Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32023B1752

Definitieve vaststelling (EU, Euratom) 2023/1752 van de gewijzigde begroting nr. 2 van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2023

PB L 232 van 20/09/2023, p. 1–21 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/12/2023

ELI: http://data.europa.eu/eli/budget_suppl_amend/2023/2/oj

20.9.2023   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 232/1


DEFINITIEVE VASTSTELLING (EU, Euratom) 2023/1752

van de gewijzigde begroting nr. 2 van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2023

DE VOORZITTER VAN HET EUROPEES PARLEMENT,

gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 314, lid 4, onder a), en lid 9,

gezien het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 106 bis,

gezien Besluit (EU, Euratom) 2020/2053 van de Raad van 14 december 2020 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Unie en tot intrekking van Besluit 2014/335/EU, Euratom (1),

gezien Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (2), en met name artikel 43,

gezien Verordening (EU, Euratom) 2020/2093 van de Raad van 17 december 2020 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2021-2027 (3),

gezien het Interinstitutioneel Akkoord van 16 december 2020 tussen het Europees Parlement, de Raad van de Europese Unie en de Europese Commissie betreffende begrotingsdiscipline, samenwerking in begrotingszaken en goed financieel beheer, alsmede betreffende nieuwe eigen middelen, met inbegrip van een routekaart voor de invoering van nieuwe eigen middelen (4),

gezien de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2023, definitief vastgesteld op 23 november 2022 (5),

gezien het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 2 van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2023, goedgekeurd door de Commissie op 12 april 2023,

gezien het standpunt inzake het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 2/2023, op 19 juni 2023 vastgesteld door de Raad en de volgende dag toegezonden aan het Europees Parlement,

gezien de goedkeuring van het standpunt van de Raad door het Parlement op 11 juli 2023,

gezien de artikelen 94 en 96 van het Reglement van het Europees Parlement,

CONSTATEERT:

Enig artikel

De procedure zoals vastgelegd in artikel 314 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie is afgesloten en de gewijzigde begroting nr. 2 van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2023 is definitief vastgesteld.

Gedaan te Straatsburg op 11 juli 2023.

De voorzitter

R. METSOLA


(1)   PB L 424 van 15.12.2020, blz. 1.

(2)   PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1.

(3)   PB L 433 I van 22.12.2020, blz. 11.

(4)   PB L 433 I van 22.12.2020, blz. 28.

(5)   PB L 58 van 23.2.2023, blz. 1.


GEWIJZIGDE BEGROTING Nr. 2 VOOR HET BEGROTINGSJAAR 2023

INHOUD

ALGEMENE STAAT VAN ONTVANGSTEN

A. FINANCIERING VAN DE JAARLIJKSE BEGROTING VAN DE UNIE 5
BEREKENING VAN DE FINANCIERING VAN DE BEGROTING 5
B. ALGEMENE STAAT VAN ONTVANGSTEN PER BEGROTINGSONDERDEEL 13

— TITEL 1:

EIGEN MIDDELEN 14

— TITEL 2:

OVERSCHOTTEN, SALDI EN AANPASSINGEN 18

ALGEMENE STAAT VAN ONTVANGSTEN

A.   FINANCIERING VAN DE JAARLIJKSE BEGROTING VAN DE UNIE

Berekening van de financiering van de begroting

Toewijzing van middelen van de Unie om overeenkomstig artikel 311 VWEU de financiering van de jaarlijkse begroting van de Unie te waarborgen

Beschrijving van de ontvangsten

Begroting 2023 (1)

Begroting 2022 (2)

Verschil (in %)

Diverse ontvangsten (titels 3 t/m 6)

12 075 974 437

13 129 990 502

-8,03

Overschot van het vorige begrotingsjaar (hoofdstuk 2 0, artikel 2 0 0)

2 519 010 950

3 227 058 807

-21,94

Saldi en aanpassingen (hoofdstukken 2 1, 2 2, 2 3 en 2 4)

p.m.

- 247 000 000

Totaal van de ontvangsten voor titels 2 t/m 6

14 594 985 387

16 110 049 309

-9,40

Nettobedrag van de douanerechten en de suikerheffingen (hoofdstukken 1 1 en 1 2)

21 590 300 000

23 764 800 000

-9,15

Eigen middelen uit de btw tegen uniform percentage (tabellen 1 en 2, hoofdstuk 1 3)

20 719 666 800

19 714 233 150

+5,10

Eigen middelen uit kunststof verpakkingsafval (tabel 3, hoofdstuk 17)

6 376 668 800

6 361 164 480

+0,24

Nog te financieren uit de aanvullende middelenbron (bni-middelen, tabel 4, hoofdstuk 1 4)

105 367 048 978

104 087 927 412

+1,23

Door de eigen middelen zoals bedoeld in artikel 2 van Besluit (EU, Euratom) 2020/2053 te dekken kredieten (3)  (4)

154 053 684 578

153 928 125 042

+0,08

Totaal ontvangsten  (5)

168 648 669 965

170 038 174 351

-0,82


TABEL 1

Berekening van de aftopping van de btw-grondslagen op grond van artikel 2, lid 1, punt b), van Besluit (EU, Euratom) 2020/2053

