het hoge beschermingsniveau dat voor die gegevens is vereist, te waarborgen, moet de bevoegdheid om handelingen vast te stellen overeenkomstig artikel 290 VWEU aan de Commissie worden gedelegeerd ten aanzien van de vaststelling van regels en voorwaarden voor dergelijke toegang op Unieniveau. De Commissie moet advies van de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming inwinnen alvorens zij die gedelegeerde handelingen vaststelt.

(24)

Het gegevensbeheer met betrekking tot de bescherming van individuele gegevens moet door de Commissie en de lidstaten worden gespecificeerd door middel van passende technische en organisatorische maatregelen om ervoor te zorgen dat de gegevens uitsluitend voor de doeleinden van Verordening (EG) nr. 1217/2009 wordt gebruikt. Voor de keuze van technische en organisatorische maatregelen ter bescherming van gegevens en voor de evaluatie en documentatie van dergelijke maatregelen moeten processen worden gebruikt die overeenstemmen met en consistent zijn met die welke worden gebruikt om de naleving van artikel 24 van Verordening (EU) 2016/679 en artikel 26 van Verordening (EU) 2018/1725 te waarborgen. Bovendien moeten bepalingen worden vastgesteld die personen die aan het IDL deelnemen, verbieden individuele gegevens openbaar te maken. Wat persoonsgegevens betreft, moet het volledige toepassingsgebied van de bescherming, met inbegrip van de rechten en plichten van de betrokkenen en de gegevensverwerkers, in overeenstemming zijn met de artikelen 7 en 8 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie en met de Verordeningen (EU) 2016/679 en (EU) 2018/1725.

(25)

Overeenkomstig de Verordeningen (EU) 2016/679 en (EU) 2018/1725 mogen persoonsgegevens niet langer worden bewaard dan nodig is voor de doeleinden waarvoor ze zijn verzameld. Het gebruik van IDL-gegevens en van de persoonsgegevens die ze bevatten, moet de mogelijkheid omvatten om langetermijntrends te analyseren op basis van indicatoren, bijvoorbeeld over nutriëntenbeheer of emissies, waarbij de ontwikkeling over een lange periode moet worden beoordeeld om natuurverschijnselen op de voet te volgen. Daarom moeten er regelmatig analyses worden uitgevoerd, met name van milieu-informatie. Andere onderwerpen die het gebruik van langetermijnanalyses impliceren, zijn grondgebruik en prijzen, die informatie verschaffen over structurele veranderingen in de landbouw. Het moet ook mogelijk zijn dergelijke langetermijnanalyses te verrichten op basis van het delen van gegevens tussen verschillende gegevensreeksen die via koppelingen op individueel niveau tot stand zijn gebracht. Het delen van gegevens moet de beschikbaarheid van informatie vergroten, rekening houdend met de uitdagingen waarmee de landbouw in de Unie in de toekomst kan worden geconfronteerd. Dergelijke uitdagingen zijn op dit moment onvoorzienbaar, met name wat betreft de toekomstige behoeften aan retrospectieve studies, die niet met voldoende zekerheid kunnen worden vastgesteld. Om die reden is het niet passend om een tijdslimiet aan het gebruik van gegevens te verbinden, maar wel om ze zo lang te bewaren als nodig is om tijdreeksanalyses uit te voeren.

(26)

De verzameling, de verwerking en het gebruik van persoonsgegevens moeten gerechtvaardigd zijn en in verhouding staan tot de doeleinden daarvan, overeenkomstig onder meer het beginsel van minimale gegevensverwerking. Een groot deel van de landbouwers in de Unie zijn natuurlijke personen. Uit informatie uit de geïntegreerde landbouwstatistieken van de Unie blijkt dat in 2020 96 % van het totale aantal bedrijven in de Unie toebehoorden aan natuurlijke personen. Daarom moeten de via het IDL verzamelde gegevens natuurlijke personen omvatten, zodat de resultaten van de gegevensanalyse representatief zijn voor de realiteit van de landbouwsector.

(27)

Met het oog op de verwerking van persoonsgegevens op Unieniveau moeten rollen in verband met het beheer en de verwerking van persoonsgegevens worden vastgesteld. De gegevensverwerkingsrollen op Unieniveau moeten op de gegevens van toepassing zijn zodra die gegevens via de bedrijfsformulieren aan de Commissie worden toegezonden. De lidstaten moeten bepalen hoe persoonsgegevens binnen hun rechtsgebied worden beheerd, met inbegrip van de rollen op het gebied van gegevensbescherming overeenkomstig Verordening (EU) 2016/679, en daarbij in het bijzonder rekening houden met het feit dat gegevens voor meerdere doeleinden kunnen worden verzameld, waarvan het gebruik in bedrijfsformulieren er een kan zijn.

(28)

Gezien het verruimde toepassingsgebied van het IDL ten opzichte van het ILB moeten de begrotingsregels worden aangepast. Verordening (EU) 2021/2116 bepaalt dat het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) de totstandbrenging en het onderhoud van de informatiesystemen inzake landbouwbedrijfsboekhoudingen financiert als een uitgave onder direct beheer. De lidstaten moeten een bedrag uit het ELGF blijven ontvangen voor de indiening, binnen de gestelde termijn, van naar behoren ingevulde bedrijfsformulieren, dat evenredig kan zijn aan de mate waarin die bedrijfsformulieren betrekking hebben op de relevante gegevensthema’s. Voorts moet het ELGF financieel bijdragen aan de tenuitvoerlegging van de systemen van de lidstaten om deze af te stemmen op de herziene reikwijdte en het herziene beheer van het IDL. Om eenvormige voorwaarden voor de uitvoering van dergelijke financiering te waarborgen, moeten aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden toegekend met betrekking tot de vaststelling van de procedure voor de bedragen en bijdragen die uit de begroting van de Unie aan de lidstaten moeten worden betaald, met inbegrip van de criteria voor de toewijzing van financiële bijdragen.

