Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32021D2043

    Besluit (EU) 2021/2043 van de Raad van 18 november 2021 betreffende de sluiting, namens de Europese Unie, van de Partnerschapsovereenkomst inzake duurzame visserij tussen de Europese Unie, enerzijds, en de regering van Groenland en de regering van Denemarken, anderzijds, en het bijbehorende uitvoeringsprotocol

    ST/6566/2021/INIT

    PB L 418 van 24/11/2021, p. 1–3 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2021/2043/oj

    Related international agreement

    24.11.2021   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 418/1


    BESLUIT (EU) 2021/2043 VAN DE RAAD

    van 18 november 2021

    betreffende de sluiting, namens de Europese Unie, van de Partnerschapsovereenkomst inzake duurzame visserij tussen de Europese Unie, enerzijds, en de regering van Groenland en de regering van Denemarken, anderzijds, en het bijbehorende uitvoeringsprotocol

    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 43, in samenhang met artikel 218, lid 6, tweede alinea, punt a), v), en artikel 218, lid 7,

    Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

    Gezien de goedkeuring door het Europees Parlement (1),

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Op 9 december 2019 heeft de Raad de Commissie gemachtigd onderhandelingen te openen met de regering van Groenland en de regering van Denemarken met het oog op de sluiting van een nieuwe partnerschapsovereenkomst inzake duurzame visserij, en een nieuw bijbehorend uitvoeringsprotocol.

    (2)

    De onderhandelingen zijn met succes afgerond met de parafering van de Partnerschapsovereenkomst inzake duurzame visserij tussen de Europese Unie, enerzijds, en de regering van Groenland en de regering van Denemarken, anderzijds (de “partnerschapsovereenkomst”) en het Uitvoeringsprotocol bij de Partnerschapsovereenkomst inzake duurzame visserij tussen de Europese Unie, enerzijds, en de regering van Groenland en de regering van Denemarken, anderzijds (het “protocol”) op 11 januari 2021.

    (3)

    Bij deze partnerschapsovereenkomst wordt de Partnerschapsovereenkomst inzake visserijtussen de Europese Gemeenschap, enerzijds, en de regering van Denemarken en de autonome regering van Groenland, anderzijds (2), die op 28 juni 2007 in werking was getreden, ingetrokken.

    (4)

    Overeenkomstig Besluit (EU) 2021/793 van de Raad (3) zijn de partnerschapsovereenkomst en het protocol op 22 april 2021 ondertekend.

    (5)

    De partnerschapsovereenkomst en het protocol zijn vanaf de datum van ondertekening ervan voorlopig toegepast.

    (6)

    De partnerschapsovereenkomst en het protocol moeten worden goedgekeurd.

    (7)

    Bij artikel 12 van de partnerschapsovereenkomst is een gemengd comité opgericht dat belast is met de controle op de uitvoering van de overeenkomst. Voorts kan het gemengd comité overeenkomstig dat artikel en de artikelen 4 en 7 van het protocol, bepaalde wijzigingen van het protocol goedkeuren. Om de goedkeuring van dergelijke wijzigingen te vergemakkelijken, dient de Commissie onder bepaalde materiële en procedurele voorwaarden worden gemachtigd om die wijzigingen namens de Unie goed te keuren volgens een vereenvoudigde procedure.

    (8)

    Het standpunt van de Unie over de voorgestelde wijzigingen van het protocol moet door de Raad worden vastgesteld. De voorgestelde wijzigingen moeten worden goedgekeurd tenzij een blokkerende minderheid van lidstaten overeenkomstig artikel 16, lid 4, van het Verdrag betreffende de Europese Unie er bezwaar tegen maakt,

    HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

    Artikel 1

    De Partnerschapsovereenkomst inzake duurzame visserij tussen de Europese Unie, enerzijds, en de regering van Groenland en de regering van Denemarken, anderzijds (de “partnerschapsovereenkomst”) en het protocol tot uitvoering van de Partnerschapsovereenkomst inzake duurzame visserij tussen de Europese Unie, enerzijds, en de regering van Groenland en de regering van Denemarken, anderzijds (het “protocol”), worden namens de Unie goedgekeurd (4).

    Artikel 2

    De voorzitter van de Raad verricht namens de Unie de kennisgeving als bedoeld in artikel 20 van de partnerschapsovereenkomst en de kennisgeving als bedoeld in artikel 14 van het bijbehorende uitvoeringsprotocol.

