EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32023D2517

Uitvoeringsbesluit (EU) 2023/2517 van de Raad van 9 november 2023 tot wijziging van Uitvoeringsbesluit 2014/170/EU tot vaststelling van een lijst van derde landen die niet meewerken bij de bestrijding van illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij, wat de Republiek Trinidad en Tobago betreft

ST/14254/2023/INIT

PB L, 2023/2517, 13.11.2023, ELI: http://data.europa.eu/eli/dec_impl/2023/2517/oj (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec_impl/2023/2517/oj

European flag

Publicatieblad
van de Europese Unie

NL

Serie L


2023/2517

13.11.2023

UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2023/2517 VAN DE RAAD

van 9 november 2023

tot wijziging van Uitvoeringsbesluit 2014/170/EU tot vaststelling van een lijst van derde landen die niet meewerken bij de bestrijding van illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij, wat de Republiek Trinidad en Tobago betreft

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1005/2008 van de Raad van 29 september 2008 houdende de totstandbrenging van een communautair systeem om illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij te voorkomen, tegen te gaan en te beëindigen, tot wijziging van Verordeningen (EEG) nr. 2847/93, (EG) nr. 1936/2001 en (EG) nr. 601/2004 en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 1093/94 en (EG) nr. 1447/1999 (1), en met name artikel 33,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EG) nr. 1005/2008 van de Raad is een Unie-systeem tot stand gebracht om illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij (IOO-visserij) te voorkomen, tegen te gaan en te beëindigen.

(2)

In hoofdstuk VI van Verordening (EG) nr. 1005/2008 zijn procedures vastgesteld met betrekking tot de identificatie van niet-meewerkende derde landen, de stappen ten aanzien van geïdentificeerde niet-meewerkende derde landen, de vaststelling van een lijst van die landen, de schrapping ervan van die lijst, de bekendmaking van die lijst en eventuele noodmaatregelen.

(3)

Op 24 maart 2014 heeft de Raad Uitvoeringsbesluit 2014/170/EU (2) tot vaststelling van een lijst van derde landen die niet meewerken bij de bestrijding van IOO-visserij op grond van Verordening (EG) nr. 1005/2008, vastgesteld.

(4)

Overeenkomstig artikel 32 van Verordening (EG) nr. 1005/2008 heeft de Commissie de Republiek Trinidad en Tobago (“Trinidad en Tobago”) bij besluit van 21 april 2016 (3) in kennis gesteld van de mogelijkheid dat zij wordt aangemerkt als een land dat de Commissie als niet-meewerkend derde land beschouwt.

(5)

In haar besluit van 21 april 2016 heeft de Commissie de informatie opgenomen over de essentiële feiten en overwegingen die aan de mogelijke aanmerking ten grondslag liggen.

(6)

Het besluit van 21 april 2016 is ter kennis gebracht van Trinidad en Tobago, samen met een brief waarin Trinidad en Tobago wordt verzocht in nauwe samenwerking met de Commissie een actieplan uit te voeren om de geconstateerde tekortkomingen te verhelpen.

(7)

Bij haar besluit van 21 april 2016 heeft de Commissie een dialoog met Trinidad en Tobago geopend.

(8)

De Commissie heeft Trinidad en Tobago met name verzocht alle nodige maatregelen te nemen om de acties die zijn vervat in het door de Commissie voorgestelde actieplan uit te voeren en de uitvoering daarvan te beoordelen.

(9)

Trinidad en Tobago heeft de gelegenheid gekregen om te reageren op het besluit van 21 april 2016 en op andere door de Commissie meegedeelde informatie ter zake, en om bewijsmateriaal in te dienen om de in dat besluit genoemde feiten te weerleggen of aan te vullen. Trinidad en Tobago kon gebruikmaken van zijn recht om aanvullende informatie te vragen of te verstrekken.

(10)

De Commissie is doorgegaan met het verzamelen en verifiëren van alle desbetreffende informatie. De mondelinge en schriftelijke reacties van Trinidad en Tobago op het besluit van de Commissie van 21 april 2016 werden in overweging en in aanmerking genomen. Er werden vergaderingen gehouden tussen Trinidad en Tobago en de Commissie, zowel in persoon als virtueel, om de relevante punten te bespreken. Trinidad en Tobago werd mondeling dan wel schriftelijk op de hoogte gehouden van de overwegingen van de Commissie.

