EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32014R0269

Verordening (EU) nr. 269/2014 van de Raad van 17 maart 2014 betreffende beperkende maatregelen met betrekking tot acties die de territoriale integriteit, soevereiniteit en onafhankelijkheid van Oekraïne ondermijnen of bedreigen

PB L 78 van 17/03/2014, p. 6–15 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force: This act has been changed. Current consolidated version: 14/03/2024

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2014/269/oj

17.3.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 78/6


VERORDENING (EU) Nr. 269/2014 VAN DE RAAD

van 17 maart 2014

betreffende beperkende maatregelen met betrekking tot acties die de territoriale integriteit, soevereiniteit en onafhankelijkheid van Oekraïne ondermijnen of bedreigen

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 215,

Gezien Besluit 2014/145/GBVB van de Raad van 17 maart 2014 betreffende beperkende maatregelen met betrekking tot acties die de territoriale integriteit, soevereiniteit en onafhankelijkheid van Oekraïne ondermijnen of bedreigen (1),

Gezien het gezamenlijke voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid en van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op 6 maart 2014 veroordeelden de staatshoofden en regeringsleiders van de lidstaten van de Unie met klem de niet-uitgelokte schending van de Oekraïense soevereiniteit en territoriale integriteit door de Russische Federatie, en riepen zij de Russische Federatie op haar strijdkrachten onmiddellijk terug te trekken naar de gebieden waar zij permanent gestationeerd zijn, overeenkomstig de relevante overeenkomsten. Zij riepen de Russische Federatie op onmiddellijke toegang mogelijk te maken voor internationale waarnemers. De staatshoofden en regeringsleiders waren van oordeel dat de beslissing van de Hoge Raad van de Autonome Republiek van de Krim om een referendum over de toekomstige status van het grondgebied te houden, indruist tegen de Oekraïense grondwet en bijgevolg onwettig is.

(2)

De staatshoofden en regeringsleiders besloten om maatregelen te nemen, onder meer die welke de Raad op 3 maart 2014 in overweging heeft genomen, met name het opschorten van bilaterale gesprekken met de Russische Federatie over visumaangelegenheden, alsook van de gesprekken met de Russische Federatie over een nieuwe globale overeenkomst die in de plaats zou komen van de bestaande partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst.

(3)

De staatshoofden en regeringsleiders onderstreepten dat de oplossing voor de crisis moet worden gezocht via onderhandelingen tussen de regeringen van Oekraïne en de Russische Federatie, onder meer via eventuele multilaterale mechanismen, en dat, indien er binnen afzienbare termijn geen resultaten worden geboekt, de Unie een beslissing zal nemen over aanvullende maatregelen, zoals reisverboden, het bevriezen van vermogensbestanddelen en het annuleren van de top EU-Rusland.

(4)

Op 17 maart 2014 heeft de Raad Besluit 2014/145/GBVB vastgesteld, dat voorziet in reisbeperkingen en de bevriezing van de tegoeden en economische middelen van bepaalde personen die verantwoordelijk zijn voor acties die de territoriale integriteit, soevereiniteit en onafhankelijkheid van Oekraïne ondermijnen of bedreigen, waaronder acties betreffende de toekomstige status van elk deel van het grondgebied die in strijd zijn met de Oekraïense grondwet, alsmede van natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen die daarbij betrokken zijn. Die natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten en lichamen worden vermeld in de bijlage bij dat besluit.

(5)

Sommige van die maatregelen vallen onder het toepassingsgebied van het Verdrag en derhalve, zijn zij er in het bijzonder op gericht om te garanderen dat zij in alle lidstaten uniform worden toegepast, regelgeving op het niveau van de Unie is noodzakelijk voor de tenuitvoerlegging van die maatregelen.

(6)

Deze verordening eerbiedigt de grondrechten en strookt met de beginselen die met name in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie zijn erkend, in het bijzonder het recht op een effectief rechtsmiddel en op een eerlijk proces en het recht op de bescherming van persoonsgegevens. Deze verordening moet worden toegepast overeenkomstig die rechten en beginselen.

(7)

Gezien de ernst van de politieke situatie in Oekraïne, en met het oog op samenhang met de wijzigings- en hervormingsprocedure voor de bijlage bij Besluit 2014/145/GBVB, dient de bevoegdheid om de lijst in bijlage I bij deze verordening te wijzigen, te worden uitgeoefend door de Raad.