    Artikel 3

    De Commissie wordt overeenkomstig de procedure en voorwaarden van de bijlage bij dit besluit gemachtigd om, namens de Unie, haar goedkeuring te hechten aan wijzigingen van het protocol die worden vastgesteld door het bij artikel 12 van de partnerschapsovereenkomst opgerichte gemengd comité.

    Artikel 4

    Dit besluit treedt in werking op de datum van de bekendmaking ervan.

    Gedaan te Brussel, 18 november 2021.

    Voor de Raad

    De voorzitter

    Z. ČERNAČ


    (1)  Goedkeuring verleend op 5 oktober 2021 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).

    (2)  PB L 172 van 30.6.2007, blz. 4.

    (3)  Besluit (EU) 2021/793 van de Raad van 26 maart 2021 betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie, en de voorlopige toepassing van de Partnerschapsovereenkomst inzake duurzame visserij tussen de Europese Unie, enerzijds, en de regering van Groenland en de regering van Denemarken, anderzijds, en het bijbehorende uitvoeringsprotocol (PB L 175 van 18.5.2021, blz. 1).

    (4)  De teksten van de partnerschapsovereenkomst en het protocol zijn bekendgemaakt in PB L 175 van 18 mei 2021.


    BIJLAGE

    PROCEDURE EN VOORWAARDEN VOOR DE GOEDKEURING VAN DOOR HET GEMENGD COMITÉ VAST TE STELLEN WIJZIGINGEN VAN HET PROTOCOL

    Indien het gemengd comité wordt verzocht overeenkomstig artikel 12 van de partnerschapsovereenkomst en artikelen 4 en 7 van het protocol wijzigingen van het protocol vast te stellen, wordt de Commissie gemachtigd de voorgestelde wijzigingen namens de Unie goed te keuren, onder de volgende voorwaarden:

    1)

    De Commissie zorgt ervoor dat de goedkeuring namens de Unie:

    a)

    in overeenstemming is met de doelstellingen van het gemeenschappelijk visserijbeleid;

    b)

    in overeenstemming is met de toepasselijke voorschriften van de regionale organisaties voor visserijbeheer en geschiedt met inachtneming van het gezamenlijk beheer door de kuststaten;

    c)

    geschiedt met inachtneming van de meest recente statistische, biologische en andere relevante informatie die aan de Commissie is toegezonden.

    2)

    Voordat de Commissie de voorgestelde wijzigingen namens de Unie goedkeurt, legt zij deze tijdig voorafgaand aan de desbetreffende vergadering van het gemengd comité voor aan de Raad.

    3)

    De Raad beoordeelt of de voorgestelde wijzigingen in overeenstemming zijn met de criteria in punt 1).

    4)

    Tenzij een aantal lidstaten dat een blokkerende minderheid van de Raad overeenkomstig artikel 16, lid 4, van het Verdrag betreffende de Europese Unie vormt, bezwaar maakt tegen de voorgestelde wijzigingen, keurt de Commissie de wijzigingen namens de Unie goed. Indien een dergelijke blokkerende minderheid bestaat, verwerpt de Commissie de voorgestelde wijzigingen namens de Unie.

    5)

    Indien tijdens latere vergaderingen van het gemengd comité, ook ter plaatse, geen overeenstemming kan worden bereikt, wordt de aangelegenheid overeenkomstig de procedure van de punten 2 tot en met 4 opnieuw aan de Raad voorgelegd om ervoor te zorgen dat in het standpunt van de Unie rekening wordt gehouden met nieuwe elementen.

    6)

    De Commissie wordt verzocht te gelegener tijd alle stappen te ondernemen die noodzakelijk zijn voor de follow-up van het besluit van het gemengd comité, met inbegrip van, waar passend, de bekendmaking van het betrokken besluit in het Publicatieblad van de Europese Unie en de indiening van de voorstellen die nodig zijn voor de uitvoering van dat besluit.

    Over andere aangelegenheden die geen betrekking hebben op wijzigingen van het protocol overeenkomstig artikel 12 van de partnerschapsovereenkomst en artikelen 4 en 7 van het protocol, wordt het door de Unie in het gemengd comité in te nemen standpunt bepaald in overeenstemming met de Verdragen en bestaande werkpraktijken.


    Top