(11)

Op basis van de verzamelde informatie concludeerde de Commissie dat de in het besluit van 21 april 2016 beschreven aandachtspunten en tekortkomingen niet voldoende waren aangepakt door Trinidad en Tobago. Bovendien concludeerde de Commissie dat de maatregelen die waren voorgesteld in het actieplan, niet ten volle waren uitgevoerd.

(12)

Daarom heeft de Commissie Uitvoeringsbesluit (EU) 2023/2051 (4) vastgesteld waarbij Trinidad en Tobago is aangemerkt als derde land dat niet meewerkt bij de bestrijding van IOO-visserij.

(13)

Op basis van het onderzoek dat de Commissie heeft verricht en de dialoog die zij heeft gevoerd, met inbegrip van de briefwisseling en de vergaderingen, en de redenen die aan het besluit van 21 april 2016 en aan Uitvoeringsbesluit (EU) 2023/2051 ten grondslag liggen, dient Trinidad en Tobago op de lijst te worden geplaatst van derde landen die niet meewerken bij de bestrijding van IOO-visserij.

(14)

In het besluit van 21 april 2016 heeft de Commissie de taken van Trinidad en Tobago geanalyseerd en heeft zij beoordeeld of het land zijn internationale verplichtingen als vlaggen-, haven-, kust- of marktstaat is nagekomen. Bij die beoordeling heeft de Commissie rekening gehouden met de criteria die zijn opgenomen in artikel 31, leden 4 tot en met 7, van Verordening (EG) nr. 1005/2008.

(15)

In lijn met de bevindingen in het besluit van 21 april 2016 en rekening houdend met de desbetreffende, door Trinidad en Tobago verstrekte informatie, het voorgestelde actieplan en de maatregelen die zijn genomen om de situatie te verhelpen, heeft de Commissie beoordeeld of Trinidad en Tobago zijn verplichtingen is nagekomen.

(16)

De voornaamste tekortkomingen die door de Commissie zijn geconstateerd, hadden betrekking op het feit dat diverse uit internationaal recht voortvloeiende verplichtingen niet waren geïmplementeerd; met name was geen toereikend en bijgewerkt rechtskader vastgesteld, was sprake van een gebrek aan doeltreffende en adequate monitoring van onder de vlag van Trinidad en Tobago varende vissersvaartuigen en een gebrek aan visserijinspecties in de haven. De geconstateerde tekortkomingen hielden meer in het algemeen verband met de niet-naleving van de verplichtingen van het Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee en van de Overeenkomst inzake de toepassing van deel XI daarvan (5) (Unclos), de Overeenkomst inzake de uitvoering van de bepalingen van het Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee van 10 december 1982 betreffende de instandhouding en het beheer van de grensoverschrijdende en over grote afstanden trekkende visbestanden (6) (Unfsa) en de Overeenkomst inzake havenstaatmaatregelen ter voorkoming, tegengaan en beëindigen van illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij (7) (PSMA).

(17)

Bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2023/2051 heeft de Commissie Trinidad en Tobago daarom aangemerkt als niet-meewerkend derde land op grond van Verordening (EG) nr. 1005/2008.

(18)

Er is geen bewijs gevonden waaruit blijkt dat de Trinidad en Tobago zijn uit internationaal recht voortvloeiende verplichtingen niet kan nakomen ten gevolge van zijn beperkingen als ontwikkelingsland.

(19)

Op basis van het besluit van 21 april 2016 en Uitvoeringsbesluit (EU) 2023/2051 en gezien de dialoog die de Commissie met Trinidad en Tobago heeft gevoerd alsook het resultaat daarvan, wordt besloten dat de door Trinidad en Tobago in het kader van zijn verplichtingen als vlaggenstaat ondernomen stappen ontoereikend zijn om te voldoen aan de artikelen 94, 117, 118 en 119 Unclos, de artikelen 18, 19 en 23 Unfsa en de artikelen 6, 7, 8, 9 en 12 van de PSMA.