(29)

Bij de vaststelling van gedelegeerde handelingen op grond van Verordening (EG) nr. 1217/2009 zoals gewijzigd bij deze verordening, is het van bijzonder belang dat de Commissie bij haar voorbereidende werkzaamheden tot passende raadplegingen overgaat, onder meer op deskundigenniveau, en dat die raadplegingen gebeuren in overeenstemming met de beginselen die zijn vastgelegd in het Interinstitutioneel Akkoord van 13 april 2016 over beter wetgeven (14). Met name om te zorgen voor gelijke deelname aan de voorbereiding van gedelegeerde handelingen ontvangen het Europees Parlement en de Raad alle documenten op hetzelfde tijdstip als de deskundigen van de lidstaten, en hebben hun deskundigen systematisch toegang tot de vergaderingen van de deskundigengroepen van de Commissie die zich bezighouden met de voorbereiding van de gedelegeerde handelingen.

(30)

De naam van het Comité voor het informatienet inzake landbouwbedrijfsboekhoudingen moet worden gewijzigd om rekening te houden met de wijzigingen van Verordening (EG) nr. 1217/2009 uit hoofde van onderhavige verordening.

(31)

De uitvoeringsbevoegdheden die uit hoofde van Verordening (EG) nr. 1217/2009, zoals gewijzigd bij deze verordening, aan de Commissie worden overgedragen, moeten worden uitgeoefend overeenkomstig Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad (15).

(32)

Daar de doelstelling van deze verordening, namelijk de oprichting van het IDL, niet voldoende door de lidstaten kan worden verwezenlijkt, maar vanwege de omvang en de gevolgen van deze verordening beter door de Unie kan worden verwezenlijkt, kan de Unie, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze verordening niet verder dan nodig is om deze doelstelling te verwezenlijken.

(33)

Overeenkomstig artikel 42, lid 1, van Verordening (EU) 2018/1725 is de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming geraadpleegd, en op 11 augustus 2022 heeft hij een advies uitgebracht (16).

(34)

Verordening (EG) nr. 1217/2009 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EG) nr. 1217/2009 wordt als volgt gewijzigd:

1)

de titel wordt vervangen door:

Verordening (EG) nr. 1217/2009 van de Raad van 30 november 2009 tot oprichting van het informatienet inzake de duurzaamheid van landbouwbedrijven ”;

2)

de titel van hoofdstuk I wordt vervangen door:

“OPRICHTING VAN EEN INFORMATIENET INZAKE DE DUURZAAMHEID VAN LANDBOUWBEDRIJVEN”;

3)

artikel 1 wordt vervangen door:

“Artikel 1

1.   Om tegemoet te komen aan de behoeften van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB), waaronder de evaluatie van het effect ervan op de landbouwsector, wordt een informatienet inzake de duurzaamheid van landbouwbedrijven (“IDL” of “informatienet”) opgezet voor het verzamelen en analyseren van duurzaamheidsgegevens op landbouwbedrijfsniveau die de economische, milieu- en sociale dimensies bestrijken (“IDL-gegevens”). De IDL-gegevens kunnen worden gebruikt om bij te dragen aan de beoordeling van aanvullende aspecten met betrekking tot de duurzaamheid van de landbouw in de Unie en om uitdagingen aan te pakken waarmee de landbouw in de Unie wordt geconfronteerd.

2.   De IDL-gegevens bestrijken de in bijlage -I uiteengezette thema’s. De Commissie is bevoegd om overeenkomstig artikel 19 bis gedelegeerde handelingen tot wijziging van bijlage -I vast te stellen teneinde die thema’s te wijzigen of nieuwe thema’s toe te voegen. Bij de uitoefening van haar bevoegdheid om die gedelegeerde handelingen vast te stellen:

a)

zorgt de Commissie ervoor dat de gedelegeerde handelingen naar behoren worden gemotiveerd en geen aanzienlijke extra lasten met zich meebrengen voor de lidstaten of bedrijven met boekhouding;

b)

verricht de Commissie analyses van de relevantie, haalbaarheid en evenredigheid van een dergelijke wijziging, met inbegrip van de beschikbaarheid en kwaliteit van geschikte gegevensbronnen, met name relevante administratieve bronnen, en houdt zij terdege rekening met de resultaten van die analyses;

c)

zorgt de Commissie ervoor dat de nieuwe thema’s die worden toegevoegd, verband houden met de GLB-doelstellingen;

d)

voegt de Commissie tot 20 december 2028 geen nieuwe thema’s toe;

e)

stelt de Commissie die gedelegeerde handelingen vast wanneer nieuwe thema’s worden toegevoegd, en dit ten minste één jaar vóór de datum van toepassing van de gerelateerde uitvoeringshandeling als bedoeld in artikel 8, lid 4.

3.   IDL-gegevens en gegevens uit andere gegevensreeksen zoals uiteengezet in artikel 4 bis worden gebruikt om analyses van de duurzaamheid van de landbouw in de Unie te verrichten, waaronder in een vorm die benchmarking mogelijk maakt. De Commissie maakt de resultaten van die analyses openbaar in de vorm van geaggregeerde en geanonimiseerde IDL-gegevens. Die gegevens kunnen worden gebruikt om benchmarkinginformatie of advies aan landbouwers te verstrekken teneinde het beheer van bedrijven te vergemakkelijken en hun duurzaamheid te verbeteren. Bij de publicatie van resultaten en het gebruik van gegevens voor benchmarking- of adviesdoeleinden wordt artikel 16 in acht genomen.

4.   De lidstaten kunnen besluiten IDL-gegevens te gebruiken als een gegevensbron zoals bedoeld in artikel 8, lid 1, punt c), van Verordening (EU) 2022/2379 van het Europees Parlement en de Raad (*1), in artikel 4, lid 1, punt c), van Verordening (EU) 2018/1091 van het Europees Parlement en de Raad (*2), in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 138/2004 van het Europees Parlement en de Raad (*3) of in andere handelingen die zijn vastgesteld op grond van artikel 338, lid 1, VWEU.