Lidstaat

1 % van de niet-afgetopte btw-grondslag

1 % van het bruto nationaal inkomen

Aftoppingspercentage (in %)

1 % van het bruto nationaal inkomen (bni) × aftoppingspercentage

1 % van de afgetopte btw-grondslag  (6)

Lidstaten met afgetopte btw-grondslag

 

(1)

(2)

(3)

(4)

(5)

(6)

België

2 369 915 000

5 630 560 000

50

2 815 280 000

2 369 915 000

 

Bulgarije

403 324 000

795 786 000

50

397 893 000

397 893 000

Bulgarije

Tsjechië

1 187 000 000

2 781 434 000

50

1 390 717 000

1 187 000 000

 

Denemarken

1 450 228 000

3 774 175 000

50

1 887 087 500

1 450 228 000

 

Duitsland

16 998 977 000

41 301 252 000

50

20 650 626 000

16 998 977 000

 

Estland

169 086 000

342 901 000

50

171 450 500

169 086 000

 

Ierland

1 134 364 000

3 703 703 000

50

1 851 851 500

1 134 364 000

 

Griekenland

775 311 000

2 093 970 000

50

1 046 985 000

775 311 000

 

Spanje

6 343 450 000

13 828 586 000

50

6 914 293 000

6 343 450 000

 

Frankrijk

12 655 810 000

27 919 613 000

50

13 959 806 500

12 655 810 000

 

Kroatië

368 150 000

635 913 000

50

317 956 500

317 956 500

Kroatië

Italië

7 483 817 000

19 889 147 000

50

9 944 573 500

7 483 817 000

 

Cyprus

190 805 000

252 190 000

50

126 095 000

126 095 000

Cyprus

Letland

170 286 000

376 700 000

50

188 350 000

170 286 000

 

Litouwen

245 210 000

615 572 000

50

307 786 000

245 210 000

 

Luxemburg

368 146 000

604 113 000

50

302 056 500

302 056 500

Luxemburg

Hongarije

708 147 000

1 670 483 000

50

835 241 500

708 147 000

 

Malta

69 568 000

155 608 000

50

77 804 000

69 568 000

 

Nederland

4 331 189 000

9 648 131 000

50

4 824 065 500

4 331 189 000

 

Oostenrijk

2 071 084 000

4 549 330 000

50

2 274 665 000

2 071 084 000

 

Polen

3 333 431 000

6 708 365 000

50

3 354 182 500

3 333 431 000

 

Portugal

1 182 197 000

2 384 950 000

50

1 192 475 000

1 182 197 000

 

Roemenië

908 179 000

2 869 778 000

50

1 434 889 000

908 179 000

 

Slovenië

276 892 000

592 192 000

50

296 096 000

276 892 000

 

Slowakije

455 759 000

1 153 958 000

50

576 979 000

455 759 000

 

Finland

1 024 784 000

2 801 598 000

50

1 400 799 000

1 024 784 000

 

Zweden

2 576 871 000

5 911 590 000

50

2 955 795 000

2 576 871 000

 

Totaal

69 251 980 000

162 991 598 000

 

81 495 799 000

69 065 556 000

 


TABEL 2

Verdeling van de eigen middelen uit de btw op grond van artikel 2, lid 1, punt b), van Besluit (EU, Euratom) 2020/2053 (hoofdstuk 1 3)

Lidstaat

1 % van de afgetopte btw-grondslag

Uniform percentage van de eigen middelen op basis van de btw (in %)

Eigen middelen op basis van de btw tegen uniform percentage

 

(1)

(2)

(3) = (1) × (2)

België

2 369 915 000

0,30

710 974 500

Bulgarije

397 893 000

0,30

119 367 900

Tsjechië

1 187 000 000

0,30

356 100 000

Denemarken

1 450 228 000

0,30

435 068 400

Duitsland

16 998 977 000

0,30

5 099 693 100

Estland

169 086 000

0,30

50 725 800

Ierland

1 134 364 000

0,30

340 309 200

Griekenland

775 311 000

0,30

232 593 300

Spanje

6 343 450 000

0,30

1 903 035 000

Frankrijk

12 655 810 000

0,30

3 796 743 000

Kroatië

317 956 500

0,30

95 386 950

Italië

7 483 817 000

0,30

2 245 145 100

Cyprus

126 095 000

0,30

37 828 500

Letland

170 286 000

0,30

51 085 800

Litouwen

245 210 000

0,30

73 563 000

Luxemburg

302 056 500

0,30

90 616 950

Hongarije

708 147 000

0,30

212 444 100

Malta

69 568 000

0,30

20 870 400

Nederland

4 331 189 000

0,30

1 299 356 700

Oostenrijk

2 071 084 000

0,30

621 325 200

Polen

3 333 431 000

0,30

1 000 029 300

Portugal

1 182 197 000

0,30

354 659 100

Roemenië

908 179 000

0,30

272 453 700

Slovenië

276 892 000

0,30

83 067 600

Slowakije

455 759 000

0,30

136 727 700

Finland

1 024 784 000

0,30

307 435 200

Zweden

2 576 871 000

0,30

773 061 300

Totaal

69 065 556 000

 