(8)

De procedure tot wijziging van de lijst in bijlage I bij deze verordening dient in te houden dat de aangewezen natuurlijke of rechtspersonen, entiteiten of lichamen in kennis worden gesteld van de redenen voor hun plaatsing op de lijst, zodat zij opmerkingen kunnen indienen. Indien er opmerkingen worden ingediend, of er nieuw substantieel bewijsmateriaal wordt overgelegd, dient de Raad zijn besluit te toetsen in het licht van die opmerkingen en brengt hij de betrokken persoon, entiteit of het betrokken lichaam daarvan op de hoogte.

(9)

Met het oog op de tenuitvoerlegging van deze verordening en op een zo groot mogelijke rechtszekerheid binnen de Unie, moeten de namen en andere relevante gegevens over de natuurlijke personen en rechtspersonen, entiteiten en lichamen waarvan de tegoeden en economische middelen overeenkomstig deze verordening dienen te worden bevroren, openbaar worden gemaakt. Bij de verwerking van de persoonsgegevens dient te worden voldaan aan Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad (2), en Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad (3).

(10)

Om de effectiviteit van de maatregelen waarin deze verordening voorziet te waarborgen, dient deze verordening onmiddellijk in werking te treden,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

a)   "vordering": elke voor of na de datum 17 maart 2014 ingediende vordering, ook wanneer deze de vorm van een rechtsvordering heeft, die voortvloeit uit of verband houdt met de uitvoering van een contract of transactie, enin het bijzonder:

i)

een vordering tot nakoming van elke verplichting die voortvloeit uit of verband houdt met een contract of transactie;

ii)

een vordering tot verlenging of uitbetaling van financiële garanties of contragaranties, ongeacht de vorm;

iii)

een vordering tot schadeloosstelling in verband met een contract of een transactie;

iv)

een reconventionele vordering;

v)

een vordering, ook via een exequatur, waarmee wordt beoogd erkenning of uitvoering van een rechterlijke of arbitrale uitspraak of van een gelijkwaardige beslissing te verkrijgen, ongeacht de plaats van uitspraak;

b)   "contract of transactie": elke verrichting, ongeacht de vorm en het recht dat erop van toepassing is, die een of meer contracten of soortgelijke verplichtingen tussen al dan niet dezelfde partijen omvat; in dit verband worden onder "contract" tevens begrepen alle - ook de uit juridisch oogpunt op zichzelf staande - met name financiële garanties of contragaranties en kredieten, alsmede alle uit een dergelijke transactie voortkomende of daarmee verband houdende bepalingen;

c)   "bevoegde autoriteiten": de bevoegde autoriteiten van de lidstaten als aangegeven op de websites die zijn opgesomd in bijlage II;

d)   "economische middelen": activa van enigerlei aard, materieel of immaterieel, roerend of onroerend, die geen tegoeden zijn, maar kunnen worden gebruikt om tegoeden, goederen of diensten te verkrijgen;

e)   "bevriezing van economische middelen": voorkomen dat economische middelen worden gebruikt om op enigerlei wijze tegoeden, goederen of diensten te verkrijgen, onder meer door deze te verkopen, te verhuren of te verhypothekeren;

f)   "bevriezing van tegoeden": voorkoming van mutatie, overmaking, wijziging, gebruik of inzet van of omgang met tegoeden, op welke wijze ook, met als gevolg wijziging van hun omvang, bedrag, locatie, eigenaar, bezit, onderscheidende kenmerken, bestemming of andere wijzigingen waardoor het gebruik van bedoelde tegoeden, inclusief het beheer van een beleggingsportefeuille, mogelijk wordt gemaakt;

g)   "tegoeden": financiële activa en voordelen van enigerlei aard, met inbegrip van, maar niet beperkt tot:

i)

contanten, cheques, geldvorderingen, wissels, postwissels en andere betaalmiddelen;

ii)

deposito’s bij financiële instellingen of andere entiteiten, saldi op rekeningen, schulden en schuldbewijzen;

iii)

in het openbaar en onderhands verhandelde waardepapieren en schuldbewijzen, met inbegrip van aandelen, certificaten van waardepapieren, obligaties, promesses, warrants, schuldbekentenissen en derivatencontracten;

iv)

interesten, dividenden of andere inkomsten uit of waarde voortkomende uit of gegenereerd door activa;

v)

krediet, recht op compensatie, garanties, uitvoeringsgaranties of andere financiële verplichtingen;

vi)

kredietbrieven, cognossementen, koopbrieven; alsmede

vii)

bewijsstukken van belangen in fondsen of financiële middelen;

h)   "grondgebied van de Unie": het grondgebied van de lidstaten waarop het Verdrag van toepassing is, onder de in het Verdrag bepaalde voorwaarden, met inbegrip van hun luchtruim;

Artikel 2

1.   Alle tegoeden en economische middelen die toebehoren aan, eigendom zijn, in het bezit zijn of onder zeggenschap staan van allein bijlage I vermelde natuurlijke personen, of met hen verbonden natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen, worden bevroren.

