Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32010R0738

Verordening (EU) nr. 738/2010 van de Commissie van 16 augustus 2010 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen inzake de betalingen aan Duitse producentenorganisaties in de hopsector

PB L 216 van 17/08/2010, p. 11–13 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force: This act has been changed. Current consolidated version: 01/01/2023

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2010/738/oj

17.8.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 216/11


VERORDENING (EU) Nr. 738/2010 VAN DE COMMISSIE

van 16 augustus 2010

tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen inzake de betalingen aan Duitse producentenorganisaties in de hopsector

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („integrale-GMO-verordening”) (1), en met name op artikel 102 bis, lid 3, juncto artikel 4,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In artikel 102 bis, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1234/2007 gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 72/2009 van de Raad (2), is voorzien in een jaarlijkse betaling aan erkende Duitse producentenorganisaties in de hopsector. De door de producentenorganisaties ontvangen bedragen moeten worden aangewend voor de financiering van maatregelen die zijn goedgekeurd ter realisering van de in artikel 122, onder c), van Verordening (EG) nr. 1234/2007 bedoelde doelstellingen.

(2)

Om de betalingen in goede banen te leiden, moet Duitsland regels goedkeuren over de indiening van aanvragen door producentenorganisaties, met inbegrip van termijnen, en erop toezien dat alle aanvragen de nodige informatie bevatten om de Duitse bevoegde autoriteit in staat te stellen na te gaan of de producentenorganisaties recht hebben op steun.

(3)

Om de betalingen eerlijk te doen verlopen, moeten de aan de producentenorganisaties te betalen bedragen pro rata worden berekend, op basis van de in aanmerking komende hoparealen van hun leden.

(4)

Met het oog op het efficiënte gebruik van de financiële middelen, moeten de betalingen door het bevoegde Duitse betaalorgaan binnen een redelijke termijn worden toegekend.

(5)

Ter bescherming van de financiële belangen van de Europese Unie mag er geen steun worden betaald alvorens er controles met betrekking tot de subsidiabiliteitscriteria zijn verricht. Deze controlemaatregelen dienen administratieve controles te omvatten, aangevuld met controles ter plaatse. Ten onrechte betaalde bedragen moeten worden teruggevorderd en er moeten sancties worden vastgesteld om fraude en grove nalatigheid van de zijde van de aanvragers tegen te gaan.

(6)

In artikel 63, lid 1, van Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad (3) tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening aan landbouwers in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers, is voorzien in de integratie in de bedrijfstoeslagregeling van de deels gekoppelde betalingen in de hopsector vanaf 1 januari 2010. Om de continuïteit van de betalingen te verzekeren, moet uiterlijk op 30 april 2011 de eerste betaling worden gedaan van EU-steun in het kader van artikel 102 bis van Verordening (EG) nr. 1234/2007 en deze verordening.

(7)

Om de uitvoering van de eerste betaling vlot te doen verlopen, moet de Duitse bevoegde autoriteit in staat worden gesteld om in het jaar dat voorafgaat aan de betaling, de identificatie van de mogelijke begunstigden en de mogelijk subsidiabele hoparealen te verrichten.

(8)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Beheerscomité voor de gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Werkingssfeer en gebruik van begrippen

1.   Bij deze verordening worden uitvoeringsbepalingen vastgesteld voor artikel 102 bis van Verordening (EG) nr. 1234/2007 met betrekking tot de in dat artikel bedoelde betalingen aan producentenorganisaties in de hopsector in Duitsland.

2.   De in deze verordening gebruikte begrippen hebben, tenzij in deze verordening anders is bepaald, dezelfde betekenis als in Verordening (EG) nr. 1234/2007.

Artikel 2

Steunaanvragen

1.   De producentenorganisaties die in aanmerking willen komen voor de in artikel 102 bis van Verordening (EG) nr. 1234/2007 bedoelde betalingen, dienen elk jaar bij de Duitse bevoegde autoriteit een aanvraag in op een door Duitsland vast te stellen datum, die niet na 30 september valt.