20 719 666 800


TABEL 3

Verdeling van de eigen middelen uit kunststof verpakkingsafval op grond van artikel 2, lid 1, punt c), van Besluit (EU, Euratom) 2020/2053 (hoofdstuk 1 7)

Lidstaat

Niet-gerecycled kunststof (kg)

Afdrachtpercentage per kg in EUR

Bruto-afdracht

Forfaitaire verlaging

Netto-afdracht

 

(1)

(2)

(3) = (1) × (2)

(4)

(5) = (3) – (4)

België

186 173 800

 

148 939 040

 

148 939 040

Bulgarije

84 625 200

 

67 700 160

22 000 000

45 700 160

Tsjechië

107 620 800

 

86 096 640

32 187 600

53 909 040

Denemarken

135 580 800

 

108 464 640

 

108 464 640

Duitsland

1 725 251 200

 

1 380 200 960

 

1 380 200 960

Estland

35 055 700

 

28 044 560

4 000 000

24 044 560

Ierland

248 280 300

 

198 624 240

 

198 624 240

Griekenland

128 732 600

 

102 986 080

33 000 000

69 986 080

Spanje

826 998 500

 

661 598 800

142 000 000

519 598 800

Frankrijk

1 619 350 900

 

1 295 480 720

 

1 295 480 720

Kroatië

41 257 800

 

33 006 240

13 000 000

20 006 240

Italië

1 225 605 500

0,80

980 484 400

184 048 000

796 436 400

Cyprus

9 572 700

 

7 658 160

3 000 000

4 658 160

Letland

25 925 900

 

20 740 720

6 000 000

14 740 720

Litouwen

28 082 100

 

22 465 680

9 000 000

13 465 680

Luxemburg

16 329 500

 

13 063 600

 

13 063 600

Hongarije

296 246 800

 

236 997 440

30 000 000

206 997 440

Malta

13 111 200

 

10 488 960

1 415 900

9 073 060

Nederland

225 253 400

 

180 202 720

 

180 202 720

Oostenrijk

188 725 400

 

150 980 320

 

150 980 320

Polen

833 099 000

 

666 479 200

117 000 000

549 479 200

Portugal

248 150 400

 

198 520 320

31 322 000

167 198 320

Roemenië

321 565 000

 

257 252 000

60 000 000

197 252 000

Slovenië

27 755 800

 

22 204 640

6 279 700

15 924 940

Slowakije

65 327 000

 

52 261 600

17 000 000

35 261 600

Finland

74 747 200

 

59 797 760

 

59 797 760

Zweden

121 478 000

 

97 182 400

 

97 182 400

Totaal

8 859 902 500

 

7 087 922 000

711 253 200

6 376 668 800


TABEL 4

Vaststelling van het uniforme percentage en verdeling van de eigen middelen op basis van het bni op grond van artikel 2, lid 1, punt d), van Besluit (EU, Euratom) 2020/2053 (hoofdstuk 1 4)

Lidstaat

1 % van het bni

Uniform percentage van de eigen middelen “aanvullende grondslag”

Eigen middelen “aanvullende grondslag” tegen uniform percentage

 

(1)

(2)

(3) = (1) × (2)

België

5 630 560 000

 

3 639 914 564

Bulgarije

795 786 000

 

514 441 379

Tsjechië

2 781 434 000

 

1 798 077 300

Denemarken

3 774 175 000

 

2 439 841 605

Duitsland

41 301 252 000

 

26 699 480 803

Estland

342 901 000

 

221 670 730

Ierland

3 703 703 000

 

2 394 284 492

Griekenland

2 093 970 000

 

1 353 661 430

Spanje

13 828 586 000

 

8 939 585 330

Frankrijk

27 919 613 000

 

18 048 827 464

Kroatië

635 913 000

 

411 090 369

Italië

19 889 147 000

 

12 857 477 022

Cyprus

252 190 000

 

163 029 975

Letland

376 700 000

0,6464569  (7)

243 520 328

Litouwen

615 572 000

 

397 940 789

Luxemburg

604 113 000

 

390 533 039

Hongarije

1 670 483 000

 

1 079 895 321

Malta

155 608 000

 

100 593 871

Nederland

9 648 131 000

 

6 237 101 201

Oostenrijk

4 549 330 000

 

2 940 945 931

Polen

6 708 365 000

 

4 336 669 081

Portugal

2 384 950 000

 

1 541 767 469

Roemenië

2 869 778 000

 

1 855 187 892

Slovenië

592 192 000

 

382 826 626

Slowakije

1 153 958 000

 

745 984 153

Finland

2 801 598 000

 

1 811 112 458

Zweden

5 911 590 000

 

3 821 588 356

Totaal

162 991 598 000

 

105 367 048 978


TABEL 5

Jaarlijkse vaste bni-verlagingen voor bepaalde lidstaten en hun financiering overeenkomstig artikel 2, lid 4, van Besluit (EU, Euratom) 2020/2053 (hoofdstuk 1 6)