2.   Er worden geen tegoeden of economische middelen, rechtstreeks of onrechtstreeks te beschikking gesteld aan of ten behoeve van de in de lijst in bijlage I vermelde natuurlijke personen of met hen verbonden natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen.

Artikel 3

1.   Bijlage I omvat natuurlijke personen die overeenkomstig artikel 2 van Besluit 2014/145/GBVB door de Raad zijn geïdentificeerd als verantwoordelijk voor acties die de territoriale integriteit, soevereiniteit en onafhankelijkheid van Oekraïne ondermijnen of bedreigen, en van met hen verbonden natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten en lichamen.

2.   In bijlage I worden de redenen vermeld voor het op de lijst plaatsen van betrokken natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen.

3.   Bijlage I bevat, indien beschikbaar, informatie die nodig is om de betrokken natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen te identificeren. Met betrekking tot natuurlijke personen kan die informatie bestaan uit namen, inclusief aliassen, geboortedatum en geboorteplaats, nationaliteit, paspoort- en identiteitskaartnummers, geslacht, adres (indien bekend) en functie of beroep. Met betrekking tot rechtspersonen, entiteiten en lichamen kan dergelijke informatie bestaan uit namen, plaats en datum van registratie, registratienummer en plaats van vestiging.

Artikel 4

1.   In afwijking van artikel 2 kunnen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten, onder voorwaarden die zij passend achten, toestemming verlenen voor de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen of de beschikbaarstelling van bepaalde tegoeden of economische middelen, indien zij hebben vastgesteld dat de betrokken tegoeden of economische middelen:

a)

noodzakelijk zijn voor het dekken van uitgaven voor de basisbehoeften van de in de bijlage I genoemde natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen, en de gezinsleden die van deze natuurlijke personen afhankelijk zijn, zoals betalingen voor levensmiddelen, huur of hypotheeklasten, geneesmiddelen of medische behandelingen, belastingen, verzekeringspremies en nutsvoorzieningen;

b)

uitsluitend bestemd zijn voor de betaling van redelijke honoraria of de vergoeding van gemaakte kosten in verband met de verlening van juridische diensten;

c)

uitsluitend bestemd zijn voor de betaling van honoraria of kosten voor alleen het aanhouden of beheren van bevroren tegoeden of economische middelen; of

d)

noodzakelijk zijn voor de betaling van buitengewone lasten, mits de relevante bevoegde autoriteit de bevoegde autoriteiten van de andere lidstaten en de Commissie ten minste twee weken vóór zij de toestemming verleent, in kennis stelt van de redenen waarom zij meent dat specifieke toestemming moet worden verleend.

2.   De betrokken lidstaat stelt de andere lidstaten en de Commissie in kennis van elke op grond van lid 1 verleende toestemming.

Artikel 5

1.   In afwijking van artikel 2 kunnen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten toestemming verlenen voor de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen, mits aan de volgende voorwaarden is voldaan:

a)

de tegoeden of economische middelen zijn het voorwerp van een arbitragebesluit dat is vastgesteld voor de datum waarop de in artikel 2 bedoelde natuurlijke persoon, rechtspersoon, entiteit of lichaam werd opgenomen in bijlage I, of van een rechterlijk of administratief besluit dat in de Unie is uitgesproken, of van een rechterlijk besluit dat in de betrokken lidstaat uitvoerbaar is, en dat van voor of na die datum dateert;

b)

de tegoeden of economische middelen zullen uitsluitend worden aangewend om te voldoen aan vorderingen die bij een dergelijke beslissing zijn gewaarborgd of geldig zijn verklaard, overeenkomstig de wettelijke en bestuursrechtelijke voorschriften betreffende de rechten van de houders van dergelijke vorderingen;

c)

het besluit komt niet ten goede aan een natuurlijke persoon, rechtspersoon, entiteit of lichaam vermeld in bijlage I; alsmede

d)

erkenning van het vonnis is niet in strijd met de openbare orde van de betrokken lidstaat.

2.   De betrokken lidstaat stelt de andere lidstaten en de Commissie in kennis van elke op grond van lid 1 verleende toestemming.

