Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32018D0754

    Besluit (EU) 2018/754 van de Raad van 14 mei 2018 betreffende de sluiting van het protocol tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij de Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Unie en de Republiek Mauritius

    PB L 128 van 24/05/2018, p. 1–3 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2018/754/oj

    Related international agreement

    24.5.2018   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 128/1


    BESLUIT (EU) 2018/754 VAN DE RAAD

    van 14 mei 2018

    betreffende de sluiting van het protocol tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij de Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Unie en de Republiek Mauritius

    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 43, in samenhang met artikel 218, lid 6, tweede alinea, onder a), en artikel 218, lid 7,

    Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

    Gezien de goedkeuring van het Europees Parlement (1),

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Op 28 januari 2014 heeft de Raad zijn goedkeuring gehecht aan Besluit 2014/146/EU betreffende de sluiting van de Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Unie en de Republiek Mauritius (2) („de overeenkomst”).

    (2)

    Het eerste protocol (3) bij de overeenkomst voorzag, voor een periode van drie jaar, in vangstmogelijkheden voor vaartuigen van de Unie die vissen in de visserijzone waarover de Republiek Mauritius („Mauritius”) de soevereiniteit of jurisdictie heeft, en in de financiële tegenprestatie van de Unie. De periode waarin dat protocol van toepassing was, is op 27 januari 2017 verstreken.

    (3)

    Overeenkomstig Besluit (EU) 2017/1960 van de Raad (4) is een nieuw protocol tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij de Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Unie en de Republiek Mauritius (5) („het protocol”), ondertekend op 8 december 2017, onder voorbehoud van de sluiting ervan op een later tijdstip.

    (4)

    Het protocol is voorlopig toegepast sinds de datum van de ondertekening.

    (5)

    Het protocol heeft tot doel de samenwerking tussen de Unie en Mauritius te versterken met het oog op de bevordering van een duurzaam visserijbeleid en een verantwoorde exploitatie van de visbestanden in de Mauritiaanse wateren, en Mauritius ondersteuning te bieden bij de ontwikkeling van zijn duurzame oceaaneconomie.

    (6)

    Het protocol moet worden goedgekeurd.

    (7)

    Bij artikel 9 van de overeenkomst is het gemengd comité opgericht dat belast is met het controle op de toepassing van de overeenkomst („het gemengd comité”). Voorts kan het gemengd comité overeenkomstig artikel 5, artikel 6, lid 2, en de artikelen 7 en 8 van het protocol bepaalde wijzigingen van het protocol goedkeuren. Om de goedkeuring van dergelijke wijzigingen te vergemakkelijken, dient de Europese Commissie onder bepaalde voorwaarden te worden gemachtigd om deze wijzigingen goed te keuren volgens een vereenvoudigde procedure,

    HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Het Protocol tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij de Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Unie en de Republiek Mauritius („het protocol”), wordt namens de Unie goedgekeurd (6).

    Artikel 2

    De voorzitter van de Raad verricht namens de Unie de in artikel 16 van het protocol bedoelde kennisgeving (7).

    Artikel 3

    De Commissie wordt volgens de bepalingen en voorwaarden van de bijlage gemachtigd om, namens de Unie, haar goedkeuring te hechten aan de door het gemengd comité vast te stellen wijzigingen van het protocol.

    Artikel 4

    Dit besluit treedt in werking op de derde dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Gedaan te Brussel, 14 mei 2018.

    Voor de Raad

    De voorzitter

    E. ZAHARIEVA


    (1)  Goedkeuring van 17 april 2018 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).

    (2)  Besluit 2014/146/EU van de Raad van 28 januari 2014 betreffende de sluiting van de Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Unie en de Republiek Mauritius (PB L 79 van 18.3.2014, blz. 2).

    (3)  Protocol tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij de Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Unie en de Republiek Mauritius (PB L 79 van 18.3.2014, blz. 9).