Lidstaat

Brutovermindering

Percentage in de bni-grondslagen

Financiering van de brutovermindering ten gunste van Denemarken, Duitsland, Nederland, Oostenrijk en Zweden

Nettofinanciering van de vermindering ten gunste van Denemarken, Duitsland, Nederland, Oostenrijk en Zweden

 

(1)

(2)

(3)

(4) = (1) + (3)

België

 

3,45

288 908 919

288 908 919

Bulgarije

 

0,49

40 832 470

40 832 470

Tsjechië

 

1,71

142 717 792

142 717 792

Denemarken

- 414 697 040

2,32

193 656 194

- 221 040 846

Duitsland

-4 038 071 182

25,34

2 119 203 076

-1 918 868 106

Estland

 

0,21

17 594 548

17 594 548

Ierland

 

2,27

190 040 214

190 040 214

Griekenland

 

1,28

107 443 418

107 443 418

Spanje

 

8,48

709 556 746

709 556 746

Frankrijk

 

17,13

1 432 579 568

1 432 579 568

Kroatië

 

0,39

32 629 248

32 629 248

Italië

 

12,20

1 020 529 390

1 020 529 390

Cyprus

 

0,15

12 940 088

12 940 088

Letland

 

0,23

19 328 804

19 328 804

Litouwen

 

0,38

31 585 533

31 585 533

Luxemburg

 

0,37

30 997 562

30 997 562

Hongarije

 

1,02

85 713 932

85 713 932

Malta

 

0,10

7 984 381

7 984 381

Nederland

-2 113 084 920

5,92

495 053 973

-1 618 030 947

Oostenrijk

- 621 495 565

2,79

233 430 070

- 388 065 495

Polen

 

4,12

344 212 029

344 212 029

Portugal

 

1,46

122 373 854

122 373 854

Roemenië

 

1,76

147 250 799

147 250 799

Slovenië

 

0,36

30 385 885

30 385 885

Slowakije

 

0,71

59 210 586

59 210 586

Finland

 

1,72

143 752 424

143 752 424

Zweden

-1 175 891 608

3,63

303 328 812

- 872 562 796

Totaal

-8 363 240 315

100,00

8 363 240 315

0

bbp-deflator van de EU, in EUR, (economische voorjaarsprognoses 2022):

a) 2020 EU27 = 107,0024 ; b) 2023 EU27 = 117,7018

Forfaitair bedrag voor Denemarken in prijzen van 2023: 377 000 000  EUR × [ (b/a) ] = 414 697 040  EUR

Forfaitair bedrag voor Duitsland in prijzen van 2023: 3 671 000 000  EUR × [ (b/a) ] = 4 038 071 182  EUR

Forfaitair bedrag voor Nederland in prijzen van 2023: 1 921 000 000  EUR × [ (b/a) ] = 2 113 084 920  EUR

Forfaitair bedrag voor Oostenrijk in prijzen van 2023: 565 000 000  EUR × [ (b/a) ] = 621 495 565  EUR

Forfaitair bedrag voor Zweden in prijzen van 2023: 1 069 000 000  EUR × [ (b/a) ] = 1 175 891 608  EUR


TABEL 6

Overzicht van de financiering (8) van de algemene begroting per categorie eigen middelen en per lidstaat

Lidstaat

Traditionele eigen middelen (TEM)

 

 

 

Eigen middelen op basis van de btw en het bni

Totaal eigen middelen (9)

Nettobijdragen van de suikersector (75 %)

Nettodouanerechten (75 %)

Totaal netto traditionele eigen middelen (75 %)

Inningskosten (25 % van bruto TEM) (p.m.)

Eigen middelen op basis van de btw

Eigen middelen op basis van kunststof verpakkingsafval

Eigen middelen op basis van het bni

Vaste bni-verlagingen en de financiering daarvan

Totaal nationale bijdragen

Percentage (%) in totaal “nationale bijdragen”

 

(1)

(2)

(3) = (1) + (2)

(4)

(5)

(6)

(7)

(8)

(9) = (5) + (6) + (7) + (8)

(10)

(11) = (3) + (9)

België

p.m.

2 018 900 000

2 018 900 000

672 966 667

710 974 500

148 939 040

3 639 914 564

288 908 919

4 788 737 023

3,62

6 807 637 023

Bulgarije

p.m.

125 900 000

125 900 000

41 966 667

119 367 900

45 700 160

514 441 379

40 832 470

720 341 909

0,54

846 241 909

Tsjechië

p.m.

396 000 000

396 000 000

132 000 000

356 100 000

53 909 040

1 798 077 300

142 717 792

2 350 804 132

1,77

2 746 804 132

Denemarken

p.m.

431 000 000

431 000 000

143 666 667

435 068 400

108 464 640

2 439 841 605

- 221 040 846

2 762 333 799

2,09

3 193 333 799

Duitsland

p.m.

4 686 400 000

4 686 400 000

1 562 133 335

5 099 693 100

1 380 200 960

26 699 480 803

-1 918 868 106

31 260 506 757

23,60

35 946 906 757

Estland

p.m.