(*1)  Verordening (EU) 2022/2379 van het Europees Parlement en de Raad van 23 november 2022 betreffende statistieken over de landbouwinput en -output, tot wijziging van Verordening (EG) nr. 617/2008 van de Commissie en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 1165/2008, (EG) nr. 543/2009 en (EG) nr. 1185/2009 van het Europees Parlement en de Raad en Richtlijn 96/16/EG van de Raad (PB L 315 van 7.12.2022, blz. 1)."

(*2)  Verordening (EU) 2018/1091 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 betreffende geïntegreerde landbouwstatistieken en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 1166/2008 en (EU) nr. 1337/2011 (PB L 200 van 7.8.2018, blz. 1)."

(*3)  Verordening (EG) nr. 138/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 5 december 2003 betreffende de landbouwrekeningen in de Gemeenschap (PB L 33 van 5.2.2004, blz. 1).”;"

4)

artikel 2 wordt vervangen door:

“Artikel 2

Voor de toepassing van de onderhavige verordening wordt verstaan onder:

1)

“landbouwer”: een natuurlijke persoon of rechtspersoon waarvan het bedrijf zich in de Unie bevindt;

2)

“landbouwbedrijf” of “bedrijf”: een technisch-economische eenheid onder één bedrijfsvoering die economische activiteiten in de landbouw verricht in overeenstemming met het algemene gebruik van die termen in het kader van de landbouwenquêtes en -tellingen van de Unie;

3)

“bedrijfsklasse”: een aantal bedrijven die naar productierichting en economische bedrijfsomvang tot dezelfde categorie behoren in de in artikel 5 ter bedoelde typologie van de Unie van de bedrijven;

4)

“bedrijf met boekhouding”: een bedrijf waarvoor een bedrijfsformulier wordt opgesteld voor de doeleinden van het IDL;

5)

“bedrijfsformulier”: het formulier dat moet worden opgesteld of reeds is opgesteld met gegevens over het bedrijf met boekhouding, met uitzondering van de in artikel 4 bis, lid 1, bedoelde koppelingen en gegevens;

6)

“streek van het informatienet inzake de duurzaamheid van landbouwbedrijven” of “IDL-streek”: het grondgebied van een lidstaat of een deel van het grondgebied van een lidstaat, dat is afgebakend met het oog op de keuze van de bedrijven met boekhouding; een lijst van die streken is opgenomen in bijlage I;

7)

“gegevensverzamelaar”: een verbindingsorgaan of een entiteit die door het verbindingsorgaan is belast met het verzamelen van IDL-gegevens;

8)

“standaardopbrengst”: de standaardwaarde van de brutoproductie;

9)

“persoonsgegevens”: persoonsgegevens zoals gedefinieerd in artikel 4, punt 1, van Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad (*4) en artikel 3, punt 1, van Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad (*5);

10)

“individuele gegevens”: gegevens met betrekking tot een bedrijf met boekhouding aan de hand waarvan het bedrijf of de landbouwer direct of indirect kan worden geïdentificeerd, en die persoonsgegevens of gegevens over rechtspersonen kunnen zijn;

11)

“geanonimiseerde gegevens”: gegevens in een zodanige vorm dat natuurlijke of rechtspersonen niet direct of indirect kunnen worden geïdentificeerd;

12)

“gepseudonimiseerde gegevens”: individuele gegevens die niet meer aan een specifieke natuurlijke persoon of rechtspersoon kunnen worden gekoppeld zonder dat er aanvullende gegevens worden gebruikt, mits deze aanvullende gegevens apart worden bewaard en technische en organisatorische maatregelen worden genomen om ervoor te zorgen dat de individuele gegevens niet aan een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon of rechtspersoon worden gekoppeld;

13)

“geaggregeerde gegevens”: het resultaat van combinaties of berekeningen op basis van gegevens met betrekking tot verscheidene bedrijven met boekhouding.

(*4)  Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming) (PB L 119 van 4.5.2016, blz. 1)."

(*5)  Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de instellingen, organen en instanties van de Unie en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 45/2001 en Besluit nr. 1247/2002/EG (PB L 295 van 21.11.2018, blz. 39).”;"

5)

artikel 3 wordt vervangen door:

“Artikel 3

Om ervoor te zorgen dat de lijst van IDL-streken na een verzoek van een lidstaat kan worden geactualiseerd, is de Commissie bevoegd overeenkomstig artikel 19 bis gedelegeerde handelingen vast te stellen tot wijziging van bijlage I met betrekking tot de lijst van IDL-streken per lidstaat.”

;

6)

de titel van hoofdstuk II wordt vervangen door:

“GEGEVENS VOOR HET OPSTELLEN VAN BEDRIJFSFORMULIEREN EN HET KOPPELEN VAN GEGEVENS”;

7)

artikel 4 wordt vervangen door:

“Artikel 4

1.   Bedrijfsformulieren worden opgesteld aan de hand van enquêtes waarvoor de lidstaten in voorkomend geval gebruik kunnen maken van gegevens uit de in lid 2 bedoelde gegevensbronnen en andere relevante gegevensbronnen, alsmede van methoden voor het verzamelen van gegevens of innovatieve benaderingen voor het delen en compileren van gegevens.

2.   De verbindingsorganen hebben het recht om kosteloos toegang te krijgen tot en gebruik te maken van de volgende gegevensbronnen:

a)

het bij Verordening (EU) 2021/2116 van het Europees Parlement en de Raad (*6) ingestelde geïntegreerde beheers- en controlesysteem (GBCS);

b)

de bij Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad vastgestelde identificatie- en registratieregeling voor gehouden landdieren (*7);

c)

het overeenkomstig artikel 145 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad ingevoerde wijnbouwkadaster (*8);

d)

de bij Verordening (EU) 2018/848 van het Europees Parlement en de Raad (*9) ingevoerde registers van biologische bedrijven;

e)

gegevens van de lidstaten voor de monitoring en evaluatie van strategische GLB-plannen (DME) die overeenkomstig de op grond van artikel 133 van Verordening (EU) 2021/2115 van het Europees Parlement en de Raad (*10) vastgestelde uitvoeringshandeling zijn verkregen;

f)

in voorkomend geval, gegevens op landbouwbedrijfsniveau die zijn verzameld voor de opstelling door de lidstaten van actieprogramma’s op grond van artikel 5 van Richtlijn 91/676/EEG van de Raad (*11);

g)

alle andere relevante gegevensbronnen die toegankelijk zijn voor de autoriteiten van de lidstaten.