    (4)  Besluit (EU) 2017/1960 van de Raad van 23 oktober 2017 betreffende de ondertekening, namens de Unie, en de voorlopige toepassing van het protocol tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij de Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Unie en de Republiek Mauritius (PB L 279 van 28.10.2017, blz. 1).

    (5)  PB L 279 van 28.10.2017, blz. 3.

    (6)  Het protocol is samen met het besluit betreffende de ondertekening bekendgemaakt in PB L 279 van 28.10.2017, blz. 3.

    (7)  De datum van inwerkingtreding van het protocol zal door het secretariaat-generaal van de Raad worden bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.


    BIJLAGE

    REIKWIJDTE VAN DE VERLEENDE BEVOEGDHEDEN EN PROCEDURE VOOR DE VASTSTELLING VAN HET STANDPUNT VAN DE UNIE IN HET GEMENGD COMITÉ

    1)

    De Commissie is gemachtigd om met de Republiek Mauritius te onderhandelen en, waar passend en indien is voldaan aan punt 3 van deze bijlage, overeenstemming te bereiken over wijzigingen van het protocol die betrekking hebben op de volgende aspecten:

    a)

    herziening van de vangstmogelijkheden en daarmee verband houdende bepalingen overeenkomstig de artikelen 7 en 8 van het protocol;

    b)

    besluiten over de nadere bijzonderheden van de sectorale steun overeenkomstig artikel 5 van het protocol;

    c)

    beheersmaatregelen die overeenkomstig artikel 6, lid 2, van het protocol onder de bevoegdheden van het gemengd comité vallen.

    2)

    In het gemengd comité:

    a)

    handelt de Unie in overeenstemming met de doelstellingen die zij in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid nastreeft;

    b)

    voegt de Unie zich naar de conclusies van de Raad van 19 maart 2012 over de mededeling inzake de externe dimensie van het gemeenschappelijk visserijbeleid;

    c)

    ijvert de Unie voor standpunten die in overeenstemming zijn met de desbetreffende voorschriften van de regionale organisaties voor visserijbeheer en die passen in de context van gezamenlijk beheer door de kuststaten.

    3)

    Als er in een vergadering van het gemengd comité een besluit moet worden genomen over wijzigingen van het protocol als bedoeld in punt 1, wordt het nodige gedaan om ervoor te zorgen dat het namens de Unie in te nemen standpunt rekening houdt met de meest recente statistische, biologische en andere relevante informatie die aan de Commissie is toegezonden.

    Daartoe zenden de diensten van de Commissie op basis van die informatie, en lang genoeg vóór de betrokken vergadering van het gemengd comité, een document met de nadere bijzonderheden van het voorgestelde standpunt van de Unie ter bespreking en goedkeuring toe aan de Raad of zijn voorbereidende instanties.

    4)

    Met betrekking tot de in punt 1, onder a), bedoelde aspecten is voor de goedkeuring van het beoogde standpunt van de Unie door de Raad een gekwalificeerde meerderheid van stemmen vereist. In de andere gevallen wordt het in het voorbereidende document vervatte standpunt van de Unie geacht te zijn goedgekeurd, tenzij een aantal lidstaten die een blokkerende minderheid vormen, daartegen bezwaar maken tijdens een vergadering van de voorbereidende instantie van de Raad of binnen twintig dagen na ontvangst van het voorbereidende document, al naargelang hetgeen zich het eerst voordoet. Indien bezwaar worden gemaakt, wordt de zaak aan de Raad voorgelegd.

    5)

    Indien tijdens latere vergaderingen, ook ter plaatse, geen overeenstemming kan worden bereikt over het verwerken van nieuwe elementen in het door de Unie in te nemen standpunt, wordt de zaak voorgelegd aan de Raad of zijn voorbereidende instanties.

    6)

    De Commissie wordt verzocht te gelegener tijd stappen te ondernemen die noodzakelijk zijn voor de follow-up van het besluit van het gemengd comité, met inbegrip van, waar passend, de bekendmaking van het betrokken besluit in het Publicatieblad van de Europese Unie, en de indiening van voorstellen die nodig zijn voor de uitvoering van dat besluit.


    Top