52 500 000

52 500 000

17 500 000

50 725 800

24 044 560

221 670 730

17 594 548

314 035 638

0,24

366 535 638

Ierland

p.m.

444 800 000

444 800 000

148 266 667

340 309 200

198 624 240

2 394 284 492

190 040 214

3 123 258 146

2,36

3 568 058 146

Griekenland

p.m.

238 300 000

238 300 000

79 433 333

232 593 300

69 986 080

1 353 661 430

107 443 418

1 763 684 228

1,33

2 001 984 228

Spanje

p.m.

1 615 600 000

1 615 600 000

538 533 333

1 903 035 000

519 598 800

8 939 585 330

709 556 746

12 071 775 876

9,11

13 687 375 876

Frankrijk

p.m.

2 180 000 000

2 180 000 000

726 666 667

3 796 743 000

1 295 480 720

18 048 827 464

1 432 579 568

24 573 630 752

18,55

26 753 630 752

Kroatië

p.m.

47 000 000

47 000 000

15 666 667

95 386 950

20 006 240

411 090 369

32 629 248

559 112 807

0,42

606 112 807

Italië

p.m.

2 705 200 000

2 705 200 000

901 733 333

2 245 145 100

796 436 400

12 857 477 022

1 020 529 390

16 919 587 912

12,77

19 624 787 912

Cyprus

p.m.

27 800 000

27 800 000

9 266 667

37 828 500

4 658 160

163 029 975

12 940 088

218 456 723

0,16

246 256 723

Letland

p.m.

64 500 000

64 500 000

21 500 000

51 085 800

14 740 720

243 520 328

19 328 804

328 675 652

0,25

393 175 652

Litouwen

p.m.

139 900 000

139 900 000

46 633 333

73 563 000

13 465 680

397 940 789

31 585 533

516 555 002

0,39

656 455 002

Luxemburg

p.m.

18 100 000

18 100 000

6 033 333

90 616 950

13 063 600

390 533 039

30 997 562

525 211 151

0,40

543 311 151

Hongarije

p.m.

239 500 000

239 500 000

79 833 333

212 444 100

206 997 440

1 079 895 321

85 713 932

1 585 050 793

1,20

1 824 550 793

Malta

p.m.

18 100 000

18 100 000

6 033 333

20 870 400

9 073 060

100 593 871

7 984 381

138 521 712

0,10

156 621 712

Nederland

p.m.

3 064 900 000

3 064 900 000

1 021 633 333

1 299 356 700

180 202 720

6 237 101 201

-1 618 030 947

6 098 629 674

4,60

9 163 529 674

Oostenrijk

p.m.

234 100 000

234 100 000

78 033 333

621 325 200

150 980 320

2 940 945 931

- 388 065 495

3 325 185 956

2,51

3 559 285 956

Polen

p.m.

1 290 200 000

1 290 200 000

430 066 667

1 000 029 300

549 479 200

4 336 669 081

344 212 029

6 230 389 610

4,70

7 520 589 610

Portugal

p.m.

202 500 000

202 500 000

67 500 000

354 659 100

167 198 320

1 541 767 469

122 373 854

2 185 998 743

1,65

2 388 498 743

Roemenië

p.m.

243 100 000

243 100 000

81 033 333

272 453 700

197 252 000

1 855 187 892

147 250 799

2 472 144 391

1,87

2 715 244 391

Slovenië

p.m.

141 400 000

141 400 000

47 133 333

83 067 600

15 924 940

382 826 626

30 385 885

512 205 051

0,39

653 605 051

Slowakije

p.m.

128 800 000

128 800 000

42 933 333

136 727 700

35 261 600

745 984 153

59 210 586

977 184 039

0,74

1 105 984 039

Finland

p.m.

161 200 000

161 200 000

53 733 333

307 435 200

59 797 760

1 811 112 458

143 752 424

2 322 097 842

1,75

2 483 297 842

Zweden

p.m.

674 600 000

674 600 000

224 866 667

773 061 300

97 182 400

3 821 588 356

- 872 562 796

3 819 269 260

2,88

4 493 869 260

Totaal

p.m.

21 590 300 000

21 590 300 000

7 196 766 667

20 719 666 800

6 376 668 800

105 367 048 978

0

132 463 384 578

100 ,—

154 053 684 578

B.   ALGEMENE STAAT VAN ONTVANGSTEN PER BEGROTINGSONDERDEEL

Titel

Omschrijving

Raming 2023

Gewijzigde begroting nr. 2/2023

Nieuw bedrag

1

EIGEN MIDDELEN

156 572 695 528

–2 519 010 950

154 053 684 578

2

OVERSCHOTTEN, SALDI EN AANPASSINGEN

p.m.

2 519 010 950

2 519 010 950

3

ONTVANGSTEN VAN ADMINISTRATIEVE AARD

1 894 666 175

 

1 894 666 175

4

FINANCIËLE ONTVANGSTEN, ACHTERSTANDSRENTE EN BOETEN

120 825 000

 

120 825 000

5

BEGROTINGSGARANTIES, OPGENOMEN EN VERSTREKTE LENINGEN

p.m.