3.   De lidstaten zorgen ervoor dat de verbindingsorganen het recht hebben om toegang te krijgen tot en gebruik te maken van de in lid 2 bedoelde gegevensbronnen. De lidstaten kunnen daartoe de nodige samenwerkingsmechanismen opzetten die de effectieve toegang tot en het effectieve gebruik van die gegevensbronnen vergemakkelijken. Het recht op toegang en gebruik wordt ook verleend wanneer het verbindingsorgaan taken aan natuurlijke of rechtspersonen delegeert om die namens dat verbindingsorgaan uit te voeren.

4.   De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 19 bis gedelegeerde handelingen vast te stellen om lid 2 van dit artikel te wijzigen door passende nieuwe op grond van het Unierecht vastgestelde gegevensbronnen toe te voegen.

(*6)  Verordening (EU) 2021/2116 van het Europees Parlement en de Raad van 2 december 2021 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 1306/2013 (PB L 435 van 6.12.2021, blz. 187)."

(*7)  Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2016 betreffende overdraagbare dierziekten en tot wijziging en intrekking van bepaalde handelingen op het gebied van diergezondheid (“diergezondheidswetgeving”) (PB L 84 van 31.3.2016, blz. 1)."

(*8)  Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671)."

(*9)  Verordening (EU) 2018/848 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2018 inzake de biologische productie en de etikettering van biologische producten en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 834/2007 van de Raad (PB L 150 van 14.6.2018, blz. 1)."

(*10)  Verordening (EU) 2021/2115 van het Europees Parlement en de Raad van 2 december 2021 tot vaststelling van voorschriften inzake steun voor de strategische plannen die de lidstaten in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid opstellen (strategische GLB-plannen) en die uit het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) en het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) worden gefinancierd, en tot intrekking van Verordeningen (EU) nr. 1305/2013 en (EU) nr. 1307/2013 (PB L 435 van 6.12.2021, blz. 1)."

(*11)  Richtlijn 91/676/EEG van de Raad van 12 december 1991 inzake de bescherming van water tegen verontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen (PB L 375 van 31.12.1991, blz. 1).”;"

8)

het volgende artikel wordt ingevoegd:

“Artikel 4 bis

1.   Naast het bedrijfsformulier stellen de lidstaten ook de koppelingen vast tussen het bedrijf met boekhouding en de identificatiecodes van dat bedrijf in de volgende gegevensreeksen:

a)

DME;

b)

het GBCS.

De lidstaten zenden de Commissie hetzij die koppelingen, hetzij rechtstreeks de in de eerste alinea bedoelde gegevensreeksen over het bedrijf met boekhouding anders dan de identificatiecodes over het bedrijf met boekhouding toe. De lidstaten die de gegevens rechtstreeks toezenden, verstrekken het IDL-nummer van het bedrijf met boekhouding.

2.   De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 19 bis gedelegeerde handelingen vast te stellen om de lijst van de in lid 1 van dit artikel bedoelde gegevensreeksen te wijzigen en nieuwe passende en relevante gegevensreeksen toe te voegen. Bij de uitoefening van haar bevoegdheid om die gedelegeerde handelingen vast te stellen:

a)

zorgt de Commissie ervoor dat de gedelegeerde handelingen naar behoren worden gemotiveerd en geen aanzienlijke extra lasten met zich meebrengen voor de lidstaten of bedrijven met boekhouding;

b)

verricht de Commissie analyses van de relevantie, haalbaarheid, evenredigheid en kwaliteit van die gegevensreeksen en houdt zij terdege rekening met de resultaten van die analyses.

3.   De Commissie stelt uitvoeringshandelingen vast met een lijst van de uit de in lid 1 van dit artikel bedoelde gegevensreeksen te extraheren gegevens, alsmede gedetailleerde regels voor de technische specificaties en de termijnen voor de toezending van die gegevens tussen de lidstaten en de Commissie. Die gegevens moeten verband houden met het in artikel 1 genoemde doel van deze verordening en een of meer van de in bijlage I vermelde thema’s. Bij de vaststelling van die uitvoeringshandelingen houdt de Commissie rekening met de relevantie van die gegevens en de haalbaarheid van het extraheren van gegevens als bedoeld in lid 1 van dit artikel. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 19 ter, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.

4.   De Commissie stelt technische richtsnoeren inzake de methode voor het extraheren van de relevante gegevens op en stelt die ter beschikking van de lidstaten.”

;

9)

artikel 5 wordt vervangen door:

“Artikel 5

1.   Het waarnemingsgebied omvat de bedrijven waarvan de economische omvang groter is dan of gelijk is aan een drempelwaarde overeenkomend met één van de ondergrenzen van de klassen van de economische bedrijfsomvang van de typologie van de Unie voor bedrijven zoals bedoeld in artikel 5 ter.

De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 19 bis gedelegeerde handelingen vast te stellen ter aanvulling van deze verordening met de regels voor het vaststellen van de in de eerste alinea van dit lid bedoelde drempelwaarde. Deze voorschriften zorgen ervoor dat landbouwbedrijven van kleinere economische omvang adequaat vertegenwoordigd zijn in de overeenkomstig artikel 5 bis door de lidstaten opgestelde plannen voor de selectie van bedrijven met boekhouding.

De Commissie stelt op basis van de gegevens en de input van de lidstaten uitvoeringshandelingen vast tot vaststelling van de in de eerste alinea van dit lid bedoelde drempelwaarde. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 19 ter, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.

2.   Om als bedrijf met boekhouding te worden aangemerkt, moet een bedrijf:

a)

onder het in lid 1 bedoelde waarnemingsgebied vallen;

b)

representatief zijn voor het waarnemingsgebied, samen met de andere bedrijven, op het niveau van elke IDL-streek.