Artikel 6

1.   In afwijking van artikel 2 en mits een betaling verschuldigd is door een in bijlage I vermelde natuurlijke persoon, rechtspersoon, entiteit of lichaam op grond van een contract of overeenkomst die door deze is gesloten of op grond van een verplichting die voor hem is ontstaan vóór de datum waarop de betrokken natuurlijke persoon, rechtspersoon, entiteit of lichaam in bijlage I werd opgenomen, kunnen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten, onder door hen passend geachte voorwaarden, toestemming verlenen voor de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen, indien de betrokken bevoegde autoriteit heeft vastgesteld dat:

a)

de tegoeden of economische middelen worden gebruikt voor een betaling door een natuurlijke persoon, rechtspersoon, entiteit of lichaam vermeld in bijlage I; en

b)

de betaling niet in strijd is met artikel 2, lid 2.

2.   De betrokken lidstaat stelt de andere lidstaten en de Commissie in kennis van elke op grond van lid 1 verleende toestemming.

Artikel 7

1.   Artikel 2, lid 2, vormt geen beletsel voor de creditering van bevroren rekeningen door financiële instellingen of kredietinstellingen die tegoeden ontvangen die door derden naar de rekening van een op de lijst geplaatste (geplaatst) natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of lichaam zijn overgemaakt, mits de bijgeboekte bedragen eveneens worden bevroren. De financiële instelling of kredietinstelling brengt de relevante bevoegde autoriteiten onverwijld op de hoogte van dergelijke verrichtingen.

2.   Artikel 2, lid 2, is niet van toepassing op de bijboeking op bevroren rekeningen van:

a)

interesten of andere inkomsten op die rekeningen;

b)

betalingen op grond van contracten, overeenkomsten of verplichtingen die zijn gesloten of ontstaan vóór de datum waarop de in artikel 2 bedoelde natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen werden opgenomen in bijlage I, of

c)

betalingen die verschuldigd zijn uit hoofde van rechterlijke, administratieve of arbitragebesluiten die in een lidstaat zijn uitgesproken of in de betrokken lidstaat uitvoerbaar zijn;

mits deze interesten, andere inkomsten en betalingen overeenkomstig artikel 2, lid 1, worden bevroren.

Artikel 8

1.   Onverminderd de geldende voorschriften inzake rapportage, vertrouwelijkheid en beroepsgeheim zijn natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten en lichamen verplicht:

a)

alle informatie die de naleving van deze verordening vergemakkelijkt, zoals informatie in verband met rekeningen en bedragen die overeenkomstig artikel 2 zijn bevroren, onverwijld te verstrekken aan de bevoegde autoriteit van de lidstaat waar zij hun woonplaats hebben of gevestigd zijn, en deze informatie, direct of via de autoriteiten van de lidstaat, aan de Commissie te doen toekomen; alsmede

b)

samen te werken met de bevoegde autoriteit bij de verificatie van dergelijke informatie.

2.   Alle rechtstreeks door de Commissie ontvangen aanvullende informatie wordt ter beschikking gesteld van de lidstaten.

3.   Overeenkomstig dit artikel verstrekte en ontvangen informatie mag uitsluitend worden gebruikt voor de doeleinden waarvoor de informatie is verstrekt of ontvangen.

Artikel 9

Het is verboden om bewust en opzettelijk deel te nemen aan activiteiten die tot doel of gevolg hebben dat het in lid 2 bedoelde verbod wordt omzeild.

Artikel 10

1.   De bevriezing van tegoeden of economische middelen of de weigering om tegoeden of economische middelen beschikbaar te stellen, die plaatsvindt in het vertrouwen dat die maatregel in overeenstemming is met deze verordening, geeft geen aanleiding tot enigerlei aansprakelijkheid van de natuurlijke persoon of rechtspersoon of entiteit of het lichaam die die maatregel uitvoert, of van directeuren of werknemers daarvan, tenzij het bewijs wordt geleverd dat de tegoeden of economische middelen als gevolg van nalatigheid zijn bevroren of ingehouden.

2.   Handelingen van natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen geven geen aanleiding tot enigerlei aansprakelijkheid van de betrokkenen, indien zij niet wisten en geen gegronde reden hadden om te vermoeden dat hun handelingen een inbreuk zouden vormen op de bij deze verordening ingestelde maatregelen.

Artikel 11

1.   Vorderingen in verband met contracten of transacties aan de uitvoering waarvan, direct of indirect, geheel of gedeeltelijk, afbreuk is gedaan door de maatregelen die uit hoofde van onderhavige verordening zijn ingesteld, met inbegrip van vorderingen tot schadeloosstelling of soortgelijke vorderingen, zoals een vordering tot schuldvergelijking of een garantievordering, in het bijzonder een vordering tot verlenging of uitbetaling van een obligatie, garantie of contragarantie, met name een financiële garantie of contragarantie, ongeacht de vorm hiervan, worden niet toegewezen indien deze vorderingen worden ingesteld door:

a)

in bijlage I opgenomen natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen;

b)

natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen die handelen voor rekening of ten behoeve van een van de onder a) bedoelde personen, entiteiten of lichamen.