 

p.m.

6

ONTVANGSTEN, BIJDRAGEN EN RESTITUTIES IN VERBAND MET UNIEBELEID

10 060 483 262

 

10 060 483 262

 

TOTAAL-GENERAAL

168 648 669 965

 

168 648 669 965

TITEL 1

EIGEN MIDDELEN

Artikel

Post

Omschrijving

Raming 2023

Gewijzigde begroting nr. 2/2023

Nieuw bedrag

 

HOOFDSTUK 1 1

1 1 0

Heffingen op suiker

p.m.

 

p.m.

 

HOOFDSTUK 1 1 — TOTAAL

p.m.

 

p.m.

 

HOOFDSTUK 1 2

1 2 0

Douanerechten en overige rechten

21 590 300 000

 

21 590 300 000

 

HOOFDSTUK 1 2 — TOTAAL

21 590 300 000

 

21 590 300 000

 

HOOFDSTUK 1 3

1 3 0

Eigen middelen op basis van de belasting over de toegevoegde waarde

20 719 666 800

 

20 719 666 800

 

HOOFDSTUK 1 3 — TOTAAL

20 719 666 800

 

20 719 666 800

 

HOOFDSTUK 1 4

1 4 0

Eigen middelen op basis van het bruto nationaal inkomen

107 886 059 928

–2 519 010 950

105 367 048 978

 

HOOFDSTUK 1 4 — TOTAAL

107 886 059 928

–2 519 010 950

105 367 048 978

 

HOOFDSTUK 1 6

1 6 0

Vaste bni-verlagingen toegestaan aan bepaalde lidstaten en de financiering daarvan

0

 

0

 

HOOFDSTUK 1 6 — TOTAAL

0

 

0

 

HOOFDSTUK 1 7

1 7 0

Eigen middelen op basis van niet-gerecycled kunststof verpakkingsafval

6 376 668 800

 

6 376 668 800

 

HOOFDSTUK 1 7 — TOTAAL

6 376 668 800

 

6 376 668 800

 

Titel 1 — Totaal

156 572 695 528

–2 519 010 950

154 053 684 578

HOOFDSTUK 1 1 —

BIJDRAGEN EN ANDERE HEFFINGEN VASTGESTELD IN HET KADER VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE ORDENING DER MARKTEN IN DE SECTOR SUIKER

HOOFDSTUK 1 2 —

DOUANERECHTEN EN OVERIGE RECHTEN

HOOFDSTUK 1 3 —

EIGEN MIDDELEN OP BASIS VAN DE BELASTING OVER DE TOEGEVOEGDE WAARDE

HOOFDSTUK 1 4 —

EIGEN MIDDELEN OP BASIS VAN HET BRUTO NATIONAAL INKOMEN

HOOFDSTUK 1 6 —

VASTE BNI-VERLAGINGEN TOEGESTAAN AAN BEPAALDE LIDSTATEN EN DE FINANCIERING DAARVAN

HOOFDSTUK 1 7 —

EIGEN MIDDELEN OP BASIS VAN NIET-GERECYCLED KUNSTSTOF VERPAKKINGSAFVAL

HOOFDSTUK 1 4 —   EIGEN MIDDELEN OP BASIS VAN HET BRUTO NATIONAAL INKOMEN

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

Raming 2023

Gewijzigde begroting nr. 2/2023

Nieuw bedrag

1 4

EIGEN MIDDELEN OP BASIS VAN HET BRUTO NATIONAAL INKOMEN

1 4 0

Eigen middelen op basis van het bruto nationaal inkomen

107 886 059 928

–2 519 010 950

105 367 048 978

 

HOOFDSTUK 1 4 — TOTAAL

107 886 059 928

–2 519 010 950

105 367 048 978

1 4 0
Eigen middelen op basis van het bruto nationaal inkomen

Raming 2023

Gewijzigde begroting nr. 2/2023

Nieuw bedrag

107 886 059 928

–2 519 010 950

105 367 048 978

Toelichting

De bni-middelenbron is een “aanvullende” bron van eigen middelen, die de ontvangsten verschaft welke in een begrotingsjaar nodig zijn ter dekking van uitgaven die uitstijgen boven het bedrag aan traditionele eigen middelen, btw-afdrachten, eigen middelen op basis van kunststof verpakkingsafval en andere ontvangsten. Deze middelenbron zorgt er met andere woorden voor dat de EU-begroting altijd in evenwicht is ex ante.

Het afroepingspercentage van het bni wordt bepaald door de extra ontvangsten die nodig zijn voor de financiering van de begrote uitgaven die niet door de andere middelen worden gedekt (eigen middelen op basis van kunststof verpakkingsafval, btw-middelen, traditionele eigen middelen en andere ontvangsten). Het afroepingspercentage wordt toegepast op het bruto nationaal inkomen van elk van de lidstaten.

Het op het bni van de lidstaten toe te passen percentage bedraagt 0,6465 % voor het begrotingsjaar 2023.

Rechtsgronden

Besluit (EU, Euratom) 2020/2053 van de Raad van 14 december 2020 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Unie en tot intrekking van Besluit 2014/335/EU, Euratom (PB L 424 van 15.12.2020, blz. 1), en met name artikel 2, lid 1, punt d).