3.   De lidstaten kunnen nationale regels vaststellen om de deelname aan enquêtes aan te moedigen.

In uitzonderlijke gevallen kunnen de lidstaten ook regels vaststellen voor mogelijke gevallen waarin het in het schema voor de selectie van bedrijven met boekhouding vastgestelde aantal bedrijven met boekhouding waarschijnlijk niet zal worden gehaald. Die regels mogen echter niet voorzien in sancties voor landbouwers.”

;

10)

artikel 5 bis wordt als volgt gewijzigd:

a)

lid 1 wordt als volgt gewijzigd:

i)

de eerste alinea wordt vervangen door:

“Elke lidstaat stelt een schema voor de keuze van bedrijven met boekhouding op dat een representatieve steekproef voor het waarnemingsgebied waarborgt.”;

ii)

in de tweede alinea wordt het tweede streepje vervangen door:

“—

worden opgesteld overeenkomstig de typologie van de Unie voor bedrijven, en”;

b)

de leden 2 en 3 worden vervangen door:

“2.   Overeenkomstig de krachtens lid 1 aangenomen regels en op basis van de gegevens van de lidstaten stelt de Commissie uitvoeringshandelingen vast tot bepaling van het aantal bedrijven met boekhouding per lidstaat en per IDL-streek. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 19 ter, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.

3.   Het aantal bedrijven met boekhouding dat per IDL-streek moet worden geselecteerd, kan maximaal 20 % hoger of lager liggen dan het aantal dat is vastgesteld in de krachtens lid 2 vast te stellen uitvoeringshandelingen, mits het totale aantal bedrijven met boekhouding van de lidstaat in acht wordt genomen.”

;

11)

in artikel 5 ter wordt lid 1 vervangen door:

“1.   Bedrijven worden op uniforme wijze volgens de typologie van de Unie voor bedrijven geclassificeerd.

De typologie voor bedrijven wordt in het bijzonder gebruikt voor de presentatie — per productierichting en per klasse van economische bedrijfsomvang — van de gegevens die zijn verzameld via de landbouwstructuurenquêtes van de Unie en het IDL.”

;

12)

artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:

a)

lid 1 wordt vervangen door:

“1.   Elke lidstaat stelt een Nationaal Comité voor het IDL in (hierna “Nationaal Comité” genoemd).”

;

b)

in lid 4 wordt de eerste alinea vervangen door:

“4.   Lidstaten die verschillende IDL-streken hebben, mogen voor elke IDL-streek onder hun jurisdictie een IDL-streekcomité (hierna “het Streekcomité” genoemd) oprichten.”

;

13)

in artikel 7 wordt lid 1 vervangen door:

“1.   Elke lidstaat wijst een verbindingsorgaan aan dat tot taak heeft:

a)

het Nationaal Comité, de Streekcomités en de gegevensverzamelaars in kennis te stellen van het toepasselijke regelgevingskader en voor de correcte tenuitvoerlegging daarvan te zorgen;

b)

het schema voor de keuze van bedrijven met boekhouding op te stellen, ter goedkeuring aan het Nationaal Comité voor te leggen en vervolgens bij de Commissie in te dienen;

c)

het volgende op te stellen:

i)

de lijst van bedrijven met boekhouding,

ii)

indien van toepassing, de lijst van gegevensverzamelaars die in staat zijn de bedrijfsformulieren in te vullen;

d)

de bedrijfsformulieren op te leveren;

e)

te verifiëren of de bedrijfsformulieren naar behoren zijn ingevuld en, indien nodig, vastgestelde fouten of onjuistheden te corrigeren;

f)

de naar behoren ingevulde bedrijfsformulieren aan de Commissie door te zenden in de vereiste vorm en binnen de gestelde termijn;

g)

de in artikel 4 bis, lid 1, bedoelde koppelingen of gegevens te verzenden;

h)

de in artikel 17 genoemde verzoeken om inlichtingen aan het Nationaal Comité, de Streekcomités en de gegevensverzamelaars te doen toekomen en de desbetreffende antwoorden aan de Commissie toe te zenden;

i)

elk bedrijf met boekhouding de mogelijkheid te bieden zijn resultaten zo spoedig mogelijk, maar in elk geval uiterlijk vier maanden nadat de Commissie bevestigt dat het bedrijfsformulier naar behoren is ingevuld, op te vragen bij het verbindingsorgaan of bij een door dit orgaan aangewezen organisatie; indien mogelijk omvatten die resultaten benchmarkinformatie, waarbij die resultaten worden vergeleken met regionale, nationale, uniale of sectorale gemiddelden;

j)

een plan op te stellen om de deelname van landbouwers aan het IDL te stimuleren en dit samen met het schema voor de selectie van bedrijven met boekhouding bij de Commissie in te dienen;

k)

de verkregen resultaten beschikbaar te stellen of door een door haar aangewezen organisatie beschikbaar te laten stellen in de vorm van geaggregeerde en geanonimiseerde gegevens, bijvoorbeeld op regionaal, nationaal, uniaal of sectoraal niveau.”

;

14)

artikel 8 wordt vervangen door:

“Artikel 8

1.   Elk bedrijf met boekhouding wordt onderworpen aan een individueel bedrijfsformulier en wordt in het IDL geïdentificeerd aan de hand van een uniek nationaal IDL-nummer.

2.   Het naar behoren ingevulde bedrijfsformulier omvat de gegevens waardoor het mogelijk is:

a)

het bedrijf met boekhouding te beschrijven aan de hand van de voornaamste bestanddelen van zijn productiefactoren;

b)

de verschillende aspecten van het inkomen in het bedrijf met boekhouding te beschrijven;

c)

de economische, milieu- en sociale situatie van het bedrijf te beschrijven;

d)

de opgegeven informatie te verifiëren met passende middelen, zoals controles ter plaatse en controles op afstand.