2.   Bij de vaststelling van de in lid 1 bedoelde datum houdt Duitsland rekening met de termijn die nodig is om het behoorlijke administratieve en financiële beheer van de betalingen te verzekeren, met inbegrip van de vereiste om doeltreffende controles te verrichten.

3.   Bij de aanvraag worden documenten gevoegd ter staving van:

a)

de identiteit en het bewijs van de erkenning van de producentenorganisatie;

b)

het totaal van de in artikel 3 bedoelde subsidiabele arealen;

c)

de gegevens die de identificatie mogelijk maken van de leden van de producentenorganisatie en de subsidiabele arealen die zij bewerken;

d)

de maatregelen die ter realisering van de in artikel 122, onder c), van Verordening (EG) nr. 1234/2007 bedoelde doelstellingen in het kalenderjaar van de steunaanvraag zijn uitgevoerd, zijn voltooid of aan de gang zijn, en de daarmee corresponderende bedragen die zijn uitgegeven of zijn toegekend.

Artikel 3

Recht op steun

1.   De aan de producentenorganisaties betaalde bedragen worden toegekend voor de financiering van maatregelen ter realisering van de in artikel 122 van Verordening (EG) nr. 1234/2007 bedoelde doelstellingen.

2.   Het aan elke producentenorganisatie te betalen bedrag wordt pro rata berekend op basis van de subsidiabele hoparealen van haar leden als omschreven in de leden 3 tot en met 6.

3.   Subsidiabele hoparealen zijn hoparealen in Duitsland die op het in artikel 2 bedoelde tijdstip van de aanvraag volledig zijn aangeplant en al normale teeltwerkzaamheden volgens de plaatselijke normen hebben ondergaan.

4.   De in lid 2 bedoelde arealen hebben een uniforme plantdichtheid van ten minste 1 500 planten per hectare bij dubbele leibedrading of ten minste 2 000 planten per hectare bij enkele leibedrading.

5.   De in lid 2 bedoelde arealen omvatten uitsluitend de arealen die worden begrensd door de lijn die wordt gevormd door de buitenste tuien waarmee het dradenstelsel is vastgezet. Bevinden zich op deze lijn hopplanten, dan wordt aan elke zijde van die oppervlakte een extra werkstrook toegevoegd die even breed is als de gemiddelde breedte van de werkstroken binnen die oppervlakte. Deze extra werkstrook mag niet tot de openbare weg behoren. De twee aan de uiteinden van de rijen hopplanten gelegen stukken grond die nodig zijn voor het manoeuvreren van de landbouwmachines, mogen eveneens tot die oppervlakte worden gerekend voor zover zij elk niet meer dan acht meter lang zijn, slechts één keer worden geteld, en niet tot de openbare weg behoren.

6.   De in lid 2 bedoelde arealen omvatten geen arealen die zijn beplant met jonge hopplanten die hoofdzakelijk als kwekerijproduct worden geteeld.

Artikel 4

Betaling van de steun

1.   Voor alle overeenkomstig deze verordening en de Duitse wetgeving ingediende steunaanvragen betaalt Duitsland de steun aan de begunstigden uit tussen 16 oktober van het jaar waarin de steunaanvraag is ingediend en uiterlijk 31 januari van het daaropvolgende jaar, maar niet eerder dan nadat alle in artikel 5 bedoelde verplichte controles zijn verricht.

2.   Door de Duitse bevoegde autoriteit betaalde bedragen die door de producentenorganisatie niet binnen een termijn van drie jaar vanaf de datum van de betaling zijn toegekend, worden terugbetaald aan het betaalorgaan en in mindering gebracht op de uit het Europees Landbouwgarantiefonds gefinancierde uitgaven.

Artikel 5

Controles en sancties

1.   Alvorens zij de betaling toekent, verricht de bevoegde nationale autoriteit administratieve controles van alle steunaanvragen, alsook controles ter plaatse van een significante steekproef van de steunaanvragen.

2.   De administratieve controles gebeuren grondig en omvatten:

a)

kruiscontroles van de opgegeven arealen met onder meer de gegevens van het geïntegreerd beheers- en controlesysteem als bedoeld in titel II, hoofdstuk 4, van Verordening (EG) nr. 73/2009;

b)

een verificatie van de bijdrage van de uitgevoerde maatregelen aan de in artikel 122, onder c), van Verordening (EG) nr. 1234/2007 bedoelde doelstellingen.