Verordening (EU, Euratom) 2021/770 van de Raad van 30 april 2021 betreffende de berekening van de eigen middelen op basis van niet-gerecycled kunststof verpakkingsafval, de methoden en procedures voor de terbeschikkingstelling van die eigen middelen, de maatregelen om in de behoefte aan kasmiddelen te voorzien en bepaalde aspecten van de eigen middelen op basis van het bruto nationaal inkomen (PB L 165 van 11.5.2021, blz. 15), en met name artikel 4, lid 1.

Lidstaat

Raming 2023

Gewijzigde begroting nr. 2/2023

Nieuw bedrag

België

3 726 934 032

-87 019 468

3 639 914 564

Bulgarije

526 740 133

-12 298 754

514 441 379

Tsjechië

1 841 063 950

-42 986 650

1 798 077 300

Denemarken

2 498 170 919

-58 329 314

2 439 841 605

Duitsland

27 337 785 527

- 638 304 724

26 699 480 803

Estland

226 970 214

-5 299 484

221 670 730

Ierland

2 451 524 672

-57 240 180

2 394 284 492

Griekenland

1 386 023 425

-32 361 995

1 353 661 430

Spanje

9 153 304 073

- 213 718 743

8 939 585 330

Frankrijk

18 480 320 938

- 431 493 474

18 048 827 464

Kroatië

420 918 310

-9 827 941

411 090 369

Italië

13 164 860 836

- 307 383 814

12 857 477 022

Cyprus

166 927 534

-3 897 559

163 029 975

Letland

249 342 170

-5 821 842

243 520 328

Litouwen

407 454 363

-9 513 574

397 940 789

Luxemburg

399 869 515

-9 336 476

390 533 039

Hongarije

1 105 712 388

-25 817 067

1 079 895 321

Malta

102 998 769

-2 404 898

100 593 871

Nederland

6 386 211 633

- 149 110 432

6 237 101 201

Oostenrijk

3 011 255 151

-70 309 220

2 940 945 931

Polen

4 440 345 866

- 103 676 785

4 336 669 081

Portugal

1 578 626 517

-36 859 048

1 541 767 469

Roemenië

1 899 539 885

-44 351 993

1 855 187 892

Slovenië

391 978 865

-9 152 239

382 826 626

Slowakije

763 818 402

-17 834 249

745 984 153

Finland

1 854 410 739

-43 298 281

1 811 112 458

Zweden

3 912 951 102

-91 362 746

3 821 588 356

Totaal van artikel 1 4 0

107 886 059 928

-2 519 010 950

105 367 048 978

TITEL 2

OVERSCHOTTEN, SALDI EN AANPASSINGEN

Artikel

Post

Omschrijving

Raming 2023

Gewijzigde begroting nr. 2/2023

Nieuw bedrag

 

HOOFDSTUK 2 0

2 0 0

Overschot van het voorgaande begrotingsjaar

p.m.

2 519 010 950

2 519 010 950

 

HOOFDSTUK 2 0 — TOTAAL

p.m.

2 519 010 950

2 519 010 950

 

HOOFDSTUK 2 1

2 1 0

Btw-saldi

p.m.

 

p.m.

2 1 1

Bni-saldi

p.m.

 

p.m.

2 1 2

Verrekening van btw- en bni-saldi

p.m.

 

p.m.

2 1 3

Kunststofsaldi

p.m.

 

p.m.

2 1 4

Verrekening van kunststofsaldi

p.m.

 

p.m.

 

HOOFDSTUK 2 1 — TOTAAL

p.m.

 

p.m.

 

HOOFDSTUK 2 2

2 2 0

Aanpassing in verband met de niet-deelneming aan beleidsmaatregelen op het gebied van migratie, grensbeheer en veiligheid

p.m.

 

p.m.

 

HOOFDSTUK 2 2 — TOTAAL

p.m.

 

p.m.

 

HOOFDSTUK 2 3

2 3 0

Aanpassing in verband met de toepassing van de eigenmiddelenbesluiten

p.m.

 

p.m.

 

HOOFDSTUK 2 3 — TOTAAL

p.m.

 

p.m.

 

HOOFDSTUK 2 4

2 4 0

Aanpassing in verband met wisselkoersverschillen op eigen middelen

p.m.

 

p.m.

 

HOOFDSTUK 2 4 — TOTAAL

p.m.

 

p.m.

 

HOOFDSTUK 2 6

2 6 0

Aanpassing in verband met de correctie voor het Verenigd Koninkrijk

p.m.

 

p.m.

 

HOOFDSTUK 2 6 — TOTAAL

p.m.

 

p.m.

 

Titel 2 — Totaal

p.m.