3.   De gegevens op het bedrijfsformulier hebben betrekking op één bedrijf en één rapportagejaar van twaalf opeenvolgende maanden. Die gegevens hebben betrekking op landbouwactiviteiten van het bedrijf zelf en op andere rechtstreeks met het bedrijf verband houdende winstgevende werkzaamheden. Bij het opstellen van bedrijfsformulieren wordt geen rekening gehouden met gegevens over erfenissen, privébankrekeningen, andere bezittingen dan het bedrijf, persoonlijke belastingen of privéverzekeringen.

4.   Om ervoor te zorgen dat de gegevens die aan de hand van bedrijfsformulieren worden verzameld vergelijkbaar zijn ongeacht op welke bedrijven met boekhouding de waarnemingen betrekking hebben, stelt de Commissie uitvoeringshandelingen vast met voorschriften inzake:

a)

de variabelen en de definities van variabelen die verband houden met een of meer van de in bijlage -I vermelde thema’s;

b)

het begin en het einde van het rapportagejaar;

c)

de vorm en opmaak van het bedrijfsformulier;

d)

de methoden en termijnen voor de toezending van gegevens aan de Commissie, met inbegrip van mogelijke verlengingen van termijnen en vrijstellingen voor specifieke variabelen die op gemotiveerd verzoek aan een lidstaat kunnen worden verleend;

e)

de frequentie van de toezending van de gegevens, die afhankelijk van de aard van de variabelen jaarlijks of minder frequent is.

Bij de vaststelling van deze uitvoeringshandelingen maakt de Commissie bij het toevoegen, wijzigen of vervangen van variabelen zo veel mogelijk gebruik van variabelen die beschikbaar zijn uit bestaande gegevensbronnen, en houdt zij rekening met de noodzaak om geen aanzienlijke extra lasten te creëren voor de lidstaten of de bedrijven met boekhouding. Alvorens die uitvoeringshandelingen vast te stellen, onderzoekt de Commissie de haalbaarheid van de voorgestelde variabelen aan de hand van, onder meer, input van de lidstaten, met inbegrip van de beschikbaarheid en kwaliteit van nieuwe en bestaande gegevensbronnen, de mogelijke toepassing van nieuwe methoden en de financiële lasten voor de lidstaten en de bedrijven met boekhouding. De resultaten van die analyse worden besproken in het in artikel 19 ter, lid 1, bedoelde comité.

De in dit lid bedoelde uitvoeringshandelingen worden overeenkomstig de in artikel 19 ter, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.”

;

15)

het volgende artikel wordt ingevoegd:

“Artikel 8 bis

1.   De bedrijfsformulieren en de in artikel 4 bis bedoelde koppelingen of gegevens worden door het verbindingsorgaan bij de Commissie ingediend via een door de Commissie opgezet geautomatiseerd gegevenssysteem. De gegevens worden elektronisch ingediend aan de hand van formulieren die via dat systeem ter beschikking van het verbindingsorgaan worden gesteld.

2.   De Commissie stelt uitvoeringshandelingen vast met nadere regels voor de opslag, de verwerking, het hergebruik en het delen van de in lid 1 van dit artikel bedoelde gegevens binnen de Commissie. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 19 ter, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.”

;

16)

artikel 16 wordt vervangen door:

“Artikel 16

1.   Individuele gegevens die tijdens de uitvoering van deze verordening worden verkregen, worden uitsluitend gebruikt voor de uitvoering van taken voor de toepassing van artikel 1 van deze verordening. In geen geval mogen de lidstaten of de Commissie dergelijke individuele gegevens gebruiken voor andere doeleinden, met name voor controles overeenkomstig Verordening (EU) 2021/2116 of voor belastingdoeleinden.

2.   IDL-gegevens en, voor de toepassing van deze verordening, gegevens uit andere gegevensreeksen zoals uiteengezet in artikel 4 bis mogen openbaar worden gemaakt op voorwaarde dat zij zowel geaggregeerd als geanonimiseerd zijn.

3.   De Commissie kan voor onderzoeksdoeleinden toegang verlenen tot gepseudonimiseerde gegevens. De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 19 bis gedelegeerde handelingen vast te stellen om deze verordening aan te vullen met de regels en voorwaarden voor die toegang op Unieniveau. Bij de vaststelling van die gedelegeerde handelingen houdt de Commissie rekening met de noodzaak van de bescherming van individuele gegevens en met name met de regels voor doorgiften van gegevens aan ontvangers buiten het grondgebied van de Unie die zijn vastgesteld in hoofdstuk V van Verordening (EU) 2016/679 en hoofdstuk V van Verordening (EU) 2018/1725. Alvorens die gedelegeerde handelingen vast te stellen, wint de Commissie het advies in van de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming.”

;

17)

de volgende artikelen worden ingevoegd:

“Artikel 16 bis

1.   De lidstaten en de Commissie gaan over tot het vaststellen en uitvoeren van passende technische en organisatorische maatregelen, onder meer met betrekking tot het in artikel 8 bis bedoelde geautomatiseerde gegevenssysteem, om te waarborgen en te kunnen aantonen dat de verzameling, verwerking, compilatie en toezending van individuele gegevens beperkt blijven tot de doeleinden van deze verordening.

2.   Individuele gegevens worden bewaard zolang zij nodig zijn om tijdreeksanalyses uit te voeren.

3.   Individuele gegevens worden niet ter beschikking gesteld van andere personen dan die welke er vanwege hun functie toegang toe moeten hebben voor de toepassing van deze verordening.

4.   Personen die aan het IDL meewerken of meegewerkt hebben, mogen individuele gegevens of andere individuele bijzonderheden die hen bij of door de uitoefening van hun functie ter kennis zijn gekomen, niet verspreiden. De lidstaten en de Commissie nemen alle passende maatregelen om inbreuken op dat verbod aan te pakken.

Artikel 16 ter

1.   De verwerking, het beheer en het gebruik van uit hoofde van deze verordening verzamelde persoonsgegevens voldoen aan de Verordeningen (EU) 2016/679 en (EU) 2018/1725.