3.   De controles ter plaatse worden verricht bij elke producentenorganisatie en dekken ten minste 5 % van de te verdelen steun. Bij zulke controles wordt met name het volgende geverifieerd:

a)

de naleving van de erkenningscriteria door de producentenorganisatie;

b)

de subsidiabiliteit van de opgegeven hoparealen;

c)

een representatieve steekproef van de maatregelen die ter realisering van de in artikel 122, onder c), van Verordening (EG) nr. 1234/2007 bedoelde doelstellingen in het kalenderjaar van de steunaanvraag zijn uitgevoerd, zijn voltooid of aan de gang zijn, en de daarmee corresponderende bedragen die zijn uitgegeven of zijn toegekend.

4.   Een aankondiging vooraf waarbij de aankondigingstermijn strikt beperkt blijft tot de noodzakelijke minimumduur, mag worden gedaan mits dit het doel van de controle ter plaatse niet schaadt.

5.   Waar nodig, maakt Duitsland gebruik van het geïntegreerde beheers- en controlesysteem.

6.   In geval van een onverschuldigde betaling is artikel 80 van Verordening (EG) nr. 1122/2009 van de Commissie (4) van overeenkomstige toepassing.

7.   Wanneer ten onrechte steun is betaald als gevolg van valse verklaringen, valse documenten of grove nalatigheid, betaalt de aanvrager, bovenop de terugvordering van de ten onrechte betaalde bedragen, een bedrag terug dat gelijk is aan het verschil tussen het aanvankelijk betaalde bedrag en het bedrag waarop de aanvrager daadwerkelijk recht had. Deze bedragen komen ten gunste van de EU-begroting.

8.   De bevoegde controleautoriteit stelt over elke controle ter plaatse een controleverslag op. Het verslag beschrijft nauwkeurig de verschillende gecontroleerde onderdelen en aspecten en verschaft voldoende gedetailleerde informatie om beoordeling van de controlewerkzaamheden en de resultaten mogelijk te maken.

9.   De Duitse bevoegde autoriteit die de betalingen uitvoert, stuurt de Commissie een jaarverslag over het gebruik dat de producentenorganisaties maken van de ontvangen bedragen, inclusief een beschrijving van de met de steun gefinancierde maatregelen. Het verslag omvat het aantal verrichte controles ter plaatse en de bevindingen van die controles, en wordt elk jaar uiterlijk op 30 juni toegezonden.

Artikel 6

Overgangsbepalingen

1.   Aanvragen voor de in artikel 102 bis van Verordening (EG) nr. 1234/2007 bedoelde eerste betaling worden ingediend vóór een door Duitsland vast te stellen datum, die niet na 15 januari 2011 valt. De desbetreffende steun wordt uiterlijk op 30 april 2011 betaald. Aanvragen voor de in artikel 102 bis van Verordening (EG) nr. 1234/2007 bedoelde tweede betaling worden ingediend vóór een door Duitsland vast te stellen datum, die niet na 30 september 2011 valt. De desbetreffende steun wordt uiterlijk op 31 januari 2012 betaald.

2.   Vóór de in lid 1 bedoelde eerste betaling stelt de bevoegde nationale autoriteit vast welke in artikel 2, lid 1, bedoelde producentenorganisaties in aanmerking komen voor steun, gaat zij op voorlopige basis de vervulling van de in artikel 3, lid 1, bedoelde voorwaarden na, en bepaalt zij op voorlopige basis de in artikel 3, lid 2, van deze verordening bedoelde bedragen en subsidiabele arealen in het kalenderjaar dat aan die betaling voorafgaat.

Artikel 7

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de zevende dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 2011.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 16 augustus 2010.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.

(2)  PB L 30 van 31.1.2009, blz. 1.

(3)  PB L 30 van 31.1.2009, blz. 16.

(4)  PB L 316 van 2.12.2009, blz. 65.


Top