2 519 010 950

2 519 010 950

HOOFDSTUK 2 0 —

OVERSCHOT VAN HET VOORGAANDE BEGROTINGSJAAR

HOOFDSTUK 2 1 —

AANPASSING VAN DE SALDI

HOOFDSTUK 2 2 —

AANPASSING IN VERBAND MET DE NIET-DEELNEMING VAN BEPAALDE LIDSTATEN AAN SOMMIGE BELEIDSTERREINEN

HOOFDSTUK 2 3 —

AANPASSING IN VERBAND MET DE TOEPASSING VAN DE EIGENMIDDELENBESLUITEN

HOOFDSTUK 2 4 —

AANPASSING IN VERBAND MET WISSELKOERSVERSCHILLEN OP EIGEN MIDDELEN

HOOFDSTUK 2 6 —

AANPASSING IN VERBAND MET DE CORRECTIE VOOR HET VERENIGD KONINKRIJK

HOOFDSTUK 2 0 —   OVERSCHOT VAN HET VOORGAANDE BEGROTINGSJAAR

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

Raming 2023

Gewijzigde begroting nr. 2/2023

Nieuw bedrag

2 0

OVERSCHOT VAN HET VOORGAANDE BEGROTINGSJAAR

2 0 0

Overschot van het voorgaande begrotingsjaar

p.m.

2 519 010 950

2 519 010 950

 

HOOFDSTUK 2 0 — TOTAAL

p.m.

2 519 010 950

2 519 010 950

2 0 0
Overschot van het voorgaande begrotingsjaar

Raming 2023

Gewijzigde begroting nr. 2/2023

Nieuw bedrag

p.m.

2 519 010 950

2 519 010 950

Toelichting

Overeenkomstig artikel 18 van het Financieel Reglement wordt het saldo van elk begrotingsjaar, naargelang het een overschot of tekort betreft, in de begroting van het volgende begrotingsjaar als ontvangst of als betalingskrediet opgenomen.

De ramingen van deze ontvangsten of uitgaven worden in de begroting opgenomen tijdens de begrotingsprocedure en, in voorkomend geval, door middel van de procedure van een nota van wijzigingen, die wordt ingediend op grond van artikel 39 van het Financieel Reglement. Zij worden vastgesteld overeenkomstig de beginselen bedoeld in artikel 1, lid 1, van Verordening (EU, Euratom) 2021/768.

Na de afsluiting van de rekeningen van elk begrotingsjaar worden verschillen ten opzichte van de raming in de begroting van het volgende begrotingsjaar opgenomen middels een gewijzigde begroting, die door de Commissie moet worden gepresenteerd binnen 15 dagen nadat de voorlopige rekeningen zijn ingediend.

Een tekort wordt geboekt in artikel 16 05 01 van de staat van uitgaven van afdeling III “Commissie”.

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) nr. 609/2014 van de Raad van 26 mei 2014 betreffende de regels en procedures voor de terbeschikkingstelling van de traditionele eigen middelen, de btw- en de bni-middelen, en betreffende de maatregelen om in de behoefte aan kasmiddelen te voorzien (PB L 168 van 7.6.2014, blz. 39).

Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1), en met name artikel 18.

Besluit (EU, Euratom) 2020/2053 van de Raad van 14 december 2020 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Unie en tot intrekking van Besluit 2014/335/EU, Euratom (PB L 424 van 15.12.2020, blz. 1), en met name artikel 8.

Verordening (EU, Euratom) 2021/768 van de Raad van 30 april 2021 tot vaststelling van uitvoeringsmaatregelen voor het stelsel van eigen middelen van de Europese Unie en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 608/2014 (PB L 165 van 11.5.2021, blz. 1).


(1)  De cijfers in deze kolom komen overeen met die van de begroting 2023 (PB L 58 van 23.2.2023, blz. 1) plus de gewijzigde begrotingen nrs. 1 tot en met 2/2023.

(2)  De cijfers in deze kolom komen overeen met die van de begroting 2022 (PB L 45 van 24.2.2022, blz. 1), plus de gewijzigde begrotingen nrs. 1 tot en met 5/2022.

(3)  De eigen middelen voor de begroting 2023 worden bepaald op grond van de begrotingsprognoses aangenomen op de 185e vergadering van het Raadgevend Comité voor de eigen middelen op 23 mei 2022.

(4)  Dit bedrag omvat 1 309 775 000 EUR in verband met verplichtingen van de Unie die voortvloeien uit de opgenomen leningen bedoeld in artikel 5 van Besluit (EU, Euratom) 2020/2053.

(5)  Artikel 310, lid 1, derde alinea, VWEU bepaalt dat de ontvangsten en uitgaven van de begroting in evenwicht moeten zijn.

(6)  De betrokken grondslag is niet hoger dan 50 % van het bni.

(7)  Berekening van percentage : (105 367 048 978) / (162 991 598 000) = 0,6464569356391.

(8)  p.m. (eigen middelen + overige ontvangsten = totaal ontvangsten = totaal uitgaven); (154 053 684 578 + 14 594 985 387= 168 648 669 965 = 168 648 669 965).

(9)  Totaal van de eigen middelen als percentage van het bni: (154 053 684 578) / (16 299 159 800 000) = 0,95 %; totaal maximum van de eigen middelen overeenkomstig de artikelen 3 en 6 van Besluit (EU, Euratom) 2020/2053 van de Raad: 2,00 %.


Top