2.   De Commissie is de verantwoordelijke voor de verwerking van in de bedrijfsformulieren opgenomen persoonsgegevens vanaf het moment waarop de Commissie die gegevens ontvangt. De lidstaten bepalen wie de verwerkingsverantwoordelijke en, in voorkomend geval, wie de gegevensverwerker is voor de verwerking van in de bedrijfsformulieren opgenomen persoonsgegevens betreffende bedrijven op hun grondgebied.”

;

18)

in artikel 17 wordt lid 1 vervangen door:

“1.   Het Nationaal Comité, de Streekcomités, het verbindingsorgaan en de gegevensverzamelaars moeten, elk voor zich, de Commissie alle relevante inlichtingen verstrekken, die de Commissie van hen vraagt met betrekking tot de vervulling van hun taken in het kader van deze verordening.

Dergelijke verzoeken om inlichtingen, gericht aan het Nationaal Comité, de Streekcomités en de gegevensverzamelaars, alsook de daarop betrekking hebbende antwoorden, worden schriftelijk toegezonden via het verbindingsorgaan.”

;

19)

artikel 19 wordt vervangen door:

“Artikel 19

1.   Het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) financiert uitgaven voor:

a)

een aan de lidstaten te betalen bedrag voor de toezending van binnen de gestelde termijn ingediende, naar behoren ingevulde bedrijfsformulieren, tot het maximumaantal bedrijven met boekhouding als vastgesteld overeenkomstig artikel 5 bis, lid 2; wanneer het totale aantal naar behoren ingevulde en toegezonden bedrijfsformulieren met betrekking tot een IDL-streek of een lidstaat minder dan 80 % bedraagt van het aantal bedrijven met boekhouding dat overeenkomstig artikel 5 bis, leden 2 en 3, voor die IDL-streek of voor de betrokken lidstaat is vastgesteld, wordt het voor elk bedrijfsformulier uit die IDL-streek of uit de betrokken lidstaat toegepaste bedrag met 20 % verlaagd; indien een dergelijke verlaging al gedurende de twee voorgaande opeenvolgende jaren op een IDL-streek of een lidstaat is toegepast, bedraagt de verlaging 25 %;

b)

alle kosten van de geautomatiseerde gegevenssystemen die door de Commissie worden gebruikt voor het beheer en de ontwikkeling van het IDL en voor de ontvangst, verificatie, verwerking, interoperabiliteit en analyse van de door de lidstaten verstrekte gegevens; die kosten omvatten, waar passend, de kosten van het verspreiden van de resultaten van die activiteiten en de kosten van studies over en de ontwikkeling van andere aspecten van het IDL.

2.   Het ELGF verstrekt ook financiële bijdragen aan de lidstaten om bij te dragen aan de uitvoeringskosten van de lidstaten wanneer het opzetten van het systeem voor het verzamelen van de milieu- en sociale variabelen overeenkomstig deze verordening, met inbegrip van opleiding en interoperabiliteit tussen gegevensverzamelingssystemen, aanzienlijke aanpassingen van het ILB-gegevensverzamelingssysteem van een lidstaat vereist. Dergelijke bijdragen worden uiterlijk op 31 december 2027 aan de lidstaten verstrekt.

3.   Het in lid 1, punt a), bedoelde bedrag kan geheel of gedeeltelijk aan landbouwers worden betaald voor hun deelname aan IDL-enquêtes overeenkomstig door de lidstaten vastgestelde toewijzingscriteria.

4.   De Commissie stelt uitvoeringshandelingen vast tot vaststelling van de gedetailleerde procedures met betrekking tot het in lid 1, punt a), bedoelde bedrag en de in lid 2 bedoelde bijdragen. In de uitvoeringshandelingen betreffende de bijdragen maakt de Commissie duidelijk op basis van welke criteria die bijdragen moeten worden toegewezen. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 19 ter, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.”

;

20)

artikel 19 bis wordt als volgt gewijzigd:

a)

lid 2 wordt vervangen door:

“2.   De in artikel 1, lid 2, artikel 3, artikel 4, lid 4, artikel 4 bis, lid 2, artikel 5, lid 1, artikel 5 bis, lid 1, artikel 5 ter, leden 2 en 3, en artikel 16, lid 3, bedoelde bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie verleend voor een termijn van vijf jaar vanaf 19 december 2023. De Commissie stelt uiterlijk negen maanden vóór het einde van de termijn van vijf jaar een verslag op over de bevoegdheidsdelegatie. De bevoegdheidsdelegatie wordt stilzwijgend met termijnen van dezelfde duur verlengd, tenzij het Europees Parlement of de Raad zich uiterlijk drie maanden vóór het einde van elke termijn tegen deze verlenging verzet.”

;

b)

lid 3 wordt vervangen door:

“3.   Het Europees Parlement of de Raad kan de in artikel 1, lid 2, artikel 3, artikel 4, lid 4, artikel 4 bis, lid 2, artikel 5, lid 1, artikel 5 bis, lid 1, artikel 5 ter, leden 2 en 3, en artikel 16, lid 3, bedoelde bevoegdheidsdelegatie te allen tijde intrekken. Het besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid. Het wordt van kracht op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een daarin genoemde latere datum. Het laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet.”

;

c)

lid 5 wordt vervangen door:

“5.   Een op grond van artikel 1, lid 2, artikel 3, artikel 4, lid 4, artikel 4 bis, lid 2, artikel 5, lid 1, artikel 5 bis, lid 1, artikel 5 ter, leden 2 en 3, en artikel 16, lid 3, vastgestelde gedelegeerde handeling treedt alleen in werking indien het Europees Parlement noch de Raad daartegen binnen een termijn van twee maanden na de kennisgeving van de handeling aan het Europees Parlement en de Raad bezwaar heeft gemaakt, of indien zowel het Europees Parlement als de Raad voor het verstrijken van die termijn de Commissie hebben medegedeeld dat zij daartegen geen bezwaar zullen maken. Die termijn wordt op initiatief van het Europees Parlement of de Raad met twee maanden verlengd.”