2.   In de procedure waartoe een vordering aanleiding geeft, wordt het bewijs dat de vordering niet op grond van lid 1 hoort te worden afgewezen, door de eisende natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of het eisende lichaam geleverd.

3.   Dit artikel geldt onverminderd het recht van de in lid 1 bedoelde natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen op toetsing door de rechter van de rechtmatigheid van de niet-nakoming van contractuele verplichtingen in overeenstemming met onderhavige verordening.

Artikel 12

1.   De Commissie en de lidstaten stellen elkaar in kennis van de maatregelen die uit hoofde van deze verordening worden genomen en verstrekken elkaar alle relevante informatie waarover zij beschikken in verband met deze verordening, met name:

a)

met betrekking tot tegoeden die zijn bevroren krachtens artikel 2 en toestemmingen die zijn verleend krachtens de artikelen 4, 5 en 6;

b)

met betrekking tot schendingen en handhavingsproblemen en uitpsraken van nationale rechtbanken.

2.   De lidstaten stellen elkaar en de Commissie onverwijld in kennis van alle andere relevante informatie waarover zij beschikken die van invloed kan zijn op de doeltreffende tenuitvoerlegging van deze verordening.

Artikel 13

De Commissie wordt gemachtigd bijlage II te wijzigen op basis van door de lidstaten vestrekte informatie.

Artikel 14

1.   Wanneer de Raad besluit een natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of lichaam te onderwerpen aan de in artikel 2 bedoelde maatregelen, wijzigt hij bijlage I dienovereenkomstig.

2.   De Raad stelt de in lid 1 bedoelde natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of lichaam in kennis van zijn besluit, hetzij rechtstreeks, indien het adres bekend is, hetzij door een kennisgeving te publiceren, zodat de betrokken natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of lichaam daarover opmerkingen kunnen indienen.

3.   Indien er opmerkingen worden ingediend of nieuw substantieel bewijsmateriaal wordt overgelegd, evalueert de Raad zijn besluit en stelt hij de natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of lichaam van het resultaat in kennis.

4.   De lijst in bijlage I wordt op gezette tijden, en ten minste om de twaalf maanden, geëvalueerd.

Artikel 15

1.   De lidstaten stellen de regels vast betreffende de sancties die van toepassing zijn op inbreuken op de bepalingen van deze verordening en nemen alle nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat de regels ten uitvoer worden gelegd. De aldus vastgestelde sancties moeten doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn.

2.   De lidstaten stellen de Commissie onverwijld na de inwerkingtreding van de verordening in kennis van de in lid 1 bedoelde regels, en stellen haar in kennis van alle latere wijzigingen.

Artikel 16

1.   De lidstaten wijzen de in deze verordening bedoelde bevoegde autoriteiten aan en identificeren hen op de in bijlage II vermelde websites. De lidstaten stellen de Commissie in kennis van elke wijziging van het adres van de in bijlage II genoemde websites.

2.   De lidstaten delen de Commissie na de inwerkingtreding van deze verordening onverwijld mee wie hun bevoegde autoriteiten zijn en hoe deze kunnen worden bereikt, en delen haar alle latere wijzigingen mee.

3.   Waar deze verordening een meldingsplicht vaststelt, of een verplichting de Commissie te informeren of op een andere wijze met haar te communiceren, wordt daartoe gebruik gemaakt van het adres en de andere contactgegevens die zijn vermeld in bijlage II.

Artikel 17

Deze verordening is van toepassing:

a)

op het grondgebied van de Unie, met inbegrip van haar luchtruim;

b)

aan boord van vlieg- en vaartuigen die onder de rechtsbevoegdheid van een lidstaat vallen;

c)

op alle zich op of buiten het grondgebied van de Unie bevindende personen die onderdaan van een lidstaat zijn;

d)

op alle volgens het recht van een lidstaat erkende of opgerichte rechtspersonen, entiteiten of lichamen, binnen of buiten het grondgebied van de Unie;

e)

op alle rechtspersonen, entiteiten of lichamen ten aanzien van alle geheel of gedeeltelijk binnen de Unie verrichte zakelijke transacties.

Artikel 18

Deze verordening treedt in werking op de datum van de bekendmaking.ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 17 maart 2014.

Voor de Raad

De voorzitter

C. ASHTON


(1)  Zie bladzijde 16 van dit Publicatieblad.

(2)  Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (PB L 8 van 12.1.2001 blz 1).

(3)  Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (PB L 281 van 23.11.1995, blz. 31).


