EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32023D1559

Besluit (EU) 2023/1559 van de Raad van 14 juli 2023 tot vaststelling van het namens de Europese Unie in te nemen standpunt over het besluit van de deelnemers aan de regeling inzake door de overheid gesteunde exportkredieten betreffende wijzigingen van die regeling

ST/10117/2023/INIT

PB L 190 van 28/07/2023, p. 6–7 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2023/1559/oj

28.7.2023   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 190/6


BESLUIT (EU) 2023/1559 VAN DE RAAD

van 14 juli 2023

tot vaststelling van het namens de Europese Unie in te nemen standpunt over het besluit van de deelnemers aan de regeling inzake door de overheid gesteunde exportkredieten betreffende wijzigingen van die regeling

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 207, lid 4, eerste alinea, in samenhang met artikel 218, lid 9,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De richtsnoeren in de regeling inzake door de overheid gesteunde exportkredieten (de “regeling”), die ontwikkeld werd in het kader van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO), zijn omgezet en aldus in de Unie juridisch bindend gemaakt bij Verordening (EU) nr. 1233/2011 van het Europees Parlement en de Raad (1).

(2)

De deelnemers aan de regeling (de “deelnemers”) dienen overeenstemming te bereiken over wijzigingen van de regeling, met name wat betreft de bepalingen inzake maximale krediettermijnen, het aflossingsschema en de minimumpremietarieven.

(3)

Sinds de vaststelling ervan in 1978 heeft er tot op heden nooit een alomvattende evaluatie plaatsgevonden van de algehele blijvende toereikendheid van de in de regeling neergelegde regels. Uit de alomvattende evaluatie blijkt een noodzaak om de regeling ingrijpend te moderniseren om ervoor te zorgen dat de regels ervan rekening houden met de veranderingen wereldwijd, en toereikend zijn voor de toekomst. Voorts mogen de regels niet onevenredig strikt zijn ten opzichte van de doelstellingen van de regeling, teneinde een gelijk speelveld tussen de deelnemers te waarborgen en verdringing van de particuliere sector te voorkomen.

(4)

De voorgestelde wijzigingen van de regeling zouden exportkredietinstellingen van de deelnemers in staat stellen afnemers en kredietnemers van uitgevoerde goederen en diensten in derde landen financieringsvoorwaarden te bieden die in overeenstemming zijn met gezonde marktpraktijken, zodat marktfalen kan worden aangepakt en financieringstekorten kunnen worden opgevuld zonder de particuliere sector te verdringen. Op die manier zou de gemoderniseerde regeling het mondiale concurrentievermogen van exporteurs van de Unie versterken en zo een aanzienlijke bijdrage leveren aan de economische groei en de werkgelegenheid in de Unie.

(5)

Als gevolg van die voorgestelde wijzigingen zijn ook verdere wijzigingen van de regeling nodig met het oog op stroomlijning en meer samenhang binnen de regeling en de bijlagen daarbij, onder meer wat betreft de vereisten inzake voorafgaande kennisgeving.

(6)

Bovendien is uit de alomvattende evaluatie van de regeling gebleken dat de procedures voor de verlenging van gemeenschappelijke gedragslijnen die geen verband houden met een specifieke transactie, moeten worden herzien. De herziene procedures zouden individuele deelnemers de mogelijkheid ontnemen om eenzijdig dergelijke gemeenschappelijke gedragslijnen te verlengen. Die herziene procedures zouden daarom beter rekening houden met de noodzaak voor de Unie om formeel overeenstemming te bereiken over een standpunt vóór een verlenging van dergelijke gemeenschappelijke gedragslijnen.

(7)

Het is passend het standpunt vast te stellen dat namens de Unie moet worden ingenomen over het besluit van de deelnemers betreffende wijzigingen van de regeling, aangezien dat besluit krachtens artikel 2 van Verordening (EU) nr. 1233/2011 bindend zal zijn voor de Unie en een beslissende invloed zal kunnen hebben op de inhoud van het Unierecht.

(8)

Het standpunt van de Unie moet daarom inhouden dat de op het aangehechte ontwerp van geconsolideerde versie van de regeling gebaseerde wijzigingen worden gesteund,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Het standpunt dat namens de Unie moet worden ingenomen over het besluit van de deelnemers aan de regeling inzake door de overheid gesteunde exportkredieten (de “regeling”) betreffende wijzigingen van de regeling, houdt in dat de op het aan dit besluit gehechte ontwerp van geconsolideerde versie van de regeling (2) gebaseerde wijzigingen worden gesteund.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de datum van de vaststelling ervan.

Gedaan te Brussel, 14 juli 2023.

Voor de Raad

De voorzitter

N. CALVIÑO SANTAMARÍA


(1)  Verordening (EU) nr. 1233/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 november 2011 betreffende de toepassing van bepaalde richtsnoeren op het gebied van door de overheid gesteunde exportkredieten en tot intrekking van de Beschikkingen 2001/76/EG en 2001/77/EG van de Raad (PB L 326 van 8.12.2011, blz. 45).

(2)  Zie document ST 10117/23 ADD 1 op http://register.consilium.europa.eu.


Top