;

21)

artikel 19 ter wordt vervangen door:

“Artikel 19 ter

1.   De Commissie wordt bijgestaan door een comité, genaamd het “Comité voor het informatienet inzake de duurzaamheid van landbouwbedrijven”. Dat comité is een comité in de zin van Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad (*12).

2.   Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is artikel 5 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing.

Indien door het comité geen advies wordt uitgebracht over de in artikel 4 bis, lid 3, en artikel 8, lid 4, punt a), van deze verordening bedoelde handelingen, neemt de Commissie de ontwerpuitvoeringshandeling niet aan en is artikel 5, lid 4, derde alinea, van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing.

(*12)  Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13).”;"

22)

het volgende artikel wordt ingevoegd:

“Artikel 19 quater

De Commissie dient 20 december 2028 bij het Europees Parlement en de Raad een evaluatieverslag in over de uitvoering van artikel 4 bis en artikel 7, lid 1, punt g), zo nodig vergezeld van een voorstel voor een wetgevingshandeling tot wijziging van artikel 19, lid 1, punt a).”

;

23)

de in de bijlage bij deze verordening uiteengezette tekst wordt ingevoegd als bijlage -I;

24)

de titel van bijlage I wordt vervangen door:

Lijst van IDL-streken ”.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Straatsburg, 22 november 2023.

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

R. METSOLA

Voor de Raad

De voorzitter

P. NAVARRO RÍOS


(1)   PB C 75 van 28.2.2023, blz. 164.

(2)  Standpunt van het Europees Parlement van 17 oktober 2023 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en besluit van de Raad van 13 november 2023.

(3)  Verordening (EG) nr. 1217/2009 van de Raad van 30 november 2009 tot oprichting van een boekhoudkundig informatienet betreffende de inkomens en de bedrijfseconomische positie van de landbouwbedrijven in de Europese Gemeenschap (PB L 328 van 15.12.2009, blz. 27).

(4)  Verordening (EU) 2021/2115 van het Europees Parlement en de Raad van 2 december 2021 tot vaststelling van voorschriften inzake steun voor de strategische plannen die de lidstaten in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid opstellen (strategische GLB-plannen) en die uit het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) en het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) worden gefinancierd, en tot intrekking van Verordeningen (EU) nr. 1305/2013 en (EU) nr. 1307/2013 (PB L 435 van 6.12.2021, blz. 1).

(5)  Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming) (PB L 119 van 4.5.2016, blz. 1).

(6)  Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de instellingen, organen en instanties van de Unie en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 45/2001 en Besluit nr. 1247/2002/EG (PB L 295 van 21.11.2018, blz. 39).

(7)  Richtlijn 2003/4/EG van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2003 inzake de toegang van het publiek tot milieu-informatie en tot intrekking van Richtlijn 90/313/EEG van de Raad (PB L 41 van 14.2.2003, blz. 26).

(8)  Verordening (EG) nr. 1367/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 6 september 2006 betreffende de toepassing van de bepalingen van het Verdrag van Aarhus betreffende toegang tot informatie, inspraak bij besluitvorming en toegang tot de rechter inzake milieuaangelegenheden op de instellingen en organen van de Unie (PB L 264 van 25.9.2006, blz. 13).

(9)  Verordening (EU) 2022/2379 van het Europees Parlement en de Raad van 23 november 2022 betreffende statistieken over de landbouwinput en -output, tot wijziging van Verordening (EG) nr. 617/2008 van de Commissie en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 1165/2008, (EG) nr. 543/2009 en (EG) nr. 1185/2009 van het Europees Parlement en de Raad en Richtlijn 96/16/EG van de Raad (PB L 315 van 7.12.2022, blz. 1).

(10)  Verordening (EU) 2018/1091 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 betreffende geïntegreerde landbouwstatistieken en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 1166/2008 en (EU) nr. 1337/2011 (PB L 200 van 7.8.2018, blz. 1).

(11)  Verordening (EG) nr. 138/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 5 december 2003 betreffende de landbouwrekeningen in de Gemeenschap (PB L 33 van 5.2.2004, blz. 1).

(12)  Richtlijn (EU) 2019/1024 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 inzake open data en het hergebruik van overheidsinformatie (PB L 172 van 26.6.2019, blz. 56).

(13)  Verordening (EU) 2021/2116 van het Europees Parlement en de Raad van 2 december 2021 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 1306/2013 (PB L 435 van 6.12.2021, blz. 187).

(14)   PB L 123 van 12.5.2016, blz. 1.

(15)  Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13).

(16)   PB C 440 van 21.11.2022, blz. 17.


BIJLAGE

“BIJLAGE -I

Lijst van thema’s

Economisch

Algemene informatie over het bedrijf

Exploitatievorm

Activa en investeringen

Quota en andere rechten

Schulden en kredieten

Belasting over de toegevoegde waarde

Inputs

Landgebruik en gewassen

Dierlijke productie

Dierlijke producten en diensten

Marktintegratie

Kwaliteitsproducten — geografische aanduidingen

Lidmaatschap van producentenorganisaties;

Risicobeheer

Innovatie en digitalisering

Andere winstgevende activiteiten in verband met het bedrijf

Subsidies

Indicatief aandeel van het inkomen buiten het landbouwbedrijf

Milieu

Landbouwpraktijken

Bodembeheer

Gebruik en beheer van voedingsstoffen

Koolstoflandbouw

Broeikasgasemissies en -verwijdering

Luchtverontreiniging

Watergebruik en -beheer

Gebruik van gewasbeschermingsmiddelen

Gebruik van antimicrobiële stoffen

Dierenwelzijn

Biodiversiteit

Biologische landbouw

Certificeringsregelingen

Energieverbruik en energieproductie

Voedselverlies op het niveau van de primaire productie

Afvalbeheer

Sociaal

Arbeid

Opleiding

Genderevenwicht

Arbeidsomstandigheden

Sociale inclusie

Sociale zekerheid

Toegang tot infrastructuur en basisdiensten

Generatievernieuwing

”.

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2023/2674/oj

ISSN 1977-0758 (electronic edition)


Top