BIJLAGE I

Lijst van in artikel 2 bedoelde natuurlijke personen en rechtspersonen, entiteiten en lichamen

 

Naam

Identificatie-gegevens

Redenen

Datum van plaatsing op de lijst

1.

Sergey Valeryevich Aksyonov

Geboren op 26 november 1972

Aksyonov is op 27 februari 2014 in de Verkhovna Rada van de Krim, in aanwezigheid van pro-Russische gewapende mannen, verkozen tot "minister-president van de Krim". Zijn "verkiezing" is op 1 maart ongrondwettelijk verklaard door Oleksandr Turchynov. Aksyonov heeft actief geijverd voor het op 16 maart geplande "referendum".

17.3.2014

2.

Vladimir Andreevich Konstantinov

Geboren op 19 maart 1967

Als voorzitter van de Hoge Raad van de Autonome Republiek van de Krim heeft Konstantinov een belangrijke rol gespeeld in de door de Verkhovna Rada genomen beslissingen over het "referendum" gericht tegen de territoriale integriteit van Oekraïne, en heeft hij de kiezers opgeroepen vóór onafhankelijkheid van de Krim te stemmen.

17.3.2014

3.

Rustam Ilmirovich Temirgaliev

Geboren op 15 augustus 1976

Als vicevoorzitter van de Raad van Ministers van de Krim heeft Temirgaliev een belangrijke rol gespeeld in de door de Verkhovna Rada genomen beslissingen over het "referendum" gericht tegen de territoriale integriteit van de Krim. Hij heeft actief geijverd voor integratie van de Krim in de Russische Federatie.

17.3.2014

4.

Deniz Valentinovich Berezovskiy

Geboren op 15 juli 1974

Berezovskiy is op 1 maart benoemd tot commandant van de Oekraïnse marine. Hij heeft trouw gezworen aan het leger van de Krim, en zodoende zijn eed gebroken. Het parket-generaal van Oekraïne heeft tegen hem een onderzoek wegens hoogverraad ingesteld.

17.3.2014

5.

Aleksei Mikhailovich Chaliy

Geboren op 13 juni 1961

Chaliy is op 23 februari door het volk uitgeroepen tot "burgemeester van Sevastopol" en hij heeft deze "uitverkiezing" aanvaard. Hij heeft er actief voor geijverd dat Sevastopol na het op 16 maart 2014 geplande referendum een aparte entiteit van de Russische Federatie zou worden.

17.3.2014

6.

Pyotr Anatoliyovych Zima

 

Zima is op 3 maart 2014 door "minister-president" Aksyonov benoemd tot nieuw hoofd van de Veiligheidsdienst van de Krim (SBU) en hij heeft deze benoeming aanvaard. Hij heeft relevante informatie, waaronder een databank, doorgespeeld aan de Russische Inlichtingendienst (SBU). Daartoe behoorde ook informatie over pro-Europese Maidan-activisten en mensenrechtenverdedigers van de Krim. Hij heeft een belangrijk aandeel gehad in de acties die moesten voorkomen dat de Oekraïense autoriteiten het grondgebied van de Krim zouden controleren.

Op 11 maart 2014 hebben voormalige SBU-officieren van de Krim de vorming van een onafhankelijke Veiligheidsdienst van de Krim afgekondigd.

17.3.2014

7.

Yuriy Zherebtsov

 

Raadgever van de voorzitter van de Verkhovna Rada van de Krim; één van de belangrijkste organisatoren van het "referendum" van 16 maart 2014 gericht tegen de territoriale integriteit van Oekraïne.

17.3.2014

8.

Sergey Pavlovych Tsekov

Geboren op 28 maart 1953

Vicevoorzitter van de Verkhovna Rada. Tsekov heeft samen met Sergey Aksyonov het initiatief genomen tot het ongrondwettelijke ontslag van de regering van de Autonome Republiek van de Krim. Hij heeft Vladimir Konstantinov hierbij betrokken door hem met ontslag te bedreigen. Hij heeft openlijk erkend dat parlementsleden van de Krim het initiatief hebben genomen om Russische soldaten te verzoeken de Verkhovna Rada van de Krim over te nemen. Hij was een van de eerste leiders van de Krim die openlijk hebben gepleit voor de annexatie van de Krim bij Rusland.

17.3.2014

9.

Ozerov, Viktor Alekseevich

Geboren op 5.1.1958 in Abakan, Chakassië

Voorzitter van de Veiligheids- en Defensiecommissie van de Federatieraad van de Russische Federatie.

Op 1 maart 2014 heeft Ozerov, namens de Veiligheids- en Defensiecommissie van de Federatieraad, in de Federatieraad openlijk zijn steun uitgesproken voor de inzet van Russische strijdkrachten in Oekraïne.

