EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32020R1190

Uitvoeringsverordening (EU) 2020/1190 van de Commissie van 11 augustus 2020 tot rectificatie van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/983 betreffende de procedure voor de afgifte van de Europese beroepskaart en de toepassing van het waarschuwingsmechanisme overeenkomstig Richtlijn 2005/36/EG van het Europees Parlement en de Raad (Voor de EER relevante tekst)

C/2020/5407

PB L 262 van 12/08/2020, p. 4–5 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2020/1190/oj

12.8.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 262/4


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2020/1190 VAN DE COMMISSIE

van 11 augustus 2020

tot rectificatie van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/983 betreffende de procedure voor de afgifte van de Europese beroepskaart en de toepassing van het waarschuwingsmechanisme overeenkomstig Richtlijn 2005/36/EG van het Europees Parlement en de Raad

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 2005/36/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 september 2005 betreffende de erkenning van beroepskwalificaties (1), en met name artikel 4 bis, lid 7,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op grond van artikel 20, lid 1, van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/983 van de Commissie (2) moet de bevoegde autoriteit van de ontvangende lidstaat in het geval van vestiging en van het tijdelijk of incidenteel verrichten van diensten als bedoeld in artikel 7, lid 4, van Richtlijn 2005/36/EG, eerst een van verschillende mogelijke besluiten nemen. Een daarvan is het besluit tot verlenging van de geldigheid van de Europese beroepskaart.

(2)

Artikel 7, lid 4, van Richtlijn 2005/36/EG is echter alleen van toepassing op situaties waarin diensten voor de eerste keer worden verricht. In de context van artikel 20, lid 1, van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/983 is een besluit tot verlenging van de geldigheid van de Europese beroepskaart dus niet relevant.

(3)

Uitvoeringsverordening (EU) 2015/983 moet derhalve dienovereenkomstig worden gerectificeerd.

(4)

De in deze verordening vervatte maatregel is in overeenstemming met het advies van het in artikel 58, lid 1, van Richtlijn 2005/36/EG bedoelde Comité voor de erkenning van beroepskwalificaties,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

In artikel 20 van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/983 wordt lid 1 vervangen door:

“1.   In het geval van vestiging en van het tijdelijk of incidenteel verrichten van diensten als bedoeld in artikel 7, lid 4, van Richtlijn 2005/36/EG, neemt de bevoegde autoriteit van de ontvangende lidstaat hetzij een besluit tot afgifte van de Europese beroepskaart, hetzij een besluit tot weigering van de afgifte van een Europese beroepskaart, hetzij een besluit tot toepassing van compenserende maatregelen uit hoofde van artikel 7, lid 4, vierde alinea, of artikel 14 van Richtlijn 2005/36/EG.”.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 11 augustus 2020.

Voor de Commissie

De voorzitter

Ursula VON DER LEYEN


(1)  PB L 255 van 30.9.2005, blz. 22.

(2)  Uitvoeringsverordening (EU) 2015/983 van de Commissie van 24 juni 2015 betreffende de procedure voor de afgifte van de Europese beroepskaart en de toepassing van het waarschuwingsmechanisme overeenkomstig Richtlijn 2005/36/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 159 van 25.6.2015, blz. 27).


Top