EUR-Lex Access to European Union law
This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32020D0790
Council Decision (EU) 2020/790 of 9 June 2020 on the position to be taken on behalf of the European Union within the Joint Committee and the Subcommittee on Trade and Investment established by the Framework Agreement on Partnership and Cooperation between the European Union and its Member States, of the one part, and Mongolia, of the other part, as regards the adoption of decisions on the rules of procedure of the Joint Committee and the rules of procedure of the Subcommittee on Trade and Investment
Besluit (EU) 2020/790 van de Raad van 9 juni 2020 tot vaststelling van het standpunt dat de Europese Unie moet innemen in het Gemengd Comité en het Subcomité handel en investeringen die zijn opgericht bij de Kaderovereenkomst inzake partnerschap en samenwerking tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en Mongolië, anderzijds, over de vaststelling van besluiten met betrekking tot het reglement van orde van het Gemengd Comité en het reglement van orde van het Subcomité handel en investeringen
Besluit (EU) 2020/790 van de Raad van 9 juni 2020 tot vaststelling van het standpunt dat de Europese Unie moet innemen in het Gemengd Comité en het Subcomité handel en investeringen die zijn opgericht bij de Kaderovereenkomst inzake partnerschap en samenwerking tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en Mongolië, anderzijds, over de vaststelling van besluiten met betrekking tot het reglement van orde van het Gemengd Comité en het reglement van orde van het Subcomité handel en investeringen
ST/14677/2019/INIT
PB L 193 van 17/06/2020, p. 5–6
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
In force
17.6.2020 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 193/5 |
BESLUIT (EU) 2020/790 VAN DE RAAD
van 9 juni 2020
tot vaststelling van het standpunt dat de Europese Unie moet innemen in het Gemengd Comité en het Subcomité handel en investeringen die zijn opgericht bij de Kaderovereenkomst inzake partnerschap en samenwerking tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en Mongolië, anderzijds, over de vaststelling van besluiten met betrekking tot het reglement van orde van het Gemengd Comité en het reglement van orde van het Subcomité handel en investeringen
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 207 en 209, in samenhang met artikel 218, lid 9,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
De Kaderovereenkomst inzake partnerschap en samenwerking tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en Mongolië, anderzijds (1) (hierna “de overeenkomst” genoemd), is op 1 november 2017 in werking getreden. |
(2) |
Uit hoofde van artikel 56, lid 1, van de overeenkomst wordt een Gemengd Comité opgericht om de goede werking en uitvoering van de overeenkomst te waarborgen (het “Gemengd Comité”). |
(3) |
Krachtens artikel 56, lid 6, van de overeenkomst dient het Gemengd Comité zijn eigen reglement van orde vast te stellen en krachtens artikel 56, lid 4, van de overeenkomst kan het Gemengd Comité gespecialiseerde werkgroepen oprichten om het bij te staan bij de uitoefening van zijn taken. |
(4) |
Uit hoofde van artikel 28, lid 1, van de overeenkomst wordt een Subcomité handel en investeringen opgericht. |
(5) |
Krachtens artikel 28, lid 3, van de overeenkomst dient het Subcomité handel en investeringen zijn reglement van orde vast te stellen. |
(6) |
Om de doeltreffende uitvoering van de overeenkomst te waarborgen, moet het reglement van orde van het Gemengd Comité en van het het Subcomité handel en investeringen zo spoedig mogelijk worden vastgesteld. |
(7) |
Het is wenselijk het standpunt te bepalen dat namens de Unie moet worden ingenomen in het Gemengd Comité en het Subcomité handel en investeringen. |
(8) |
Het standpunt van de Unie in het Gemengd Comité en het Subcomité handel en investeringen dient derhalve te worden gebaseerd op de ontwerpbesluiten van het Gemengd Comité en het Subcomité handel en investeringen, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
1. Het standpunt dat namens de Unie in het Gemengd Comité EU-Mongolië dat is opgericht bij de Kaderovereenkomst inzake partnerschap en samenwerking tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en Mongolië, anderzijds (de “overeenkomst”), moet worden ingenomen, is gebaseerd op het ontwerpbesluit van het Gemengd Comité (2).
2. Het standpunt dat namens de Unie in het Subcomité handel en investeringen EU-Mongolië dat is opgericht bij de overeenkomst moet worden ingenomen, is gebaseerd op het ontwerpbesluit van het Subcomité handel en investeringen (2).
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.
Gedaan te Brussel, 9 juni 2020.
Voor de Raad
De voorzitter
A. METELKO-ZGOMBIĆ
(1) PB L 326 van 9.12.2017, blz. 7.
(2) Zie document ST 6856/20 op http://register.consilium.europa.eu