17.3.2014

10.

Dzhabarov, Vladimir Michailovich

Geboren op 29.9.1952

Eerste vicevoorzitter van de Commissie Internationale Zaken van de Federatieraad van de Russische Federatie.

Op 1 maart 2014 heeft Dzhabarov, namens de Commissie Internationale Zaken van de Federatieraad, in de Federatieraad openlijk zijn steun uitgesproken voor de inzet van Russische strijdkrachten in Oekraïne.

17.3.2014

11.

Klishas, Andrei Aleksandrovich

Geboren op 9.11.1972 in Sverdlovsk

Voorzitter van de Commissie grondwettelijk recht van de Federatieraad van de Russische Federatie.

Op 1 maart 2014 heeft Klishas in de Federatieraad openlijk zijn steun uitgesproken voor de inzet van Russische strijdkrachten in Oekraïne. In openbare verklaringen heeft Klishas geprobeerd een Russische militaire interventie in Oekraïne te rechtvaardigen door te beweren dat de Oekraïense president zijn steun verleent aan de oproep van de Krimse autoriteiten, gericht aan de president van de Russische Federatie, om de burgers van de Krim op alle mogelijke manieren bijstand te verlenen en te verdedigen.

17.3.2014

12.

Ryzhkov, Nikolai Ivanovich

Geboren op 28.9.1929 in Duleevka, regio Donetsk, Socialistische Sovjet-republiek Oekraïne

Lid van de Commissie federale aangelegenheden, regionaal beleid en het noorden van de Federatieraad van de Russische Federatie.

Op 1 maart 2014 heeft Ryzhkov in de Federatieraad openlijk zijn steun uitgesproken voor de inzet van Russische strijdkrachten in Oekraïne.

17.3.2014

13.

Bushmin, Evgeni Viktorovich

Geboren op 4.10.1958 in Lopatino, regio Sergachiisky, Socialistische Federatieve Sovjet-republiek Rusland

Vicevoorzitter van de Federatieraad van de Russische Federatie.

Op 1 maart 2014 heeft Bushmin in de Federatieraad openlijk zijn steun uitgesproken voor de inzet van Russische strijdkrachten in Oekraïne.

17.3.2014

14.

Totoonov, Aleksandr Borisovich

Geboren op 3.3.1957 in Ordzhonikidze, Noord-Ossetië

Lid van de Commissie cultuur, wetenschap en informatie van de Federatieraad van de Russische Federatie.

Op 1 maart 2014 heeft Totoonov in de Federatieraad openlijk zijn steun uitgesproken voor de inzet van Russische strijdkrachten in Oekraïne.

17.3.2014

15.

Panteleev, Oleg Evgenevich

Geboren op 21.7.1952 in Zhitnikovskoe, regio Kurgan

Eerste vicevoorzitter van de Commissie Parlementaire Zaken.

Op 1 maart 2014 heeft Panteleev in de Federatieraad openlijk zijn steun uitgesproken voor de inzet van Russische strijdkrachten in Oekraïne.

17.3.2014

16.

Mironov, Sergei Mikhailovich

Geboren op 14.2.1953 in Pushkin, regio Leningrad

Lid van de Raad van de Doema; leider van de fractie "Eerlijk Rusland" in de Doema van de Russische Federatie.

Initiatiefnemer van de wet op grond waarvan de Russische Federatie, onder het voorwendsel van bescherming van Russische burgers, delen van het grondgebied van een vreemd land in de Federatie kan opnemen, zonder toestemming van dat land of zonder internationaal verdrag.

17.3.2014

17.

Zheleznyak, Sergei Vladimirovich

Geboren op 30.7.1970 te Sint-Petersburg (voorheen Leningrad)

Vicevoorzitter van de Doema van de Russische Federatie.

Steunt actief de inzet van Russische gewapende strijdkrachten in Oekraïne, alsook de annexatie van de Krim. Hij was aanvoerder van de betoging voor de inzet van Russische gewapende strijdkrachten in Oekraïne.

17.3.2014

18.

Slutski, Leonid Eduardovich

Geboren op 4.01.1968 in Moskou

Voorzitter van de Commissie voor het Gemenebest van Onafhankelijke Staten (GOS) van de Doema van de Russische Federatie (lid van LDPR).

Steunt actief de inzet van Russische gewapende strijdkrachten in Oekraïne, alsook de annexatie van de Krim.

17.3.2014

19.

Vitko, Aleksandr Viktorovich

Geboren op 13.9.1961 in Vitebsk (Socialistische Sovjet-republiek Belarus)

Commandant van de Zwartezeevloot, vice-admiraal.