(20)

Trinidad en Tobago heeft zich derhalve niet gekweten van de taken die het krachtens internationaal recht als vlaggenstaat dient te vervullen om IOO-visserij te voorkomen, tegen te gaan en te beëindigen.

(21)

Gezien de conclusies met betrekking tot Trinidad en Tobago dient dat land overeenkomstig artikel 33 van Verordening (EG) nr. 1005/2008 te worden toegevoegd aan de lijst van niet-meewerkende derde landen die is opgesteld bij Uitvoeringsbesluit 2014/170/EU. Dat Uitvoeringsbesluit moet derhalve worden gewijzigd.

(22)

De opneming van Trinidad en Tobago in de lijst van landen die niet meewerken bij de bestrijding van IOO-visserij, leidt tot toepassing van de maatregelen die zijn vastgelegd in artikel 38 van Verordening (EG) nr. 1005/2008. Overeenkomstig artikel 38, lid 1, van die verordening is het verboden visserijproducten in te voeren die zijn gevangen door vissersvaartuigen die de vlag van een niet-meewerkend land voeren. Voor Trinidad en Tobago moet dat verbod gelden voor alle bestanden en soorten die zijn gedefinieerd in artikel 2, punt 8, van Verordening (EG) nr. 1005/2008, aangezien het gebrek aan passende maatregelen tegen IOO-visserij dat heeft geleid tot de aanmerking van Trinidad en Tobago als niet-meewerkend derde land, niet beperkt blijft tot een bepaald bestand of een bepaalde soort.

(23)

IOO-visserij dunt visbestanden uit, vernietigt mariene habitats, ondermijnt de instandhouding en het duurzame gebruik van mariene rijkdommen, verstoort de concurrentie, brengt de voedselzekerheid in gevaar, benadeelt vissers die hun verplichtingen nakomen, verzwakt kustgemeenschappen enz. Gezien de ernst van de problemen met betrekking tot IOO-visserij is het noodzakelijk dat de Unie de maatregelen ten aanzien van Trinidad en Tobago als niet-meewerkend derde land onverwijld uitvoert. Daarom moet dit besluit in werking treden op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

(24)

Overeenkomstig artikel 34, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1005/2008 dient de Raad Trinidad en Tobago, op voorstel van de Commissie en met gekwalificeerde meerderheid van stemmen, van de lijst van niet-meewerkende derde landen te schrappen indien Trinidad en Tobago aantoont dat de situatie die de opneming in de lijst rechtvaardigde, is verholpen. Bij het nemen van een besluit inzake zijn schrapping dient ook in aanmerking te worden genomen of Trinidad en Tobago concrete maatregelen heeft genomen die een blijvende verbetering van de situatie kunnen bewerkstelligen,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De Republiek Trinidad en Tobago wordt toegevoegd aan de bijlage bij Uitvoeringsbesluit 2014/170/EU.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 9 november 2023.

Voor de Raad

De voorzitter

N. CALVIÑO SANTAMARÍA


(1)   PB L 286 van 29.10.2008, blz. 1.

(2)  Uitvoeringsbesluit 2014/170/EU van de Raad van 24 maart 2014 tot vaststelling van een lijst van derde landen die niet meewerken bij de bestrijding van IOO-visserij op grond van Verordening (EG) nr. 1005/2008 houdende de totstandbrenging van een communautair systeem om illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij te voorkomen, tegen te gaan en te beëindigen (PB L 91 van 27.3.2014, blz. 43).

(3)  Besluit van de Commissie van 21 april 2016 inzake de kennisgeving aan een derde land van de mogelijkheid dat het wordt aangemerkt als derde land dat niet meewerkt bij de bestrijding van illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij (PB C 144 van 23.4.2016, blz. 14).

(4)  Uitvoeringsbesluit (EU) 2023/2051 van de Commissie van 25 september 2023 tot aanmerking van Trinidad en Tobago als een land dat niet meewerkt bij de bestrijding van illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij (PB L 236 van 26.9.2023, blz. 26).

(5)   PB L 179 van 23.6.1998, blz. 3.

(6)   PB L 189 van 3.7.1998, blz. 17.

(7)   PB L 191 van 22.7.2011, blz. 3.


ELI: http://data.europa.eu/eli/dec_impl/2023/2517/oj

ISSN 1977-0758 (electronic edition)


Top