Voert het bevel over Russische troepen die soeverein Oekraïens grondgebied hebben bezet.

17.3.2014

20.

Sidorov, Anatoliy Alekseevich

 

Commandant van het westelijke militair district van Rusland, waarvan eenheden op de Krim zijn ingezet.

Hij is verantwoordelijk voor een deel van de Russische militaire aanwezigheid op de Krim die de soevereiniteit van Oekraïne ondermijnt, en heeft de autoriteiten van de Krim geholpen het publieke protest te smoren tegen het voornemen een referendum te organiseren en aansluiting te zoeken bij Rusland.

17.3.2014

21.

Galkin, Aleksandr

 

Zuidelijke militair district van Rusland, waarvan eenheden zich op de Krim bevinden; de Zwartezeevloot komt onder het commando van Galkin te staan; een groot deel van de troepenbeweging naar de Krim is via het zuidelijke militaire district verlopen.

Commandant van het zuidelijke militaire district (ZMD) van Rusland. Eenheden van het ZMD worden ingezet op de Krim. Hij is verantwoordelijk voor een deel van de Russische militaire aanwezigheid op de Krim die de soevereiniteit van Oekraïne ondermijnt, en heeft de autoriteiten van de Krim geholpen het publieke protest te smoren tegen het voornemen een referendum te organiseren en aansluiting te zoeken bij Rusland. Daarbij komt nog dat de Zwartezeevloot onder controle staat van het militair district.

17.3.2014


BIJLAGE II

Websites voor informatie over de bevoegde autoriteiten en adres voor kennisgevingen aan de Europese Commissie

BELGIË

http://www.diplomatie.be/eusanctions

BULGARIJE

http://www.mfa.bg/en/pages/135/index.html

TSJECHIË

http://www.mfcr.cz/mezinarodnisankce

DENEMARKEN

http://um.dk/da/politik-og-diplomati/retsorden/sanktioner/

DUITSLAND

http://www.bmwi.de/DE/Themen/Aussenwirtschaft/aussenwirtschaftsrecht,did=404888.html

ESTLAND

http://www.vm.ee/est/kat_622/

IERLAND

http://www.dfa.ie/home/index.aspx?id=28519

GRIEKENLAND

http://www.mfa.gr/en/foreign-policy/global-issues/international-sanctions.html

SPANJE

http://www.exteriores.gob.es/Portal/es/PoliticaExteriorCooperacion/GlobalizacionOportunidadesRiesgos/Documents/ORGANISMOS%20COMPETENTES%20SANCIONES%20INTERNACIONALES.pdf

FRANKRIJK

http://www.diplomatie.gouv.fr/autorites-sanctions/

KROATIË

http://www.mvep.hr/sankcije

ITALIË

http://www.esteri.it/MAE/IT/Politica_Europea/Deroghe.htm

CYPRUS

http://www.mfa.gov.cy/sanctions

LETLAND

http://www.mfa.gov.lv/en/security/4539

LITOUWEN

http://www.urm.lt/sanctions

LUXEMBURG

http://www.mae.lu/sanctions

HONGARIJE

http://www.kulugyminiszterium.hu/kum/hu/bal/Kulpolitikank/nemzetkozi_szankciok/

MALTA

http://www.doi.gov.mt/EN/bodies/boards/sanctions_monitoring.asp

NEDERLAND

www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/internationale-vrede-en-veiligheid/sancties

OOSTENRIJK

http://www.bmeia.gv.at/view.php3?f_id=12750&LNG=en&version=

POLEN

http://www.msz.gov.pl

PORTUGAL

http://www.portugal.gov.pt/pt/os-ministerios/ministerio-dos-negocios-estrangeiros/quero-saber-mais/sobre-o-ministerio/medidas-restritivas/medidas-restritivas.aspx

ROEMENIË

http://www.mae.ro/node/1548

SLOVENIË

http://www.mzz.gov.si/si/zunanja_politika_in_mednarodno_pravo/zunanja_politika/mednarodna_varnost/omejevalni_ukrepi/

SLOWAKIJE

http://www.mzv.sk/sk/europske_zalezitosti/europske_politiky-sankcie_eu

FINLAND

http://formin.finland.fi/kvyhteistyo/pakotteet

ZWEDEN

http://www.ud.se/sanktioner

VERENIGD KONINKRIJK

https://www.gov.uk/sanctions-embargoes-and-restrictions

Adres voor kennisgevingen aan de Europese Commissie:

Europese Commissie

Dienst Instrumenten voor het buitenlands beleid (FPI)

EEAS 02/309

1049 Brussel

België

E-mail: relex-sanctions@ec.europa.eu


Top